ID.nl logo
Hoeveel vermogen moet een warmtepomp voor jouw woning hebben?
© Creative_Bird
Energie

Hoeveel vermogen moet een warmtepomp voor jouw woning hebben?

Je overweegt een warmtepomp aan te schaffen, maar welk vermogen is nodig voor jouw woning? Het vermogen van je huidige gasketel is hiervoor geen goede maatstaf, omdat warmtepompen en gasketels op een andere manier werken. Een warmtepomp met te hoog vermogen is ook niet slim, want dan geef je te veel geld uit bij aankoop en presteert de pomp mogelijk slechter dan een iets te krap bemeten exemplaar. Laten we kijken hoe je het juiste warmtepompvermogen kunt bepalen voor jouw situatie.

Er zijn verschillende manieren om het vermogen van een warmtepomp te berekenen. Het is goed om als gebruiker de elementen te kennen die het vermogen bepalen, want dit vertaalt zich uiteindelijk in je portemonnee. In dit artikel lees je: • Waarom de isolatiegraad van je huis belangrijk is • Wat voldoende vermogen precies is • Hoe je vermogen kunt inschatten op basis van warmteverlies • Hoe je vermogen berekent op basis van gasverbruik • Waarom te groot vermogen niet goed is • Wat er gebeurt wanneer het vermogen te laag is • Wat het verband is tussen buitentemperatuur en vermogen • Wat de 2%-vuistregel is • Hoe het zit met etmaaltemperaturen

Ook interessant: Warmtepomp-onderhoud: zo gaat je warmtepomp lang(er) mee


🎓 Vermogen is de hoeveelheid energie die de warmtepomp in een bepaalde tijd produceert. Dit wordt uitgedrukt in kilowatt per uur, of kilowattuur, of kWh. Het berekenen van het benodigde vermogen is een taak voor de vakman, maar het kan zeker geen kwaad om zelf een aantal principes te kennen. 


De isolatiegraad is belangrijk

Veel mensen gaan ervan uit dat het benodigde vermogen volledig afhankelijk is van de oppervlakte van de woning. Voor een groot huis zou je dus een warmtepomp met een groter vermogen nodig hebben dan voor een kleiner huis. Dit kan waar zijn, maar er zijn nog heel wat andere zaken waar je moet op letten als je het vermogen van een warmtepomp kiest. Het is zelfs belangrijker om te kijken naar het isolatiegraad van de woning, want die bepaalt immers hoe goed de warmtepomp moet presteren. 

Lees ook: Is mijn huis geschikt voor een warmtepomp?

Voldoende vermogen 

Wanneer de woning 5000 kW aan energie verbruikt voor verwarming en water, dan moet de warmtepomp dit uiteraard kunnen leveren. Het vermogen dat de warmtepomp niet kan halen zal van een andere bron moeten komen.  Dat kan zijn van het elektriciteitsnet of zonnepanelen. Bovendien heeft een warmtepomp geen opslagcapaciteit; hij moet ook de piekmomenten kunnen opvangen. De warmtepomp zal dus voldoende vermogen moeten hebben om de woning te verwarmen als de buitentemperatuur -5° of -10°C bedraagt. 

Type warmtepomp en vermogen Het benodigde vermogen speelt ook een rol bij je keuze van het type warmtepomp. Heb je niet zoveel vermogen nodig, dan kun je gerust kiezen voor een lucht/waterwarmtepomp of een lucht/luchtwarmtepomp. Voor veel vermogen (meer dan 10 kW) kies je bij voorkeur een degelijkee lucht/waterwarmtepomp of, nog beter, voor een bodem/waterwarmtepomp. Dat laatste type is wel het duurste. 

Lees ook: Welke typen warmtepompen zijn er?

Weten welke warmtepomp bij jou past?

Doe de check op Kieskeurig.nl en je weet het binnen 5 minuten!

Vermogen inschatten op basis van warmteverlies

Om het vermogen te berekenen van een warmtepomp kun je een transmissieberekening maken. Dat is een duur woord voor hoeveel warmte er verloren gaat in de woning. Er verdwijnt altijd energie door ventilatie, door verlies aan warmte door dak, ramen en gevels en door koude buitenlucht die de woning binnenkomt via ramen en deuren. Zo’n transitieberekening wordt ook wel een warmteverliesberekening genoemd. Om een ruwe schatting  van het warmteverlies te maken, volg je de volgende stappen. 

Eerst moet je het totaal van de bewoonbare oppervlakte bepalen. De garage, de kelder en de zolder vallen daar niet onder. Een grote woning heeft al snel een bewoonbare oppervlakte van 200m². Daarna vermenigvuldig je deze oppervlakte met een bepaalde isolatiefactor. De waarde van de isolatie is de afgelopen jaren steeds toegenomen. Om een schatting te maken kun je afgaan op het bouwjaar. 

• Voor woningen gebouwd voor 2000 gebruik je de isolatiefactor 80
• Voor woningen gebouwd tussen 2000 en 2010 gebruik je de isolatiefactor 60
• Voor woningen gebouwd tussen 2010 en 2017 gebruik je de isolatiefactor 50
• Voor woningen gebouwd na 2017 gebruik je de isolatiefactor 40 

Het resultaat van de warmteverliesschatting voor de woning met bewoonbare oppervlakte van 200m² ziet er dus als volgt uit:

• Gebouwd voor 2000: 200x80= 16.000 Watt of 16  kW
• Gebouwd tussen 2000 en 2010: 200x60= 12.000 Watt of 12 kW
• Gebouwd tussen 2010 en 2017: 200x50= 10.000 Watt of 10 kW
• Gebouwd na 2017: 200x40= 8.000 Watt of 8kW

Het vermogen van de warmtepomp voor een woning gebouwd na 2017 moet dus slechts de helft bedragen van de warmtepomp in een woning gebouwd voor 2000.  

Bewoonbaar oppervlakte x isolatiefactor = warmteverliesschatting

Vermogen berekenen op basis van gasverbruik

Een andere basis om benodigde vermogen te berekenen is het gasverbruik. De hoeveelheid aardgas die in één jaar door de teller gaat, geeft exact weer hoeveel energie er nodig is geweest voor de verwarming en voor het sanitair warmwater. Bovendien houdt deze manier van berekenen al rekening met de huidige ventilatie, de actuele isolatiewaarde en hoe de bewoners de douche en bad gebruiken. Toch kun je het vermogen van een cv-ketel niet zomaar vertalen naar de warmtepomp. Een warmtepomp heeft een gemiddeld rendement van 400 procent, terwijl een cv-ketel zelfs nooit een rendement van 100 procent haalt. In de praktijk ligt het rendement van een gasketel ongeveer op 80 procent. Een veel gehanteerde formule om op basis van het gasverbruik het nodige warmtepompvermogen te berekenen is kW warmtepomp = (aantal m³ gas/jaar) x 8 : 1650. In deze formule gaat men ervan uit dat de ketel gemiddeld 1.650 uren aan vollast (maximale capaciteit) draait. Als de cv-ketel twee uur op 50 procent van zijn vermogen brandt, dan staat dat gelijk aan 1 uur vollast. Een voorbeeld: het gasverbruik was het afgelopen 1.400m³ aardgas. Volgens de formule geeft dit dus 1400 x 8 : 1650 = 6,78 kW. De warmtepomp om deze woning verwarmen moet dus een vermogen hebben van afgerond 7kW. 

(Aantal m³ gas/jaar) x 8 : 1650 = kW warmtepomp

Te groot vermogen verhoogt risico op pendelen

We adviseren niet om een warmtepomp met een te laag vermogen te kiezen, maar het is helemaal fout om een veel groter vermogen aan te schaffen. Hiermee vergroot je het risico dat de warmtepomp tijdens het stookseizoen gaat pendelen. Pendelen is het schrikbeeld van de warmtepomp. Dit betekent dat de warmtepomp zichzelf constant uitschakelt terwijl de woning nog niet op temperatuur is. Het gaat dus om frequent in- en uitschakelen. Door pendelen vermindert het rendement van de warmtepomp en zal de energierekening stijgen. Bovendien heeft pendelen een rampzalige invloed op de levensduur van de warmtepomp. Sommige installateurs adviseren daarom een buffervat te plaatsen, maar dat is symptoombestrijding. Hiermee zorg je wel voor een meer constante cv-watertemperatuur, maar je vermindert het pendelen er niet mee.  Vooral in het voor-en naseizoen is de kans op pendelen groter. Dan is het buiten nog niet echt koud, bijvoorbeeld 10°C, en heeft de woning weinig warmteverlies. 

Het is ook niet zo dat een groter vermogen ervoor zorgt dat je de woning sneller kunt opwarmen. Een cv-warmtepomp warmt  in regel nooit snel op. Het vermogen van de warmtepomp is afgestemd om de woning op temperatuur te houden en even snel opwarmen is nooit de bedoeling. Even opstoken is heel inefficiënt en kost veel energie en geld. 

Te laag vermogen 

Een te laag vermogen is op zich nog geen ramp. Sommige installateurs kiezen in overleg met de opdrachtgever voor een te klein vermogen. Het belangrijkste nadeel is dat wat de warmtepomp tekort komt, aangevuld moet worden. Doorgaans gebeurt dit via een elektrisch verwarmingselement dat in vrijwel iedere warmtepomp zit. Dit hulpelement heeft prestatiecoëficient (COP) van 1. De prestatiecoëficient is de verhouding tussen hoeveel kW stroom de warmtepomp verbruikt en het aantal kW energie dat hij produceert.  COP 1 betekent dat dit element 1 kW verbruikt om 1 kW aan warmte af te geven. Terwijl een warmtepomp zelf (met COP 4) 1 kW verbruikt om 4 kW aan warmte te produceren. Het bijschakelen van het hulpelement is echter alleen maar nodig tijdens een erg korte periode en dit kost betrekkelijk weinig. 

Een tweede nadeel van een te laag vermogen is dat de buitenunit sneller last krijgt van dichtvriezen. De warmtepomp is hierop voorzien en start dan een ontdooicyclus. Zo’n ontdooicyclus kost energie en op dat moment stroomt er tijdelijk koud water door het afgiftesysteem waardoor de vloerverwarming, de radiatoren of convectoren tijdens dit proces tijdelijk kouder worden. 

©Verena Matthew

De buitenunit start een ontdooicyclus als hij dichtvriest. 

 Lees ook: De warmtepomp 2.0 - recente innovaties en trends

Rekening houden met isolatieplannen Een tweede reden om een iets lager vermogen te kiezen is wanneer je van plan bent om over een paar jaar de isolatie van de woning te verbeteren. Hierdoor bestaat de mogelijkheid dat door die na-isolatie het warmteverlies vermindert en dat je dus teveel vermogen krijgt, waardoor het risico op pendelen toeneemt. Wie bijvoorbeeld enkel glas laat vervangen door HR++glas kan door de glasproducent laten uitrekenen hoeveel vermogen dat zal besparen.  

Het vermogen is geen vast gegeven bij de warmtepomp

Bij een auto lees je in de documentatie over de maximale snelheid. Dit is een theoretische snelheid onder ideale omstandigheden. In de praktijk haal je die snelheid nooit. Het vermogen van de warmtepomp staat evenmin in steen gebeiteld. Dat is sterk afhankelijk van de brontemperatuur en de afgiftetemperatuur. Hoe groter het verschil tussen die twee, hoe lager het thermisch vermogen van de warmtepomp. Wanneer je in de documentatie van de warmtepomp leest: “thermisch vermogen bij A7/W35: 8,2 kW", dan betekent dit een vermogen van 8,2 kW bij een buitentemperatuur (Air) van 7°C en een watertemperatuur (W) van 35°C. In dezelfde brochure staat bijvoorbeeld ook "A-7/W35: 6,8 kW". Hierdoor weet je dat bij dezelfde warmtepomp het vermogen daalt naar 6,8 kW als de buitentemperatuur zakt naar -7°C. Deze daling in vermogen is heel normaal bij een cv-warmtepomp. Het feit dat een warmtepomp minder vermogen levert wanneer de buitentemperatuur daalt, is uitsluitend van toepassing op warmtepompen waarbij de bron de buitenlucht is. 

De 2%-vuistregel

Wat ook belangrijk is bij het vermogen is de temperatuur aan de afgiftezijde. Hier gaan we uit van een cv-watertemperatuur van 35°C. Installateurs hanteren als vuistregel dat bij iedere graad die je bij de cv-watertemperatuur verhoogt, het rendement van de cv-warmtepomp (de COP dus) met 2 procent daalt. Dat betekent meteen dat de energiekosten met 2 procent zullen stijgen. Andersom is gelukkig ook waar. Voor iedere graad minder van de cv-watertemperatuur zal de warmtepomp 2 procent zuiniger worden. De 2%-regel is een vuistregel die in de praktijk kan afwijken, maar hij toont wel degelijk het effect op het rendement als je de ingestelde watertemperatuur verhoogt of verlaagt. Het feit dat je de watertemperatuur een graad kouder instelt, hoeft helemaal niet te betekenen dat de kamertemperatuur daalt – want die wordt geregeld door de thermostaat. 

Etmaaltemperaturen

Ten slotte komt de vraag of je het benodigde thermische vermogen bij -10°C wel wilt halen. De temperaturen die men hanteert bij warmtepompen zijn etmaaltemperaturen, de gemiddelde temperatuur gedurende een periode van 24 uur. Een etmaaltemperatuur van -10°C kan betekenen dat het ’s nachts -15°C is, maar overdag -5°C. Voor de eeuwwisseling werden de vermogensberekeningen gebaseerd op een gemiddelde buitentemperatuur van -20°C. Vandaag is die waarde ondenkbaar als etmaalgemiddelde. Volgens het KNMI is zelfs een etmaalgemiddelde van -10° al lang niet meer voorgekomen. 

▼ Volgende artikel
Dit is wat One UI 7 op de Samsung Galaxy S25 te bieden heeft
© Wesley Akkerman
Huis

Dit is wat One UI 7 op de Samsung Galaxy S25 te bieden heeft

De Samsung Galaxy S25-lijn is de eerste smartphonereeks die beschikt over versie 7 van One UI, de Samsung-softwareschil die je aantreft op de Android-apparaten van het bedrijf. In dit artikel lees je wat je allemaal verwachten kunt van One UI 7.

One UI 7 heeft verschillende softwaremogelijkheden die niet altijd aan bod komen in een recensie, maar die wel heel handig kunnen zijn. We nemen je mee langs de belangrijkste wijzigingen aan het systeem en kijken onder meer naar: • Systeemaanpassingen • Now Bar en Now Brief • Het aanpasbare snelmenu • De overige AI-mogelijkheden

Lees ook: Review Samsung Galaxy S25 Ultra – Slimme AI of slimme marketing?

De rek is inmiddels wel uit de smartphoneontwikkeling. Fabrikanten kunnen nauwelijks nog innovatieve onderdelen toevoegen, omdat de slimme telefoon inmiddels zo goed als alles kan. Vooral op hardwaregebied valt er weinig nieuws meer te verwachten. Natuurlijk zullen we nog verbeteringen zien in camera's, processors en accu's, maar in grote lijnen is de smartphone uitontwikkeld. Daardoor zijn ze tegenwoordig net zo spannend als wasmachines: ze doen wat ze moeten doen.

Dat betekent echter niet dat er geen nieuwe functies worden ontwikkeld. Die zitten vooral in software. De Google Pixel 9-reeks zette die trend medio 2024 in met een verrassend snelle opvolger van de Pixel 8-serie. OnePlus, Asus en Samsung volgen die lijn en leggen de nadruk op software. One UI 7 is daar het beste voorbeeld van. Zonder die softwareschil had Samsung net zo goed een jaar aan smartphonelanceringen kunnen overslaan.

Systeemaanpassingen

Maar wat maakt One UI 7 dan zo bijzonder? We hebben de afgelopen weken de drie verschillende Samsung Galaxy S25-toestellen getest en zijn tot de onderstaande observaties gekomen. Zo is het onder meer mogelijk om een verticale applade in te stellen. Daarmee bedoelen we dat je al je apps in de applade kunt bekijken door omhoog en omlaag te vegen (in plaats van naar links en rechts). Dat regel je door de lade te openen, onderin op de drie puntjes te tikken en dan Sorteren > Alfabetische volgorde te selecteren.

Daarnaast valt op dat de animaties in One UI 7 veel soepeler zijn dan voorheen. Ze ogen en voelen gestroomlijnd, wat het hele systeem een verfijnde en samenhangende uitstraling geeft. In eerste instantie merk je dit misschien niet direct, maar na een paar uur gebruik valt de soepelheid steeds meer op. Ook de vernieuwde systeemiconen dragen bij aan de prettige bediening op de S25-modellen. One UI 7 voelt daardoor even modern als afgewerkt aan – en dat is een groot compliment.

©Wesley Akkerman

Hier zie je de menu-opties staan voor het opnieuw rangschrikken van de applade.

Now Bar en Now Brief

Ook biedt One UI 7 ruimte aan twee nieuwe onderdelen, de Now Bar en Now Brief. Hoewel ze enkele overeenkomsten hebben, gebruik je ze allebei op andere momenten. De Now Bar is een soort zwevend eiland (waar hebben we dat eerder gehoord) onderaan het vergrendelde scherm van je Galaxy, waar je basale interface-elementen in aantreft – denk aan een opnameknop voor een geluidsopname of bijvoorbeeld wegwijzers van Google Maps. Zo kun je snel iets regelen zonder je smartphone te hoeven ontgrendelen..

Now Brief daarentegen is veel uitgebreider. Dit is een apart onderdeel binnen One UI 7 waar veel AI-opties moeten samenkomen. Now Brief biedt op drie momenten van de dag een overzicht aan van onder meer het weer, het verkeer, je agenda-afspraken en bijvoorbeeld een Spotify-afspeellijst. Het moet je helpen de dag voor te bereiden, door te komen en erop terug te kijken. Zie dit als een soort persoonlijke dag-overzicht dus. Daarmee kan de Samsung Galaxy S25 Ultra, en later ook andere Galaxy's, dienen als een persoonlijke assistent.

©Wesley Akkerman

Dit is het thuisscherm van de Galaxy S25. Rechts van het weerbericht zie je twee widgets staan: de bovenste is een snelkoppeling naar Now Brief.

Aanpasbaar snelmenu

Een ander onderdeel dat het vermelden waard is, is het snelmenu. Daarmee doelen we op het menu dat je van boven naar beneden trek. Daarin staan allerlei opties, bijvoorbeeld voor wifi, bluetooth en andere kernonderdelen. Daar kon je al langer allerlei dingen in wijzigen, zoals bijvoorbeeld de knoppenindeling. Maar in ONe UI 7 ziet het er wel anders uit. Als je de Samsung Galaxy S25 Ultra opstart, dan heeft Samsung dit snelmenu voor je in twee delen opgedeeld. In het kader van overzicht – maar dat beteken ook dat je moet weten aan welke kant je de boel naar beneden moet trekken. Links geeft meldingen, terwijl je vanaf rechts de instellingen bekijkt.

Vind je deze tweedeling niet prettig? Je kunt gelukkig ook alles weer heel makkelijk in één overzicht bij elkaar zetten (zonder dat je daar bijvoorbeeld een aparte app als Good Lock voor hoeft te downloaden). Wanneer je dit doet, dan krijg je met een enkele swipe toegang tot zowel de notificaties als de opties. Je stelt dit met een paar simpele stappen in. Trek je snelmenu vanaf rechts naar beneden en tik op het potloodicoon aan de rechterkant. Tik nu op Vensterinstellingen (links) en tik op het volgende scherm op Samen. Tik nu op Gereed om de keuze te bevestigen. Vanaf dat moment heb je (weer) één snelmenu.

©Wesley Akkerman

Dit is het aangepaste snelmenu, dat notificaties en instellingen samenvoegt.

Overige AI-mogelijkheden

Tot slot kijken we naar de overige AI-mogelijkheden van de Samsung Galaxy S25-serie. Zo is het onder meer mogelijk Google Gemini te gebruiken. Dat doe je door de powerknop kort in te drukken: de assistent komt dan vanzelf vanaf beneden omhoog. Op moderne Galaxy's biedt Gemini ondersteuning aan voor verschillende Samsung- en Google-apps, waardoor het mogelijk is die apps aan te spreken en dingen uit te laten voeren met een stemcommando. Soms kun je zodoende twee of drie apps in één keer iets voor je laten doen, met één commando.

Op moment van schrijven lijken de mogelijkheden al redelijk uitgebreid te zijn, maar eerlijk is eerlijk: schijn bedriegt. Momenteel werken alleen de genoemde apps met deze AI-functie. Datzelfde geldt overigens voor Now Brief, als we daar nog even kort op terugkomen. Alleen de echt grote namen binnen de Google Play Store zullen direct werken met dit soort diensten. In de toekomst wordt dat aanbod uitgebreid. Nederlandse apps, zoals die van de NS bijvoorbeeld, werken hier nog niet mee. Daardoor is de waarde van dit soort AI-opties nu nog twijfelachtig.

©Wesley Akkerman

Als je op de powerknop drukt, komt Google Gemini naar boven. Zo ziet dat eruit.

▼ Volgende artikel
Wintersport voorbij? Zo houd je je skikleding fris en waterdicht
© Gorilla
Huis

Wintersport voorbij? Zo houd je je skikleding fris en waterdicht

Na een week vol sneeuwpret, frisse berglucht en indrukwekkende pistes is je skikleding niet meer zo fris. Eenmaal thuis gekomen blijft de tas met vuile was liggen voor de wasmachine. Want hoe was je eigenlijk skikleding? Als je je kleding niet goed wast en opbergt, is de kans groot dat je volgend jaar niet zo warm en droog blijft tijdens de afdaling. Onze tips helpen je om je skikleding te wassen, drogen en veilig op te bergen voor volgend jaar.

Dit artikel in het kort: ⛷️ Wacht niet te lang met je skikleding wassen. ⛷️ Bereid de kleding voor op de wasbeurt. ⛷️ Was op lage temperaturen met weinig wasmiddel en geen wasverzachter. ⛷️ Impregneer de kleding. ⛷️ Droog de kleding in een geventileerde ruimte.

Lees ook: Dit wil je weten over de wasprogramma's van je wasmachine

Was snel na je weekje wintersport

Het op de juiste wijze je skikleding wassen is belangrijk: daardoor blijft de kwaliteit van de kleding goed. Ook blijft de kleding warm en waterdicht. Veel skikleding is gemaakt van kunststoffen, zoals polyamide en polyester. Deze stoffen zijn waterafstotend, sterk en licht. De kleding is van tevoren extra behandeld om ze waterdicht te maken, waardoor sneeuw of regen niet door de kleding komt. Was je de kleding verkeerd? Dan kan de beschermende functie verloren gaan. Je zweet en vuiligheid tasten de kleding namelijk aan. Laat je skikleding na wintersport dus niet te lang voor de wasmachine liggen.

Check voordat je gaat wassen altijd het wasetiket van de kleding. Dan weet je precies hoe het kledingstuk gewassen mag worden. Lees ook: Betekenis wassymbolen: wat zijn die wasvoorschriften?

©Lyudmila

Wasmiddel en voorbereiding

Gebruik weinig wasmiddel om je skikleding te wassen. En koop een speciaal wasmiddel voor sport- en outdoorkleding om zeker te weten dat het goed is of gebruik een fijnwasmiddel. Giet er geen wasverzachter bij, want dat is niet goed voor de kleding. Laat de kleding ook niet stomen en gebruik geen bleekmiddelen.

Bereid de kleding altijd eerst voor op de wasbeurt. Leeg alle zakken, sluit alle ritsen, knopen en klittenband om schade aan de stoffen te voorkomen. Zitten er vlekken op de kleding? Behandel deze eerst. Zorg dat de kleding binnenstebuiten de wasmachine in gaat. Ook belangrijk: doe de trommel niet te vol. Er moet voldoende ruimte zijn wil de kleding schoon worden.

Wassen met de wasmachine

Nu de kleding op de juiste wijze in de wasmachine zit, is het tijd om het juiste programma aan te zetten. Kies een programma met lage temperaturen, maximaal 30 °C. Hogere temperaturen kunnen ervoor zorgen dat de waterdichte coating beschadigd raakt. Zit er een speciaal programma op je wasmachine voor outdoor kleding? Kies dan dit programma. Het programma heeft een laag toerental bij het centrifugeren. Doe naast je skikleding geen andere kleding in de wasmachine.

©Oriol Roca

Waterdicht maken van de skikleding

Heb je voor deze wintersportvakantie net nieuwe kleding gekocht? Dan is de kans groot dat deze gewoon waterdicht is gebleven na de wasbeurt. Als je kleding wat ouder is, kan het zijn dat deze niet meer zo waterdicht is als voorheen. Misschien heb je tijdens het skiën of snowboarden wel gemerkt dat er wat vocht doorheen kwam. Was dan de kleding nog een keer, maar nu met een impregneermiddel. Of spuit de kleding in met een speciale waterdicht-spray.

Drogen en opbergen

Als er op het waslabel staat dat de skikleding in de droger mag, dan kun je de kleding zo laten drogen. Anders hang je de kleding op, of leg je die ergens plat neer. Dit doe je in een ruimte waar er genoeg ventilatie is. Hang de kleding niet op in de zon. Drogen op een verwarming kun je beter ook niet doen.

Het wasetiket geeft ook aan of je de kleding mag strijken, mocht je de behoefte hebben om je skibroek te strijken. Je mag de kleding dan op een lage temperatuur strijken. Omdat je de skikleding een lange tijd waarschijnlijk niet meer gebruikt, is het verstandig om de kleding goed op te bergen. Hang de kleding op aan een haakje in de kast of vouw de kleding losjes op, zodat het op een plank kan liggen. Daardoor haal je je kleding volgend jaar weer fris uit de kast, direct klaar om van de pistes te zoeven.