ID.nl logo
Adresstickers voor je kerstkaarten? Dat doe je snel met Excel
© AK | ID.nl
Huis

Adresstickers voor je kerstkaarten? Dat doe je snel met Excel

In deze tijd van appjes en e-mails is er één moment waarop we massaal nog wél naar papier grijpen: kerst! Maar dat eindeloze enveloppen schrijven .... Zie je daar ook tegenop? Gelukkig kun je veel tijd besparen. Alles wat je nodig hebt is een adreslijst in Excel, een printopdracht die je uitvoert via Word en een printer. Krijgt ID dit jaar ook een kaartje?

🎄 In dit artikel laten wij jou zien hoe je gemakkelijk een adressenlijst maakt via Excel. We bespreken de volgende punten:

⭐ Het samenstellen van etiketten ⭐ Etiketten in Excel ⭐ Het printen van etiketten

Lees ook: De kerstboom versieren: zo doe je dat snel én slim

De adressen voor de stickers worden later uit een lijst in Excel gehaald. In dat Excel-werkblad moeten in de bovenste rij de kopjes naast elkaar staan, zoals Voornaam, tv (tussenvoegsel), Achternaam, Adres, Postcode en Woonplaats. In de betreffende kolommen daaronder staan de gegevens van de personen en bedrijven.

 Mocht jouw Excel-bestand meer tabbladen bevatten, onthoud dan even het nummer of de naam van het tabblad waarin de adreslijst staat (kijk onder in beeld). Want dat is in Stap 3 van belang. Of verwijder alle andere werkbladen uit die werkmap. Dan kun je Excel afsluiten.

Zorg verder dat je een aantal vellen van A4-formaat hebt met stickers. Het liefst kies je voor 24 stickers, dat zijn drie naast elkaar en acht boven elkaar. We nemen als voorbeeld stickers van 70 bij 37 millimeter. Deze verkoopt Bruna in pakjes van 15 vellen voor 4,19 euro, bij Bol.com vind je 100 vel voor 11,49 euro. Neem je die van de Hema, dan heb je voor 5 euro een pakje van 25 vellen met 21 stickers per vel; die meten 63,5 bij 38,1 millimeter. De maten van de stickers stel je in Stap 2 in. Als je adreslijst in Excel zo is opgebouwd, komen de gegevens van één persoon steeds op een etiket.

Etiketten samenstellen

We maken de etiketten in het programma Word. Dit proces heet Afdruk samenvoegen (mail merge in het Engels). Dat gaat soepel aan de hand van een wizard, die je in zes stappen door dit proces leidt. Zit je in een bepaalde stap en wil je nog iets bijstellen, dan kun je gewoon een stap teruggaan.

Start Word. Verschijnt er geen leeg document, klik dan in de tab Bestand op Nieuw, Leeg document en op Maken (sneltoets: Ctrl+N). Klik op de tab Verzendlijsten en klik daarin op Afdruk samenvoegen starten. Een menu opent. Klik op Stapsgewijze wizard Afdruk samenvoegen. Rechts in beeld verschijnt het taakvenster Afdruk samenvoegen.

Met Afdruk samenvoegen maak je etiketten met adressen erop.

In het taakvenster ga je steeds naar de volgende stap.

Stap 1: Etiketten kiezen

Rechtsonder in het taakvenster zie je dat je in Stap 1 van 6 bent. Kies onder Documenttype selecteren de optie Etiketten. Klik onder in beeld op Volgende: Begindocument. Overigens worden in dit venster de termen Etiketten en Labels door elkaar gebruikt. 

Stap 2: Begindocument en maten kiezen

Onder Begindocument selecteren laat je de standaardoptie Documentindeling wijzigen geselecteerd. Voor de etiketten wordt dit document namelijk ingedeeld als een tabel.

In deze stap maak je van je document een tabel voor etiketten.

Hiervoor moet Word de afmetingen van jouw etiketten weten. Die geef je nu op. Klik op Opties (of: Labelopties). In het venster dat opent, kies je het formaat etiketten aan de hand van de keuzelijst bij Etiketproducent. Daar vind je Bruna niet tussen, maar kies Avery Zweckform. Schuif in de lijst onder Productnummer omlaag en kijk intussen rechts in dit venster tot je de formaten Hoogte: 3,7 cm en Breedte: 7 cm ziet. Bij nummer 18037 is het raak. Via de knop Details kun je zien dat deze keuze horizontaal 3 en verticaal 8 etiketten per vel heeft.

Hier kies je het formaat van je etiketten. Via Details stel je jouw eigen maten in.

 Formaat aanpassen

Komt het formaat van jouw stickers niet in deze keuzelijst voor, dan stel je de afmetingen zelf in. Kies uit de keuzelijst een formaat dat het dichtst bij jouw formaat komt. Klik op de knop Details. In het volgende venster stel je precies in hoe groot je etiketten zijn, hoeveel er naast en onder elkaar op een vel zitten en hoe breed de marges van het etiketvel zijn. Bij Etiketnaam geef je je eigen formaat een naam, bijvoorbeeld ‘Drie bij acht’ of ‘1Mijn maat’. Wil je later weer etiketten maken met dezelfde maten, dan vind je deze naam terug in Stap 2, als je klikt op Opties en in dit venster in de keuzelijst Etiketproducent voor Overige/Aangepast kiest. Als jouw etiketnaam met een 1 begint, staat die later altijd bovenaan in deze keuzelijst.

Klik op OK om de vensters met de opties voor de etiketten te sluiten. Mogelijk krijg je een melding dat bestaande inhoud van het document wordt verwijderd. Daarom is het belangrijk om dit proces met een nieuw document te beginnen. Klik onder in het taakvenster nu op Volgende: Adressen selecteren

Stap 3: Adressen selecteren

Nu de maten zijn ingesteld, zijn de adressen aan de beurt. Die komen uit de lijst die je eerder hebt gemaakt in Excel. Kies hiervoor boven in het venster de optie Een bestaande lijst gebruiken. Klik op Bladeren; het venster Gegevensbron selecteren gaat open. Standaard zoekt Word naar bestanden in de map My Data Sources (of in Microsoft\Query’s), maar daar had je jouw Excel-bestand vast niet opgeslagen. Navigeer naar je Excel-bestand met de adressen en selecteer het. Klik op Openen en op OK. Het venster Tabel selecteren verschijnt. Daarin is de optie De eerste rij met gegevens bevat kolomkoppen ingeschakeld. Dat zijn de opschriften boven de kolommen in je Excel-lijst; die kopjes hoeven niet op een etiket, dus dat laat je zo.

Laat je door dit venster niet van de wijs brengen en kies het werkblad met je adreslijst.

Last van vreemde codes? Mogelijk zie je in het venster Tabel selecteren meer dan één optie. Je ziet Blad1$, Blad2$ enzovoort als je werkmap met de adreslijst in Excel meer werkbladen bevat. Uiteraard kies je het werkblad met de adreslijst. De opties FilterDatabase en Print_Area gebruik je niet. Klik op OK. Nu zie je het venster Geadresseerden voor Afdruk samenvoegen, met alle adressen. Wil je selecteren welke namen op de etiketten komen, dan schakel je hier vinkjes in of uit. Door te klikken op een van de opschriften boven een kolom kun je de adressen sorteren, bijvoorbeeld op postcode. Dat is handig met het oog op de brievenbus. Klik op OK. In je document verschijnt een aantal keren <<Volgende record>>, deze aanduidingen vormen het begin van elk etiket. Klik onder in beeld op Volgende: Etiketten schikken (in oudere Word-versies: Labels schikken).

Word haalt de adressen uit je adreslijst in Excel.

Stap 4: Etiketten schikken

In deze stap kies je welke delen van het adres er op het etiket komen. Ga hiervoor naar het etiket linksboven in je document (dat gaat snel met de sneltoets Ctrl+Home) en klik op Meer items. Er verschijnt een venster met de opschriften die boven de kolommen van je adreslijst in Excel staan. Klik op Voornaam en klik op Invoegen; in het document zie je <<Voornaam>> verschijnen. Kies dan tv (het tussenvoegsel) en klik weer op Invoegen. Klik op Achternaam en op Invoegen, klik op Adres en op Invoegen, klik op Postcode en op Invoegen, gevolgd door Woonplaats en Invoegen. Klik op Sluiten.

Via Meer items kies je welke onderdelen van het adres op het etiket komen.

Plaats van de tekst bepalen

Deze woorden met punthaken zijn zogeheten velden. Deze staan in het etiket nog pal achter elkaar, maar je wilt drie regels onder elkaar en een spatie tussen de voor- en achternaam. Ga weer naar het etiket linksboven en zet de cursor precies tussen de punthaken >><< die tussen Voornaam en tv staan, dus zo Voornaam>> cursor <<tv en typ daar een spatie. Plaats ook een spatie tussen tv>>|<<Achternaam. Springt het veld <<Achternaam>> naar de volgende regel zonder dat je op Enter drukt? Geen probleem, op het etiket zelf komt dit goed.

Om het adres en de woonplaats op een nieuwe regel te laten beginnen, klik je tussen de punthaken van de achternaam en het adres en druk je op de Enter-toets. Herhaal dit tussen de velden voor het adres en de postcode. Typ ten slotte drie (!) spaties tussen de punthaken tussen de postcode en de woonplaats. Onder Stap 6 lees je waarom.

Op dit punt aangekomen, kun je iets toevoegen dat op alle etiketten moet staan. Stuur je deze adresstickers vanuit het buitenland, dan kun je onderaan Nederland of België in de betreffende taal typen. Ga hiervoor naar het etiket linksboven en druk na <<Achternaam>> op de Enter-toets. Typ dan de naam van het land waar de kaart naartoe moet. Dit hoef je slechts eenmaal te doen, alleen in het eerste etiket.

Je geeft precies aan waar de onderdelen van het etiket straks komen. Typ er spaties tussen, zet ze met Enter op eigen regels en voegt eventueel het land toe.

Indeling overnemen

Staan de onderdelen op hun plaats, klik dan in het taakvenster op de knop Alle etiketten bijwerken. Alle velden met punthaken worden gekopieerd. Dit is erg belangrijk! Want daardoor nemen alle etiketten de indeling van het eerste etiket over.

Deze velden tussen punthaken in Word zijn de verbindingen met de cellen in de adreslijst in Excel. Klik op Volgende: Etiketvoorbeeld. Nu worden deze velden met de echte gegevens gevuld en staat ieder adres op een eigen etiket. 

Stap 5: De etiketten controleren

Deze stap is ter controle. Word toont als voorbeeld de eerste pagina met de adressen in etiketopstelling. Je kunt hier nog adressen weghalen of toevoegen, de lijst filteren of anders sorteren. Klik hiervoor op Adreslijst bewerken. Je krijgt hetzelfde venster Geadresseerden voor Afdruk samenvoegen als in Stap 3. Heb je alle adressen die je wilt, klik dan op Volgende: Samenvoeging voltooien.

Op elk etiket komen de adresgegevens van de ontvanger.

Kun je de adreslijst niet openen? Als je in Word het document met etiketten controleert en je ziet een fout, dan wil je misschien in Excel de adreslijst openen. Maar Excel zal dan melden: “Bestand wordt al gebruikt” of: “Ongeldige bestandsindeling”, want Word heeft het bestand op de achtergrond geopend. Klik in die melding op Annuleren, sla in Word het document met de etiketten op, breng in Excel de wijziging aan en open in Word het document opnieuw. Nu is je aanpassing verwerkt.

Om je adresstickers op te plakken:

Kerstkaarten!

Stap 6: Etiketten afmaken

We zijn er bijna. Zoals je onder in het taakvenster ziet, kun je terug naar de vorige stappen als je nog instellingen wilt wijzigen. Wil je zien hoe alle etiketten eruitzien, klik dan op Afzonderlijke etiketten bewerken en kies in het volgende venster Alles. Er wordt een nieuw document gemaakt met de naam Etiketten1, met alle adressen op etiketten. Je kunt hier nog verbeteringen aanbrengen, voordat je de vellen met etiketten afdrukt. Controleer bijvoorbeeld of een lange naam er goed op staat.

In ieder geval staat er bij mensen zonder een tussenvoegsel een spatie te veel tussen hun voor- en achternaam. Die verwijder je snel als volgt. Klik in het tabblad Start op Vervangen (helemaal rechts, of druk op de sneltoets Ctrl+H). Het venster Zoeken en vervangen opent. Typ in het vak Zoeken naar twee spaties. Typ in het vak Vervangen door één spatie. Klik op Alles vervangen. Alle dubbele spaties worden vervangen door enkele spaties. Klik in de melding op OK en op Sluiten. PostNL ziet graag twee spaties tussen de postcode en de woonplaats. Als je in Stap 4 drie spaties tussen de punthaken hebt getypt, blijven er twee van over.

Je kunt de adressen een ander lettertype geven. Druk op Ctrl+A om alles te selecteren en kies het lettertype (cursief vindt PostNL niet fijn). Wil je meer ruimte langs de linkerkant, verbreed dan de linkermarge van alle etiketten. Klik hiervoor op Beeld / Liniaal, druk op Ctrl+A om alles te selecteren en versleep het blokje linksboven. 

Drukproef maken

Om geen kostbare etiketvellen te verspillen door misdrukken, controleer je vooraf of de afdruk goed op de etiketten terecht zal komen. Druk hiervoor alleen de eerste bladzijde af op gewoon papier. Klik op de tab Bestand en klik via Afdrukken op Afdrukken (sneltoets Ctrl+P). Kies met het menu onder Instellingen voor Huidige pagina afdrukken. Alleen de pagina waarin de cursor staat, wordt afgedrukt. Leg deze afdruk op een etiketvel, houd ze samen tegen het licht en kijk of de adressen binnen de etiketten passen. Komen de afmetingen niet overeen, ga dan terug naar Stap 2 en stel de maten bij. 

En dan: afdrukken maar!

Is alles naar wens, dan druk je de etiketten af. Leg de vellen met etiketten in de printer en let op welke kant naar boven moet. Bij een aantal printers moet je de vellen één voor één invoeren. Klik in het taakvenster op Afdrukken, kies in het volgende venster Alles en klik op OK. Heb je geklikt op Afzonderlijke etiketten bewerken, dan klik je op Bestand / Afdrukken. En daar komen de vellen met stickers uit je printer.

Het resultaat: je adressen afgedrukt op etiketten.

Handig: Excel Label Printer Met je adreslijst in Excel verwacht je eigenlijk dat je de etiketten meteen vanuit Excel kunt maken. Dat vindt Frits Stavleu ook en hij maakte Excel Label Printer. Dat is een Excel-bestand dat helemaal met macro’s werkt. Je kunt allerlei opties zelf instellen. Als je eenmaal aan de volgorde en aan de werking gewend bent, is het allicht de moeite waard. Fijn dat Frits een gratis versie aanbiedt. Daarnaast heeft hij een betaalde premium-versie.

▼ Volgende artikel
Last van hoge energiekosten in de winter? Zo laat je je was en vaat zuiniger draaien
© ID.nl
Huis

Last van hoge energiekosten in de winter? Zo laat je je was en vaat zuiniger draaien

In de winter loopt de energierekening al snel op. De droger gaat vaker aan omdat de was buiten niet droogt, en omdat we vaker thuis koken en eten gaat ook de vaatwasser vaker aan. Ook de wasmachine draait op volle toeren, want nat weer en dikke kleding leveren extra was op. Hét moment dus om even stil te staan bij het energieverbruik van deze drie apparaten. Met wat kleine aanpassingen zorg je voor een zichtbaar (gunstig!) verschil op je stroomrekening.

In het kort

In dit artikel lees je hoe je met eenvoudige ingrepen energie bespaart bij het wassen, drogen en afwassen. We kijken naar slimme instellingen, zuinige programma's en klein onderhoud waarmee je het energieverbruik omlaag brengt.

Lees ook: 5 stille wasmachines met zuinig label

Slim plannen loont

Wie een slimme meter of dynamisch energietarief heeft, kan precies zien wanneer stroom het goedkoopst is. Door het programma van je wasmachine, droger of vaatwasser daarop af te stemmen, draai je letterlijk op de voordeligste momenten. Veel moderne apparaten hebben een startuitstelknop, waarmee je eenvoudig plant dat een was 's nachts of vroeg in de ochtend klaar is.

Heb je geen dynamisch contract, dan is het slim om eerst te kijken of jouw leverancier een piek- en daltarief hanteert. Bij een dubbeltariefmeter geldt het lagere tarief meestal alleen tussen ongeveer 23.00 en 07.00 uur, niet standaard in het weekend. Even checken bij je energieleverancier voorkomt verrassingen.

Gebruik van nachtstroom

Heb je een dubbeltariefmeter, dan betaal je tijdens de daluren vaak minder. Handig om te weten, maar houd rekening met geluid als je apparaten laat draaien terwijl je slaapt. Sluit de deur van het washok of gebruik het stille programma als dat aanwezig is.

Wassen op lagere temperatuur

De grootste energiebesparing zit in de temperatuur van het waswater. Een was van 30 graden is meestal voldoende schoon, zeker met de huidige wasmiddelen die ook bij lage temperatuur goed werken. Alleen bij sterk vervuilde was of handdoeken kan een hogere stand nodig zijn. Een wasbeurt op 60 graden of af en toe een machinereiniger houdt de trommel fris en voorkomt vetluis - een kookwas op 90 graden is bij moderne machines niet meer nodig.

Een andere eenvoudige stap is de wasmachine pas te laten draaien als hij goed vol is. Een halve was verbruikt bijna evenveel energie als een volle: zonde. Ook de juiste dosering helpt: te veel wasmiddel kan op den duur zeepresten achterlaten, waardoor de machine harder moet werken.

Droger of droogrek?

De droger is een onmisbare hulp in de winter, maar verbruikt veel stroom. Centrifugeer je was daarom eerst op de hoogste stand, zodat er minder vocht overblijft. Hoe droger het de trommel ingaat, hoe korter het droogprogramma duurt. Warmtepompdrogers verbruiken het minst stroom, al bespaar je nog meer door de was af en toe op te hangen. In een goed geventileerde kamer, bijvoorbeeld bij de verwarming, droogt het prima zonder dat je ernaar hoeft om te kijken.

Zuiniger én veiliger

Reinig na elke droogbeurt het pluizenfilter en controleer het rooster aan de achterkant. Ophoping van stof belemmert de luchtstroom, waardoor het apparaat langer draait en warmer wordt. Dat verhoogt niet alleen het energieverbruik, maar ook het risico op oververhitting.

Liever niet de wasdroger gebruiken?

Ga voor een droogrek!

De vaatwasser slim inzetten

Een vaatwasser verbruikt vooral energie om water te verwarmen. Kies daarom het eco-programma: dat duurt wat langer, maar gebruikt minder stroom en water doordat het water op lagere temperatuur wordt verwarmd. Grote etensresten kun je beter even wegschrapen, maar spoel servies niet voor onder de kraan - dat is onnodig en verspilt warm water. Licht aangekoekte pannen en schalen vormen voor moderne vaatwassers echt geen probleem.

Wie zonnepanelen heeft, kan de vaatwasser het beste overdag laten draaien, zodat de stroom direct uit eigen opwekking komt. Ook hier geldt dat een startuitstelknop handig is: je plant eenvoudig in dat het programma start zodra de zon op het dak staat.

Onderhoud maakt echt verschil

Goed onderhoud klinkt saai, maar heeft een direct effect op het energieverbruik. Een verstopt filter, kalk in de sproeiarmen of pluis in de droger laten apparaten harder werken dan nodig. Zet ze af en toe op een onderhoudsprogramma of gebruik een speciale reiniger. Dat voorkomt niet alleen geurtjes, maar zorgt ook dat de machine weer zo goed (lees: zo zuinig) mogelijk zijn werk kan doen.

Kleine aanpassingen, harde euro's

Energie besparen is vooral een optelsom van gewoontes. Door slimmer te plannen, de juiste temperatuur te kiezen en je apparaten schoon te houden, daalt het verbruik ongemerkt. En misschien nog belangrijker: je verlengt de levensduur van apparaten die het dagelijks zwaar te verduren hebben. Daarmee bespaar je ook op de langere termijn.

▼ Volgende artikel
Google Presentaties: presenteren kun je leren
© ID.nl
Huis

Google Presentaties: presenteren kun je leren

PowerPoint is voor velen nog steeds het standaardprogramma voor het maken van professionele presentaties. Maar wie geen geld wil uitgeven én makkelijker wil samenwerken, kan ook prima uit de voeten met Google Presentaties. Deze gratis webapp draait in de browser. Licenties, versieconflicten en het rondsturen van bijlagen behoren daarmee tot het verleden. We leggen uit hoe je eenvoudig overstapt.

Om je eerste slide te maken, heb je alleen een Google-account nodig. Log in op Drive (https://drive.google.com) en kies rechtsboven Nieuw, gevolgd door Google Presentaties (https://slides.google.com). Er opent automatisch een leeg bestand in een nieuw tabblad. Dat wordt opgeslagen in de cloud terwijl je typt. Links staat de dia-navigator, centraal het canvas, rechts het eigenschappenvenster.

Klik bovenin op Naamloze presentatie om de bestandsnaam te veranderen; dat is ook de naam van de link die je later deelt. Via Bestand / Pagina-instelling pas je het formaat aan, bijvoorbeeld breedbeeld 16:9 of klassiek 4:3. Vergeet niet via Bestand / Taal Nederlands te kiezen (als dat niet al goed staat), zodat autocorrectie goed werkt. Handig is ook de toetscombinatie Ctrl+M (zowel Windows als Mac) om nieuwe dia’s in te voegen. Net als in PowerPoint kun je thema’s toepassen: druk op Thema in de werkbalk en blader door de sjablonen. Kies maar een geschikte uit.

We zijn klaar om van start te gaan.

Soorten dia’s 

Als je eenmaal meerdere dia’s hebt, klik je met rechts op een miniatuur in de linkerbalk. Daar kies je voor Lay-out toepassen om snel tussen titel-dia, kop-inhoud of twee kolommen te wisselen. Je kunt bijvoorbeeld kiezen voor een nieuwe dia met alleen een kop, ideaal voor overgangsslides, of juist een wat meer uitgebreide slide.

Door een dia naar boven of beneden te slepen verander je de volgorde. Met Shift selecteer je meerdere slides tegelijk. Wil je een dia dupliceren? Gebruik dan de toetscombinatie Ctrl+D, of Cmd+D op de Mac, en pas alleen de details aan.

Het maken van een nieuwe dia en het schuiven met de volgorde werkt net zoals in PowerPoint.

Live samenwerken

De echte kracht van Google Presentaties ligt in het gelijktijdig samenwerken zonder gedoe met versienummers. Klik rechtsboven op Delen, voer e-mailadressen in of genereer een link met Iedereen met de link / Bewerker. Via Bekijken / Live aanwijzers / Mijn cursor tonen zien collega’s je cursor live bewegen; hun cursors krijgen elk een eigen kleur. Met het camerapictogram bovenaan kun je een call opzetten met iedereen die aan de presentatie aan het werk is. Reageren gebeurt via Opmerking toevoegen, waarna deelnemers met @naam anderen kunnen taggen en taken kunnen toewijzen.

Wanneer iemand een dia verwijdert, vind je die later terug onder Bestand / Versiegeschiedenis / Versiegeschiedenis bekijken. Daar herstel je elke vorige versie met een klik op Deze versie herstellen in het menu met de drie puntjes. Geef belangrijke mijlpalen een naam, zodat je later sneller kunt terugkeren. Voor offline overleg exporteer je naar PowerPoint via Bestand / Downloaden / Microsoft PowerPoint (.pptx); alle animaties blijven behouden. De omgekeerde route werkt ook: sleep een pptx-bestand naar Drive, open het, en het wordt automatisch geconverteerd zonder lay-outfouten.

Live samenwerken is een van de belangrijke pluspunten van Google Presentaties.

Verschillen met PowerPoint 

De grootste vraag bij overstappen is natuurlijk: wat mis ik als ik naar Google Presentaties verhuis? Verrassend weinig, maar er zijn verschillen die je workflow beïnvloeden. PowerPoint staat bekend om zijn uitgebreide animatietijdlijn en de mogelijkheid om meerdere bewegingstrajecten op één object te stapelen. Google Presentaties biedt basale vervaag-, verschuif- en inzoomtransities, maar je kunt nog geen complexe padanimaties tekenen. Ook ontbreken geavanceerde dia-overgangen zoals Morph.

Verder ondersteunt PowerPoint het insluiten van lettertypes in een pptx-bestand, waardoor je presentatie overal identiek blijft. Google Presentaties gebruikt daarentegen webfonts; bij offline export kan daardoor het uiterlijk iets verschuiven. Macro’s in VBA vind je niet terug, maar Apps Script (https://script.google.com) vult veel automatisering toch in.

Daar staat tegenover dat collaboratief werken, automatische versiegeschiedenis en publieksparticipatie standaard zijn en in PowerPoint pas met plug-ins beschikbaar komen. Kortom: heb je vooral statische of licht dynamische presentaties, dan stap je zonder problemen over. Voor complexe animaties kun je altijd PowerPoint achter de hand houden.

Interactieve elementen

Een presentatie springt eruit wanneer beeld, video en interactie worden ingezet. Voeg een foto in via Invoegen / Afbeelding / Uploaden vanaf computer of selecteer de ingebouwde optie Zoeken op internet om rechtenvrije afbeeldingen te vinden. Sleep de hoekgrepen om te schalen.

Uiteraard kun je ook gifjes uploaden via Invoegen / Afbeelding / Gif’s en stickers. Video werkt net zo eenvoudig: kies Invoegen / Video en plak een YouTube-url, of selecteer een Drive-bestand. In de rechterzijbalk stel je in of de video automatisch afspeelt, op een bepaald tijdstip start of stil wordt gezet.

Een hele tabel kun je inladen met Invoegen / Diagram / Uit spreadsheets; de resultaten verschijnen op een dia. Links voeg je toe door de tekst te selecteren en de toetscombinatie Ctrl+K of Cmd+K te gebruiken.

Uiteraard is het embedden van een YouTube-video een fluitje van een cent.

Presentatorweergave en Q&A

Tijdens het presenteren wil je meer dan alleen dia’s tonen; je wilt ook interactie en timing beheren. Start de diavoorstelling via Diavoorstelling rechtsboven met Ctrl+F5, of Cmd+Enter op Mac. Kies via het Pijltje voor Presentatorweergave en de presentatie opent in een nieuw venster terwijl een tweede tab verschijnt met een presentatorvenster. Daar zie je notities, een timer en knoppen om vragen te accepteren.

Activeer Tools voor het publiek / Nieuwe sessie starten en deel de gegenereerde korte url boven in het scherm. Deelnemers stellen anoniem of met naam vragen op hun telefoon of laptop; jij ziet ze binnenkomen en markeert relevante items met Selecteren zodat ze in de dia verschijnen. Wil je tijdelijk pauzeren, druk dan op B om het scherm zwart te maken terwijl je spreekt. Zo bewaak je de regie, beantwoord je vragen en behoud je contact met je publiek in realtime.

Google Presentaties heeft een paar handige functies voor interactie ingebouwd.

Sneltoetsen die tijd besparen

Elke muisklik die je bespaart tijdens het bouwen van dia’s levert minuten op. De volgende toetscombinaties werken in vrijwel elke browser en versnellen je werkproces direct.

Met Ctrl+M maakt een nieuwe dia aan, terwijl Ctrl+D (Mac: Cmd+D) het geselecteerde element of de hele dia dupliceert.

Je zoomt in en uit met Ctrl+scrollwiel zodat je details nauwkeurig plaatst.

Druk op Shift+Pijltje om objecten per pixel te verplaatsen, zodat je ze nog nauwkeuriger kunt plaatsen.

Alt+Shift+F opent de werkbalk voor lettertypes, waarna je met de pijltjes door het lijstje bladert.

Tijdens het presenteren wissel je naar de vorige dia met P en ga je verder met N, of Spatie, of PijltjeRechts. Voor een virtuele laserpointer druk je op L; je cursor verandert in een rood spoor dat het publiek volgt. Leer deze combinaties uit het hoofd en je merkt meteen dat het ontwerp vlotter en preciezer verloopt bij elk project.

Offline en back-ups

Hoewel Google Presentaties online leeft, kun je zonder internet toch presenteren. Open eerst Google Drive, klik op het tandwiel, kies Instellingen en vink Offline aan. Google downloadt automatisch je recentste bestanden, inclusief presentaties. Test de verbinding door wifi uit te schakelen en druk op Presenteren; alles werkt lokaal, inclusief video die in Drive was opgeslagen. Zorg wel dat je de presentatie vooraf opent zodat de media worden opgeslagen en uit het geheugen worden opgehaald.

Maak daarnaast een back-up als pdf: ga naar Bestand / Downloaden / Pdf-document (.pdf). Zo kun je altijd nog dia’s tonen vanaf elke laptop. Google synchroniseert je wijzigingen zodra het netwerk terugkeert, waardoor niets verloren gaat en de versiegeschiedenis intact blijft. Zo presenteer je overal, zelfs in afgelegen conferentieruimtes zonder wifi.

Google Drive leeft online, maar Google Presentaties werkt ook als je geen internetverbinding hebt.

Extensies en automatisering

Wil je functies die verder gaan dan de standaardset, dan biedt de add-onmarkt verrassende mogelijkheden. Open Uitbreidingen / Add-ons / Add-ons toevoegen en zoek bijvoorbeeld naar Slides Toolbox, en loop door de stappen heen. Na installatie verschijnt een zijvenster waarin je met één klik dubbele spaties opruimt, lettergrootte gelijkmaakt of alle objecten exact centreert.

Voor datagedreven dia’s installeer je Autocrat. Daarmee maak je in Google Sheets een tabel, koppel je kolommen aan tekstvelden in je presentatie en laat je het script voor elke rij automatisch een maatwerkdeck genereren. Start de workflow via Extensies / Autocrat / Start en volg de wizard.

Er zijn add-ons voor het maken van video’s, tools voor het schrijven van wiskundige formules en - heel veel - AI-tools om slides of hele presentaties te maken.

Voor functies die niet zijn ingebouwd, kun je altijd kijken of er een add-on beschikbaar is.

Soepel en kosteloos

Met Google Presentaties kun je vrijwel alles doen wat je gewend bent in PowerPoint, maar dan zonder gedoe met licenties of losse bestanden. Je werkt direct in de cloud, kunt tegelijk met anderen aan de dia’s werken en alle versies worden automatisch bewaard.

Voor de uitstraling zijn er genoeg thema’s, sjablonen en uitbreidingen om je presentatie strak vorm te geven. En met de ingebouwde publieksweergave en Q&A-functie betrek je je publiek gemakkelijk. Zelfs zonder internet kun je doorgaan dankzij de offline-modus, waarna alles weer netjes wordt gesynchroniseerd.

Alleen wie ingewikkelde animaties nodig heeft, is soms nog beter af bij PowerPoint, maar voor verreweg de meeste presentaties – op school, werk of privé – is Google Presentaties een soepel en kosteloos alternatief.