ID.nl logo
Zo kies je de beste monitor
© Reshift Digital
Zekerheid & gemak

Zo kies je de beste monitor

Het kiezen van een monitor kan best lastig zijn, vooral als je hem ook wilt inzetten voor zwaardere toepassingen, zoals videobewerking of games. We leggen je precies uit hoe jij de beste monitor uitkiest.

In tegenstelling tot de meeste onderdelen van een volledige pc-opstelling zijn beeldschermen juist goedkoper geworden het afgelopen jaar. Het aanbod in het budgetsegment is dankzij toename in productie en nieuwe technieken flink toegenomen. In het high-end-segment komen er continu monitors bij die verschillenden nieuwe technieken implementeren zoals 240Hz, 4K, HDR en nieuwe paneeltechnieken. Kortom, we hebben tegenwoordig genoeg te kiezen als het om monitoren gaat.

Resolutie en beeldverhouding

Een belangrijke en vrij makkelijke keuze om mee te beginnen is de gewenste resolutie en beeldverhouding. De resolutie bepaalt het aantal pixels van het beeldscherm en wordt meestal aangegeven met een tweeledig getal, waarbij het eerste cijfer staat voor het horizontale aantal pixels terwijl de tweede de verticale pixeltelling aangeeft. Hoe groter deze getallen, hoe hoger de resolutie waardoor er meer detail zichtbaar is, en hoe scherper alles wordt weergeven. Omdat resoluties altijd gekoppeld zijn aan een bepaalde beeldverhouding is het slim om eerst te kiezen of je een breedbeeldmonitor wil (aangeduid met de beeldverhouding 16:9), of een ultrabreedbeeldmonitor (aangeduid met 21:9).

©PXimport

Onder de 16:9 beeldverhouding vallen de meest gebruikte en bekende resoluties, zoals 1920x1080 (HD), 2560x1440 (WQHD) en 4096x2160 (UHD), ook bekend als 4K. Voor elk van deze standaardresoluties is er ook een ultrabreedbeeld-resolutie, vaak aangeduid met ‘UW’ voor de naam: 2560x1080 (UWHD), 3440x1440 (UWQHD) en 5120x2160 (UWUHD). Voor ultrawijd 4K bestaan nog geen betaalbare monitoren, 1440p (verwijzend naar de verticale telling) is vooralsnog dus het hoogst haalbare. Een hogere resolutie is bijna altijd beter, maar deze vereisen wel een krachtigere videokaart om aan te kunnen drijven. Voor gamen op 1440p volstaat een GTX 1070/RX 580, terwijl voor 4K-gamen een GTX 1080 Ti eigenlijk de enige optie is.

Formaat

De keuze voor het formaat van je monitor is deels gekoppeld aan de resolutie die je hebt gekozen. Windows en applicaties voor Windows zijn namelijk jarenlang geoptimaliseerd voor 90 ppi (pixels per inch). Windows 10 heeft gelukkig sterk verbeterde ondersteuning voor het schalen van deze applicaties naar andere pixeldichtheden, maar dat neemt niet weg dat toepassingen er doorgaans het beste uitzien op ~90 ppi of een veelvoud hiervan.

Voor wie per se 90 ppi wil behalen moet een 1080p-monitor dus een diagonaal hebben van 24” (92 ppi), een 1440p-monitor een diagonaal van 32” (92 ppi) en een 4K-monitor een diagonaal van 48” (92 ppi). Dat laatste is natuurlijk niet praktisch, daarom is een diagonaal van 24” ook een optie, om vervolgens het beeld op te schalen in Windows zelf. Omdat Windows 10 het schalen van applicaties stukken beter afhandelt dan voorgaande versies van Windows is het allang geen ramp meer om een afwijkend aantal pixels per inch te hebben. Het is dan ook doorgaans beter om een monitor te kiezen die past op je werkplek qua formaat en een pixeldichtheid heeft die past bij de toepassing van de monitor. Moderne toepassingen schalen bijna altijd perfect mee met pixeldichtheid en zien er zelfs vaak beter uit met een hogere pixeldichtheid. Als gamen de belangrijkste toepassing van je monitor is meer ppi dan ook beter.

©PXimport

Al met al is een monitor van tussen de 24” en 27” gangbaar voor games, waarbij een hogere resolutie vaak een grotere monitor rechtvaardigt. Formaten groter dan dit kosten vaak onevenredig veel meer en bieden vaak weinig meerwaarde in programma's of worden zelfs helemaal niet ondersteund. De uitzondering hierop zijn op dit moment 32”-monitoren, waar een redelijk budgetaanbod voor bestaat. Mocht de monitor ook gebruikt worden voor productiviteit is dit wellicht een interessant formaat in combinatie met een 4K-paneel.

Type paneel

©PXimport

Er zijn grofweg drie types lcd-panelen die op dit moment verkrijgbaar zijn, die allemaal hun voor- en nadelen hebben. Het meest voorkomende type is TN, wat staat voor Twisted Nematic. TN-panelen hebben als voordeel een lage prijs en lage responstijd, wat ze bij uitstek geschikt maakt voor monitors met een hoge verversingssnelheid. Het nadeel van TN is dat ze doorgaans een slechte kleurweergave hebben en zeer slechte kijkhoeken, eigenschappen die met name bij goedkopere panelen benadrukt worden.

IPS-panelen zijn in veel opzichten de tegenpool van TN-panelen: ze hebben betere kleurweergave, veel betere kijkhoeken (doorgaans 180 graden) en hebben een constante responstijd met scherper beeld. Het nadeel van IPS (In-Plane Switching) is het hogere stroomverbruik, de hogere prijs en de hogere responstijd. IPS-panelen worden vanwege de accuratere kleurweergave vaak gebruikt voor beeldbewerking, maar deze betere kleurweergave zorgt er ook voor dat toepassingen er kleurrijker en in het algemeen mooier uitzien.

Bovendien hebben de betere moderne IPS-panelen ondersteuning voor HDR. Met de opkomst van comptabiliteit voor HDR in games en films kan het daarom interessant zijn om een paneel te kopen die over HDR beschikt, met het oog op de toename van dit soort materiaal in de toekomst.

Het derde type paneel dat veel voorkomt is VA, wat staat voor Vertical Alignment. VA-panelen zitten qua verversingsnelheid, beeldkwaliteit en prijs ongeveer tussen TN en IPS in. Vaak beschikken deze panelen ook over een kijkhoek van ongeveer 180 graden, maar zijn in vergelijking met IPS een stuk goedkoper. VA-panelen zijn een goed compromis tussen IPS en TN en zijn bovendien beschikbaar in verversingsnelheden tot 165Hz.

Gebruikers op een budget zullen waarschijnlijk het meeste profijt ondervinden van een TN-paneel, die tegenwoordig niet meer dan honderd euro hoeven te kosten voor een 1080p-monitor met een redelijke verversingssnelheid. Voor gamers en beeldbewerkers met meer budget is VA of IPS wellicht een betere keuze vanwege de betere beeldkwaliteit en kijkhoeken die deze panelen bieden.

Verversingssnelheid

De verversingssnelheid bepaalt hoe vaak per seconde de monitor een nieuw beeld weergeeft. Hoe hoger dit getal, dat wordt aangeduid in frames per seconde of hertz (Hz), hoe soepeler het beeld wordt weergeven. Voor games biedt een hoge verversingssnelheid, ofwel verversingsfrequentie, een duidelijke meerwaarde. De actie op het scherm kan namelijk beter worden weergeven met minder bewegingsonscherpte.

De feitelijke standaard voor beeldschermen is al jaren 60Hz, maar in de afgelopen jaar zijn monitoren die een hogere verversingsnelheid bieden flink in opkomst. Zo zijn monitoren inmiddels verkrijgbaar met verversingssnelheden tot aan 240Hz, al zit daar natuurlijk een significant prijskaartje aan. Een meer gematigde snelheid, zoals 120Hz/144Hz is vaak een stuk goedkoper en voor veel gamers zal het verschil met 240Hz niet bijzonder merkbaar zijn.

©PXimport

Bovendien zijn panelen met 240Hz bijna altijd van het type TN, met slechte kijkhoeken en kleurweergave als gevolg. 120Hz is daarentegen ook verkrijgbaar in IPS/VA-uitvoeringen, die significant betere kleurweergave hebben of zelfs ondersteuning voor HDR.

Behalve een hogere verversingssnelheid is er ook een andere manier om games soepeler te weergeven: Adaptive Sync. Technieken zoals FreeSync en G-Sync zorgen dat de videokaart pas een beeld naar de monitor stuurt als deze er klaar voor is: niet eerder of later. Zo worden artefacten in het beeld voorkomen die anders storend zouden zijn.

Het nadeel is dat FreeSync van AMD en G-Sync van NVIDIA beperkt zijn tot videokaarten van dezelfde fabrikant. Iemand met een AMD RX 580 zou dus geen voordeel ondervinden van een G-Sync paneel, terwijl deze techniek wel doorgaans een hogere prijs oplevert.

Een goed paneel alleen maakt nog geen goede monitor, het moet namelijk ook beeld kunnen ontvangen van de computer. Dit gaat logischerwijs via een videoaansluiting, waarin we twee categorieën onderscheiden: analoog en digitaal. Onder analoog valt tegenwoordig eigenlijk nog maar een verbinding: de alom bekende blauwe VGA-aansluiting. Deze aansluiting is nog zelden aanwezig op monitors en het gebruik ervan valt niet aan te raden vanwege de beperkte ondersteuning voor hogere resoluties en verversingssnelheden.

Op dit moment zijn er drie gangbare digitale aansluitingen: HDMI, DisplayPort en DVI-I/D. HDMI en DisplayPort zijn grotendeels vergelijkbaar wat betreft functionaliteit, maar DisplayPort heeft betere ondersteuning voor hogere resoluties en verversingssnelheden. Daar staat tegenover dat HDMI meer alom aanwezig is op laptops en als enige aansluiting op consoles. DVI-I en DVI-D zijn inmiddels sterk verouderde aansluitingen die voor compatibiliteit met oudere apparaten nog wel wordt ingebouwd bij nieuwe monitoren, maar die eigenlijk niet geschikt is voor werken op hogere resoluties en verversingssnelheden.

Een recentere toevoeging aan monitoren is de mogelijkheid om deze aan te sluiten via Thunderbolt over USB-C, mits de computer/laptop dit ondersteunt. Het DisplayPort-signaal wordt dan samen met eventuele USB-data over de USB-C-kabel verstuurd. Monitoren die dit ondersteunen hebben vaak meerdere USB-porten zodat je ook randapparatuur zoals een muis, toetsenbord, webcam en speakers aan kunt sluiten.

De meeste moderne monitoren, met name degene gemaakt voor gamingdoeleinden, zijn voorzien van in ieder geval één HDMI- en één DisplayPort-aansluiting. Beide zijn geschikt voor 4K 60Hz, maar voor hogere resoluties en/of verversingsnelheden biedt alleen DisplayPort soelaas. Op zéér budget-georiënteerde modellen of oudere monitoren ontbreken beide aansluitingen soms. In dat geval is DVI, te herkennen aan de witte aansluiting, de beste keuze. Mocht ook dat ontbreken, dan ben je toegewezen op VGA met als beperking lage resoluties en verversingssnelheden.

©PXimport

Responstijd

Pixels op een lcd-paneel hebben enige tijd nodig om van kleur te veranderen: hoe lang dit duurt wordt aangeduid met de term responstijd, wat wordt gemeten in milliseconden. Als deze responstijd erg lang is, geven pixels de kleur van een nieuw beeld weer nog voordat de kleur van het oude volledig is weggevaagd met bewegingsonscherpte of een witte waas als gevolg.

Dit is met name bij games storend, waarbij snel bewegende objecten zoals auto’s, vliegtuigen en rennende personages een strook van slome pixels achter zich meetrekken. Bij het kopen van een gamingmonitor is een responstijd van minder dan 15ms ernstig aan te raden. High-end-schermen hebben vaak een responstijd van minder dan vijf milliseconden.

Sommige fabrikanten proberen dit tegen te gaan door de pixels eerst volledig zwart te laten worden voordat ze een nieuwe kleur aannemen, zodat enige bewegingsonscherpte uitblijft. Deze techniek heet Black Frame Insertion (BFI). Een andere manier om bewegingsonscherpte af te weren is het zogenaamde Backlight Strobing: razendsnel aan- en uitzetten van de backlight (de lightbron voor de pixels). Zodoende kan een paneel met een lage responstijd en/of verversingssnelheid alsnog een scherp beeld opleveren.

©PXimport

Hoewel meeste fabrikanten de responstijd vermelden als gray-to-gray-responstijd is er geen standaard voor het meten hiervan. Fabrikanten gebruiken zelfs vaak de meest ideale omstandigheden om deze responstijd vast te stellen. Om de responstijd van twee panelen te kunnen vergelijken is dan ook een consistente testmethode vereist van een externe partij, zoals DisplayLag.com of Hardware.Info. Voor een monitor is het verstandig om een model te pakken met een responstijd van 5ms of minder, maar voor gebruikers op een budget is 10ms (of nét iets hoger) een mooi streven.

Ergonomie en extra functies

Een werk- of speelplek zo ergonomisch mogelijk inrichten is nooit een slecht idee, met name voor degene die voor langere periodes aaneen achter hun bureau zitten. Meeste monitors bieden voor dit doeleinde een voet die in ieder geval in hoogte verstelbaar is. Alleen in het budgetsegment zijn er nog monitoren die besparen op de totaalprijs door een verstelbare voet weg te laten.

Voor een opstelling met een enkele monitor volstaat hoogteverstelling meestal, maar voor een bureau waar meerdere monitoren op staan is het wel fijn dat deze naar de zitplek toe kunnen draaien, zodat alle monitoren een kijkhoek hebben van nul graden. Bovendien bieden monitoren met een draaivoet vaak ook de mogelijkheid om de monitor negentig graden te kantelen in elke richting zodat deze in portretmodus kan worden gebruikt. Dit is met name handig voor mensen die de monitor ook willen gebruiken om lange documenten te lezen/bewerken of tussendoor hun pc gebruiken om te programmeren.

Hierboven hintten we al naar de mogelijkheid om een monitor aan te sluiten via een USB-C-kabel, die zowel het videosignaal als meerdere USB-signalen door kan voeren. Sommige monitoren beschikken over de mogelijkheid om op deze manier, of via een losse videokabel en USB-kabel, twee apparaten aan te sluiten. Door middel van een snelkoppeling op het toetsenbord dat vervolgens aan de monitor wordt gekoppeld kun je wisselen tussen de twee aangesloten apparaten. De monitor fungeert op deze manier als een zogenaamde KVM-switch, waardoor je makkelijk op twee apparaten kunt werken, zoals een laptop voor werk en een pc voor gamen na de kantooruren.

▼ Volgende artikel
Wat is HDR10+ en wanneer zie je het verschil?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is HDR10+ en wanneer zie je het verschil?

Ben je op zoek naar een nieuwe televisie? Grote kans dat de afkortingen je om de oren vliegen. 4K, OLED, QLED... en dan ook nog die eindeloze lijst aan HDR-formaten. Vandaag zoomen we in op een specifieke term die je vaak op de doos ziet staan, vooral bij televisies van Samsung, Panasonic en Philips: HDR10+. Is het een marketingkreet of zie je het echt?

Het is een bekend scenario: je staat in de elektronicawinkel of scrolt door een webshop, en de specificatielijst van je droomtelevisie lijkt wel een geheimtaal. Fabrikanten beloven gouden bergen met termen die indrukwekkend klinken, maar waarvan de betekenis vaak vaag blijft. Toch is het zonde om deze termen zomaar te negeren, want achter die cryptische afkortingen gaan technieken schuil die je filmavond aanzienlijk kunnen upgraden. Het gaat tegenwoordig namelijk niet meer alleen om hoeveel pixels je scherm heeft, maar vooral om de kwaliteit van die pixels. Om te begrijpen waarom die plus in de naam HDR10+ zo belangrijk is, moeten we terug naar de basis.

Eerst even terug: Wat is HDR ook alweer?

HDR staat voor High Dynamic Range. Simpel gezegd zorgt deze techniek ervoor dat de beelden op je tv een groter contrast en meer kleuren hebben. Het zwart is dieper zwart en de felle lichten, zoals een explosie of de zon, knállen echt van je scherm zonder dat de rest van het beeld flets wordt. De standaardvorm hiervan heet HDR10. Dit is de basislaag die bijna elke moderne 4K-televisie ondersteunt. Maar HDR10 heeft één beperking: hij bepaalt aan het begin van de film de instellingen voor helderheid en contrast, en houdt die vervolgens de hele film vast.

©ER | ID.nl

De plus maakt het dynamisch

Hier komt HDR10+ om de hoek kijken. Die plus staat eigenlijk voor dynamische metadata. In plaats van één instelling voor de hele film, stuurt HDR10+ extra informatie mee naar je tv. Hierdoor kan de televisie het beeld scène voor scène of zelfs frame voor frame aanpassen. Zie het als een lichttechnicus die continu aan de knoppen draait om te zorgen dat elk specifiek shot er perfect uitziet, in plaats van dat hij het licht aan het begin instelt en daarna rustig koffie gaat drinken.

Wanneer zie je het verschil echt?

Klinkt goed op papier, maar merk je dit in de praktijk? Het antwoord is ja, vooral in films met veel wisselingen tussen licht en donker. Stel, je kijkt een film die begint met een scène in een zonovergoten woestijn, gevolgd door een scène in een pikdonkere grot. Bij standaard HDR10 stelt de tv zich in op het gemiddelde van de hele film. Omdat die woestijn zo fel is, kan de grot-scène er daarna wat te donker of dichtgelopen uitzien, waardoor details in de schaduw wegvallen.

Bij HDR10+ krijgt je tv, zodra de camera de grot in gaat, een seintje dat het donker wordt en het contrast moet worden aangepast. Hierdoor zie je opeens wél de details op de rotswanden en de texturen in de schaduw, terwijl de felle scènes nog steeds spathelder blijven. Kortom, HDR10+ haalt meer detail uit zowel de donkerste schaduwen als de felste hooglichten, precies op het moment dat het nodig is.

©Gorodenkoff - stock.adobe.com

Wat heb je nodig?

Om van HDR10+ te genieten, moeten alle schakels in de ketting kloppen. Allereerst heb je een geschikte televisie nodig. Vooral Samsung is de grote aanjager van HDR10+, maar ook merken als Panasonic, Philips en TCL ondersteunen het vaak. Let er wel op dat LG en Sony meestal kiezen voor de concurrent Dolby Vision.

Daarnaast moet de content (de film of serie die je kijkt) in HDR10+ geschoten zijn. Amazon Prime Video is de grootste aanbieder van HDR10+-materiaal op streaming-gebied, maar ook Apple TV+ en Google Play Movies bieden het aan. Netflix gebruikt helaas voornamelijk concurrent Dolby Vision. Tot slot ondersteunen veel 4K Ultra-HD Blu-rays het formaat ook als je liever fysieke schijfjes kijkt.

Direct aanschaffen dan maar...?

Is HDR10+ een reden om je huidige tv direct bij het grofvuil te zetten? Nee, dat niet. Maar sta je op het punt een nieuwe tv te kopen, bijvoorbeeld een Samsung, dan is het wel een hele fijne bonus. Het zorgt ervoor dat je films en series ziet zoals de regisseur ze bedoeld heeft: levendig, contrastrijk en vol detail. En ze hoeven tegenwoordig al helemaal niet meer de wereld te kosten.

▼ Volgende artikel
Bedankt, AI! Dit kun je tegenwoordig allemaal doen met Microsoft Paint
© Microsoft
Huis

Bedankt, AI! Dit kun je tegenwoordig allemaal doen met Microsoft Paint

Voor miljoenen gebruikers was Microsoft Paint de eerste stap richting digitale creativiteit. Kinderen tekenden er hun eerste computerkunstwerkjes in, volwassenen plakten er snel iets functioneels mee in elkaar. Sinds Windows 11 is Paint door de toevoeging van AI-functies en de ondersteuning van lagen veel slimmer geworden, zonder zijn eenvoud te verliezen.

Dit artikel in het kort

Microsoft Paint is in Windows 11 flink uitgebreid met AI-functies en ondersteuning voor lagen. In dit artikel laten we zien hoe je met Image Creator afbeeldingen maakt op basis van tekst, hoe het AI-saldo met boosts werkt en wat je kunt verwachten van functies als achtergrond verwijderen en generatief wissen. Ook leggen we uit hoe lagen werken in Paint en hoe je meerdere afbeeldingen en tekst combineert tot één geheel. Zo ontdek je dat Paint inmiddels veel meer kan dan alleen tekenen.

Lees ook: Van prompt tot filmpje: zo maak je je eigen AI-video met Bing Video Creator

Geen download, geen licentie en altijd beschikbaar … Paint is er al sinds de vroegste Windows-versies en het is er nog altijd. Hoewel de mogelijkheden beperkt zijn, blijft het geliefd om zijn eenvoud en simpele bediening of puur vanwege nostalgie. Zelfs wie zwaardere grafische software heeft, grijpt vaak terug naar Paint om snel iets te tekenen, een schermafbeelding bij te snijden of iets te markeren. Met de nieuwe functies groeit het programma uit tot meer dan een digitaal speeltje. 

Image Creator

Met Image Creator maak je in Paint rechtstreeks afbeeldingen door simpelweg te beschrijven wat je voor je ziet. De functie gebruikt het DALL·E-model van OpenAI voor tekst-naar-beeldgeneratie. Open Microsoft Paint en klik bovenaan op Copilot. Selecteer vervolgens Image Creator om het zijvenster te openen. In de interface van Cocreator verschijnt een tekstvak waarin je beschrijft wat je wilt zien en in welke stijl. Hoe preciezer en gedetailleerder je bent, hoe beter het resultaat aansluit bij je verwachtingen.

Kies vervolgens een stijl – bijvoorbeeld Houtskool, Ink Sketch, Anime, Fotorealistisch of een andere – en klik op Maken. Image Creator genereert telkens drie varianten van je afbeelding. Selecteer de versie die je het meest bevalt om die meteen op het canvas te plaatsen.

Aan de hand van een tekstopdracht genereert Paint een afbeelding.

AI-saldo

Om afbeeldingen te genereren met Image Creator in Microsoft Paint, moet je aangemeld zijn met een persoonlijk Microsoft-account. Dit werkt doorgaans niet met een zakelijk- of schoolaccount.

Microsoft hanteert een 'fair use'-systeem voor de rekenkracht die nodig is voor AI. Voor gratis gebruikers heet dit systeem boosts. Je krijgt dagelijks vijftien gratis boosts. Eén boost staat voor één snelle generatie van een set afbeeldingen. Zijn je boosts op? Dan kun je vaak nog steeds doorgaan, maar duurt het genereren aanzienlijk langer. De boosts worden elke dag aangevuld en je kunt ze niet opsparen.

Let op: Heb je een betaald Microsoft 365-abonnement (Personal of Family)? Dan werkt het soms net even anders. Je krijgt dan vaak maandelijks een vast aantal AI-credits (bijvoorbeeld 60) die je kunt inzetten voor diverse AI-functies binnen Microsoft-apps. In tegenstelling tot de dagelijkse boosts van gratis gebruikers, worden deze credits pas aan het begin van een nieuwe maand aangevuld.

Wil je onbeperkt en snel werken? Dan ben je aangewezen op een Copilot Pro-abonnement, waarmee je dagelijks 100 snelle generaties krijgt. Losse boosts bijkopen is in de standaardversie niet mogelijk.

In het deelvenster van AI staat een knop die je naar een webpagina met je AI-tegoedsaldo brengt.

Achtergronden

Een veelvoorkomende taak in beeldbewerking is het isoleren van een onderwerp uit de achtergrond. Met de functie Achtergrond verwijderen wordt dat verrassend eenvoudig. Houd er wel rekening mee dat deze functie niet zo verfijnd werkt als in Photoshop. Bij fijne details zoals haartjes, takjes of kleine blaadjes kan Paints AI soms een wat grof resultaat opleveren.

Ook hier start je via het pictogram Copilot. Kies vervolgens Achtergrond verwijderen. Paint analyseert het beeld en probeert automatisch te bepalen wat het onderwerp is en wat tot de achtergrond behoort. Aan de rechterkant verschijnt een miniatuurvoorbeeld waarin de achtergrond vervangen is door een schaakbordpatroon. Dat is de standaardweergave voor transparantie.

Onderaan in de zijbalk staat een vierkant pictogram. Als je daarop klikt, verschijnt hetzelfde schaakbordpatroon ook in de grote afbeelding. Je kunt via dit pictogram ook een achtergrondkleur kiezen in plaats van transparantie. Wil je een afbeelding opslaan met transparantie (bijvoorbeeld nadat je een achtergrond hebt verwijderd), dan moet je een bestandsformaat gebruiken dat transparantie ondersteunt. Het veelgebruikte jpg-formaat doet dat niet. Kies in dat geval voor png, dat wel transparante achtergronden kan bewaren.

Het schaakbordpatroon geeft het transparante gebied aan

Generatief wissen

Je kunt ook het selectiegereedschap linksboven gebruiken om een object in de afbeelding te verwijderen. Kies hiervoor het gereedschap Rechthoekige selectie of Vrije vorm selectie. Zodra je een gebied hebt geselecteerd, verschijnt er een klein contextmenu naast de selectie. Kies daar de optie Generatief wissen.

Je vindt deze functie ook via de knop Copilot. Vervolgens zie je een blauwe rechthoekige animatie rond het geselecteerde object. Paint analyseert de omgeving en vervangt het object door een realistisch ogende achtergrond die past bij de rest van de afbeelding.

Eerst selecteren, dan volgt een korte animatie en daarna is de selectie verdwenen.

Meerdere vensters openen

In Microsoft Paint lijkt het alsof je niet meerdere Paint-vensters tegelijk kunt openen. Wanneer je bijvoorbeeld een afbeelding hebt bewerkt, zoals het transparant maken van de achtergrond, en je probeert via Bestand / Openen een nieuw grafisch bestand te openen, vraagt Paint je eerst om het huidige bestand op te slaan.

Toch zijn er twee manieren om wel meerdere bestanden tegelijk in Paint te openen. Houd de Shift-toets ingedrukt terwijl je op het Paint-pictogram in de taakbalk of het startmenu klikt. Of klik met de rechtermuisknop op het Paint-pictogram in de taakbalk en kies opnieuw de opdracht Paint. Daarnaast is er nog een andere methode om afbeeldingen in een bestaand bestand toe te voegen. Daarover straks meer.

Met de Shift-toets kun je meerdere Paint-vensters openen.

Creatiever in Paint? Een goede muis is het halve werk

Of je nu AI-afbeeldingen genereert, teksten toevoegt of delen van een foto wilt wegsnijden: met het touchpad van je laptop blijft het behelpen. Voor nauwkeurig selectiewerk en het fijnere tekenwerk is een fysieke muis eigenlijk onmisbaar. Je voorkomt kramp in je vingers en werkt een stuk preciezer. Let bij aanschaf vooral op de DPI (hoe hoger, hoe nauwkeuriger) en extra knoppen die je zelf kunt instellen, bijvoorbeeld voor 'Ongedaan maken'.

Hier zijn drie muizen die het werken in Paint een stuk aangenamer maken:

1. De alleskunner: Logitech MX Master 3S Dit wordt door velen gezien als de beste muis voor creatief werk. Hij is prijzig, maar ligt fantastisch in de hand. Het unieke aan deze muis is het tweede scrolwieltje bij je duim. Dit kun je instellen om in Paint horizontaal te scrollen of om in en uit te zoomen op je canvas. Daarnaast is hij extreem nauwkeurig, waardoor je pixel-precies selecties kunt maken.

2. De ergonomische keuze: Logitech Lift Ben je urenlang bezig met het finetunen van je AI-creaties? Dan ligt een muisarm op de loer. De Logitech Lift is een zogeheten verticale muis. Je houdt hem vast alsof je iemand de hand schudt. Dit zorgt voor een veel natuurlijkere houding van je pols en onderarm. Even wennen in het begin, maar daarna wil je niet meer anders.

3. De prijsbewuste optie: Trust Ozaa Je hoeft geen honderd euro uit te geven voor een goede draadloze muis. De Trust Ozaa is een prima, betaalbaar alternatief. Hij is oplaadbaar (dus geen gedoe met batterijen), ligt prettig in de hand en heeft extra duimknoppen waarmee je snel tussen vensters kunt schakelen. Een uitstekende keuze voor de hobbyist die gewoon comfortabel wil klikken en slepen.

Lagen

Lagen: verwijderen

De nieuwe Microsoft Paint (vanaf versie 11.2306.30.0 op Windows 11) ondersteunt lagen. Dit is een belangrijke stap richting meer geavanceerde beeldbewerking. Lagen werken als transparante vellen met afzonderlijke elementen die je op elkaar stapelt. Elke laag kun je apart bewerken zonder de andere lagen te beïnvloeden. Dat biedt veel meer controle en flexibiliteit tijdens het creatieproces. We tonen dit met een voorbeeld.

We beginnen met een afbeelding van een meisje. Via Copilot / Achtergrond verwijderen halen we de achtergrond weg. Klik je vervolgens bovenaan op de knop Lagen, dan zie je dat de achtergrond is vervangen door het schaakbordpatroon.

Open Lagen en verwijder de achtergrond.

Lagen: combineren

Achter het meisje willen we nu een nieuwe achtergrond plaatsen. Daarvoor klik je in bij Lagen op het plusteken, zodat er een tweede, transparante laag wordt toegevoegd. Klik op de miniatuur van deze nieuwe laag om die actief te maken. Vervolgens gebruik je de opdracht Bestand / Importeren naar canvas / Uit een bestand om een nieuwe afbeelding - de achtergrond - toe te voegen op deze tweede laag. Let op, als je vergeet eerst de juiste laag te selecteren vóór je importeert, wordt de laag met het meisje overschreven door de nieuwe afbeelding.

In Lagen kun je de laagvolgorde wijzigen door te slepen. Zorg ervoor dat de laag met het meisje boven de achtergrondlaag staat. Op die manier verschijnt het meisje op de voorgrond in een nieuwe omgeving. Wil je het meisje nog wat naar links of rechts verplaatsen? Druk dan op Ctrl+A om alles in de actieve laag te selecteren. Vervolgens verschijnt de verplaatsingshandgreep, waarmee je het onderwerp kunt verschuiven.

Wijzig de volgorde van de lagen.

Lagen: manipuleren

Wanneer je met de rechtermuisknop op Lagen klikt, dan zie je zes mogelijkheden. Je kunt de laag verbergen. Dan verschijnt er in de rechterbovenhoek van de miniatuur een oogje dat doorstreept is. Als je op dit pictogram klikt, wordt deze verborgen laag opnieuw zichtbaar. Je kunt ook de opdracht Ctrl+H (met de H van hide) gebruiken om de geselecteerde laag te verbergen.

De opdracht Dubbele laag kies je als je een laag wilt dupliceren. De opdracht Samenvoegen naar beneden gebruik je wanneer je klaar bent, om alle laaginformatie te bundelen in één laag. Dat is vooral nuttig als je de afbeelding wilt opslaan in een formaat dat geen lagen ondersteunt. De opties Naar boven en Naar beneden gebruik je om lagen te verplaatsen. Persoonlijk slepen we de lagen liever in het deelvenster. En ten slotte is er de opdracht Laag verwijderen.

Met de rechtermuisknop kun je de lagen manipuleren.

Lagen: tekst toevoegen

Je kunt ook tekst toevoegen op een aparte laag. Zorg er eerst voor dat je een nieuwe, lege laag aanmaakt via het plusteken in het lagenvenster voordat je het tekstgereedschap gebruikt. Zodra je met het tekstgereedschap op het canvas klikt, verschijnt er een extra werkbalk waarin je het lettertype, de lettergrootte en de stijl instelt. Via een schuifregelaar kies je een lettergrootte tussen 8 en 72 pt. Let wel: bij foto's blijkt zelfs 72 pt vaak te klein. Je kunt dit oplossen door handmatig een groter getal in te voeren in het veld voor lettergrootte.

In ons voorbeeld kozen we een lettergrootte van 800 pt. In de knoppenbalk bovenaan kun je zowel de tekstkleur als de achtergrondkleur van het tekstvak instellen. Klik op de bovenste grote kleurcirkel om de tekstkleur te kiezen via de kleurstalen of de kleurkiezer. Klik op de onderste kleurcirkel om een achtergrondkleur voor het tekstvak te selecteren. In de tekstwerkbalk moet je de optie Opvulling voor achtergrond activeren als je wilt dat de tekstachtergrondkleur zichtbaar moet zijn.

Hier hebben we een lettergrootte van 800 pt toegepast.

Paint is groot geworden

Kijk je naar de nieuwe mogelijkheden in Paint, dan kun je gerust zeggen dat het programma volwassen is geworden. Het is nog steeds even laagdrempelig als vroeger, maar inmiddels wel uitgerust met een AI-brein en een flink aantal nieuwe functies. Of je nu snel iets wilt knutselen of een slimme bewerking wilt uitvoeren met lagen en AI, Paint laat zien dat zelfs oude software prima meekan met de tijd. En het mooiste? Je hoeft niets te installeren of te betalen. Gewoon openen, klikken en creëren. Met of zonder AI-hulp, die keuze is aan jou!

Zeg je Paint, dan zeggen wij

(stiekem, want guilty pleasure): BOB ROSS 🎨