ID.nl logo
Wat is een AV-receiver?
Huis

Wat is een AV-receiver?

Films en games op de allerbeste manier met surroundgeluid beleven? Dan heb je een AV-receiver nodig. Maar wat doet zo’n apparaat en wat heb je daar nog meer voor nodig?

Een AV-receiver is een behoorlijk ingewikkeld apparaat. In dit artikel maken we het eenvoudig en leggen we een aantal basiszaken uit, zoals:

  • Waarom zou je voor een AV-receiver kiezen?
  • Wat heb je allemaal nodig?
  • Goedkoop of duur: wat is het verschil?
  • Vergeleken met een soundbar
  • Ook voor muziek en streaming?
  • De verschillende ingangen op een AV-receiver

Van alle mogelijke audiotoestellen die je kunt kopen, is een AV-receiver wellicht het meest complex. Schrikt dat je af? Het is inderdaad geen apparaat dat je koopt om snel je tv-geluid beter mee te maken. Daarvoor is een AV-receiver te ingewikkeld. Je hebt bovendien nog allerlei extra apparatuur nodig om het verhaal compleet te maken. Als je het totale kostenplaatje bekijkt, kom je hierdoor ook op een hoger bedrag uit. 

Op zoek naar een AV-receiver?

Kijk hier voor een oplossing passend bij jouw budget!

Dat zijn heel veel redenen om niet voor een AV-receiver te kiezen. Vergeleken met soundbars en andere audiotoestellen worden er tegenwoordig dan ook maar weinig van deze producten verkocht. Waarom zou je dan toch een AV-receiver overwegen? Heel simpel: met dit toestel als brein van je geluidssysteem ervaar je het geluid bij films, tv-series en games op hoog niveau. Als je het goed aanpakt, kom je dicht in de buurt van een échte bioscoop. Een AV-receiver is dan ook dé keuze om te maken als je van je woonkamer of ongebruikte ruimte een echte home cinema wilt maken.

Een aantal merken is echt gespecialiseerd in AV-receivers. De grootse namen zijn Denon en zustermerk Marantz, maar ook Yamaha, Onkyo en Pioneer (die deel zijn van dezelfde groep) en Sony en NAD zijn grote spelers op dit segment. Er zijn ook audiomerken die high-endtoestellen bouwen: Anthem, Arcam, JBL, Lyndorf, Primare, Storm Audio en Trinnov zijn op dat vlak heel bekend.

Wat heb je allemaal nodig?

Je kunt – heel kort door de bocht – een AV-receiver zien als een versterker voor losse speakers. Een gewone stereoversterker voor muziek heeft slechts twee kanalen, maar hier zijn het er veel meer. Dat komt omdat een AV-receiver surroundgeluid weergeeft. Daarvoor zijn vijf, zeven, negen, elf of zelfs dertien aparte luidsprekers nodig. En er zijn zelfs thuisbioscopen met nog meer speakers...

Tegenwoordig is het streven om Dolby Atmos-geluid weer te geven. In theorie heb je daarvoor minstens zeven luidsprekers nodig, maar negen is beter. Die luidsprekers moet je op de correcte plaats in de kamer zetten. Over de posities bestaan regels, opgesteld door Dolby of diens rivaal DTS. De luidsprekerposities worden aangeduid met termen als center, links, rechts, surround rechts, surround links, hoogte vooraan rechts enzovoort.

Je hoort het al: naast die AV-receiver heb je een groter aantal speakers nodig. Daarnaast moet je kabels naar elke speaker trekken. Dat tikt wel aan qua aantal benodigde meters. Bij een AV-receiver hoort uiteraard beeld. Dat kan een grote tv zijn, maar in grotere ruimtes is een projector vaak de betere keuze. Al komt daar verandering in; heel grote tv’s worden steeds goedkoper, waardoor een projector minder interessant wordt.

Doorgaans gebruik je niet dezelfde speakers voor alle posities. Dat zou het duurder en onhandiger maken. Bovendien zijn er voor bepaalde posities, zoals het center- of middenkanaal, gespecialiseerde luidsprekers. Veel luidsprekerfabrikanten bieden daarom pakketten om een surroundopstelling te bouwen.

Ten slotte moet je nog bronnen instellen. Je kunt natuurlijk films streamen via de apps op je televisie; het geluid wordt dan vanuit dat apparaat naar de AV-receiver gestuurd. Filmfanaten verkiezen echter nog altijd Ultra HD Blu-ray-schijven. De geboden beeld- en geluidskwaliteit via deze discs is aanzienlijk beter dan via streamingdiensten. Gaming en surround via een AV-receiver gaan ook heel goed samen. Een spel als F1 2023 of de nieuwste Call of Duty op een groot scherm mét surroundgeluid is ronduit spectaculair.

Een AV-receiver is daar allemaal op voorbereid. Naast het aansturen van al die speakers werkt het ook als brein of schakelpunt voor alles. Je sluit bijvoorbeeld bronnen (consoles, mediaspelers et cetera) via HDMI-kabels aan op de receiver. Vanuit de AV-receiver loopt er dan weer een enkele HDMI-kabel naar je tv of projector. Met een druk op de knop schakel je zo van je Apple TV naar de PS5. Ook kun je alle mogelijke audiotoestellen verbinden – van cd-spelers tot draaitafels. De meeste AV-receivers komen daarnaast met ingebouwde streamingopties. Kortom, het is echt een apparaat dat alles doet.

Goedkoop of duur?

Een AV-receiver koop je al voor zo'n 400 euro. Heel dure apparaten kosten dan weer 5.000 tot 10.000 euro. Je kunt zelfs nog hoger mikken door niet met een AV-receiver te werken, maar met een AV-voorversterker en dan meerdere eindversterkers. Maar dat laatste wordt voornamelijk gedaan door professionele installateurs die een thuisbioscoop op maat creëren. 

Als het over surroundgeluid gaat, zie je vaak een aanduiding als 5.1, 7.1.2 of 9.4.6. Het eerste cijfer wijst op het aantal kanalen of luidsprekers rondom je. Het tweede (of middelste cijfer) vertelt je hoeveel subwoofers er zijn. Het laatste of derde cijfer zie je bij apparaten die Dolby Atmos 3D-geluid ondersteunen. Dat is het aantal speakers aan het plafond.

400 tot 10.000 euro? Dat is wel een gigantische kloof. Waar zit dan het verschil? Om te beginnen bij het aantal kanalen dat de AV-receiver kan aansturen. Instapmodellen doen alleen 5.1, duurdere modellen doen stelselmatig meer. Maar het gaat niet alleen om het aantal kanalen. Bij duurdere modellen krijg je meer vermogen (uitgedrukt in watt) en een betere kwaliteit van versterkingstechnologie. Dat is wel belangrijk bij films die vaak heel dynamisch geluid hebben. Denk aan enorme explosies of een volledig orkest dat uitbarst om de actie op het beeld te ondersteunen.

Een populaire opstelling voor een grote woonkamer is 5.1.4. Daarvoor heb je een negenkanaals AV-receiver nodig. Die .1 is immers een subwoofer. Deze gespecialiseerde speakers om diepe bassen te maken hebben een eigen ingebouwde versterker. De AV-receiver moet daar dus geen versterkt signaal naar sturen. 

AV-receivers worden verkocht met een bepaald aantal kanalen. Via de instellingen kun je zelf bepalen hoe jouw ideale luidsprekeropstelling precies in elkaar zit. Een AV-receiver is op dat vlak heel flexibel.

Duurdere modellen ondersteunen ook een tweede of derde zone. Je kunt zo’n AV-receiver gebruiken om een ruimte van surround te voorzien én bijvoorbeeld speakers in de keuken aan te sturen. Complexere apparaten kunnen ook video doorsturen naar een tweede of derde scherm. Een AV-receiver kan zo een oplossing zijn voor media in het hele huis, al is het tegenwoordig voor muziek wel iets makkelijker om met draadloze speakersystemen te werken. Maar ook daar zijn bepaalde AV-receivers compatibel mee.

AV-receiver versus soundbar

Er bestaan veel verschillen tussen een soundbar en een AV-receiver. Samengevat kun je stellen dat een AV-receiver met bijhorende speakers duurder en complexer is, maar wel een beter surroundgeluid levert. Dat komt omdat elk geluidskanaal echt uit de juiste richting komt. Bij een soundbar bevinden alle speakers zich vooraan bij de televisie. Slimme software weerkaatst dan de geluidseffecten die naast en achter je van de muur en van het plafond moeten komen. Maar dat is nooit zo goed als wanneer er een echte luidspreker naast je staat. 

Soundbars met extra draadloze speakers die je naast de sofa plaatst vangen die tekortkoming deels op. Deze modellen kosten vaak echter 1000 euro of meer.

Ook voor muziek?

Een AV-receiver is prima geschikt om muziek mee af te spelen. Ook hier zal een iets duurder model net iets beter presteren. De kwaliteit van de onderdelen (zoals de DAC en het versterkingsgedeelte) ligt wat hoger. Bij het kritisch luisteren naar muziek valt dat wel op. 

De meeste AV-receivers zijn voorzien van vele streamingopties. Wat er juist is, hangt af van merk tot merk. De streamingopties zijn per merk doorgaans identiek, of je nu een goedkoop of duur apparaat aanschaft. Alleen de budgetmodellen missen soms de geavanceerde streamingopties.

AirPlay 2, Spotify Connect en bluetooth zijn de streamingopties die er nagenoeg altijd bij zijn. Ook Chromecast is vaak aanwezig. Een oudere technologie, UPnP, is doorgaans ook present. Zo kun je met een geschikte app (zoals BubbleUPnP of mConnect) je eigen bestanden of zelfs streamingdiensten richting de receiver sturen.

Sommige merken hebben daarnaast een eigen streamingplatform. AV-receivers van Denon en Marantz ondersteunen bijvoorbeeld HEOS. Bij Yamaha is er het eigen MusicCast-platform, terwijl NAD-receivers BluOS-compatibel zijn. Bij deze toestellen krijg je een app met ingebouwde streamingdiensten en kun je de receiver bedienen via een app. Het zijn bovendien multiroom-compatibele platforms. Je kunt de AV-receiver dus combineren met andere audiotoestellen en draadloze speakers die hetzelfde platform ondersteunen. 

Onkyo, Pioneer en Sony gooien het over een andere boeg. Bepaalde receivers van die merken dragen een ‘Works with Sonos’-label. Dat wil zeggen dat je deze AV-receivers gedeeltelijk via de Sonos-app kunt bedienen. Je moet daarvoor wel investeren in een extra Sonos Port-streamer die je aan de receiver hangt.

Welke ingangen vind je op een AV-receiver?

De achterkant van een typische AV-receiver toont meteen aan hoe complex deze toestellen kunnen zijn. Het aanbod aan poorten en ingangen is enorm uitgebreid. De belangrijkste lichten we even toe – op de foto hieronder kun je het bijbehorende cijfer vinden.

1.HDMI-poorten Op de HDMI-ingangen sluit je videobronnen aan, zoals een gameconsole of een Blu-rayspeler. Dit toestel heeft er zeven. Er net naast vind je één of meerdere HDMI-uitgangen (hier zijn dat er drie). De hoofduitgang sluit je op je tv aan. Op sommige AV-receivers vind je nog oude video-ingangen terug (1b). Best handig als je een retro-console wilt uitproberen.

2.Audio-ingangen Je kunt rekenen op een aantal analoge ingangen (2a, tulp of RCA) of digitale (2b, optisch en coaxiaal).

3.Pre-outs Deze uitgangen gebruik je als je liever aparte versterkers gebruikt. De Sub-out verbind je met een subwoofer.

4.Luidsprekerterminals Hier vertrekken de luidsprekerkabels naar de verschillende luidsprekers.

5.Extra zones Op duurdere toestellen zoals deze vind je ook zone 2- en zone 3-uitgangen die je kunt gebruiken om een versterker en speakers in andere ruimtes via de AV-receiver te bedienen.

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.