ID.nl logo
De kracht van raw: bewerk rauwe beelden tot perfecte foto's
© saadulhaq - stock.adobe.com
Huis

De kracht van raw: bewerk rauwe beelden tot perfecte foto's

Wanneer je foto’s maakt met je digitale camera of smartphone, worden deze meestal als jpeg-formaat bewaard. Dat is op zich prima, maar als je de foto’s optimaal wilt kunnen bewerken, dan kun je beter kiezen voor het raw-formaat.

Schiet je je foto's in het raw-formaat, dan heb je uitgebreide bewerkingsopties tot je beschikking. We vertellen je meer over fotograferen in raw én laten je kennismaken met drie gratis programma's:

  • darktable
  • RawTherapee
  • digiKam

Op zoek naar een goede camera? Waar voor je geld: 5 goede systeemcamera's van max 2000 euro

De meeste camera’s en smartphones bewaren foto’s standaard in jpeg-formaat. Dit levert dankzij compressie relatief kleine bestanden op die breed worden ondersteund door besturingssystemen, apparaten en software. iPhones en andere Apple-apparaten bewaren foto’s meestal in heic/heif-formaat, wat kleinere bestanden met een betere beeldkwaliteit bij dezelfde compressie oplevert. Beide formaten gebruiken helaas wel een verliesgevende compressie. Daardoor gaan details verloren en is er minder ruimte voor correcties zonder verder kwaliteitsverlies.

Kies je voor foto’s van maximale kwaliteit en detail en zie je niet op tegen enige nabewerking, kies dan liever voor het raw-formaat. Raw verwijst naar het feit dat foto’s onbewerkt door de camerasensor worden vastgelegd. Witbalans, stijl of andere instellingen die je mogelijk hebt aangepast, worden afzonderlijk bijgevoegd aan het beeldbestand. Een raw-bestand wordt daarom vaak een digitaal negatief genoemd, omdat de gegevens op diverse manieren en met verschillende resultaten kunnen worden verwerkt en geprint, net als bij het negatief van een filmrolletje.

Oude tijden herleven met instant camera's

Klik en druk af!

Het jpeg-formaat (links) en het raw-formaat (rechts): je ziet het verschil in kwaliteit.

Waarom raw?

Bij raw wordt geen compressie toegepast. Daardoor behouden foto’s hun maximale details en een groot dynamisch bereik. Zowel in de lichte als de donkere delen van je foto worden de details vastgelegd. Dat is vooral belangrijk bij scènes met een hoog contrast, zoals zonsondergangen of binnenopnamen met fel zonlicht.

Bij raw-formaten is ook de kleurdiepte meestal hoger dan bij gecomprimeerde bestanden. Bij jpeg is dit meestal 8 bit per RGB-kleurkanaal (rood, groen, blauw), bij heic 8 of 10 bit en bij raw 12, 14 of zelfs 16 bit. Als je kijkt naar 8 bit, dan heb je het over 256 waarden per kleurkanaal. Bij 16 bit gaat het om 65.536 waarden, wat natuurlijk een veel hogere kleurnauwkeurigheid mogelijk maakt.

Raw-foto’s zijn daarmee een uitstekend uitgangspunt voor professionele nabewerking, zeker omdat het meestal om niet-destructieve bewerkingen gaat. Dat houdt in dat de oorspronkelijke gegevens intact blijven. Je kunt na de wijzigingen altijd naar het originele bestand terugkeren.

Bij het bewerken van een raw-bestand werk je met instructies die beschrijven hoe de weergave van het beeld moet worden aangepast. Deze instructies kunnen als metadata in het raw-bestand zelf worden bewaard. Maar meestal komen ze terecht in een database of in een apart bestand, zoals een xmp-sidecar-bestand. Hierdoor kun je ook meerdere bewerkingen uitvoeren zonder detailverlies of het introduceren van storende artefacten (afwijkingen in het beeld).

Standaard houdt foto-editor darktable alle fotobewerkingen bij in een xmp-sidecar-bestand.

Raw-ondersteuning

Wil je met raw-foto’s aan de slag, dan moet je camera deze natuurlijk kunnen genereren. De meeste fotocamera’s, systeem- en spiegelreflexcamera’s (DSLR, CSC en MILC) bieden geavanceerde instellingen en betere lensopties voor raw-fotografie. Ook steeds meer smartphones kunnen foto’s als raw-bestand bewaren, waaronder Apple (vanaf iPhone 12 Pro), Google (vanaf Pixel 5), OnePlus- en Samsung Galaxy-modellen (ook de al oude Galaxy S10).

Meestal kun je instellen of de camera of smartphone foto’s in een gecomprimeerd formaat als jpeg of heic/heif moet bewaren, in raw of in beide tegelijk. Raadpleeg hiervoor de handleiding van de camera of de foto-app op je smartphone. Op een Google Pixel 8 tik je bijvoorbeeld op het tandwielpictogram, kies dan voor Meer instellingen / Geavanceerd en schakel RAW/JPEG beheren in. Daarna kun je bij Foto-instellingen kiezen voor Alleen JPEG of RAW + JPEG. Sommige apps, zoals ProShot, bieden meer opties dan de ingebouwde foto-app op je smartphone.

Heb je nog geen apparaat dat raw ondersteunt, maar wil je wel met raw-editors experimenteren? Via de website van Signature Edits vind je zo’n honderdvijftig rechtenvrije foto’s in diverse raw-formaten.

Soms zit de optie voor raw-foto’s op smartphones wat verstopt, zoals op de Google Pixel 8.

Instellingen

Bij het maken van raw-foto’s stel je meestal zelf bepaalde opties in. De iso-waarde zet je bijvoorbeeld het liefst zo laag mogelijk om ruis te minimaliseren. Een iso-waarde van 100 of 160 geeft vaak de beste beeldkwaliteit. Verhoog de iso alleen als de lichtomstandigheden daarom vragen. Pas de sluitertijd aan op de bewegingssnelheid van het object en de lichtomstandigheden. Een snellere sluitertijd bevriest beweging, terwijl een langere sluitertijd meer licht vastlegt.

Pas het diafragma aan de gewenste scherptediepte aan. Een lager F-getal zoals F 2,8 (grotere lensopening) geeft een ondiepe scherptediepte en meer licht. Daardoor kun je het object isoleren om een mooie bokeh (onscherpe delen in de foto) te creëren. Een hoger F-getal zoals F 16 is gebruikelijker voor landschapsfotografie.

Houd er rekening mee dat de lichtmeter van je camera meestal een gemiddeld belicht beeld wil creëren. Gebruik eventueel de ingebouwde belichtingscompensatie om over- of onderbelichting te vermijden. Zo laat je de camera in de modus A/Av (aperture priority/value) de sluitertijd bepalen en stel jij het diafragma in. Met S/Tv (shutter priority/time value) is dat omgekeerd. Bij de M-modus (manual) stel je alles zelf in, terwijl in de P-modus (program) de camera beide waarden instelt, maar je kunt ze binnen de ingestelde parameters aanpassen.

Controleer ook het histogram (grafiek) van de foto op het display. Dat moet gelijkmatig zijn verdeeld zonder pieken aan de uiterste zijden om geen details te verliezen in de hooglichten of schaduwen. Let ook op de witbalans en gebruik eventueel voorinstellingen zoals daglicht, bewolkt of schaduw, al kun je de witbalans tijdens het nabewerken nog altijd aanpassen.

In sommige foto-apps kun je de cameramodus instellen, zoals bij ProShot.

Blijkt fotograferen een echte hobby?

Met deze camera's haal je er alles uit!

Raw-tools

Je beschikt nu over een reeks raw-foto’s die je nog moet nabewerken. Dat is een klus die je het beste doet op een computer. Je kunt gebruikmaken van diverse commerciële bewerkingsprogramma’s, zoals Adobe Lightroom, Adobe Photoshop en ON1 Photo RAW. In dit artikel richten we ons op drie uitstekende gratis opensource-tools die we beknopt voorstellen: darktable, RawTherapee en digiKam. Dit trio is beschikbaar voor zowel Windows 64 bit, macOS als Linux. Darktable en RawTherapee zijn ook in de populaire foto-editor GIMP te integreren.

Is het je alleen te doen om een eenvoudige viewer voor raw-foto’s? Dan kun je onder meer kiezen voor de gratis Image Raw.Viewer (Microsoft Store), FastStone Image Viewerof IrfanView (met plug-in Camraw). Om raw-foto’s als voorafbeeldingen in Windows Verkenner te bekijken, kun je eventueel de Microsoft Raw Image Extension (Microsoft Store) installeren.

Mocht je applicatie niet overweg kunnen met een specifiek raw-formaat, met Adobe DNG Converter kun je deze desnoods in batch converteren naar een universeler dng-formaat, al dan niet met het originele raw-formaat ingesloten.

FastStone Image Viewer ondersteunt veel fotoformaten, waaronder de meeste raw-formaten.

Darktable

Download darktable, installeer de tool en start deze op. Klik in de module Bibliotheek op Importeren, kies Toevoegen aanbibliotheek en druk op het plusknopje bij Locaties om je bronmap(pen) te selecteren. Plaats een vinkje bij Onderliggende map als je ook de foto’s uit submappen wilt ophalen en haal eventueel het vinkje weg bij Negeer niet-RAW afbeeldingen. Bevestig met Voeg toeaan bibliotheek en de miniaturen van je raw-foto’s worden zichtbaar.

Selecteer een foto en open de module Ontwikkelen. Wil je de witbalans optimaliseren, tik dan op Witbalans in het veld naast het vergrootglas onder het histogram en open dit onderdeel. Pas de witbalans handmatig aan via de schuifregelaars bij Temperatuur en Tint, of klik op het pijlknopje bij Volgens camera referentie en selecteer een voorinstelling als Gloeilamp, Bewolkt of Schaduw.

Om snel de algehele belichting te wijzigen, open je het onderdeel Belichting en gebruik je de schuifregelaar. Ook voor contrastregeling zijn er meerdere onderdelen beschikbaar. Vanuit Kleurbalans kun je de kleurtint en verzadiging aanpassen, zowel in schaduwen, middentonen als hooglichten.

Er zijn in totaal zestig onderdelen beschikbaar. Maak ze zichtbaar door met rechts op een van de knoppen onder het histogram te klikken en Alle beschikbare modules te selecteren.

Darktable maakt in je map voor elke foto standaard een xmp-sidecar-bestand aan dat alle wijzigingen bevat. Om naar een ander fotoformaat te converteren, open je de Bibliotheek, selecteer je de gewenste foto’s en klik je onderaan in het rechterdeelvenster op Exporteren. Bij Bestandstype kies je het gewenste formaat, zoals JPEG (8-bit), PNG, WebP of TIFF.

Darktable is een erg flexibele tool met talrijke bewerkingsmodules.

High Dynamic Range Raw-fotografie leent zich door de vele fotodetails uitstekend voor High Dynamic Range (HDR). Hierbij gebruik je meerdere belichtingen om een groter dynamisch bereik te creëren dan met een enkele belichting mogelijk is. Dit bereik je via de belichtingsbracketingfunctie van je camera, waarbij automatisch meerdere foto’s met verschillende belichtingsinstellingen als -2, 0 en +2 EV worden gemaakt. EV staat voor Exposure Value en geeft de combinatie van sluitertijd en diafragma weer. Desnoods gebruik je een statief om via belichtingscompensatie meerdere foto’s te maken met verschillende belichtingen (zoals gemiddeld, onderbelicht en overbelicht), waarna je deze in je foto-editor importeert en tot één HDR-beeld samenvoegt.

In darktable doe je dit door de foto’s te selecteren in de bibliotheek, waarna je in het rechterdeelvenster Acties op selectie opent en Creëer HDR selecteert. Let wel, overdreven HDR-effecten kunnen tot onnatuurlijke kleuren en halo-effecten leiden. Dit kun je tegengaan met tonemapping. In darktable vind je dit bij Toon equalizer en in RawTherapee op het tabblad Fotobewerker bij Tonemapping.

HDR met raw-foto’s in darktable.

RawTherapee

Een alternatief voor darktable, geheel afgestemd op raw-fotografie, is RawTherapee. Start de applicatie na installatie, open de Bestandsnavigator en selecteer de fotomap met raw-bestanden. Met een dubbelklik open je een foto in de module Fotobewerker.

Via de knoppenbalk in het rechterdeelvenster krijg je toegang tot diverse modules, waaronder RAW. Deze knop biedt geavanceerde opties om de oorspronkelijke gegevens van het raw-bestand te optimaliseren, bij voorkeur voor andere bewerkingen. Je vindt hier opties zoals Demozaïekproces (methodes om de raw-sensorgegevens optimaal weer te geven), Preprocess White Balance (voor betere kleurnauwkeurigheid, dit kun je ook later aanpassen) en Corrigeer chromatische aberratie (correctie van kleurfouten door de lens, vaak als gekleurde randen rond objecten). Na de nodige aanpassingen heb je een solide basis voor verdere bewerkingen onder de knoppen Belichting, Detail en Kleur. Net als darktable maakt ook RawTherapee niet-destructieve sidecar-bestanden aan (met extensie pp3).

Om bewerkte raw-foto’s naar een ander formaat te exporteren, selecteer je de gewenste foto’s, klik je met rechts op je fotoselectie en selecteer je Plaats in verwerkingsrij. Open vervolgens het tabblad Verwerkingsrij en stel het gewenste bestandstype in (JPEG, TIFF of PNG, met diverse kleurdieptes).

Raw Therapee heeft enkele bewerkingsopties die heel specifiek op raw-bestanden zijn gericht.

DigiKam

Darktable leent zich goed voor fotobeheer, maar voor geavanceerdere functies en grote fotocollecties is digiKam beter. Bij de eerste opstart geef je een locatie op waar digiKam de afbeeldingen moet bewaren. Alle wijzigingen worden niet-destructief in een database bijgehouden; je kunt de standaardinstellingen behouden, zoals SQLite.

Je moet kiezen hoe je raw-afbeeldingen wilt importeren: direct met automatische aanpassingen of handmatig. Handmatig geeft meer controle, maar kost meer tijd. Verder geef je aan of informatie die in digiKam aan foto’s wordt toegevoegd ook in de metadata van de fotobestanden zelf moet worden bewaard. Wil je raw-afbeeldingen zo correct mogelijk weergegeven zien, kies dan voor Afbeelding laden in plaats van een gereduceerde jpeg-versie. Aan het einde van deze initiële configuratie kun je drie krachtige plug-ins downloaden en activeren (AI-gezichtsherkenning, rode ogen-verwijdering en automatische labeling).

In het hoofdvenster druk je op de knop Albums. Klik vervolgens met de rechtermuisknop op Pictures en kies voor Nieuw om eigen albums toe te voegen. Je kunt nu foto’s vanuit de verkenner naar zo’n album verslepen om deze te kopiëren of te verplaatsen. In de verticale menubalk vind je opties om je foto’s te (geo)taggen, categoriseren en beoordelen. Vanuit een boomstructuur navigeer je door je fotocollecties op basis van locatie, periodes, albums en zelfs personen. Je kunt wijzigingen doorvoeren en foto’s voor en na je manipulaties naast elkaar vergelijken op een digitale lichttafel.

DigiKam is een krachtige fotobeheerder die je wel in de vingers moet krijgen.

▼ Volgende artikel
Smartphone-abonnement kiezen: dit is het verschil tussen providers en virtuele providers
© Scanrail - stock.adobe.com
Huis

Smartphone-abonnement kiezen: dit is het verschil tussen providers en virtuele providers

Wie op zoek gaat naar een nieuw mobiel abonnement, komt al snel bekende namen tegen als KPN, Vodafone en Odido. Maar daarnaast kun je ook kiezen voor andere aanbieders op, zoals Simyo, Ben of Youfone. Die lijken misschien op gewone providers, maar dat zijn zogeheten virtuele providers. Wat is precies het verschil, en waar kies je als consument het best voor?

In dit artikel

We leggen uit wat het verschil is tussen providers en virtuele providers, en hoe dat invloed heeft op je smartphone-abonnement. Je leest welke netwerken er in Nederland actief zijn, hoe virtuele aanbieders zoals Simyo, Ben en Youfone werken en waarom ze vaak goedkoper zijn. Ook bespreken we de belangrijkste voor- en nadelen van virtuele providers, en wat dat betekent voor zaken als internetsnelheid, service en de aanschaf van een nieuwe smartphone. Tot slot komt kijken we ook nog naar eSIM, de digitale simkaart.

Waar voor je geld: 5 smartphones met eSim voor minder dan 400 euro

De drie netwerken in Nederland

In Nederland zijn er drie bedrijven met een eigen mobiel netwerk: KPN, Vodafone en Odido. Zij bezitten de zendmasten, frequenties en infrastructuur waarmee mobiele communicatie mogelijk is. Deze partijen worden de netwerkproviders genoemd. Hun netwerken dekken vrijwel het hele land en worden continu uitgebreid met nieuwe technologie, zoals 5G.

Wat virtuele providers doen

Virtuele providers, ook wel MVNO's genoemd (Mobile Virtual Network Operators), maken gebruik van het netwerk van een van deze drie aanbieders. Ze hebben dus geen eigen zendmasten, maar kopen netwerkcapaciteit in en bieden die onder hun eigen naam aan. Bekende voorbeelden zijn Simyo (op het netwerk van KPN), Ben (Odido) en hollandsnieuwe (Vodafone).

Ze regelen zelf de klantenservice, abonnementen, facturering en vaak ook extra diensten, maar het dataverkeer en bellen lopen volledig via het netwerk van de hoofdprovider.

Virtuele providerNetwerk van
Budget MobielKPN
LebaraKPN
SimyoKPN
YoufoneKPN
BenOdido
SimpelOdido
hollandsnieuweVodafone
50+ MobielVodafone

Voordelen van virtuele providers

Virtuele providers staan bekend om hun lagere prijzen. Doordat ze geen eigen netwerk hoeven te onderhouden, kunnen ze de kosten laag houden. Ook zijn ze vaak flexibel: je kunt maandelijks opzeggen, zelf je databundel aanpassen of extra opties in- en uitschakelen. Dat spreekt vooral consumenten aan die niet vast willen zitten aan een duur abonnement.

Een ander voordeel is eenvoud. Virtuele providers richten zich vaak op één duidelijk aanbod zonder allerlei combinatiedeals of ingewikkelde voorwaarden. Bovendien profiteer je als klant indirect van de netwerkverbeteringen van de hoofdprovider: als KPN zijn 5G-dekking uitbreidt, geldt dat ook voor Simyo-gebruikers.

Nadelen ten opzichte van netwerkproviders

Er zitten ook verschillen in wat je krijgt. Virtuele providers hebben meestal minder aanvullende diensten, zoals tv-pakketten, internationale bundels of toegang tot exclusieve hotspots. Ze bieden zelden nieuwe smartphones aan in combinatie met een abonnement; vaak gaat het om sim-only.

Daarnaast kan de snelheid of prioriteit op het netwerk iets lager liggen. Hoewel je technisch op hetzelfde netwerk zit, krijgen klanten van de hoofdprovider soms voorrang bij piekdrukte. Dat merk je vooral op drukke plekken of tijdens evenementen.

Tot slot zijn er verschillen in klantenservice. Virtuele aanbieders werken vaak met goedkopere, grotendeels online dienstverlening. Dat houdt de prijs laag, maar betekent ook dat persoonlijke hulp via telefoon of winkel beperkt kan zijn.

Wat past bij jou?

Wie veel reist, de nieuwste telefoon wil combineren met een abonnement of extra diensten zoals tv en internet belangrijk vindt, zit goed bij een van de drie netwerkproviders. Wie vooral een betrouwbare en betaalbare mobiele verbinding zoekt en weinig behoefte heeft aan toeters en bellen, vindt bij een virtuele provider vaak een gunstiger aanbod.

Kort samengevat: de netwerkprovider bouwt en beheert het mobiele netwerk, de virtuele provider gebruikt dat netwerk om voordeligere en flexibelere abonnementen aan te bieden. Beide werken dus samen, maar richten zich op een ander type gebruiker.

©Denys Prykhodov

Virtuele providers en eSIM

Steeds meer virtuele providers bieden tegenwoordig ook eSIM aan. Dat is de digitale variant van de traditionele simkaart, die je niet meer fysiek hoeft te plaatsen. Je activeert de eSIM via een QR-code of app en kunt zo binnen enkele minuten overstappen van provider of een tweede abonnement toevoegen, bijvoorbeeld voor werk of reizen.

Bij de grote netwerkproviders is eSIM inmiddels standaard, maar ook steeds meer virtuele aanbieders doen mee. Simyo, Youfone en Ben ondersteunen eSIM bijvoorbeeld al. 50+ Mobiel en Lebara bieden het nog niet aan, al wordt dat in de toekomst wel verwacht. Goed om te weten: de eSIM-ondersteuning bij virtuele providers wordt regelmatig uitgebreid, dus wat vandaag nog niet beschikbaar is, kan morgen al mogelijk zijn.

Nieuw abonnement, nieuwe smartphone?

Nieuw hoesje!
▼ Volgende artikel
Na storm Benjamin: zo controleer je je huis en meld je stormschade
© ronstik | Adobe Stock
Huis

Na storm Benjamin: zo controleer je je huis en meld je stormschade

Het is verstandig om na een zware storm zoals storm Benjamin je woning, tuin of bijgebouwen goed te inspecteren. Zodra de wind is gaan liggen, kun je dan tijdig ontdekken of er schade is ontstaan die hersteld moet worden. Zo voorkom je dat wat een kleine schade lijkt, alsnog uitgroeit tot een groot probleem, en kun je je verzekeraar tijdig inlichten.

In dit artikel lees je over

● Controleren op stormschade: De buitenkant van je huis | Eventuele zonnepanelen | De binnenkant van je huis |Je tuin, terras of balkon
● Stormschade voorkomen
● Stormschade melden bij de verzekering

Lees ook: Het stormt! Hoe zit het ook alweer met code rood, code oranje en code geel?


Buitenkant van het huis

Begin met een ronde om het huis en inspecteer het dak. Controleer of alle dakpannen nog heel zijn en stevig vastzitten. Kijk ook naar de dakgoten en regenpijpen. Zitten deze nog goed vast en zijn ze niet verstopt door takken, bladeren of andere rommel, zodat het regenwater goed kan weglopen? Controleer daarna alle ramen en deuren. Is er geen schade aan het glas of de kozijnen? Sluiten de deuren en ramen nog goed? Bekijk ook de muren en gevels. Zijn er scheuren of andere beschadigingen ontstaan, bijvoorbeeld door een boom die tegen de gevel is gewaaid? Zorg dat je loszittend voegwerk zo snel mogelijk herstelt of laat herstellen om verdere schade te voorkomen.

©stylefoto24

Zonnepanelen en storm

Zonnepanelen zitten gelukkig goed bevestigd, maar bij echt zware storm kunnen ze toch losgetrokken worden of anderszins beschadigd raken, bijvoorbeeld door een boom of rondvliegende dakpannen die op het dak (en de zonnepanelen) vallen. Het is altijd verstandig om nog eens nauwkeurig de voorwaarden van je woonverzekering/opstalverzekering door te lezen en om te kijken wat er qua stormschade wel en wat er niet vergoed wordt door je woonverzekering. Je zou zelfs kunnen overwegen een [speciale zonnepanelen-verzekering](https://id.nl/energie-en-klimaat/elektriciteit/zonnepanelen/zonnepanelen-verzekeren-is-het-nodig-om-een-verzekering-af-te-sluiten) af te sluiten.

Lees ook: Het regent, het regent … zo voorkom je wateroverlast

Binnenkant van het huis

Binnen werk je van boven naar beneden. Begin op de zolder. Zoek naar lekkages of vochtplekken die kunnen wijzen op dakschade. Inspecteer muren en plafonds in alle kamers, op zoek naar scheuren en andere beschadigingen. Heeft het tijdens de storm ook geonweerd en gebliksemd? Test of elektrische schakelaars en stopcontacten nog correct werken. Is er blikseminslag in de buurt geweest? Dat kan zorgen voor piekspanning, waardoor elektrische apparaten beschadigd kunnen zijn geraakt. Controleer die dus ook.

Om het huis: tuin, terras, en schutting

Loop ook een rondje om je huis en kijk of schuttingen en tuinhekken nog intact en stevig zijn. Controleer het terras en de tuinmeubels op stormschade. Kijk of losse spullen, zoals vuilcontainers en bloempotten, nog op hun plek staan en zet ze eventueel terug. Verzamel losse afgewaaide takken. Heb je bomen in of om je tuin staan? Controleer goed of ze nog stevig geworteld zijn. In januari dragen ze nauwelijks blad meer, maar zeker in de herfst of tegen het eind van de lente staan ze goed in het blad. Bij een storm kunnen ze dan instabiel worden: ze staan dan nu misschien wel overeind, maar zouden bij een volgende storm om kunnen gaan. Dreigt een boom om te vallen op de openbare weg? Bel dan de brandweer. Doe dat niet via 112 (dat nummer is echt alleen voor levensbedreigende situaties), maar via 0900-0904.

Lees ook: Schutting omvergeblazen? Zo herstel je hem

©Robertvt

Stormschade voorkomen

Er zijn gelukkig allerlei manieren om je huis beter stormbestendig te maken. Controleer dakpannen en goten regelmatig. Houd muren en schilderwerk in goede staat. Snoei bomen preventief voor het stormseizoen. Zet losse objecten in de tuin vast of berg ze tijdelijk op in de schuur of garage. Daarmee verklein je bij een volgende storm de kans op schade.

Lees ook:Zo maak je je dakgoot schoon

©Budimir Jevtic

Stappenplan stormschade melden

Heb je schade, neem dan zo snel mogelijk contact op met je verzekeraar. Dat kan meestal via de app en online, maar vaak kun je vanaf de website van je verzekeraar ook een papieren schadeformulier downloaden. Als je stormschade hebt aan je woning of bezittingen, is het voor de verzekering belangrijk om een duidelijk en gedetailleerd overzicht te hebben van de schade. Hier zijn de stappen die je moet volgen:

1. Fotografeer of film de schade

Zorg dat je foto's of video's maakt van alle schade voordat je iets opruimt of repareert. Dit geeft de verzekering een goed beeld van de impact van de storm.

2. Maak een lijst

Noteer alle beschadigde items en beschrijf de schade per item.

3. Bewaar beschadigde items

Gooi niets weg voordat de verzekering het heeft kunnen zien, tenzij het een gevaar oplevert voor de veiligheid.

4. Documenteer aankoopbewijzen

Als je deze hebt, voeg dan aankoopbewijzen of facturen toe van de beschadigde items om de waarde ervan aan te tonen.

5. Houd reparatiekosten bij

Als je noodreparaties moet uitvoeren, bewaar dan de bonnen en facturen van deze reparaties. Bel wel eerst met de verzekeraar: vaak kunnen zij zorgen dat er voor noodreparaties zo snel mogelijk iemand komt.

6. Contactinformatie van getuigen

Als buren of voorbijgangers schade hebben gezien, noteer dan hun contactgegevens. Zij kunnen eventueel je claim ondersteunen.

7. Datum, tijd en weer

Noteer de datum en de tijd (zo precies mogelijk) waarop de schade is ontstaan. Je kunt dan makkelijker aantonen dat het inderdaad tijdens een zware storm was, waardoor je claim meer kans maakt.

8. Correspondentie:

Bewaar een kopie van alle correspondentie met je verzekeraar, inclusief e-mails en brieven.

Vraag een offerte aan voor aannemers: