ID.nl logo
BeoPlay Portal (2022) – nu ook voor PlayStation en pc
© PXimport
Huis

BeoPlay Portal (2022) – nu ook voor PlayStation en pc

Wanneer je als fabrikant aan komt zetten met een gamingkoptelefoon van bijna 500 euro, zoals Bang & Olufsen doet met de BeoPlay Portal, dan moet deze van goeden huize komen. Aangezien B&O een audiomerk pur sang is, hoef je niet te twijfelen aan de geluidskwaliteit. Maar dat betekent niet dat er geen kanttekeningen zijn.

Vorig jaar bracht Bang & Olufsen (B&O) de BeoPlay Portal op de markt. Dit is een gamingkoptelefoon met het Xbox Wireless-protocol aan boord. Daardoor kun je de headset moeiteloos koppelen aan de Xbox, met een druk op de knop. De headset maakt namelijk gebruik van dezelfde verbinding als de controller, waardoor je geen vertraging hebt via bluetooth en ook geen gedoe hebt met kabels. Nu brengt B&O dezelfde headset uit die je kunt verbinden met de PlayStation 4 of 5 en een pc.

BeoPlay Portal werkt nu net even anders

Omdat de PlayStation geen Xbox is, werkt het koppelen dit keer net even anders. In de doos zitten namelijk twee usb-adapters en een audiokabel. Die laatste is handig zodat je de koptelefoon kunt gebruiken zonder de accu leeg te laten lopen. Je sluit de vernieuwde Portal dan simpelweg aan via de kabel en de audiopoorten op de controller, computer of zelfs Nintendo Switch. Wil je echter draadloos gamen, dan heb je dus de keuze uit twee soorten usb-adapters of bluetooth.

Zo is er een usb-c-adapter die geschikt is voor de PlayStation 5. Installeren is een eitje. Je stopt de usb-c-adapter in de voorkant van de PS5, zet de headset aan en koppelt de headset dan razendsnel. En zolang de adapter voor in de PlayStation zit, laat het systeem alle audio direct via de headset verlopen. 

Wil je dat dit anders is? Haal dan de adapter uit de PlayStation of stel in het hoofdmenu in dat de audio weer via de hdmi-kabel moet verlopen. Een kind kan de was doen.

©PXimport

Veel verbindingsopties

Daarnaast ondersteunt de BeoPlay Portal (2022) bluetooth 5.1. Je kunt hem dus ook bijvoorbeeld draadloos aan je smartphone of computer koppelen. Houd er dan wel rekening mee dat er iets meer vertraging aanwezig kan zijn ten opzichte van de andere opties. De meegeleverde adapters maken verbinding via 2,4 GHz en kennen derhalve minder vertraging dan via bluetooth. En omdat de audiokabel een directe verbinding is, is er helemaal geen vertraging op de lijn aanwezig.

Een toffe feature van de BeoPlay Portal, welke versie je ook in huis haalt, is dual-audio streaming. Je koppelt de koptelefoon dan gelijktijdig aan een pc of PlayStation en mobiel apparaat, en de Portal is dan in staat twee inkomende signalen gelijktijdig doorgang te geven. Zo luister je naar muziek via je mobiel, terwijl je lekker aan het gamen bent. En wanneer je gebeld wordt, dan hoef je dus ook je headset niet af te zetten. Het gesprek wordt dan eveneens via bluetooth naar je oren gestuurd.

©PXimport

Dure headset

De B&O BeoPlay Portal is een dure headset, dus dan mag je ook wel verwachten dat dergelijke zaken goed geregeld zijn. Hoe zit dat precies met de audio? Die is van hoog niveau. De 3d-audiocapaciteiten van de PlayStation 5 komen zeer goed tot hun recht. Zo hoor je beekjes achter je stromen in Horizon: Forbidden West en kun je de geesten en schimmen vanuit elke hoek horen aankomen in Ghostwire: Tokyo. Met een headset als deze reageer je heel snel op wat er allemaal om je heen gebeurt.

De twee 40 mm-drivers, één in elke oorschelp, brengen verder een neutraal en natuurlijk geluidsprofiel naar voren. Dat gaat ten koste van de bas, die – net als in het voorgaande model – niet sterk aanwezig is. Via de gratis B&O-app kun je de audio-ervaring ietwat aanpassen en specifieke gamegenres uitkiezen, maar daarmee ondervangt de fabrikant het probleem niet helemaal. Het belangrijkste aspect, ruimtelijke audio, wordt gelukkig goed overgebracht op de speler.

Equalizer en microfoon

Opvallend is dat de baslaag in muziek wel aanwezig is. Wellicht heeft dat te maken met genres, producties en voorkeuren, maar het zou fijn zijn als bepaalde audio-elementen met iets meer impact overgebracht worden op luisteraars of gamers. Het positieve aan dit verhaal is dat het geluid dus totaal niet bewerkt of vervormd wordt (mits je met je handen van de equalizer uit de app afblijft). Bovendien komen details vanuit de achtergrond – in zowel games als muziek – prachtig naar voren.

Een opvallend element aan deze headset is het gebrek aan een fysieke microfoon. In plaats daarvan presenteert B&O een soort virtuele microfoon die je stem opvangt. Hoewel je goed verstaanbaar bent aan de andere kant, is de audiokwaliteit niet van hoog niveau. 

Dat is jammer, want je wil – zeker gezien de prijs – niet het idee hebben dat je ergens op inlevert tijdens het gebruik. Een fysieke microfoon, die tevens buigzaam is, heeft voorlopig toch nog echt de voorkeur.

©PXimport

Anc, accuduur en bediening

De BeoPlay Portal is een zeldzame headset als het om actieve ruisonderdrukking (active noise cancelling of anc) gaat. Dit model beschikt daar namelijk over, waardoor je in theorie ongestoord moet kunne gamen, zonder geluid van buitenaf. Toegegeven, in vergelijking met bijvoorbeeld de Pulse 3D van Sony hoor je veel minder. Maar in vergelijking met andere, ‘normale’ headsets valt het resultaat ietwat tegen. De anc is dus een fijne extra, maar niet een sterk verkooppunt.

Ten opzichte van de Xbox-versie is er overigens nog één ding anders: de accuduur. Daar waar de Xbox-variant twaalf tot 24 uur meegaat op en volle accu (het verschil met anc aan of uit), gaat de PlayStation-versie negentien tot veertig uur mee. Dat zijn verschillen waar we blij van worden. Want hoe minder vaak je je accessoires hoeft op te laden, hoe beter. Opladen via de usb-c-kabel is overigens geen probleem. Daar ben je ongeveer een uurtje of drie aan kwijt.

Hoewel je de koptelefoon via de app kunt instellen zoals je wil, kun je ook enkele aspecten via het apparaat regelen. Zo zitten er aanraakgevoelige regelaars op de oorschelpen, waarmee je het volume of de balans tussen game-audio en chat regelt. Het is in het begin even wennen en zoeken, maar alles went. Dat neemt niet weg dat de bediening een stuk beter kan. Dat bewees Microsoft op het moment toen de Xbox draadloze headset op de markt kwam, met zijn draaiknoppen op de schelpen.

©PXimport

Bang & Olufsen: BeoPlay Portal (2022) – conclusie

Bijna alles aan de B&O BeoPlay Portal schreeuwt dat we hier te maken hebben met een premium gamingheadset. De koning der premium gamingheadsets, zelfs. We hebben het dan nog niet eens gehad over de bouwkwaliteit en materialen. De oorkussens, die gemaakt zijn van lamsvel met geheugenschuim, blijven lang lekker zitten. Daarnaast zet de hoofdtelefoon weinig druk op het hoofd door de zachte voering aan de binnenkant van de hoofdband. Kortom: zeer comfortabel.

Alle positieve punten wijzen echter niet op een gamingheadset die voor iedereen is. De microfoon is niet optimaal, bijvoorbeeld. En ook het gebrek aan bas geeft soms een wat onverzadigd gevoel mee tijdens het gamen. Daarnaast speelt de prijs natuurlijk parten. 499 euro is net zo duur als de PlayStation 5 met discgleuf, mits je hem in de winkel koopt. Maar als je het geld ervoor over hebt en je bent op zoek naar een echte premium ervaring, dan is de BeoPlay Portal de headset die je zoekt.

De audio-ervaring klinkt puur, natuurlijk en neutraal. En dat is ook wat waard, in een wereld waar veel mensen net iets te goed gaan op die aanwezige baslaag van bijvoorbeeld JBL-headsets. Niet dat JBL-headsets slecht zijn, maar die zijn wel bedoeld voor een ander publiek.

Geef je verder iets om design en comfort en ben je in de markt voor een fijn klinkende headset voor muziek, ook dan is de BeoPlay Portal wat voor jou. Bespaar je toch weer wat geld: je koopt immers maar één product.

Uitstekend
Conclusie

**Adviesprijs** € 499,- **Verbinding** Usb-a, usb-c, 2,4 GHz, bluetooth 5.1, audiokabel **Compatibiliteit** Computers, PlayStation 4, PlayStation 5, Xbox-consoles, Nintendo Switch **RGB-features** Nee **Batterijduur** 19 (met anc) tot 40 (zonder anc) uur **Website** [bang-olufsen.com](https://www.bang-olufsen.com/en/nl/headphones/beoplay-portal)

Plus- en minpunten
  • Neutrale sound
  • Dual-audio streaming
  • Design en bouwkwaliteit
  • Comfort
  • Installatie
  • Baslaag
  • Adapter nodig voor PlayStation
  • Prijs
  • Geen fysieke microfoon
▼ Volgende artikel
10 tips om meer uit je robotstofzuiger te halen
© Mustafa_Art
Huis

10 tips om meer uit je robotstofzuiger te halen

Een robotstofzuiger scheelt flink wat werk, maar alleen als je hem goed gebruikt. Wie er net een in huis heeft, merkt al snel dat hij niet alles vanzelf doet. En ook als je al langer een robotstofzuiger gebruikt, valt er vaak nog winst te halen. Met deze tien praktische tips werkt je robotstofzuiger beter – en hoef jij minder te doen!

In het kort

Een robotstofzuiger kan je flink wat werk uit handen nemen, maar alleen als je hem goed gebruikt. Met deze 10 slimme tips werkt hij beter, blijft hij langer mee gaan en past hij zich aan jouw huishouden aan. Van zones instellen tot onderhoud: zo maak je er écht een huishoudhulp van.

Lees ook: Hier moet je op letten wanneer je een robotstofzuiger wilt kopen

1. Laat hem eerst je huis leren kennen

Veel robotstofzuigers kunnen een plattegrond van je woning maken. Dat kost eenmalig wat tijd, maar levert daarna veel gemak op. Tijdens zo'n verkenningsronde reinigt hij meestal nog niet, maar scant hij alleen. Geef hem de ruimte en zorg dat er geen spullen over de vloer slingeren. Als de kaart eenmaal is aangemaakt, kun je zones instellen, schoonmaakschema's maken en no-go-gebieden markeren.

2. Zorg voor voldoende licht

Robotstofzuigers met optische sensoren hebben licht nodig om goed te navigeren. Als je hem 's avonds laat rijden terwijl de lampen uit zijn, herkent hij obstakels minder goed. Plan het schoonmaken liever overdag of laat een lamp aan in de ruimte waar hij aan het werk is. Als het apparaat regelmatig moeite heeft om meubels of muren goed te herkennen, komt dat mogelijk door te weinig licht.

Licht, laser & optische sensoren

De lichtbehoefte van robotstofzuigers verschilt sterk per navigatiesysteem. Modellen met LiDAR-technologie (lasernavigatie) werken uitstekend in het donker omdat ze zelf licht uitstralen om obstakels te detecteren. Camera-gebaseerde robots daarentegen zijn afhankelijk van omgevingslicht om hun omgeving te kunnen 'zien' en hebben problemen in donkere ruimtes. Goedkopere modellen met alleen infrarood- of aanrakingssensoren navigeren weliswaar zonder licht, maar werken veel minder nauwkeurig en rijden vaker tegen obstakels aan.

3. Stel schoonmaakzones en kamers in

In de app van de meeste modellen kun je na de kaartopbouw aangeven welke kamers of delen van het huis wanneer moeten worden schoongemaakt. Dat is handig als je bijvoorbeeld elke ochtend de gang en keuken wilt laten doen, maar de slaapkamers alleen op zaterdag. Door het schoonmaken slim te verdelen, werkt de robotstofzuiger efficiënter en hoeft hij tussendoor minder vaak op te laden.

©Wesley Akkerman | ID.nl

4. Gebruik virtuele afbakeningen waar nodig

Veel modellen bieden de mogelijkheid om virtuele grenzen aan te maken: gebieden waar de robotstofzuiger niet mag komen. Denk aan een speelkleed met speelgoed, een losse kabel achter de bank of een plek waar de vloer nat kan zijn. In plaats van zo'n verboden plek elke keer handmatig af te schermen, door er bijvoorbeeld iets voor te zetten, stel je die zones gewoon één keer digitaal in. Het apparaat houdt daar vanaf dan automatisch rekening mee en weet dat hij daar niet meer mag komen.

5. Dweilen? Wees voorzichtig met schoonmaakmiddelen

Kan jouw robotstofzuiger ook dweilen? Gebruik dan alleen het aanbevolen reinigingsmiddel of gewoon water. Veel gewone schoonmaakmiddelen zijn te sterk of laten resten achter, waardoor leidingen of sproeiers kunnen verstoppen. Sommige robotstofzuigers hebben een speciaal reservoir voor schoonmaakmiddel, maar dat geldt niet voor elk model. Iets om naar te kijken voordat je een robotstofzuiger gaat kopen.

6. Maak borstels, wieltjes en sensoren regelmatig schoon

Haren, stof en vuil hopen zich snel op rond de draaiende onderdelen van de robotzuiger. Vooral huisdierharen kunnen oor problemen zorgen. Maak elke week de hoofdborstel los, controleer de zijborstels en veeg vuil weg met een droge doek of meegeleverd hulpstuk. Vergeet ook de val- en navigatiesensoren niet: die kunnen door stof minder goed functioneren, wat de navigatie beïnvloedt.

©Vershinin Evgenii

7. Leeg het stofreservoir af en toe ook zelf

Veel robotstofzuigers hebben een zelflegende functie. Handig, maar ook dan is het slim om af en toe zelf te controleren of alles goed blijft werken. Het stofreservoir is meestal klein en raakt sneller verstopt dan je denkt. Leeg het na een paar schoonmaakbeurten, zeker als je merkt dat hij minder vuil opzuigt of als hij zelf aangeeft dat het reservoir leeg is, maar je toch nog stof en kruimels op de vloer ziet liggen.

8. Zet het laadstation op een vaste plek

Een robotstofzuiger onthoudt zijn omgeving en zoekt na elke beurt zijn laadstation op. Verplaats je dat station naar een andere plek, dan moet hij opnieuw leren waar hij zich bevindt. Zet het station dus op een centrale, bereikbare plek waar voldoende ruimte is en laat het daar staan. Zo voorkom je dat hij de weg kwijt raakt of fouten maakt bij het navigeren.

9. Pas op bij huisdieren

Een ongelukje van een huisdier kan vervelende gevolgen hebben als de stofzuiger erdoorheen rijdt. Laat hem daarom liever schoonmaken op momenten dat je huisdieren buiten zijn of je zeker weet dat de vloer schoon is. Zo voorkom je niet alleen vieze sporen, maar ook schade aan het apparaat en extra schoonmaakwerk achteraf.

©Надія Коваль - stock.adobe.com

10. Automatiseer waar het kan, maar houd controle

Robotstofzuigers zijn bedoeld om werk uit handen te nemen. Toch blijft het verstandig om regelmatig de app te openen, meldingen te controleren en updates uit te voeren. Soms kun je met een kleine aanpassing – zoals het verplaatsen van een kabel, het instellen van een extra schoonmaakbeurt op vrijdag – het resultaat flink verbeteren.

Robotstofzuiger klaar? Zuigen maar!

Het is simpel: hoe beter je robotstofzuiger weet wat hij moet doen, hoe beter hij zijn werk doet. Met deze tips zorg je ervoor dat dat het geval is. En ja, je moet zelf ook af en toe nog wat doen, zoals het stofreservoir controleren of dierenhaar uit de wieltjes te peuteren, maar dat kost hooguit een paar minuutjes van je tijd. Want je weet nu hoe je ervoor zorgt dat de omstandigheden zo goed mogelijk zijn én hoe je hem 'traint'. En daarmee komt hij dicht in de buurt van je ideale huishoudhulp!


🤖 🧹 Accessoires voor je robotstofzuiger?

Je vindt ze

▼ Volgende artikel
Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!
© andrey
Huis

Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!

Hoewel koken op gas voorlopig nog mag, is duidelijk dat de toekomst elektrisch is. Veel mensen stappen nu al over op elektrisch koken – vaak in combinatie met inductie. Ben jij toe aan een nieuwe kookplaat of wil je van het gas af? Dan is het goed om te weten hoe je zo’n elektrische kookplaat aansluit, waar je op moet letten en wanneer je beter een professional kunt inschakelen.

Na het lezen van dit artikel weet je:
  • Dat er 1-, 2- en 3-fase-aansluitingen en -kookplaten zijn
  • Hoe je met de multimeter bepaalt wat voor aansluiting jij hebt
  • Hoe je de elektrische kookplaat aansluit

Dit vind je vast ook interessant: Wat voor soort kookplaten zijn er?

Eén, twee of drie fasen: wat betekent dat?

In tegenstelling tot een gaskookplaat, die je simpelweg aan een gasaansluiting koppelt, is een elektrische kookplaat net iets technischer. Zo'n kookplaat kan worden aangesloten op één, twee of drie elektrische fasen. Welke van de drie je nodig hebt, hangt af van het vermogen van je kookplaat én van de aansluiting in je keuken.

Een 1-fase kookplaat is het eenvoudigst. Die werkt op een gewone stekker met twee pinnen, precies zoals je gewend bent van andere apparaten in huis. Deze modellen hebben een beperkt vermogen – maximaal 3680 watt – maar zijn vaak krachtig genoeg voor wie niet al te fanatiek kookt. Aansluiten is simpel: stekker erin en je kunt aan de slag.

Voor een 2-fase kookplaat heb je een zogenoemde perilex-stekker nodig, met vijf pinnen. Die zie je vooral bij iets krachtigere inductiekookplaten. Meestal worden dit soort kookplaten zonder stekker geleverd, en is het slim om een elektricien in te schakelen voor de installatie. Het benodigde vermogen ligt tussen de 3681 en 7360 watt.

Een 3-fase kookplaat vraagt nog meer stroom en werkt op krachtstroom. Ook hier gebruik je een perilex-stekker met vijf pinnen, maar je moet wel eerst controleren of je meterkast daar op is voorbereid. De aansluitwaarde ligt boven de 7360 watt en het is belangrijk dat de aansluiting klopt – anders werkt de kookplaat niet of loop je zelfs risico op overbelasting. Laat dit daarom bij voorkeur aan een vakman over.

©vectorizer88 - stock.adobe.com

Een kookplaat voor 1- en 2-fase

Je kunt ook kiezen voor een kookplaat met powermanagement. Dat is een kookplaat die je op een normaal stopcontact of op een perilex-stopcontact aansluit. Deze kookplaat kun je in de toekomst uitbreiden, als je dat wilt, maar hiervoor hoef je nu nog niet meteen de aanpassingen in de meterkast en aansluiting door te voeren. Als je wel de aanpassingen in de meterkast laat doen, heb je profijt van de kracht van een 2-fase kookplaat.

Hoe weet je welke kookplaat bij je keuken past?

Wat je kunt aansluiten, hangt af van het type stopcontact in je keuken. Heb je een standaard wandcontactdoos met twee gaten? Dan past daar alleen een 1-fase kookplaat op. Die worden meestal geleverd met stekker en snoer, zodat je hem meteen kunt gebruiken.

Zie je een perilex-stopcontact (met vijf gaten)? Dan is je keuken in principe geschikt voor een 2- of 3-fase kookplaat. Alleen weet je dan nog niet of je meterkast daadwerkelijk drie fasen aankan. Dat kun je op twee manieren controleren: met een multimeter of door in je meterkast te kijken.

Zo check je de aansluiting met een multimeter

Heb je een multimeter in huis? Dan kun je precies meten hoeveel fasen je aansluiting ondersteunt. Teken op een papier het patroon van het perilex-stopcontact en noteer per gat wat je meet. Prik met één pin in het middelste gat (de aarde) en meet met de andere pin de overige vier. Krijg je twee keer 230 volt en twee keer 0? Dan heb je een 2-fase aansluiting. Meet je drie keer 230 volt en één keer 0? Dan is het een 3-fase aansluiting. Label de gaten met ‘L’ voor stroom en ‘N’ voor nul, zodat je straks precies weet wat waar hoort.

©Dmitriy

Voordat je een kookplaat aanschaft, check je eerst de nismaat van je aanrechtblad. Meet met een rolmaat eerst de nis op in het aanrechtblad. Doe dit voor de breedte, de diepte en de hoogte. Komen de afmetingen niet overeen met de kookplaat die je graag wilt? Kijk dan of je het aanrechtblad kunt aanpassen.

Geen multimeter? Kijk in de meterkast

Heb je geen meetapparatuur? Dan kun je in de meterkast zien hoeveel fasen er beschikbaar zijn. Bij een 2-fase aansluiting zie je twee gekoppelde groepen met een hendel ertussen. Zie je vier gekoppelde groepen? Dan is er krachtstroom aanwezig en kun je dus ook een 3-fase kookplaat aansluiten – mits het stopcontact daar geschikt voor is.

©auremar

Zelf een kookplaat aansluiten

Ga je zelf aan de slag? Dan is het belangrijk dat je weet wat je doet. Elektriciteit is geen speelgoed, dus bij twijfel: bel een vakman. Heb je een 1-fase kookplaat met powermanagement die je op een normaal stopcontact wilt aansluiten? Dan moet je deze eerst correct instellen.

Leg om te beginnen een stuk piepschuim onder de kookplaat, zodat je hem veilig kunt omdraaien zonder krassen of barsten. Plak daarna de afdichtband rondom het apparaat, bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de glasrand. Begin aan de achterkant, zodat de naad niet in het zicht valt.

Open het aansluitcompartiment onder de kookplaat en controleer het aansluitschema dat daar staat. Gebruik de bijgeleverde bruggetjes om de juiste verbindingen te maken. Sluit het snoer aan: bruin op L, blauw op N en geelgroen op aarde. Zet het snoer vast met trekontlasting en sluit het klepje.

Draai nu de kookplaat weer om en steek de stekker in het stopcontact. Leg de kookplaat op z’n plek in het aanrechtblad. Houd de pauzeknop vijf seconden ingedrukt om het menu te openen. Zoek via de plusknop naar het onderdeel ‘PO’ (power) en stel het vermogen in op 3.7 in plaats van 7.4. Bevestig dit door de pauzeknop nog eens vijf seconden ingedrukt te houden. Je kookplaat is nu geschikt voor een standaard aansluiting.

Houd de stekker op de juiste positie tijdens het meten met de multimeter. Kijk hoe je de stekker in het getekende stopcontact zou steken, zodat je de juiste kleuren van de draden noteert op je tekening.

Een 2-fase kookplaat aansluiten: zo werkt het

Heb je een 2-fase kookplaat? Dan moet je eerst bepalen welke kleur draad bij welk contact hoort. Meet het snoer door met een multimeter, op de piepstand of op de Ohm-stand. Noteer welke draad bij welke stekkerpin hoort en gebruik die info bij het aansluiten.

Open vervolgens het aansluitvak onder de kookplaat en kijk welk aansluitschema je moet gebruiken. L1 en L2 koppel je aan de juiste stroomdraden, 01 en 02 aan de juiste nuldraad. Maak de trekontlasting los, sluit de draden aan zoals je eerder hebt gemeten, en zet alles weer stevig vast.

Steek daarna de stekker in het stopcontact en plaats de kookplaat netjes in het blad. Dankzij de afdichtband blijft alles goed op z'n plek. Zet vervolgens de kookplaat aan en test of alle kookzones werken. Krijg je een foutmelding? Dan is er waarschijnlijk iets misgegaan bij het aansluiten. Geen foutmelding? Dan is je kookplaat klaar voor gebruik.

©S.Engels

Het is gebruikelijk dat de pannen een licht tikkend of zoemend geluid maken tijdens het koken. Dit heeft te maken met het magnetisch veld van de kookplaat. Ruik je een vreemde geur na het installeren van de kookplaat? Dit is ook gebruikelijk en de geur trekt uiteindelijk weg.