ID.nl logo
Workshop LightZone
© Reshift Digital
Huis

Workshop LightZone

Fotohobbyisten kunnen niet zonder goede fotobewerker. LightZone is een echte topper, biedt raw-ondersteuning voor de serieuze fotograaf en… is nog gratis ook. LightZone is het best te vergelijken met Adobe Lightroom; een programma waarmee fotografen miniaturen van hun foto’s bekijken zoals op een ouderwetse lichtbak om vervolgens de gewenste exemplaren te selecteren en verder te vervolmaken. Net als Lightroom herkent LightZone de raw-formaten van bijna elk denkbaar merk en type camera zodat zelfs de meest veeleisende hobbyist aan zijn trekken komt.

1. Aanmelden

Om in het bezit te komen van LightZone gaan we naar www.lightzoneproject.org. Bovenin lezen we ‘Go HERE for important registration information’ waarbij ‘HERE’ een link is. Daar klikken we op en vervolgens krijgen we Engelstalige registratie-instructies. We klikken rechts op Create New Account. In het volgende scherm vullen we een zelfgekozen gebruikersnaam (Username) in en geven we een geldig e-mailadres op. We passen zo nodig de tijdzone aan en typen het antwoord op het eenvoudige rekensommetje onderaan. Tot slot klikken we op Create New Account.
We ontvangen nu een bevestigingsmail met daarin een link die we aanklikken. Vervolgens kunnen we een wachtwoord kiezen. Als dat alles gebeurd is kunnen we voortaan inloggen met de opgegeven gebruikersnaam en wachtwoord.

2. Downloaden en installeren

Op de voorpagina van LightZone is nu een nieuw downloadvak verschenen (links onderin) waar we de laatste versie van LightZone kunnen binnenhalen. Het programma is er voor Mac, Linux en Windows en wij kiezen die laatste. We klikken op New Windows 4.0 en op de volgende pagina scrollen we omlaag en kiezen de bovenste downloadlink (als u een torrent-client hebt kunt u het programma ook langs die weg downloaden). We slaan het bestand op in een map naar keuze en openen deze map.
We starten het installatiebestand (LightZone-Installer-4.0.0.exe, 28 MB), geven zo nodig UAC-toestemming, klikken op Next, Next, Next en Finish.
LightZone wordt nu gestart. We sluiten het helpvenster dat automatisch is geopend en kiezen in de zoekboom links een map waarin zich foto’s bevinden (Afb.1).

©CIDimport

3. Browsen

LightZone kent twee onderdelen; de editor en de browser. Bij aanvang van het programma bevinden we ons in die laatste. We zien links de mapstructuur waar we doorheen kunnen bladeren, onderin de miniaturen van alle afbeeldingen in de map inclusief die in raw-formaat, in het midden een geselecteerde afbeelding in groter formaat en rechts gegevens over de getoonde foto.
De miniaturen kunnen we groter of kleiner maken met de schuifregelaar bij Thumbnail Size. Daarnaast kunnen we de manier van sorteren aanpassen. Standaard gebeurt dit op bestandsnaam maar het kan bijvoorbeeld ook op datum waarop de foto gemaakt is of waarop deze voor het laatst bewerkt is. Handig voor fotografen is de optie om te sorteren op bijvoorbeeld sluitertijd of diafragma.
Mocht het programma de Raw-beelden van uw camera niet goed weergeven dan kunt u op de site van LightZone onder het kopje ‘Raw Profiles’ (links onderaan) kijken of daar inmiddels een oplossing voor is.

4. Eenvoudige handelingen

In de browser kunnen we foto’s roteren en van een waardering voorzien. Voor het eerste gebruiken we de twee pijltjes bij Orient en voor het tweede het sterretje bij Rate. U kunt beide handelingen op meerdere foto’s tegelijk loslaten wanneer u deze selecteert met Ctrl+linkermuisknop. Merk op dat het vastleggen van een waardering niet werkt voor raw-afbeeldingen.
Vanuit de browser kunnen we ook foto’s wissen (Delete), afdrukken (Print) en verplaatsen (Send).

5. Converteren

LightZone kan afbeeldingen converteren. De uitvoerformaten zijn daarbij beperkt tot Tiff en Jpeg maar we hebben wel volop controle over het eindresultaat (Afb.2). Onder het kopje Advanced kunnen we een ander kleurprofiel kiezen en de resolutie en het aantal bits per kleurkanaal wijzigen.
Een speciale instelling voor professionals vinden we bij Rendering Intent. Hier kunnen we kiezen hoe de kleuren van een foto worden geconverteerd om bijvoorbeeld een idee te krijgen van het resultaat als de foto wordt afgedrukt.
Met een klik op Start wordt de afbeelding geconverteerd.
Ook dit gereedschap kunt u weer op meerdere foto’s tegelijk loslaten door deze individueel (Ctrl+linkermuisknop) of als groep (Shift+Linkermuisknop) te selecteren.

©CIDimport

6. Snel resultaat

Tot nu toe hebben we onze foto’s nog niet inhoudelijk bewerkt. Het meeste gereedschap daarvoor vinden we in de editor maar de browser biedt één tool waarmee we snel resultaat kunnen boeken: de knop Styles.
Styles biedt een aantal vooraf ingestelde bewerkingen voor verschillende zwart-witeffecten, het ophalen van details, het simuleren van HDR, het toepassen van een kleurtoon, enzovoort.
Om zo’n stijl toe te passen selecteren we één of meer foto’s en klikken we op de Styles-knop. Vervolgens kiezen we één van de standaard-instellingen. Het effect wordt direct op de hele foto toegepast (u krijgt dus geen preview) en ‘foto.xxx’ wordt onder een nieuwe naam ‘foto-1.jpg’ opgeslagen (Afb.3). Alles wat LightZone opslaat laat dus het origineel ongemoeid én bevat alle informatie van de verrichte bewerkingen zodat u die ook achteraf nog kunt aanpassen.
Met een klik op Done sluit u het venster.
Om een goed beeld te krijgen van de voorgebakken Styles raden we u aan ze stuk voor stuk te proberen.

©CIDimport

7. De editor

Elke geselecteerde foto kunnen we openen in de editor door op de grote versie te dubbelklikken, door in de foto op ‘edit’ te klikken of door Edit-modus te kiezen. De editor toont ons vervolgens links alle voorgedefinieerde stijlen, in het midden de foto, rechts het gereedschapspaneel en boven de nodige pictogrammen voor onder meer zoomen en selecteren.
Wat het gereedschapspaneel toont hangt af van de geselecteerde foto. Is dit een nog onbewerkte jpeg- of tiff-foto dan is het paneel leeg. Bewerkt u een raw-afbeelding dan worden direct de instellingen voor zo’n type afbeelding getoond en hebt u een jpeg- of tiff-afbeelding waarop u al één of meer bewerkingen hebt toegepast dan ziet u deze hier verschijnen. Deze kunt u dan ook achteraf en in willekeurige volgorde wijzigen of ongedaan maken (zie ook het tabblad History links).

8. Raw instellingen

Vanuit de browser selecteren we een raw-afbeelding en openen deze in de editor. Het gereedschapspaneel rechts toont ons nu de gereedschappen voor dit formaat. Op het ingeklapte onderdeel Raw Tone Curve komen we direct terug. Het paneel Raw Adjustments biedt schuifregelaars om belichtingstijd, kleurruis, -temperatuur en tint aan te passen. Wijzigingen in die laatste twee kunnen we ongedaan maken met een klik op As Shot. Met het pictogram daarnaast kunnen we een neutrale kleur in de foto aanwijzen om kleurzweem te neutraliseren.
Met de driehoek naast Raw Tone Curve kunnen we dit onderdeel uitklappen. Het biedt een alternatief voor de curven zoals we die in andere fotobewerkers kennen. We zien 16 grijstinten en als we daar de cursor overheen bewegen zien we in het miniatuur erboven welk deel van de foto die lichtsterkte heeft (Afb.4). Door te klikken in de balk met grijstinten brengen we markeringen aan en deze kunnen we vervolgens verschuiven voor zeer nauwkeurige controle over de helderheid van afzonderlijke delen van een foto. Voor meer informatie kunnen we het tabblad Histogram kiezen.
Alle aangebrachte wijzigingen worden weer automatisch opgeslagen in een jpg-bestand.

©CIDimport

9. Anatomie van een stijl

We selecteren in de browser een onbewerkte jpeg- of tiff afbeelding en openen deze in de editor. Vervolgens kiezen we bij de stijlen Bright Scene onder High Dynamic Range. Zoals u ziet verschijnen in het gereedschapspaneel twee vakken met instellingen (Afb.5). Deze komen overeen met twee van de pictogrammen in het gereedschapspaneel, namelijk de pictogrammen Relight en Color Balance (beweeg langzaam met uw cursor over de pictogrammen om de namen te zien).
Dit is het fundament van LightZone; elk gereedschap dat we op een (deel van een) foto loslaten heeft zijn eigen paneel met instellingen. Deze panelen kunnen we verslepen om zo de volgorde van toepassing aan te passen. Met het kruisje rechts bovenin elk paneel kunnen we de bewerking verwijderen en met het vinkje ernaast kunnen we de bewerking tijdelijk uitschakelen om het effect ervan te zien.
Zo’n verzameling bewerkingen heet in LightZone een tool stack en deze wordt voor elke foto opgeslagen. Met de twee pictogrammen bij Lift Tools in de browser kunnen we nu elke collectie bewerkingen die we op foto A hebben toegepast in één keer loslaten op foto B. Da’s ideaal wanneer u meerdere foto’s onder de zelfde omstandigheden hebt gemaakt.

©CIDimport

10. Gereedschappen 1

Bij het bewerken van foto’s zult u vooral gebruikmaken van de tools in het gereedschapspaneel. Met de ZoneMapper hebt u al kennisgemaakt. Met het pictogram ernaast (Relight) passen we de belichting aan.
Vrijwel alle gereedschappen werken het zelfde: er zijn instellingen voor het specifieke gereedschap en er is een algemeen deel. In dit algemene deel vinden we Tool Settings en Color Selection. Bij Tool Settings kunnen we instellen hoe de bewerking wordt gemengd met het origineel (Blending Mode), wat allerlei speciale effecten mogelijk maakt. Tool Opacity bepaalt de mate waarin een bewerking wordt toegepast. Op Invert Mask komen we direct terug.
Voor het gebruik van Color Selection is het handig om ook het tabblad Color Mask te kiezen. We kunnen nu elk gereedschap loslaten op alle kleuren of slechts een enkele kleur. Deze kunnen we kiezen uit een aantal presets of in de foto aanwijzen met het druppelaar-pictogram. Met de schuifjes onderaan bepaalt u het helderheidsbereik van de gekozen tint en het kleurmasker bovenin toont u welk deel van de foto bewerkt zal worden (wit) of ongemoeid blijft (zwart). Door het zelfde gereedschap voor verschillende kleurmaskers toe te passen krijgt u onbeperkte controle over het eindresultaat (Afb.6).
Overigens kunt u alles wat u doet stapsgewijs ongedaan maken met de meervoudige Undo of in één keer met Revert.

©CIDimport

11. Gereedschappen 2

De volgende gereedschappen zijn achtereenvolgens Sharpen, Gaussian Blur, Hue/Saturation, Color Balance, White Balance, Black and White, Noise Reduction, Clone, Spot en Red Eyes. Met uitzondering van de laatste drie werken ze zoals u gewend bent van andere fotobewerkers én bieden ze kleurmaskers. Spot en Red Eyes laten u met één muisklik krasjes, stofjes en rode ogen corrigeren. Het Clone-gereedschap, ten slotte, werkt iets anders dan u wellicht gewend bent. U creëert eerst een vorm om het gebied dat u wilt vervangen (zie 12) en vervolgens sleept u het kruisje links bovenin de vorm naar het gebied waarmee u het wilt vervangen (Afb.7).

©CIDimport

12. Maskers

Omdat u niet elke bewerking op een hele foto wilt loslaten en kleurmaskers niet altijd volstaan kunt u ook vormmaskers maken. Elk masker hoort bij een bepaalde bewerking. Kies eerst de bewerking (bijvoorbeeld Relight) en maak de gewenste instellingen. Kies vervolgens het vierde pictogram bij Modes (Region Mode) en selecteer tot slot één van de maskervormen Polygon, Spline of Bezier. U kunt nu met muisklikken in de foto een maskervorm maken en eindigen door te dubbelklikken op het laatste punt. Door de binnenste rand van het masker te verslepen vervaagt u de vorm meer of minder. Wanneer u een masker aanklikt wordt het een stippellijn en kunt u hem kopiëren naar andere gereedschappen. Per gereedschap kunt u een masker ook inverteren (Afb.8).

©CIDimport

13. Stijlen opslaan

Als u een tool stack hebt gemaakt (zie 9) die u heel handig vindt kunt u deze ook als stijl opslaan. Daarvoor klikt u op het Plus-pictogram bij Styles. Vervolgens geeft u de stijl een naam, kiest u een bestemming en klikt u op Save. U kunt hem nu vervolgens ook direct vanuit de browser aanroepen.

Alhoewel we de belangrijkste aspecten van LightZone wel behandeld hebben valt er nog genoeg te ontdekken. Vooral het zelf maken van stijlen om foto’s massaal en snel te bewerken maakt LightZone tot een feest voor elke fotograaf.

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.