ID.nl logo
Zo kies je de beste monitor
© Reshift Digital
Zekerheid & gemak

Zo kies je de beste monitor

Het kiezen van een monitor kan best lastig zijn, vooral als je hem ook wilt inzetten voor zwaardere toepassingen, zoals videobewerking of games. We leggen je precies uit hoe jij de beste monitor uitkiest.

In tegenstelling tot de meeste onderdelen van een volledige pc-opstelling zijn beeldschermen juist goedkoper geworden het afgelopen jaar. Het aanbod in het budgetsegment is dankzij toename in productie en nieuwe technieken flink toegenomen. In het high-end-segment komen er continu monitors bij die verschillenden nieuwe technieken implementeren zoals 240Hz, 4K, HDR en nieuwe paneeltechnieken. Kortom, we hebben tegenwoordig genoeg te kiezen als het om monitoren gaat.

Resolutie en beeldverhouding

Een belangrijke en vrij makkelijke keuze om mee te beginnen is de gewenste resolutie en beeldverhouding. De resolutie bepaalt het aantal pixels van het beeldscherm en wordt meestal aangegeven met een tweeledig getal, waarbij het eerste cijfer staat voor het horizontale aantal pixels terwijl de tweede de verticale pixeltelling aangeeft. Hoe groter deze getallen, hoe hoger de resolutie waardoor er meer detail zichtbaar is, en hoe scherper alles wordt weergeven. Omdat resoluties altijd gekoppeld zijn aan een bepaalde beeldverhouding is het slim om eerst te kiezen of je een breedbeeldmonitor wil (aangeduid met de beeldverhouding 16:9), of een ultrabreedbeeldmonitor (aangeduid met 21:9).

©PXimport

Onder de 16:9 beeldverhouding vallen de meest gebruikte en bekende resoluties, zoals 1920x1080 (HD), 2560x1440 (WQHD) en 4096x2160 (UHD), ook bekend als 4K. Voor elk van deze standaardresoluties is er ook een ultrabreedbeeld-resolutie, vaak aangeduid met ‘UW’ voor de naam: 2560x1080 (UWHD), 3440x1440 (UWQHD) en 5120x2160 (UWUHD). Voor ultrawijd 4K bestaan nog geen betaalbare monitoren, 1440p (verwijzend naar de verticale telling) is vooralsnog dus het hoogst haalbare. Een hogere resolutie is bijna altijd beter, maar deze vereisen wel een krachtigere videokaart om aan te kunnen drijven. Voor gamen op 1440p volstaat een GTX 1070/RX 580, terwijl voor 4K-gamen een GTX 1080 Ti eigenlijk de enige optie is.

Formaat

De keuze voor het formaat van je monitor is deels gekoppeld aan de resolutie die je hebt gekozen. Windows en applicaties voor Windows zijn namelijk jarenlang geoptimaliseerd voor 90 ppi (pixels per inch). Windows 10 heeft gelukkig sterk verbeterde ondersteuning voor het schalen van deze applicaties naar andere pixeldichtheden, maar dat neemt niet weg dat toepassingen er doorgaans het beste uitzien op ~90 ppi of een veelvoud hiervan.

Voor wie per se 90 ppi wil behalen moet een 1080p-monitor dus een diagonaal hebben van 24” (92 ppi), een 1440p-monitor een diagonaal van 32” (92 ppi) en een 4K-monitor een diagonaal van 48” (92 ppi). Dat laatste is natuurlijk niet praktisch, daarom is een diagonaal van 24” ook een optie, om vervolgens het beeld op te schalen in Windows zelf. Omdat Windows 10 het schalen van applicaties stukken beter afhandelt dan voorgaande versies van Windows is het allang geen ramp meer om een afwijkend aantal pixels per inch te hebben. Het is dan ook doorgaans beter om een monitor te kiezen die past op je werkplek qua formaat en een pixeldichtheid heeft die past bij de toepassing van de monitor. Moderne toepassingen schalen bijna altijd perfect mee met pixeldichtheid en zien er zelfs vaak beter uit met een hogere pixeldichtheid. Als gamen de belangrijkste toepassing van je monitor is meer ppi dan ook beter.

©PXimport

Al met al is een monitor van tussen de 24” en 27” gangbaar voor games, waarbij een hogere resolutie vaak een grotere monitor rechtvaardigt. Formaten groter dan dit kosten vaak onevenredig veel meer en bieden vaak weinig meerwaarde in programma's of worden zelfs helemaal niet ondersteund. De uitzondering hierop zijn op dit moment 32”-monitoren, waar een redelijk budgetaanbod voor bestaat. Mocht de monitor ook gebruikt worden voor productiviteit is dit wellicht een interessant formaat in combinatie met een 4K-paneel.

Type paneel

©PXimport

Er zijn grofweg drie types lcd-panelen die op dit moment verkrijgbaar zijn, die allemaal hun voor- en nadelen hebben. Het meest voorkomende type is TN, wat staat voor Twisted Nematic. TN-panelen hebben als voordeel een lage prijs en lage responstijd, wat ze bij uitstek geschikt maakt voor monitors met een hoge verversingssnelheid. Het nadeel van TN is dat ze doorgaans een slechte kleurweergave hebben en zeer slechte kijkhoeken, eigenschappen die met name bij goedkopere panelen benadrukt worden.

IPS-panelen zijn in veel opzichten de tegenpool van TN-panelen: ze hebben betere kleurweergave, veel betere kijkhoeken (doorgaans 180 graden) en hebben een constante responstijd met scherper beeld. Het nadeel van IPS (In-Plane Switching) is het hogere stroomverbruik, de hogere prijs en de hogere responstijd. IPS-panelen worden vanwege de accuratere kleurweergave vaak gebruikt voor beeldbewerking, maar deze betere kleurweergave zorgt er ook voor dat toepassingen er kleurrijker en in het algemeen mooier uitzien.

Bovendien hebben de betere moderne IPS-panelen ondersteuning voor HDR. Met de opkomst van comptabiliteit voor HDR in games en films kan het daarom interessant zijn om een paneel te kopen die over HDR beschikt, met het oog op de toename van dit soort materiaal in de toekomst.

Het derde type paneel dat veel voorkomt is VA, wat staat voor Vertical Alignment. VA-panelen zitten qua verversingsnelheid, beeldkwaliteit en prijs ongeveer tussen TN en IPS in. Vaak beschikken deze panelen ook over een kijkhoek van ongeveer 180 graden, maar zijn in vergelijking met IPS een stuk goedkoper. VA-panelen zijn een goed compromis tussen IPS en TN en zijn bovendien beschikbaar in verversingsnelheden tot 165Hz.

Gebruikers op een budget zullen waarschijnlijk het meeste profijt ondervinden van een TN-paneel, die tegenwoordig niet meer dan honderd euro hoeven te kosten voor een 1080p-monitor met een redelijke verversingssnelheid. Voor gamers en beeldbewerkers met meer budget is VA of IPS wellicht een betere keuze vanwege de betere beeldkwaliteit en kijkhoeken die deze panelen bieden.

Verversingssnelheid

De verversingssnelheid bepaalt hoe vaak per seconde de monitor een nieuw beeld weergeeft. Hoe hoger dit getal, dat wordt aangeduid in frames per seconde of hertz (Hz), hoe soepeler het beeld wordt weergeven. Voor games biedt een hoge verversingssnelheid, ofwel verversingsfrequentie, een duidelijke meerwaarde. De actie op het scherm kan namelijk beter worden weergeven met minder bewegingsonscherpte.

De feitelijke standaard voor beeldschermen is al jaren 60Hz, maar in de afgelopen jaar zijn monitoren die een hogere verversingsnelheid bieden flink in opkomst. Zo zijn monitoren inmiddels verkrijgbaar met verversingssnelheden tot aan 240Hz, al zit daar natuurlijk een significant prijskaartje aan. Een meer gematigde snelheid, zoals 120Hz/144Hz is vaak een stuk goedkoper en voor veel gamers zal het verschil met 240Hz niet bijzonder merkbaar zijn.

©PXimport

Bovendien zijn panelen met 240Hz bijna altijd van het type TN, met slechte kijkhoeken en kleurweergave als gevolg. 120Hz is daarentegen ook verkrijgbaar in IPS/VA-uitvoeringen, die significant betere kleurweergave hebben of zelfs ondersteuning voor HDR.

Behalve een hogere verversingssnelheid is er ook een andere manier om games soepeler te weergeven: Adaptive Sync. Technieken zoals FreeSync en G-Sync zorgen dat de videokaart pas een beeld naar de monitor stuurt als deze er klaar voor is: niet eerder of later. Zo worden artefacten in het beeld voorkomen die anders storend zouden zijn.

Het nadeel is dat FreeSync van AMD en G-Sync van NVIDIA beperkt zijn tot videokaarten van dezelfde fabrikant. Iemand met een AMD RX 580 zou dus geen voordeel ondervinden van een G-Sync paneel, terwijl deze techniek wel doorgaans een hogere prijs oplevert.

Een goed paneel alleen maakt nog geen goede monitor, het moet namelijk ook beeld kunnen ontvangen van de computer. Dit gaat logischerwijs via een videoaansluiting, waarin we twee categorieën onderscheiden: analoog en digitaal. Onder analoog valt tegenwoordig eigenlijk nog maar een verbinding: de alom bekende blauwe VGA-aansluiting. Deze aansluiting is nog zelden aanwezig op monitors en het gebruik ervan valt niet aan te raden vanwege de beperkte ondersteuning voor hogere resoluties en verversingssnelheden.

Op dit moment zijn er drie gangbare digitale aansluitingen: HDMI, DisplayPort en DVI-I/D. HDMI en DisplayPort zijn grotendeels vergelijkbaar wat betreft functionaliteit, maar DisplayPort heeft betere ondersteuning voor hogere resoluties en verversingssnelheden. Daar staat tegenover dat HDMI meer alom aanwezig is op laptops en als enige aansluiting op consoles. DVI-I en DVI-D zijn inmiddels sterk verouderde aansluitingen die voor compatibiliteit met oudere apparaten nog wel wordt ingebouwd bij nieuwe monitoren, maar die eigenlijk niet geschikt is voor werken op hogere resoluties en verversingssnelheden.

Een recentere toevoeging aan monitoren is de mogelijkheid om deze aan te sluiten via Thunderbolt over USB-C, mits de computer/laptop dit ondersteunt. Het DisplayPort-signaal wordt dan samen met eventuele USB-data over de USB-C-kabel verstuurd. Monitoren die dit ondersteunen hebben vaak meerdere USB-porten zodat je ook randapparatuur zoals een muis, toetsenbord, webcam en speakers aan kunt sluiten.

De meeste moderne monitoren, met name degene gemaakt voor gamingdoeleinden, zijn voorzien van in ieder geval één HDMI- en één DisplayPort-aansluiting. Beide zijn geschikt voor 4K 60Hz, maar voor hogere resoluties en/of verversingsnelheden biedt alleen DisplayPort soelaas. Op zéér budget-georiënteerde modellen of oudere monitoren ontbreken beide aansluitingen soms. In dat geval is DVI, te herkennen aan de witte aansluiting, de beste keuze. Mocht ook dat ontbreken, dan ben je toegewezen op VGA met als beperking lage resoluties en verversingssnelheden.

©PXimport

Responstijd

Pixels op een lcd-paneel hebben enige tijd nodig om van kleur te veranderen: hoe lang dit duurt wordt aangeduid met de term responstijd, wat wordt gemeten in milliseconden. Als deze responstijd erg lang is, geven pixels de kleur van een nieuw beeld weer nog voordat de kleur van het oude volledig is weggevaagd met bewegingsonscherpte of een witte waas als gevolg.

Dit is met name bij games storend, waarbij snel bewegende objecten zoals auto’s, vliegtuigen en rennende personages een strook van slome pixels achter zich meetrekken. Bij het kopen van een gamingmonitor is een responstijd van minder dan 15ms ernstig aan te raden. High-end-schermen hebben vaak een responstijd van minder dan vijf milliseconden.

Sommige fabrikanten proberen dit tegen te gaan door de pixels eerst volledig zwart te laten worden voordat ze een nieuwe kleur aannemen, zodat enige bewegingsonscherpte uitblijft. Deze techniek heet Black Frame Insertion (BFI). Een andere manier om bewegingsonscherpte af te weren is het zogenaamde Backlight Strobing: razendsnel aan- en uitzetten van de backlight (de lightbron voor de pixels). Zodoende kan een paneel met een lage responstijd en/of verversingssnelheid alsnog een scherp beeld opleveren.

©PXimport

Hoewel meeste fabrikanten de responstijd vermelden als gray-to-gray-responstijd is er geen standaard voor het meten hiervan. Fabrikanten gebruiken zelfs vaak de meest ideale omstandigheden om deze responstijd vast te stellen. Om de responstijd van twee panelen te kunnen vergelijken is dan ook een consistente testmethode vereist van een externe partij, zoals DisplayLag.com of Hardware.Info. Voor een monitor is het verstandig om een model te pakken met een responstijd van 5ms of minder, maar voor gebruikers op een budget is 10ms (of nét iets hoger) een mooi streven.

Ergonomie en extra functies

Een werk- of speelplek zo ergonomisch mogelijk inrichten is nooit een slecht idee, met name voor degene die voor langere periodes aaneen achter hun bureau zitten. Meeste monitors bieden voor dit doeleinde een voet die in ieder geval in hoogte verstelbaar is. Alleen in het budgetsegment zijn er nog monitoren die besparen op de totaalprijs door een verstelbare voet weg te laten.

Voor een opstelling met een enkele monitor volstaat hoogteverstelling meestal, maar voor een bureau waar meerdere monitoren op staan is het wel fijn dat deze naar de zitplek toe kunnen draaien, zodat alle monitoren een kijkhoek hebben van nul graden. Bovendien bieden monitoren met een draaivoet vaak ook de mogelijkheid om de monitor negentig graden te kantelen in elke richting zodat deze in portretmodus kan worden gebruikt. Dit is met name handig voor mensen die de monitor ook willen gebruiken om lange documenten te lezen/bewerken of tussendoor hun pc gebruiken om te programmeren.

Hierboven hintten we al naar de mogelijkheid om een monitor aan te sluiten via een USB-C-kabel, die zowel het videosignaal als meerdere USB-signalen door kan voeren. Sommige monitoren beschikken over de mogelijkheid om op deze manier, of via een losse videokabel en USB-kabel, twee apparaten aan te sluiten. Door middel van een snelkoppeling op het toetsenbord dat vervolgens aan de monitor wordt gekoppeld kun je wisselen tussen de twee aangesloten apparaten. De monitor fungeert op deze manier als een zogenaamde KVM-switch, waardoor je makkelijk op twee apparaten kunt werken, zoals een laptop voor werk en een pc voor gamen na de kantooruren.

▼ Volgende artikel
Review Eufycam S4 – Meest flexibele en uitgebreide camerasysteem
© Wesley Akkerman
Zekerheid & gemak

Review Eufycam S4 – Meest flexibele en uitgebreide camerasysteem

In de basis lijkt de Eufycam S4 op de eerder gelanceerde Eufycam S4 Max. Maar dit nieuwe camerasysteem biedt een groot voordeel: je hebt geen kabels nodig. Stroom krijg je via een zonnepaneeltje, terwijl de data draadloos via wifi geregeld wordt. Dat mag wat kosten: de set met twee cameramodules en de Homebase 3 kost 699 euro.

Fantastisch
Conclusie

Laten we er niet omheen draaien: de prijs is vrij fors. Maar wat ons betreft is het pakket dat wel waard dankzij het geavanceerde dual-camerasysteem. Je bent daarnaast niet gebonden aan één opslagmethode of een cloudopslagdienst, en kunt op de langere termijn kosten besparen. Ook heb je dankzij de zonnepanelen en de oplaadbare accu's niets te maken met ingewikkelde kabels, waardoor je de S4 echt ophangt waar je maar wilt. Verder is 24/7 opnemen gewoon een optie. De aanpasbaarheid in opslag, stroom en functies maakt het daarom een waardevolle investering.

Plus- en minpunten
  • Geavanceerd dual-camerasysteem
  • Goede beeld- en geluidskwaliteit
  • Vier soorten herkenning
  • Toegankelijke applicatie
  • Geen cloudopslagdienst nodig
  • Uitgebreid, flexibel, aanpasbaar
  • Opties voor energiebeheer
  • Forse aanschafprijs

De EufyCam S4 combineert twee camera's in één behuizing voor uitgebreide buitenbeveiliging. Bovenaan zit een vaste 4K-groothoeklens (van 130 graden) die continu een breed gebied overziet. Zodra die camera een gebeurtenis detecteert, geeft hij een signaal aan de onderste camera. Dat is een pan-tilt-zoomlens (PTZ) die 360 graden kan draaien en tot 8x kan inzoomen. De PTZ-camera volgt het bewegende doelwit automatisch, waardoor de Eufycam S4 zowel een goed overzicht als gedetailleerde ingezoomde tracking biedt.

Het systeem werkt daarnaast zelfstandig via wifi, maar je kunt het ook koppelen aan de Homebase 3. Zonder HomeBase kun je de beelden lokaal opslaan op de 32 GB aan interne opslagruimte of een microSD-kaart van 256 GB. De Homebase breidt die optie uit tot 16 TB (via een los te kopen harde schijf) en is daarnaast het slimme brein dankzij Bionic Mind AI. Die lokale AI zorgt voor snelle gezichtsherkenning en onderscheidt mensen, voertuigen en huisdieren. Ook kan het de beelden van meerdere camera's aan elkaar koppelen binnen hetzelfde netwerk.

©Wesley Akkerman

Op de bovenkant kun je het zonnepaneel monteren. Achterop zit de accu, die je eruit kunt halen om op te laden.

Stroomtoevoer geen obstakel

Standaard werkt de Eufycam S4 op een accu en neemt hij alleen op bij detectie. In het pakket dat wij testen zit standaard een zonnepaneel van 5,5 watt. Als dat één uur zonlicht vangt, kan de gekoppelde camera (via het enige draadje dat je nodig hebt) een dag draaien. Je kunt het paneel direct op de camera bevestigen, maar ook om een hoekje plaatsen als daar meer zonlicht is. Daar is de kabel lang genoeg voor. Wil je 24/7 opnemen? Ook geen probleem, maar in dat geval moet je wél kabels gaan trekken. Dan moet de S4 namelijk altijd aan kunnen staan.

Het mooie aan de accu van de Eufycam S4 is dat de fabrikant die zo flexibel mogelijk inrichtte. Niet alleen kun je de camera gewoon met een normale usb-c-kabel opladen (als er even geen zonlicht is), ook kun je de batterij uit de behuizing halen. Daar zit namelijk ook een usb-c-poort op, waardoor je het systeem niet helemaal uit elkaar hoeft te halen als de accu leeg is. Ook handig: zodra de batterij achteruitgaat, kun je die dus heel gemakkelijk vervangen (tenminste, voor zolang Eufy die los aanbiedt, maar dat zal voorlopig nog wel even het geval zijn).

©Wesley Akkerman

De Homebase 3 (S380) waarmee je veel AI-functies ontgrendelt en de lokale opslag tot 16 TB kunt uitbreiden.

Indringers afschrikken

Houd er overigens rekening mee dat je de Eufycam S4 wel echt op zijn plek zult moeten monteren. Daarbij moet ook worden geboord; geen nadeel, maar wel een kanttekening. De Eufy-app leidt je daarna soepel door de installatie. Voor detectie gebruikt de camera een combinatie van radar en een passieve infraroodsensor (PIR), wat nauwkeuriger is en zelfs afstand kan meten. Om indringers af te schrikken, is de IP65-weerbestendige camera uitgerust met felle ledlampen (voor nachtzicht in kleur), een luide 105dB-sirene en rood-blauwe waarschuwingslichten.

Hoewel de Eufycam S4 automatisch werkt, kun je gelukkig ook een hoop dingen zelf aansturen via de app. Zo kun je de kantel- en draaicamera zelf met pijltjestoetsen bedienen als je iets niet vertrouwt en thuis of buitenshuis even iets wilt controleren. Ook kun je het alarm en de lampen aanzetten wanneer je dat nodig acht. Verder kun je van alles instellen via de overzichtelijke app, zoals privacyschermen, het gebied waarin de camera bewegingen meeneemt, antidiefstaldetectie, activiteitenzones en zowel energie- als videobeheer.

©Wesley Akkerman

De camera's nemen overdag en 's avonds in kleur op. In het middelste screenshot zie je de directe bediening.

Eufycam S4 kopen?

Uit onze praktijkervaring blijkt dat de Eufycam S4 precies doet wat hij belooft. Zodra er een persoon wordt geregistreerd, volgen de camera's onderop de beweging totdat die persoon uit beeld is. Dat gaat moeiteloos en geruisloos (ook niet geheel onbelangrijk). Je krijgt hier bovendien op tijd melding van en via de app kun je alle beelden in haarscherpe kwaliteit en met voldoende kleur volgen. Je moet de camera's wel wat hoger ophangen, aangezien hij stopt met volgen zodra het onderwerp binnen één meter afstand is. Doe je dat niet, dan creëer je als het ware een dode hoek.

De prijs is fors, maar wat ons betreft is het pakket dat bedrag wel waard dankzij het geavanceerde dual-camerasysteem. Je bent daarnaast niet gebonden aan één opslagmethode of een cloudopslagdienst, en kunt op de langere termijn kosten besparen. Daarnaast heb je dankzij de zonnepanelen en de oplaadbare accu's niets te maken met bekabeling, waardoor je de S4 echt ophangt waar je maar wilt. Verder is 24/7 opnemen gewoon een optie. De aanpasbaarheid in opslag, stroom en functies maakt het daarom een waardevolle investering.

▼ Volgende artikel
Review Samsung The Frame Pro – Hoeveel beter is de Pro-versie écht?
© Samsung
Huis

Review Samsung The Frame Pro – Hoeveel beter is de Pro-versie écht?

Lifestyle-tv's zijn populair en Samsung weet dat als geen ander. The Frame, een tv die ook dienstdoet als kunstkader, is een succes. Nu ook Hisense en TCL een gelijkwaardig concept op de markt hebben, heeft de Koreaanse fabrikant een verbeterde versie klaarstaan.

Goed
Energy label
Conclusie

The Frame Pro is ideaal als stijlvolle muur-tv dankzij het matte scherm en de draadloze One Connect Box. De helderheid en kleur zijn verbeterd, maar het contrast blijft wat teleurstellen. Gamers moeten rekening houden met extra input-lag via de One Connect Box; de micro-HDMI is beter, maar minder praktisch. De tv oogt het mooist met heldere content en heeft een complete smart-omgeving. Wel is hij duidelijk duurder dan de gewone The Frame.

Plus- en minpunten
  • Mat scherm weert reflecties
  • Goede piekhelderheid, degelijk contrast
  • Slank design, verwisselbaar kader
  • Wandbeugel én voet bijgeleverd
  • Wireless One Connect Box
  • Goede beeldverwerking
  • Vijf HDMI 2.1-aansluitingen en gaming-features
  • One UI/Tizen smart-tv met zeven jaar updates
  • Apple AirPlay 2 en Google Cast
  • Ingebouwde Art Store
  • Lokale dimming levert beperkte verbetering
  • Matige geluidskwaliteit
  • Geen ondersteuning voor Dolby Vision of DTS-audio
  • Hogere input-lag via de draadloze One Connect Box
  • Prijzig
Samsung QE65LS03F The Frame Pro

Prijs: 1899 euro
Wat: Ultra HD 4K, 144 Hz, Edge QLED LCD-tv met lokale dimming
Schermformaat: 65 inch (139 cm)
Aansluitingen: 5x HDMI (5x v2.1 (48 Gbit/s), eARC, ALLM, VRR, 4K144), 2x usb, 1x usb-C, 1x optisch digitaal uit, 2x antenne, bluetooth, ethernet, wifi 5 (802.11ac), wireless One Connect Box
Extra’s: HDR10, HLG, HDR10+ Adaptive, One UI Tizen 9, AirPlay 2, Google Cast, usb/DLNA-mediaspeler, DVB-T2/C/S2, dual tuner, CI+-slot, NQ4 AI Gen3-processor, Art Store, verwisselbaar kader
Afmetingen: 1457 x 867 x 257 mm (incl. voet)
Gewicht: 22 kg (incl. voet)
Energieverbruik: SDR 112 kWh/1000h (F) / HDR 211 kWh/1000h (G)

Het kader aan de muur

The Frame Pro is expliciet ontworpen om aan de muur te hangen. De rug is immers helemaal vlak, en een superslanke muurbeugel is inbegrepen. Het ontwerp oogt als een minimalistisch kunstwerk, met een smal zwart frame rond het beeld. Met behulp van een magnetisch kader dat over het zwarte frame gaat, geef je de behuizing een witte of houtkleurige uitstraling. Een teakhouten kader wordt overigens meegeleverd.

Zet je de tv toch liever op een tv-meubel, dan hoef je daar geen extra spullen voor aan te schaffen; er zitten namelijk ook voetjes in de doos. De bevestiging aan het toestel is schroefloos en kan in twee posities: een hoge of lage bevestiging, zodat je eventueel een soundbar onder het scherm kunt plaatsen. De stabiliteit van de plastic voetjes laat wel iets te wensen over; bij zijdelingse druk is er duidelijk beweging merkbaar.

©Samsung

Aansluitingen

De One Connect Box is al jaren een kernonderdeel van het The Frame-concept: alle aansluitingen zitten in een externe unit, zodat er naar de tv zelf slechts één dunne kabel loopt. Bij The Frame Pro is dat idee verder doorgetrokken. De verbinding tussen de tv en de One Connect Box verloopt nu draadloos, waardoor je alleen nog een stroomkabel naar het scherm hoeft te leiden, en die laat zich doorgaans vrij gemakkelijk wegwerken. In de draadloze Connect Box vind je vier HDMI 2.1-poorten, twee usb-poorten, ethernet, wifi 5, bluetooth, een optische uitgang en een DVB-T2/C/S2-tuner met CI+-slot. Samsung claimt een draadloos bereik tot 10 meter zonder kwaliteitsverlies; in onze test ging 6 meter inderdaad probleemloos. Een stevige muur ertussen zorgde echter af en toe voor korte beelduitval.

Voor gamers is het een gemengd verhaal. De HDMI-poorten ondersteunen 4K144, ALLM en VRR (HDMI VRR, AMD FreeSync en NVIDIA G-Sync compatible), en poort 3 biedt ARC/eARC. Maar de draadloze verbinding zorgt wel voor extra vertraging: in 4K60 zagen we een input-lag van zo'n 40 à 45 ms. Om dat te omzeilen heeft Samsung op de tv zelf een micro-HDMI-aansluiting geplaatst die dezelfde gamefuncties ondersteunt. Daarmee daalde de input-lag naar 13,5 ms bij 4K60 (en 8,5 ms bij 2K120). Niet heel elegant, maar wel effectief. Daarnaast zit er op de tv ook nog een usb-c-poort, bedoeld voor bijvoorbeeld een webcam.

Lees ook: Review Samsung QE55LS03B The Frame – Kunstwerk én tv

De One UI/Tizen smart-tv

Eén ding moet je Samsung nageven: ze leveren een indrukwekkende hoeveelheid functies in hun smart-tv-omgeving. Dat vereist wel een goede organisatie, maar die heeft Samsung ondertussen wel onder de knie. Het startscherm toont alles wat met tv-kijken en streaming te maken heeft. Centraal in beeld vind je de laatst gespeelde bron en aanbevelingen (uit Samsung TV Plus). Onderaan staat een rij met favoriete apps die je naar voorkeur kunt ordenen en aanpassen. Je kunt ook live-tv en HDMI-ingangen in deze rij plaatsen. Scrol verder naar beneden en je vindt rijen met aanbevelingen per app. Verwijder je een app uit de rij met favorieten, dan verdwijnt ook de rij met aanbevelingen uit die app.

Naast een erg ruim app-aanbod ondersteunt deze Samsung ook AirPlay 2 en Google Cast. Via de pictogrammen links op het startscherm kun je naar Daily+ navigeren, waar je alle functies vindt die minder met tv-kijken te maken hebben. Denk aan SmartThings (de IoT-omgeving), Workspace (allerlei functies voor computergerelateerd werk op de televisie), Philips Hue, Samsung Food en Fitness-apps. De Art-sectie bespreken we verderop.

De afstandsbediening is de vertrouwde Samsung-remote, maar deze keer in het wit. Hij is klein en eenvoudig vormgegeven, met een ingebouwde oplaadbare batterij en een fotovoltaïsch paneel aan de achterkant. Leg je hem met dat paneel naar boven, dan laadt hij vanzelf op via omgevingslicht. Voor een snellere laadbeurt is er ook een usb-c-poort aanwezig. De toetsen voelen prettig aan en hebben een lichte, precieze aanslag. Door het beperkte aantal knoppen is de bediening snel te doorgronden. De instellingenknop linksboven opent niet alleen het instellingenmenu, maar ook de kleur- en nummertoetsen.

©Eric Beeckmans | ID.nl

Kunst in overvloed

Om de kunstfunctie waar te maken, biedt Samsung sinds de eerste generatie van The Frame een eigen kunst-app. Navigeer op het startscherm naar links en open daar de Art-sectie. Je krijgt toegang tot meer dan 3000 kunstwerken, afkomstig uit grote musea en uiteenlopende collecties, van klassieke meesters tot moderne kunst en fotografie. Toegang tot de volledige Art Store kost 4,99 euro per maand, al zijn de eerste drie maanden gratis. Wie niet wil betalen, kan gebruikmaken van het gratis aanbod Art Streams, met elke maand dertig nieuwe werken rond een thema. Daarnaast zijn er nog andere opties: zo kun je je eigen foto's tonen met behulp van vooraf gemaakte sjablonen. The Frame Pro functioneert op die manier als een fraai digitaal fotokader. Wie iets speelsers wil, kan kiezen voor AI-gegenereerde kunst: selecteer een aantal sleutelwoorden uit een vaste lijst en de tv genereert een passend beeld.

De SmartThings-app is daarbij een handige aanvulling, vooral om door de Art Store te bladeren. Je kunt sorteren op artiest, genre, medium, kleur, museum, thema of populariteit. Via de instellingen pas je bovendien het gedrag van de Art Mode aan. Zo kun je helderheid en kleurtemperatuur finetunen en instellen hoe de tv omgaat met de ingebouwde bewegings- en lichtsensor. De Art Mode schakelt automatisch uit wanneer er geen beweging wordt gedetecteerd of het licht wegvalt. Dat is zinvol, want de Art Mode verbruikt nog steeds stroom, doorgaans tussen de 60 en 90 watt.

Mat scherm oogt als papier

Een van de grootste troeven van The Frame Pro is het matte scherm. Dat heeft twee duidelijke voordelen. Allereerst heb je nauwelijks last van reflecties. Zwakke lichtbronnen verdwijnen bijna volledig en zelfs fel of direct licht wordt sterk verzacht en uitgesmeerd. Daardoor blijft het beeld goed zichtbaar in ruimtes waar gewone tv's snel hinder ondervinden. Daarnaast versterkt het matte scherm de kunstbeleving. Het beeld oogt minder als een helder, glimmend display en meer als papier, wat vooral bij klassieke kunst heel mooi werkt. Er is wel een keerzijde: een mat scherm drukt het contrast iets. En precies daar komen we uit bij het volgende punt.

©Samsung

Beeldkwaliteit

De meest opvallende verbetering van The Frame Pro is de overstap naar Neo QLED-achtergrondverlichting. In theorie levert dat niet alleen rijkere kleuren op dankzij de Quantum Dots, maar ook beter contrast door local dimming. In de praktijk blijkt die uitvoering echter beperkt: Samsung gebruikt edge-ledverlichting, waarbij de leds alleen langs de onderrand van het scherm zitten. De local dimming werkt daardoor alleen in 24 verticale kolommen. Dat is beduidend minder verfijnd dan echte full-array local dimming.

Het VA-paneel zelf heeft een behoorlijk eigen contrast van ongeveer 4.500:1. Maar omdat de dimming slechts in kolommen werkt, kan de tv dat contrast in testpatronen nauwelijks verbeteren. Dat zie je terug in films: de zwarte balken boven en onder het beeld blijven zichtbaar grijs, donkere scènes worden nooit echt diepzwart en heldere details – zoals sterren – kunnen plaatselijke halo's veroorzaken. Met andere woorden: op het gebied van contrast is de vooruitgang beperkt.

Op helderheid scoort de The Frame Pro wél merkbaar beter. In Filmmaker Mode (HDR) haalt hij een piek van 926 nits op een venster van 10% en ongeveer 697 nits op een volledig wit scherm. Dat is een forse stap vooruit ten opzichte van de vorige The Frame, die rond de 500 nits bleef hangen. De Quantum Dots leveren bovendien een breed kleurbereik van 94% P3. De kalibratie in Filmmaker Mode is over het algemeen uitstekend, al ogen sommige tinten wat te helder en verliezen ze daardoor nuance. Bij SDR presteert The Frame Pro eveneens goed, al kunnen rode tinten en huidkleuren soms wat flets overkomen. In zowel SDR als HDR blijft het zwartdetail wel netjes behouden. 

©Samsung

Zeer goede beeldverwerking, matige audio

The Frame Pro maakt gebruik van dezelfde rekenmodule als topmodel S95F: de NQ4 AI Gen3-processor. Die levert zichtbaar mooie resultaten, met goede deinterlacing, sterke ruisonderdrukking en nette upscaling. De bewegingsscherpte van het paneel zelf is echter wat beperkt, waardoor snelle voorwerpen soms een lichte dubbele rand krijgen. Motion interpolation werkt wel overtuigend; de processor grijpt snel en meestal correct in, zonder opvallende artefacten. De AI-modus kun je beter uitgeschakeld laten; die zorgt zelden voor een aantrekkelijk beeld.

Ondanks het slanke ontwerp heeft Samsung een 2.0.2-audiosysteem met 40 watt vermogen ingebouwd. Dat klinkt op papier aardig, maar in de praktijk ontbreekt vooral bas, waardoor muziek aan warmte en body verliest. De hoogtekanalen voegen weinig toe en het surround-effect blijft mager, zelfs met Dolby Atmos-bronnen. Voor dagelijks tv-kijken zijn de dialogen helder genoeg, maar wie ook muziek of films met impact wil horen, ontkomt eigenlijk niet aan een soundbar.

Conclusie

Als lifestyle-tv blijft The Frame Pro een aantrekkelijke keuze met een paar duidelijke troeven. Het matte scherm geeft kunst een overtuigende, bijna papieren uitstraling en houdt hinderlijke reflecties goed tegen. De draadloze One Connect Box maakt ophangen aan de muur bovendien bijzonder eenvoudig.

De stap vooruit ten opzichte van de gewone The Frame zit vooral in helderheid en kleurweergave. Het contrast blijft echter achter, en dat is jammer: een sterker zwartniveau had The Frame Pro echt naar een hoger niveau getild. Voor gamers is dit toestel ook niet ideaal: de draadloze verbinding zorgt voor merkbare input-lag. De micro-HDMI-poort op de tv zelf biedt wel een snellere optie, maar is minder praktisch.

De tv komt het best tot zijn recht met heldere beelden en kunstweergave. De kalibratie en beeldverwerking zijn uitstekend, en de Tizen-interface biedt een ruim app-aanbod, inclusief AirPlay 2 en Google Cast. Het prijskaartje blijft wel aan de hoge kant; je betaalt duidelijk extra voor de lifestyle-uitstraling.