ID.nl logo
Nieuwe Intel-cpu, nieuw moederbord: welke past bij jou?
Huis

Nieuwe Intel-cpu, nieuw moederbord: welke past bij jou?

Overweeg je een nieuwe Intel Core Ultra-cpu, dan heb je daar een nieuw moederbord voor nodig. Voor de high-end cpu’s met het K-achtervoegsel die zojuist zijn gelanceerd (de Core Ultra 9 285K, Core Ultra 7 265K(F) en Core Ultra 5 245K(F)), zijn dat idealiter moederborden met een Z-voorvoegsel, oftewel de Z890-moederborden. Wij hebben zeventien nieuwe modellen getest die geschikt zijn voor deze processors. Wat zijn nu de verschillen en vooral: wat heb je écht nodig?

Na het lezen van dit artikel weet je wat er vernieuwd is aan de Z890-moederborden, zodat je daarop je keuze kunt baseren:

  • Genoeg PCIe-lanes voor een PCIe5.0-videokaart én een PCIe5.0-ssd op volle snelheid
  • Thunderbolt 4
  • Wifi 7
  • Alleen nog maar DDR5-geheugen
  • Ongewijzigd: de hoge prijzen

Handig: Met deze voorbeeldconfiguraties bouw ook jij je eigen desktop-pc

De nieuwe Core Ultra-processors maken gebruik van de nieuwe socket LGA 1851. De processors lijken wat vorm betreft niet heel anders dan de vorige generatie, maar oudere moederborden met socket LGA 1700 (Intel Z690- en Z790-chipsets) kunnen niet overweg met deze nieuwe processors. Je hebt dus een nieuw moederbord nodig als je een van de nieuwe Intel-processors wilt gebruiken. 

Wat is er nieuw?

De Z890-chipset zelf voegt niet heel veel toe, we zien vooral evolutie van vorige generaties. Zo zitten we nog altijd op PCI Express 5.0, alleen krijgen we bij Intel nu cpu’s en moederborden die genoeg PCIe-lanes bieden om zowel een PCIe5.0-videokaart en PCIe5.0-ssd op volle snelheid te verbinden, bij Z790 limiteerde een snelle ssd de gpu-bandbreedte.

Verder zien we vooral vooruitgang wat connectiviteit betreft. Thunderbolt 4 is nu standaard op alle Z890-borden waar het voorheen een optie was. Ook wifi 7 is nu praktisch standaard, waar op de vorige generatie 6 of 6E nog regelmatig voorkwam.

DDR4 komen we inmiddels echt niet meer tegen: high-end Z790-borden waren allemaal al met DDR5-geheugen, maar ook bij de Z890-chipset is DDR4 niet eens een optie meer. Z890-moederborden zullen iets hogere geheugensnelheden aankunnen en ondersteunen de nieuwe CUDIMM-geheugenmodules, die nog hogere kloksnelheden mogelijk maken. Zo hebben wij al zonder problemen DDR5-8200- en DDR5-8400-geheugen kunnen draaien en binnen korte tijd verwachten we dat zelfs DDR5-10000 niet meer uitzonderlijk is.

Ongewijzigd zijn de relatief hoge prijzen. Zelfs de goedkoopste optie kost bijna 300 euro, al krijg je daar tegenwoordig een veel beter en praktischer bord voor terug dan een high-end model van vijf jaar geleden. Zo zien we bij alle fabrikanten veel aandacht voor praktisch gemak: zo kun je de installatie van M.2-ssd’s veelal volledig zonder schroevendraaier doen en zijn ouderwetste IO-shields verdwenen. Bovendien zijn de moederborden in het hogere segment nu kwalitatief beter dan de borden van enkele jaren terug.

Elk moederbord in deze test is voorzien van een wifi7-kaartje en een multi-gigabit-netwerkaansluiting.

Stroomvoorziening

Een belangrijk onderdeel van een moederbord is de stroomvoorziening. De VRM’s (Voltage Regulator Modules) zijn hierbij cruciaal voor een stabiele werking van je systeem. Hoe krachtiger de cpu, hoe beter de VRM’s moeten zijn. Door de grote aandacht voor dit onderwerp in de afgelopen jaren zie je nog maar zelden moederborden met een matige stroomvoorziening. Bovendien heeft Intel ditmaal flinke stappen gezet op het gebied van energieverbruik en efficiëntie, waardoor het nog minder een zorg is. Elk van de zeventien geteste moederborden kan bijvoorbeeld moeiteloos overweg met een Intel Core Ultra 9 285K. Alleen als je wilt overklokken, is het slim om hier extra op te letten.

In tegenstelling tot extreme overklokkers maken wij geen onderscheid tussen een prima of overdreven zware stroomvoorziening. Zolang de VRM’s niet in de buurt komen van oververhitting, merk je in de praktijk nauwelijks verschil. Hoe graag fabrikanten ook pronken met hun ‘superieure’ ontwerpen, op een gegeven moment wordt het gewoon overkill. Meer overkill betekent niet automatisch een langere levensduur; complexere borden bevatten juist meer onderdelen die kapot kunnen gaan.

Overige eigenschappen

De volgende stap is om te kijken naar de functies en aansluitingen die het moederbord biedt. In onze adviezen wegen we alle mogelijkheden mee, maar iedere gebruiker heeft eigen wensen. Bedenk daarom vooraf wat jij echt nodig hebt. Hoeveel M.2-ssd’s wil je kunnen plaatsen? Hoeveel usb-poorten heb je nodig en hoe snel moeten die zijn? Is thunderbolt 5 interessant voor jou? Of wil je misschien extreme overklokopties?

Zo kom je uit bij het moederbord dat het best bij je past. De stroomvoorziening is zoals gezegd bij alle geteste borden dik in orde, dus daar hoef je je geen zorgen over te maken. Richt je in plaats daarvan op de overige eigenschappen en of die aan jouw eisen voldoen. Denk daarbij ook aan eventuele toekomstplannen, maar besef dat een veel duurder moederbord weinig zin heeft als een goedkoper model al ruimschoots aan je wensen voldoet. Wil je wat extra’s betalen voor een bepaald uiterlijk of een merkvoorkeur, dan kan dat natuurlijk. Maar zodra je eisen zijn ingevuld, maakt een moederbord van 600 euro je pc niet sneller dan eentje van 350 euro.

Dezelfde koelers

Ondanks de nieuwe socket is de koelermontage ongewijzigd. De nieuwe socket heeft dezelfde afmetingen en de afstand tussen de montagegaten is hetzelfde gebleven. Het zal even duren voordat alle koelerfabrikanten hun websites en verpakkingen aanpassen, maar een koeler die geschikt is voor socket LGA 1700 werkt ook op de nieuwe moederbroden met socket LGA 1851.

Bestaande processorkoelers die werken met socket LGA 1800 zoals de Noctua NH-U12A werken ook op socket LGA 1851.

Het beste bord tot 375 euro

Van de zeventien geteste moederborden blijven er maar vijf onder de 375 euro. Omdat het leven al duur genoeg is, kijken we eerst naar het goedkoopste model: de ASUS Prime Z890-P WiFi voor 279 euro. Technisch gezien voldoet dit bord prima, ook met een Core Ultra 9-cpu, en op veel vlakken is het modern. Tegelijk is het wel sterk uitgekleed: een eenvoudige audiochip, een minder stevige stroomvoorziening en in totaal slechts acht usb-poorten, waarvan zes op 5 Gbit/s of lager. Maar als elke euro telt, ontkom je hier bijna niet aan.

Overweeg je een high-end platform voor een serieuze werkmachine, dan biedt de MSI MAG Z890 Tomahawk een veel aantrekkelijker totaalplaatje. Je levert op vrijwel geen enkel punt in ten opzichte van duurdere alternatieven. Deze Tomahawk heeft vier ssd-sloten (allemaal met heatsink), acht fan-headers, drie (a)RGB-headers, een 5Gbit/s-LAN-aansluiting, tien usb-poorten waarvan twee met thunderbolt 4 (40 Gbit/s) en vier met 10 Gbit/s, een optische audio-uitgang, leddisplay voor foutcodes, een stevigere stroomvoorziening en een moderne audiochip.

MSI’s MAG Z890 Tomahawk WiFi combineert een zeer aantrekkelijke totaalplaatje met een prijs die nog enigszins redelijk is.

Er is één bord dat de Tomahawk op de hielen zit: de Gigabyte Z890 Aorus Elite. Gigabyte maakt op dit moederbord net iets andere keuzes. Het heeft ‘slechts’ een netwerkverbinding van 2,5 Gbit/s, iets tragere usb-poorten achterop en maar één thunderbolt4-poort, maar daar tegenover staan fysieke knoppen (aan-uit, reset) op het bord zelf, een en een interne HDMI-aansluiting voor nichebehuizingen met een extra ingebouwd display. Verder zijn zowel de ssd-sloten als alle heatsinks volledig zonder gereedschap toegankelijk.

De Gigabyte Z890 Aorus Elite is een goed alternatief als je die specifieke unieke eigenschappen nodig hebt.

MSI Tomahawk of Pro-A

In de tabel aan het einde van dit artikel vind je zowel de MSI Z890 Tomahawk als de MSI Pro Z890-A. Technisch zijn deze twee moederborden identiek, het verschil zit vooral in het uiterlijk. Daarnaast heeft MSI bij de Pro-A één heatsink en enkele clips voor het eenvoudiger installeren van M.2-ssd’s weggelaten. De verschillen zijn zo klein dat je gerust voor de Pro-A kunt kiezen als je die mooier vindt.

Het beste bord tot 500 euro

Voordat je meer uitgeeft dan bij de eerder besproken borden, bedenk eerst goed wat je echt nodig hebt. In onze ogen zijn er vier redenen om een stapje hoger te gaan: meer opslag, meer aansluitingen, betere overklokmogelijkheden en een specifieke uitstraling.

Het eerste moederbord in deze hogere prijsklasse is de Gigabyte Z890 Aorus Pro Ice. Met 12 usb-poorten (waarvan twee thunderbolt 4), vijf M.2-sloten (allemaal met heatsink en zonder gereedschap te monteren) en een aantrekkelijk wit-zilveren uiterlijk, scoort deze goed op drie van de vier genoemde punten. Daarnaast is het PCB wat beter, en zijn er fysieke knoppen en leddisplay voor foutcodes aanwezig. Als je die extra’s nodig hebt, is de prijs van 429 euro vergeleken met de Tomahawk en Aorus Elite nog best redelijk.

De Gigabyte Z890 Aorus Pro Ice geeft je meer aansluitingen dan de goedkopere borden.

Wil je ook nog gaan overklokken en heb je behoefte aan meer aansluitingen, dan is de ASUS ROG Strix Z890-F Gaming WiFi zeker het overwegen waard. Het bord is niet alleen fysiek indrukwekkend, maar biedt ook volop mogelijkheden: vijf M.2-sloten (alle met heatsink), veertien usb-poorten (waaronder twee met thunderbolt 4 en zes op 10 Gbit/s) en als enige onder de 500 euro: twee interne usb3.0-headers voor extra poorten aan de voorzijde van je behuizing.

De betere stroomvoorziening onderscheidt de Strix van de Aorus Elite, en samen met ASUS’ uitgebreide BIOS-functionaliteit zal dat fanatieke overklokkers aanspreken. Of overklokken bij deze nieuwe processors echt zin heeft, moeten we nog ontdekken, maar dit bord houdt die deur in elk geval open.

Ben je van plan om te experimenteren met overklokken, dan is de ASUS ROG Strix Z890-F Gaming WiFi een goede keuze als je maximaal 500 euro wilt uitgeven.

In deze prijscategorie vallen de MSI Edge Ti en de ASUS ROG Strix Z890-A een beetje tussen wal en schip. Ze zijn niet slecht, maar bijvoorbeeld de Z890 Edge Ti biedt vooral wat snellere usb-poorten dan de Aorus Pro Ice, en kost toch meer. De ASUS Strix Z890-A lijkt op de Z890-F, maar in een witte vormgeving en met enkele beperkingen voor een kleinere prijsbesparing. Prima als je die uitstraling wilt, maar de Z890-F is dan eigenlijk de betere keuze.

De beste borden boven de 500 euro

Als een moederbord van boven de 350 euro al lastig te rechtvaardigen is, geldt dat natuurlijk nog sterker voor exemplaren boven de 500 euro. Ook hier draait het vooral om heel specifieke aansluitmogelijkheden, extreme overklokmogelijkheden of andere unieke eigenschappen die je elders niet aantreft.

Eén bord toont dat als geen ander: de ASUS ProArt Z890-Creator WiFi. Sommige zaken zijn niet bijzonderder dan bij veel goedkopere borden, zoals de stroomvoorziening die niet speciaal op extreem overklokken is gericht, of het feit dat je ‘maar’ tien usb-poorten hebt. Maar de ProArt is wel het enige bord met twee thunderbolt5-aansluitingen, én het enige bord dat DisplayPort IN ondersteunt (voor thunderbolt-monitors in combinatie met een losse videokaart). Bovendien is dit het goedkoopste bord met een 10Gbit/s-netwerkaansluiting zonder add-in-kaart, en heeft het twee PCIe5.0x16-sloten. Het strakke design richt zich duidelijk op professionals in plaats van gamers, en praktische details zoals een opklapbaar heatsinkmechanisme maken het installeren van vijf ssd’s een fluitje van een cent. ASUS laat hiermee goed zien dat het een specifieke doelgroep serieus neemt.

De ASUS ProArt Z890-Creator WiFi valt op door de twee thunderbolt5-aansluitingen.

Andere borden in dit segment zijn niet per se minder doelgericht, maar de prijs-prestatieverhouding loopt dan snel scheef. De ASUS Z890 Hero is prachtig, met leuke extra’s voor extreme (LN2-)overklokkers (voor de leken: met vloeibare stikstof!) of aangepaste waterkoelingssystemen. Ook biedt hij als enige twee interne type-c-headers, een zesde M.2-slot en een SlimSAS-aansluiting voor nog meer snelle opslag. Voor ruim 700 euro mis je echter wel de 10Gbit/s-netwerkaansluiting van de ProArt, dus vraag jezelf af of het dat waard is.

De MSI Ace kent een vergelijkbaar verhaal: praktisch alles is aanwezig, inclusief een 10Gbit/s-netwerkaansluiting en vijftien usb-poorten, maar geen thunderbolt 5. Ook hier is de prijs fors, wat een echte aanbeveling moeilijk maakt.

De Gigabyte Z890 Aorus Master komt in deze groep iets gunstiger uit de bus. Met 650 euro nog steeds duur, maar wel zo’n honderd euro goedkoper dan de absolute top. Daarvoor krijg je veertien usb-poorten, een 10Gbit/s-netwerkaansluiting, een zeer stevige stroomvoorziening voor serieus overklokken, plus allerlei praktische gemakken zoals gereedschapsvrije heatsinks.

De Gigabyte Z890 Aorus Master kost veel, maar geeft je wel vrijwel alle mogelijkheden die je maar kunt bedenken.

Echte nicheborden: ITX en xOC

Niet alle moederborden passen in de gebruikelijke rangorde van goed, beter, best. Sommige modellen richten zich op een heel specifieke doelgroep en zijn daardoor voor de meeste gebruikers nauwelijks relevant. Tegelijk kunnen ze binnen hun niche vaak de enige echte optie zijn.

Een opvallende, bijna vergeten doelgroep zijn de liefhebbers van compacte mini-ITX-systemen. MSI en Gigabyte hebben voor deze nieuwe chips geen compacte borden uitgebracht, waardoor de ASUS ROG Strix Z890-I Gaming WiFi al snel de aantrekkelijkste mini-ITX-optie wordt. Dat ASUS al jaren prima mini-ITX-borden maakt, schept vertrouwen. Uiteraard zijn er compromissen vanwege het beperkte formaat, en mini-itx blijft relatief prijzig, maar de beschikbare ruimte is uitstekend benut. Het is lastig een behuizing of scenario te bedenken waarin dit bord tekortschiet. De meegeleverde externe Hive-audiocontroller is bovendien een prettige toevoeging op je bureau, met onder meer een aan-uitknop, volumeregeling en wat extra usb-poorten.

We hebben slechts één mini-itx-bord getest, maar dat is wel een prima keuze.

De ASUS ROG Maximus Z890 Apex is een meer traditionele niche-oplossing voor extreme overklokkers. Dit bord kost ruim 750 euro en is speciaal gebouwd voor maximale geheugenprestaties en recordbrekende benchmarkruns. Het is niet de uitgeklede overklokker die we soms zagen in het verleden; deze Apex kan ook als allrounder mee. Maar als je niets met (extreem) overklokken hebt, zie je de meerwaarde niet. Je kunt er natuurlijk wél heel veel geld tegenaan gooien puur voor de uitstraling, maar daar geven wij uiteraard geen punten voor.

De ASUS ROG Maximus Z890 Apex is het bord voor als overklokken je ultieme hobby is.

Ultra High-End?

Elke fabrikant heeft zijn ultra high-end topmodel, waarvan wij alleen de ASUS ROG Maximus Z890 Extreme hebben getest. Dit soort borden dienen als uithangbord voor wat een fabrikant allemaal kan, met werkelijk alle toeters en bellen. In het geval van de Extreme zijn dat onder andere mooi weggewerkte aansluitingen aan de zijkant. Maar met een prijs van zo’n 1400 euro – en Gigabytes topmodel wordt naar verluidt nog duurder – is dit geen bord dat we serieus kunnen aanbevelen.

Resultaten

In onderstaande afbeelding vind je de testresultaten van de geteste moederborden.

Conclusie

Voor deze zeventien moederborden geldt hetzelfde als bij de vorige test: er zijn geen echt slechte producten meer, alleen nog slechte prijzen. Het blijft daarom belangrijk om goed in kaart te brengen wat jij nu en in de toekomst echt nodig hebt. Zo voorkom je dat je later functies mist.

De onderlinge concurrentie tussen de overgebleven fabrikanten is stevig, en het verschil tussen een categoriewinnaar en een bord dat nauwelijks genoemd wordt, zit ‘m vaak in kleine details, zoals het aantal aansluitingen. Heb je een merkvoorkeur omdat je goede ervaringen hebt, of bekend bent met hun BIOS of software, dan is er weinig reden om van merk te switchen. De verschillen zijn zelden écht groot, maar check voor de zekerheid toch de tabel.

Heb je geen uitgesproken voorkeur, kijk dan eerst naar de MSI MAG Z890 Tomahawk, gevolgd door de Gigabyte Z890 Aorus Elite. Beide bieden voor 350 euro (in deze test is dat nog relatief betaalbaar) een meer dan comfortabele basis voor vrijwel iedere pc. Ze krijgen daarom allebei ons keurmerk Redactietip.

Het is bijna onmogelijk om een ‘beste’ bord aan te wijzen zonder meteen naar de duurste opties te grijpen. Wij trekken echter de lijn bij moederborden die echte meerwaarde bieden voor een high-end desktop. De ASUS ProArt Z890-Creator WiFi doet dat volgens ons het best, met meer opslagmogelijkheden, extra gemak, meer connectiviteit (inclusief thunderbolt 5 en 10Gbit/s-LAN) en zonder dat de prijs volledig uit de bocht vliegt. Die verdient dus ons keurmerk Best Getest.

▼ Volgende artikel
Slimme stekkers: welke modellen zijn echt zuinig?
© Proxima Studio - stock.adobe.com
Huis

Slimme stekkers: welke modellen zijn echt zuinig?

Met slimme stekkers verander je je huis eenvoudig in een smart home: steek ze in een gewoon stopcontact, sluit er lampen of je televisietoestel op aan en regel via een app of met je stem bijvoorbeeld dat ze automatisch worden uitgeschakeld. Zo voorkom je onnodig stroomverbruik doordat apparaten niet meer op stand-by blijven staan. Maar slimme stekkers gebruiken zélf ook stroom. Welke zijn zuinig genoeg om écht geld te besparen?

Energie besparen en slimme apparaten gaan uitstekend samen. In dit artikel lees je hoe je geld bespaart door gebruik te maken van de zuinigste slimme stekkers. • Slimme stekkers en stroomverbruik • De zuinigste slimme stekkers op een rij • Waar je op moet letten bij het kopen van slimme stekkers

Ook lezen: Stroomvreters: deze apparaten in huis verbruiken meer energie dan je denkt


Slimme stekker of slim stopcontact?

De termen slimme stekker en slim stopcontact worden door elkaar gebruikt. Dat is een beetje verwarrend, maar wel begrijpelijk: het is een apparaat met aan de ene kant een stekker (voor je 'domme' stopcontact) en aan de andere kant een slim stopcontact. In dit artikel hanteren we de benaming slimme stekker.


Zo bespaart een slimme stekker stroom

Een slimme stekker helpt je stroom besparen door apparaten automatisch uit te schakelen, bijvoorbeeld 's nachts. Zo verbruikt je televisie geen stroom meer in de stand-bymodus. Je kunt instellen dat alle apparatuur op vaste tijden uitschakelt, bijvoorbeeld zodra je gaat slapen. Je kunt ook met één druk op de knop alle lampen en andere apparaten uitschakelen, zodat je niets vergeet. Slimme stekkers uit een hogere prijsklasse bieden bovendien inzicht in je stroomverbruik. Daardoor kun je gerichter energie besparen.

©Proxima Studio - stock.adobe.com

Verbruik van een slimme stekker

Tegenover de besparing staat het eigen stroomverbruik van slimme stekkers. Dat begint bij zo'n 0,3 watt en loopt op tot 2 watt. Niet veel, maar ze staan wel 24 uur per dag en 365 dagen per jaar aan. De zuinigste modellen verbruiken daardoor op jaarbasis 2,6 kWh (0,3 watt × 24 uur × 365 dagen ÷ 1000). Bij een stroomprijs van 0,30 euro per kWh komt dat neer op 0,79 euro per jaar. Een slimme stekker die 2 watt verbruikt kost op jaarbasis 5,26 euro. In een slim huis gebruik je al snel 10 slimme stekkers, waardoor je op jaarbasis aardig wat geld kunt besparen door de zuinigste modellen uit te kiezen.

Kies niet alleen op prijs, maar ook op verbruik Vergelijk je het jaarlijkse stroomverbruik met de aanschafprijs van een slimme stekker (meestal tussen de 5 en 35 euro), dan blijkt al snel dat vooral het stroomverbruik bepalend is voor de totale kosten op de lange termijn. Toch vermelden veel verkopers niets over het energieverbruik.

Denk aan de compatibiliteit

Alleen letten op het stroomverbruik van een slimme stekker is niet genoeg. Het is minstens zo belangrijk dat de stekker goed samenwerkt met jouw slimme netwerk. De meeste modellen werken met Google Home en Amazon Alexa, terwijl Apple HomeKit selectiever is. Check daarom altijd de productbeschrijving om zeker te weten dat de slimme stekker bij jou thuis werkt.

Slimme stekkers die samenwerken met

Google Assistant en met Alexa

Stroomverbruik en verbindingstype

Waar komt het grote verschil in stroomverbruik tussen slimme stekkers vandaan? Dat heeft alles te maken met de verbinding met je thuisnetwerk. De meeste stekkers gebruiken wifi om bereikbaar te blijven, zodat jij ze op afstand kunt bedienen. Maar wifi verbruikt relatief veel energie – het signaal is eigenlijk krachtiger dan nodig is voor dit soort toepassingen.

Een zuiniger alternatief is een hub die het wifisignaal omzet naar een lichter protocol, zoals Zigbee of Z-Wave. Die vormen een soort schakel tussen je netwerk en de slimme stekkers. Het grote voordeel: dit soort verbindingen verbruiken vaak minder dan 0,5 watt.

©Proxima Studio - stock.adobe.com

Zigbee en Z-Wave

De zuinige protocollen die gebruikt worden zijn Zigbee en Z-Wave en die werken allebei prima. Maar ze zijn niet verenigbaar met elkaar. Je zult dus één systeem moeten kiezen. Daarnaast heb je een centrale hub nodig om alles aan elkaar te koppelen. Dat is een kleine investering die zich, door de lagere stroomkosten, snel terugverdient.

Slimme stekkerVerbruik (watt)Protocol
TP-Link Tapo P1151 – 1,5Wifi
TP-Link Tapo P1000,5 – 1Wifi
Shelly Plug S0,9 – 1,5Wifi
Iqore Smart Plug1 – 2Wifi
Aqara Smart Plug0,3 – 0,5Zigbee
Philips Hue Smart Plug0,3 – 0,5Zigbee
IKEA TRETAKTSmart Plug0,3 – 0,5Zigbee
Samsung SmartThings Outlet0,5 – 1,5 WZigbee
Fibaro Wall Plug V20,5 – 1Z-Wave
Qubino Smart Plug0,5 – 1Z-Wave

Verbruik van hubs voor Zigbee en Z-Wave

Voor een compleet beeld moeten we ook kijken naar het stroomverbruik van een Zigbee- of Z-Wave-hub. Zigbee-hubs verbruiken doorgaans tussen de 0,5 en 3 watt. Sluit je meerdere slimme stekkers of andere apparaten aan, dan verdien je dat al snel terug ten opzichte van wifi. Z-Wave-hubs verbruiken wat meer, meestal tussen de 2 en 10 watt.

Ook qua veelzijdigheid zijn er verschillen. De Philips Hue Bridge (Zigbee) is bijvoorbeeld erg zuinig, met een verbruik tussen de 0,5 en 1 watt. Maar deze werkt uitsluitend met Philips Hue-apparaten.

Een slimme start is het halve werk

Zoals je ziet, zijn er heel wat factoren om rekening mee te houden. Breng daarom vooraf in kaart wat je nu nodig hebt én wat je in de toekomst verwacht te gebruiken. Zo voorkom je onnodige kosten en bespaar je op de lange termijn, vooral als je ook let op het energieverbruik per apparaat.


Nog meer energie besparen? ⤵️

Vraag een offerte aan voor verduurzaming:

▼ Volgende artikel
Review Philips PureProtect Pro 4200 – Zeg die pollen maar gedag
© Wesley Akkerman
Energie

Review Philips PureProtect Pro 4200 – Zeg die pollen maar gedag

De lucht om ons heen wordt steeds minder schoon – en dat is allang geen geheim meer. Tel daar gevoeligheid voor pollen bij op, plus schadelijke deeltjes en gassen die vrijkomen tijdens het koken, en je vraagt je af waarom niet iedereen een luchtreiniger zoals de Philips PureProtect Pro 4200 heeft.

Uitstekend
Conclusie

Een luchtreiniger van zo'n 430 euro is geen kleinigheid. Toch ben je met de Philips PureProtect Pro 4200 voordeliger uit dan bij de concurrent. Tijdens onze test viel op hoe accuraat en doeltreffend dit model de lucht zuivert – vooral pollen worden opvallend goed aangepakt – en hoe scherp hij de luchtkwaliteit in de gaten houdt. De filters zijn eenvoudig te vervangen, installeren is zo gedaan en de bediening spreekt voor zich. Een Dyson haalt misschien nóg wat meer deeltjes uit de lucht, maar voor deze prijs zit je verrassend goed.

Plus- en minpunten
  • Installatie zo gepiept
  • Maakt relatief weinig herrie
  • Rekent af met pollen
  • Gaat goed op in interieur
  • Veel opties binnen app
  • Filters snel te vervangen
  • Kinderslot
  • Kan soms wel veel lawaai maken
  • Gaat in Auto+ soms snel aan
  • Temperatuur- en vochtigheidsmetingen wijken af

Als je aan luchtreinigers denkt, dan denk je misschien niet meteen aan Philips. Ondanks de koppositie van Dyson (dat met de Purifier Big+Quiet Formaldehyde goed scoort) timmert de van oorsprong Nederlandse fabrikant al jaren stevig aan de weg in deze markt. De Philips PureProtect Pro 4200 Series Slimme luchtreiniger, zoals de hier besproken luchtreiniger voluit heet, is daar slechts het meest recente voorbeeld van. Hij heeft een adviesprijs van 429,99 euro.

In de basis heeft de luchtreiniger een aantal uitstekende kwaliteiten. Denk dan aan een dubbel ventilatorontwerp, waardoor hij tot anderhalf keer krachtiger is dan in grootte vergelijkbare soortgenoten. En met een Clean Air Delivery Rate (CADR) van 600 m³/u kan hij grote ruimtes tot 156 vierkante meter aan; een kamer van 20 vierkante meter kan hij in minder dan vijf minuten reinigen. Last van pollen? Geen probleem – met een paar minuten is die ergernis weg.

©Wesley Akkerman

L2 betekent dat er een verhoging in de gaswaarde is.

Viervoudig filtersysteem

De Philips PureProtect Pro 4200 beschikt daarnaast over een viervoudig filtersysteem, bestaande uit een voorfilter, een HEPA NanoProtect-filter en twee actieve koolstoffilters. Gezamenlijk moeten die tot 99,97 procent van alle kleine deeltjes, zo klein als 0,003 micron, uit de lucht kunnen halen. Ook is het systeem in staat tot 99,99 procent van door de lucht zwevende virussen en bacteriën te filteren (waaronder het H1N1-griepvirus en SARS-CoV-2).

Hoewel bij ons (nog) geen hooikoorts geconstateerd is, hebben we wel gemerkt dat we minder niezen en minder vaak jeukende ogen hebben sinds we deze luchtreiniger testen. Enkele symptomen die met de allergie te maken hebben, zoals vermoeidheid en een verstopte neus, waren daarnaast veel minder aanwezig. Het is ook weer niet zo dat alle klachten compleet verdwenen – maar het idee dat de Philips-luchtreiniger werkt, staat hier in elk geval als een huis.

©Wesley Akkerman

Als de led-ring rood kleurt, dan maakt het apparaat ook veel lawaai.

Effectief en geruisloos

De Philips PureProtect Pro 4200 reageert razendsnel op veranderingen in huis. Tijdens het koken kan de luchtreiniger aanspringen om te voorkomen dat schadelijk deeltjes verder verspreid worden. Daarnaast is een open raam, zeker in de lente, genoeg om de boel op scherp te zetten. Schoonmaken, even een lekker luchtje (op jezelf of in huis) verstuiven of stoffen; dergelijke zaken triggeren de 4200 om de lucht te zuiveren. En dat doet het apparaat effectief en vaak geruisloos.

In de slaapmodus maakt de Philips PureProtect Pro 4200 slechts 15 dB(A) aan lawaai, waardoor je er tijdens het slapen geen last van hebt. Daarnaast hoor je het systeem alleen hard loeien als de luchtkwaliteit boven een bepaalde waarde komt. Dat gebeurt, toegegeven, al vrij snel, waardoor je soms wel even de tv wat harder zou moeten zetten. Het reinigen neemt echter weinig tijd in beslag, waardoor je er ook weer niet zo heel veel last van ondervindt.

Personalisatie-opties binnen de app

Daarnaast kun je binnen de app allerlei zaken personaliseren. Zo is er een Fresh Wake-up-functie, waarmee je de zuiveringssnelheid –en daarmee het geluid – langzaamaan laat toenemen. Ook kun je werken met schema's of een Fresh Bedtime-stand, waardoor (bepaalde) ruimtes in huis altijd schoon zijn. Zeker voor in een slaapkamer kan dit handig zijn, omdat de luchtkwaliteit de slaapkwaliteit beïnvloedt. Zulke appfuncties zijn wat ons betreft daarom meer dan welkom.

Verder kun je werken met een aantal standaard modi, waardoor de Philips PureProtect Pro 4200 constant op eenzelfde snelheid draait. Maar je kunt ook Auto+ gebruiken. Die stand zorgt ervoor dat de luchtreiniger automatisch van modus wisselt wanneer dat nodig is. Sta je te koken? Dan kan hij ineens de snelheid verhogen. We hebben wel gemerkt dat de reiniger soms snel aanspringt, bij een kleine waardevermeerdering. Dat zou Philips wellicht beter kunnen afstellen.

©Wesley Akkerman

Je kunt de verlichting uitschakelen.

Informatie over je huis en de buurt

Daarnaast biedt de app een inkijkje in de luchtkwaliteit in huis en de omgeving. Je kunt altijd controleren hoe het gesteld is met schadelijke, inhaleerbare deeltjes (PM2.5), gas, pollen, stofmijt, schimmel en schilfers (bijvoorbeeld van huisdieren) en de vochtigheid. Die data geeft de app weer in een handige grafiek. Het apparaat slaat veel data op – en zolang het aanstaat kun je terugscrollen om te zien hoe de luchtkwaliteit op een bepaalde dag was.

De Dyson-concurrentie pakt daarnaast nog zaken als PM10, HCHO en vluchtige organische stoffen, maar daar betaal je ook aanzienlijk meer voor. Verder valt op dat de metingen van de temperatuur en vochtigheid in huis afwijken van de Tado-thermostaat. We hebben beide producten onder elkaar gepositioneerd om eventuele variabelen te voorkomen die de uitslagen kunnen veranderen. Maar in dit geval toont de Philips een afwijking ten opzichte van de metingen van de Tado.

©Wesley Akkerman

Het oog wil ook wat

Omdat de Philips PureProtect Pro 4200 een product is dat je eigenlijk redelijk prominent in huis plaatst, wil het oog ook wat. De Dyson-apparaten vallen op en gaan daardoor mogelijk minder snel op in het interieur. Daar heeft de Philips-luchtreiniger veel minder last van. Ten eerste omdat hij een stuk kleiner is, en ten tweede vanwege het veel subtielere ontwerp. Bovenop zit led-verlichting, maar als je daar last van hebt, dan kun je die gewoon uitschakelen.

Verder is het installeren geen probleem. Je stopt de stekker in het stopcontact, downloadt de app en volgt de instructies op. Binnen tien minuten, inclusief het uitpakken, zou de 4200 al de eerste ronde gedaan kunnen hebben. Je kunt het systeem overigens ook bedienen met de aanraakgevoelige omgeving bovenop. Daar zit zelfs een kinderslot op, zodat eventueel aanwezig kroost niet zomaar allerlei opties aanpast. Ook aan de kleine dingen zijn dus gedacht.

©Wesley Akkerman

Tot slot valt op hoe gemakkelijk het onderhoud van de Philips PureProtect Pro 4200 is. Daarmee bedoelen we bijvoorbeeld het verwisselen van de filters. Je opent het deurtje voorop moeiteloos en schuift daarna het filter er met één hand uit. De vervanger schuif je er met dezelfde hoeveelheid moeite in en dan doe je het deurtje weer dicht. Gemakkelijker kan haast niet. Dit doet Philips beter dan Dyson, waarbij je net even wat meer handelingen moet verrichten.

Philips PureProtect Pro 4200 kopen?

Een luchtreiniger van zo'n 430 euro is geen kleinigheid. Toch ben je met de Philips PureProtect Pro 4200 voordeliger uit dan bij de concurrent. Tijdens onze test viel op hoe accuraat en doeltreffend dit model de lucht zuivert – vooral pollen worden opvallend goed aangepakt – en hoe scherp hij de luchtkwaliteit in de gaten houdt. De filters zijn eenvoudig te vervangen, installeren is zo gedaan en de bediening spreekt voor zich. Een Dyson haalt misschien nóg wat meer deeltjes uit de lucht, maar voor deze prijs zit je verrassend goed.