ID.nl logo
Dit kun je allemaal (nog meer) met Ambilight: geef films en series extra kleur
© TP Vision
Huis

Dit kun je allemaal (nog meer) met Ambilight: geef films en series extra kleur

Ambilight is de exclusieve feature van Philips tv's. De kleurrijke gloed achter het scherm ken je vermoedelijk wel, maar weet je dat je ook heel wat zaken kunt personaliseren in Ambilight? We gidsen je stap voor stap door alle opties.

Dit artikel in het kort:

  • Wat is Ambilight? Een reeks leds achter de tv die de kleuren van het beeld volgen en zo de sfeer versterken.
  • Ambilight-presets Biedt opties zoals Standaard, Sport, Bioscoop en Gaming, plus Muziek en Vaste kleurinstellingen.
  • Personaliseren Pas helderheid, snelheid en kleureffecten aan via de instellingen.
  • Lounge Light & Ambisleep Gebruik Ambilight als sfeerlicht of om in slaap te vallen met instelbare kleuren en helderheid.
  • Ambilight-alarm Stel alarmen in met specifieke beelden, geluid en volume.

Meer lezen over Philips? Check dan: Philips lanceert nieuwe versie Ambilight en nieuw topmodel oledtelevisie

Wat is Ambilight? 

Ambilight, dat zijn een reeks leds die in de rug van bijna elke Philips tv ingebouwd zijn. Afhankelijk van je model kan dat aan twee, drie of vier zijdes van de tv zijn. Deze leds projecteren een kleurrijke gloed op de wand achter de tv. En niet zomaar een willekeurige kleur. De beeldverwerkingsprocessor in de tv die elk beeld analyseert, stuurt de Ambilight-leds aan, zodat die precies de kleuren van het beeld op het scherm volgen. Die gloed versterkt de sfeer, en doet het beeld groter lijken. 

De basiskeuzes van Ambilight

Elke Philips afstandsbediening beschikt over een Ambilight-toets. Daarmee kun je kiezen uit een aantal presets voor Ambilight. De eerste vier zijn basisvarianten: Standaard, Sport, Bioscoop en Gaming. Het zijn presets die ideaal zijn voor dat respectievelijk type content.

©Brastock Images / Eric Beeckmans | ID.nl

Vervolgens zijn er nog twee speciale presets die wat andere opties bieden. De Muziek-instelling reageert op de dynamiek van het geluid, en creëert zo lichteffecten op basis van je geluid; erg handig wanneer je een feest geeft. Bij de Vaste kleur-instelling kies je een kleur die niet verandert. Deze instelling kan dienen als een bias-light, iets wat overigens het originele doel was van Ambilight. Wie kijkt bij verduistering kan last krijgen van vermoeide ogen als het beeld vaak wisselt tussen donker en helder. Door een bias-light rond het scherm te gebruiken, liefst een neutraal wit, geef je je ogen een vaste referentie, waardoor je minder snel last hebt van vermoeide ogen. 

Maak je eigen Ambilight-stijl

Je bent niet beperkt tot de Ambilight-presets. Via de instellingen kun je heel wat aspecten aanpassen, zodat Ambilight werkt volgens jouw voorkeuren. Selecteer in het instellingenmenu Ambilight en dan Ambilight-personalisatie.  

©ID.nl | Eric Beeckmans

Kijk je soms bij veel omgevingslicht en soms in relatieve duisternis, activeer dan Ruimteafhankelijk eco. Zo kan Ambilight zijn helderheid aanpassen aan de hoeveelheid licht in de kamer. Helderheid bepaalt hoe helder Ambilight is, Verzadiging bepaalt hoe fel of hoe zacht de kleuren zijn. Via Dynamisch controleer je de snelheid waarmee Ambilight reageert, het is instelbaar in vier stappen. Voor games wil je misschien dat Ambilight snel reageert, terwijl je voor films liever een rustige Ambilight-ervaring wilt. Tot slot kan je ook het gedrag van Ambilight bij donkere beelden aanpassen, in vier stappen. Zo kan je Ambilight zelfs uitschakelen wanneer het beeld erg donker is. 

©Cultura Allies

Creëer de perfecte tv-sfeer met oplaadbare ledkaarsen.

Geen vlammen, geen gedoe – gewoon genieten van je programma

Lichteffecten bij muziek 

Heb je de Ambilight preset Muziek gekozen, dan krijg je bij de Ambilight-personalisatie instellingen een nieuwe optie, Muziekstijlselectie. De drie opties zijn Lumina, Disco en Rhythm. Lumina is best geschikt voor muziekvideo's, Disco en Rhythm creëren lichteffecten op maat van de muziek, en zijn dus ideale keuzes als je gewoon muziek beluistert via bijvoorbeeld de Spotify-app op je tv.  

©Solid photos / Eric Beeckmans | I D.nl

Aurora, een screensaver met Ambilight 

Een variant op het Lounge Light, maar dan gecombineerd met een leuke screensaver op het scherm, dat is Aurora. Open het snelmenu en kies Aurora. Binnen Aurora kun je kiezen uit allerlei statische beelden of bewegende beelden, al dan niet met wat achtergrondmuziek en/of een klok. Ambilight moet je dan instellen op App volgen

©TP Vision

Ambilight als sfeerlicht in de kamer 

Via de optie Lounge Light kun je Ambilight ook gebruiken als je geen tv kijkt. Je kan het automatisch laten starten wanneer je de tv uitzet, maar je kunt ook op de Ambilight-toets drukken als de tv uitstaat. Ook hier heb je allerlei mogelijkheden om het licht aan te passen naar jouw smaak.

©Jacob Lund / Eric Beeckmans | ID.nl

Uiteraard kun je de kleur en helderheid kiezen. Standaard is het Lounge Light een vast licht, maar als je liever een zacht bewegend licht hebt, kies dan voor de Dynamische effecten-optie. Tot slot kun je ook bepalen hoelang het licht actief blijft, van 10 tot 240 minuten. 

📺Leestip: Review Philips 65PUS8909/12 – Strijdvaardig, maar is dat voldoende?

Gaan slapen en opstaan met Ambilight 

In de Ambilight-instellingen vind je Ambisleep, een sleep-functie met instelbare Ambilight. Kies de kleur en helderheid, en selecteer hoelang Ambisleep actief is voor het zichzelf uitschakelt. Een bijhorend geluid kun je ook kiezen, het volume regel je gewoon met de volume-schakelaar.  

©Vasyl

Je kunt ook tot vijf verschillende alarmen met Ambilight instellen. Dat vind je niet in de Ambilight-instellingen, maar rechtstreeks in het snelmenu, onder de naam Zonsopgangalarm. Geen paniek, je kan instellen op welk uur het alarm afgaat (en op welke dagen van de week het herhaalt), dat hoeft niet bij zonsopgang te zijn. Je kunt een ook specifiek beeld, geluid en volume kiezen voor het alarm. 

©ID.nl | Eric Beeckmans


 

 

▼ Volgende artikel
Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!
© andrey
Huis

Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!

Hoewel koken op gas voorlopig nog mag, is duidelijk dat de toekomst elektrisch is. Veel mensen stappen nu al over op elektrisch koken – vaak in combinatie met inductie. Ben jij toe aan een nieuwe kookplaat of wil je van het gas af? Dan is het goed om te weten hoe je zo’n elektrische kookplaat aansluit, waar je op moet letten en wanneer je beter een professional kunt inschakelen.

Na het lezen van dit artikel weet je:
  • Dat er 1-, 2- en 3-fase-aansluitingen en -kookplaten zijn
  • Hoe je met de multimeter bepaalt wat voor aansluiting jij hebt
  • Hoe je de elektrische kookplaat aansluit

Dit vind je vast ook interessant: Wat voor soort kookplaten zijn er?

Eén, twee of drie fasen: wat betekent dat?

In tegenstelling tot een gaskookplaat, die je simpelweg aan een gasaansluiting koppelt, is een elektrische kookplaat net iets technischer. Zo'n kookplaat kan worden aangesloten op één, twee of drie elektrische fasen. Welke van de drie je nodig hebt, hangt af van het vermogen van je kookplaat én van de aansluiting in je keuken.

Een 1-fase kookplaat is het eenvoudigst. Die werkt op een gewone stekker met twee pinnen, precies zoals je gewend bent van andere apparaten in huis. Deze modellen hebben een beperkt vermogen – maximaal 3680 watt – maar zijn vaak krachtig genoeg voor wie niet al te fanatiek kookt. Aansluiten is simpel: stekker erin en je kunt aan de slag.

Voor een 2-fase kookplaat heb je een zogenoemde perilex-stekker nodig, met vijf pinnen. Die zie je vooral bij iets krachtigere inductiekookplaten. Meestal worden dit soort kookplaten zonder stekker geleverd, en is het slim om een elektricien in te schakelen voor de installatie. Het benodigde vermogen ligt tussen de 3681 en 7360 watt.

Een 3-fase kookplaat vraagt nog meer stroom en werkt op krachtstroom. Ook hier gebruik je een perilex-stekker met vijf pinnen, maar je moet wel eerst controleren of je meterkast daar op is voorbereid. De aansluitwaarde ligt boven de 7360 watt en het is belangrijk dat de aansluiting klopt – anders werkt de kookplaat niet of loop je zelfs risico op overbelasting. Laat dit daarom bij voorkeur aan een vakman over.

©vectorizer88 - stock.adobe.com

Een kookplaat voor 1- en 2-fase

Je kunt ook kiezen voor een kookplaat met powermanagement. Dat is een kookplaat die je op een normaal stopcontact of op een perilex-stopcontact aansluit. Deze kookplaat kun je in de toekomst uitbreiden, als je dat wilt, maar hiervoor hoef je nu nog niet meteen de aanpassingen in de meterkast en aansluiting door te voeren. Als je wel de aanpassingen in de meterkast laat doen, heb je profijt van de kracht van een 2-fase kookplaat.

Hoe weet je welke kookplaat bij je keuken past?

Wat je kunt aansluiten, hangt af van het type stopcontact in je keuken. Heb je een standaard wandcontactdoos met twee gaten? Dan past daar alleen een 1-fase kookplaat op. Die worden meestal geleverd met stekker en snoer, zodat je hem meteen kunt gebruiken.

Zie je een perilex-stopcontact (met vijf gaten)? Dan is je keuken in principe geschikt voor een 2- of 3-fase kookplaat. Alleen weet je dan nog niet of je meterkast daadwerkelijk drie fasen aankan. Dat kun je op twee manieren controleren: met een multimeter of door in je meterkast te kijken.

Zo check je de aansluiting met een multimeter

Heb je een multimeter in huis? Dan kun je precies meten hoeveel fasen je aansluiting ondersteunt. Teken op een papier het patroon van het perilex-stopcontact en noteer per gat wat je meet. Prik met één pin in het middelste gat (de aarde) en meet met de andere pin de overige vier. Krijg je twee keer 230 volt en twee keer 0? Dan heb je een 2-fase aansluiting. Meet je drie keer 230 volt en één keer 0? Dan is het een 3-fase aansluiting. Label de gaten met ‘L’ voor stroom en ‘N’ voor nul, zodat je straks precies weet wat waar hoort.

©Dmitriy

Voordat je een kookplaat aanschaft, check je eerst de nismaat van je aanrechtblad. Meet met een rolmaat eerst de nis op in het aanrechtblad. Doe dit voor de breedte, de diepte en de hoogte. Komen de afmetingen niet overeen met de kookplaat die je graag wilt? Kijk dan of je het aanrechtblad kunt aanpassen.

Geen multimeter? Kijk in de meterkast

Heb je geen meetapparatuur? Dan kun je in de meterkast zien hoeveel fasen er beschikbaar zijn. Bij een 2-fase aansluiting zie je twee gekoppelde groepen met een hendel ertussen. Zie je vier gekoppelde groepen? Dan is er krachtstroom aanwezig en kun je dus ook een 3-fase kookplaat aansluiten – mits het stopcontact daar geschikt voor is.

©auremar

Zelf een kookplaat aansluiten

Ga je zelf aan de slag? Dan is het belangrijk dat je weet wat je doet. Elektriciteit is geen speelgoed, dus bij twijfel: bel een vakman. Heb je een 1-fase kookplaat met powermanagement die je op een normaal stopcontact wilt aansluiten? Dan moet je deze eerst correct instellen.

Leg om te beginnen een stuk piepschuim onder de kookplaat, zodat je hem veilig kunt omdraaien zonder krassen of barsten. Plak daarna de afdichtband rondom het apparaat, bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de glasrand. Begin aan de achterkant, zodat de naad niet in het zicht valt.

Open het aansluitcompartiment onder de kookplaat en controleer het aansluitschema dat daar staat. Gebruik de bijgeleverde bruggetjes om de juiste verbindingen te maken. Sluit het snoer aan: bruin op L, blauw op N en geelgroen op aarde. Zet het snoer vast met trekontlasting en sluit het klepje.

Draai nu de kookplaat weer om en steek de stekker in het stopcontact. Leg de kookplaat op z’n plek in het aanrechtblad. Houd de pauzeknop vijf seconden ingedrukt om het menu te openen. Zoek via de plusknop naar het onderdeel ‘PO’ (power) en stel het vermogen in op 3.7 in plaats van 7.4. Bevestig dit door de pauzeknop nog eens vijf seconden ingedrukt te houden. Je kookplaat is nu geschikt voor een standaard aansluiting.

Houd de stekker op de juiste positie tijdens het meten met de multimeter. Kijk hoe je de stekker in het getekende stopcontact zou steken, zodat je de juiste kleuren van de draden noteert op je tekening.

Een 2-fase kookplaat aansluiten: zo werkt het

Heb je een 2-fase kookplaat? Dan moet je eerst bepalen welke kleur draad bij welk contact hoort. Meet het snoer door met een multimeter, op de piepstand of op de Ohm-stand. Noteer welke draad bij welke stekkerpin hoort en gebruik die info bij het aansluiten.

Open vervolgens het aansluitvak onder de kookplaat en kijk welk aansluitschema je moet gebruiken. L1 en L2 koppel je aan de juiste stroomdraden, 01 en 02 aan de juiste nuldraad. Maak de trekontlasting los, sluit de draden aan zoals je eerder hebt gemeten, en zet alles weer stevig vast.

Steek daarna de stekker in het stopcontact en plaats de kookplaat netjes in het blad. Dankzij de afdichtband blijft alles goed op z'n plek. Zet vervolgens de kookplaat aan en test of alle kookzones werken. Krijg je een foutmelding? Dan is er waarschijnlijk iets misgegaan bij het aansluiten. Geen foutmelding? Dan is je kookplaat klaar voor gebruik.

©S.Engels

Het is gebruikelijk dat de pannen een licht tikkend of zoemend geluid maken tijdens het koken. Dit heeft te maken met het magnetisch veld van de kookplaat. Ruik je een vreemde geur na het installeren van de kookplaat? Dit is ook gebruikelijk en de geur trekt uiteindelijk weg.

▼ Volgende artikel
⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping
© Olga Yastremska, New Africa, Africa Studio
Huis

⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping

Vooral in de zomer is het vaak raak: code geel of code oranje wegens onweer. Weet jij wat je wél en juist níet moet doen als er een onweersbui nadert? Thuis kun je veel risico's beperken, maar juist buitenshuis – en zeker op de camping – is het opletten geblazen. In dit artikel lees je hoe je jezelf en anderen beschermt, of je nu binnen, buiten of aan het kamperen bent.


In het kort:

⚡ Onweer & thuis ⚡ Onweer & buiten ⚡ Onweer en kamperen: 🏕️ Tent 🚐 Caravan

Lees ook: Regen, regen en nog eens regen … zo voorkom je wateroverlast

Thuis tijdens onweer: veilig, maar niet zonder risico's

In huis ben je relatief goed beschermd tegen blikseminslag, zeker als het gebouw voorzien is van een goede bliksemafleider. Toch zijn er een paar voorzorgsmaatregelen die je serieus moet nemen. Gebruik bij onweer liever geen apparaten die verbonden zijn met het stroomnet of met leidingen. Denk aan de wasmachine, een vaste telefoon of een bedrade computer. Bliksem kiest daarbij meestal de makkelijkste route naar de grond, en dat zijn vaak metalen onderdelen in huis zoals koperdraden of waterleidingen.

Trek bij voorkeur de stekkers uit het stopcontact van kwetsbare apparatuur zoals computers, tv's of de router. Een stekkerdoos met overspanningsbeveiliging biedt wel wat bescherming, maar niet bij een directe inslag. Ga liever ook niet douchen of in bad, want waterleidingen kunnen de elektrische spanning van een blikseminslag geleiden.

Ramen kun je gewoon dicht houden, en als je wilt kijken naar het natuurgeweld, doe dat dan vanaf een veilige plek binnenshuis. Zorg dat huisdieren binnen zijn en zet het alarmsysteem even uit als dat storingsgevoelig is bij blikseminslag.

Buiten bij onweer: voorkom dat je zelf bliksemafleider bent

Ben je onderweg of buiten als het begint te donderen, dan is het zaak om snel te handelen.

Onthoud: als je de bliksem ziet en binnen 10 seconden de donder hoort, zit je binnen de gevarenzone. Zoek dan zo snel mogelijk een veilige schuilplek.

De veiligste plek is een gebouw met muren en een dak – bijvoorbeeld een winkel, huis of station. Een auto met metalen carrosserie is ook een prima optie. Die werkt als een kooi van Faraday en geleidt de stroom om je heen in plaats van door je heen.

Vermijd tijdens onweer open velden zoals weilanden of sportterreinen, want daar ben je letterlijk het hoogste punt. Ook hooggelegen plekken zoals duinen of heuveltoppen vormen een risico. Zoek geen beschutting onder een boom die in z'n eentje op een veld staat – dat is juist een bliksemmagneet. Blijf verder uit de buurt van metalen objecten zoals hekken, masten of fietsen, en houd afstand van water – of dat nu een meer, sloot of zwembad is.

Kun je nergens heen? Maak jezelf dan zo klein mogelijk: hurk neer op je voetzolen, houd je voeten tegen elkaar en wikkel je armen om je knieën. Ga niet liggen; zo vergroot je je contactoppervlak met de grond, wat het risico op aardstroom vergroot.

©ID.nl

Kamperen met onweer: extra opletten in tent of caravan

Kamperen geeft een gevoel van vrijheid, maar bij onweer ben je juist extra kwetsbaar. Een tent biedt geen enkele bescherming tegen bliksem, hoe stevig het doek ook is. Het metalen frame vergroot het risico juist, vooral als je op een open veld kampeert of vlak bij een losse boom staat.

Als er onweer op komst is, zoek dan zo snel mogelijk een veilig onderkomen. Een stenen sanitairgebouw, de receptie of je auto bieden veel meer bescherming dan een tent. Zit je in een camper of caravan met een metalen buitenkant? Dan ben je redelijk veilig, mits je ramen en deuren gesloten houdt en geen contact maakt met metalen delen. Stacaravans met een houten of kunststof omhulsel bieden die bescherming niet: het klopt dat ze geen stroom geleiden, maar ze voeren die ook niet af. Daardoor kan een blikseminslag via leidingen of metalen onderdelen binnen alsnog gevaarlijk uitpakken. Tijdens onweer blijf je dus beter uit de buurt van dat soort constructies.

Laat ook je elektronische spullen niet in de tent of aan opladers zitten. Berg ze los op, zonder kabels of contact met de grond.

Staan er bomen op de camping? Zorg dat je tent daar niet direct onder staat. Bij inslag kunnen takken afbreken of kan de bliksem via de wortels naar de grond doorslaan. Ook op campings in de bergen of aan open water is het risico op blikseminslag extra hoog – check bij aankomst wat de aanbevolen schuilplaatsen zijn.

En hoe zit het met de tentstokken?

Metalen tentstokken zijn niet per definitie gevaarlijk, maar ze kunnen wel extra risico opleveren bij onweer. Omdat tenten vrijwel altijd met metalen haringen in de grond staan, is er al snel sprake van een geleidende verbinding met de bodem. Bij een blikseminslag kan de stroom zich dan via het frame en de haringen verspreiden, met risico voor wie zich in de tent bevindt. Daarom blijft het advies: verlaat bij onweer de tent en zoek een écht veilige plek op.

Tot slot: een goede voorbereiding helpt

Kijk altijd naar de weersvoorspelling voordat je op pad gaat. Veel weerapps geven een melding bij onweerskansen, vaak met een tijdsindicatie en locatie. Op de camping is het handig om bij aankomst al te weten waar je naartoe kunt bij slecht weer.

Zorg ook dat je zaklamp, powerbank en radio of noodaccu paraat hebt als je kampeert, voor het geval de stroom uitvalt. En vooral: blijf rustig. Onweer is gevaarlijk, maar met de juiste kennis en voorzorgsmaatregelen voorkom je ongelukken.

🔦 Voor als de stroom uitvalt

Licht in de duisternis!