ID.nl logo
Alles over de motor van je elektrische fiets
© Reshift Digital
Zekerheid & gemak

Alles over de motor van je elektrische fiets

De elektrische fiets is waanzinnig populair in Nederland. Vorig jaar werden er voor het eerst meer e-bikes verkocht dan stadsfietsen, zo blijkt uit verkoopcijfers van Bovag en de RAI Vereniging. De elektrisch aangedreven fiets is niet meer weg te denken uit het Nederlandse straatbeeld, maar wat maakt een e-bike nu wezenlijk anders dan een conventionele fiets? In dit artikel zoomen we in op misschien wel het belangrijkste verschil: de aanwezigheid van een motor.

Computer!Totaal heeft samen met Kieskeurig.nl een grote test van accu's van elektrische fietsen gedaan, met soms nogal schokkende resultaten. Alle testresultaten kun je hier gratis downloaden.

Elke elektrische fiets wordt aangedreven door een elektrische motor. Bij de een zit die ingebouwd in het voor- of achterwiel, bij de andere e-bike vind je de motor terug in het midden bij de trapas. Elke positie van de motor heeft zijn voor- en nadelen en hangt af van de persoonlijke voorkeur van de berijder. Het is niet alleen een kwestie van smaak, maar ook van de ligging op de weg of zelfs het prijskaartje. Maar wat zijn die verschillen precies?

Voorwielmotor

De meest voorkomende plek voor een motor in een elektrische fiets is nog altijd in het voorwiel, al is er wel een schifting richting middenmotoren aan de gang. Bij de voorwielmotor heeft de fietser het gevoel dat hij vooruit getrokken wordt. De voorwielmotor begint te werken zodra een sensor in de pedalen beweging detecteert. Je hebt daardoor weinig kracht nodig voor maximale ondersteuning. De aandrijving van e-bikes met een voorwielmotor wordt verdeeld over twee wielen: de motor drijft het voorwiel aan, de fietser gebruikt daarnaast zijn eigen kracht om het achterwiel in beweging te brengen.

E-bikes met een voorwielmotor zijn wat betreft techniek wat eenvoudiger en daardoor hebben ze doorgaans ook een langere levensduur en minder onderhoud nodig dan een middenmotor. De voorwielmotor is ook de goedkoopste variant van de drie. Een ander voordeel is dat de voorwielmotor werkt met alle typen versnellingssystemen.

Nadelen kent de elektrische fiets met een voorwielmotor ook. Zo sturen deze e-bikes wat zwaarder en hebben ze een minder stabiele wegligging. Veel gewicht ligt namelijk aan de voorkant van de fiets. Het gevolg is dat er een grotere kans is op slipgevaar, met name in bochten. De Fietsersbond meldde eerder dat het aantal valpartijen van e-bikes met een voorwielmotor wat hoger ligt dan bij e-bikes met een midden- of achterwielmotor. Praktisch: vergeet ook niet dat een voorband lastiger te verwisselen is met een voorwielmotor.

Achterwielmotor

Bij een e-bike met een achterwielmotor zit de aandrijving in het achterwiel. Achterwielaandrijving geeft de fietser de meest natuurlijke rijbeleving, een gewone fiets wordt namelijk ook aangedreven door het achterwiel. Er komt ook minder kracht op de ketting en tandwielen terecht, waardoor je fiets minder snel slijt ten opzichte van een middenmotor. Helaas geldt dat niet voor het versnellingssysteem, dat juist wél sneller slijt omdat er veel kracht op de ketting staat en daarmee dus ook op de versnellingen.

De elektrische fiets met een achterwielmotor onderscheidt zich vooral in heuvelachtig gebied omdat ze meer versnellingen kunnen hebben. Het voorwiel kan namelijk ook gebruikt worden voor de plaatsing van tandwielen.

Voor de e-bike met achterwielaandrijving geldt hetzelfde nadeel als een fiets waarbij het voorwiel wordt aangedreven: het gewicht is minder evenredig over de fiets verdeeld. Ook is het lastiger om een band te verwisselen als die lek is. Bij het verwisselen van een wiel moet de e-bike vaak opnieuw worden afgesteld met een computerprogramma.

Middenmotor

Fietsen met een middenmotor worden aangedreven bij de trapas - ze worden daarom ook wel trapasmotoren genoemd. De motor heeft doorgaans twee sensoren aan boord: een rotatiesensor en een trapkrachtsensor. Deze samen bepalen de optimale ondersteuning voor de fietser. De rotatiesensor meet of je trapt, de trapkrachtsensor registreert hoeveel kracht je zet. Deze gegevens worden doorgegeven aan de controller, die vervolgens bepaalt hoeveel stroom de motor krijgt en hoeveel de fiets moet worden aangedreven. Een verschil met de voorwiel- en achterwielmotor is dat niet de wielen, maar de trapas wordt aangedreven.

©PXimport

De middenmotor elimineert eigenlijk de meeste nadelen die e-bikes met een motor in het voor- of achterwiel hebben: zo liggen ze stabieler op de weg omdat het zwaartepunt laag en in het midden van de fiets ligt. Je hebt dus geen grotere kans op slippartijen. Daarnaast kun je met een middenmotor elk type versnellingssysteem gebruiken.

Toch valt er ook op dit type e-bike wat af te dingen. De fietsen met een middenmotor zijn relatief duur en het versnellingssysteem van de fiets slijt harder dan bij fietsen waar de motor in een van de wielen is verwerkt. Dit komt omdat de complete kracht van de motor en de berijder via de ketting op het achterwiel komt te staan. Stilistisch gezien verdient de e-bike met een middenmotor ook geen schoonheidsprijs omdat de motor minder mooi is weggewerkt. Dit is uiteraard vooral een kwestie van smaak.

Samenvattend

Kortom: de plaats van de motor van een e-bike kan nogal een verschil uitmaken. Het ene type is niet beter of slechter dan het andere. De keuze is een kwestie van smaak, het prijskaartje of bepaalde persoonlijke voorkeuren. Ben je bijvoorbeeld van plan om vooral in heuvelachtig gebied te gaan fietsen of ben je een wat sportievere gebruiker, dan is een achterwielmotor zeer geschikt.

De e-bike met een voor- en achterwielmotor is vooral fijn voor wie direct ondersteuning wil: zodra de trappers in beweging komen, doet de motor zijn werk. Voor fietsers met evenwichtsproblemen is de elektrische fiets met een voorwielmotor weer wat minder geschikt omdat het voorwiel kan wegglijden.

De e-bike waarbij de motor in het midden zit is met name geschikt voor mensen die stabiliteit belangrijk vinden. Vooral de laatste tijd hebben dergelijke fietsen een vlucht genomen. Grote kans dus dat je vooral fietsen met een middenmotor tegenkomt als je nu ene elektrische fiets gaat kopen.

▼ Volgende artikel
Bestandsnamen in bulk wijzigen? Maak kennis met PowerRename uit Power Toys
© ID.nl
Huis

Bestandsnamen in bulk wijzigen? Maak kennis met PowerRename uit Power Toys

Een paar bestanden hernoemen is zo gebeurd. Maar zodra je tientallen of honderden namen moet aanpassen, schiet handmatig werk tekort. Dan komt externe software goed van pas. PowerRename, onderdeel van de PowerToys-collectie, biedt uitkomst. Met deze slimme tool kun je grote aantallen bestanden in één keer hernoemen. Dat gaat snel, efficiënt en precies zoals jij het wilt.

Dit gaan we doen

In dit artikel zie je hoe je PowerRename uit PowerToys instelt en gebruikt om grote aantallen bestanden tegelijk te hernoemen. We laten zien hoe je de tool activeert, hoe je hem oproept via Verkenner en hoe je zoek-en-vervangacties, letterinstellingen en automatische nummering toepast. Zo wijzig je in één keer volledige reeksen bestandsnamen, zonder handmatig werk.

Lees ook: Leuker, sneller en handiger: boost je Windows-pc met PowerToys

PowerRename activeren

PowerRename is een stuk krachtiger dan de standaard hernoemfunctie van Windows. De tool maakt deel uit van PowerToys, een opensource-project van Microsoft. Wil je de Microsoft Store-versie installeren? Open dan het Startmenu, zoek naar Microsoft Store en start de app. Typ PowerToys in het zoekveld bovenaan. Klik op Installeren zodra je het programma hebt gevonden. Na installatie verschijnt PowerToys in het systeemvak van Windows. Open het, kies in de linkerkolom PowerRename en je ziet meteen een korte animatie van hoe de tool werkt. Klik op Instellingenopenen en controleer of PowerRename is ingeschakeld. Let op: bij ons werkte PowerRename pas na een herstart van het systeem.

Een animatie toont hoe PowerRename werkt.

Contextueel menu in Verkenner

Open de map met de bestanden die je wilt hernoemen. Selecteer ze allemaal met Ctrl+A en klik met de rechtermuisknop op de selectie. In het contextmenu van Windows Verkenner kies je onderaan de opdracht Naam wijzigen met PowerRename.

Haal PowerRename uit het contextueel menu in Windows Verkenner.

Zoeken en vervangen

Daarna opent het venster van PowerRename. In het veld Zoeken geef je in welk deel van de bestandsnaam je wilt vervangen. In het veld eronder typ je de nieuwe tekst. In ons voorbeeld vervangen we het woord Image door Kreta2015. Nog vóór de wijziging wordt uitgevoerd, toont PowerRename een overzicht: links de oorspronkelijke bestandsnamen, rechts de nieuwe. Zo zie je meteen wat er verandert. Daaronder kies je of de aanpassing moet gelden voor de volledige naam inclusief extensie, alleen de bestandsnaam, of alleen de extensie.

Met de knoppen onder Tekstopmaak pas je eenvoudig het hoofdlettergebruik aan, van alles in kleine letters, naar alles in hoofdletters, alleen een hoofdletter aan het begin, of elke beginletter van een woord in hoofdletters. Het laatste pictogram schakelt de nummering in. Activeer je dat, dan voegt PowerRename automatisch nummers tussen haakjes toe aan de bestandsnamen.

De nieuwe namen verschijnen in voorvertoning naast de oorspronkelijke namen.     

Je allermooiste foto's hernoemd?

Druk ze af en plak ze in een foto-album
▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen