ID.nl logo
20 X570-moederborden voor AMD Ryzen-processors getest
© Reshift Digital
Zekerheid & gemak

20 X570-moederborden voor AMD Ryzen-processors getest

Met de derde generatie Ryzen-processors heeft AMD met de AMD Ryzen 5 3600 en Ryzen 5 2600 momenteel de interessantste processors op de markt in handen. Om het maximale eruit te halen, heb je een van de nieuwe moederborden met X570-chipset nodig. Wij legden twintig moederborden op de pijnbank en zochten voor jou de beste exemplaren uit.

Voordat we ons verdiepen in de X570-moederborden is het belangrijk stil te staan bij de vraag of je wel een relatief duur X570-moederbord nodig hebt. De verschillen tussen de nieuwe X570- en de oudere X470- en B450-chipsets, waar de nieuwe Ryzen-processors ook compatibel mee zijn, zijn namelijk niet heel groot. De X570-chipset biedt meer snelle usb 3.2 Gen 2-poorten, voorheen usb 3.1, wat vooral handig is voor veel snelle externe opslag. Tevens is het de eerste chipset die pci-express 4.0 ondersteunt, al zijn er vooralsnog weinig pci-e 4.0-devices, met uitzondering van nog snellere ssd’s.

Deze relatief prijzige AMD X570-moederborden zijn dus vooral interessant voor een mid- of high-end systeem, of als je overweegt de komende jaren een high-end videokaart toe te voegen. Voor eenvoudigere wensen zijn B450- en X470-borden een prima keuze.

Er resteren nog vier grote fabrikanten die moederborden maken

-

Waar moet je écht op letten?

Er resteren nog vier grote fabrikanten als het op moederborden aankomt: ASRock, ASUS, Gigabyte en MSI. Zij kopen de X570-chipset van AMD en bouwen daar elk hun eigen product omheen, met verschillende specificaties en prijspunten. Zaken als het bios, de software en de stroomvoorziening variëren sterk per merk. Daarom bespreken we eerst de inherente voor- en nadelen van elke fabrikant, alvorens we de echte uitschieters uitlichten.

Het is vooral zaak om je eigen subjectieve wensen in kaart te brengen. Hoeveel m.2-ssd’s of sata-schijven ga je gebruiken, hoeveel ventilatoren of rgb-accessoires wil je aansluiten, hoeveel rgb-headers heb je nodig, welke (usb-)aansluitingen heeft je behuizing, hoeveel usb-poorten wil je achterop en wat zijn je eisen op gebied van wifi of sneller netwerken? We waarderen moederborden die veel bieden voor hun prijs, maar leg jouw eigen eisen goed naast onze tabel voordat je de knoop doorhakt.

Zo testen we

Onze testconfiguratie bestaat uit een AMD Ryzen 7 3700X, G.Skill Trident Z Royal 3600 MHz 16 GB (2x 8 GB), Seasonic Prime Titanium 850W-voeding en Samsung 970 Evo Plus-ssd. We testen moederborden door alle instellingen voor de cpu en het geheugen gelijk te trekken, zo voorkomen we dat ‘handige trucjes’ (c.q. valsspelen) op een moederbord de processor voorbij zijn officiële specificaties pushen. Prestaties tussen moederborden verschillen soms enkele procenten per sample van hetzelfde bord. Het is dan ook onwaarschijnlijk dat kleine verschillen in de resultaten in de tabel (1-3 procent) leiden tot daadwerkelijk significant andere resultaten bij de eindgebruiker. Testresultaten dienen dan ook primair om structurele problemen te ontdekken.

ASUS

Vooral wat bios en bijbehorende software betreft, heeft ASUS een duidelijke voorsprong op de concurrentie. En omdat de prestatieverschillen tussen de twintig geteste moederborden bij gelijke instellingen verwaarloosbaar zijn, levert een dergelijke voorsprong in de praktijk een groot voordeel op.

De keerzijde is dat ASUS zich van dat voordeel bewust lijkt en moederborden die functioneel verder gelijkwaardig zijn voor een hogere prijs verkoopt. Vooral aan de onderkant van de markt is dat merkbaar, want zowel de Prime X570-P (199 euro, niet getest) als de Prime X570-PRO (279 euro) biedt in vergelijking met directe tegenhangers relatief weinig aansluitingen. Zo beschikken deze borden over een beperkt aantal interne usb-headers voor je behuizing.

ASUS is traditioneel wel sterk wat de stroomvoorziening (VRM) betreft en de opbouw van zijn X570-borden is ruim genoeg, vanaf de Prime X570-PRO zelfs zeer goed. Dat maakt de moederborden ook geschikt voor AMD’s 16-core Ryzen 9 3950X, die later dit jaar verschijnt. Hierdoor bieden alle ASUS-borden objectief gezien een goede ervaring, zolang de geboden mogelijkheden maar aan je eisen voldoen. Ook de uitstraling geeft deze moederborden iets extra’s.

ASUS komt pas echt op dreef in het luxere segment, waar de fabrikant enkele complexere features heeft toegevoegd. Overklokkers, tweakers en liefhebbers van aangepaste waterkoeling zoeken het beste moederbord voor hun doeleinden en de prijs is dan secundair. De ROG Crosshair VIII Hero (429 euro) heeft veel fan-headers, speciale headers voor je waterkoeling, extra knoppen voor (extreem) overklokken, een uitstekende stroomvoorziening om elke cpu tot het uiterste te pushen en dat ondersteund door het meest uitgebreide bios op de markt. Zolang de prijs geen bezwaar vormt, is dit hét X570-bord voor liefhebbers. Wil je waterkoeling gebruiken en twijfel je over de nog duurdere ROG Crosshair VIII Formula (599 euro)? De toevoeging van een EK-waterblok op dezelfde basis als de Hero klinkt leuk, maar biedt te weinig objectieve meerwaarde om de 170 euro hogere prijs te verantwoorden.

De ROG Strix X570-E (335 euro) is eventueel interessant als voordeligste moederbord met snelle 2,5 Gbit/s netwerkverbinding.

©PXimport

Gigabyte

Gigabyte heeft misschien wel het sterkste X570-aanbod. Zijn instapper, de X570 Gaming X (189 euro), laten we gezien de duidelijke besparingen liever links liggen, maar vanaf de X570 Aorus Elite (209 euro) zien we stuk voor stuk degelijke, aantrekkelijke borden met een betrouwbare stroomvoorziening en een collectie aansluitingen die op praktisch elk prijspunt ruimer is dan bij de concurrentie. Als je moederbord combinaties van rgb-verlichte componenten moet aansturen, verdient ASUS de voorkeur. Maar zodra dat geen overweging is, voert Gigabyte op elk prijspunt de boventoon.

De X570 Aorus Elite is zelfs zo compleet dat we voor de meeste gebruikers geen reden zien om meer uit te geven. Je krijgt een degelijke stroomvoorziening, een 10 Gbit/s netwerkverbinding, ruim voldoende rgb- en argb-headers, tien usb-poorten achterop en genoeg interne headers voor behuizingen met vier usb-poorten voorop of zelfs usb-c, iets wat geen enkele concurrent op dit prijspunt doet.

Overklokkers kunnen de iets duurdere X570 Aorus Pro (269 euro) overwegen voor de probleemdiagnosefuncties, extra fan-headers en de wat betere stroomvoorziening, en de X570 Aorus Ultra (319 euro) is een van de meer betaalbare opties met drie m.2-sloten.

De X570 Aorus Master (389 euro) in het high-end segment is van een heel andere orde: deze heeft een van de beste VRM’s op de markt, 2,5 Gbit/s netwerkverbinding, wifi 6 (oftewel 802.11ax) en een derde m.2-slot boven op de reeds goede combinatie van mogelijkheden. Daarmee is dit een sterke concurrent voor de ASUS Hero, MSI Ace en ASRock Phantom Gaming X. Tenminste, als je de beste borden op de markt overweegt.

©PXimport

Objectief bekeken zou je de X570 Aorus Xtreme eigenlijk het beste bord op de markt kunnen noemen. Maar omdat een prijs van 699 euro voor een moederbord lastig te verdedigen is, noemen we het vooral een paradepaardje waarmee Gigabyte laat zien waar het toe in staat is. Indrukwekkend is hij wel, met zijn extreme 16-fase VRM, de overdaad aan aansluitingen en de aanwezigheid van een extra externe controller waar je nog eens acht fans, rgb- of argb-accessoires op aan kunt sluiten. Bovendien functioneert het hele moederbord als heatsink voor alle componenten, waardoor dit het enige bord is zonder actieve ventilator. Staat er een geldboom in je tuin? Zoek dan niet verder.

De Aorus X570 I Pro WiFi (239 euro) is interessant, omdat deze op dit moment het enige mini-itx-moederbord op de markt is. Bovendien is dit model zeer solide en niet exorbitant geprijsd voor een X570-bord. Het enige serieuze bezwaar is het totaal van slechts zes usb-poorten.

©PXimport

Actieve fans?

Met uitzondering van de Gigabyte X570 Aorus Xtreme is bij elk X570-moederbord een ventilator op de chipset gemonteerd om deze te koelen. De geluidsproductie van deze ventilatoren is minimaal, waardoor je je geen zorgen hoeft te maken over geluidsoverlast. Gigabyte en MSI bieden wel de optie om de ventilator stil te zetten totdat hij echt nodig is. In theorie vinden we dat een voordeel, omdat we hierdoor de kans op slijtage op lange termijn lager inschatten.

MSI

MSI heeft het kleinste X570-aanbod, maar dat is geen nadeel. In plaats van elk prijspunt proberen te vullen met een al dan niet interessante optie, richt MSI zich op wat duidelijkere doelgroepen. De doelgroep van het goedkoopste bord in onze test, de MSI X570-A PRO (179 euro), is eenvoudig te raden: wil je zo min mogelijk uitgeven, dan is dit een serieuze optie.

Op de totale kosten van je pc is de besparing ten opzichte van de op alle fronten betere en uitgebreidere X570 Aorus Elite lastig te verdedigen, maar als elk tientje je lief is en de basale mogelijkheden voldoen, is de X570-A Pro wel het overwegen waard. Dat kunnen we helaas niet zeggen van de MSI X570 Gaming Pro Carbon WiFi (279 euro): die is voor dit prijspunt iets te zuinig met aansluitingen. Wifi 6 (oftewel 802.11ax) is weliswaar een leuke extra in dit segment, maar kun je ook los voor zo’n 20 euro toevoegen aan menig goedkoper bord.

MSI’s high-end MEG X570 ACE (389 euro) is objectief gezien wel een uitstekend moederbord. Net als zijn directe concurrentie is hij heel compleet, zeer degelijk, beschikt hij over een uitstekende stroomvoorziening en uiteraard ontbreken ook de nodige visuele toeters en bellen niet. Alleen het aantal usb-poorten achterop vinden we voor dit prijspeil aan de karige kant.

Hoewel MSI ook de bijna 800 euro kostende X570 Godlike aanbiedt, viel ons oog op de forse (eatx) Prestige X570 Creation. Met 499 euro is hij verre van goedkoop, maar daar staan meer usb-poorten tegenover dan je op elk ander X570-bord zult aantreffen. Dankzij een meegeleverde insteekkaart biedt hij bovendien vier m.2-sloten: een record. Ook is dit het voordeligste bord met 10 Gbit/s netwerkverbinding, wat de Prestige X570 Creation een echt high-end workstationbord maakt voor de veeleisende professional die de meerprijs met zijn of haar werk terug weet te verdienen.

©PXimport

ASRock

ASRock staat normaliter bekend om zijn goede prijs-kwaliteitverhouding. Zijn RGB Software, mocht je daar om geven, is een draak vergeleken met die van ASUS. Maar als je gewoon goede hardware zoekt voor een redelijke prijs, dan komt ASRock al jarenlang positief naar voren.

Met veel sterke opties op de markt is het niet eenvoudig om jezelf te onderscheiden. De X570 Extreme4 (189 euro) en de X570 Steel Legend (224 euro) bieden op zich een gebalanceerde set mogelijkheden voor hun prijs, maar kunnen net als alle andere borden onder de 250 euro lastig opboksen tegen de sterke Gigabyte X570 Aorus Elite. Ze moeten het dan vooral hebben van wat extra fan-headers en het feit dat ASRock zijn borden heeft voorbereid op een wifi-uitbreiding. Mocht je dat willen, dan kun je voor circa twee tientjes wifi 6 (oftewel 802.11ax) aan deze borden toevoegen met de Intel AX200-chip. De Steel Legend is ook het voordeligste bord met acht sata-poorten voor de echte datavreter.

De X570 Taichi (325 euro) biedt met fysieke knoppen wel iets unieks op zijn prijspunt: fijn als je frequent met je moederbord werkt zonder behuizing. Dat komt boven op een prima totaalplaatje met onder andere goede VRM’s, wifi 6, drie m.2-sloten en wederom die acht sata-poorten. Toch kun je je afvragen of goedkopere opties niet voldoende zijn. Of misschien wil je juist wat luxers, bijvoorbeeld een bord met een snellere netwerkaansluiting.

Dat is waar de X570 Phantom Gaming X (379 euro) om de hoek komt kijken. Feitelijk is dit hetzelfde moederbord als de Taichi, maar dan met een iets ander likje verf en een 2,5 Gbit/s netwerkpoort. Ook de Phantom Gaming X bestaat uit uitstekende componenten, al blijft de totale lijst met aansluitingen wederom op een paar punten achter bij onder meer de Aorus Master. Dat brengt hem in een lastige positie. Wil je meer sata-poorten, dan heeft ASRock het voordeel. Maar extra opslagmogelijkheden alleen vormen op dit prijspunt een lastig verkoopargument. ASRock lijkt dus deels te leunen op liefhebbers van het merk en deels op zijn designs, die net even afwijken van de concurrentie.

©PXimport

Conclusie

Waar goedkope X470-borden of (Intel) Z390-moederborden soms objectief slecht waren, gaat dat voor geen enkel X570-moederbord op. Zelfs de goedkoopste opties bieden kwalitatief zulke degelijke componenten dat AMD’s aangekondigde 16-core processor probleemloos op deze borden gebruikt kan worden.

Hierdoor is het cruciaal om je eigen eisen op een rij te zetten, afhankelijk van onder meer je doeleinden, behuizing of gewenste opslag. Voldoet de goedkoopste maar eenvoudige MSI X570-A Pro? Dan is die geen bezwaar. Onze redactietip gaat echter uit naar de Gigabyte X570 Aorus Elite. Vanwege de kwaliteit, maar vooral wegens de zeer ruime selectie aan aansluitingen die ruimschoots voldoen voor de meeste doeleinden, van gamen tot creatieve taken.

Bij de high-end borden met snelle netwerkverbinding, wifi 6 en een nog ruimere selectie aansluitingen strijden de Gigabyte X570 Aorus Master, MSI MEG X570 ACE en ASUS ROG Crosshair VIII Hero om de winst. De ASUS pakt de winst voor overklokkers, aangepaste water-loops en hobbyisten, dankzij enkele specifieke voordelen voor die doeleinden. Al is het wederom Gigabyte dat in dat segment de meeste hardware biedt voor een iets betere prijs. Samen zijn het de beste borden van deze generatie.

En dan is er nog een tweede bord dat onze tip verdient, want de MSI Prestige X570 Creation biedt meer usb-poorten en m.2-opslag dan elke concurrent. Gecombineerd met zijn 10 Gbit/s netwerkverbinding is dit onze keuze voor een professioneel workstation waarbij geld geen rol speelt.

©PXimport

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.