ID.nl logo
Wat is Dolby Atmos FlexConnect en wat heb je eraan?
© Dolby
Huis

Wat is Dolby Atmos FlexConnect en wat heb je eraan?

Dolby Atmos-geluid maakt films, games en zelfs muziek meeslepender. Maar je hebt er wel een geschikte soundbar of speaker voor nodig. Dolby Atmos FlexConnect belooft je die Atmos-ervaring te geven met minder moeite én minder apparatuur.

Atmos FlexConnect is een technologie die door Dolby in de zomer van 2023 werd voorgesteld. Het is echt fonkelnieuw, want de eerste producten die het ondersteunen moeten nog verschijnen. Wel staat al vast dat de functie het heel wat eenvoudiger maakt om in je woonkamer een Atmos-ervaring te krijgen. In dit artikel lees je meer over deze techniek.

Atmos-geluid vind je op veel plaatsen. Bijna alle streamingdiensten bieden het aan, zoals Netflix, Amazon Video, Disney+ en Apple TV. Het is ook present op de meeste Ultra HD blu-rays en veel blu-rays. Muziek in het Atmos-formaat vind je bij Apple Music en Tidal. Ook heel wat games passen het toe.

Wat is Dolby Atmos ook alweer?

Maar wat houdt die Atmos-ervaring ook alweer precies in? In dit artikel kun je er meer over lezen, maar samengevat biedt Dolby Atmos een geluidsbubbel in drie dimensies rond je zitplaats. Geluidseffecten komen van rondom, maar ook van bovenaf.

Denk aan een game of een film waarin een vliegtuig achter je opstijgt en over je heen scheert. Om dan pas op het scherm te verschijnen terwijl het in de verte vliegt. Dat is een voorbeeld van heel dynamisch geluidseffect.

Dolby Atmos zorgt daarnaast ook voor meer beleving. Een romantische scène in een drukke stad wordt ‘echter’, omdat de dialogen van de acteurs omhuld worden door stadsgeluiden. Atmos zorgt er zo voor dat je nog meer in het verhaal of de game-ervaring wordt getrokken. 

Recent zijn steeds meer artiesten begonnen met hun muziek in Atmos aan te bieden, onder meer via Apple Music. Daarbij wordt Atmos vooral gebruikt om een groot podiumgevoel te geven. De verschillende muzikanten krijgen veel meer hun eigen plaats in de geluidsmix. Dat laat de luisterervaring meer lijken op wat je meemaakt in een concertzaal.

Er zijn ook alternatieven voor Dolby Atmos. De voornaamste is DTS:X, dat op soortgelijke manier functioneert. Je komt het echter maar weinig tegen; alleen de PlayStation Core-dienst en een minderheid van Ultra HD blu-ray-films komen ermee. 

Wat doet FlexConnect?

Met Atmos FlexConnect wordt het mogelijk om een Atmos-geluidssysteem te bouwen met twee tot zes draadloze speakers. Wat het nog interessanter maakt, is dat je volgens Dolby die luidsprekers overal waar je maar wilt, kunt plaatsen. Door het afspelen van enkele testgeluiden zal bepaald worden waar die speakers nu exact staan. Elke luidspreker krijgt dan aangepaste geluid aangeleverd. 

©Dolby

Bij FlexConnect kun je speakers neerzetten waar je wilt.

Als een speaker verder weg staat, zal het geluid wat harder worden afgespeeld. De tweede speaker die naast je luie stoel op een tafel staat, zal dan in verhouding een lager geluidsniveau krijgen. Dat is een heel eenvoudig voorbeeld. In werkelijkheid doet de Atmos FlexConnect-software veel complexere dingen, onder meer om te zorgen dat geluidseffecten komen vanuit plekken waar geen speaker staat.

Technieken zoals FlexConnect gebruiken zogeheten psycho-akoustische trucjes. Je kunt dit zien als de audio-tegenknie van een optische illusie. Er zijn heel wat trucjes om het gehoor en brein te misleiden zodat je denkt dat een geluid van een andere kant komt. 

Wat Dolby FlexConnect belooft te doen, lijkt heel erg op wat je nu al krijgt met het bijzondere HT-A9-systeem van Sony. Dat bestaat uit vier draadloze speakers (telkens met meerdere luidsprekers per toestel) en een kleine hub je die op dezelfde wijze als een soundbar met een televisie verbindt.

Na een korte meting creëert de Sony een surroundbubbel rond je. Het geheel werkt effectief, maar je hebt niet de totale vrijheid om speakers te plaatsen. De HT-A9 gebruikt geen technologie van Dolby, maar Sony’s eigen 360 Spatial Sound Mapping. Ongeveer gelijktijdig met Atmos FlexConnect werd ook Play-Fi Home Theater aangekondigd. Deze technologie van DTS lijkt echter minder flexibel dan bij Dolby.

Wat heb je eraan?

De lossere aanpak van FlexConnect qua plaatsing van speakers is een stuk makkelijker dan de bestaande manieren om Dolby Atmos-geluid te krijgen. Je hebt maar een beperkt aantal speakers nodig die je ook nog eens kunt neerzetten of ophangen waar je wilt. En enkel als je wil genieten van Atmos-geluid, bijvoorbeeld bij een gamesessie of een filmavond. Op andere momenten mogen die speakers in de kast. Dan zijn de bestaande alternatieven toch een stuk omslachtiger.

De beste Atmos-ervaring wordt geleverd door een opstelling met 9 of meer speakers én een subwoofer. Die luidsprekers moeten idealiter geplaatst worden op de posities die Dolby voorschrijft. Voor de vier speakers die in de hoogte moeten gepositioneerd worden (de zogenaamde hoogtekanalen), is dat in een woonkamer een uitdaging in veel woningen. Je moet werken met speakers in het plafond, hoog op de muur of met speciale speakers die boven op je gewone luidsprekers geparkeerd worden.

Daarna moet alles afgeregeld worden met een kalibratiefunctie op een AV-receiver. Zo’n surroundopstelling is behoorlijk duur. Het goedkoper houden dan 2000 - 3000 euro is uitdagend, met iets betere speakers en receiver kom je snel aan het dubbele. Een toegewijde thuisbioscoop op basisniveau start aan 20.000 euro – en the sky is the limit.

©Philips TPV

Atmos-soundbars zijn heel wat eenvoudiger en goedkoper. Ze gebruiken speciale software om de ingebouwde luidsprekers aan te sturen alsof ze deel zijn van een echte Atmos-opstelling met losse speakers. Dat gebeurt volledig automatisch. Gelukkig maar, want de achterliggende algoritmes zijn behoorlijk complex. 

Toch hebben ook Atmos-soundbars hun beperkingen. Niet iedereen vindt het leuk om een groot toestel bij de tv te plaatsen. De best presterende soundbars komen vaak met draadloze speakers. Ook die moet je een plaats geven.

Atmos FlexConnect zou zich ook kunnen aanpassen aan woonkamers met een ongewone vorm of indeling. De meeste bestaande alternatieven veronderstellen een heel klassieke rechthoekige ruimte waarin het scherm en de bank centraal staan.

Wat heb je nodig?

Het is nog wachten op concrete producten die Dolby Atmos FlexConnect ondersteunen. Dolby heeft wel al onthuld hoe die producten er gaan uitzien en werken. De bedoeling is duidelijk dat het instellen eenvoudig is en dat je veel vrijheid krijgt.

Atmos FlexConnect instellen zal via de televisie gebeuren. Het is logisch, want het scherm is waar de actie gebeurt. Daar worden alle geluidseffecten op afgestemd. Wel is het niet door Dolby verkondigd is of FlexConnect een functie wordt op (nieuwe) tv’s of dat je een extra kastje gebruikt dat je met de tv verbindt. Misschien wordt het wel beide. Het tweede laat namelijk toe om bestaande televisies ook FlexConnect mee te geven. 

©Dolby

De tv stuurt twee of meer draadloze FlexConnect-speakers aan.

Op de recente IFA '23-beurs was er een demonstratie met een tv-toestel met FlexConnect ingebouwd. In dit geval ging het om een televisie van TCL, de fabrikant die als eerste FlexConnect zal ondersteunen met producten. Tijdens de IFA-demo werd de tv draadloos gekoppeld met twee draadloze speakers van TCL. Het ging om toestellen met meerdere speakers ingebouwd. De testtonen die werden afgespeeld om te ontdekken waar de luidsprekers stonden, werden opgepikt door een microfoon in de tv.            

Wanneer is FlexConnect er?

Zal Dolby FlexConnect overtuigend surround bieden? Daarvoor is het wachten op concrete producten. Die worden in de loop van 2024 verwacht, als de volgende generatie televisietoestellen opduiken. Sony’s HT-A9 – dat dus geen FlexConnect gebruikt, maar iets gelijksoortigs – geeft al op intrigerende wijze aan dat deze aanpak misschien wel opvallende resultaten kan produceren.


▼ Volgende artikel
Review Eufy Omni E25 – Soms net uit koers
© Wesley Akkerman
Huis

Review Eufy Omni E25 – Soms net uit koers

Met de Omni E25 wil het Chinese merk Eufy een krachtige midrange robotstofzuiger op de markt brengen, die de concurrentie aangaat met de Roomba's en Dreames van deze wereld. De adviesprijs bedraag 899 euro. Hoe vergaat het de Eufy Omni E25 in de praktijk?

Goed
Conclusie

De Eufy Omni E25 is een ambitieuze middenklasser met een krachtige zuigkracht van 20.000 Pa en een basisstation dat legen, bijvullen en schoonmaken grotendeels automatiseert. Functies als een CornerRover-arm en AI-objectherkenning zorgen voor een premium ervaring, op budget. Helaas heeft het apparaat wel te kampen met wat navigatieproblemen. Vooral langs muren vertoont de E25 een soort ‘dronken’ rijgedrag, waarbij hij kleine bochtjes maakt en smalle stroken soms overslaat. De dweilfunctie is degelijk, maar mist standaard een smalle rand door de beperkt draaiende dweilrol. Ook rijdt het systeem soms zó voorzichtig dat delen van de vloer worden gemist. Bovendien ben je gebonden aan Eufy’s eigen zeepsysteem. Maar eerlijk is eerlijk: dit systeem kost wel minder dan veel concurrenten, terwijl het toch zeer scherpe specificaties biedt. Wie iets meer wil investeren, zou de iets duurdere Dreame L50 Pro kunnen overwegen.

Plus- en minpunten
  • Verfijnd ontwerp
  • Uitschuifbare zijborstel
  • Krachtige dweilprestaties
  • Zuigkracht van hoog niveau
  • Basisstation neemt veel werk uit handen
  • Antihaarborstel onderop
  • Midrange prijs voor premium functies
  • Rijdt soms te voorzichtig
  • Komt niet overal met de dweil
  • Af en toe wat navigatieproblemen
  • Verplicht gebruik Eufy's zeepsysteem

Naast de Eufy Omni E25 heeft de fabrikant ook een duurdere variant op de markt gebracht, namelijk de E28. Nog geen jaar eerder lanceerde het merk de S1 Pro, een model dat vooral inzet op dweilprestaties. De drie robotstofzuigers delen bepaalde eigenschappen, maar verschillen op andere punten juist flink. Het is dus de moeite waard om die verschillen en overeenkomsten naast elkaar te zetten. Zeker als je overweegt een van deze autonome, dweilende modellen in huis te halen. Een interessante concurrent is bovendien Dreame L50 Pro Ultra.

Eufy Omni E25 vs. Eufy Omni E28

De Eufy Omni E25 beschikt over een indrukwekkende zuigkracht van 20.000 Pa. Het HydroJet-dweilsysteem reinigt actief met neerwaartse druk en reinigt zichzelf tussendoor. De DuoSpiral-borstels voorkomen dat haren vastdraaien, terwijl de uitschuifbare CornerRover-arm randen en hoeken beter meepakt. Dankzij het AI See-systeem met RGB-camera herkent de robot honderden objecten en rijdt hij daar netjes omheen. Het Omni-basisstation neemt het meeste werk uit handen: het leegt, reinigt, vult en droogt de robot automatisch en voegt schoonmaakmiddel toe. Zo blijft de E25 wekenlang zonder omkijken schoonmaken.

De Eufy Omni E28 is technisch vrijwel identiek aan de E25. Je krijgt dezelfde krachtige zuigfunctie, hetzelfde dweilsysteem, dezelfde slimme arm en obstakelherkenning. Het verschil zit in de toevoeging van een afneembare, draagbare dieptereiniger. Daarmee kun je ook handmatig moeilijk bereikbare plekken reinigen, zoals traptreden of bankkussens. Ook bij de E28 zorgt het uitgebreide Omni-basisstation voor een grotendeels onderhoudsvrij gebruik.

©Wesley Akkerman

©Wesley Akkerman

Eufy Omni E25 vs. Eufy Omni S1 Pro

Daartegenover staat de Eufy Omni S1 Pro, die zich juist richt op een geavanceerde dweilervaring. Het Always Clean Mop-systeem maakt gebruik van een continu roterende dweilrol die zichzelf schoonhoudt (net als bij de E25 en E28) en die met één kilo neerwaartse druk stevig over de vloer gaat. De zuigkracht ligt met 8.000 Pa wel een stuk lager dan bij die twee modellen. Door het slanke, lage ontwerp komt de S1 Pro makkelijker onder meubels. Dat is mede te danken aan de geïntegreerde 3D MatrixEye--obstakelvermijding, die binoculair infrarood en een camera combineert voor nauwkeurige navigatie zonder LiDAR-toren (zoals op een Dreame).

Alle drie modellen maken gebruik van het Omni-basisstation, dat automatisch leegt, reinigt, vult en droogt. Welke je kiest, hangt af van je prioriteiten: de E25 biedt maximale zuigkracht en pakt randen en hoeken goed mee, de E28 voegt daar een draagbare dieptereiniger aan toe, en de S1 Pro blinkt uit in dweilen en wendbaarheid. Extra hygiëne krijg je bij de S1 Pro bovendien via Eco-Clean: een ozonreinigingssysteem in het basisstation dat het water zuivert.

©Wesley Akkerman

©Wesley Akkerman

Praktisch ontwerp

Het ontwerp van de Eufy Omni E25 is niet alleen gestroomlijnd, maar ook. Bovenop zitten twee knoppen waarmee je de robotstofzuiger activeert of naar de basis stuurt. Haal je de glanzende plastic kap eraf, dan krijg je toegang tot de uitneembare stofbak en afneembare watercontainer. Aangezien het basisstation deze zelf respectievelijk leegt en vult, heb je er weinig omkijken naar. Maar mocht er iets misgaan, of wil je de bakken even schoonmaken omdat je dat prettig vindt, dan kun je er dus moeiteloos bij.

Voorop zitten de camera en een led-lamp, zodat de robot ook in donker ziet waar hij heen moet. Onderop zit de uitschuifbare robotarm, samen met een antihaarborstel en de dweilrol. Die draait 180 keer per minuut en is 29 centimeter lang. Ook is daar een schraper gepositioneerd die het vuil van de rol haalt. Na controle van de waterbak zien we inderdaad dat er wat vuil in zit, dat helaas niet helemaal door het basisstation opgezogen wordt. Daarom is het handig om die bak zo nu en dan zelf even grondig schoon te maken, om nare geurtjes te voorkomen.

Installeren en go

De installatie van de Eufy Omni E25 is zo gebeurd. Je bent even bezig met uitpakken en alles een plek geven, maar het koppelen aan de – hier en daar wat knullig vertaalde – app verloopt snel. Na de eerste schoonmaakronde verschijnt er een gedetailleerde kaart van je woning. Je kunt meerdere kaarten maken voor verschillende verdiepingen, en wisselen tussen een 2D- en 3D-weergave. Binnen de app stel je no-go-zones in, markeer je zones zoals een vloerkleed, en geef je per kamer of ruimte nauwkeurige instructies.

Zodra de E25 aan het werk gaat, valt één ding op: hij lijkt soms wel dronken. Dit valt vooral op wanneer hij langs een muur rijdt. In plaats van een rechte lijn aan te houden maakt hij constant schijnbewegingen. De robot neemt een korte bocht richting de muur, wil niet botsen, rijdt terug en herhaalt dit gedrag totdat hij de hele muur heeft afgerond met datzelfde wiebelige patroon. Waarom hij dit doet, is onduidelijk. Opvallend is dat dit gedrag alleen optreedt bij muren en meubels. In open ruimtes rijdt de E25 namelijk wél strak in rechte lijnen.

Stofzuigprestaties en navigatie

Met een zuigkracht van 20.000 Pa – gelijk aan die van de veel duurdere Dreame X50 Pro – laat de Eufy Omni E25 nauwelijks iets liggen. Het maakt daarbij niet uit of het een tapijt of harde vloer betreft. Toch merkten we dat hij op een vloerkleed af en toe wat haren mist, maar daar hebben duurdere modellen ook last van. Qua geluidsniveau is de E25 niet storend aanwezig. Je hoort hem duidelijk werken, maar het is prima uit te houden als je thuis bent terwijl hij z'n ronde doet.

Omdat de Eufy Omni E25 geen LiDAR heeft, mist hij wat precisie in het inschatten van zijn omgeving. De camera geeft voldoende overzicht om botsingen grotendeels te voorkomen, maar het navigeren verloopt soms iets te voorzichtig. Daardoor stuurt hij nét te vroeg bij of laat hij een klein randje liggen. Het resultaat is dat je soms ziet waar hij wel geweest is en waar niet – bijvoorbeeld doordat er nog wat vuil ligt of de vloer op een plek droog is gebleven.

Dweilt goed, maar…

Vooral dat laatste is opvallend. Hoewel de Eufy Omni E25 de vloer netjes achterlaat, zie je altijd precies waar hij wel en niet geweest is. Dat komt door de dweilrol onderop. Die doet zijn werk goed, schraapt zichzelf schoon en drukt stevig op de vloer om ook hardnekkigere vlekken aan te pakken. Maar omdat hij niet naar buiten kan draaien – iets wat de Dreame L50 Pro wél kan – mis je altijd een deel van de vloer. We hebben dat met een foto vastgelegd ter illustratie. Het is iets om rekening mee te houden.

Tot slot het basisstation. Dat is compact en oogt modern, maar vraagt wel om een plek die een beetje centraal ligt in huis. De transparante waterbakken geven het station een eigen uitstraling, al zie je daardoor ook duidelijk het verdampte water op de bovenkant zitten. Dat maakt het geheel soms wat rommelig. Jammer is ook dat Eufy een eigen zeepsysteem gebruikt, waardoor je niet je eigen schoonmaakmiddel kunt toevoegen. Verder valt op dat het station zelf snel vies wordt op de plek waar het de stofopvangbak voor je leegt.

©Wesley Akkerman

©Wesley Akkerman

Eufy Omni E25 kopen?

De Eufy Omni E25 is een ambitieuze middenklasser met opvallende specificaties: een zuigkracht van 20.000 Pa en een basisstation dat het legen, bijvullen en schoonmaken grotendeels uit handen neemt. Functies als een CornerRover-arm en AI-objectherkenning zorgen voor een premium ervaring, op budget.

Helaas heeft het apparaat wel te kampen met wat navigatieproblemen. Vooral langs muren maakt de E25 rare schijnbewegingen, alsof hij constant kleine bochtjes maakt om niet te dicht bij de rand te komen. Dit 'dronken' patroon vertraagt niet alleen het schoonmaken, maar zorgt er ook voor dat smalle stroken langs de wanden soms worden overgeslagen. In open ruimtes rijdt hij wél strak in rechte banen, wat het verschil nog opvallender maakt.

De dweilfunctie is degelijk, maar weet de randen vaak niet goed mee te nemen. Dat heeft alles te maken met de dweilrol onderop: die kan niet naar buiten draaien, waardoor hij standaard een smalle strook langs de rand mist. Ook rijdt het systeem op sommige plekken zó voorzichtig, dat delen van de vloer simpelweg worden overgeslagen. Een ander nadeel is dat je vastzit aan Eufy's eigen zeepsysteem.

Hoewel het basisstation veel onderhoud uit handen neemt, spelen dergelijke minpunten wel mee. Maar eerlijk is eerlijk: dit systeem kost minder dan veel concurrenten, terwijl het toch zeer scherpe specificaties biedt. De Dreame L50 Pro is iets duurder, maar zou zomaar de meerprijs waard kunnen zijn.

▼ Volgende artikel
Je muur als canvas: slimme lichteffecten met de Philips Hue Play wall washer
© Philips
Zekerheid & gemak

Je muur als canvas: slimme lichteffecten met de Philips Hue Play wall washer

Op zoek naar slimme verlichting die méér doet dan alleen een kamer verlichten? De nieuwe Philips Hue Play wall washer projecteert kleurrijke lichteffecten op je muur en tilt sfeer naar een hoger niveau, ideaal voor films, muziek en ontspannen avondjes.

Een lege muur is vaak gewoon… nou ja, leeg. Praktisch misschien, maar niet echt spannend. Daar wil Philips Hue met de nieuwe Play wall washer iets aan veranderen. Deze compacte designlamp projecteert een kleurrijk lichtspel op je wand, waarmee je in één beweging sfeer aan je kamer toevoegt. Van subtiele achtergrondverlichting tot passende effecten tijdens een film of game, de wall washer is verrassend veelzijdig.

©Philips

Lavalamp 2.0: licht dat meer doet dan verlichten

De Philips Play wall washer is ontworpen om je muren tot leven te brengen. Dankzij een nieuwe techniek, ColorCast genaamd, ontstaan vloeiende kleurverlopen die echt iets doen met de ruimte. Het licht voelt rijk en dynamisch aan, alsof je muur zelf begint te ademen. Sluit je de lamp aan op je Hue-entertainmentsysteem, dan reageert het licht bovendien op wat je kijkt of luistert – of dat nu een film is, een game of je favoriete playlist.

Ook lezen: Review Philips Hue Play Gradient Lightstrip - duur, maar wel leuk

Je bepaalt zelf hoe groot het projectiegebied moet zijn: zet je de lamp dichter bij de muur, dan krijg je een strakke lichtbundel; plaats je hem verder weg, dan spreidt het effect zich breder uit. Via de Hue-app stel je alles eenvoudig in, inclusief richting, helderheid en de snelheid waarmee de kleuren worden afgewisseld.

©Philips

Designlamp met een slimme binnenkant

Wat meteen opvalt, is dat de lamp zelf geen aandacht opeist. De behuizing is strak, mat en gemaakt van aluminium – geen plastic spul dus. In zwart of wit past hij moeiteloos in een modern interieur. Het projectievenster is transparant en subtiel, zodat het vooral het licht is dat de show steelt. Daardoor ervaar je de wall washer meer als een designobject dan als tech-gadget.

De lamp werkt naadloos samen met het Hue-ecosysteem. Of je nu gebruikmaakt van een afstandsbediening, je smartphone of je stem via Siri, Alexa of Google Assistant, alles werkt zoals je mag verwachten van Hue. De wall washer is bovendien volledig compatibel met accessoires zoals de Hue HDMI Sync Box en de desktop-apps voor pc en tv.

Een vleugje AI in je verlichting

Tegelijk met de lamp lanceert Philips Hue ook zijn eerste AI-assistent. Die denkt bijvoorbeeld met je mee over de juiste sfeer. Je zegt of typt bijvoorbeeld 'gezellige avond' of 'ochtendenergie' en de assistent kiest automatisch een bijpassende lichtscène, of stelt er zelf eentje samen als er nog geen goede match is.

De AI werkt voorlopig alleen als je de Hue-app op Engels hebt staan en is beschikbaar in Nederland, België en Luxemburg. Andere landen volgen later dit jaar.

Niet goedkoop, wel doordacht

Met een prijs van 199,99 euro (en 349 euro voor een 2-pack) voor een enkele lamp is de wall washer duidelijk bedoeld als luxe toevoeging, niet als basisverlichting. Maar als je van sfeer, detail en controle houdt én je hebt al wat spullen van Philips Hue hangen, dan is dit een opvallend compleet pakket. De combinatie van slim licht, subtiel design en – nou ja, laten we het creatieve vrijheid noemen, maakt deze lamp interessant voor iedereen die meer uit z'n lege muren wil halen.

Meer informatie is te vinden op de site van Philips Hue.