ID.nl logo
Nieuwe Intel-cpu, nieuw moederbord: welke past bij jou?
Huis

Nieuwe Intel-cpu, nieuw moederbord: welke past bij jou?

Overweeg je een nieuwe Intel Core Ultra-cpu, dan heb je daar een nieuw moederbord voor nodig. Voor de high-end cpu’s met het K-achtervoegsel die zojuist zijn gelanceerd (de Core Ultra 9 285K, Core Ultra 7 265K(F) en Core Ultra 5 245K(F)), zijn dat idealiter moederborden met een Z-voorvoegsel, oftewel de Z890-moederborden. Wij hebben zeventien nieuwe modellen getest die geschikt zijn voor deze processors. Wat zijn nu de verschillen en vooral: wat heb je écht nodig?

Na het lezen van dit artikel weet je wat er vernieuwd is aan de Z890-moederborden, zodat je daarop je keuze kunt baseren:

  • Genoeg PCIe-lanes voor een PCIe5.0-videokaart én een PCIe5.0-ssd op volle snelheid
  • Thunderbolt 4
  • Wifi 7
  • Alleen nog maar DDR5-geheugen
  • Ongewijzigd: de hoge prijzen

Handig: Met deze voorbeeldconfiguraties bouw ook jij je eigen desktop-pc

De nieuwe Core Ultra-processors maken gebruik van de nieuwe socket LGA 1851. De processors lijken wat vorm betreft niet heel anders dan de vorige generatie, maar oudere moederborden met socket LGA 1700 (Intel Z690- en Z790-chipsets) kunnen niet overweg met deze nieuwe processors. Je hebt dus een nieuw moederbord nodig als je een van de nieuwe Intel-processors wilt gebruiken. 

Wat is er nieuw?

De Z890-chipset zelf voegt niet heel veel toe, we zien vooral evolutie van vorige generaties. Zo zitten we nog altijd op PCI Express 5.0, alleen krijgen we bij Intel nu cpu’s en moederborden die genoeg PCIe-lanes bieden om zowel een PCIe5.0-videokaart en PCIe5.0-ssd op volle snelheid te verbinden, bij Z790 limiteerde een snelle ssd de gpu-bandbreedte.

Verder zien we vooral vooruitgang wat connectiviteit betreft. Thunderbolt 4 is nu standaard op alle Z890-borden waar het voorheen een optie was. Ook wifi 7 is nu praktisch standaard, waar op de vorige generatie 6 of 6E nog regelmatig voorkwam.

DDR4 komen we inmiddels echt niet meer tegen: high-end Z790-borden waren allemaal al met DDR5-geheugen, maar ook bij de Z890-chipset is DDR4 niet eens een optie meer. Z890-moederborden zullen iets hogere geheugensnelheden aankunnen en ondersteunen de nieuwe CUDIMM-geheugenmodules, die nog hogere kloksnelheden mogelijk maken. Zo hebben wij al zonder problemen DDR5-8200- en DDR5-8400-geheugen kunnen draaien en binnen korte tijd verwachten we dat zelfs DDR5-10000 niet meer uitzonderlijk is.

Ongewijzigd zijn de relatief hoge prijzen. Zelfs de goedkoopste optie kost bijna 300 euro, al krijg je daar tegenwoordig een veel beter en praktischer bord voor terug dan een high-end model van vijf jaar geleden. Zo zien we bij alle fabrikanten veel aandacht voor praktisch gemak: zo kun je de installatie van M.2-ssd’s veelal volledig zonder schroevendraaier doen en zijn ouderwetste IO-shields verdwenen. Bovendien zijn de moederborden in het hogere segment nu kwalitatief beter dan de borden van enkele jaren terug.

Elk moederbord in deze test is voorzien van een wifi7-kaartje en een multi-gigabit-netwerkaansluiting.

Stroomvoorziening

Een belangrijk onderdeel van een moederbord is de stroomvoorziening. De VRM’s (Voltage Regulator Modules) zijn hierbij cruciaal voor een stabiele werking van je systeem. Hoe krachtiger de cpu, hoe beter de VRM’s moeten zijn. Door de grote aandacht voor dit onderwerp in de afgelopen jaren zie je nog maar zelden moederborden met een matige stroomvoorziening. Bovendien heeft Intel ditmaal flinke stappen gezet op het gebied van energieverbruik en efficiëntie, waardoor het nog minder een zorg is. Elk van de zeventien geteste moederborden kan bijvoorbeeld moeiteloos overweg met een Intel Core Ultra 9 285K. Alleen als je wilt overklokken, is het slim om hier extra op te letten.

In tegenstelling tot extreme overklokkers maken wij geen onderscheid tussen een prima of overdreven zware stroomvoorziening. Zolang de VRM’s niet in de buurt komen van oververhitting, merk je in de praktijk nauwelijks verschil. Hoe graag fabrikanten ook pronken met hun ‘superieure’ ontwerpen, op een gegeven moment wordt het gewoon overkill. Meer overkill betekent niet automatisch een langere levensduur; complexere borden bevatten juist meer onderdelen die kapot kunnen gaan.

Overige eigenschappen

De volgende stap is om te kijken naar de functies en aansluitingen die het moederbord biedt. In onze adviezen wegen we alle mogelijkheden mee, maar iedere gebruiker heeft eigen wensen. Bedenk daarom vooraf wat jij echt nodig hebt. Hoeveel M.2-ssd’s wil je kunnen plaatsen? Hoeveel usb-poorten heb je nodig en hoe snel moeten die zijn? Is thunderbolt 5 interessant voor jou? Of wil je misschien extreme overklokopties?

Zo kom je uit bij het moederbord dat het best bij je past. De stroomvoorziening is zoals gezegd bij alle geteste borden dik in orde, dus daar hoef je je geen zorgen over te maken. Richt je in plaats daarvan op de overige eigenschappen en of die aan jouw eisen voldoen. Denk daarbij ook aan eventuele toekomstplannen, maar besef dat een veel duurder moederbord weinig zin heeft als een goedkoper model al ruimschoots aan je wensen voldoet. Wil je wat extra’s betalen voor een bepaald uiterlijk of een merkvoorkeur, dan kan dat natuurlijk. Maar zodra je eisen zijn ingevuld, maakt een moederbord van 600 euro je pc niet sneller dan eentje van 350 euro.

Dezelfde koelers

Ondanks de nieuwe socket is de koelermontage ongewijzigd. De nieuwe socket heeft dezelfde afmetingen en de afstand tussen de montagegaten is hetzelfde gebleven. Het zal even duren voordat alle koelerfabrikanten hun websites en verpakkingen aanpassen, maar een koeler die geschikt is voor socket LGA 1700 werkt ook op de nieuwe moederbroden met socket LGA 1851.

Bestaande processorkoelers die werken met socket LGA 1800 zoals de Noctua NH-U12A werken ook op socket LGA 1851.

Het beste bord tot 375 euro

Van de zeventien geteste moederborden blijven er maar vijf onder de 375 euro. Omdat het leven al duur genoeg is, kijken we eerst naar het goedkoopste model: de ASUS Prime Z890-P WiFi voor 279 euro. Technisch gezien voldoet dit bord prima, ook met een Core Ultra 9-cpu, en op veel vlakken is het modern. Tegelijk is het wel sterk uitgekleed: een eenvoudige audiochip, een minder stevige stroomvoorziening en in totaal slechts acht usb-poorten, waarvan zes op 5 Gbit/s of lager. Maar als elke euro telt, ontkom je hier bijna niet aan.

Overweeg je een high-end platform voor een serieuze werkmachine, dan biedt de MSI MAG Z890 Tomahawk een veel aantrekkelijker totaalplaatje. Je levert op vrijwel geen enkel punt in ten opzichte van duurdere alternatieven. Deze Tomahawk heeft vier ssd-sloten (allemaal met heatsink), acht fan-headers, drie (a)RGB-headers, een 5Gbit/s-LAN-aansluiting, tien usb-poorten waarvan twee met thunderbolt 4 (40 Gbit/s) en vier met 10 Gbit/s, een optische audio-uitgang, leddisplay voor foutcodes, een stevigere stroomvoorziening en een moderne audiochip.

MSI’s MAG Z890 Tomahawk WiFi combineert een zeer aantrekkelijke totaalplaatje met een prijs die nog enigszins redelijk is.

Er is één bord dat de Tomahawk op de hielen zit: de Gigabyte Z890 Aorus Elite. Gigabyte maakt op dit moederbord net iets andere keuzes. Het heeft ‘slechts’ een netwerkverbinding van 2,5 Gbit/s, iets tragere usb-poorten achterop en maar één thunderbolt4-poort, maar daar tegenover staan fysieke knoppen (aan-uit, reset) op het bord zelf, een en een interne HDMI-aansluiting voor nichebehuizingen met een extra ingebouwd display. Verder zijn zowel de ssd-sloten als alle heatsinks volledig zonder gereedschap toegankelijk.

De Gigabyte Z890 Aorus Elite is een goed alternatief als je die specifieke unieke eigenschappen nodig hebt.

MSI Tomahawk of Pro-A

In de tabel aan het einde van dit artikel vind je zowel de MSI Z890 Tomahawk als de MSI Pro Z890-A. Technisch zijn deze twee moederborden identiek, het verschil zit vooral in het uiterlijk. Daarnaast heeft MSI bij de Pro-A één heatsink en enkele clips voor het eenvoudiger installeren van M.2-ssd’s weggelaten. De verschillen zijn zo klein dat je gerust voor de Pro-A kunt kiezen als je die mooier vindt.

Het beste bord tot 500 euro

Voordat je meer uitgeeft dan bij de eerder besproken borden, bedenk eerst goed wat je echt nodig hebt. In onze ogen zijn er vier redenen om een stapje hoger te gaan: meer opslag, meer aansluitingen, betere overklokmogelijkheden en een specifieke uitstraling.

Het eerste moederbord in deze hogere prijsklasse is de Gigabyte Z890 Aorus Pro Ice. Met 12 usb-poorten (waarvan twee thunderbolt 4), vijf M.2-sloten (allemaal met heatsink en zonder gereedschap te monteren) en een aantrekkelijk wit-zilveren uiterlijk, scoort deze goed op drie van de vier genoemde punten. Daarnaast is het PCB wat beter, en zijn er fysieke knoppen en leddisplay voor foutcodes aanwezig. Als je die extra’s nodig hebt, is de prijs van 429 euro vergeleken met de Tomahawk en Aorus Elite nog best redelijk.

De Gigabyte Z890 Aorus Pro Ice geeft je meer aansluitingen dan de goedkopere borden.

Wil je ook nog gaan overklokken en heb je behoefte aan meer aansluitingen, dan is de ASUS ROG Strix Z890-F Gaming WiFi zeker het overwegen waard. Het bord is niet alleen fysiek indrukwekkend, maar biedt ook volop mogelijkheden: vijf M.2-sloten (alle met heatsink), veertien usb-poorten (waaronder twee met thunderbolt 4 en zes op 10 Gbit/s) en als enige onder de 500 euro: twee interne usb3.0-headers voor extra poorten aan de voorzijde van je behuizing.

De betere stroomvoorziening onderscheidt de Strix van de Aorus Elite, en samen met ASUS’ uitgebreide BIOS-functionaliteit zal dat fanatieke overklokkers aanspreken. Of overklokken bij deze nieuwe processors echt zin heeft, moeten we nog ontdekken, maar dit bord houdt die deur in elk geval open.

Ben je van plan om te experimenteren met overklokken, dan is de ASUS ROG Strix Z890-F Gaming WiFi een goede keuze als je maximaal 500 euro wilt uitgeven.

In deze prijscategorie vallen de MSI Edge Ti en de ASUS ROG Strix Z890-A een beetje tussen wal en schip. Ze zijn niet slecht, maar bijvoorbeeld de Z890 Edge Ti biedt vooral wat snellere usb-poorten dan de Aorus Pro Ice, en kost toch meer. De ASUS Strix Z890-A lijkt op de Z890-F, maar in een witte vormgeving en met enkele beperkingen voor een kleinere prijsbesparing. Prima als je die uitstraling wilt, maar de Z890-F is dan eigenlijk de betere keuze.

De beste borden boven de 500 euro

Als een moederbord van boven de 350 euro al lastig te rechtvaardigen is, geldt dat natuurlijk nog sterker voor exemplaren boven de 500 euro. Ook hier draait het vooral om heel specifieke aansluitmogelijkheden, extreme overklokmogelijkheden of andere unieke eigenschappen die je elders niet aantreft.

Eén bord toont dat als geen ander: de ASUS ProArt Z890-Creator WiFi. Sommige zaken zijn niet bijzonderder dan bij veel goedkopere borden, zoals de stroomvoorziening die niet speciaal op extreem overklokken is gericht, of het feit dat je ‘maar’ tien usb-poorten hebt. Maar de ProArt is wel het enige bord met twee thunderbolt5-aansluitingen, én het enige bord dat DisplayPort IN ondersteunt (voor thunderbolt-monitors in combinatie met een losse videokaart). Bovendien is dit het goedkoopste bord met een 10Gbit/s-netwerkaansluiting zonder add-in-kaart, en heeft het twee PCIe5.0x16-sloten. Het strakke design richt zich duidelijk op professionals in plaats van gamers, en praktische details zoals een opklapbaar heatsinkmechanisme maken het installeren van vijf ssd’s een fluitje van een cent. ASUS laat hiermee goed zien dat het een specifieke doelgroep serieus neemt.

De ASUS ProArt Z890-Creator WiFi valt op door de twee thunderbolt5-aansluitingen.

Andere borden in dit segment zijn niet per se minder doelgericht, maar de prijs-prestatieverhouding loopt dan snel scheef. De ASUS Z890 Hero is prachtig, met leuke extra’s voor extreme (LN2-)overklokkers (voor de leken: met vloeibare stikstof!) of aangepaste waterkoelingssystemen. Ook biedt hij als enige twee interne type-c-headers, een zesde M.2-slot en een SlimSAS-aansluiting voor nog meer snelle opslag. Voor ruim 700 euro mis je echter wel de 10Gbit/s-netwerkaansluiting van de ProArt, dus vraag jezelf af of het dat waard is.

De MSI Ace kent een vergelijkbaar verhaal: praktisch alles is aanwezig, inclusief een 10Gbit/s-netwerkaansluiting en vijftien usb-poorten, maar geen thunderbolt 5. Ook hier is de prijs fors, wat een echte aanbeveling moeilijk maakt.

De Gigabyte Z890 Aorus Master komt in deze groep iets gunstiger uit de bus. Met 650 euro nog steeds duur, maar wel zo’n honderd euro goedkoper dan de absolute top. Daarvoor krijg je veertien usb-poorten, een 10Gbit/s-netwerkaansluiting, een zeer stevige stroomvoorziening voor serieus overklokken, plus allerlei praktische gemakken zoals gereedschapsvrije heatsinks.

De Gigabyte Z890 Aorus Master kost veel, maar geeft je wel vrijwel alle mogelijkheden die je maar kunt bedenken.

Echte nicheborden: ITX en xOC

Niet alle moederborden passen in de gebruikelijke rangorde van goed, beter, best. Sommige modellen richten zich op een heel specifieke doelgroep en zijn daardoor voor de meeste gebruikers nauwelijks relevant. Tegelijk kunnen ze binnen hun niche vaak de enige echte optie zijn.

Een opvallende, bijna vergeten doelgroep zijn de liefhebbers van compacte mini-ITX-systemen. MSI en Gigabyte hebben voor deze nieuwe chips geen compacte borden uitgebracht, waardoor de ASUS ROG Strix Z890-I Gaming WiFi al snel de aantrekkelijkste mini-ITX-optie wordt. Dat ASUS al jaren prima mini-ITX-borden maakt, schept vertrouwen. Uiteraard zijn er compromissen vanwege het beperkte formaat, en mini-itx blijft relatief prijzig, maar de beschikbare ruimte is uitstekend benut. Het is lastig een behuizing of scenario te bedenken waarin dit bord tekortschiet. De meegeleverde externe Hive-audiocontroller is bovendien een prettige toevoeging op je bureau, met onder meer een aan-uitknop, volumeregeling en wat extra usb-poorten.

We hebben slechts één mini-itx-bord getest, maar dat is wel een prima keuze.

De ASUS ROG Maximus Z890 Apex is een meer traditionele niche-oplossing voor extreme overklokkers. Dit bord kost ruim 750 euro en is speciaal gebouwd voor maximale geheugenprestaties en recordbrekende benchmarkruns. Het is niet de uitgeklede overklokker die we soms zagen in het verleden; deze Apex kan ook als allrounder mee. Maar als je niets met (extreem) overklokken hebt, zie je de meerwaarde niet. Je kunt er natuurlijk wél heel veel geld tegenaan gooien puur voor de uitstraling, maar daar geven wij uiteraard geen punten voor.

De ASUS ROG Maximus Z890 Apex is het bord voor als overklokken je ultieme hobby is.

Ultra High-End?

Elke fabrikant heeft zijn ultra high-end topmodel, waarvan wij alleen de ASUS ROG Maximus Z890 Extreme hebben getest. Dit soort borden dienen als uithangbord voor wat een fabrikant allemaal kan, met werkelijk alle toeters en bellen. In het geval van de Extreme zijn dat onder andere mooi weggewerkte aansluitingen aan de zijkant. Maar met een prijs van zo’n 1400 euro – en Gigabytes topmodel wordt naar verluidt nog duurder – is dit geen bord dat we serieus kunnen aanbevelen.

Resultaten

In onderstaande afbeelding vind je de testresultaten van de geteste moederborden.

Conclusie

Voor deze zeventien moederborden geldt hetzelfde als bij de vorige test: er zijn geen echt slechte producten meer, alleen nog slechte prijzen. Het blijft daarom belangrijk om goed in kaart te brengen wat jij nu en in de toekomst echt nodig hebt. Zo voorkom je dat je later functies mist.

De onderlinge concurrentie tussen de overgebleven fabrikanten is stevig, en het verschil tussen een categoriewinnaar en een bord dat nauwelijks genoemd wordt, zit ‘m vaak in kleine details, zoals het aantal aansluitingen. Heb je een merkvoorkeur omdat je goede ervaringen hebt, of bekend bent met hun BIOS of software, dan is er weinig reden om van merk te switchen. De verschillen zijn zelden écht groot, maar check voor de zekerheid toch de tabel.

Heb je geen uitgesproken voorkeur, kijk dan eerst naar de MSI MAG Z890 Tomahawk, gevolgd door de Gigabyte Z890 Aorus Elite. Beide bieden voor 350 euro (in deze test is dat nog relatief betaalbaar) een meer dan comfortabele basis voor vrijwel iedere pc. Ze krijgen daarom allebei ons keurmerk Redactietip.

Het is bijna onmogelijk om een ‘beste’ bord aan te wijzen zonder meteen naar de duurste opties te grijpen. Wij trekken echter de lijn bij moederborden die echte meerwaarde bieden voor een high-end desktop. De ASUS ProArt Z890-Creator WiFi doet dat volgens ons het best, met meer opslagmogelijkheden, extra gemak, meer connectiviteit (inclusief thunderbolt 5 en 10Gbit/s-LAN) en zonder dat de prijs volledig uit de bocht vliegt. Die verdient dus ons keurmerk Best Getest.

▼ Volgende artikel
Review Tapo Smart HomeBase H500 - Slimme lokale opslag voor camera’s
Zekerheid & gemak

Review Tapo Smart HomeBase H500 - Slimme lokale opslag voor camera’s

De Tapo Smart HomeBase H500 is een smarthomecontroller voor Tapo-smarthomeproducten. Hij doet voornamelijk dienst als centraal punt voor een beveiligingssysteem bestaande uit camera's en sensors. Wij hebben de H500 getest in combinatie met Tapo-camera's.

Oké
Conclusie

De Tapo Smart HomeBase H500 is een praktisch basisstation voor gebruikers van Tapo-camera’s, zoals beveiligingscamera’s en de videodeurbel. Met dit kastje sla je opnames centraal op, zonder dat je een cloudabonnement nodig hebt. De ingebouwde opslag biedt ruimte voor enkele weken aan beeldmateriaal en kan eenvoudig worden uitgebreid als je meer capaciteit wilt. Toch zijn er nog wat kinderziektes. Zo kan de koppeling met camera’s verwarrend verlopen, afhankelijk van de volgorde waarin je apparaten installeert. Ook wekt het gebruik van een SD-kaartpictogram voor lokaal opgeslagen beelden snel verkeerde verwachtingen.

Plus- en minpunten
  • Lokale opslag
  • Tabletstandaard met lader
  • Opslag uit te breiden
  • Configuratie verwarrend
  • HDMI-functie beperkt
  • Nog niet alle Tapo-camera's compatibel

Tapo is het merk waaronder TP-Link smarthomeproducten zoals camera's en robotstofzuigers verkoopt. De Tapo Smart HomeBase H500 is gemaakt van wit kunststof en komt degelijk over. Alle aansluitingen vind je op de achterkant in de vorm van netwerk, HDMI, usb-a, usb-c en een voedingsaansluiting. De netwerkaansluiting kun je gebruiken om de HomeBase met je thuisnetwerk te verbinden, maar dat kan ook via wifi. De HDMI-poort is bedoeld om beelden van je camera's op je televisie te bekijken, terwijl je de usb-c-poort kunt gebruiken om een tablet op te laden. 

©Jeroen Boer - ID.nl

Op de achterkant vind je onder andere een usb-c- en HDMI-aansluiting.

Extra functies

De H500 is ontworpen om in het zicht in je woonkamer te zetten en heeft wat extra handigheidjes die dan van pas komen, zoals knoppen om te kunnen praten als iemand aanbelt. Ook vind je op de voorkant een klepje dat dienstdoet als tabletstandaard; handig als je een tablet gebruikt om je smarthome mee te bedienen. Je kunt de usb-c-poort, die maximaal 1,5 ampère levert, gebruiken om je tablet via de HomeBase op te laden.

©Jeroen Boer - ID.nl

De HomeBase is voorzien van een tabletstandaard.

De Smart HomeBase H500 is voorzien van 16 GB ingebouwd geheugen. Dat is op zich genoeg voor een bescheiden systeem, omdat er alleen clips worden opgeslagen als er beweging gedetecteerd wordt. Bovendien loopt de opslag nooit echt vol omdat oudere opnames automatisch worden overschreven. Heb je meerdere camera's of wil je opnames langere tijd bewaren, dan kun je de opslag zelf uitbreiden. Op de zijkant vind je een klepje waarachter je een 2,5inch-uitbreidingslot vindt. Uitbreiden kan met een 2,5-inch SATA-schijf; dat kan ook een ssd zijn.

©Jeroen Boer - ID.nl

Je kunt de opslag uitbreiden met een 2,5inch-schijf of ssd.

Verwarrende koppeling

De H500 moet aan je Tapo-camera's worden gekoppeld. Dat is enigszins verwarrend, want dat kan als je al camera's hebt op twee manieren. Onze camera's (de C410 en C460) stonden niet in de lijst die je ziet als je eerst op de H500 klikt, maar wel in de andere lijst. Begin je met de H500, dan speelt dat probleem niet en worden ondersteunde camera's automatisch gekoppeld.

Na koppeling worden video’s op de H500 opgeslagen. De H500 kan daarnaast tot zes camera's AI-herkenning geven voor personen, gezichten, voertuigen en huisdieren. Na het inschakelen hiervan wordt een database met herkende personen opgebouwd. Verwarrend is dat je om opnames op de H500 te bekijken op het pictogram 'microSD' moet klikken. Je kunt beelden downloaden om ze veilig te stellen.

Na de koppeling vormen de Smart HomeBase en je camera's één systeem in de app.

Gebruikte camera's

We hebben de HomeBase getest in combinatie met twee camera’s: de C410 en de C460. We hebben die camera's in verschillende configuraties getest, waarbij we de C460 ook binnen hebben gebruikt. De C460 is eigenlijk bedoeld voor buiten, maar kun je ook binnen gebruiken en wij vonden hem door de meegeleverde magnetische standaard ook binnen handiger om te monteren dan de C410, die je aan de muur moet schroeven of kunt neerzetten.

De Tapo C460 is een buitencamera, maar is dankzij de magnetische bevestiging ook heel handig voor binnengebruik.

Extra AI-functies

Behalve opnemen kan de Smart HomeBase H500 ook AI-functies toevoegen aan Tapo-camera's. De HomeBase kan maximaal zes camera's betere herkenningsmogelijkheden geven op basis van AI, maar dat wordt ook als je minder dan zes camera's hebt niet automatisch ingeschakeld. Je kunt dat zelf doen door in de app op de tegel AI Empowerment te klikken. De camera's kunnen dankzij AI personen, gezichten, voertuigen en huisdieren herkennen. Je kunt zelf bepalen welke herkenningsmogelijkheden actief zijn. Herkende personen verschijnen vervolgens automatisch in de app waarna je eventueel kunt aangeven wie die personen zijn.

Met AI Empowerment krijg je onder andere gezichtsherkenning.

Opnames terugkijken

In de Tapo-app kun je per camera zowel livebeelden bekijken als opgeslagen fragmenten vanaf de Smart HomeBase terugzien. Verwarrend is dat je daarvoor moet kiezen tussen de pictogrammen cloud en microSD. Ook al gebruik je de HomeBase, toch valt die onder het microSD-symbool. Logischer zou zijn als TP-Link een apart pictogram toevoegt voor de HomeBase. De door ons geteste batterijcamera's nemen korte clips op zodra beweging wordt gedetecteerd. Zodra de opslag vol raakt, worden automatisch de oudste opnames overschreven. Clips kun je desgewenst ook downloaden.

Je kunt opnames van je camera's op de Smart HomeBase terugkijken en downloaden in de app.

Beperkt nut HDMI

De Tapo Smart HomeBase H500 is voorzien van een HDMI-uitgang waarmee je de hub kunt aansluiten op een televisie of monitor. Je kunt in de app een dashboard configureren bestaande uit één of vier secties. Zo kun je maximaal vier camera's tegelijkertijd bekijken. Heb je minder dan vier camera's, dan kun je ook kiezen voor een klok. Dat klinkt op zich handig, maar met batterijgevoede camera's zoals wij tijdens de test hebben gebruikt, heb je daar niet zoveel aan. Je ziet in het dashboard alleen beeld als de camera op dat moment beweging detecteert. Het is dus niet mogelijk om naar wens live mee te kijken. Het is ook niet mogelijk om via de televisie oudere opnames te bekijken die op de Smart HomeBase staan. Deze functie heeft kortom alleen enigszins nut als je op netstroom gevoede camera's hebt.

Je kunt dashboarden van vier blokjes maken die op je televisie getoond kunnen worden.

Conclusie

De Tapo Smart HomeBase H500 is een praktisch basisstation voor gebruikers van Tapo-camera’s, zoals beveiligingscamera’s en de videodeurbel. Met dit kastje sla je opnames centraal op, zonder dat je een cloudabonnement nodig hebt. De ingebouwde opslag biedt ruimte voor enkele weken aan beeldmateriaal en kan eenvoudig worden uitgebreid als je meer capaciteit wilt. Toch zijn er nog wat kinderziektes. Zo kan de koppeling met camera’s verwarrend verlopen, afhankelijk van de volgorde waarin je apparaten installeert. Ook wekt het gebruik van een SD-kaartpictogram voor lokaal opgeslagen beelden snel verkeerde verwachtingen.

▼ Volgende artikel
Europese alternatieven voor Amerikaanse online diensten
© shadowmoon30 - stock.adobe.com
Huis

Europese alternatieven voor Amerikaanse online diensten

Wanneer je alle internetdiensten opsomt die je zelf gebruikt, van e-mail tot zoekmachines, is de kans groot dat het vrijwel allemaal Amerikaanse platformen zijn. Voor wie zich daar niet helemaal comfortabel bij voelt, zijn er ook (gratis) Europese alternatieven.

In dit artikel

We kijken naar Europese alternatieven voor Amerikaanse diensten: • Zoekmachines • E-mail en agenda • Kantoor • Cloudopslag • Vertaling • Videosharing • Sociale Media • AI-Chat • VPN Lees ook: 20 tips om je online privacy te waarborgen

Steeds meer internetgebruikers in Europa stellen zich vragen bij de intensieve dataverzameling en dominante marktpositie van Amerikaanse techbedrijven, zeker in de huidige geopolitieke context. Daardoor groeit de interesse voor Europese alternatieven, die minder afhankelijk zijn van de Amerikaanse bedrijfswereld en overheid, beter aansluiten bij de strengere Europese privacywetgeving, en transparanter zijn over het gebruik van persoonsgegevens.

In dit artikel laten we je kort kennismaken met enkele Europese diensten die een privacyvriendelijker en vaak volwaardig alternatief bieden voor bekende Amerikaanse webdiensten en platformen. Dit gaat breed: van zoekmachines, e-mail en kantoortoepassingen tot cloudopslag, VPN, vertalingen, videosharing, AI-chat en sociale media. Wil je echt de-Amerikaniseren? Gebruik voor deze diensten dan geen Google-, Apple- of Facebook-account.

Zoekmachine

Het zal je niet verbazen dat een browser als Chrome standaard Google gebruikt als zoekmachine, maar je kunt zonder problemen een andere instellen. Open de instellingen van Chrome, ga naar Zoekmachine en klik op Wijzigen. Selecteer het gewenste alternatief. Europese, privacybewuste zoekmachines zijn onder meer het Duitse Ecosia (investeert advertentie-inkomsten in boomaanplant), het Franse Qwant en het Zwitserse SwissCows (dat overigens niet langer gratis is).

Je kunt ook handmatig een extra zoekmachine toevoegen. Neem bijvoorbeeld SwissCows in Chrome. Open opnieuw Zoekmachine en kies Zoekmachine en Site Search beheren. Klik op Toevoegen bij Site Search. Vul SwissCows in als naam, (bijvoorbeeld) sc als snelkoppeling en www.swisscows.com/web?query=%s als url. Bevestig met Toevoegen. Je kunt deze nu instellen als standaard of activeren via sc gevolgd door een druk op Tab in de adresbalk, waarna je de zoekterm ingeeft. Weet wel dat deze drie alternatieve zoekmachines deels gebruikmaken van de zoekindex van het (Amerikaanse) Bing.

Je kunt ook Europese, privacygerichte browsers gebruiken, zoals Ecosia en Ecosia (browser), de Zweedse Mullvad Browser en het Noorse Vivaldi. Hier kun je ook telkens je voorkeurzoekmachine instellen. Houd er wel rekening mee dat deze drie browsers de (Amerikaanse) Chromium- of Firefox-engine gebruiken voor het weergeven van webpagina's.

Chrome heeft van huis uit acht zoekmachines geconfigureerd.

E-mail en agenda

Gmail en Outlook zijn twee zeer populaire webmaildiensten, vooral dankzij hun sterke integratie met respectievelijk het Google- en Microsoft-ecosysteem. Op het vlak van privacy zijn er wel enkele bedenkingen. Bij Gmail wordt de inhoud van je mails gescand voor gepersonaliseerde advertenties, en ook Microsoft toont advertenties. Beide versleutelen weliswaar je berichten, zowel tijdens de overdracht als in rust (op de mailservers), maar de diensten zelf bewaren de encryptiesleutels.

Diensten als het Duitse Tuta en het Zwitserse Proton Mail pakken dit beter aan. Ze zijn grotendeels opensource, ze gebruiken stevige end-to-end-versleuteling en bij Tuta geldt zelfs het zero knowledge-principe: de dienst heeft geen toegang tot je gegevens, wachtwoorden of metadata. Bij Proton Mail blijft beperkte metadata zoals de onderwerpsregel zichtbaar. Beide zijn beschikbaar via web en mobiele apps en bieden in de gratis versie 1 GB opslagruimte; bij Tuta zit daar ook een agenda bij.

We helpen je even op weg met de laatste. Klik op Gratis e-mailaccount aanmaken en daarna op Selecteren bij Free. Kies je e-mailadres (@tutamail.com) en stel een wachtwoord in. Je krijgt een herstelcode waarmee je weer toegang krijgt als je je wachtwoord (of tweede factor) kwijt zou raken. Na goedkeuring kun je meteen mails ontvangen en verzenden. In de webinterface vind je rechtsboven de knoppen Contacten en Agenda.

Zo ziet de webinterface van (een gloednieuw account bij) Tuta eruit.

Kantoor

Als je denkt aan een cloudgebaseerde kantoorsuite, komen Google Documenten (en Workspace) en Microsoft 365 waarschijnlijk als eerste in je op. Toch zitten er vooral bij Google enkele privacyproblemen. Het verdienmodel draait rond advertenties, er is geen sluitende garantie dat je data binnen de EU blijven en in de gratis versie bewaart Google zelf de encryptiesleutels. Microsoft scoort iets beter, maar wie zeker wil zijn dat data de EU niet verlaten, kijkt beter naar het Letse OnlyOffice.

We stellen hier kort de gratis cloudservice voor, bereikbaar vanuit je browser en via mobiele apps. Registreer je via de website van OnlyOffice en bevestig je aanmelding via de ontvangen mail. Je krijgt dan een persoonlijke url (https://<accountnaam>.onlyoffice.com) die als centrale documentenhub fungeert, met 2 GB opslagruimte. Je kunt er 'kamers' aanmaken. Dit zijn virtuele ruimtes of projectmappen waarin je documenten creëert, bewerkt en eventueel deelt met rolgebaseerde toegangsrechten.

De suite bevat een tekstverwerker, spreadsheet, presentatietool en pdf-editor. Omdat de dienst standaard werkt met Microsofts OOXML-bestandsformaten, hoef je bij het importeren of exporteren nauwelijks compatibiliteitsproblemen te verwachten.

De online kantoorsuite van OnlyOffice: Nederlandstalig en mooi overzichtelijk.

Cloudopslag

Bij cloudopslag springen Google Drive (15 GB gratis) en Microsoft OneDrive (5 GB gratis) er qua gebruikersaantallen uit, met Dropbox (2 GB gratis) als derde op het podium. Je data worden telkens op Amerikaanse servers opgeslagen en je hebt geen controle over de encryptiesleutels. Je kunt dit eventueel oplossen met end-to-end-encryptie via een gratis tool als Cryptomator.

Er bestaan gelukkig ook gratis Europese alternatieven die vergelijkbare opslagruimte bieden, je data gegarandeerd binnen de EU bewaren en je zelf de encryptiesleutels laten beheren. Een daarvan is het Zwitserse EdelCloud Basic (2 GB), van de makers van SwissCows. Bekendere opties zijn Proton Drive (5 GB) en pCloud (10 GB), beide eveneens uit Zwitserland.

We kijken naar pCloud. Je meldt je gratis aan via de website. Stel een wachtwoord in en kies bij Gegevensregio voor Europese Unie. Bevestig via de link in de ontvangen e-mail en klik op de website op Ga naar mijn account. Je kunt dan meteen aan de slag. Linksonder zie je dat standaard al 3 GB is ontgrendeld. Door acties uit te voeren zoals een bestand uploaden, pCloud Drive en de mobiele app installeren en enkele vrienden uitnodigen, kun je dit uitbreiden tot 10 GB.

De gratis versie van pCloud: 6 GB ontgrendeld, nog vier te gaan.

Vertaling

Het begint wat eentonig te worden, maar ook voor geautomatiseerde vertalingen kom je al snel uit bij diensten van Google Translate of Microsoft Translator. Toch bestaat er een sterk en populair alternatief: het Duitse DeepL. De gratis versie kent wel enkele beperkingen: je kunt maximaal drie documenten per maand van maximaal 5 MB vertalen (niet bewerkbaar), en je teksten kunnen door DeepL worden gebruikt voor trainingsdoeleinden.

Minder bekend, maar volledig gratis, zijn Lingva Translate (meer dan honderd talen) uit Duitsland en het Spaanse Apertium (meer dan veertig talen, ook als app). Beide zijn opensource. Bij Apertium kun je documenten en webpagina's uploaden, maar de beschikbare doeltalen hangen af van je brontaal. Vanuit Nederlands bijvoorbeeld kun je helaas alleen naar Afrikaans vertalen. Lingva biedt een bredere keuze aan taalparen, al moet je de brontekst hier wel zelf invoeren of plakken. Je kunt de tekst ook laten voorlezen, al is de kwaliteit voor Nederlands voorlopig ondermaats. De vertalingen zijn bij beide diensten niet bewerkbaar op de site.

Lingva: honderd talen, maar alleen voor zelf ingevoerde tekst.

Videosharing

Videosites als Vimeo en vooral Googles YouTube hoeven we niet meer toe te lichten, maar kun je ook enkele Europese alternatieven noemen? Die bestaan wel degelijk, met als bekendste Dailymotion en PeerTube, beide van Franse oorsprong.

Dailymotion heeft dan misschien niet het uitgebreide aanbod van YouTube, maar bereikt wereldwijd toch zo'n 300 miljoen maandelijkse gebruikers. Je kunt er zonder account video's opzoeken via trefwoorden en daarna filteren op onder meer Playlists, Users en Hashtags. Met een account kun je ook video's uploaden en delen via je browser of mobiele apps. Het platform geeft aanbevelingen op basis van je kijkgedrag en is geïntegreerd met sociale media als Facebook en X.

Bij PeerTube draait eveneens alles rond video streaming en delen, maar dan binnen het zogeheten Fediverse (meer daarover verderop in dit artikel). Zoeken naar specifieke video's of kanalen kun je via deze link. Bij een geschikte video klik je op een knop die je naar de bijbehorende server brengt, waar je je eventueel kunt aanmelden om bijvoorbeeld op video's te reageren of zelf te publiceren op je kanaal.

Op zoek naar geschikte video's op het PeerTube-platform.

Sociale media

Met sociale mediaplatformen bevinden we ons bijna volledig op Amerikaans grondgebied. Denk aan Facebook, Instagram, X, LinkedIn, Snapchat, Pinterest, Reddit, Threads en WhatsApp. Er bestaan wel – ook Europese – alternatieven, maar overstappen is vaak lastig. Je wilt immers voldoende aanbod, voldoende medegebruikers en het liefst ook een gebruiksvriendelijke omgeving.

Zo is er het Zwitserse Threema (circa 6 euro), een dienst die zich opwerpt als veilig en privacy-bewust alternatief voor WhatsApp, maar helaas is het niet mogelijk berichten tussen beide netwerken uit te wisselen – ook al ijvert de EU met initiatieven als de Digital Markets Act voor meer interoperabiliteit tussen (onder meer) berichtenapps.

Een andere relatief bekende, maar geheel gratis dienst is Mastodon, van Duitse oorsprong. Dit is een microbloggingdienst met tekstposts, reacties, boosts en volgers, die zich profileert als alternatief voor X. Mastodon maakt deel uit van het zogenaamde Fediverse, een samentrekking van 'FEDerated unIVERSE'. Dit is een gedecentraliseerd netwerk van onafhankelijk beheerde servers (zogeheten instances), die via gemeenschappelijke protocollen als ActivityPub wel met elkaar kunnen communiceren.

Andere Fediverse-diensten van Europese origine zijn het al vermelde PeerTube (videoplatform), het IJslandse Pleroma (microblogging), het Franse Funkwhale (audiosharing) en Lemmy (forum- en discussienetwerk, vergelijkbaar met Reddit).

Zojuist aangemeld bij Mastodon: daarmee zijn we klaar voor onze eerste 'toot', met hashtag natuurlijk.

AI-chat

Sinds de lancering van ChatGPT door het Amerikaanse OpenAI eind 2022 is AI, en in het bijzonder AI-chatbots, niet meer weg te denken uit bedrijven en uit ons dagelijks leven. China volgt als stevige tweede speler – denk aan het veelbesproken DeepSeek – maar ook Europa is bezig aan een fikse inhaalbeweging. Een opvallend initiatief komt van OpenEuroLLM, een alliantie van meer dan 20 Europese bedrijven, universiteiten en supercomputingcentra die een opensource-taalmodel (LLM, Large Language Model) ontwikkelen als alternatief voor Amerikaanse en Chinese AI-assistenten. OpenGPT-X dan weer is een Duits project dat grootschalige AI-taalmodellen bouwt, waaronder het opensource-model Teuken-7B, getraind in alle 24 officiële EU-talen.

Wil je zelf met een Europese AI-chatbot experimenteren, kijk dan eens op de site van het Franse bedrijf Mistral dat eigen taalmodellen ontwikkelde. Wil je ook beelden en code genereren, dan moet je je wel registreren. De bot reageert opvallend snel, maar wie meer functies wil – zoals een onbeperkt aantal prompts per dag en een krachtiger LLM – moet upgraden naar Pro (zo'n 18 euro per maand).

De beeldgenerator van Le Chat: een fraaie afbeelding in een paar seconden.

VPN

Een Virtual Private Network, kortweg VPN, is ideaal voor wie meer online privacy wil (je ip-adres blijft verborgen), veiliger wil surfen op openbare wifi (je data zijn volledig versleuteld) of geoblokkades wil omzeilen (je kiest een VPN-server in een niet-geblokkeerd land).

Veel populaire opties, zoals Hotspot Shield, zijn Amerikaans. Wie liever Europees gaat, vindt sterke alternatieven als het Zweedse Mullvad en het Zwitserse Proton VPN. Beide houden geen logboeken bij, ze bieden een wereldwijde keuze aan VPN-servers en gebruiken opensource-clientapps. Je vindt er ook functies als een killswitch (je verbinding wordt meteen verbroken als de VPN-server wegvalt) en split-tunneling (je kiest zelf welke apps via de VPN lopen). Proton VPN ondersteunt wel beter streamingdiensten als Netflix en Prime Video. Beide kosten zo'n 5 euro per maand.

Proton VPN biedt tevens een beperkte gratis versie, handig om mee te starten. Surf naar de site van Proton VPN, vul je e-mailadres in, klik op Begin met Proton VPN en stel een sterk wachtwoord in (twee keer). Je kunt meteen de client-app downloaden, bijvoorbeeld voor Windows. Installeer die (extra apps hoef je niet mee te nemen) en meld je aan met je Proton-account. Kies een VPN-server in een beschikbaar land (vijf in de gratis versie), klik op Verbinden en test de VPN-verbinding gerust via bijvoorbeeld www.whatismyip.com. Of nog beter (in het kader van dit artikel) www.watismijnip.nl/.

Controleer de VPN-verbinding door te kijken naar wat je ip-adres is.

Nog meer privacy?

Met een screenfilter kan niemand meekijken bij wat jij op je laptop doet