ID.nl logo
In 10 stappen je NAS volledig dichtgetimmerd
© Reshift Digital
Zekerheid & gemak

In 10 stappen je NAS volledig dichtgetimmerd

NAS-apparaten hebben ontzettend veel functies. Al die functies kun je behalve op je thuisnetwerk ook via het internet gebruiken. Maar als een NAS via internet verbonden is, maakt dat hem ook kwetsbaar voor misbruik door derden en dus moet je de NAS goed beveiligen. Maar hoe doe je dat?

Een NAS is eigenlijk een goedkope server die geoptimaliseerd is voor het opslaan en delen van bestanden. Als je dit externe opslagmedium met je netwerk verbindt, kun je hierdoor via elke computer op het thuisnetwerk de bestanden bekijken en bewerken. En niet alleen vanaf het thuisnetwerk, ook vanaf het internet heb je toegang tot de NAS en al zijn functies. Een goede beveiliging is dan extra belangrijk. Iedere NAS heeft een webinterface waarmee je het apparaat instelt. Deze interface is uiteraard per fabrikant verschillend. Wij hebben ervoor gekozen om in dit artikel de precieze instellingen van de drie populairste fabrikanten (Synology, QNAP en NETGEAR) te behandelen. Lees ook: Wat is de beste NAS? 14 NAS-modellen getest.

01 Basisconfiguratie

Een goede basisconfiguratie is belangrijk voor de beveiliging van de NAS en dat begint bij de meest recente firmware. Controleer of je NAS de meest recente firmware draait en of updates automatisch worden geïnstalleerd. Heb je een Synology-NAS, open dan Configuratiescherm / Bijwerken en herstellen. Heb je een QNAP-NAS, dan vind je de firmware-instellingen via Configuratiescherm / Firmware update. Bij NETGEAR zit de optie Controleren op updates direct op de hoofdpagina van de webinterface.

Schakel daarna ongebruikte services uit, immers: hoe minder services, hoe veiliger de NAS. Bij Synology kies je Configuratiescherm / Bestandsservices, bij QNAP is het Configuratiescherm / Netwerkdiensten, bij NETGEAR Instellingen / Services. Controleer ook extra geïnstalleerde apps en verwijder de apps die je niet gebruikt of schakel ze uit. Dit kan bij Synology via de Toepassingsportaal, bij QNAP via het AppCenter en bij NETGEAR via het menu Apps. Geef tot slot de NAS een vast IP-adres. Bij NETGEAR stel je een vast IP-adres in via Netwerk / Instellingen / TCP/IP, bij QNAP is het Configuratiescherm / Netwerk / TCP/IP en bij Synology Configuratiescherm / Netwerk / Netwerkinterface. Schakel DHCP uit en kies voor een Statisch IP-adres. In het kader 'Verder lezen' vind je als aanvullende informatie een artikel over het instellen van je thuisnetwerk.

©PXimport

Zorg voor je begint met het delen van bestanden, dat de configuratie van de NAS optimaal is en de firmware helemaal bijgewerkt.

02 Gebruikers en groepen

Een belangrijke beveiligingsmaatregel is om elke gebruiker van de NAS een eigen account en wachtwoord te geven. Geef ook jezelf zo'n account en gebruik het beheeraccount (ook het admin- of -administratoraccount genoemd) alleen als je de configuratie moet wijzigen. Bij zowel QNAP als Synology ga je naar Configuratiescherm / Gebruiker en daar klik je op Maken of Creëer. Bij NETGEAR klik je in het hoofdscherm op Accounts. Volg daarna de stappen in de wizard. Geef elke gebruiker niet meer rechten dan nodig en maak ze geen lid van de admin-groep.

©PXimport

Voor het aanmaken van nieuwe gebruikers bieden Synology en QNAP een handige wizard.

03 Groepen

Behalve gebruikers zijn er ook groepen. In een groep kun je meerdere gebruikers opnemen. Elke gebruiker in een groep krijgt de rechten zoals die voor de hele groep zijn ingesteld. Zo kun je makkelijker grote aantallen gebruikers gelijke rechten geven en is ook het wijzigen van rechten voor grotere aantallen gebruikers makkelijker. Gebruikers kunnen lid zijn van meerdere groepen, bijvoorbeeld iedereen in de groep 'Gezin' krijgt rechten voor gebruik binnen het thuisnetwerk en alleen de ouders en schoolgaande kinderen zijn lid van een tweede groep met rechten voor internettoegang. In de wizard om een gebruiker te maken, kun je al kiezen tot welke groep iemand behoort, maar via het submenu Groepen kun je apart nieuwe groepen maken en de gebruikers die in een groep zitten toevoegen of juist weer verwijderen.

©PXimport

QNAP laat je bij het maken van een nieuwe gebruiker ook meteen zijn groepslidmaatschap regelen.

©PXimport

Groepen kun je ook altijd achter maken en leden toevoegen of juist verwijderen.

Weg met het admin-account

De admin (beheerder, administrator) is de baas van de NAS. Op bijna elke NAS is zo'n account aanwezig. Dat weet jij, maar dat weten hackers ook. Van de combinatie gebruikersnaam en wachtwoord hebben ze de helft al binnen. Een belangrijke beveiligingsmaatregel is daarom het uitschakelen van het admin-account. Omdat beheer noodzakelijk blijft, log je eerst in met het admin-account. Maak een nieuwe gebruiker aan en plaats die in de admin-groep. Geef het account een moeilijk wachtwoord. Geef zo nodig rechten op applicaties en mappen. Log dan uit. Log vervolgens in met het nieuwe admin-account. Open weer het onderdeel Gebruikers en selecteer het standaard admin-account. Kies Bewerken en schakel het admin-account uit.

©PXimport

Vervang het standaard admin-account door een nieuwe als extra beveiliging.

04 Shares, lezen, schrijven

Een 'share' is een gedeelde map op een NAS. Op een share zitten toegangsrechten. Heb je niet de juiste rechten, dan kun je de map niet openen. Daarnaast kun je ook beperkte rechten hebben zodat je documenten bijvoorbeeld wel kunt lezen, maar niet kunt aanpassen. Bij Synology vind je in het Configuratiescherm het onderdeel Gedeelde map waar je nieuwe mappen kunt maken en de rechten instellen. QNAP heeft hiervoor Configuratiescherm / Privilege-instellingen / Gedeelde mappen. Bij NETGEAR ga je naar Shares / Nieuwe map. Veel NAS-apparaten hebben standaard al shares voor bekende bestandssoorten zoals foto's en muziek en een map genaamd Public die voor iedereen toegankelijk is.

©PXimport

Zelfgemaakte shares én standaard-shares op een QNAP-NAS.

©PXimport

Bij het vergeven van rechten is er de keuze tussen helemaal geen toegang, het alleen lezen van documenten of het volledig lezen/schrijven waarmee ook documenten kunnen worden bewerkt en toegevoegd.

05 Apps en services

De meeste NAS-apparaten bieden behalve gedeelde schijfruimte nog een groot aantal andere diensten zoals een webserver, een mailserver of multimediaserver. Een aantal van deze services zijn standaard al geïnstalleerd, maar kunnen elk apart in- of uitgeschakeld worden. Functies toevoegen gaat bij NETGEAR via Apps / Beschikbare apps. Bij Synology en QNAP staat deze functie direct op het hoofdscherm, de naam is respectievelijk Package Center en App Center.

Elk van de genoemde services draait op een andere TCP/IP-poort van de NAS en voor elke service die je via het internet beschikbaar wilt maken, zul je een poort moeten forwarden op de router (zie de cursus Portforwarding). Gebruik je veel services, dan moet je dus veel poorten openen.

©PXimport

De grote NAS-merken Synology, QNAP en NETGEAR bieden een groot aantal modules om de functies van de NAS uit te breiden.

06 Poorten instellen

Een service kun je behalve op de standaardpoort ook op een andere poort laten draaien, waardoor je de NAS een beetje kunt verstoppen. Je kunt dit behalve via de NAS ook op de router doen, de poort op de router en die op de NAS hoeven bij portforwarding immers niet dezelfde te zijn. Je kunt een service op de NAS zelf ook al op een andere poort zetten. Bij Synology regel je dit via Configuratiescherm / Toepassingsportaal. Selecteer de service en klik op Bewerken. Voor de standaard-bestandsservices zoals ftp en WebDAV ga je naar Configuratiescherm / Bestandsservices. Bij QNAP ga je naar Systeeminstellingen / Algemene instellingen / Systeembeheer voor de standaard-systeempoorten en voor de services naar Netwerkdiensten.

©PXimport

Gebruik een alternatieve poort om de services op de NAS een beetje te verstoppen.

©PXimport

Door een niet-standaard poort te configureren voor een webservice, maak je deze QNAP iets veiliger.

07 Netwerkbeveiliging en firewall op de NAS

Om de NAS nog verder te beveiligen, biedt een NAS soms nog extra opties. Bij Synology is er het onderdeel Beveiliging, bereikbaar via Configuratiescherm / Connectiviteit. Hier kun je de Afmeldtimer instellen, waarmee je aangeeft na hoeveel minuten een ongebruikte verbinding wordt afgesloten. Bij Automatisch blokkeren kun je regelen dat een IP-adres waarvan geprobeerd wordt een verbinding te maken met de NAS, na een aantal mislukte aanmeldpogingen voor een aantal minuten niet opnieuw kan proberen een verbinding te maken. En tot slot is er de Firewall waar je voor elke service regels kunt opstellen wie wel en wie niet die dienst mogen gebruiken. Ook QNAP heeft vergelijkbare functies onder Systeeminstellingen / Veiligheid / Security Niveau en Netwerk Toegang Beveiliging.

©PXimport

Met regels in de firewall van de NAS kun je misbruik van services voorkomen.

©PXimport

Je kunt de toegang tot de NAS bij QNAP beperken tot één, enkele of een reeks IP-adressen. De rest kan dan geen verbinding maken met de NAS.

08 DDNS

Om je NAS via internet te gebruiken, moet je je eigen router kunnen bereiken. Het IP-adres van de router op het internet bepaal je echter niet zelf, dat bepaalt de internetprovider. En dat adres kan zomaar veranderen. Om dit probleem op te lossen, gebruik je een Dynamische DNS-dienst (DDNS). Bij DDNS stuurt jouw router of NAS regelmatig zijn internet-IP-adres naar die DDNS-provider en koppelt het aan jouw DDNS-naam. Je surft dan ook niet meer naar het IP-adres van de router, maar naar je DDNS-naam. QNAP en Synology bieden een gratis DDNS-dienst aan. Bij Synology vind je DDNS onder Externe toegang in het Configuratiescherm, bij QNAP onder Systeeminstellingen / Netwerk. NETGEAR biedt geen DDNS op de NAS en dat geldt vast ook voor andere fabrikanten. In dat geval kun je kijken of je router DDNS-mogelijkheden biedt.

©PXimport

DDNS zorgt ervoor dat je de thuisrouter altijd kunt vinden op internet ook als zijn IP-adres is gewijzigd.

©PXimport

QNAP integreert met meerdere commerciële en gratis DDNS-diensten.

De router als NAS

Beschikt je router over een usb-poort, dan kun je daarmee doorgaans bestanden op een usb-geheugenstick delen op het netwerk. De router is dan ook een NAS. De opties om die bestanden te delen en te beveiligen verschillen per router. Op onze Linksys AC1900 kan binnen het thuisnetwerk de toegang tot bepaalde mappen worden afgeschermd door op het tabblad Maptoegang de optie Beveiligde maptoegang in te schakelen. Ook kan hier een Gebruikersnaam en Wachtwoord worden opgegeven en eventueel een gedeelde map gemaakt. Op het tabblad FTP server kan de ftp-server worden ingeschakeld. Dan kun je vanaf het internet met een ftp-programma of browser inloggen op de router en de bestanden benaderen. Meestal is ftp het enige protocol dat gebruikt kan worden voor toegang tot de gedeelde opslagruimte van een router. Als beveiliging kun je nog een gebruikersnaam en wachtwoord instellen voor de ftp-toegang.

©PXimport

Ook op een router kun je bestanden delen en beveiligen met een gebruikersnaam en wachtwoord.

©PXimport

Ftp is vaak het enige protocol om vanaf het internet toegang te krijgen tot gedeelde mappen en bestanden op de usb-opslag van de router.

09 SSL voor veilige verbinding

Om de gegevens tijdens het transport over het internet te beveiligen, moet je van http naar https (HyperText Transfer Protocol Secure) overschakelen. Op een Synology-NAS open je Configuratiescherm / Toepassingen / Webservices. Bij HTTP-service vink je de optie HTTPS-verbinding inschakelen voor webdiensten aan, evenals de optie HSTS. Met deze laatste optie zorg je ervoor dat een beveiligde verbinding ook echt beveiligd blijft. Via de optie Aanvullende HTTPS-poort toevoegen kun je de onderdelen Photo Station en Web Station via een beveiligde verbinding laten lopen. Wil je losse diensten op https-overschakelen, dan kan dat via het Toepassingsportaal. Bij QNAP vind je deze optie onder Algemene instellingen / Systeembeheer. Hier kun je omschakelen naar de optie Alleen via beveiligde verbinding en ook het poortnummer configureren. Bij NETGEAR ga je naar Instellingen / Services en vink je HTTPS aan. Je kunt eventueel nog een extra poort opgeven.

©PXimport

Schakel voor veilige communicatie over van http naar https met standaard én extra diensten.

©PXimport

Photo Station extra veilig met een versleutelde verbinding op een niet-standaardpoort.

©PXimport

NETGEAR biedt de optie om een tweede SSL-beveiligde poort te openen.

Certificaatfout

Schakel je over naar https, de versleutelde variant van http, dan zul je in de browser nog wel een foutmelding krijgen. Het beveiligingscertificaat op de NAS is namelijk een zogenoemd 'self-signed' (zelfondertekend) certificaat dat bij de installatie is gegenereerd. De herkomst van zo'n certificaat kan niet gecontroleerd worden door de browser, zoals het dat bij een certificaat van een bank bij internetbankieren wel kan. De kwaliteit van beveiliging via een zelfondertekend certificaat is dus minder.

Wel kun je er de verbinding mee versleutelen, maar je kunt niet garanderen dat de NAS waarmee je communiceert ook echt de eigen NAS is. Een officieel certificaat kost echter al snel meer dan tweehonderd dollar. Mocht je dat toch willen, elke NAS biedt de optie zo'n certificaat te installeren en dan ook de authenticiteit van de NAS te garanderen.

©PXimport

Een 'selfsigned' certificaat is niet zo waardevol als een volledig certificaat, maar zorgt wel voor extra veiligheid én is gratis.

10 Clouddiensten

Het configureren van veilige toegang vanaf het internet is lastig door de vele mogelijkheden en opties. Dat hebben ook de NAS-fabrikanten onderkent. De NAS is steeds vaker onderdeel van het eigen thuisnetwerk waarin pc's, Macs, smartphones en tablets allemaal samenwerken. De NAS is dan de spil in dat web. Om deze manier van NAS-gebruik te vereenvoudigen bieden de grotere NAS-merken cloudmogelijkheden aan waarbij je niet zelf poorten hoeft te openen. Synology heeft hiervoor QuickConnect en CloudStation, QNAP biedt MyQNAPCloud en NETGEAR heeft ReadyCloud. Doordat bij deze functies de NAS zelf verbinding maakt met een centrale server van de NAS-fabrikant op het internet, hoeven bijvoorbeeld veel minder poorten worden geopend. Zaken als gebruikers en wachtwoorden en rechten blijven wel van belang.

©PXimport

Met ReadyCloud van NETGEAR maak je verbinding met de NAS via een online portal waardoor veel minder configuratie nodig is.

©PXimport

Met QuickConnect van Synology kunt u altijd en overal verbinding maken met de NAS.

Verder lezen

Wat kun je met een NAS?

Thuisnetwerk instellen

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.