ID.nl logo
Review Teufel Real Blue Pro  - Accumonster met aangename audio
Huis

Review Teufel Real Blue Pro - Accumonster met aangename audio

De Teufel Real Blue Pro is een high-end koptelefoon die heel wat in z’n mars heeft. Zo presenteert het Berlijnse merk voor het eerst de zelfontwikkelde audiotechnologie Dynamore op een draagbaar product, terwijl die voorheen alleen weggelegd was voor luidsprekers en soundbars. Hoe bevalt de hoofdtelefoon in de praktijk en hoe verhoudt die zich ten opzichte van marktleider Sony?

Uitstekend
Conclusie

Onderaan de streep ben ik zeer te spreken over de Teufel Real Blue Pro. Op papier scoort die wat slechter dan de Sony WH-1000XM5, maar de vraag is of je dat hoort. Bovendien heeft die koptelefoon ook zo zijn eigen nadelen. Door de hoge sample en bit rates zit er veel vertraging op de lijn, waardoor video’s kijken en games spelen minder fijne ervaringen zijn. Door te kiezen voor de aptX Adaptive-codec kan Teufel een veel breder publiek aanspreken dan Sony nu doet. Door de lagere latency kun je als casual luisteraar meer met je koptelefoon doen. Niet alleen kun je genieten van aangenaam warme muziek, ook kun je hem veel breder inzetten. De ruisonderdrukking is verder wat minder goed dan op de Sony, maar ondanks dat kun je je volledig laten onderdompelen. De treble komt verder niet helemaal tot z’n recht, maar er zijn meer dan genoeg audio-opties om dat gemis mogelijk op te kunnen vangen. Dat is ook afhankelijk van je gehoor en persoonlijke voorkeur. Vooral de accu is hier de grote ster van de show; met 44 uur anc-luisterplezier verslaat Teufel de concurrentie met gemak. Het enige wat nu nog echt roet in het eten gooit, is de prijs van 349,99 euro. Die is gevoelsmatig net te hoog en dat heeft alles te maken met de treble. Wanneer de koptelefoon in prijs zakt en bijvoorbeeld 299 euro zou kosten, dan is de deal veel aantrekkelijker. Dan haal je namelijk een bijna-alles-kunnend accumonster in huis dat aangename audio presenteert.

Plus- en minpunten
  • Aangename, warme sound
  • Dynaudio
  • Actieve ruisonderdrukking
  • Equalizeropties binnen de app
  • Draagcomfort
  • Audiocodec aptX Adaptive
  • Treble komt niet tot z'n recht
  • Plastic behuizing voelt goedkoop aan
  • Touchpads (maar zijn uit te schakelen)
  • Net te duur

Met een prijs van 349,99 euro is de Teufel Real Blue Pro geen goedkope koptelefoon. Dat is dezelfde prijs die je betaalt voor de marktleider, de Sony WH-1000XM5. De prijzen voor die hoofdtelefoon fluctueren een beetje; bij menig online shop is die rond de 350 euro, terwijl Sony hem zelf nog voor 420 euro aanbiedt. Hoe dan ook: het maakt de Teufel Real Blue Pro uitermate geschikt voor een korte vergelijking met dat Sony-topmodel, aangezien het Duitse merk achter dezelfde doelgroep aangaat.

Lees ook: Sony WH-1000XM5 review - zowel duur als goedkoop

Teufel Real Blue Pro met grote drivers

De Teufel Real Blue Pro beschikt over ongebruikelijk grote drivers van 44 mm. Daardoor krijgt de basweergave meer ruimte en kan muziek voller en meeslepender klinken dan de concurrentie. De drivers zitten in een strakke, stoere verpakking die prettig opvouwbaar is. Je kunt de koptelefoon netjes wegstoppen in een meegeleverde case, waar tevens usb-c-oplaad- en audiokabels in zit. Die laatste variant heeft een bedienmodule waarmee je de muziek kunt pauzeren, superhandig.

Je kunt de Teufel Real Blue Pro verder op twee manieren bedienen: via de app (daar later meer over) en de bedieningselementen op de koptelefoon. Zo is er een intuïtieve joystick waarmee je muziek pauzeert, het volume regelt en van nummer wisselt. De buitenkant van de drivers zijn voorzien van touchpads, waarmee je functies als actieve ruisonderdrukking en Dynamore (de)activeert. Die touchpads zijn wat mij betreft iets te gretig. Soms verander je een instelling – zonder te weten welke – wanneer je de headset even verplaatst of af wil doen. Gelukkig kun je die uitschakelen.

Zodra je de Teufel Real Blue Pro afzet, pauzeert de muziek automatisch. Dat is een functie van onschatbare waarde, helemaal wanneer je minder gewend bent. Je kunt de koptelefoon op elk moment afzetten terwijl je weet dat je niets van je favoriete nummers mist. Zodra je de headset dan weer op doet, gaat de muziek verder. Dit is een fijne, luxe functie waarvan je simpelweg mag verwachten dat die aanwezig is, maar desondanks ben ik er ontzettend blij mee.

Comfort geniet de voorkeur

Met een gewicht van iets meer dan 300 gram is de Teufel Real Blue Pro zwaarder dan het recente aanbod van Sony, maar dat merk je alleen wanneer je beide koptelefoons naast elkaar gebruikt. Dankzij de verstelbare band en kantelbare oorcups blijft het apparaat tevens goed zitten, zonder al te veel druk uit te oefenen op de zijkant van je hoofd. Je kunt hem nauwkeurig afstellen, waardoor draagcomfort gegarandeerd is. Het maakt ook niet uit of je lang haar hebt of kleine oorbellen draagt.

Ondanks de positieve eerste indruk moet ik wel vermelden dat de koptelefoon zelf wat goedkoop oogt en aanvoelt aan de plastic buitenkant. Dat kan komen door de zilveren kleur die ik test (zwart ziet er meestal wat luxer uit), maar dan nog ontkom ik niet aan dat idee. Gelukkig merk je daar niets van aan de binnenkant. Zowel de hoofdband als oorkussen zijn voorzien van memoryfoam. Dat kan tijdens de zomermaanden wat warm zijn, maar dankzij het comfort is dat minder erg.

Zonder active noise cancelling aan gaat de accu tot 56 uur mee, wat veel beter is dat Sony’s koptelefoons en voorganger Teufel True Blue NC. Met de actieve ruisonderdrukking aan verlaag je de afspeelduur naar 44 uur, maar ook dat is nog steeds ontzettend indrukwekkend. Dat is iets langer dan bij de Teufel Real Blue NC en bijna de helft meer dan bij de WH-1000XM5. Met vijftien minuten opladen kun je tot zeven uur luisteren en als je daarna nog steeds geen oplaadmoment hebt kunnen vinden, kun je de audiokabel gebruiken als back-up. Daar heb je namelijk geen batterij voor nodig.

Teufel Real Blue Pro met hi-res audio

In een normale situatie koppel je de Teufel Real Blue Pro echter via bluetooth 5.1 aan een smartphone, laptop, tablet of ander bluetoothapparaat. Hoewel er vrij weinig mis is met bluetooth 5.1, is het toch jammer om te zien dat je niet de meest recente versie van de standaard gebruikt. Op papier gaat dit ten koste van de lagere energieconsumptie en verbeterde verbinding. Maar aangezien de accu al zo lang mee gaat en de Teufel geen verbindingsproblemen heeft laten zien, in onze weken met de koptelefoon, is het gebrek aan de nieuwste bluetoothstandaard dus geen groot probleem.

Daarnaast is er ondersteuning voor de audiocodecs SBC, AAC en aptX Adaptive. De Teufel Real Blue Pro heeft dus geen support voor Sony’s LDAC, dat door veel experts, muziekliefhebbers en organisaties als een mooie standaard gezien wordt. Toch kun je met aptX Adaptive genieten van hi res-audio, hetzij op een iets lagere sample rate. Die ligt bij Sony’s koptelefoons veel hoger, waardoor de geluidsweergave veel accurater klinkt (zoals een artiest dat in de studio bedoeld heeft).

Aangename audiokwaliteit en audio-opties

Dat betekent niet dat de Teufel Real Blue Pro slecht klinkt, allerminst. Vooral de bas klinkt ontzettend warm, vol en aangenaam. Binnen de app kun je de bas wat sterker maken mocht je dat willen, maar het neutrale geluidsprofiel zal voor veel luisteraars voldoende zijn. Wanneer je de bass boost activeert, dan verdwijnen de hogere tonen logischerwijs wat naar de achtergrond. En dat kan problematisch zijn, omdat de hogere tonen niet helemaal tot hun recht komen.

Dat probleem ligt al in de basis van de koptelefoon en heeft dus niets te maken met bass boost, aangezien het zonder ook al gebeurt. Wil je dus iets meer kunnen genieten van wat treble, dan doe je er goed aan de basopties te vermijden. Welke modus je ook kiest, de tonen in het midden klinken altijd fijn en subtiel aanwezig. Ze verfraaien de soundstage wel degelijk en ik had geen seconde het idee dat ik iets miste. Ook kun je eventueel zelf nog met een equalizer spelen en het geluid meer afstemmen op je persoonlijke voorkeuren, maar je kunt dat werkt ook uit handen geven.

Binnen de Teufel Headphones-app is het namelijk mogelijk persoonlijke audio te activeren via Mimi. Je neemt een korte test af en kunt daarna genieten van persoonlijk geluid. Hoewel ik hier meestal voorstander van ben (mijn rechteroor hoort namelijk iets minder dan mijn linkeroor), bestaat de kans dat audio vervormt gaat klinken. Helemaal wanneer je de persoonlijke audio combineert met vooraf ingestelde geluidsprofielen of de equalizer. En dan hebben we ook nog de optie Dynamore.

Met die optie is het mogelijk het geluidsveld te verbreden. De stereoweergave gaat dan de ruimte in, waardoor je het idee hebt dat je heel intiem naar een premium set stereospeakers luistert. De functie maakt al jaren furore op soundbars en luidsprekers van het bedrijf en is nu voor het eerst op een koptelefoon te gebruiken; en wat mij betreft is het een fijne toevoeging. Vind je dat de muziek wat compact klinkt, dan kan Dynaudio net dat beetje ruimtelijke ondersteuning bieden. Zonder dat dit een negatief effect heeft op de volle warmte die de typische Teufel-sound kenmerkt.

Goede actieve ruisonderdrukking

De actieve ruisonderdrukking is op drie niveaus in te stellen. Het hoogste niveau dompelt je helemaal onder in je favoriete tunes, terwijl je aan de andere kant de transparante modus hebt. Daar tussenin zitten nog twee opties waarmee je je deels afsluit voor de buitenwereld. Handig voor momenten waarop je wel wil meekrijgen wat er om je heen gebeurt, zonder daar al te veel last van te hebben. In dit geval is het gewoon simpel: hoe meer opties je tot je beschikking hebt, hoe beter.

De active noise cancelling kan wel effect hebben op de geluidsweergave, waardoor de treble nog meer naar de achterkant verdwijnt. Dat is vervelend, daar is geen ontkomen aan. Gezien het geluidsprofiel van de Teufel Real Blue Pro, en de nadruk die het merk op de lagere regionen legt, hoeft het geen probleem te zijn wanneer je naar muziek luistert waarbij de bas een grote rol speelt. Dit is een afweging die je zelf moet maken; weet dat de treble niet helemaal naar voren komt.

Verder is het zo dat er een lage latency aanwezig is op de bluetoothverbinding. Daardoor kun je prima video’s bekijken op je smartphone en tablet. Ook kan er dan ondertussen iemand meegenieten van hetzelfde geluid, aangezien je twee Real Blue Pro’s kunt koppelen aan de app. Bovendien is de aptX Adapative-codec ook meer geschikt voor het spelen van videogames (vanwege de lage vertraging), waardoor de Teufel Blue Pro zichzelf als snel positioneert als een casual premium product.

Conclusie: Teufel Real Blue Pro kopen?

Onderaan de streep ben ik zeer te spreken over de Teufel Real Blue Pro. Op papier scoort die wat slechter dan de Sony WH-1000XM5, maar de vraag is of je dat hoort. Bovendien heeft die koptelefoon ook zo zijn eigen nadelen. Door de hoge sample en bit rates zit er veel vertraging op de lijn, waardoor video’s kijken en games spelen minder fijne ervaringen zijn. Door te kiezen voor de aptX Adaptive-codec kan Teufel een veel breder publiek aanspreken dan Sony nu doet.

Door de lagere latency kun je als casual luisteraar meer met je koptelefoon doen. Niet alleen kun je genieten van aangenaam warme muziek, ook kun je hem veel breder inzetten. De ruisonderdrukking is verder wat minder goed dan op de Sony, maar ondanks dat kun je je volledig laten onderdompelen. De treble komt verder niet helemaal tot z’n recht, maar er zijn meer dan genoeg audio-opties om dat gemis mogelijk op te kunnen vangen. Dat is ook afhankelijk van je gehoor en persoonlijke voorkeur.

Vooral de accu is hier de grote ster van de show; met 44 uur anc-luisterplezier verslaat Teufel de concurrentie met gemak. Het enige wat nu nog echt roet in het eten gooit, is de prijs van 349,99 euro. Die is gevoelsmatig net te hoog en dat heeft alles te maken met de treble. Wanneer de koptelefoon in prijs zakt en bijvoorbeeld 299 euro zou kosten, dan is de deal veel aantrekkelijker. Dan haal je namelijk een bijna-alles-kunnend accumonster in huis dat aangename audio presenteert.

Meld je aan voor het Koptelefoonwijzer Eindrapport 2024

Door het invullen van jouw naam en e-mailadres meld je je aan voor ontvangst van de Kieskeurig.nl Koptelefoonwijzer-resultaten. Tevens ben je ingeschreven voor de Kieskeurig.nl nieuwsbrief.

▼ Volgende artikel
Wat doet 120 Hz voor je televisie of monitor, en heb je het wel echt nodig?
© ER | ID.nl
Huis

Wat doet 120 Hz voor je televisie of monitor, en heb je het wel echt nodig?

Als je de specificatielijst van een moderne televisie of monitor bekijkt, zie je achter het kopje 'verversingssnelheid' vaak een getal staan gevolgd door 'Hz'. Jarenlang was 50 of 60 Hz de standaard, maar tegenwoordig pronken fabrikanten met 100, 120 of zelfs 144 Hz. Klinkt sneller, en sneller is meestal beter, maar wat betekent het nou eigenlijk voor jouw kijkervaring? Is het een noodzaak voor iedereen, of vooral leuk voor fanatieke gamers?

Om te begrijpen wat die Hertz (Hz) doet, moet je een televisie of monitor niet zien als een statisch schilderij, maar als een soort digitale flipbook. Het beeld dat je ziet, wordt immers continu opnieuw opgebouwd. Een standaard 60Hz-scherm ververst het beeld 60 keer per seconde. Dat is voor het menselijk oog snel genoeg om een vloeiende beweging waar te nemen bij normaal tv-kijken, zoals het nieuws of een dramaserie. Een 120Hz-scherm doet dat dus dubbel zo vaak: 120 keer per seconde.

©DC Studio

Waarom zou je meer beelden per seconde willen?

Het grootste voordeel van een hogere verversingssnelheid is soepelheid. Hoe meer beelden er per seconde worden getoond, hoe vloeiender bewegingen eruitzien. Bij 60 Hz kunnen snelle acties soms wat schokkerig ogen of last hebben van bewegingsonscherpte, ook wel 'motion blur' genoemd. Bij 120 Hz blijven details scherp, zelfs als de camera snel draait of als er bijvoorbeeld een raceauto voorbij raast. Daarnaast voelt de besturing van games directer aan. Tussen het moment dat je een knop indrukt en het moment dat je actie op het scherm ziet, zit minder tijd. Dat verschil in milliseconden lijkt verwaarloosbaar, maar je brein pikt het direct op als een responsievere ervaring.

Het verschil tussen 120 en 144 Hz (en hoger)

Terwijl 120 Hz de nieuwe gouden standaard is voor televisies, zie je bij computermonitors vaak getallen als 144 Hz, 165 Hz of zelfs 240 Hz en hoger. Het principe blijft hetzelfde, maar de toepassing verschilt. 120 Hz is de limiet voor de huidige generatie spelcomputers, zoals de PlayStation 5 en Xbox Series X. Televisies richten zich daarom specifiek op dat getal. Pc-gamers hebben echter vaak krachtiger videokaarten die nóg meer beelden per seconde kunnen produceren. Daarom zie je monitors met 144 Hz of meer.

Is het verschil tussen 120 en 144 Hz zichtbaar? Voor de gemiddelde gebruiker nauwelijks. Waar de stap van 60 naar 120 Hz een wereld van verschil is die bijna iedereen direct ziet, is de stap naar 144 Hz of hoger vooral voer voor professionele e-sporters die elke mogelijke fractie van een seconde winst nodig hebben. Voor de consument die een monitor zoekt voor thuisgebruik en gaming, is alles boven de 120 Hz doorgaans een uitstekende keuze.

©ER | ID.nl

Heb jij het nodig?

Het antwoord op die vraag hangt volledig af van wat je met je scherm doet; of dat nu een tv of een gamemonitor is. Kijk je voornamelijk lineaire televisie, films en series via streamingdiensten? Dan is een 120Hz-scherm geen harde noodzaak, aangezien films doorgaans in 24 beelden per seconde worden geschoten. Toch hebben 100/120Hz-panelen in televisies vaak wel een betere beeldkwaliteit en kunnen ze die films rustiger weergeven dan goedkopere 60Hz-panelen.

Ben je echter een gamer? Dan is het antwoord volmondig ja. De nieuwste spelcomputers en moderne videokaarten zijn gemaakt om die hoge snelheden te benutten. Games spelen soepeler, zien er scherper uit tijdens actiescènes en je reageert sneller op wat er gebeurt. Als je nu een nieuwe tv of monitor koopt met het oog op de toekomst en gaming, is 120 Hz of hoger eigenlijk een vereiste op je wensenlijstje. Let er bij televisies wel op dat je beschikt over een HDMI 2.1-aansluiting, want alleen die kabel kan de enorme hoeveelheid data van 4K-beeld met 120 Hz verwerken.

Drie tv's met 120 Hz of meer

De meeste high-end tv's van dit moment ondersteunen 120 Hz voor spelcomputers (PS5/Xbox Series X) en gaan zelfs tot 144 Hz als je ze aan een krachtige gaming-pc hangt.

Als we kijken naar de huidige generatie televisies, kunnen we niet om de LG OLED evo C5 heen. Dit is de gloednieuwe opvolger van de populaire C4 en wordt gezien als de standaard voor gamers en filmliefhebbers. Hij beschikt over vier HDMI 2.1-poorten die de volle 144 Hz ondersteunen, wat hem toekomstbestendig maakt voor pc-gamers, terwijl hij naadloos samenwerkt met de PlayStation 5 en Xbox Series X op 120 Hz. Het nieuwe paneel heeft een nog hogere helderheid dan zijn voorganger, waardoor HDR-beelden nog meer impact hebben.

Daarnaast is de Samsung OLED S95F een absolute blikvanger in de winkels. Waar Samsung vorig jaar hoge ogen gooide met de S95D, doet de F-serie er nog een schepje bovenop met een vernieuwde antireflectielaag die nog beter werkt in lichte kamers. Dit model combineert de diepe zwartwaarden van OLED met de intense kleuren van Quantum Dots. Ook dit scherm ondersteunt verversingssnelheden tot 144 Hz en beschikt over de uitgebreide Gaming Hub van Samsung, waarmee je zelfs zonder console games kunt streamen.

Voor wie liever geen OLED wil, is de Samsung Neo QLED QN90F de meest courante keuze in het high-end lcd-segment. Dit 2025-model maakt gebruik van geavanceerde Mini-LED-technologie, waardoor de helderheid veel hoger ligt dan bij OLED-schermen. Dat maakt hem ideaal voor een zonovergoten woonkamer. Met een verversingssnelheid die oploopt tot 144 Hz en een extreem lage invoervertraging, is dit voor veel competitieve gamers de favoriete keuze.

Drie monitors met 120 Hz of meer

Bij monitors ligt de standaard tegenwoordig al hoger dan 120 Hz, omdat snelheid de uitkomst van een potje schieten of racen bepaalt. Deze modellen zijn populair op Kieskeurig.

Op het gebied van monitoren zien we dat 240 Hz langzaam de nieuwe standaard wordt voor de serieuze gamer. Een model dat momenteel erg goed scoort op Kieskeurig is de LG UltraGear 27GR83Q. Dit is een 27-inch IPS-scherm met een razendsnelle verversingssnelheid van 240 Hz. In tegenstelling tot oudere modellen biedt dit scherm een extreem snelle responstijd van 1 milliseconde, waardoor je in snelle shooters geen last hebt van wazige beelden. Het is een van de meest complete monitoren van dit moment die zowel voor pc als console geschikt is.

Zoek je de absolute top in beeldkwaliteit, dan is de Samsung Odyssey G6 (G60SD) een model dat je veel ziet. Dit is een moderne OLED-monitor met een verversingssnelheid van maar liefst 360 Hz. Hoewel dat misschien overkill klinkt, zorgt de combinatie van de OLED-techniek en deze snelheid voor een ongekend vloeiende en scherpe ervaring. Het scherm heeft bovendien een nieuw koelsysteem waardoor de kans op inbranden – een angst bij oudere OLED-monitoren – aanzienlijk is verkleind.

Voor wie een beperkter budget heeft maar wel snelheid wil, is de MSI MAG 27CQ6F een actuele hardloper. Dit is een gebogen scherm (Curved) met een snelheid van 180 Hz, wat net dat beetje extra soepelheid geeft ten opzichte van de standaard 144 Hz-schermen. Het paneel biedt een hoog contrast en is daarmee een uitstekende instapper voor wie zijn game-ervaring wil upgraden zonder direct de hoofdprijs te betalen.

▼ Volgende artikel
Waarom QD-OLED voor veel gamers de beste keus is
© ID.nl
Huis

Waarom QD-OLED voor veel gamers de beste keus is

QD-OLED is steeds vaker terug te vinden in gamingmonitoren. Waar deze techniek eerst vooral was voorbehouden aan het hogere segment, zie je steeds vaker in modellen die voor een veel bredere groep gamers betaalbaar zijn. De vraag is natuurlijk of je dat verschil in beeldkwaliteit ook echt merkt tijdens het spelen. In dit artikel lees je hoe QD-OLED werkt en wanneer je het verschil in de praktijk merkt.

In dit artikel

In dit artikel lees je wat QD-OLED precies is en waarom deze schermtechniek vooral bij gamen zichtbaar voordeel biedt. We leggen uit hoe QD-OLED verschilt van traditionele lcd-panelen, wat je merkt bij snelle actie en donkere scènes, en hoe het zit met helderheid, HDR en reflecties. Ook besteden we aandacht aan burn-in en de beschermingsmechanismen die moderne QD-OLED-monitoren gebruiken. Tot slot lees je voor welk type gamer QD-OLED het meest geschikt is en wanneer een Mini-LED-monitor een logisch alternatief kan zijn.

Lees ook: Lcd versus oled: wat is het verschil en welke televisie moet je kiezen?

Wat QD-OLED anders maakt

Een traditioneel LCD-paneel werkt met achtergrondlicht dat door meerdere lagen heen moet voordat je een beeld ziet. Dat kost tijd en maakt dat zwart nooit volledig zwart wordt. QD-OLED laat die tussenlagen achterwege. Elke pixel geeft zelf licht en schakelt onafhankelijk van de rest. Daardoor reageert het beeld direct. De quantum-dot-laag zet het blauwe OLED-licht om in diepe en zuivere kleuren. Het voelt alsof je condens van een raam veegt: zodra de waas verdwijnt, zie je het beeld helder en zonder vertraging.

©ID.nl

Vloeiende beelden bij snelle actie

Die directe pixelreactie merk je vooral wanneer je snelle spellen speelt. Omdat pixels vrijwel meteen overschakelen naar een nieuwe kleurstand, blijven objecten die over het scherm vliegen scherp in beeld. In shooters, racespellen en andere games waarbij snelheid telt, bijvoorbeeld voetbalgames, ontstaat daardoor een rustiger beeld met minder bewegingsonscherpte. Je ogen hoeven zich minder vaak aan te passen. Daardoor raken ze minder snel vermoeid en houd je makkelijker overzicht, ook wanneer je langere tijd achter elkaar speelt.

©ID.nl

Zicht in donkere scènes

QD-OLED blinkt uit in donkere scènes. Pixels die geen licht hoeven te geven, staan volledig uit en leveren een diep zwart dat je bij LCD-panelen zelden ziet. Doordat heldere elementen hier direct naast kunnen staan zonder dat ze licht lekken, ontstaat een sterk contrast dat schaduwen en lichte accenten duidelijker scheidt. Daardoor verdwijnen grijze waasjes in schaduwhoeken en blijven contouren van objecten helder zichtbaar. Vooral in stealth-games, horrorspellen en shooters waarin je tegenstanders soms alleen als silhouet ziet, levert dat een tastbaar voordeel op.

©ID.nl

Kleurrijk zonder overdrijven

De quantum-dot-laag zorgt voor een breed kleurbereik waardoor lichteffecten, huidtinten en subtiele schaduwen goed zichtbaar blijven. Veel QD-OLED-monitoren tonen kleuren standaard wat verzadigd, vooral in de felste modi. In een sRGB- of filmmodus wordt het beeld zachter en natuurgetrouwer, wat beter aansluit bij fotobewerking en dagelijks gebruik. Zodra je de juiste modus gebruikt, lopen kleuren vloeiend in elkaar over en blijven ze gelijkmatig, terwijl uitgesproken elementen zoals neon en magie juist duidelijk opvallen. Dat merk je niet alleen in games, maar ook wanneer je foto's bewerkt of films kijkt.

Helderheid en HDR in perspectief

QD-OLED heeft op het gebied van helderheid flinke stappen gezet ten opzichte van eerdere OLED-generaties. In HDR-games kunnen lichte delen krachtig oplichten zonder dat fel zacht of dof oogt; explosies, glinsteringen op water en fel tegenlicht komen daardoor beter tot hun recht. Toch is het goed om te weten dat deze techniek niet alle beperkingen wegneemt. De helderheid van QD-OLED hangt sterk af van de schermvulling. Bij SDR (standaard dynamisch bereik, het normale helderheidsniveau voor dagelijkse pc-taken) op een volledig wit scherm ligt de helderheid meestal rond de 200 tot 250 nits. Bij kleinere, heldere onderdelen kan dit oplopen richting 400 tot 500 nits. In HDR kunnen pieken van 1000 tot 1300 nits worden bereikt, maar die waarden gelden vooral voor kleine accenten en niet voor het hele scherm. Mini-LED-monitoren houden hogere helderheidsniveaus langer vast, wat in fel verlichte kamers zichtbaar voordeel geeft in extreme highlights. QD-OLED compenseert veel daarvan met perfect zwart, waardoor het contrast wel krachtig blijft (zie ook kader QD-OLED versus Mini-LED) .

Reflecties in daglicht

De meeste QD-OLED-monitoren hebben een glanzende afwerking. Dat helpt bij de kleurweergave en het contrast, maar maakt het paneel gevoeliger voor reflecties bij daglicht. Daarnaast ontbreekt een polarisatiefilter. Daardoor kunnen zwartwaarden in fel licht een paarse of grijze waas krijgen: het diepe zwart wordt zichtbaar opgelicht, meer dan bij een gewone spiegeling. Dat drukt het contrast in een goed verlichte kamer en kan afleiden bij gamen. Gebruik je de monitor vooral in een donkere of gelijkmatig verlichte ruimte, dan speelt dit nauwelijks. In kamers met veel direct zonlicht of grote ramen komt een matte Mini-LED-monitor daarom vaak rustiger over.

©ID.nl

Minimale inputvertraging

Naast de snelle pixelreacties is ook de invoervertraging laag. Moderne QD-OLED-modellen reageren direct op elke muisbeweging en elke controlleractie. Vooral in competitieve shooters is dat een voordeel, omdat elke handeling zonder merkbare vertraging op het scherm verschijnt. 

QD-OLED versus Mini-LED

QD-OLED en Mini-LED worden vaak naast elkaar genoemd, maar het zijn fundamenteel verschillende technieken. QD-OLED is zelflichtend: elke pixel geeft zijn eigen licht en kan volledig uit. Dat levert perfect zwart, zeer snelle pixelreacties en sterk contrast op, wat vooral bij games met veel beweging en donkere scènes zichtbaar voordeel geeft.

Mini-LED is een verfijnde vorm van LCD. Het paneel gebruikt duizenden kleine leds als achtergrondverlichting die in zones worden gedimd. Daardoor kan een Mini-LED-scherm hoge helderheid over grote delen van het scherm vasthouden, wat prettig is in fel verlichte kamers en bij HDR met veel lichtaccenten. Zwart is hierbij wel afhankelijk van lokale dimming en nooit volledig uitgeschakeld zoals bij OLED.

Kort gezegd blinkt QD-OLED uit in contrast, snelheid en beeldrust in donkere omgevingen, terwijl Mini-LED praktischer is bij veel omgevingslicht, wanneer dezelfde elementen of onderdelen langdurig in beeld staat en als hoge helderheid belangrijk is.

Burn-in en levensduur

Burn-in blijft bij elke OLED-variant een punt van aandacht, al zijn moderne QD-OLED-schermen duidelijk verder dan eerdere generaties. Ze gebruiken meerdere beschermingsmechanismen die de belasting door statische beelden beperken. Voor normaal gamegebruik werkt dat in de praktijk goed en blijft het risico klein.

Dat neemt niet weg dat enige nuance op zijn plaats is. Gebruik je een monitor dagelijks vele uren voor taken met veel vaste elementen, zoals spreadsheets, fotobewerkingspanelen of het steeds terugkerende HUD van één game, dan is de kans op inbranden groter dan bij LCD- of Mini-LED-panelen. Afwisseling in wat je op het scherm toont en af en toe even pauze nemen helpt om het paneel langer in goede staat te houden. Even pauze nemen is ook voor jezelf goed trouwens!

Wat voor beschermingstechnieken kun je tegenkomen?

Wat is het?Wat doet het?
Screensaver (schermbeveiliging)Dimt het scherm bij langdurig stilstaand beeld en herstelt de helderheid automatisch zodra er weer beweging is, om inbranden te voorkomen.
Pixel orbiting (pixelverschuiving)Verschuift het beeld continu minimaal op pixelniveau zodat vaste elementen nooit exact op dezelfde plek blijven staan.
Pixel refresh (pixelverversing)Start een onderhoudscyclus waarbij het paneel zichzelf corrigeert om slijtage en beginnende inbranding te verminderen.
Auto Warning (automatische waarschuwing)Geeft na een bepaalde gebruiksduur automatisch een melding om een pixel refresh uit te voeren.
Logos protection (logobescherming)Herkent vaste logo's in beeld en verlaagt daar lokaal de helderheid om inbranden te beperken.
Boundary dimmer (randdimming)Dimt automatisch delen van het scherm met zwarte balken of sterke helderheidsverschillen, bijvoorbeeld bij afwijkende beeldverhoudingen.
Taskbar dimmer (taakbalkdimming)Verlaagt specifiek de helderheid van de taakbalk om langdurige statische weergave op die plek te beperken.
Thermal protection (thermische beveiliging)Past de helderheid automatisch aan wanneer de monitor te warm wordt, om oververhitting en paneelslijtage te voorkomen.

©AGON by AOC

AGON by AOC PRO OLED AG276QKD2

Voorbeeld: bescherming in de praktijk

Veel QD-OLED-monitoren combineren verschillende beschermingsmechanismen om het risico op burn-in te beperken. In onderstaande tabel zie je bijvoorbeeld wat je kunt vinden in een aantal recente modellen uit de AGON PRO line-up van AOC. Je kunt al deze functies zelf in- en uitschakelen en je kunt de intensiteit ervan aanpassen. Dat betekent dat je zelf kunt bepalen hoe sterk de bescherming is.

Techniek ⬇ / Model ➡AG276QKD2AG276UZDAG346UCDAG276QZD2
Screen saverJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / Fast
Pixel orbitingJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / Strong
Pixel refreshJa: On / OffJa: On / OffJa: On / OffJa: On / Off
Auto WarningJa: On / OffJa: On / OffJa: On / OffJa: On / Off
Logos ProtectionJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2Ja: Off / 1 / 2Ja: Off / 1 / 2
Boundary dimmerJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3
Taskbar dimmerJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3
Thermal protectionJa: Off / OnJa: Off / OnJa: Off / OnJa: Off / On

Voor wie QD-OLED vooral interessant is

Gamers die veel snelle actie spelen, halen het meeste uit QD-OLED. De voordelen van de techniek zijn in elk genre zichtbaar, maar vallen vooral op in shooters en racespellen, waar tempo en directe reacties tellen. Ook filmische games die sterk leunen op licht-donkercontrasten winnen zichtbaar aan sfeer en detail.

Conclusie

QD-OLED combineert diepe zwartwaarden met snelle pixelreacties en een breed kleurbereik. Dat zorgt voor een vloeiend beeld in snelle games en meer overzicht in donkere scènes. HDR komt overtuigend tot zijn recht, al blijven Mini-LED-schermen beter overeind bij zeer hoge helderheid en fel daglicht. Inbranden blijft een punt van aandacht wanneer hetzelfde element lange tijd in beeld staat, maar moderne modellen beschikken over uitgebreide beschermingsmaatregelen. Voor veel gamers is QD-OLED daarmee een goede keuze: snel, sfeervol en klaar voor de komende jaren.

QD, OLED en QD-OLED

OLED
Elke pixel geeft zelf licht. Daardoor zijn zwartwaarden diep en schakelt het beeld snel. Geschikt voor gaming en films, met aandacht voor burn-in bij langdurig statisch beeld.

QD (Quantum Dots)
Quantum dots zetten licht om in pure, heldere kleuren. Ze worden ingezet om kleurvolume en helderheid te verbeteren.

QD-OLED
Combineert de zelflichtende OLED-pixelstructuur met een quantum-dot-laag. Je krijgt diepe zwarttinten, snelle reactie en een breed kleurbereik. Het is een balans tussen snelheid, helderheid en kleurprecisie die goed aansluit bij moderne games.