ID.nl logo
Waarom is tech zo goedkoop?
© Reshift Digital
Zekerheid & gemak

Waarom is tech zo goedkoop?

We leven steeds meer in een wegwerpmaatschappij. Vooral elektronica is fors in prijs gedaald. Prijsvechters als Action en Big Bazar doen goede zaken. Maar hoe komt al die tech goedkoop in de schappen? Welke prijs moeten wij daarvoor (uiteindelijk) betalen?

De jongere generatie heeft weinig moeite met het weggooien van spullen. De verleiding is dan ook groot: nooit eerder was er zoveel te koop, voor zo weinig geld. Dat de kwaliteit soms te wensen overlaat lijkt minder belangrijk. Een miskoop levert weinig financiële schade op. En als het stuk is koop je gewoon een nieuwe, zo heerst de gedachte. Als een apparaat kapot gaat pakt alleen een enthousiaste hobbyist de soldeerbout er nog bij. Veel vaker wordt een complete printplaat vervangen. Fabrikanten en importeurs doen nog minder moeite en ruilen een defect apparaat veelal om voor een nieuw exemplaar. Een vakman laten voorrijden loont de moeite niet. Maar waarom is elektronica zo goedkoop? Veel vingers wijzen naar China waar productie door de lage lonen goedkoop is, en – door het ontbreken van milieu- en veiligheidsregels – ook een stuk gemakkelijker. Maar dat is niet de enige verklaring voor de prijzenslag.

©PXimport

De Prijsvechter

De driedelige documentaireserie ‘De Prijsvechter’ van de VPRO geeft een leuk inkijkje in de wereld van prijsvechters. De serie, gemaakt door Roland Duong en Marijn Frank, die je misschien kent van de Keuringsdienst van Waarde, is begin 2017 uitgezonden en online terug te kijken. Ze volgen onder meer het spoor van een spotgoedkoop windlichtje - een plastic lantaarn met led-kaars - van een Action-filiaal terug naar China. Hoe massaal daar wordt geproduceerd zien we als ze Shantou bezoeken, de ‘speelgoedhoofdstad’ van de wereld, waar meer dan 3.000 speelgoedfabrieken zijn. Tachtig tot negentig procent van het speelgoed van de wereld komt er vandaan. China kent veel van dit soort productiesteden. Hoewel nog steeds veel werknemers worden uitgebuit en soms met duizenden naast elkaar de nacht in een slaapzaal naast de fabriek doorbrengen, zien we ook dat de welvaart toeneemt en de werkomstandigheden langzaam verbeteren.

Iedereen naar China

Het zijn niet alleen de lage lonen die China tot de fabriek van de wereld maken. De meeste componenten voor smartphones, pc’s en andere consumentenelektronica worden óók in China of een buurland gemaakt. Om zo’n apparaat in andere landen te assembleren zou flinke logistieke problemen opleveren en meer geld kosten. Ook gekwalificeerd personeel is in China veel gemakkelijker te vinden. Het begint zelfs steeds meer een kenniseconomie te worden. Er lijkt geen weg meer terug. Het heeft voor een industriële leegloop in andere landen gezorgd. Ook de Nederlandse regio’s die vóór 1988 floreerden in de maakindustrie kregen grote klappen sinds China op de wereldmarkt is. Economen spreken niet voor niets van een ‘China shock’. Veel spullen die in Nederland werden gemaakt zijn uit de markt gedrukt door China. De laatste tijd willen echter steeds meer landen de eigen economie beschermen, bijvoorbeeld door handelsbarrières op te werpen en importtarieven in te stellen. De Verenigde Staten met president Donald Trump lopen daarbij voorop. In Nederland zou het deels de ‘ruk naar rechts’ verklaren.

Grondstoffen belangrijk(er)

Wat de aantrekkingskracht van China nog groter maakt is de zeer ruime beschikbaarheid van belangrijke grondstoffen. China is bijvoorbeeld een belangrijke producent van germanium, wolfraam en antimonium en één van de grootste producenten van grafiet, een belangrijk ingrediënt voor accu’s. Van een groep zeldzame grondstoffen, waaronder het gewilde Neodymium, maar ook Lanthaan, Dysprosium en Cerium produceert China wereldwijd met ruim 97 procent veruit het meest. Voor de productie van consumentenelektronica, maar ook bijvoorbeeld windturbines, zonnecellen en elektrische auto’s zijn die grondstoffen essentieel. Zo bevat een Toyota Prius bijvoorbeeld twee kilo Neodymium in de elektromotor en vijftien kilo Lanthaan in de speciale batterijen. China slaagde er lang tijd in de export van die zeldzame grondstoffen te beperken. Alleen door naar China te verhuizen konden bedrijven de grondstoffen tegen de veel lagere lokale prijs krijgen. Ook diesel en elektriciteit worden er tegen bodemprijzen aangeboden, bijna nergens kan het goedkoper. Het zijn tegenwoordig niet de arbeidskosten, maar juist de grondstofprijzen die de winstmarge bepalen.

Miniaturisatie

Een belangrijke historische reden voor het goedkoper worden van elektronica is natuurlijk de snelle technologische vooruitgang, zeker op het gebied van chips. Gordon Moore, een van de oprichters van chipfabrikant Intel, riep het al in 1965. De Wet van Moore, wat eigenlijk meer een voorspelling was, stelt dat het aantal transistors in een geïntegreerde schakeling door de technologische vooruitgang grofweg elk jaar (in 1975 bijgesteld naar elke twee jaar) verdubbelt. De chips worden dus elke twee jaar twee keer zo klein. Maar dat niet alleen: de nieuwe generaties zijn ook zuiniger, sneller, functioneler en goedkoper dan hun voorgangers. De economische levensduur is kort waardoor producten relatief snel worden vervangen. Inmiddels is dit wel flink geremd: de industrie loopt tegen de grenzen aan van wat er mogelijk is met de huidige technologieën. De stroomdraadjes worden bijvoorbeeld bijna te dun (zo’n 14 nanometer) om nog goed te kunnen werken. Er zit nog een beetje rek in, maar door de complexere productie en hogere kosten levert het weinig winst op. Een belangrijkere ontwikkeling is dat chips naast digitale functies als rekenkracht en geheugen ook steeds meer analoge functies bevatten. Denk aan antennes voor draadloze communicatie (zoals wifi, bluetooth en gps) en diverse sensoren. Je hoort daarom soms de term More than Moore. Veel elektronica wordt dankzij zulke chips opgebouwd rondom één centrale chip, ook wel system-on-a-chip (SoC) genoemd. Zulke ‘ingebedde’ systemen vind je in steeds meer producten, waaronder naast smartphones en tablets ook bijvoorbeeld ip-camera’s, kopieermachines en wasmachines.

©PXimport

Massaproductie

Wat je in het groot kan maken is goedkoper. Machines nemen het merendeel van het werk uit handen. De paar werknemers die nog nodig zijn werken efficiënt aan één taak. Behalve de producten zelf rollen ook de onderdelen die daarin worden gebruikt ergens massaal van de band. Zo zijn veel smartphones bijvoorbeeld rondom een Snapdragon (SoC) van Qualcomm gebouwd. Zijn de investeringskosten voor een productielijn eenmaal terugverdiend, dan kan de prijs nog verder omlaag. De goedkoopste tv’s en monitoren zijn altijd die met de meest gangbare schermdiagonaal. Voor handelaren geldt ook de wet van de grote getallen. Ze krijgen alleen de laagste prijs als ze massaal inkopen. Het gevolg is een stuwmeer aan goedkope spullen, die allemaal verkocht moeten worden. Gaat de verkoop toch minder dan verwacht? Dan gaat de prijs omlaag om de vraag te stimuleren, zoals recent nog bij de 3d-tv. China helpt ook graag een handje mee: zo verstrekt de overheid een subsidie van 13 procent op huishoudelijke artikelen als wasmachines, koelkasten en televisietoestellen en krijgen kopers van een elektrische auto in sommige steden (van Chinese afkomst uiteraard) zelfs 32 procent korting. Verder zorgt een stevige concurrentie tussen fabrikanten zelf voor prijsschommelingen. De smartphone is daarvan een goed voorbeeld. Door die marktwerking worden smartphones op het moment overigens duurder (zie kader). Er is weliswaar veel aanbod, maar ook genoeg vraag én er zijn genoeg mensen die het grote bedrag ervoor over hebben.

Smartphones steeds duurder

Er lijkt een einde te komen aan prijsdalingen bij smartphones. Volgens onderzoeksbureau GfK zal de gemiddelde prijs van smartphones dit jaar met zes procent stijgen. Sinds 2015 zijn de adviesprijzen al zo’n zeven procent gestegen, ongeveer zes procent na inflatiecorrectie. Toestellen blijken ook waardevaster: de prijs daalt minder snel dan voorheen. De voornaamste reden is marktwerking. Als er voldoende mensen zijn die een hogere prijs willen betalen, dan zullen fabrikanten die ook gewoon vragen. Als de prijs te hoog is en de telefoon verkoopt daardoor veel minder, dan zal die prijs vermoedelijk snel dalen. De winstmarge blijft overigens op hetzelfde niveau. Kijk je slechts naar de productiekosten van smartphones dan ligt die winstmarge voor fabrikanten als Apple en Samsung doorgaans tussen 60 en 70 procent. De iPhone X is daarop geen uitzondering, zo blijkt uit recente analyses. Je krijgt wel steeds meer voor hetzelfde geld: toestellen worden volgepropt met functies. Als je het op die manier bekijkt worden smartphones dus toch nog goedkoper.

Lage verzendkosten

Bij een webshop in Nederland betaal je vrij stevige verzendkosten, zelfs als die winkel bij jou om de hoek zit. Opvallend genoeg geldt dat niet voor Chinese webwinkels. Zelfs als je een kabeltje van een paar euro koopt hoef je geen verzendkosten af te rekenen. Hoe kan dit nu precies? Inmenging van de Chinese overheid speelt hierbij een grote rol. Zij wil graag een economische grootmacht worden en houdt de exportkosten daarom zo laag mogelijk (terwijl ze met hoge importkosten vaak juist de eigen markt beschermt). Dat kan ze ook gemakkelijk, want China Post - de grootste vervoerder - is een staatsbedrijf. Verkopers betalen uiteraard verzendkosten, maar dat gaat om lage bedragen. Sommige webshops verkopen dusdanig grote aantallen dat ze speciale prijsafspraken kunnen maken. Wat ook helpt is dat er geen haast achter zit. Het is prima als een pakje pas na enkele weken wordt bezorgd. Dus er wordt gewacht tot een container gevuld is voor vervoer per schip. Veel fabrieken staan al dicht bij een haven. De Chinese postbedrijven moeten uiteraard wel afspraken met de Nederlandse postbedrijven maken. Maar omdat China als ontwikkelingsmarkt wordt aangemerkt krijgen Chinese vervoerders veel korting. Je betaalt de verzendkosten uiteindelijk natuurlijk wel zelf, maar het zit al bij de prijs in. Let wel op mogelijke extra kosten voor invoerrechten en btw, bij bedragen boven de 22 euro.

Pas op voor miskoop

Door de lage prijzen moet je zelf steeds beter opletten: de tussenhandel probeert er een slaatje uit te slaan. Een treffend voorbeeld is de Mixxar Flashlight Q250 die vorig jaar even een hype was. De ‘militaire’ zaklamp, te koop voor zo’n 50 euro, zou gebruik maken van techniek die recentelijk door het leger is vrij gegeven. De specificaties liegen er niet om: het lampje zou een waanzinnig hoge lichtopbrengst hebben (4.000 Lumen) en extreem hoog bereik (3.000 meter). Later werden die specificaties overigens drastisch naar beneden bijbesteld. Dat bleek ook hard nodig, getuige de testen op onder meer www.ledscherp.nl en Knives and Tools. De lampjes bestaan uit louter een aluminium behuizing, een led, 3 AAA-batterijen en een verschuifbare focus. De gebruikte led’s zijn al jaren oud en de batterijen zijn bij lange na niet krachtig genoeg om dergelijke prestaties te leveren. In China zijn vergelijkbare zaklampjes voor zo’n vijf euro te koop. De meeste zaklampen komen uit de Chinese havenstad Ningbo dat ook wel de ‘zaklamphoofdstad’ van de wereld wordt genoemd. Meer dan een miljoen mensen werken er in de zaklampenindustrie.

Kantelpunt lijkt bereikt

Een neveneffect van de sterke groei van de economie in China is dat het zelf steeds meer een consumptiemaatschappij aan het worden is. Lonen stijgen en het wordt voor fabrieken lastiger om personeel te vinden. Ook dreigen er tekorten, die in sommige gevallen overigens tijdelijk zijn. Zo zorgen de nieuwe randloze schermen in smartphones en de Europese honger naar mega-tv’s voor een tekort aan schermen. In China wordt momenteel een groot aantal fabrieken voor schermen gebouwd, vooral om aan de Chinese vraag te voldoen, die over een paar jaar juist weer een overproductie hebben. Door de opmars van elektrisch rijden zijn er snel veel meer accu’s nodig. Fabrieken schieten uit de grond in met name Azië en de Verenigde Staten. Er dreigt wel een ander tekort, dat ironisch genoeg in eerste instantie de groene initiatieven als elektrisch rijden en windturbines lijkt te raken: belangrijke grondstoffen raken op.

©PXimport

Grondstoffen schaarste

Grondstoffen zijn voor productielanden van enorm belang, waardoor ook China veel buiten de eigen grenzen investeert, met name in Zuid-Amerika en Afrika. De grondstoffen zijn er weliswaar vaak wel, maar het kost veel te veel energie om ze te winnen, omdat de stoffen te diep zitten of de concentraties te laag zijn. Ook levert het grote milieuschade op. Er wordt zelfs al naar de zeebodem en andere planeten gekeken als toekomstige vindplaatsen. Nu grondstoffen schaars worden, en prijzen stijgen, wordt het rendabel ze opnieuw te gebruiken. Er ligt genoeg: Milieu Centraal becijferde dat van de drie miljoen mobieltjes die stof verzamelen in onze ladekastjes 15.000 gouden trouwringen gemaakt kunnen worden. Door te recyclen krijgt de economische groei een stabiele basis. Niet voor niets spreekt Europa steeds meer over de wens voor een circulaire economie. Er zijn talloze initiatieven op dat vlak. Ook om andere redenen wordt de discussie over duurzaamheid steeds vaker gevoerd. Overal op aarde zijn inmiddels de sporen van de mens zichtbaar. Treffende voorbeelden daarvan zijn de plastic soep en broeikasgassen. Geologen spreken daarom zelfs over een nieuw tijdperk: het Antropoceen, ofwel het tijdperk van de mens. Helaas is dat óók de prijs die we betalen voor onze elektronica.

©PXimport

Conclusie

China drijft al lang niet meer op oude ambachten. Bijna alles wordt gemaakt in het land, dat inmiddels de fabriek van de wereld wordt genoemd. De lage lonen hebben dit aangejaagd maar zeker zo belangrijk zijn de ruime beschikbaarheid van belangrijke grondstoffen en de subsidies op energie, grondstoffen en vervoer. China doet er zelf immers ook alles aan om een wereldmacht te worden. Dit, en de razendsnelle technologische ontwikkelingen, zorgen ervoor dat prijzen voor elektronica door de jaren heen fors zijn gedaald. Door de hoge lonen hier is reparatie zelden interessant. Ook is een apparaat voordat je het weet al weer opgevolgd door een beter, goedkoper en zuiniger model. De technologische ontwikkelingen gaan tegenwoordig wel een stuk minder hard. Er zijn snel nieuwe technologische innovaties nodig om het proces in stand te kunnen houden. Daarnaast dreigen snel tekorten aan belangrijke grondstoffen. We moeten daarom zuiniger omgaan met onze bronnen. Grote kans dat de innovaties ook uit China gaan komen: het land kopieert niet alleen, het innoveert tegenwoordig ook, met dank aan de zeer sterke kenniseconomie die het heeft opgebouwd.

▼ Volgende artikel
Review Eufycam S4 – Meest flexibele en uitgebreide camerasysteem
© Wesley Akkerman
Zekerheid & gemak

Review Eufycam S4 – Meest flexibele en uitgebreide camerasysteem

In de basis lijkt de Eufycam S4 op de eerder gelanceerde Eufycam S4 Max. Maar dit nieuwe camerasysteem biedt een groot voordeel: je hebt geen kabels nodig. Stroom krijg je via een zonnepaneeltje, terwijl de data draadloos via wifi geregeld wordt. Dat mag wat kosten: de set met twee cameramodules en de Homebase 3 kost 699 euro.

Fantastisch
Conclusie

Laten we er niet omheen draaien: de prijs is vrij fors. Maar wat ons betreft is het pakket dat wel waard dankzij het geavanceerde dual-camerasysteem. Je bent daarnaast niet gebonden aan één opslagmethode of een cloudopslagdienst, en kunt op de langere termijn kosten besparen. Ook heb je dankzij de zonnepanelen en de oplaadbare accu's niets te maken met ingewikkelde kabels, waardoor je de S4 echt ophangt waar je maar wilt. Verder is 24/7 opnemen gewoon een optie. De aanpasbaarheid in opslag, stroom en functies maakt het daarom een waardevolle investering.

Plus- en minpunten
  • Geavanceerd dual-camerasysteem
  • Goede beeld- en geluidskwaliteit
  • Vier soorten herkenning
  • Toegankelijke applicatie
  • Geen cloudopslagdienst nodig
  • Uitgebreid, flexibel, aanpasbaar
  • Opties voor energiebeheer
  • Forse aanschafprijs

De EufyCam S4 combineert twee camera's in één behuizing voor uitgebreide buitenbeveiliging. Bovenaan zit een vaste 4K-groothoeklens (van 130 graden) die continu een breed gebied overziet. Zodra die camera een gebeurtenis detecteert, geeft hij een signaal aan de onderste camera. Dat is een pan-tilt-zoomlens (PTZ) die 360 graden kan draaien en tot 8x kan inzoomen. De PTZ-camera volgt het bewegende doelwit automatisch, waardoor de Eufycam S4 zowel een goed overzicht als gedetailleerde ingezoomde tracking biedt.

Het systeem werkt daarnaast zelfstandig via wifi, maar je kunt het ook koppelen aan de Homebase 3. Zonder HomeBase kun je de beelden lokaal opslaan op de 32 GB aan interne opslagruimte of een microSD-kaart van 256 GB. De Homebase breidt die optie uit tot 16 TB (via een los te kopen harde schijf) en is daarnaast het slimme brein dankzij Bionic Mind AI. Die lokale AI zorgt voor snelle gezichtsherkenning en onderscheidt mensen, voertuigen en huisdieren. Ook kan het de beelden van meerdere camera's aan elkaar koppelen binnen hetzelfde netwerk.

©Wesley Akkerman

Op de bovenkant kun je het zonnepaneel monteren. Achterop zit de accu, die je eruit kunt halen om op te laden.

Stroomtoevoer geen obstakel

Standaard werkt de Eufycam S4 op een accu en neemt hij alleen op bij detectie. In het pakket dat wij testen zit standaard een zonnepaneel van 5,5 watt. Als dat één uur zonlicht vangt, kan de gekoppelde camera (via het enige draadje dat je nodig hebt) een dag draaien. Je kunt het paneel direct op de camera bevestigen, maar ook om een hoekje plaatsen als daar meer zonlicht is. Daar is de kabel lang genoeg voor. Wil je 24/7 opnemen? Ook geen probleem, maar in dat geval moet je wél kabels gaan trekken. Dan moet de S4 namelijk altijd aan kunnen staan.

Het mooie aan de accu van de Eufycam S4 is dat de fabrikant die zo flexibel mogelijk inrichtte. Niet alleen kun je de camera gewoon met een normale usb-c-kabel opladen (als er even geen zonlicht is), ook kun je de batterij uit de behuizing halen. Daar zit namelijk ook een usb-c-poort op, waardoor je het systeem niet helemaal uit elkaar hoeft te halen als de accu leeg is. Ook handig: zodra de batterij achteruitgaat, kun je die dus heel gemakkelijk vervangen (tenminste, voor zolang Eufy die los aanbiedt, maar dat zal voorlopig nog wel even het geval zijn).

©Wesley Akkerman

De Homebase 3 (S380) waarmee je veel AI-functies ontgrendelt en de lokale opslag tot 16 TB kunt uitbreiden.

Indringers afschrikken

Houd er overigens rekening mee dat je de Eufycam S4 wel echt op zijn plek zult moeten monteren. Daarbij moet ook worden geboord; geen nadeel, maar wel een kanttekening. De Eufy-app leidt je daarna soepel door de installatie. Voor detectie gebruikt de camera een combinatie van radar en een passieve infraroodsensor (PIR), wat nauwkeuriger is en zelfs afstand kan meten. Om indringers af te schrikken, is de IP65-weerbestendige camera uitgerust met felle ledlampen (voor nachtzicht in kleur), een luide 105dB-sirene en rood-blauwe waarschuwingslichten.

Hoewel de Eufycam S4 automatisch werkt, kun je gelukkig ook een hoop dingen zelf aansturen via de app. Zo kun je de kantel- en draaicamera zelf met pijltjestoetsen bedienen als je iets niet vertrouwt en thuis of buitenshuis even iets wilt controleren. Ook kun je het alarm en de lampen aanzetten wanneer je dat nodig acht. Verder kun je van alles instellen via de overzichtelijke app, zoals privacyschermen, het gebied waarin de camera bewegingen meeneemt, antidiefstaldetectie, activiteitenzones en zowel energie- als videobeheer.

©Wesley Akkerman

De camera's nemen overdag en 's avonds in kleur op. In het middelste screenshot zie je de directe bediening.

Eufycam S4 kopen?

Uit onze praktijkervaring blijkt dat de Eufycam S4 precies doet wat hij belooft. Zodra er een persoon wordt geregistreerd, volgen de camera's onderop de beweging totdat die persoon uit beeld is. Dat gaat moeiteloos en geruisloos (ook niet geheel onbelangrijk). Je krijgt hier bovendien op tijd melding van en via de app kun je alle beelden in haarscherpe kwaliteit en met voldoende kleur volgen. Je moet de camera's wel wat hoger ophangen, aangezien hij stopt met volgen zodra het onderwerp binnen één meter afstand is. Doe je dat niet, dan creëer je als het ware een dode hoek.

De prijs is fors, maar wat ons betreft is het pakket dat bedrag wel waard dankzij het geavanceerde dual-camerasysteem. Je bent daarnaast niet gebonden aan één opslagmethode of een cloudopslagdienst, en kunt op de langere termijn kosten besparen. Daarnaast heb je dankzij de zonnepanelen en de oplaadbare accu's niets te maken met bekabeling, waardoor je de S4 echt ophangt waar je maar wilt. Verder is 24/7 opnemen gewoon een optie. De aanpasbaarheid in opslag, stroom en functies maakt het daarom een waardevolle investering.

▼ Volgende artikel
Review Samsung The Frame Pro – Hoeveel beter is de Pro-versie écht?
© Samsung
Huis

Review Samsung The Frame Pro – Hoeveel beter is de Pro-versie écht?

Lifestyle-tv's zijn populair en Samsung weet dat als geen ander. The Frame, een tv die ook dienstdoet als kunstkader, is een succes. Nu ook Hisense en TCL een gelijkwaardig concept op de markt hebben, heeft de Koreaanse fabrikant een verbeterde versie klaarstaan.

Goed
Energy label
Conclusie

The Frame Pro is ideaal als stijlvolle muur-tv dankzij het matte scherm en de draadloze One Connect Box. De helderheid en kleur zijn verbeterd, maar het contrast blijft wat teleurstellen. Gamers moeten rekening houden met extra input-lag via de One Connect Box; de micro-HDMI is beter, maar minder praktisch. De tv oogt het mooist met heldere content en heeft een complete smart-omgeving. Wel is hij duidelijk duurder dan de gewone The Frame.

Plus- en minpunten
  • Mat scherm weert reflecties
  • Goede piekhelderheid, degelijk contrast
  • Slank design, verwisselbaar kader
  • Wandbeugel én voet bijgeleverd
  • Wireless One Connect Box
  • Goede beeldverwerking
  • Vijf HDMI 2.1-aansluitingen en gaming-features
  • One UI/Tizen smart-tv met zeven jaar updates
  • Apple AirPlay 2 en Google Cast
  • Ingebouwde Art Store
  • Lokale dimming levert beperkte verbetering
  • Matige geluidskwaliteit
  • Geen ondersteuning voor Dolby Vision of DTS-audio
  • Hogere input-lag via de draadloze One Connect Box
  • Prijzig
Samsung QE65LS03F The Frame Pro

Prijs: 1899 euro
Wat: Ultra HD 4K, 144 Hz, Edge QLED LCD-tv met lokale dimming
Schermformaat: 65 inch (139 cm)
Aansluitingen: 5x HDMI (5x v2.1 (48 Gbit/s), eARC, ALLM, VRR, 4K144), 2x usb, 1x usb-C, 1x optisch digitaal uit, 2x antenne, bluetooth, ethernet, wifi 5 (802.11ac), wireless One Connect Box
Extra’s: HDR10, HLG, HDR10+ Adaptive, One UI Tizen 9, AirPlay 2, Google Cast, usb/DLNA-mediaspeler, DVB-T2/C/S2, dual tuner, CI+-slot, NQ4 AI Gen3-processor, Art Store, verwisselbaar kader
Afmetingen: 1457 x 867 x 257 mm (incl. voet)
Gewicht: 22 kg (incl. voet)
Energieverbruik: SDR 112 kWh/1000h (F) / HDR 211 kWh/1000h (G)

Het kader aan de muur

The Frame Pro is expliciet ontworpen om aan de muur te hangen. De rug is immers helemaal vlak, en een superslanke muurbeugel is inbegrepen. Het ontwerp oogt als een minimalistisch kunstwerk, met een smal zwart frame rond het beeld. Met behulp van een magnetisch kader dat over het zwarte frame gaat, geef je de behuizing een witte of houtkleurige uitstraling. Een teakhouten kader wordt overigens meegeleverd.

Zet je de tv toch liever op een tv-meubel, dan hoef je daar geen extra spullen voor aan te schaffen; er zitten namelijk ook voetjes in de doos. De bevestiging aan het toestel is schroefloos en kan in twee posities: een hoge of lage bevestiging, zodat je eventueel een soundbar onder het scherm kunt plaatsen. De stabiliteit van de plastic voetjes laat wel iets te wensen over; bij zijdelingse druk is er duidelijk beweging merkbaar.

©Samsung

Aansluitingen

De One Connect Box is al jaren een kernonderdeel van het The Frame-concept: alle aansluitingen zitten in een externe unit, zodat er naar de tv zelf slechts één dunne kabel loopt. Bij The Frame Pro is dat idee verder doorgetrokken. De verbinding tussen de tv en de One Connect Box verloopt nu draadloos, waardoor je alleen nog een stroomkabel naar het scherm hoeft te leiden, en die laat zich doorgaans vrij gemakkelijk wegwerken. In de draadloze Connect Box vind je vier HDMI 2.1-poorten, twee usb-poorten, ethernet, wifi 5, bluetooth, een optische uitgang en een DVB-T2/C/S2-tuner met CI+-slot. Samsung claimt een draadloos bereik tot 10 meter zonder kwaliteitsverlies; in onze test ging 6 meter inderdaad probleemloos. Een stevige muur ertussen zorgde echter af en toe voor korte beelduitval.

Voor gamers is het een gemengd verhaal. De HDMI-poorten ondersteunen 4K144, ALLM en VRR (HDMI VRR, AMD FreeSync en NVIDIA G-Sync compatible), en poort 3 biedt ARC/eARC. Maar de draadloze verbinding zorgt wel voor extra vertraging: in 4K60 zagen we een input-lag van zo'n 40 à 45 ms. Om dat te omzeilen heeft Samsung op de tv zelf een micro-HDMI-aansluiting geplaatst die dezelfde gamefuncties ondersteunt. Daarmee daalde de input-lag naar 13,5 ms bij 4K60 (en 8,5 ms bij 2K120). Niet heel elegant, maar wel effectief. Daarnaast zit er op de tv ook nog een usb-c-poort, bedoeld voor bijvoorbeeld een webcam.

Lees ook: Review Samsung QE55LS03B The Frame – Kunstwerk én tv

De One UI/Tizen smart-tv

Eén ding moet je Samsung nageven: ze leveren een indrukwekkende hoeveelheid functies in hun smart-tv-omgeving. Dat vereist wel een goede organisatie, maar die heeft Samsung ondertussen wel onder de knie. Het startscherm toont alles wat met tv-kijken en streaming te maken heeft. Centraal in beeld vind je de laatst gespeelde bron en aanbevelingen (uit Samsung TV Plus). Onderaan staat een rij met favoriete apps die je naar voorkeur kunt ordenen en aanpassen. Je kunt ook live-tv en HDMI-ingangen in deze rij plaatsen. Scrol verder naar beneden en je vindt rijen met aanbevelingen per app. Verwijder je een app uit de rij met favorieten, dan verdwijnt ook de rij met aanbevelingen uit die app.

Naast een erg ruim app-aanbod ondersteunt deze Samsung ook AirPlay 2 en Google Cast. Via de pictogrammen links op het startscherm kun je naar Daily+ navigeren, waar je alle functies vindt die minder met tv-kijken te maken hebben. Denk aan SmartThings (de IoT-omgeving), Workspace (allerlei functies voor computergerelateerd werk op de televisie), Philips Hue, Samsung Food en Fitness-apps. De Art-sectie bespreken we verderop.

De afstandsbediening is de vertrouwde Samsung-remote, maar deze keer in het wit. Hij is klein en eenvoudig vormgegeven, met een ingebouwde oplaadbare batterij en een fotovoltaïsch paneel aan de achterkant. Leg je hem met dat paneel naar boven, dan laadt hij vanzelf op via omgevingslicht. Voor een snellere laadbeurt is er ook een usb-c-poort aanwezig. De toetsen voelen prettig aan en hebben een lichte, precieze aanslag. Door het beperkte aantal knoppen is de bediening snel te doorgronden. De instellingenknop linksboven opent niet alleen het instellingenmenu, maar ook de kleur- en nummertoetsen.

©Eric Beeckmans | ID.nl

Kunst in overvloed

Om de kunstfunctie waar te maken, biedt Samsung sinds de eerste generatie van The Frame een eigen kunst-app. Navigeer op het startscherm naar links en open daar de Art-sectie. Je krijgt toegang tot meer dan 3000 kunstwerken, afkomstig uit grote musea en uiteenlopende collecties, van klassieke meesters tot moderne kunst en fotografie. Toegang tot de volledige Art Store kost 4,99 euro per maand, al zijn de eerste drie maanden gratis. Wie niet wil betalen, kan gebruikmaken van het gratis aanbod Art Streams, met elke maand dertig nieuwe werken rond een thema. Daarnaast zijn er nog andere opties: zo kun je je eigen foto's tonen met behulp van vooraf gemaakte sjablonen. The Frame Pro functioneert op die manier als een fraai digitaal fotokader. Wie iets speelsers wil, kan kiezen voor AI-gegenereerde kunst: selecteer een aantal sleutelwoorden uit een vaste lijst en de tv genereert een passend beeld.

De SmartThings-app is daarbij een handige aanvulling, vooral om door de Art Store te bladeren. Je kunt sorteren op artiest, genre, medium, kleur, museum, thema of populariteit. Via de instellingen pas je bovendien het gedrag van de Art Mode aan. Zo kun je helderheid en kleurtemperatuur finetunen en instellen hoe de tv omgaat met de ingebouwde bewegings- en lichtsensor. De Art Mode schakelt automatisch uit wanneer er geen beweging wordt gedetecteerd of het licht wegvalt. Dat is zinvol, want de Art Mode verbruikt nog steeds stroom, doorgaans tussen de 60 en 90 watt.

Mat scherm oogt als papier

Een van de grootste troeven van The Frame Pro is het matte scherm. Dat heeft twee duidelijke voordelen. Allereerst heb je nauwelijks last van reflecties. Zwakke lichtbronnen verdwijnen bijna volledig en zelfs fel of direct licht wordt sterk verzacht en uitgesmeerd. Daardoor blijft het beeld goed zichtbaar in ruimtes waar gewone tv's snel hinder ondervinden. Daarnaast versterkt het matte scherm de kunstbeleving. Het beeld oogt minder als een helder, glimmend display en meer als papier, wat vooral bij klassieke kunst heel mooi werkt. Er is wel een keerzijde: een mat scherm drukt het contrast iets. En precies daar komen we uit bij het volgende punt.

©Samsung

Beeldkwaliteit

De meest opvallende verbetering van The Frame Pro is de overstap naar Neo QLED-achtergrondverlichting. In theorie levert dat niet alleen rijkere kleuren op dankzij de Quantum Dots, maar ook beter contrast door local dimming. In de praktijk blijkt die uitvoering echter beperkt: Samsung gebruikt edge-ledverlichting, waarbij de leds alleen langs de onderrand van het scherm zitten. De local dimming werkt daardoor alleen in 24 verticale kolommen. Dat is beduidend minder verfijnd dan echte full-array local dimming.

Het VA-paneel zelf heeft een behoorlijk eigen contrast van ongeveer 4.500:1. Maar omdat de dimming slechts in kolommen werkt, kan de tv dat contrast in testpatronen nauwelijks verbeteren. Dat zie je terug in films: de zwarte balken boven en onder het beeld blijven zichtbaar grijs, donkere scènes worden nooit echt diepzwart en heldere details – zoals sterren – kunnen plaatselijke halo's veroorzaken. Met andere woorden: op het gebied van contrast is de vooruitgang beperkt.

Op helderheid scoort de The Frame Pro wél merkbaar beter. In Filmmaker Mode (HDR) haalt hij een piek van 926 nits op een venster van 10% en ongeveer 697 nits op een volledig wit scherm. Dat is een forse stap vooruit ten opzichte van de vorige The Frame, die rond de 500 nits bleef hangen. De Quantum Dots leveren bovendien een breed kleurbereik van 94% P3. De kalibratie in Filmmaker Mode is over het algemeen uitstekend, al ogen sommige tinten wat te helder en verliezen ze daardoor nuance. Bij SDR presteert The Frame Pro eveneens goed, al kunnen rode tinten en huidkleuren soms wat flets overkomen. In zowel SDR als HDR blijft het zwartdetail wel netjes behouden. 

©Samsung

Zeer goede beeldverwerking, matige audio

The Frame Pro maakt gebruik van dezelfde rekenmodule als topmodel S95F: de NQ4 AI Gen3-processor. Die levert zichtbaar mooie resultaten, met goede deinterlacing, sterke ruisonderdrukking en nette upscaling. De bewegingsscherpte van het paneel zelf is echter wat beperkt, waardoor snelle voorwerpen soms een lichte dubbele rand krijgen. Motion interpolation werkt wel overtuigend; de processor grijpt snel en meestal correct in, zonder opvallende artefacten. De AI-modus kun je beter uitgeschakeld laten; die zorgt zelden voor een aantrekkelijk beeld.

Ondanks het slanke ontwerp heeft Samsung een 2.0.2-audiosysteem met 40 watt vermogen ingebouwd. Dat klinkt op papier aardig, maar in de praktijk ontbreekt vooral bas, waardoor muziek aan warmte en body verliest. De hoogtekanalen voegen weinig toe en het surround-effect blijft mager, zelfs met Dolby Atmos-bronnen. Voor dagelijks tv-kijken zijn de dialogen helder genoeg, maar wie ook muziek of films met impact wil horen, ontkomt eigenlijk niet aan een soundbar.

Conclusie

Als lifestyle-tv blijft The Frame Pro een aantrekkelijke keuze met een paar duidelijke troeven. Het matte scherm geeft kunst een overtuigende, bijna papieren uitstraling en houdt hinderlijke reflecties goed tegen. De draadloze One Connect Box maakt ophangen aan de muur bovendien bijzonder eenvoudig.

De stap vooruit ten opzichte van de gewone The Frame zit vooral in helderheid en kleurweergave. Het contrast blijft echter achter, en dat is jammer: een sterker zwartniveau had The Frame Pro echt naar een hoger niveau getild. Voor gamers is dit toestel ook niet ideaal: de draadloze verbinding zorgt voor merkbare input-lag. De micro-HDMI-poort op de tv zelf biedt wel een snellere optie, maar is minder praktisch.

De tv komt het best tot zijn recht met heldere beelden en kunstweergave. De kalibratie en beeldverwerking zijn uitstekend, en de Tizen-interface biedt een ruim app-aanbod, inclusief AirPlay 2 en Google Cast. Het prijskaartje blijft wel aan de hoge kant; je betaalt duidelijk extra voor de lifestyle-uitstraling.