ID.nl logo
SSD kopen: dit zijn de beste solid state drives
© PXimport
Zekerheid & gemak

SSD kopen: dit zijn de beste solid state drives

De specificaties van solid state drives of ssd’s zijn even eenvoudig te volgen als die van routers, maar nog meer dan bij die kastjes die het internet magisch door de lucht weten te versturen liggen de werkelijke prestaties ver uiteen. Wij frissen de basiskennis over ssd’s op, en zoeken de beste voor je uit.

Het staat niet ter discussie dat de komst van de ssd de grootste impact heeft gehad op het snelheidsgevoel van onze bekende huis-, tuin- en keukencomputer of laptop. Zij die nog twijfelen aan het concept en nog met een mechanisch rondjes draaiende harde schijf werken zouden we adviseren dat het nu toch echt eens tijd is. Dat de doorbraak bij het grote publiek lang heeft geduurd is wel begrijpelijk; een computer met ‘500GB-schijf’ klonk voor veel mensen toch aantrekkelijker dan ‘250GB-schijf’, ongeacht hoe veel sneller de ssd-techniek was. En ook het prijsverschil speelde een rol natuurlijk. Het bewustzijn rondom ssd’s is inmiddels een stuk beter, al zien we tot onze spijt nog veel instapsystemen zonder ssd. Hoewel we in dit artikel ingaan op de onderlinge verschillen willen we duidelijk stellen dat elke recente ssd beter is dan geen ssd.

Verschillende soorten ssd’s

Los aangeschafte ssd’s dienen zowel als basis voor een nieuw systeem, of als upgrade voor een bestaand systeem of laptop. Maar voor we ons inhoudelijk verdiepen is het belangrijk om onderscheid te maken tussen de fysieke aansluiting van een ssd en het protocol waarmee vervolgens tussen je computer en de schijf wordt gecommuniceerd. Een ssd sluit je normaliter aan op een sata- of m.2-aansluiting op je moederbord, de gangbare aansluitingen. Recente systemen hebben meestal een m.2-slot, maar voor computers zonder zo’n aansluiting leveren sommige fabrikanten van m.2-ssd’s een insteekkaart waarmee de ssd fysiek kan worden aangesloten op pci-express-sloten (waar normaliter videokaarten en dergelijke ingaan).

Sata is een redelijk bejaarde aansluiting waarmee we al jaren onze mechanische harde schijven aan de computer koppelen, en ook de eerste ssd’s sloten we daar eenvoudig op aan. Praktisch, want bij een ssd-upgrade hoefde je je zelden zorgen te maken dat die mooie, gloednieuwe technologie niet zou passen. M.2 als fysieke aansluiting is echter veel aantrekkelijker: de aansluiting direct op het moederbord bespaart extra bekabeling en de bijpassende schijven zijn compacter. Dat is zeker voor dunnere laptops noodzakelijk, maar ook compactere desktopcomputers doen er hun voordeel mee.

Nieuw protocol nodig

Met de rappe ontwikkelingen op gebied van het flash-geheugen waar de ssd’s op zijn gebaseerd kwam de noodzaak voor een nieuwe aansluiting én protocol. Die snellere aansluiting was al op iedere computer aanwezig in de vorm van pci-express, een aansluiting die vele malen sneller is dan de sata-interface. Pci-express werkt met zogenoemde lanes die een snelheid bieden van 1 GB/s. In het geval van een m.2-slot worden vier van deze lanes gecombineerd voor een maximale theoretische snelheid van 4 GB/s, voorlopig snel genoeg voor de snelste ssd’s. Pci-express is echter maar het halve verhaal, want de nieuwste ssd’s gebruiken ook een ander aansturingsprotocol. Het oudere AHCI-protocol wat voor sata-drives wordt gebruikt, is ontwikkeld met mechanische schijven in het achterhoofd en vormde in meerdere opzichten een bottleneck voor nieuwere ssd’s. De eerste generatie pci-express-ssd’s maakte gebruik van ahci, maar moderne (m.2) pci-express-ssd’s gebruiken het nieuwere nvme-protocol. Dit is speciaal voor ssd’s bedacht en biedt de broodnodige verbeteringen: lagere latency, hogere maximale doorvoersnelheden, en vooral de mogelijkheid om veel meer gelijktijdige acties te verwerken. Kortom: nvme-ssd’s zijn veel en veel krachtiger. Hoewel de meeste recente m.2-aansluitingen ondersteuning bieden voor pci-express is dat niet altijd het geval. Een m.2-ssd kan prima een sata-variant zijn en daarmee feitelijk niet heel erg afwijken van een sata-ssd van 2,5-inch. Het is dus belangrijk om de fysieke aansluiting en de interface los van elkaar te zien.

©PXimport

Nvme all the things!

Dat nvme-drives objectief sneller zijn staat buiten kijf. De maximale doorvoersnelheid van een sata-ssd ligt rond de 560 MB/s en de meeste ssd’s halen of benaderen dat inderdaad ook - bij het uitlezen althans. Maar zelfs de langzaamste nvme-schijf in deze vergelijking is ruim drie keer zo snel als dat. De snelste (en duurste) nvme-schijven in deze test, de Samsung 970 PRO ssd’s, komen maar liefst rond de 3500 MB/s uit. Drie-en-een-halve gigabyte per seconde is een hele dvd aan data over het lijntje in nog geen anderhalve seconde.

Het brengt ons wel bij de vraag in hoeverre de mogelijkheid om zo veel data in korte tijd over te zetten praktisch relevant is, een typische lichte gebruiker zal zelden meer dan een paar megabyte per seconde aan schijfacties vragen. Om in een eenvoudige metafoor te spreken: wanneer vijf mensen met een boodschappenkar vol bij de supermarktkassa komen maakt het niet uit of ze worden opgewacht door 10 of 50 kassières.

Nvme-schijven blinken echter niet alleen uit in doorvoer, maar vooral in de lage latency en de mogelijkheid om veel meer taken gelijktijdig af te handelen, alsof onze bovengenoemde kassières ons niet enkel reikhalzend zitten af te wachten maar ook nog eens de hele wagen gescand hebben voordat we onze bonuskaart hebben kunnen trekken. Nvme klinkt zo helemaal fantastisch.

Optane?

Ssd-insiders zullen hun zinnen mogelijk al op Optane-ssd’s hebben gezet, of eigenlijk 3D XPoint-ssd’s, aangezien Optane de merknaam is die Intel hanteert. Tot dusver hebben we het gehad over de aansluitingen en protocollen, maar het type geheugen dat in een ssd wordt gebruikt heeft uiteraard ook gevolgen voor de prestaties. 3D XPoint-modellen zijn inmiddels te koop en bewezen nog veel sneller, maar gezien de extreme meerprijs zijn ze vooralsnog enkel interessant voor de meest veeleisende professionals.

©PXimport

De praktijk is toch gecompliceerder

Nvme-ssd’s zijn dus objectief geweldig, maar wanneer we kijken naar een volledig computersysteem is de ssd slechts één van de vele radertjes in het grotere geheel. Blijven we nogmaals bij de kassametafoor dan kunnen we dat uitdrukken door te zeggen dat de kassa weliswaar veel sneller werkt, maar de totale tijd die we kwijt zijn aan de boodschap inclusief rijden en parkeren niet per se significant verandert.

Of het hele systeem sneller gaat met zo’n veel snellere ssd in vergelijking met een instap-ssd is afhankelijk van welke taken je het systeem laat uitvoeren. Enkel taken die zwaar op de schijf wegen gaan daadwerkelijk sneller, maar dat zijn er minder dan je misschien zou denken. Kijken we naar zaken die voor een typische thuisgebruiker relevant zijn, dan zien we feitelijk geen verschil. Denk aan het opstarten van de pc, het openen van een foto of het opstarten van een game. Taken die met een ssd significant sneller gaan dan met een mechanische harde schijf, maar je moet van goede huizen komen om het verschil op te merken tussen de traagste en snelste schijf in deze test. De theoretische voordelen brengen simpelweg niets te weeg in de praktijk.

Deze wetenschap zet zodoende veel druk op de luxere ssd’s in deze vergelijking, niet alleen nvme-modellen maar ook de duurdere sata-opties ten opzichte van het zo goedkoopst mogelijke model. Het maakt het eenvoudig om te begrijpen waarom er bij ssd’s vaak niet wordt gekeken naar welke indicatie van snelheid dan ook, maar enkel naar de prijs per GB. Als de prestaties voor veel basale taken toch niet uitmaken, dan koop je het liefst gewoon zo veel mogelijk opslag voor je geld. Ben je vooral op zoek naar een ssd om je systeem vlot te laten starten, of een gamer die zo veel mogelijk games op de ssd kwijt wil, dan snappen we de drang om de allergoedkoopste te pakken. Dan blijken de ‘ouderwetse’ sata-drives opeens zo gek niet. Elke euro die je uitspaart voelt als winst wanneer je enkel naar de opstarttijd van je systeem kijkt.

©PXimport

Groter = Sneller?

Een bekend fenomeen is dat grotere ssd’s sneller zijn dan kleinere varianten. Tot circa 1 TB zien we bij schijven binnen dezelfde serie meestal verbeteringen in prestaties. Soms zien we daardoor lager gepositioneerde schijven met een hogere capaciteit soms druk zetten op door de fabrikant hoger gepositioneerde opties met minder opslag. De Samsung 970 EVO 1TB versus de Samsung 970 PRO 512GB is daar een mooi voorbeeld van. Omdat grotere sneller zijn, meer data kunnen verwerken (TBW-rating) en een gunstigere prijs-per-GB hebben zijn in de regel modellen vanaf zo’n 500 GB inhoudelijk het meest interessant.

©CIDimport

En betrouwbaarheid?

Idealiter zouden we de betrouwbaarheid het zwaarst laten wegen, maar dit is nagenoeg onmogelijk om te testen. Dit zou meerdere jaren duren en op het eind zouden de geteste modellen al lang en breed van de markt zijn. Theoretisch interessant, maar praktisch zonder veel waarde dus. De betrouwbaarheid wordt deels bepaald door de hoeveelheid data in elke geheugencel. Een ssd die 3 bits aan data in een cel opslaat (3-bit TLC geheugen) slijt in theorie een stuk harder dan een model met 2 bits aan data per cell (2-bit MLC-geheugen), waarbij we 1-bit SLC geheugen achterwege kunnen laten gezien de prijs van die cellen praktisch onverkoopbare ssd’s oplevert.

Gelukkig is de levensduur van het in al deze ssd’s gebruikte geheugen zo goed dat de betrouwbaarheid geen overweging meer is voor de meeste doeleinden. Enkel de allerzwaarste professionele gebruikers zullen echt bij het soort geheugen stil willen staan. Derhalve nemen we de geheugenconfiguratie wel in de tabel op, maar voor de consument wegen we het beperkt. Het is vooral cruciaal om te onthouden dat alles in theorie kapot kan gaan, dus je dient altijd te zorgen voor een goede back-up.

©PXimport

Zwaar, zwaarder, zwaarst

De definitie van professional is geen eenvoudige, want een professionele Excel-werker zal ook niet snel profiteren van een snellere ssd. Het zijn vooral creatieve professionals kunnen van een luxere ssd profiteren, al zal de mate van belasting op je systeem bepalend zijn of een echt topmodel winst biedt of dat je met iets meer dan een instapper al voldoende hebt. Voor video- en foto-editing is een goed presterend model echter een goede toevoeging. Zeker een ssd met een vlotte cache erin is nuttig op de momenten dat er veel naar de schijf wordt geschreven. Het is dan ook fijn dat de betere sata-drives of middenklasse nvme-drives niet veel duurder zijn dan de instappers.

Ssd’s met krachtige specificaties zijn ook nuttig als je meerdere virtuele machines draait vanaf dezelfde ssd, of als je database- of webserver-achtige taken uitvoert. De typische consument zal het worst zijn, maar serieuze IT’ers zullen genoeg zien in ssd’s waarvan we met benchmarks kunnen aantonen dat de onderliggende kwaliteiten significant beter zijn.

En sata express? U.2?

Sata en m.2 zijn zeker niet de enige methodes om een ssd aan te sluiten, zo zien we op sommige recente moederborden ook nog sata-express en u.2 aansluitingen. Hoewel deze in bepaalde enterprise-oplossingen wel nut kunnen hebben, hebben we er als consumenten in de praktijk niets aan. Geen van de fabrikanten van ssd’s besteedt er aandacht aan bij hun producten voor consumenten of MKB, en ook bij de moederbordfabrikanten begint de realiteit door te dringen dat die aansluitingen weinig succesvol zijn.

Adviezen

Enerzijds tonen we grote verschillen aan in onze benchmarks, anderzijds geven we aan dat voor veel taken het verschil in de praktijk te verwaarlozen is. Dat maakt de keuze niet eenvoudiger. Ons advies is dan ook eerst primair naar je gebruiksdoeleinden te kijken. Blijft het bij basistaken zoals opstarten, eenvoudige applicaties starten en vakantiefoto’s bekijken dan kan je dus iedere ssd kiezen, waarbij je de nadruk legt op praktische zaken zoals opslagcapaciteit. De echte budget-drives zie je niet terug in de tabel, wij weten dat ze te veel inleveren ten opzichte van de nauwelijks duurdere middenklasse. Het verbaasde ons niet dat geen van de fabrikanten happig was om ons van deze schijven te voorzien om te testen. De eerste interessante instappers zijn schijven zoals de WD Blue en de SanDisk Ultra 3D die precies doen wat een ssd moet doen: snel genoeg zijn voor de meeste gangbare taken. SanDisk is overigens onderdeel van Western Digital en intern is het nagenoeg exact hetzelfde product.

©PXimport

De Crucial MX500 staat daar op papier een stap boven, met praktisch structureel betere prestaties die niet veel onder doen voor de snelste sata-schijven in deze test, de Samsung 860 modellen. Samen vormen zijn de sata-top. Tot voor kort leek de Crucial de sterkste aankoop, het forse prijsvoordeel van Crucial leek een overtuigende motivatie. Samsung is normaliter duurder, maar lijkt zich echter bewust van het feit dat een meerprijs voor snellere nvme-schijven wel geaccepteerd wordt, maar voor snellere sata-schijven niet. De in februari 169 euro kostende 860 EVO 500 GB was in april al gezakt tot 129 euro, waar hij tot op een paar euro concurreert met de WD Blue, Crucial MX500 en SanDisk 3D Ultra. En op dat moment kunnen we kort zijn: de Samsung heeft technisch gezien de duidelijke voorsprong wat bij nagenoeg gelijke prijs de doorslag geeft. De PRO serie van Samsung is nog wat beter, maar de meerprijs voor het duurzamere type geheugen is enkel voor echte pro-doeleinden te verantwoorden. Gezien de ssd-prijzen sterk schommelen is het verstandig bij aanschaf even goed op de prijzen te letten. Samsung pakt de technische winst, Crucial doet er nauwelijks voor onder en WD en SanDisk vormen de middenmoot die vooral interessant zijn als ze op moment van aanschaf de goedkoopste zijn. Maar uiteindelijk kan Samsung of Crucial zich niet permitteren om te veel geld voor hun sata-schijven te vragen.

©PXimport

Adviezen nvme

Het technisch mooie nvme-concept blijft vooralsnog behouden aan de echte creatieve professional, zware storage-werker en de consument die op technologisch vlak voorop wil lopen. Ontwikkelingen leunen zwaar op early adopters en wij zijn ook gecharmeerd door deze technisch knappere ssd’s, zelfs al is de praktische impact soms beperkt of niet aanwezig.

Ook hier staat de technische voorsprong van Samsung niet ter discussie, iets wat we ook zien aan het feit dat menig concurrent er niet eens iets tegenin wil brengen. De 970-serie is niet goedkoop, maar de prestaties spreken voor zich en zijn uitmuntend. Wel raden we aan om eerst naar grotere capaciteiten te kijken, voordat je de stap van de EVO-lijn naar de PRO-lijn overweegt, want de meerwaarde van die stap is alleen interessant voor de meest veeleisende gebruikers. Kingston biedt met de KC1000 een iets goedkoper 2-bit MLC-alternatief voor de Samsung 970 PRO, maar met een fors verschil in prestaties. Een knappe ssd, maar niet één die we direct zullen aanbevelen.

De Kingston A1000 960 GB lijkt nog wel een goedkoper alternatief voor de 970 EVO 1 TB, maar gezien we reeds hebben vastgesteld dat de meerwaarde van nvme-drives in het zwaardere werk schuilt vinden we juist het prestatiegat in die zwaardere benchmarks wel heel groot. De schijvengigant WD die in het mainstream ssd-segment nog leuke zaken doet, laat het in het nvme-segment volledig afweten, want de WD Black komt niet in de buurt van de prestaties van de nvme-zwaargewichten. Het is weliswaar de goedkoopste nvme-drive uit deze vergelijking, maar de prestaties komen maar net boven die van een degelijke (en normaliter goedkopere) sata-drive. Zaak voor WD om deze black drives extreem concurrerend geprijsd neer te zetten om ze een interessant alternatief te maken.

©PXimport

Conclusie

We zetten de modellen in twee klassen in een overzicht: schijven van 500 GB en schijven van 1 tot 2 TB. Samsung gaat er in beide klassen met de ‘Best getest’-waardering vandoor vanwege de prestatievoorsprong en het feit dat naarmate de last op de schijf toeneemt de prestaties structureel beter standhouden. Het zijn objectief de meest begeerlijke ssd’s.

De ademruimte die zij hebben is echter beperkt, vooral bij de grote doelgroep voor wie sata-schijven nog veruit het interessantste zijn. Nogmaals, voor de meeste basale taken is het verschil tussen de snelste ssd en een degelijke middenklasser simpelweg niet te ervaren en dan kan een paar euro al de doorslag geven. Hoewel we stellen dat elk van de ssd’s bij de juiste prijs overwogen mogen worden gaat onze redactietip uit naar de Crucial MX500, want die doet prestatie technisch weinig onder aan de 860 EVO en heeft zich in het eerste kwartaal van 2018 het meest regelmatig de koning van de prijs-per-GB mogen noemen. Grote kans dus dat het vooral tussen die twee modellen kiezen wordt.

Dat legt de uitdaging bij WD, SanDisk en Kingston om te zorgen dat de huidige alternatieven sterk op prijs concurreren met de MX500 en 860 EVO, en in het NVMe-segment sterk op prijs concurreren met de inhoudelijk ijzersterke 970 EVO-serie.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt
© fotomek
Huis

Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt

Denk je net goed bezig te zijn met een A+++-wasdroger, blijkt die vanaf juli 2025 opeens een magere C te scoren. Wat is hier aan de hand? Geen paniek: je apparaat is niet plotseling minder efficiënt geworden, het energielabel wordt een stuk strenger. In dit artikel lees je waarom de regels zijn veranderd, wat het nieuwe label precies meet en hoe je wél de juiste conclusies trekt bij je volgende aankoop.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Bemmel & Kroon

Vanaf 1 juli 2025 – morgen dus! – verandert het energielabel van wasdrogers in heel Europa. De bekende klassen als A+, A++ en A+++ verdwijnen en maken plaats voor een overzichtelijker schaal van A tot en met G. Hierdoor krijgen veel huidige A+++-drogers voortaan een label C. Niet omdat ze slechter presteren, maar omdat de normering strenger en toekomstbestendiger wordt.

Waarom een nieuw energielabel nodig was

Het oude systeem was zijn doel voorbijgeschoten. Doordat fabrikanten steeds energiezuinigere apparaten ontwikkelden, werden er voortdurend plussen aan de A-klasse toegevoegd. Daardoor ontstond een wildgroei aan energielabels die de consument eerder in verwarring bracht dan hielp. Met het nieuwe label keert de rust terug: één heldere schaal die opnieuw ruimte laat aan de top. De zuinigste klasse A blijft voorlopig zelfs leeg, zodat alleen uitzonderlijk efficiënte apparaten die plek mogen innemen.

©Bemmel & Kroon

Wat je ziet op het nieuwe label

Het nieuwe energielabel bevat veel meer informatie dan alleen een letter. Naast de energieklasse geeft het label nu ook inzicht in het verbruik per honderd droogbeurten, gemeten volgens een gestandaardiseerd Eco-programma. Ook de programmaduur, het maximale vulgewicht van de trommel, het geluidsniveau in decibel en de condensatie-efficiëntie staan erop vermeld. Via een QR-code kun je bovendien extra technische details opzoeken in de Europese EPREL-database. Deze toevoegingen zorgen ervoor dat je als consument beter kunt inschatten welk apparaat past bij jouw huishouden en gebruik. Meer informatie vind je op deze pagina.

©Bemmel & Kroon

1. QR-code met link naar de EU database
2. Energie-efficiëntieklasse
3. Energieverbruik in kWh/100 droogcycli*
4. Condensatie-efficiëntieklasse en -percentage

5. Geluidklasse en geluidemissie in dB(A)**
6. Maximale laadcapaciteit (nominale capaciteit in kg)**
7. Duur in uren en minuten**

* Waarden gelden voor een gewogen gemiddelde van halve en volle ladingen met een verhouding van 0,62 (24x volle lading, 76x halve lading).
** Droogcyclus van katoen eco-programma bij volle lading.

Het lastige van vergelijken

Oude en nieuwe energielabels kun je niet zomaar naast elkaar leggen. Een A+++-droger uit 2024 kan volgens de nieuwe testmethodes een label C krijgen, terwijl het apparaat in de praktijk nog steeds even zuinig is. Dat verschil komt puur door de aangescherpte meetnormen, en niet door een verandering in prestaties. Laat je dus niet misleiden door een ogenschijnlijke 'verslechtering' van het label, maar kijk naar de echte verbruiksgegevens en technische kenmerken van jouw wasdroger.

Wat dit voor jouw keuze betekent

Bij het kopen van een nieuwe droger is het dus belangrijk om verder te kijken dan alleen de letter op het label. De vermelding van het energieverbruik per honderd droogcycli geeft je een veel concreter beeld van de stroomkosten op jaarbasis. Ook het geluidsniveau, de capaciteit van de trommel en de duur van het droogprogramma bepalen in sterke mate hoe comfortabel en efficiënt het apparaat in de praktijk is. Dankzij de QR-code kun je bovendien snel en eenvoudig controleren of de technische gegevens aansluiten bij je verwachtingen.

©Viktoria

Slim kiezen met het nieuwe label

De vernieuwde energielabels maken het makkelijker om een slimme, bewuste keuze te maken. Niet alleen zie je in één oogopslag hoe energiezuinig een apparaat is volgens de nieuwste normen, je hebt ook toegang tot de details die er écht toe doen. Zo kun je jouw keuze afstemmen op wat je belangrijk vindt: lage kosten, weinig geluid, korte droogtijd of een groot vulgewicht. Door te letten op de werkelijke prestaties in plaats van alleen op een letter, maak je een duurzame keuze die ook op de lange termijn rendeert.

Wil je hulp bij het kiezen van een energiezuinige droger of persoonlijk advies over welk type het best bij jouw huishouden past? Laat je dan informeren door een specialist, zodat je met vertrouwen de juiste keuze maakt voor nu én de toekomst.

Op zoek naar een écht zuinige droger?

Bekijk de beste deals bij Bemmel & Kroon!
▼ Volgende artikel
Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op
© zephyr_p
Huis

Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op

Een nieuwe oven, koelkast of vaatwasser kiezen begint niet bij het design of de functies – het begint met een meetlint. Want hoe mooi of geavanceerd een apparaat ook is, als het nét niet past, zit je met een kostbare misser. Een paar millimeter speling kan het verschil maken tussen een perfect passende keuken en een frustrerende inbouwervaring. Met deze meetinstructies weet je zeker dat je straks niet voor verrassingen komt te staan.

Wil je je inbouwapparatuur tot op de millimeter nauwkeurig installeren, dan is precies meten onmisbaar. In dit artikel lees je over:

• Algemene meetprincipes • Waar je precies op moet letten bij een ⋄ inbouwkoelkast of -vriezer  ⋄ inbouwoven en -magnetron  ⋄ inbouwvaatwasser ⋄ inbouw-espressomachine  • Welke veelgemaakte fouten je moet zien te vermijden • Wat je altijd als laatste moet doen

Ook interessant: Een inbouwkoelkast kopen: waar moet je op letten?

Goed meten is het halve werk

Voordat je aan de slag gaat met meten, is het slim om een paar basisregels aan te houden. Gebruik altijd een betrouwbare rolmaat en eventueel een digitale schuifmaat voor extra precisie. Meet de binnenafmetingen van de nis (dus niet de buitenkant van je keukenkast) en noteer breedte, hoogte én diepte.

Houd daarnaast rekening met de ventilatieruimte: meestal is 2 tot 5 cm aan de achterkant en zijkanten nodig. En check of er ruimte is voor stopcontacten, wateraansluitingen en kabeldoorvoeren – die bepalen vaak óók of het apparaat goed kan worden geplaatst.

©Andrey Sinenkiy

Waar moet je op letten per apparaat?

Elk soort inbouwapparaat heeft zijn eigen eisen en aandachtspunten. Hieronder lees je per type waar je bij het opmeten en installeren specifiek op moet letten. Zo kom je niet voor verrassingen te staan.

Inbouwkoelkast of -vriezer

De hoogte van de nis is hier allesbepalend. Veelvoorkomende maten voor inbouwkoelkasten en -vriezers zijn 88, 140 en 178 cm, maar afwijkingen komen vaak voor. Let op het deursysteem: een sleepdeurmechanisme vraagt meestal om iets meer ruimte in de breedte. Diepte is vaak 55 cm, maar modellen met een ventilator achterop kunnen richting de 60 cm gaan.

Inbouwoven of -magnetron

Standaard? Niet helemaal. De nisbreedte is meestal 56 cm, terwijl het frontpaneel iets breder is (ca. 59,5 cm) voor een nette aansluiting. Hoogtes verschillen: compacte ovens zijn 45 cm hoog, standaardmodellen 60 cm. Magnetrons vragen soms extra ruimte aan de bovenkant voor uitstekende bedieningspanelen.

Inbouwvaatwasser

Hier draait het vooral om hoogte. Die varieert tussen 81,5 en 87 cm, met verstelbare poten voor wat speling. Meet ook de plinthoogte (van vloer tot onderkant kast), en vergeet de watertoevoer niet – reken op zo’n 5 cm extra ruimte in de diepte voor de slang.

Inbouw-espressomachine

Kleiner apparaat, maar niettemin precisiewerk. De breedte is vaak rond de 56 cm, maar de diepte varieert sterk. Let vooral op het waterreservoir (dat tot 55 cm diep kan zijn) en op kleppen of deurtjes die naar voren openen: die hebben extra werkruimte nodig.

©Cristina Villar Martin | Ladanifer

Veelgemaakte fouten die je makkelijk voorkomt

Zelfs met zorgvuldige metingen kan het misgaan, vaak doordat kleine details worden vergeten. Denk aan ventilatieruimte, uitstekende stekkers of leidingen die net in de weg zitten. Een handige tip: plak een strook tape op de vloer op de plek waar de achterkant van het apparaat komt, en markeer waar stekkers en leidingen zitten. Zo zie je snel of er iets in de weg zit.

Ook niet onbelangrijk: controleer of de nis waterpas is! Zeker bij koelkasten met uitschuiflades kan een scheve ondergrond voor problemen zorgen. Pas waar nodig je kast of ondervloer aan voordat je installeert.

Bij renovaties gelden vaak afwijkende maten. Oudere keukens hebben soms dikkere wanden of ongebruikelijke dieptes. Meet dus altijd de huidige situatie én de specificaties van je nieuwe apparaat. Twijfel je? Schakel een keukenexpert in, zeker bij combinaties zoals een oven met magnetron, waarbij elk detail telt.

En tot slot: de allerbelangrijkste stap

Het klinkt als een open deur, maar het voorkomt de meeste problemen: meet altijd twee keer! Schrijf je maten op en leg ze naast de officiële productspecificaties. Let daarbij op details als verstelbare voetjes, uitsparingen voor de deur of een uitschuifbaar bedieningspaneel. Zo weet je zeker dat jouw nieuwe inbouwapparaat niet alleen technisch past, maar ook mooi aansluit bij de rest van je keuken. Want uiteindelijk draait het om één ding: alles moet kloppen – tot op de millimeter.