ID.nl logo
SSD kopen: dit zijn de beste solid state drives
© Reshift Digital
Zekerheid & gemak

SSD kopen: dit zijn de beste solid state drives

De specificaties van solid state drives of ssd’s zijn even eenvoudig te volgen als die van routers, maar nog meer dan bij die kastjes die het internet magisch door de lucht weten te versturen liggen de werkelijke prestaties ver uiteen. Wij frissen de basiskennis over ssd’s op, en zoeken de beste voor je uit.

Het staat niet ter discussie dat de komst van de ssd de grootste impact heeft gehad op het snelheidsgevoel van onze bekende huis-, tuin- en keukencomputer of laptop. Zij die nog twijfelen aan het concept en nog met een mechanisch rondjes draaiende harde schijf werken zouden we adviseren dat het nu toch echt eens tijd is. Dat de doorbraak bij het grote publiek lang heeft geduurd is wel begrijpelijk; een computer met ‘500GB-schijf’ klonk voor veel mensen toch aantrekkelijker dan ‘250GB-schijf’, ongeacht hoe veel sneller de ssd-techniek was. En ook het prijsverschil speelde een rol natuurlijk. Het bewustzijn rondom ssd’s is inmiddels een stuk beter, al zien we tot onze spijt nog veel instapsystemen zonder ssd. Hoewel we in dit artikel ingaan op de onderlinge verschillen willen we duidelijk stellen dat elke recente ssd beter is dan geen ssd.

Verschillende soorten ssd’s

Los aangeschafte ssd’s dienen zowel als basis voor een nieuw systeem, of als upgrade voor een bestaand systeem of laptop. Maar voor we ons inhoudelijk verdiepen is het belangrijk om onderscheid te maken tussen de fysieke aansluiting van een ssd en het protocol waarmee vervolgens tussen je computer en de schijf wordt gecommuniceerd. Een ssd sluit je normaliter aan op een sata- of m.2-aansluiting op je moederbord, de gangbare aansluitingen. Recente systemen hebben meestal een m.2-slot, maar voor computers zonder zo’n aansluiting leveren sommige fabrikanten van m.2-ssd’s een insteekkaart waarmee de ssd fysiek kan worden aangesloten op pci-express-sloten (waar normaliter videokaarten en dergelijke ingaan).

Sata is een redelijk bejaarde aansluiting waarmee we al jaren onze mechanische harde schijven aan de computer koppelen, en ook de eerste ssd’s sloten we daar eenvoudig op aan. Praktisch, want bij een ssd-upgrade hoefde je je zelden zorgen te maken dat die mooie, gloednieuwe technologie niet zou passen. M.2 als fysieke aansluiting is echter veel aantrekkelijker: de aansluiting direct op het moederbord bespaart extra bekabeling en de bijpassende schijven zijn compacter. Dat is zeker voor dunnere laptops noodzakelijk, maar ook compactere desktopcomputers doen er hun voordeel mee.

Nieuw protocol nodig

Met de rappe ontwikkelingen op gebied van het flash-geheugen waar de ssd’s op zijn gebaseerd kwam de noodzaak voor een nieuwe aansluiting én protocol. Die snellere aansluiting was al op iedere computer aanwezig in de vorm van pci-express, een aansluiting die vele malen sneller is dan de sata-interface. Pci-express werkt met zogenoemde lanes die een snelheid bieden van 1 GB/s. In het geval van een m.2-slot worden vier van deze lanes gecombineerd voor een maximale theoretische snelheid van 4 GB/s, voorlopig snel genoeg voor de snelste ssd’s. Pci-express is echter maar het halve verhaal, want de nieuwste ssd’s gebruiken ook een ander aansturingsprotocol. Het oudere AHCI-protocol wat voor sata-drives wordt gebruikt, is ontwikkeld met mechanische schijven in het achterhoofd en vormde in meerdere opzichten een bottleneck voor nieuwere ssd’s. De eerste generatie pci-express-ssd’s maakte gebruik van ahci, maar moderne (m.2) pci-express-ssd’s gebruiken het nieuwere nvme-protocol. Dit is speciaal voor ssd’s bedacht en biedt de broodnodige verbeteringen: lagere latency, hogere maximale doorvoersnelheden, en vooral de mogelijkheid om veel meer gelijktijdige acties te verwerken. Kortom: nvme-ssd’s zijn veel en veel krachtiger. Hoewel de meeste recente m.2-aansluitingen ondersteuning bieden voor pci-express is dat niet altijd het geval. Een m.2-ssd kan prima een sata-variant zijn en daarmee feitelijk niet heel erg afwijken van een sata-ssd van 2,5-inch. Het is dus belangrijk om de fysieke aansluiting en de interface los van elkaar te zien.

©PXimport

Nvme all the things!

Dat nvme-drives objectief sneller zijn staat buiten kijf. De maximale doorvoersnelheid van een sata-ssd ligt rond de 560 MB/s en de meeste ssd’s halen of benaderen dat inderdaad ook - bij het uitlezen althans. Maar zelfs de langzaamste nvme-schijf in deze vergelijking is ruim drie keer zo snel als dat. De snelste (en duurste) nvme-schijven in deze test, de Samsung 970 PRO ssd’s, komen maar liefst rond de 3500 MB/s uit. Drie-en-een-halve gigabyte per seconde is een hele dvd aan data over het lijntje in nog geen anderhalve seconde.

Het brengt ons wel bij de vraag in hoeverre de mogelijkheid om zo veel data in korte tijd over te zetten praktisch relevant is, een typische lichte gebruiker zal zelden meer dan een paar megabyte per seconde aan schijfacties vragen. Om in een eenvoudige metafoor te spreken: wanneer vijf mensen met een boodschappenkar vol bij de supermarktkassa komen maakt het niet uit of ze worden opgewacht door 10 of 50 kassières.

Nvme-schijven blinken echter niet alleen uit in doorvoer, maar vooral in de lage latency en de mogelijkheid om veel meer taken gelijktijdig af te handelen, alsof onze bovengenoemde kassières ons niet enkel reikhalzend zitten af te wachten maar ook nog eens de hele wagen gescand hebben voordat we onze bonuskaart hebben kunnen trekken. Nvme klinkt zo helemaal fantastisch.

Optane?

Ssd-insiders zullen hun zinnen mogelijk al op Optane-ssd’s hebben gezet, of eigenlijk 3D XPoint-ssd’s, aangezien Optane de merknaam is die Intel hanteert. Tot dusver hebben we het gehad over de aansluitingen en protocollen, maar het type geheugen dat in een ssd wordt gebruikt heeft uiteraard ook gevolgen voor de prestaties. 3D XPoint-modellen zijn inmiddels te koop en bewezen nog veel sneller, maar gezien de extreme meerprijs zijn ze vooralsnog enkel interessant voor de meest veeleisende professionals.

©PXimport

De praktijk is toch gecompliceerder

Nvme-ssd’s zijn dus objectief geweldig, maar wanneer we kijken naar een volledig computersysteem is de ssd slechts één van de vele radertjes in het grotere geheel. Blijven we nogmaals bij de kassametafoor dan kunnen we dat uitdrukken door te zeggen dat de kassa weliswaar veel sneller werkt, maar de totale tijd die we kwijt zijn aan de boodschap inclusief rijden en parkeren niet per se significant verandert.

Of het hele systeem sneller gaat met zo’n veel snellere ssd in vergelijking met een instap-ssd is afhankelijk van welke taken je het systeem laat uitvoeren. Enkel taken die zwaar op de schijf wegen gaan daadwerkelijk sneller, maar dat zijn er minder dan je misschien zou denken. Kijken we naar zaken die voor een typische thuisgebruiker relevant zijn, dan zien we feitelijk geen verschil. Denk aan het opstarten van de pc, het openen van een foto of het opstarten van een game. Taken die met een ssd significant sneller gaan dan met een mechanische harde schijf, maar je moet van goede huizen komen om het verschil op te merken tussen de traagste en snelste schijf in deze test. De theoretische voordelen brengen simpelweg niets te weeg in de praktijk.

Deze wetenschap zet zodoende veel druk op de luxere ssd’s in deze vergelijking, niet alleen nvme-modellen maar ook de duurdere sata-opties ten opzichte van het zo goedkoopst mogelijke model. Het maakt het eenvoudig om te begrijpen waarom er bij ssd’s vaak niet wordt gekeken naar welke indicatie van snelheid dan ook, maar enkel naar de prijs per GB. Als de prestaties voor veel basale taken toch niet uitmaken, dan koop je het liefst gewoon zo veel mogelijk opslag voor je geld. Ben je vooral op zoek naar een ssd om je systeem vlot te laten starten, of een gamer die zo veel mogelijk games op de ssd kwijt wil, dan snappen we de drang om de allergoedkoopste te pakken. Dan blijken de ‘ouderwetse’ sata-drives opeens zo gek niet. Elke euro die je uitspaart voelt als winst wanneer je enkel naar de opstarttijd van je systeem kijkt.

©PXimport

Groter = Sneller?

Een bekend fenomeen is dat grotere ssd’s sneller zijn dan kleinere varianten. Tot circa 1 TB zien we bij schijven binnen dezelfde serie meestal verbeteringen in prestaties. Soms zien we daardoor lager gepositioneerde schijven met een hogere capaciteit soms druk zetten op door de fabrikant hoger gepositioneerde opties met minder opslag. De Samsung 970 EVO 1TB versus de Samsung 970 PRO 512GB is daar een mooi voorbeeld van. Omdat grotere sneller zijn, meer data kunnen verwerken (TBW-rating) en een gunstigere prijs-per-GB hebben zijn in de regel modellen vanaf zo’n 500 GB inhoudelijk het meest interessant.

©CIDimport

En betrouwbaarheid?

Idealiter zouden we de betrouwbaarheid het zwaarst laten wegen, maar dit is nagenoeg onmogelijk om te testen. Dit zou meerdere jaren duren en op het eind zouden de geteste modellen al lang en breed van de markt zijn. Theoretisch interessant, maar praktisch zonder veel waarde dus. De betrouwbaarheid wordt deels bepaald door de hoeveelheid data in elke geheugencel. Een ssd die 3 bits aan data in een cel opslaat (3-bit TLC geheugen) slijt in theorie een stuk harder dan een model met 2 bits aan data per cell (2-bit MLC-geheugen), waarbij we 1-bit SLC geheugen achterwege kunnen laten gezien de prijs van die cellen praktisch onverkoopbare ssd’s oplevert.

Gelukkig is de levensduur van het in al deze ssd’s gebruikte geheugen zo goed dat de betrouwbaarheid geen overweging meer is voor de meeste doeleinden. Enkel de allerzwaarste professionele gebruikers zullen echt bij het soort geheugen stil willen staan. Derhalve nemen we de geheugenconfiguratie wel in de tabel op, maar voor de consument wegen we het beperkt. Het is vooral cruciaal om te onthouden dat alles in theorie kapot kan gaan, dus je dient altijd te zorgen voor een goede back-up.

©PXimport

Zwaar, zwaarder, zwaarst

De definitie van professional is geen eenvoudige, want een professionele Excel-werker zal ook niet snel profiteren van een snellere ssd. Het zijn vooral creatieve professionals kunnen van een luxere ssd profiteren, al zal de mate van belasting op je systeem bepalend zijn of een echt topmodel winst biedt of dat je met iets meer dan een instapper al voldoende hebt. Voor video- en foto-editing is een goed presterend model echter een goede toevoeging. Zeker een ssd met een vlotte cache erin is nuttig op de momenten dat er veel naar de schijf wordt geschreven. Het is dan ook fijn dat de betere sata-drives of middenklasse nvme-drives niet veel duurder zijn dan de instappers.

Ssd’s met krachtige specificaties zijn ook nuttig als je meerdere virtuele machines draait vanaf dezelfde ssd, of als je database- of webserver-achtige taken uitvoert. De typische consument zal het worst zijn, maar serieuze IT’ers zullen genoeg zien in ssd’s waarvan we met benchmarks kunnen aantonen dat de onderliggende kwaliteiten significant beter zijn.

En sata express? U.2?

Sata en m.2 zijn zeker niet de enige methodes om een ssd aan te sluiten, zo zien we op sommige recente moederborden ook nog sata-express en u.2 aansluitingen. Hoewel deze in bepaalde enterprise-oplossingen wel nut kunnen hebben, hebben we er als consumenten in de praktijk niets aan. Geen van de fabrikanten van ssd’s besteedt er aandacht aan bij hun producten voor consumenten of MKB, en ook bij de moederbordfabrikanten begint de realiteit door te dringen dat die aansluitingen weinig succesvol zijn.

Adviezen

Enerzijds tonen we grote verschillen aan in onze benchmarks, anderzijds geven we aan dat voor veel taken het verschil in de praktijk te verwaarlozen is. Dat maakt de keuze niet eenvoudiger. Ons advies is dan ook eerst primair naar je gebruiksdoeleinden te kijken. Blijft het bij basistaken zoals opstarten, eenvoudige applicaties starten en vakantiefoto’s bekijken dan kan je dus iedere ssd kiezen, waarbij je de nadruk legt op praktische zaken zoals opslagcapaciteit. De echte budget-drives zie je niet terug in de tabel, wij weten dat ze te veel inleveren ten opzichte van de nauwelijks duurdere middenklasse. Het verbaasde ons niet dat geen van de fabrikanten happig was om ons van deze schijven te voorzien om te testen. De eerste interessante instappers zijn schijven zoals de WD Blue en de SanDisk Ultra 3D die precies doen wat een ssd moet doen: snel genoeg zijn voor de meeste gangbare taken. SanDisk is overigens onderdeel van Western Digital en intern is het nagenoeg exact hetzelfde product.

©PXimport

De Crucial MX500 staat daar op papier een stap boven, met praktisch structureel betere prestaties die niet veel onder doen voor de snelste sata-schijven in deze test, de Samsung 860 modellen. Samen vormen zijn de sata-top. Tot voor kort leek de Crucial de sterkste aankoop, het forse prijsvoordeel van Crucial leek een overtuigende motivatie. Samsung is normaliter duurder, maar lijkt zich echter bewust van het feit dat een meerprijs voor snellere nvme-schijven wel geaccepteerd wordt, maar voor snellere sata-schijven niet. De in februari 169 euro kostende 860 EVO 500 GB was in april al gezakt tot 129 euro, waar hij tot op een paar euro concurreert met de WD Blue, Crucial MX500 en SanDisk 3D Ultra. En op dat moment kunnen we kort zijn: de Samsung heeft technisch gezien de duidelijke voorsprong wat bij nagenoeg gelijke prijs de doorslag geeft. De PRO serie van Samsung is nog wat beter, maar de meerprijs voor het duurzamere type geheugen is enkel voor echte pro-doeleinden te verantwoorden. Gezien de ssd-prijzen sterk schommelen is het verstandig bij aanschaf even goed op de prijzen te letten. Samsung pakt de technische winst, Crucial doet er nauwelijks voor onder en WD en SanDisk vormen de middenmoot die vooral interessant zijn als ze op moment van aanschaf de goedkoopste zijn. Maar uiteindelijk kan Samsung of Crucial zich niet permitteren om te veel geld voor hun sata-schijven te vragen.

©PXimport

Adviezen nvme

Het technisch mooie nvme-concept blijft vooralsnog behouden aan de echte creatieve professional, zware storage-werker en de consument die op technologisch vlak voorop wil lopen. Ontwikkelingen leunen zwaar op early adopters en wij zijn ook gecharmeerd door deze technisch knappere ssd’s, zelfs al is de praktische impact soms beperkt of niet aanwezig.

Ook hier staat de technische voorsprong van Samsung niet ter discussie, iets wat we ook zien aan het feit dat menig concurrent er niet eens iets tegenin wil brengen. De 970-serie is niet goedkoop, maar de prestaties spreken voor zich en zijn uitmuntend. Wel raden we aan om eerst naar grotere capaciteiten te kijken, voordat je de stap van de EVO-lijn naar de PRO-lijn overweegt, want de meerwaarde van die stap is alleen interessant voor de meest veeleisende gebruikers. Kingston biedt met de KC1000 een iets goedkoper 2-bit MLC-alternatief voor de Samsung 970 PRO, maar met een fors verschil in prestaties. Een knappe ssd, maar niet één die we direct zullen aanbevelen.

De Kingston A1000 960 GB lijkt nog wel een goedkoper alternatief voor de 970 EVO 1 TB, maar gezien we reeds hebben vastgesteld dat de meerwaarde van nvme-drives in het zwaardere werk schuilt vinden we juist het prestatiegat in die zwaardere benchmarks wel heel groot. De schijvengigant WD die in het mainstream ssd-segment nog leuke zaken doet, laat het in het nvme-segment volledig afweten, want de WD Black komt niet in de buurt van de prestaties van de nvme-zwaargewichten. Het is weliswaar de goedkoopste nvme-drive uit deze vergelijking, maar de prestaties komen maar net boven die van een degelijke (en normaliter goedkopere) sata-drive. Zaak voor WD om deze black drives extreem concurrerend geprijsd neer te zetten om ze een interessant alternatief te maken.

©PXimport

Conclusie

We zetten de modellen in twee klassen in een overzicht: schijven van 500 GB en schijven van 1 tot 2 TB. Samsung gaat er in beide klassen met de ‘Best getest’-waardering vandoor vanwege de prestatievoorsprong en het feit dat naarmate de last op de schijf toeneemt de prestaties structureel beter standhouden. Het zijn objectief de meest begeerlijke ssd’s.

De ademruimte die zij hebben is echter beperkt, vooral bij de grote doelgroep voor wie sata-schijven nog veruit het interessantste zijn. Nogmaals, voor de meeste basale taken is het verschil tussen de snelste ssd en een degelijke middenklasser simpelweg niet te ervaren en dan kan een paar euro al de doorslag geven. Hoewel we stellen dat elk van de ssd’s bij de juiste prijs overwogen mogen worden gaat onze redactietip uit naar de Crucial MX500, want die doet prestatie technisch weinig onder aan de 860 EVO en heeft zich in het eerste kwartaal van 2018 het meest regelmatig de koning van de prijs-per-GB mogen noemen. Grote kans dus dat het vooral tussen die twee modellen kiezen wordt.

Dat legt de uitdaging bij WD, SanDisk en Kingston om te zorgen dat de huidige alternatieven sterk op prijs concurreren met de MX500 en 860 EVO, en in het NVMe-segment sterk op prijs concurreren met de inhoudelijk ijzersterke 970 EVO-serie.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Wat doet 120 Hz voor je televisie of monitor, en heb je het wel echt nodig?
© ER | ID.nl
Huis

Wat doet 120 Hz voor je televisie of monitor, en heb je het wel echt nodig?

Als je de specificatielijst van een moderne televisie of monitor bekijkt, zie je achter het kopje 'verversingssnelheid' vaak een getal staan gevolgd door 'Hz'. Jarenlang was 50 of 60 Hz de standaard, maar tegenwoordig pronken fabrikanten met 100, 120 of zelfs 144 Hz. Klinkt sneller, en sneller is meestal beter, maar wat betekent het nou eigenlijk voor jouw kijkervaring? Is het een noodzaak voor iedereen, of vooral leuk voor fanatieke gamers?

Om te begrijpen wat die Hertz (Hz) doet, moet je een televisie of monitor niet zien als een statisch schilderij, maar als een soort digitale flipbook. Het beeld dat je ziet, wordt immers continu opnieuw opgebouwd. Een standaard 60Hz-scherm ververst het beeld 60 keer per seconde. Dat is voor het menselijk oog snel genoeg om een vloeiende beweging waar te nemen bij normaal tv-kijken, zoals het nieuws of een dramaserie. Een 120Hz-scherm doet dat dus dubbel zo vaak: 120 keer per seconde.

©DC Studio

Waarom zou je meer beelden per seconde willen?

Het grootste voordeel van een hogere verversingssnelheid is soepelheid. Hoe meer beelden er per seconde worden getoond, hoe vloeiender bewegingen eruitzien. Bij 60 Hz kunnen snelle acties soms wat schokkerig ogen of last hebben van bewegingsonscherpte, ook wel 'motion blur' genoemd. Bij 120 Hz blijven details scherp, zelfs als de camera snel draait of als er bijvoorbeeld een raceauto voorbij raast. Daarnaast voelt de besturing van games directer aan. Tussen het moment dat je een knop indrukt en het moment dat je actie op het scherm ziet, zit minder tijd. Dat verschil in milliseconden lijkt verwaarloosbaar, maar je brein pikt het direct op als een responsievere ervaring.

Het verschil tussen 120 en 144 Hz (en hoger)

Terwijl 120 Hz de nieuwe gouden standaard is voor televisies, zie je bij computermonitors vaak getallen als 144 Hz, 165 Hz of zelfs 240 Hz en hoger. Het principe blijft hetzelfde, maar de toepassing verschilt. 120 Hz is de limiet voor de huidige generatie spelcomputers, zoals de PlayStation 5 en Xbox Series X. Televisies richten zich daarom specifiek op dat getal. Pc-gamers hebben echter vaak krachtiger videokaarten die nóg meer beelden per seconde kunnen produceren. Daarom zie je monitors met 144 Hz of meer.

Is het verschil tussen 120 en 144 Hz zichtbaar? Voor de gemiddelde gebruiker nauwelijks. Waar de stap van 60 naar 120 Hz een wereld van verschil is die bijna iedereen direct ziet, is de stap naar 144 Hz of hoger vooral voer voor professionele e-sporters die elke mogelijke fractie van een seconde winst nodig hebben. Voor de consument die een monitor zoekt voor thuisgebruik en gaming, is alles boven de 120 Hz doorgaans een uitstekende keuze.

©ER | ID.nl

Heb jij het nodig?

Het antwoord op die vraag hangt volledig af van wat je met je scherm doet; of dat nu een tv of een gamemonitor is. Kijk je voornamelijk lineaire televisie, films en series via streamingdiensten? Dan is een 120Hz-scherm geen harde noodzaak, aangezien films doorgaans in 24 beelden per seconde worden geschoten. Toch hebben 100/120Hz-panelen in televisies vaak wel een betere beeldkwaliteit en kunnen ze die films rustiger weergeven dan goedkopere 60Hz-panelen.

Ben je echter een gamer? Dan is het antwoord volmondig ja. De nieuwste spelcomputers en moderne videokaarten zijn gemaakt om die hoge snelheden te benutten. Games spelen soepeler, zien er scherper uit tijdens actiescènes en je reageert sneller op wat er gebeurt. Als je nu een nieuwe tv of monitor koopt met het oog op de toekomst en gaming, is 120 Hz of hoger eigenlijk een vereiste op je wensenlijstje. Let er bij televisies wel op dat je beschikt over een HDMI 2.1-aansluiting, want alleen die kabel kan de enorme hoeveelheid data van 4K-beeld met 120 Hz verwerken.

Drie tv's met 120 Hz of meer

De meeste high-end tv's van dit moment ondersteunen 120 Hz voor spelcomputers (PS5/Xbox Series X) en gaan zelfs tot 144 Hz als je ze aan een krachtige gaming-pc hangt.

Als we kijken naar de huidige generatie televisies, kunnen we niet om de LG OLED evo C5 heen. Dit is de gloednieuwe opvolger van de populaire C4 en wordt gezien als de standaard voor gamers en filmliefhebbers. Hij beschikt over vier HDMI 2.1-poorten die de volle 144 Hz ondersteunen, wat hem toekomstbestendig maakt voor pc-gamers, terwijl hij naadloos samenwerkt met de PlayStation 5 en Xbox Series X op 120 Hz. Het nieuwe paneel heeft een nog hogere helderheid dan zijn voorganger, waardoor HDR-beelden nog meer impact hebben.

Daarnaast is de Samsung OLED S95F een absolute blikvanger in de winkels. Waar Samsung vorig jaar hoge ogen gooide met de S95D, doet de F-serie er nog een schepje bovenop met een vernieuwde antireflectielaag die nog beter werkt in lichte kamers. Dit model combineert de diepe zwartwaarden van OLED met de intense kleuren van Quantum Dots. Ook dit scherm ondersteunt verversingssnelheden tot 144 Hz en beschikt over de uitgebreide Gaming Hub van Samsung, waarmee je zelfs zonder console games kunt streamen.

Voor wie liever geen OLED wil, is de Samsung Neo QLED QN90F de meest courante keuze in het high-end lcd-segment. Dit 2025-model maakt gebruik van geavanceerde Mini-LED-technologie, waardoor de helderheid veel hoger ligt dan bij OLED-schermen. Dat maakt hem ideaal voor een zonovergoten woonkamer. Met een verversingssnelheid die oploopt tot 144 Hz en een extreem lage invoervertraging, is dit voor veel competitieve gamers de favoriete keuze.

Drie monitors met 120 Hz of meer

Bij monitors ligt de standaard tegenwoordig al hoger dan 120 Hz, omdat snelheid de uitkomst van een potje schieten of racen bepaalt. Deze modellen zijn populair op Kieskeurig.

Op het gebied van monitoren zien we dat 240 Hz langzaam de nieuwe standaard wordt voor de serieuze gamer. Een model dat momenteel erg goed scoort op Kieskeurig is de LG UltraGear 27GR83Q. Dit is een 27-inch IPS-scherm met een razendsnelle verversingssnelheid van 240 Hz. In tegenstelling tot oudere modellen biedt dit scherm een extreem snelle responstijd van 1 milliseconde, waardoor je in snelle shooters geen last hebt van wazige beelden. Het is een van de meest complete monitoren van dit moment die zowel voor pc als console geschikt is.

Zoek je de absolute top in beeldkwaliteit, dan is de Samsung Odyssey G6 (G60SD) een model dat je veel ziet. Dit is een moderne OLED-monitor met een verversingssnelheid van maar liefst 360 Hz. Hoewel dat misschien overkill klinkt, zorgt de combinatie van de OLED-techniek en deze snelheid voor een ongekend vloeiende en scherpe ervaring. Het scherm heeft bovendien een nieuw koelsysteem waardoor de kans op inbranden – een angst bij oudere OLED-monitoren – aanzienlijk is verkleind.

Voor wie een beperkter budget heeft maar wel snelheid wil, is de MSI MAG 27CQ6F een actuele hardloper. Dit is een gebogen scherm (Curved) met een snelheid van 180 Hz, wat net dat beetje extra soepelheid geeft ten opzichte van de standaard 144 Hz-schermen. Het paneel biedt een hoog contrast en is daarmee een uitstekende instapper voor wie zijn game-ervaring wil upgraden zonder direct de hoofdprijs te betalen.

▼ Volgende artikel
Waarom QD-OLED voor veel gamers de beste keus is
© ID.nl
Huis

Waarom QD-OLED voor veel gamers de beste keus is

QD-OLED is steeds vaker terug te vinden in gamingmonitoren. Waar deze techniek eerst vooral was voorbehouden aan het hogere segment, zie je steeds vaker in modellen die voor een veel bredere groep gamers betaalbaar zijn. De vraag is natuurlijk of je dat verschil in beeldkwaliteit ook echt merkt tijdens het spelen. In dit artikel lees je hoe QD-OLED werkt en wanneer je het verschil in de praktijk merkt.

In dit artikel

In dit artikel lees je wat QD-OLED precies is en waarom deze schermtechniek vooral bij gamen zichtbaar voordeel biedt. We leggen uit hoe QD-OLED verschilt van traditionele lcd-panelen, wat je merkt bij snelle actie en donkere scènes, en hoe het zit met helderheid, HDR en reflecties. Ook besteden we aandacht aan burn-in en de beschermingsmechanismen die moderne QD-OLED-monitoren gebruiken. Tot slot lees je voor welk type gamer QD-OLED het meest geschikt is en wanneer een Mini-LED-monitor een logisch alternatief kan zijn.

Lees ook: Lcd versus oled: wat is het verschil en welke televisie moet je kiezen?

Wat QD-OLED anders maakt

Een traditioneel LCD-paneel werkt met achtergrondlicht dat door meerdere lagen heen moet voordat je een beeld ziet. Dat kost tijd en maakt dat zwart nooit volledig zwart wordt. QD-OLED laat die tussenlagen achterwege. Elke pixel geeft zelf licht en schakelt onafhankelijk van de rest. Daardoor reageert het beeld direct. De quantum-dot-laag zet het blauwe OLED-licht om in diepe en zuivere kleuren. Het voelt alsof je condens van een raam veegt: zodra de waas verdwijnt, zie je het beeld helder en zonder vertraging.

©ID.nl

Vloeiende beelden bij snelle actie

Die directe pixelreactie merk je vooral wanneer je snelle spellen speelt. Omdat pixels vrijwel meteen overschakelen naar een nieuwe kleurstand, blijven objecten die over het scherm vliegen scherp in beeld. In shooters, racespellen en andere games waarbij snelheid telt, bijvoorbeeld voetbalgames, ontstaat daardoor een rustiger beeld met minder bewegingsonscherpte. Je ogen hoeven zich minder vaak aan te passen. Daardoor raken ze minder snel vermoeid en houd je makkelijker overzicht, ook wanneer je langere tijd achter elkaar speelt.

©ID.nl

Zicht in donkere scènes

QD-OLED blinkt uit in donkere scènes. Pixels die geen licht hoeven te geven, staan volledig uit en leveren een diep zwart dat je bij LCD-panelen zelden ziet. Doordat heldere elementen hier direct naast kunnen staan zonder dat ze licht lekken, ontstaat een sterk contrast dat schaduwen en lichte accenten duidelijker scheidt. Daardoor verdwijnen grijze waasjes in schaduwhoeken en blijven contouren van objecten helder zichtbaar. Vooral in stealth-games, horrorspellen en shooters waarin je tegenstanders soms alleen als silhouet ziet, levert dat een tastbaar voordeel op.

©ID.nl

Kleurrijk zonder overdrijven

De quantum-dot-laag zorgt voor een breed kleurbereik waardoor lichteffecten, huidtinten en subtiele schaduwen goed zichtbaar blijven. Veel QD-OLED-monitoren tonen kleuren standaard wat verzadigd, vooral in de felste modi. In een sRGB- of filmmodus wordt het beeld zachter en natuurgetrouwer, wat beter aansluit bij fotobewerking en dagelijks gebruik. Zodra je de juiste modus gebruikt, lopen kleuren vloeiend in elkaar over en blijven ze gelijkmatig, terwijl uitgesproken elementen zoals neon en magie juist duidelijk opvallen. Dat merk je niet alleen in games, maar ook wanneer je foto's bewerkt of films kijkt.

Helderheid en HDR in perspectief

QD-OLED heeft op het gebied van helderheid flinke stappen gezet ten opzichte van eerdere OLED-generaties. In HDR-games kunnen lichte delen krachtig oplichten zonder dat fel zacht of dof oogt; explosies, glinsteringen op water en fel tegenlicht komen daardoor beter tot hun recht. Toch is het goed om te weten dat deze techniek niet alle beperkingen wegneemt. De helderheid van QD-OLED hangt sterk af van de schermvulling. Bij SDR (standaard dynamisch bereik, het normale helderheidsniveau voor dagelijkse pc-taken) op een volledig wit scherm ligt de helderheid meestal rond de 200 tot 250 nits. Bij kleinere, heldere onderdelen kan dit oplopen richting 400 tot 500 nits. In HDR kunnen pieken van 1000 tot 1300 nits worden bereikt, maar die waarden gelden vooral voor kleine accenten en niet voor het hele scherm. Mini-LED-monitoren houden hogere helderheidsniveaus langer vast, wat in fel verlichte kamers zichtbaar voordeel geeft in extreme highlights. QD-OLED compenseert veel daarvan met perfect zwart, waardoor het contrast wel krachtig blijft (zie ook kader QD-OLED versus Mini-LED) .

Reflecties in daglicht

De meeste QD-OLED-monitoren hebben een glanzende afwerking. Dat helpt bij de kleurweergave en het contrast, maar maakt het paneel gevoeliger voor reflecties bij daglicht. Daarnaast ontbreekt een polarisatiefilter. Daardoor kunnen zwartwaarden in fel licht een paarse of grijze waas krijgen: het diepe zwart wordt zichtbaar opgelicht, meer dan bij een gewone spiegeling. Dat drukt het contrast in een goed verlichte kamer en kan afleiden bij gamen. Gebruik je de monitor vooral in een donkere of gelijkmatig verlichte ruimte, dan speelt dit nauwelijks. In kamers met veel direct zonlicht of grote ramen komt een matte Mini-LED-monitor daarom vaak rustiger over.

©ID.nl

Minimale inputvertraging

Naast de snelle pixelreacties is ook de invoervertraging laag. Moderne QD-OLED-modellen reageren direct op elke muisbeweging en elke controlleractie. Vooral in competitieve shooters is dat een voordeel, omdat elke handeling zonder merkbare vertraging op het scherm verschijnt. 

QD-OLED versus Mini-LED

QD-OLED en Mini-LED worden vaak naast elkaar genoemd, maar het zijn fundamenteel verschillende technieken. QD-OLED is zelflichtend: elke pixel geeft zijn eigen licht en kan volledig uit. Dat levert perfect zwart, zeer snelle pixelreacties en sterk contrast op, wat vooral bij games met veel beweging en donkere scènes zichtbaar voordeel geeft.

Mini-LED is een verfijnde vorm van LCD. Het paneel gebruikt duizenden kleine leds als achtergrondverlichting die in zones worden gedimd. Daardoor kan een Mini-LED-scherm hoge helderheid over grote delen van het scherm vasthouden, wat prettig is in fel verlichte kamers en bij HDR met veel lichtaccenten. Zwart is hierbij wel afhankelijk van lokale dimming en nooit volledig uitgeschakeld zoals bij OLED.

Kort gezegd blinkt QD-OLED uit in contrast, snelheid en beeldrust in donkere omgevingen, terwijl Mini-LED praktischer is bij veel omgevingslicht, wanneer dezelfde elementen of onderdelen langdurig in beeld staat en als hoge helderheid belangrijk is.

Burn-in en levensduur

Burn-in blijft bij elke OLED-variant een punt van aandacht, al zijn moderne QD-OLED-schermen duidelijk verder dan eerdere generaties. Ze gebruiken meerdere beschermingsmechanismen die de belasting door statische beelden beperken. Voor normaal gamegebruik werkt dat in de praktijk goed en blijft het risico klein.

Dat neemt niet weg dat enige nuance op zijn plaats is. Gebruik je een monitor dagelijks vele uren voor taken met veel vaste elementen, zoals spreadsheets, fotobewerkingspanelen of het steeds terugkerende HUD van één game, dan is de kans op inbranden groter dan bij LCD- of Mini-LED-panelen. Afwisseling in wat je op het scherm toont en af en toe even pauze nemen helpt om het paneel langer in goede staat te houden. Even pauze nemen is ook voor jezelf goed trouwens!

Wat voor beschermingstechnieken kun je tegenkomen?

Wat is het?Wat doet het?
Screensaver (schermbeveiliging)Dimt het scherm bij langdurig stilstaand beeld en herstelt de helderheid automatisch zodra er weer beweging is, om inbranden te voorkomen.
Pixel orbiting (pixelverschuiving)Verschuift het beeld continu minimaal op pixelniveau zodat vaste elementen nooit exact op dezelfde plek blijven staan.
Pixel refresh (pixelverversing)Start een onderhoudscyclus waarbij het paneel zichzelf corrigeert om slijtage en beginnende inbranding te verminderen.
Auto Warning (automatische waarschuwing)Geeft na een bepaalde gebruiksduur automatisch een melding om een pixel refresh uit te voeren.
Logos protection (logobescherming)Herkent vaste logo's in beeld en verlaagt daar lokaal de helderheid om inbranden te beperken.
Boundary dimmer (randdimming)Dimt automatisch delen van het scherm met zwarte balken of sterke helderheidsverschillen, bijvoorbeeld bij afwijkende beeldverhoudingen.
Taskbar dimmer (taakbalkdimming)Verlaagt specifiek de helderheid van de taakbalk om langdurige statische weergave op die plek te beperken.
Thermal protection (thermische beveiliging)Past de helderheid automatisch aan wanneer de monitor te warm wordt, om oververhitting en paneelslijtage te voorkomen.

©AGON by AOC

AGON by AOC PRO OLED AG276QKD2

Voorbeeld: bescherming in de praktijk

Veel QD-OLED-monitoren combineren verschillende beschermingsmechanismen om het risico op burn-in te beperken. In onderstaande tabel zie je bijvoorbeeld wat je kunt vinden in een aantal recente modellen uit de AGON PRO line-up van AOC. Je kunt al deze functies zelf in- en uitschakelen en je kunt de intensiteit ervan aanpassen. Dat betekent dat je zelf kunt bepalen hoe sterk de bescherming is.

Techniek ⬇ / Model ➡AG276QKD2AG276UZDAG346UCDAG276QZD2
Screen saverJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / Fast
Pixel orbitingJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / Strong
Pixel refreshJa: On / OffJa: On / OffJa: On / OffJa: On / Off
Auto WarningJa: On / OffJa: On / OffJa: On / OffJa: On / Off
Logos ProtectionJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2Ja: Off / 1 / 2Ja: Off / 1 / 2
Boundary dimmerJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3
Taskbar dimmerJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3
Thermal protectionJa: Off / OnJa: Off / OnJa: Off / OnJa: Off / On

Voor wie QD-OLED vooral interessant is

Gamers die veel snelle actie spelen, halen het meeste uit QD-OLED. De voordelen van de techniek zijn in elk genre zichtbaar, maar vallen vooral op in shooters en racespellen, waar tempo en directe reacties tellen. Ook filmische games die sterk leunen op licht-donkercontrasten winnen zichtbaar aan sfeer en detail.

Conclusie

QD-OLED combineert diepe zwartwaarden met snelle pixelreacties en een breed kleurbereik. Dat zorgt voor een vloeiend beeld in snelle games en meer overzicht in donkere scènes. HDR komt overtuigend tot zijn recht, al blijven Mini-LED-schermen beter overeind bij zeer hoge helderheid en fel daglicht. Inbranden blijft een punt van aandacht wanneer hetzelfde element lange tijd in beeld staat, maar moderne modellen beschikken over uitgebreide beschermingsmaatregelen. Voor veel gamers is QD-OLED daarmee een goede keuze: snel, sfeervol en klaar voor de komende jaren.

QD, OLED en QD-OLED

OLED
Elke pixel geeft zelf licht. Daardoor zijn zwartwaarden diep en schakelt het beeld snel. Geschikt voor gaming en films, met aandacht voor burn-in bij langdurig statisch beeld.

QD (Quantum Dots)
Quantum dots zetten licht om in pure, heldere kleuren. Ze worden ingezet om kleurvolume en helderheid te verbeteren.

QD-OLED
Combineert de zelflichtende OLED-pixelstructuur met een quantum-dot-laag. Je krijgt diepe zwarttinten, snelle reactie en een breed kleurbereik. Het is een balans tussen snelheid, helderheid en kleurprecisie die goed aansluit bij moderne games.