ID.nl logo
Hoeveel vermogen moet een warmtepomp voor jouw woning hebben?
© Creative_Bird
Energie

Hoeveel vermogen moet een warmtepomp voor jouw woning hebben?

Je overweegt een warmtepomp aan te schaffen, maar welk vermogen is nodig voor jouw woning? Het vermogen van je huidige gasketel is hiervoor geen goede maatstaf, omdat warmtepompen en gasketels op een andere manier werken. Een warmtepomp met te hoog vermogen is ook niet slim, want dan geef je te veel geld uit bij aankoop en presteert de pomp mogelijk slechter dan een iets te krap bemeten exemplaar. Laten we kijken hoe je het juiste warmtepompvermogen kunt bepalen voor jouw situatie.

Er zijn verschillende manieren om het vermogen van een warmtepomp te berekenen. Het is goed om als gebruiker de elementen te kennen die het vermogen bepalen, want dit vertaalt zich uiteindelijk in je portemonnee. In dit artikel lees je: • Waarom de isolatiegraad van je huis belangrijk is • Wat voldoende vermogen precies is • Hoe je vermogen kunt inschatten op basis van warmteverlies • Hoe je vermogen berekent op basis van gasverbruik • Waarom te groot vermogen niet goed is • Wat er gebeurt wanneer het vermogen te laag is • Wat het verband is tussen buitentemperatuur en vermogen • Wat de 2%-vuistregel is • Hoe het zit met etmaaltemperaturen

Ook interessant: Warmtepomp-onderhoud: zo gaat je warmtepomp lang(er) mee


🎓 Vermogen is de hoeveelheid energie die de warmtepomp in een bepaalde tijd produceert. Dit wordt uitgedrukt in kilowatt per uur, of kilowattuur, of kWh. Het berekenen van het benodigde vermogen is een taak voor de vakman, maar het kan zeker geen kwaad om zelf een aantal principes te kennen. 


De isolatiegraad is belangrijk

Veel mensen gaan ervan uit dat het benodigde vermogen volledig afhankelijk is van de oppervlakte van de woning. Voor een groot huis zou je dus een warmtepomp met een groter vermogen nodig hebben dan voor een kleiner huis. Dit kan waar zijn, maar er zijn nog heel wat andere zaken waar je moet op letten als je het vermogen van een warmtepomp kiest. Het is zelfs belangrijker om te kijken naar het isolatiegraad van de woning, want die bepaalt immers hoe goed de warmtepomp moet presteren. 

Lees ook: Is mijn huis geschikt voor een warmtepomp?

Voldoende vermogen 

Wanneer de woning 5000 kW aan energie verbruikt voor verwarming en water, dan moet de warmtepomp dit uiteraard kunnen leveren. Het vermogen dat de warmtepomp niet kan halen zal van een andere bron moeten komen.  Dat kan zijn van het elektriciteitsnet of zonnepanelen. Bovendien heeft een warmtepomp geen opslagcapaciteit; hij moet ook de piekmomenten kunnen opvangen. De warmtepomp zal dus voldoende vermogen moeten hebben om de woning te verwarmen als de buitentemperatuur -5° of -10°C bedraagt. 

Type warmtepomp en vermogen Het benodigde vermogen speelt ook een rol bij je keuze van het type warmtepomp. Heb je niet zoveel vermogen nodig, dan kun je gerust kiezen voor een lucht/waterwarmtepomp of een lucht/luchtwarmtepomp. Voor veel vermogen (meer dan 10 kW) kies je bij voorkeur een degelijkee lucht/waterwarmtepomp of, nog beter, voor een bodem/waterwarmtepomp. Dat laatste type is wel het duurste. 

Lees ook: Welke typen warmtepompen zijn er?

Weten welke warmtepomp bij jou past?

Doe de check op Kieskeurig.nl en je weet het binnen 5 minuten!

Vermogen inschatten op basis van warmteverlies

Om het vermogen te berekenen van een warmtepomp kun je een transmissieberekening maken. Dat is een duur woord voor hoeveel warmte er verloren gaat in de woning. Er verdwijnt altijd energie door ventilatie, door verlies aan warmte door dak, ramen en gevels en door koude buitenlucht die de woning binnenkomt via ramen en deuren. Zo’n transitieberekening wordt ook wel een warmteverliesberekening genoemd. Om een ruwe schatting  van het warmteverlies te maken, volg je de volgende stappen. 

Eerst moet je het totaal van de bewoonbare oppervlakte bepalen. De garage, de kelder en de zolder vallen daar niet onder. Een grote woning heeft al snel een bewoonbare oppervlakte van 200m². Daarna vermenigvuldig je deze oppervlakte met een bepaalde isolatiefactor. De waarde van de isolatie is de afgelopen jaren steeds toegenomen. Om een schatting te maken kun je afgaan op het bouwjaar. 

• Voor woningen gebouwd voor 2000 gebruik je de isolatiefactor 80
• Voor woningen gebouwd tussen 2000 en 2010 gebruik je de isolatiefactor 60
• Voor woningen gebouwd tussen 2010 en 2017 gebruik je de isolatiefactor 50
• Voor woningen gebouwd na 2017 gebruik je de isolatiefactor 40 

Het resultaat van de warmteverliesschatting voor de woning met bewoonbare oppervlakte van 200m² ziet er dus als volgt uit:

• Gebouwd voor 2000: 200x80= 16.000 Watt of 16  kW
• Gebouwd tussen 2000 en 2010: 200x60= 12.000 Watt of 12 kW
• Gebouwd tussen 2010 en 2017: 200x50= 10.000 Watt of 10 kW
• Gebouwd na 2017: 200x40= 8.000 Watt of 8kW

Het vermogen van de warmtepomp voor een woning gebouwd na 2017 moet dus slechts de helft bedragen van de warmtepomp in een woning gebouwd voor 2000.  

Bewoonbaar oppervlakte x isolatiefactor = warmteverliesschatting

Vermogen berekenen op basis van gasverbruik

Een andere basis om benodigde vermogen te berekenen is het gasverbruik. De hoeveelheid aardgas die in één jaar door de teller gaat, geeft exact weer hoeveel energie er nodig is geweest voor de verwarming en voor het sanitair warmwater. Bovendien houdt deze manier van berekenen al rekening met de huidige ventilatie, de actuele isolatiewaarde en hoe de bewoners de douche en bad gebruiken. Toch kun je het vermogen van een cv-ketel niet zomaar vertalen naar de warmtepomp. Een warmtepomp heeft een gemiddeld rendement van 400 procent, terwijl een cv-ketel zelfs nooit een rendement van 100 procent haalt. In de praktijk ligt het rendement van een gasketel ongeveer op 80 procent. Een veel gehanteerde formule om op basis van het gasverbruik het nodige warmtepompvermogen te berekenen is kW warmtepomp = (aantal m³ gas/jaar) x 8 : 1650. In deze formule gaat men ervan uit dat de ketel gemiddeld 1.650 uren aan vollast (maximale capaciteit) draait. Als de cv-ketel twee uur op 50 procent van zijn vermogen brandt, dan staat dat gelijk aan 1 uur vollast. Een voorbeeld: het gasverbruik was het afgelopen 1.400m³ aardgas. Volgens de formule geeft dit dus 1400 x 8 : 1650 = 6,78 kW. De warmtepomp om deze woning verwarmen moet dus een vermogen hebben van afgerond 7kW. 

(Aantal m³ gas/jaar) x 8 : 1650 = kW warmtepomp

Te groot vermogen verhoogt risico op pendelen

We adviseren niet om een warmtepomp met een te laag vermogen te kiezen, maar het is helemaal fout om een veel groter vermogen aan te schaffen. Hiermee vergroot je het risico dat de warmtepomp tijdens het stookseizoen gaat pendelen. Pendelen is het schrikbeeld van de warmtepomp. Dit betekent dat de warmtepomp zichzelf constant uitschakelt terwijl de woning nog niet op temperatuur is. Het gaat dus om frequent in- en uitschakelen. Door pendelen vermindert het rendement van de warmtepomp en zal de energierekening stijgen. Bovendien heeft pendelen een rampzalige invloed op de levensduur van de warmtepomp. Sommige installateurs adviseren daarom een buffervat te plaatsen, maar dat is symptoombestrijding. Hiermee zorg je wel voor een meer constante cv-watertemperatuur, maar je vermindert het pendelen er niet mee.  Vooral in het voor-en naseizoen is de kans op pendelen groter. Dan is het buiten nog niet echt koud, bijvoorbeeld 10°C, en heeft de woning weinig warmteverlies. 

Het is ook niet zo dat een groter vermogen ervoor zorgt dat je de woning sneller kunt opwarmen. Een cv-warmtepomp warmt  in regel nooit snel op. Het vermogen van de warmtepomp is afgestemd om de woning op temperatuur te houden en even snel opwarmen is nooit de bedoeling. Even opstoken is heel inefficiënt en kost veel energie en geld. 

Te laag vermogen 

Een te laag vermogen is op zich nog geen ramp. Sommige installateurs kiezen in overleg met de opdrachtgever voor een te klein vermogen. Het belangrijkste nadeel is dat wat de warmtepomp tekort komt, aangevuld moet worden. Doorgaans gebeurt dit via een elektrisch verwarmingselement dat in vrijwel iedere warmtepomp zit. Dit hulpelement heeft prestatiecoëficient (COP) van 1. De prestatiecoëficient is de verhouding tussen hoeveel kW stroom de warmtepomp verbruikt en het aantal kW energie dat hij produceert.  COP 1 betekent dat dit element 1 kW verbruikt om 1 kW aan warmte af te geven. Terwijl een warmtepomp zelf (met COP 4) 1 kW verbruikt om 4 kW aan warmte te produceren. Het bijschakelen van het hulpelement is echter alleen maar nodig tijdens een erg korte periode en dit kost betrekkelijk weinig. 

Een tweede nadeel van een te laag vermogen is dat de buitenunit sneller last krijgt van dichtvriezen. De warmtepomp is hierop voorzien en start dan een ontdooicyclus. Zo’n ontdooicyclus kost energie en op dat moment stroomt er tijdelijk koud water door het afgiftesysteem waardoor de vloerverwarming, de radiatoren of convectoren tijdens dit proces tijdelijk kouder worden. 

©Verena Matthew

De buitenunit start een ontdooicyclus als hij dichtvriest. 

 Lees ook: De warmtepomp 2.0 - recente innovaties en trends

Rekening houden met isolatieplannen Een tweede reden om een iets lager vermogen te kiezen is wanneer je van plan bent om over een paar jaar de isolatie van de woning te verbeteren. Hierdoor bestaat de mogelijkheid dat door die na-isolatie het warmteverlies vermindert en dat je dus teveel vermogen krijgt, waardoor het risico op pendelen toeneemt. Wie bijvoorbeeld enkel glas laat vervangen door HR++glas kan door de glasproducent laten uitrekenen hoeveel vermogen dat zal besparen.  

Het vermogen is geen vast gegeven bij de warmtepomp

Bij een auto lees je in de documentatie over de maximale snelheid. Dit is een theoretische snelheid onder ideale omstandigheden. In de praktijk haal je die snelheid nooit. Het vermogen van de warmtepomp staat evenmin in steen gebeiteld. Dat is sterk afhankelijk van de brontemperatuur en de afgiftetemperatuur. Hoe groter het verschil tussen die twee, hoe lager het thermisch vermogen van de warmtepomp. Wanneer je in de documentatie van de warmtepomp leest: “thermisch vermogen bij A7/W35: 8,2 kW", dan betekent dit een vermogen van 8,2 kW bij een buitentemperatuur (Air) van 7°C en een watertemperatuur (W) van 35°C. In dezelfde brochure staat bijvoorbeeld ook "A-7/W35: 6,8 kW". Hierdoor weet je dat bij dezelfde warmtepomp het vermogen daalt naar 6,8 kW als de buitentemperatuur zakt naar -7°C. Deze daling in vermogen is heel normaal bij een cv-warmtepomp. Het feit dat een warmtepomp minder vermogen levert wanneer de buitentemperatuur daalt, is uitsluitend van toepassing op warmtepompen waarbij de bron de buitenlucht is. 

De 2%-vuistregel

Wat ook belangrijk is bij het vermogen is de temperatuur aan de afgiftezijde. Hier gaan we uit van een cv-watertemperatuur van 35°C. Installateurs hanteren als vuistregel dat bij iedere graad die je bij de cv-watertemperatuur verhoogt, het rendement van de cv-warmtepomp (de COP dus) met 2 procent daalt. Dat betekent meteen dat de energiekosten met 2 procent zullen stijgen. Andersom is gelukkig ook waar. Voor iedere graad minder van de cv-watertemperatuur zal de warmtepomp 2 procent zuiniger worden. De 2%-regel is een vuistregel die in de praktijk kan afwijken, maar hij toont wel degelijk het effect op het rendement als je de ingestelde watertemperatuur verhoogt of verlaagt. Het feit dat je de watertemperatuur een graad kouder instelt, hoeft helemaal niet te betekenen dat de kamertemperatuur daalt – want die wordt geregeld door de thermostaat. 

Etmaaltemperaturen

Ten slotte komt de vraag of je het benodigde thermische vermogen bij -10°C wel wilt halen. De temperaturen die men hanteert bij warmtepompen zijn etmaaltemperaturen, de gemiddelde temperatuur gedurende een periode van 24 uur. Een etmaaltemperatuur van -10°C kan betekenen dat het ’s nachts -15°C is, maar overdag -5°C. Voor de eeuwwisseling werden de vermogensberekeningen gebaseerd op een gemiddelde buitentemperatuur van -20°C. Vandaag is die waarde ondenkbaar als etmaalgemiddelde. Volgens het KNMI is zelfs een etmaalgemiddelde van -10° al lang niet meer voorgekomen. 

â–¼ Volgende artikel
Je geheime schoonmaakwapen in huis: 10 verrassende klusjes voor je tandenborstel 🪥
© ID.nl
Gezond leven

Je geheime schoonmaakwapen in huis: 10 verrassende klusjes voor je tandenborstel 🪥

Altijd handig om in huis te hebben: een paar extra tandenborstels. En dan niet in je badkamerkastje, maar bij je schoonmaakspullen. In dit artikel lees je over 10 handige schoonmaaktoepassingen waarvoor een tandenborstel ideaal is.

Door het kleine formaat en de stevige haren kun je met een tandenborstel vuil losmaken op plekken waar je met een spons of doek niet bij komt. Dat maakt het een echt 'precisiewapen' waarmee schoonmaken een stuk makkelijker wordt!

Lees ook: Van rotklus naar zo gepiept: zo krijg je vieze voegen weer schoon

1. Kalkaanslag rond kranen verwijderen

Rondom de onderkant van een kraan en op de rand van een douchekop blijft snel kalk hangen. Met een tandenborstel en een beetje schoonmaakazijn kun je die aanslag gericht wegborstelen. Dankzij het compacte formaat kom je precies tussen de randjes waar een spons te groot voor is. Borstel de kalkaanslag los, laat het een paar minuten inwerken, en spoel het vervolgens weg met warm water. Even droogwrijven en je kraan blinkt weer als nieuw.

2. Vet en etensresten tussen fornuisknoppen

Tussen de draaiknoppen van een fornuis of kookplaat hopen zich vet, stof en kruimels op. Een doek schuift dat vuil vaak alleen maar verder weg. Met een tandenborstel en een beetje afwasmiddel schrob je het vuil effectief los zonder onderdelen los te hoeven halen. Door de borstel in ronddraaiende bewegingen te gebruiken, werk je het vuil uit de kieren. Veeg vervolgens af met een vochtige doek.

3. Haarborstels en kammen reinigen

Tussen de haren/pennen van een borstel of de tanden van een kam verzamelt zich vuil dat je met de hand niet goed weg krijgt. Een tandenborstel, gecombineerd met warm water en wat shampoo of afwasmiddel, maakt alles weer haarfijn schoon. Borstel grondig tussen de haren/pennen en tanden door en spoel daarna goed uit. Herhaal dit elke paar weken voor een frisse borstel.

4. Speelgoed met randjes en reliëf schoonmaken

Plastic autootjes, badspeeltjes of ander speelgoed met textuur, naden en kleine details zijn lastig schoon te maken met een doek. Met een tandenborstel kun je in elk hoekje komen. Gebruik lauw water met een druppel afwasmiddel en schrob alle randjes schoon. Spoel goed na en laat het speelgoed aan de lucht drogen.

5. Vlekken in stoffen meubels of tapijt behandelen

Een tandenborstel is ook handig om vlekken in stoffen oppervlakken aan te pakken. Breng wat textielreiniger of verdunde azijn aan op de vlek. Schrob met de borstel zachtjes in cirkels zodat het middel goed in de vezels trekt. Laat even intrekken, dep droog met een doek en spoel eventueel na met een vochtige doek. Zo verwijder je bijvoorbeeld koffievlekken of modder.

6. Randjes van de wasbak of spoelbak reinigen

De overgang tussen een wasbak en het aanrechtblad, daar kom je lastig bij. Hier blijft vaak een randje vuil of kalkaanslag zitten. Doop de tandenborstel in allesreiniger of schoonmaakazijn en schrob de randjes grondig schoon. Je zult merken dat zelfs opgedroogd vuil loskomt. Spoel af en wrijf droog met een schone doek.

©stokkete

7. Naden van schoenen en zolen schoonmaken

Sneakers of wandelschoenen met een patroon of profiel knappen zichtbaar op van een schoonmaakbeurt met een tandenborstel. Gebruik water met wat baking soda en wrijf vooral de rubberen zolen en logo's goed schoon. Ook geschikt voor witte randen of sportzolen die grijzig zijn geworden.

8. Randen van het toilet of de wc-bril schoonmaken

De onderkant van de wc-bril of de kieren van het scharnier blijven vaak vies, ook al poets je de rest van het toilet netjes. Een tandenborstel is perfect om deze plekken aan te pakken. Gebruik een antibacterieel schoonmaakmiddel, schrob goed, spoel na en droog af. Zo blijft je toilet écht fris.

9. Groeven in raamkozijnen reinigen

Tussen de rubberen strips van raamkozijnen hoopt zich vuil, zand en stof op. Een tandenborstel komt makkelijk tussen de kieren. Maak nat met een sopje, borstel schoon, en veeg na met een doek. Vooral handig bij schuiframen of draaikiepramen.

10. Randjes van drinkbekers en deksels reinigen

Herbruikbare flessen en lunchboxen hebben vaak rubberen ringen of schroefranden die lastig schoon te krijgen zijn. Met een tandenborstel reinig je deze onderdelen grondig. Gebruik afwasmiddel en heet water, schrob de randjes, en spoel goed na. Dat voorkomt schimmel en nare geurtjes.

Goed én goedkoop

Bij een discounter of drogist koop je voor hooguit een paar euro een grootverpakking tandenborstels. Geen geld dus, zeker als je je bedenkt wat een frustratie het je zal schelen bij bovenstaande klusjes: nooit meer gedoe met te grote sponzen of doeken. Je weet bovendien zeker dat je elk randje voortaan goed en hygiënisch schoon krijgt. Smile!

Ook handig voor lastige schoonmaakklusjes ⤵

â–¼ Volgende artikel
Je wasmachine koppelen aan je smartphone: dit kun je er allemaal mee
© ryanking999
Huis

Je wasmachine koppelen aan je smartphone: dit kun je er allemaal mee

Je wasmachine aan je smartphone koppelen klinkt misschien als overbodige luxe, maar het kan wasjes draaien een stuk simpeler én goedkoper maken. Zo kies je met een slimme wasmachine nooit meer het verkeerde wasprogramma, bedien je je wasmachine eenvoudig vanaf je werk en verspil je nooit meer wasmiddel. En er is meer. 

Dit artikel in het kort

Een slimme wasmachine koppel je aan je smartphone, maar wat is daar de meerwaarde van? Welke functies heeft een slimme wasmachine? En waarom zou je je wasmachine op afstand willen kunnen bedienen? Dit artikel vertelt je alles over slimme wasmachines.

Beste wasprogramma kiezen

Twijfel je regelmatig welk wasprogramma het beste is voor een bepaald type wasgoed, zoals ondergoed of delicate zomerse kleding? Met een slimme wasmachine hoef je je daar nooit meer druk om te maken. Je geeft gewoon in de app aan wat voor kleur je was heeft, welk type textiel het is en hoe vuil het is. De app geeft vervolgens een suggestie voor het meest geschikte programma. Lastige vlek in je kleding? Voer in de app in om wat voor soort vlek het gaat, en de wasmachine weet precies welk programma moet draaien om 'm te verwijderen. Een slimme wasmachine kan zelfs voor je uitrekenen hoe je je wasjes zo goedkoop mogelijk draait door rekening te houden met de actuele energieprijzen. Fijn voor het milieu én je portemonnee!

Op afstand bedienen

Een slimme wasmachine stopt nog net niet je wasgoed voor je in de trommel. Waarom zou je je wasmachine op afstand willen bedienen als je er toch naartoe moet? Nou, bijvoorbeeld omdat je het wasprogramma pas wilt starten als je op je werk zit, zodat je kleding niet uren gekreukt in de trommel blijft liggen. Of omdat je je wasmachine tijdens de daluren wilt laten draaien, maar je in die uren net op een verjaardag bent. Bedienen op afstand is om meerdere redenen nuttig. Zo geeft de app je een seintje wanneer je was schoon is en wanneer het wasmiddel bijna op is. Veel slimme modellen werken ook met spraakbediening. Handig als je drie dingen tegelijk doet en om welke reden dan ook het wasprogramma wilt onderbreken – bijvoorbeeld omdat je een verloren sok op de grond vindt die bij de was moet. 

©ID.nl

Automatische wasmiddeldosering

Het is een bekende valkuil bij het wassen: te veel wasmiddel gebruiken. Hoe meer, hoe beter, denken we al gauw. Maar dat is niet waar: hoe meer wasmiddel je gebruikt, hoe groter de kans dat je kleding beschadigt. Zeepsop blijft dan in de kleding zitten, waardoor je kleding stijf wordt en soms zelfs méér vlekken krijgt. Een slimme wasmachine voorkomt dat er te veel wasmiddel wordt gebruikt door rekening te houden met de hoeveelheid wasgoed en hoe vuil het is. Het enige wat jij hoeft te doen, is deze gegevens invoeren in de app. Automatische wasmiddeldosering is niet alleen beter voor je kleding, het zorgt er ook voor dat je langer met je wasmiddel doet. En dat bespaart weer geld. 

Lees ook: Nooit meer te veel wasmiddel: zo werkt automatisch doseren in je wasmachine

Haal een voorraadje wasmiddel in huis

Zo grijp je nooit mis!

Extra wasprogramma's downloaden

Soms heb je speciale was: denk aan vuile outdoorkleding van je wandelvakantie of sportkleding met een sterke zweetgeur. Een traditionele wasmachine geeft je in dat geval enkel keuze uit standaardwasprogramma's, die mogelijk je was beschadigen, doen krimpen of niet voldoende reinigen. Een slimme wasmachine geeft je de mogelijkheid om, via de app, wasprogramma's voor speciaal wasgoed te downloaden. Denk daarbij niet alleen aan programma's voor sterk vervuilde kleding, maar bijvoorbeeld ook aan programma's voor spijkerbroeken, delicate babykleding en het verwijderen van dierenharen van kleding. Soms zijn er ook speciale wasprogramma's voor het reinigen van je wasmachine, bijvoorbeeld met stoom. 

©wachiwit

Onderhoudsmeldingen

Als je zo lang mogelijk van je wasmachine wilt genieten, zul je hem goed moeten onderhouden. Dat betekent: regelmatig grondig reinigen, de afvoer ontstoppen en kalkaanslag verwijderen. Vaak doen we dit niet – we hebben er geen tijd voor en weten ook niet goed wanneer en hoe vaak we dit moeten doen. Een slimme wasmachine vergeet je nooit te onderhouden, want hij vertelt je precies wanneer het weer tijd is voor een schoonmaakbeurt. In de app vind je ook allerlei handige tips hoe je zo'n schoonmaakbeurt uitvoert. Is je slimme wasmachine stuk? Via de app krijg je heel makkelijk contact met de klantenservice, die op afstand kan zien wat het probleem is én het vaak meteen voor je kan oplossen. Scheelt weer dagen wachten op een monteur.