ID.nl logo
Van oud brik tot e-bike: zo bouw je een slimme fiets
© PXimport
Zekerheid & gemak

Van oud brik tot e-bike: zo bouw je een slimme fiets

Je zou het misschien niet zeggen, maar de fiets hierboven is een hypermoderne fiets. Hij zit namelijk tjokvol gadgets. Sleutels zijn niet nodig: het slot opent automatisch. De lampen gaan vanzelf aan als je opstapt. Het ingebouwde alarm houdt dieven op afstand en de verborgen gps-zender houdt je locatie bij. Hebben? Dat kan! Zo maak je van je oude brik een slimme fiets.

Ook leuk om te lezen: onze tips voor het kopen van een elektrische fiets. Wist je trouwens dat er enorme kwaliteitsverschillen zitten in de accu's van elektrische fietsen? En dat het ook nog uitmaakt hoe en hoe vaak je hem oplaadt? Computer!Totaal voert samen met Kieskeurig.nl en BesteProduct.nl een grote accutest uit. Houd de komende tijd de website in de gaten voor de resultaten!

Tip 01: Verlichting

Je een ongeluk trappen om je dynamo aan te zwengelen zodat je een beetje zichtbaar bent in het donker? Dat is eigenlijk niet meer van deze tijd. Dat kan veel gemakkelijker. Bijvoorbeeld met de See.Sense Icon set. Dat zijn lampjes die met behulp van een bewegingssensor reageren op de omgeving. Rijd je op een rotonde of benadert een auto je ’s avonds, dan schijnen de Icon-lampjes feller zodat het verkeer om je heen je beter ziet. Je kunt ze ook laten knipperen maar dat is in Nederland niet toegestaan.

De lampjes zijn via een rubberband gemakkelijk te bevestigen op elke fiets. Ze worden opgeladen via een usb-kabel en zijn via bluetooth verbonden met je smartphone. Met de See.Sense-app kun je de helderheid van de lampjes instellen en de firmware updaten. De lampjes produceren zo veel licht, dat ze ook overdag zichtbaar zijn. De fietslampen kunnen via je mobiel ook een van je contacten een noodberichtje sturen als je valt. Of een waarschuwing geven op je telefoon als de bewegingssensor merkt dat iemand er met je fiets vandoor gaat. De Icon-lampjes gaan daarnaast automatisch aan als je fietst in het donker. De Icon’s van See.Sense zitten dus boordevol mogelijkheden, die het fietsen veiliger en aangenamer maken. Ze zijn alleen wel prijzig: een setje kost 119,99 pond, dat is zo’n 138 euro.

©PXimport

Tip 02: Slim slot

Een slimme fiets kan natuurlijk niet zonder een ‘slim’ slot. Eentje die je niet hoeft te openen met een sleuteltje (kun je dat ook niet meer kwijtraken), maar die reageert op je telefoon. De SL 460 Smartlock (71 euro) van het Duitse bedrijf Trelock is een mooi voorbeeld. Die kun je via NFC verbinden aan je telefoon. Let op: niet iedere smartphone heeft een NFC-chip ingebouwd, daarvoor heeft Trelock een E-key voor 60 euro extra. Wil je het ringslot sluiten, dan druk je een knop aan de zijkant in en trek je het hendeltje naar beneden. Openen doe je met je smartphone. Je opent de app en houdt de telefoon tegen het vlak aan de zijkant van het slot aan. Na een druk op de knop, schiet het slot open. Nog een voordeel is dat er geen sleutelgat is dat door een dief kan worden geforceerd. Daarnaast kun je het slot delen met maximaal acht personen om de fiets uit te lenen. Die kunnen dan dezelfde app gebruiken.

De SL 460 werkt snel en gemakkelijk. Hij werkt zonder batterij, het slot krijgt z’n stroom via de NFC-verbinding van de smartphone. De Trelock Smartlock heeft geen ART-keurmerk maar ziet er net zo stevig uit als een ringslot met ART-2-keurmerk.

©PXimport

Er is geen sleutelgat dat door een dief kan worden geforceerd

-

Tip 03: Nog slimmer slot

Er is één ding dat de SL 460 niet kan, maar de Linka Lock (169 euro) wel … en dat is automatisch openen. De Linka werkt met bluetooth en kan volledig automatisch openen als je binnen twee meter afstand van je fiets komt. Dat voel heel futuristisch en is ook nog eens heel handig, want je hoeft je telefoon niet meer uit je zak te halen. Vertrouw je het niet? Dan kun je die functie ook uitschakelen en het slot openen met de Linka-app.

Wil je het Linka-slot sluiten, dan druk je twee keer op het knopje aan de zijkant. Het gaat dan met een zachte zoem automatisch dicht. Ben je je telefoon vergeten of werkt je bluetooth-verbinding even niet, dan heb je een noodcode als back-up. Heb je bijvoorbeeld de code 3625 bedacht, dan druk je het knopje aan de zijkant eerst drie keer in, dan zes keer etc. Het slot opent ook dan voor je. Verder heeft de Linka een ingebouwd alarm (110 dB) dat reageert op beweging. En je kunt de toegang tot het slot delen met anderen.

De Linka moet worden opgeladen met een usb-kabel (volgens de fabrikant hoeft dat maar één keer per jaar). Ook dit slot ziet er stevig uit maar heeft geen ART-keurmerk.

©PXimport

Tip 04: Alarm

Het slot dat we in de vorige tip bespraken heeft een ingebouwd alarm, maar je kunt ook een los alarm aanschaffen. De Chinese webwinkel DealExtreme verkoopt bijvoorbeeld een model voor 4,22 euro dat reageert op schokkerige bewegingen. Je kunt het apparaatje eenvoudig bevestigen aan het frame van je fiets. Wil je het alarm activeren, dan druk je twee seconden de B-knop in. Het alarm reageert op beweging en geeft een ‘gil’ van 110 dB. Om het alarm uit te schakelen, moet je een zelf gekozen code invoeren. Het alarm werkt op een 9V-batterij. Heb je een lichte fiets, dan is het misschien handiger om te investeren in bijvoorbeeld een slot met ingebouwd alarm of een gps-tracker (zie tip 5), omdat het alarm niet reageert als de tweewieler wordt opgetild (het kan geen versnelling meten maar alleen trilling).

©PXimport

Tip 05: Tracker

Met een gps-tracker kun je je fiets overal volgen. Mocht je fiets worden gestolen, dan vertelt de ingebouwde gps-chip je precies waar je tweewieler is. De Vclone van Velocate is een gps-tracker vermomd als een achterlamp met reflector. Op het oog zie je geen verschil tussen een gewoon achterlicht en de Vclone. Maar binnenin dit apparaat zitten een gps-chip en simkaart verstopt, die ervoor zorgen dat je je fiets overal ter wereld met je smartphone kunt volgen. De installatie van de Vclone is niet anders dan die van een achterlicht: je schroeft hem met twee moertjes vast aan de achterkant van je fiets. Je downloadt en start daarna de bijbehorende app, waarna je op een kaart meteen de positie van je fiets ziet (mits hij verbinding heeft met minimaal drie satellieten).

Via een bluetoothverbinding kun je met de app het achterlicht ook aanzetten (helaas is daarvoor geen knopje meer aanwezig op de Vclone). Ook kun je instellen dat je een seintje krijgt als iemand je tweewieler steelt. De Vclone wordt via een usb-snoer opgeladen, en dat is nog best lastig. Aan het uiteinde van het snoer zit namelijk geen stekkertje, maar hangen twee draadjes die je door twee gaatjes onder de Vclone moet steken. Niet echt gebruiksvriendelijk. Daarnaast is het best prijzig: tussen de 149 en 240 euro, afhankelijk van het abonnement.

©PXimport

In de achterlamp zit een gps-tracker verstopt zodat je je fiets kunt volgen

-

Tip 06: Goedkopere tracker

Een veel goedkopere optie is de Chinese Mini GPS Tracker (18,30 euro). Die is misschien niet per se gemaakt voor een fiets, en niet zo mooi vermomd als de Vclone, maar werkt ook prima. Je kunt hier zelf een (prepaid)simkaart in stoppen. Als je het bijbehorende telefoonnummer belt, stuurt het kastje je een sms met daarin de coördinaten, het tijdstip, de snelheid en een link naar Google Maps. De Mini GPS (64 x 46 x 17 mm en 50 gram) is goed te verstoppen onder het zadel.

©PXimport

Tip 07: Navigatie

Er zijn allerlei producten te koop voor fietsnavigatie, met prijzen tussen de 150 en 600 euro. Maar voor wie het goedkoop wil houden hebben we twee woorden: Google Maps. Deze navigatie-app is gratis en voor smartphones met iOS en met Android beschikbaar. Zodra je in de app een bestemming hebt gekozen, klik je daaronder op het fiets-icoontje en krijg je een fietsroute voorgeschoteld. Klik je onderaan het scherm op Stappen en meer, dan krijg je van iedere afslag een foto te zien. Je kunt de kaarten trouwens downloaden naar je telefoon, zodat je onderweg geen data verbruikt (klik op het hamburgericoon en kies Offline kaarten). Met een waterdichte fietshouder kun je je smartphone veilig monteren op je stuur.

Tip 08: Usb-aansluiting

Als je je telefoon heel veel gebruikt en lange tochten maakt, is het handig als je hem onderweg kunt opladen. Cortina verkoopt een stuurpen met ingebouwde powerbank voor 85 euro, verkrijgbaar via de fietshandel. De stuurpen kan worden aangesloten op iedere dynamo en ziet er fraai uit. Tijdens het fietsen laad je de ingebouwde accu op, die vervolgens je smartphone voedt. Het inbouwen van de stuurpen is wel even een klusje, maar het resultaat is heel netjes. We mochten de stuurpen testen op een fiets van TSO Fietsen in Groningen. Tijdens die rit bleek hoe simpel het werkt: telefoon aansluiten op de usb-ingang en gaan. Het laden gaat niet heel snel, maar het zorgt er in elk geval voor dat je telefoon op peil blijft.

Ook een mooie optie is de Cycle2Charge (59,90 euro plus 10 euro verzendkosten). Dit is een klein apparaatje dat netjes bovenop het balhoofd van een Ahead-stuurpen kan worden gemonteerd. Heb je geen Ahead-stuurpen, dan kan hij met een adapter ook op een gewoon stuur worden geplaatst. Met een snoertje sluit je de Cycle2Charge op je 5V-dynamo aan, zodat het apparaatje de energie om kan zetten in stroom voor je telefoon. Je sluit simpelweg je mobiel op de usb-ingang aan. De Cycle2Charge kan tegen een stootje en is gemakkelijk te installeren.

©PXimport

Tijdens het fietsen laad je de ingebouwde accu op, die vervolgens je smartphone voedt

-

Tip 09: Alles in één

Het alles in één pakket van Cobi vervangt je telefoonhouder, usb-lader, navigatie, fietslampjes en bel, en maakt er één slim geïntegreerd systeem van. Het hart van het systeem is je smartphone, die met een ingebouwde accu (op te laden via usb) wordt gevoed. Via de afstandsbediening op je stuur bedien je de Cobi-app. Daarmee kun je een fietsroute vastleggen, je lampen aan- of uitzetten, je muziek bedienen en zelfs telefoontjes plegen. De lampen kunnen ook automatisch inschakelen als je fietst in het donker. En – heel gaaf – met je achterlicht kun je je richting aangeven. Het Cobi-systeem heeft ook een alarm, dat je via bluetooth een seintje stuurt als iemand je fiets pakt.

Het systeem werkt heel prettig en ziet er gelikt uit. Het kost alleen wel een flinke duit: 299 euro. Daarnaast is het wat fragiel en daardoor misschien minder geschikt in een grote stad of drukke fietsenstalling.

©PXimport

▼ Volgende artikel
5 veelgemaakte fouten bij het koken op inductie
© alfa27 - stock.adobe.com
Huis

5 veelgemaakte fouten bij het koken op inductie

Aangebrand eten, vibrerende pannen of ongelijke resultaten: wie net begint met koken op inductie kan tegen dit soort frustraties aan lopen. Gelukkig zijn ze makkelijk te voorkomen. Wij vertellen wat de meest gemaakte fouten zijn bij het koken op inductie én hoe je ze voorkomt.

In het kort

Overgestapt van gas op inductie? Dat is vaak even wennen. Wij zetten 5 veelgemaakte fouten bij het koken op een rij, zodat jij ze niet hoeft ze maken. Dit zijn ze:

  1. Verkeerde pannen gebruiken
  2. Kookzones niet goed benutten
  3. Te hoog vermogen gebruiken
  4. Boostfunctie te veel gebruiken
  5. Niet goed schoonmaken

Inductieplaat kopen?

Check hier de beste deals!

Fout 1: Verkeerde pannen gebruiken

Een klassieke fout bij het koken op inductie is het gebruik van pannen die eigenlijk niet geschikt zijn voor dit type kookplaat. Inductie werkt via een magnetisch veld dat de bodem van de pan rechtstreeks verwarmt. Zijn jouw pannen niet magnetisch, dan is het gevolg een tragere opwarming, ongelijke garing en onnodig veel energieverbruik. Soms reageert een inductiekookplaat helemaal niet op gewone pannen.

Weet je niet zeker of jouw pannen geschikt zijn voor inductie? Doe dan de magneettest: pak een (koelkast)magneet en houd 'm tegen de bodem van de pan. Plakt de magneet stevig vast? Dan is de pan geschikt voor inductie. Glijdt de magneet weg of is de magnetische werking veel te zwak? Dan kun je beter niet koken met deze pan. 

Extra tip: als je nieuwe pannen voor je inductiekookplaat wilt kopen, let dan niet alleen op de magnetische werking. Ook de dikte van de bodem is belangrijk. Pannen met een bodem van minstens 4 à 5 mm dik verminderen de kans op aanbranden en trillen bij hoog vermogen. Kies daarnaast voor keukengerei van hout of siliconen; dat voorkomt krassen aan de onderkant van de pan. 

Fout 2: Kookzones niet goed benutten

Een inductiekookplaat werkt het best met pannen die qua formaat goed door de kookzone worden herkend. Zet je een pan neer die veel kleiner is dan de kookzone, dan kan het zijn dat de plaat hem niet detecteert of dat er minder vermogen beschikbaar is. Er gaat echter geen warmte verloren: alleen het deel van de pan dat binnen het magnetisch veld valt, wordt verwarmd. Een pan die juist groter is dan de kookzone kan leiden tot ongelijkmatige verhitting, omdat alleen het middendeel voldoende wordt opgewarmd. Let er daarnaast op dat de bodem van de pan vlak en schoon is, zodat het contact met het glasoppervlak optimaal blijft. Een kromgetrokken of vuile bodem kan de werking verstoren.

©vectorizer88 - stock.adobe.com

Fout 3: Te snel opwarmen

Inductie warmt veel sneller op dan gas. Daardoor zetten veel mensen het vermogen al snel te hoog, met als gevolg dat olie of eten kan aanbranden. Het is slimmer om op een lagere stand te beginnen en de temperatuur geleidelijk op te voeren, zeker bij bakken of sudderen. Voor water koken mag je gerust vol vermogen gebruiken, maar bij braden is dat vaak niet nodig. Merk je dat je pan gaat trillen of de kookplaat een zoemend geluid maakt, dan staat hij waarschijnlijk te hoog. Gebruik bovendien olie of vet met een hoog rookpunt, zoals arachideolie, zonnebloemolie, kokosolie of geklaarde boter (ghee). Daarmee voorkom je dat het vet te snel verbrandt.

Fout 4: Boostfunctie te veel gebruiken 

Veel inductiekookplaten hebben een boostfunctie die het vermogen tijdelijk flink opschroeft. Ideaal om snel een pan met water aan de kook te brengen of grote hoeveelheden soep of pasta te verhitten. Voor delicate bereidingen is de booststand minder geschikt, omdat de pan dan zo heet wordt dat eten kan aanbranden of ongelijk gaart. Gebruik hem dus met beleid: handig als je snel kracht nodig hebt, maar niet bedoeld om continu op te koken.

Fout 5: Niet goed schoonmaken 

Vlekken en etensresten op je inductiekookplaat zijn niet alleen onhygiënisch, ze kunnen ook blijvende schade veroorzaken. Vooral suikers zijn verraderlijk: die kunnen bij verhitting het glasoppervlak aantasten. Ook verbrande resten laten vaak hardnekkige vlekken achter en kunnen het glas op den duur verkleuren of zelfs doen barsten. Maak de kookplaat daarom na gebruik altijd schoon. Gebruik een licht vochtige doek met een mild reinigingsmiddel, zoals een beetje afwasmiddel of een speciaal middel voor inductiekookplaten. Voor aangekoekte resten is een speciale kookplaatschraper handig. Vermijd schuurmiddelen en schuursponsjes, want die veroorzaken krassen en maken het glas dof.

▼ Volgende artikel
Chat je met een mens of een AI-bot? 9 manieren om het te testen
© JEMEE PHOTO STORE - stock.adobe.com
Huis

Chat je met een mens of een AI-bot? 9 manieren om het te testen

Heb je het gevoel dat degene met wie je chat geen mens van vlees en bloed is? De AI-chatbots worden beter. Daarom worden ze ook volop ingezet bij klantenservices, maar ook oplichters maken er graag gebruik van. Als je niet zeker weet of je met een mens of een bot communiceert, dan zijn dit enkele veelzeggende signalen.

In dit artikel geven we aan hoe je kunt herkennen of je met een AI-chatbot of een mens praat:

  • Let op onrealistisch snelle of juist vaste reactietijden
  • Vraag naar de huidige datum en check of het antwoord klopt
  • Wissel van taal en kijk of de ander probleemloos meeverandert
  • Test 24/7 beschikbaarheid door op vreemde tijden te reageren
  • Wees alert op links en controleer deze voor je erop klikt
  • Gooi een onverwachte of onzinnige opmerking in het gesprek
  • Vermijd het onderwerp waar de chatbot steeds naar terugkeert
  • Vraag om een mening over een controversieel onderwerp
  • Stel een vraag die logica vereist maar geen databron heeft

Lees ook: Van deepfakes tot gekloonde stemmen: zo bescherm je jezelf tegen AI-oplichting

Heel veel organisaties plaatsen een chatvenster op hun website waar je terechtkunt met vragen, klachten en bestellingen. Toch geven de meeste klanten er de voorkeur aan om met een persoon te praten in plaats van met een AI-chatbot. Waarschijnlijk heb je tijdens zo’n chat ook al eens gefrustreerd moeten vaststellen dat je met een chatbot aan het praten bent. In de beste gevallen neemt de menselijke klantensupport het na een tijdje alsnog over. Er gaan daarom steeds meer stemmen op om de AI op een andere manier in te zetten voor een verbeterde menselijke klantenondersteuning. De interne medewerkers worden bijvoorbeeld uitgerust met AI-gedreven informatie.

De AI-chatbots die fraudeurs inzetten om geloofwaardige gesprekken te houden, gaan nog verder. De oplichters worden daarin ook steeds creatiever en assertiever. AI-gedreven oplichting is extreem gevaarlijk, omdat de reacties en schrijfstijl griezelig echt aanvoelen. Bovendien kunnen AI-tools je gegevens van sociale media verzamelen om op maat gemaakte oplichting te creëren. Oplichters doen een beroep op AI om nepprofielen te maken op datingsites en apps. Ze creëren aantrekkelijke foto’s en gebruiken automatische chats om een band met je op te bouwen. Nadat ze je vertrouwen hebben gewonnen, hangen ze een dramatisch verhaal op en vragen je om geld of hulp. Met de volgende negen tips kun je zulke chatbots herkennen, maar maak je geen illusies: het wordt steeds moeilijker om AI te ontmaskeren.

1 Let op vertraging

Een chatbot verraadt zich onmiddellijk als hij razendsnel en heel uitvoerig reageert. Geen mens leest en interpreteert een vraag, bedenkt een antwoord en typt acht regels tekst in drie seconden Dat weten oplichters ook en daarom zorgen ze in hun scripts voor een vertraging. Let dus op de reactietijd. AI-reacties volgen doorgaans direct of hebben een consistente vertraging, terwijl mensen op de ene vraag langer moeten nadenken dan over de andere.

De meeste bots gebruiken een vaste vertraging, onafhankelijk van de lengte van hun antwoord. Soms kan een simpele reactie als ‘Hallo’ of ‘Bedankt’ tien tot vijftien seconden duren voordat dit op het scherm komt. Merk je zo’n consistente vertraging op, ongeacht de lengte van de tekst, dan kan het gaan om een bot.

Een andere veelgebruikte methode om een mens te imiteren, is een vertraging die is ingesteld op het aantal woorden in het antwoord. Bijvoorbeeld: drie seconden voor korte antwoorden, acht seconden voor gemiddelde antwoorden enzovoort. Probeer de antwoordtiming voor de verschillende lengte van antwoorden vast te leggen om na te gaan of er enige consistentie is.

In drie seconden stond dit antwoord op het scherm, duidelijk een chatbot.

2 Vraag naar de huidige datum

Het klinkt gek, want waarom zou een mens je de huidige datum vertellen? Bots daarentegen beantwoorden elke vraag, zelfs als ze het antwoord niet weten. AI-hallucinatie is de term die we gebruiken voor een antwoord dat niet gebaseerd is op de werkelijkheid. Gek genoeg slaan chatbots bij deze simpele vraag de bal compleet mis. Dat komt doordat de bots die gebruikt worden voor oplichting in tegenstelling tot ChatGPT of Gemini geen toegang hebben tot gegevens die voortdurend worden bijgewerkt. Dat betekent dat ze geen flauw idee hebben welke dag het vandaag is. Als je dit vraagt, is het mogelijk dat ze een datum geven die minstens een paar maanden oud is. Als het geen bot, maar toch een mens is, dan zal die op zijn minst polsen waarom je die vraag stelt, voordat hij je het juiste antwoord geeft.

Ehm, we zijn toch echt meer dan twee jaar verder in de tijd …

3 Gebruik een andere taal

De meeste bots die zich zoals mensen moeten gedragen zijn niet afgestemd op één bepaalde taal. Als je met ze praat in het Engels en plots overschakelt naar het Nederlands of IJslands zullen ze je begrijpen en zelfs in de nieuwe taal antwoorden. Als je geen andere taal kent, kun je gebruikmaken van een online vertaler. Om er zeker van te zijn dat je te maken hebt met AI, schakel je een paar keer over naar verschillende talen.

Vreemd, de andere kant spreekt net zo vlot Nederlands als IJslands.

Human or Not

Human or Not is een gratis online tussendoortje. De game is gebaseerd op een experiment in 1950 gemaakt door Alan Turing om te testen in hoeverre een machine voor een mens kan doorgaan. Het opzet is eenvoudig: na twee minuten chatten moet je beslissen of je met een mens of met een AI-bot hebt gechat.

Je surft hiervoor naar www.humanornot.ai en klikt op de groene knop Start Game. De chatbox zoekt even naar een partner. Soms chat je met een AI-bot en soms ben je verbonden met een andere speler die op zijn beurt ook probeert uit te zoeken of je een mens of een AI-bot bent.

Ook andere deelnemers worden ingezet om Human or Not te testen.

4 Test de beschikbaarheid

AI-chatbots zijn in staat om 24/7 oplichting uit te voeren en kunnen zich op duizenden mensen tegelijk richten. Op sociale media circuleren nepprofielen die behoorlijk overtuigend zijn, maar ze zijn meestal veel te actief in vergelijking met normale mensen. Als je vermoedt dat je bevriend bent geraakt met een AI-bot, dan krijg je zekerheid door zijn beschikbaarheid te testen. Probeer dus op vreemde tijden, zoals midden in de nacht, met dit contact te praten. Als die altijd snel antwoordt, dan weet je hoe laat het is.

Deze is ten minste eerlijk.

5 Wantrouw externe links

Een tactiek die vaak wordt gebruikt, is dat degene waarmee je chat je links stuurt naar andere websites. Net zoals bij e-mail ga je natuurlijk niet lichtzinnig op zo’n link klikken. Je kunt immers op een phishingsite of andere kwaadaardige website terechtkomen waar je software op je systeem downloadt die je veiligheid in gevaar brengt. Controleer eventueel met externe hulpmiddelen of deze links veilig zijn.

Wees extra wantrouwig als een chatbot je naar een link verwijst.

6 Doe iets onverwachts

Een truc die vaak uitsluitsel geeft, is het maken van een onverwachte, zelfs van de pot gerukte opmerking. Vraag hen dus iets onzinnigs of irrelevants. Terwijl je aan het chatten bent, gooi je er bijvoorbeeld een van deze quotes tussen: “Ik denk dat het heel belangrijk is om te luisteren naar wat onze moeders en vaders ons vertellen te doen, en al onze melk op te drinken en al onze groenten op te eten. Vind je ook niet? ” of “Kun je mij een antwoord geven dat niet droger is dan de Sahara en ondraaglijk voorspelbaar?” “Waarom zeggen ze: ‘Drie is gezellig, maar vier is te veel?’” Je brengt een AI-bot hiermee niet van zijn stuk. De AI-bot zal in het eerste voorbeeld zelfs uitweiden over het belang van gehoorzaamheid aan je ouders. Echte mensen zullen verward reageren met iets in de aard van: “Hè?! Wat is dit?”

Wanneer de ander op zo’n onzinnige quote reageert, weet je dat het om een chatbot gaat.

7 Vermijd de fuik

AI-bots van oplichters worden geprogrammeerd om je steeds naar een bepaald onderwerp te leiden. Ze proberen je naar een bepaald internetadres te sturen of ze proberen je bijvoorbeeld te overtuigen om te investeren in cryptomunten. Wanneer je merkt dat ze zo’n uitgesproken interesse hebben in een specifiek onderwerp, dan vermijd je dat thema en verander je telkens van onderwerp. Als het gaat om een AI-bot dan zal hij je steeds proberen terug te brengen naar het interessegebied waarvoor hij geprogrammeerd is. Een mens begrijpt wel dat je geen interesse hebt en gaat verder.

©Supatman - stock.adobe.com

Malafide chatbots proberen je telkens in een bepaalde richting te sturen.

8 Vraag om een mening

Een chatbot heeft geen eigen mening. Bij controversiële onderwerpen zal hij steeds het antwoord in het midden proberen te houden. Stel een vragen als: “Vind je Donald Trump een narcistische president?”, “Moeten dieetpillen verboden worden?”, “Moeten scholen uitgebreide seksuele voorlichting geven?” of “Is klimaatverandering een serieus probleem dat dringende actie vereist, of is het overdreven?”. Je zult dan nooit een ja of nee krijgen. De chatbot ontwijkt de vraag of geeft een neutraal antwoord waardoor je niet weet of de AI voor of tegen het onderwerp is.

Een chatbot neemt nooit een expliciet standpunt in.

9 Doorprik de logica

Een AI-bot die met het internet is verbonden, kan vrijwel alle data benaderen. Probeer de logica te doorprikken met een uitdagende vraag waarvan het antwoord niet in een toegankelijke database zit. Een truc die vrijwel (voorlopig) altijd werkt, is vragen hoeveel een bepaalde letter in een onbestaand woord voorkomt. Stel bijvoorbeeld de vraag: “Hoeveel keer komt de letter t voor in het woord ‘eeooeotetto’.” De antwoorden die wij kregen waren: 2, 4 en 5.

De bot kan geen bepaalde letters tellen van een onbestaand woord.

Watch on YouTube