ID.nl logo
Hoeveel vermogen moet een warmtepomp voor jouw woning hebben?
Energie

Hoeveel vermogen moet een warmtepomp voor jouw woning hebben?

Je overweegt een warmtepomp aan te schaffen, maar welk vermogen is nodig voor jouw woning? Het vermogen van je huidige gasketel is hiervoor geen goede maatstaf, omdat warmtepompen en gasketels op een andere manier werken. Een warmtepomp met te hoog vermogen is ook niet slim, want dan geef je te veel geld uit bij aankoop en presteert de pomp mogelijk slechter dan een iets te krap bemeten exemplaar. Laten we kijken hoe je het juiste warmtepompvermogen kunt bepalen voor jouw situatie.

Er zijn verschillende manieren om het vermogen van een warmtepomp te berekenen. Het is goed om als gebruiker de elementen te kennen die het vermogen bepalen, want dit vertaalt zich uiteindelijk in je portemonnee. In dit artikel lees je: • Waarom de isolatiegraad van je huis belangrijk is • Wat voldoende vermogen precies is • Hoe je vermogen kunt inschatten op basis van warmteverlies • Hoe je vermogen berekent op basis van gasverbruik • Waarom te groot vermogen niet goed is • Wat er gebeurt wanneer het vermogen te laag is • Wat het verband is tussen buitentemperatuur en vermogen • Wat de 2%-vuistregel is • Hoe het zit met etmaaltemperaturen

Ook interessant: Warmtepomp-onderhoud: zo gaat je warmtepomp lang(er) mee


🎓 Vermogen is de hoeveelheid energie die de warmtepomp in een bepaalde tijd produceert. Dit wordt uitgedrukt in kilowatt per uur, of kilowattuur, of kWh. Het berekenen van het benodigde vermogen is een taak voor de vakman, maar het kan zeker geen kwaad om zelf een aantal principes te kennen. 


De isolatiegraad is belangrijk

Veel mensen gaan ervan uit dat het benodigde vermogen volledig afhankelijk is van de oppervlakte van de woning. Voor een groot huis zou je dus een warmtepomp met een groter vermogen nodig hebben dan voor een kleiner huis. Dit kan waar zijn, maar er zijn nog heel wat andere zaken waar je moet op letten als je het vermogen van een warmtepomp kiest. Het is zelfs belangrijker om te kijken naar het isolatiegraad van de woning, want die bepaalt immers hoe goed de warmtepomp moet presteren. 

Lees ook: Is mijn huis geschikt voor een warmtepomp?

Voldoende vermogen 

Wanneer de woning 5000 kW aan energie verbruikt voor verwarming en water, dan moet de warmtepomp dit uiteraard kunnen leveren. Het vermogen dat de warmtepomp niet kan halen zal van een andere bron moeten komen.  Dat kan zijn van het elektriciteitsnet of zonnepanelen. Bovendien heeft een warmtepomp geen opslagcapaciteit; hij moet ook de piekmomenten kunnen opvangen. De warmtepomp zal dus voldoende vermogen moeten hebben om de woning te verwarmen als de buitentemperatuur -5° of -10°C bedraagt. 

Type warmtepomp en vermogen Het benodigde vermogen speelt ook een rol bij je keuze van het type warmtepomp. Heb je niet zoveel vermogen nodig, dan kun je gerust kiezen voor een lucht/waterwarmtepomp of een lucht/luchtwarmtepomp. Voor veel vermogen (meer dan 10 kW) kies je bij voorkeur een degelijkee lucht/waterwarmtepomp of, nog beter, voor een bodem/waterwarmtepomp. Dat laatste type is wel het duurste. 

Lees ook: Welke typen warmtepompen zijn er?

Weten welke warmtepomp bij jou past?

Doe de check op Kieskeurig.nl en je weet het binnen 5 minuten!

Vermogen inschatten op basis van warmteverlies

Om het vermogen te berekenen van een warmtepomp kun je een transmissieberekening maken. Dat is een duur woord voor hoeveel warmte er verloren gaat in de woning. Er verdwijnt altijd energie door ventilatie, door verlies aan warmte door dak, ramen en gevels en door koude buitenlucht die de woning binnenkomt via ramen en deuren. Zo’n transitieberekening wordt ook wel een warmteverliesberekening genoemd. Om een ruwe schatting  van het warmteverlies te maken, volg je de volgende stappen. 

Eerst moet je het totaal van de bewoonbare oppervlakte bepalen. De garage, de kelder en de zolder vallen daar niet onder. Een grote woning heeft al snel een bewoonbare oppervlakte van 200m². Daarna vermenigvuldig je deze oppervlakte met een bepaalde isolatiefactor. De waarde van de isolatie is de afgelopen jaren steeds toegenomen. Om een schatting te maken kun je afgaan op het bouwjaar. 

• Voor woningen gebouwd voor 2000 gebruik je de isolatiefactor 80
• Voor woningen gebouwd tussen 2000 en 2010 gebruik je de isolatiefactor 60
• Voor woningen gebouwd tussen 2010 en 2017 gebruik je de isolatiefactor 50
• Voor woningen gebouwd na 2017 gebruik je de isolatiefactor 40 

Het resultaat van de warmteverliesschatting voor de woning met bewoonbare oppervlakte van 200m² ziet er dus als volgt uit:

• Gebouwd voor 2000: 200x80= 16.000 Watt of 16  kW
• Gebouwd tussen 2000 en 2010: 200x60= 12.000 Watt of 12 kW
• Gebouwd tussen 2010 en 2017: 200x50= 10.000 Watt of 10 kW
• Gebouwd na 2017: 200x40= 8.000 Watt of 8kW

Het vermogen van de warmtepomp voor een woning gebouwd na 2017 moet dus slechts de helft bedragen van de warmtepomp in een woning gebouwd voor 2000.  

Bewoonbaar oppervlakte x isolatiefactor = warmteverliesschatting

Vermogen berekenen op basis van gasverbruik

Een andere basis om benodigde vermogen te berekenen is het gasverbruik. De hoeveelheid aardgas die in één jaar door de teller gaat, geeft exact weer hoeveel energie er nodig is geweest voor de verwarming en voor het sanitair warmwater. Bovendien houdt deze manier van berekenen al rekening met de huidige ventilatie, de actuele isolatiewaarde en hoe de bewoners de douche en bad gebruiken. Toch kun je het vermogen van een cv-ketel niet zomaar vertalen naar de warmtepomp. Een warmtepomp heeft een gemiddeld rendement van 400 procent, terwijl een cv-ketel zelfs nooit een rendement van 100 procent haalt. In de praktijk ligt het rendement van een gasketel ongeveer op 80 procent. Een veel gehanteerde formule om op basis van het gasverbruik het nodige warmtepompvermogen te berekenen is kW warmtepomp = (aantal m³ gas/jaar) x 8 : 1650. In deze formule gaat men ervan uit dat de ketel gemiddeld 1.650 uren aan vollast (maximale capaciteit) draait. Als de cv-ketel twee uur op 50 procent van zijn vermogen brandt, dan staat dat gelijk aan 1 uur vollast. Een voorbeeld: het gasverbruik was het afgelopen 1.400m³ aardgas. Volgens de formule geeft dit dus 1400 x 8 : 1650 = 6,78 kW. De warmtepomp om deze woning verwarmen moet dus een vermogen hebben van afgerond 7kW. 

(Aantal m³ gas/jaar) x 8 : 1650 = kW warmtepomp

Te groot vermogen verhoogt risico op pendelen

We adviseren niet om een warmtepomp met een te laag vermogen te kiezen, maar het is helemaal fout om een veel groter vermogen aan te schaffen. Hiermee vergroot je het risico dat de warmtepomp tijdens het stookseizoen gaat pendelen. Pendelen is het schrikbeeld van de warmtepomp. Dit betekent dat de warmtepomp zichzelf constant uitschakelt terwijl de woning nog niet op temperatuur is. Het gaat dus om frequent in- en uitschakelen. Door pendelen vermindert het rendement van de warmtepomp en zal de energierekening stijgen. Bovendien heeft pendelen een rampzalige invloed op de levensduur van de warmtepomp. Sommige installateurs adviseren daarom een buffervat te plaatsen, maar dat is symptoombestrijding. Hiermee zorg je wel voor een meer constante cv-watertemperatuur, maar je vermindert het pendelen er niet mee.  Vooral in het voor-en naseizoen is de kans op pendelen groter. Dan is het buiten nog niet echt koud, bijvoorbeeld 10°C, en heeft de woning weinig warmteverlies. 

Het is ook niet zo dat een groter vermogen ervoor zorgt dat je de woning sneller kunt opwarmen. Een cv-warmtepomp warmt  in regel nooit snel op. Het vermogen van de warmtepomp is afgestemd om de woning op temperatuur te houden en even snel opwarmen is nooit de bedoeling. Even opstoken is heel inefficiënt en kost veel energie en geld. 

Te laag vermogen 

Een te laag vermogen is op zich nog geen ramp. Sommige installateurs kiezen in overleg met de opdrachtgever voor een te klein vermogen. Het belangrijkste nadeel is dat wat de warmtepomp tekort komt, aangevuld moet worden. Doorgaans gebeurt dit via een elektrisch verwarmingselement dat in vrijwel iedere warmtepomp zit. Dit hulpelement heeft prestatiecoëficient (COP) van 1. De prestatiecoëficient is de verhouding tussen hoeveel kW stroom de warmtepomp verbruikt en het aantal kW energie dat hij produceert.  COP 1 betekent dat dit element 1 kW verbruikt om 1 kW aan warmte af te geven. Terwijl een warmtepomp zelf (met COP 4) 1 kW verbruikt om 4 kW aan warmte te produceren. Het bijschakelen van het hulpelement is echter alleen maar nodig tijdens een erg korte periode en dit kost betrekkelijk weinig. 

Een tweede nadeel van een te laag vermogen is dat de buitenunit sneller last krijgt van dichtvriezen. De warmtepomp is hierop voorzien en start dan een ontdooicyclus. Zo’n ontdooicyclus kost energie en op dat moment stroomt er tijdelijk koud water door het afgiftesysteem waardoor de vloerverwarming, de radiatoren of convectoren tijdens dit proces tijdelijk kouder worden. 

©Verena Matthew

 Lees ook: De warmtepomp 2.0 - recente innovaties en trends

Rekening houden met isolatieplannen Een tweede reden om een iets lager vermogen te kiezen is wanneer je van plan bent om over een paar jaar de isolatie van de woning te verbeteren. Hierdoor bestaat de mogelijkheid dat door die na-isolatie het warmteverlies vermindert en dat je dus teveel vermogen krijgt, waardoor het risico op pendelen toeneemt. Wie bijvoorbeeld enkel glas laat vervangen door HR++glas kan door de glasproducent laten uitrekenen hoeveel vermogen dat zal besparen.  

Het vermogen is geen vast gegeven bij de warmtepomp

Bij een auto lees je in de documentatie over de maximale snelheid. Dit is een theoretische snelheid onder ideale omstandigheden. In de praktijk haal je die snelheid nooit. Het vermogen van de warmtepomp staat evenmin in steen gebeiteld. Dat is sterk afhankelijk van de brontemperatuur en de afgiftetemperatuur. Hoe groter het verschil tussen die twee, hoe lager het thermisch vermogen van de warmtepomp. Wanneer je in de documentatie van de warmtepomp leest: “thermisch vermogen bij A7/W35: 8,2 kW", dan betekent dit een vermogen van 8,2 kW bij een buitentemperatuur (Air) van 7°C en een watertemperatuur (W) van 35°C. In dezelfde brochure staat bijvoorbeeld ook "A-7/W35: 6,8 kW". Hierdoor weet je dat bij dezelfde warmtepomp het vermogen daalt naar 6,8 kW als de buitentemperatuur zakt naar -7°C. Deze daling in vermogen is heel normaal bij een cv-warmtepomp. Het feit dat een warmtepomp minder vermogen levert wanneer de buitentemperatuur daalt, is uitsluitend van toepassing op warmtepompen waarbij de bron de buitenlucht is. 

De 2%-vuistregel

Wat ook belangrijk is bij het vermogen is de temperatuur aan de afgiftezijde. Hier gaan we uit van een cv-watertemperatuur van 35°C. Installateurs hanteren als vuistregel dat bij iedere graad die je bij de cv-watertemperatuur verhoogt, het rendement van de cv-warmtepomp (de COP dus) met 2 procent daalt. Dat betekent meteen dat de energiekosten met 2 procent zullen stijgen. Andersom is gelukkig ook waar. Voor iedere graad minder van de cv-watertemperatuur zal de warmtepomp 2 procent zuiniger worden. De 2%-regel is een vuistregel die in de praktijk kan afwijken, maar hij toont wel degelijk het effect op het rendement als je de ingestelde watertemperatuur verhoogt of verlaagt. Het feit dat je de watertemperatuur een graad kouder instelt, hoeft helemaal niet te betekenen dat de kamertemperatuur daalt – want die wordt geregeld door de thermostaat. 

Etmaaltemperaturen

Ten slotte komt de vraag of je het benodigde thermische vermogen bij -10°C wel wilt halen. De temperaturen die men hanteert bij warmtepompen zijn etmaaltemperaturen, de gemiddelde temperatuur gedurende een periode van 24 uur. Een etmaaltemperatuur van -10°C kan betekenen dat het ’s nachts -15°C is, maar overdag -5°C. Voor de eeuwwisseling werden de vermogensberekeningen gebaseerd op een gemiddelde buitentemperatuur van -20°C. Vandaag is die waarde ondenkbaar als etmaalgemiddelde. Volgens het KNMI is zelfs een etmaalgemiddelde van -10° al lang niet meer voorgekomen. 

▼ Volgende artikel
Review LG 65QNED91T6A - Kan hij  tippen aan de concurrentie?
Huis

Review LG 65QNED91T6A - Kan hij tippen aan de concurrentie?

QNED, het antwoord van LG op quantum dots, wordt toegepast in deze miniled lcd-tv. Dit type televisie is inmiddels erg populair geworden, ook in het subtop- en middensegment van het tv-aanbod. Heeft deze LG 65QNED91T6A genoeg in huis om de concurrentie de baas te blijven?

Uitstekend
Conclusie

De 65QNED91T6A kan zijn miniled-beloftes niet echt waarmaken. Het aantal zones in de achtergrondverlichting is vrij laag, waardoor er maar een beperkte verbetering van het contrast is. Ook op het gebied van piekhelderheid scoort hij niet overdreven goed. Als we naar concurrenten in deze categorie kijken, zoals Hisense of TCL, dan bieden die meer zones, beter contrast en meer piekhelderheid. LG slaat de plank verder ook mis door reclame op het Home-scherm toe te laten, dat zetten we onverbiddelijk uit. Ondanks die beperking levert de tv nog voldoende contrast en piekhelderheid, en gecombineerd met een ruim kleurbereik en zeer goede beeldverwerking levert dat alsnog erg mooie beelden. De tv is op zijn best in verlichtte woonkamer. Hij ondersteunt Dolby Vision, maar geen HDR10+. LG vangt dat uitstekend op door zijn eigen dynamische tonemapping. Dat illustreert dat goede beeldverwerking net zo belangrijk als puur contrast of piekhelderheid. WebOS is een prima smart tv-systeem met ruim aanbod apps en functies en nu ook met de garantie voor vijf jaar nieuwe versies voor het OS. De prijs is wat ons betreft echter nog iets te hoog.

Plus- en minpunten
  • Voldoende piekhelderheid en goed contrast
  • Mooie HDR-beelden in HDR10 en Dolby Vision
  • Te weinig zones voor een miniled
  • Advertenties op het Home-scherm
  • Beperkte kijkhoek

OVER DIT TOESTEL

  • Adviesprijs: 1.799 euro
  • Wat: Ultra HD 4K 120 Hz Full Array miniled QNED LCD-tv met lokale dimming
  • Schermformaat: 65 inch (164 cm)
  • Aansluitingen: 4x HDMI (4x v2.1 (48 Gbps), ARC/eARC, ALLM, VRR, QMS), 2x USB, 1x optisch digitaal uit, 2x antenne, WiFi 5 (802.11ac), ethernet, Bluetooth 5.1, WiSA
  • Extra’s: HDR10, HLG, Dolby Vision IQ, Dolby Atmos, WebOS 24, AirPlay 2, USB/DLNA-mediaspeler, DVB-T2/C/S2, CI+-slot, Alpha 8 processor
  • Afmetingen: 1452 x 907 x 285 mm (incl. voet)
  • Gewicht: 35,0 kg (incl. voet)
  • Verbruik (per 1000 uur): SDR 84 kWh (E) / HDR 167 kWh (G)

ENERGIELABEL

MEER INFORMATIE

Deze LG-televisie past perfect in het rijtje van moderne, prima afgewerkte televisies die we dit jaar al vaker voorbij zagen komen. Het toestel is vrij slank dankzij het profiel van slechts 45mm, heeft een mooie metaalkleurige rand rondom en een vlakke rug. Aan de zijdes is de rug zoals bij de meeste toestellen wat afgeschuind. De centrale voet biedt geen verschillende draaiposities, maar het scherm staat desondanks toch 7cm hoog boven het tv-meubel, zodat een soundbar goed onder het scherm past. Het enige echt opvallende kenmerk? Het toestel is relatief zwaar, namelijk 35kg inclusief voet.

De tv beschikt over vier HDMI-poorten die allemaal de maximale HDMI 2.1-bandbreedte van 48Gbps bieden. Dat is nog steeds vrij zeldzaam, maar is wel goed nieuws voor gamers met meerdere high-end gaming-bronnen. Er is ondersteuning voor ALLM, 4K120 en VRR (AMD FreeSync en NVIDIA G-Sync) en op één poort kun je ARC/eARC gebruiken. De input-lag is iets hoger dan bij de oled-modellen, maar blijft zeer goed, 17,0ms (4K60) en 7,6ms (2K120). Wie de tv wil uitbreiden met draadloze luidsprekers, kan gebruik maken van het WiSA-protocol (Wireless Speaker and Audio Association). Je bent wel beperkt tot 2.1-configuraties, een WiSA surround-opstelling is dan helaas niet mogelijk.

Niet alle minileds zijn gelijk

Het gebruik van minileds voor de achtergrondverlichting is iets waar fabrikanten graag mee uitpakken, maar het resultaat per merk en model kan sterk uiteenlopen. Minileds verdelen de achtergrondverlichting in meer segmenten dan wanneer er gewone leds worden toegepast. Het aantal zones kan sterk verschillen, van 100 tot meer dan 1.000. Dat heeft uiteraard impact op de prestaties wat betreft contrast en helderheid.

Deze LG heeft een achtergrondverlichting met 16x10 (160) zones, en dat is vandaag de dag toch redelijk weinig. Concurrenten zitten in dit segment al op 1.500 zones. Het eigen contrast van het VA-paneel is goed, 4.800:1, maar met dat beperkt aantal zones stijgt dat nauwelijks naar 5.000:1, en dat is vooral ook omdat LG erg voorzichtig is met de dimming. Op eenvoudigere testen kan dit wel naar 35.000:1 stijgen. Naar een reden hoeven we niet ver te zoeken, agressief dimmen met zo weinig zones maakt de zonegrenzen zichtbaar, ook omdat ze soms wat traag reageren. Dat stoort erg en hierdoor is een vage halo rond heldere voorwerpen op een donkere achtergrond dan ook onvermijdelijk.

©LG Electronics

Ook op het vlak van helderheid doet de LG op veel vlakken onder voor de concurrentie. Op een 10% venster meten we in de goed gekalibreerde HDR Filmmaker mode 1.099 nits, en op het volledig wit beeld haalt hij nog 644 nits. Dat was twee jaar geleden weliswaar nog acceptabel, maar nu concurrenten vlot over de 2.000 nits gaan, is dat toch wat te beperkt. Het kleurbereik scoort wel uitstekend, daar meten we 95% P3.

Toch heeft LG nog een sterke troef in handen, namelijk de uitstekende kalibratie af fabriek. De Filmmaker mode is zowel in SDR als HDR bijzonder goed gekalibreerd. Dat betekent dat je kunt rekenen op veel schaduwnuances, een neutrale grijsschaal en mooie, natuurlijke kleurweergave. Met HDR10-beeld kan LG’s dynamische tone mapping prachtige resultaten opleveren en daarmee maakt de tv het beste van zijn kleurbereik en helderheid. Witnuances en intense kleuren worden uitstekend bewaard. Alleen heel donkere HDR10-scènes lijden wat onder het beperkte aantal zones, die beelden worden iets té donker. De QNED91 ondersteunt ook Dolby Vision, maar geen Dolby Vision IQ zoals bij de oled-modellen.

Uitstekende beeldverwerking

Naast een uitstekende kalibratie toont deze LG ook sterke prestaties voor beeldverwerking. Dat dankt de tv aan zijn Alpha 8-processor die verbeterd werd met eigenschappen en functies die vorig jaar nog exclusief voor de Alpha 9-processor waren. We kunnen zelfs zeggen dat de LG geen echte zwakke plekken meer heeft. Deinterlacen van 1080i-beelden zoals die van live tv, doet hij prima zodat je zelden nog een gekartelde rand ziet. Upscaling en ruisonderdrukking maken van oudere content mooie 4K-beelden, al kun je van oudere videocontent zoals dvd’s geen wonderen verwachten. Via een superresolutie-bewerking kan de tv wat fijn extra detail toevoegen, dat werkt goed voor HD-materiaal, maar kan bij dvd’s bijvoorbeeld wel voor een wat overbewerkt resultaat zorgen. De ruisonderdrukking kan ook kleurstroken in zachte gradiënten wegnemen.

©LG Electronics

Een lcd-paneel heeft minder bewegingsscherpte dan een oled-paneel, en dus maskeert het fijn detail in snelle actiescènes. Bewegende voorwerpen hebben soms een wazige rand of tonen een beperkt sleepspoor. LG biedt met Motion Pro verschillende opties om dat te elimineren, maar introduceren op hun beurt juist weer andere problemen, dus deze functie kun je beter uit laten staan. Heb je een hekel aan schokken in het beeld wanneer de camera snel beweegt, activeer dan de Trumotion-functie. Zeker voor sport is dat prettig, maar voor film blijft het vaak een kwestie van smaak.

Degelijke audio

De QNED91 is uitgerust met een 2.2-systeem van 40 watt, en ondersteuning voor Dolby Atmos en DTS:X. Onze filmfragmenten klonken prima met een aangename warme klank en een vleugje ruimtelijkheid. Die echte surround sound-ervaring kan je uit dit soort systeem niet halen, zelfs niet met ondersteuning voor de modernste audioformaten. Dat AI niet altijd de juiste resultaten geeft, werd hier bevestigd. De tv heeft een AI-Pro mode voor geluid, maar die klonk erg slecht, zeker voor muziek. In de muziek audiomode konden we het resultaat wél waarderingen, als loop je daar wel tegen beperkingen aan wanneer je voor hardere muziekgenres zoals metal kiest. Met het volume op ongeveer driekwart hoor je de woofer trillen in het chassis en gaat de bas uit de bocht. Al bij al een degelijk resultaat, in lijn met deze categorie. 

WebOS 24, helaas met reclame

De smart tv-omgeving van LG, WebOS, heeft veel goede punten. Zo vind je nagenoeg alle streaming-apps op dit platform, zowel internationaal als lokaal. Daarnaast heeft LG op de 2024-versie van webOS naast Airplay 2 ook Google Cast geïmplementeerd zodat je vanaf je smartphone, Android of iOS, moeiteloos content naar de tv kunt streamen. Apps en andere functies zijn gegroepeerd in zogeheten Quick Cards, zodat je gemakkelijk bepaalde functies kunt terugvinden.

©Eric Beeckmans | ID.nl

Er zijn Quick Cards voor Thuis-hub, Sport, Thuiskantoor, Games, Muziek, Toegankelijkheid en sinds kort ook voor Leren en Groeien. De lay-out van WebOS zelf is vrij eenvoudig en ook redelijk compact zodat je niet nodeloos hoeft te scrollen om iets te vinden. De Magic Remote van LG waarmee je een cursor bestuurt door naar het scherm te wijzen blijft ook een belangrijke factor in het gebruiksgemak. Aangezien smart tv-platformen nog steeds evolueren is het ook erg fijn om te weten dat LG nu vijf jaar lang de nieuwste versie van WebOS op je tv belooft te plaatsen. In dit overzichtsartikel vind je alle info over webOS.

Toch heeft LG wat ons betreft een foute beslissing genomen. De fabrikant toont namelijk nu reclame op het Home-scherm, en die reclame is in tegenstelling tot bij andere fabrikanten niet beperkt tot content, maar kan bijvoorbeeld ook een sportwinkel of automerk tonen. Dat is echt wel het laatste wat we willen. Zelfs de screensaver kan reclame tonen (al zagen daar gelukkig alleen LG’s eigen LG Channel-dienst). Je kunt de reclame uitschakelen via de instellingen, iets dat we dan ook van harte aanraden.

Conclusie

De 65QNED91T6A kan zijn miniled-beloftes niet echt waarmaken. Het aantal zones in de achtergrondverlichting is vrij laag, waardoor er maar een beperkte verbetering van het contrast is. Ook op het gebied van piekhelderheid scoort hij niet overdreven goed. Als we naar concurrenten in deze categorie kijken, zoals Hisense of TCL, dan bieden die meer zones, beter contrast en meer piekhelderheid. LG slaat de plank verder ook mis door reclame op het Home-scherm toe te laten, dat zetten we onverbiddelijk uit.

Ondanks die beperking levert de tv nog voldoende contrast en piekhelderheid, en gecombineerd met een ruim kleurbereik en zeer goede beeldverwerking levert dat alsnog erg mooie beelden. De tv is op zijn best in verlichtte woonkamer. Hij ondersteunt Dolby Vision, maar geen HDR10+. LG vangt dat uitstekend op door zijn eigen dynamische tone mapping. Dat illustreert dat goede beeldverwerking net zo belangrijk als puur contrast of piekhelderheid. WebOS is een prima smart tv-systeem met ruim aanbod apps en functies en nu ook met de garantie voor vijf jaar nieuwe versies voor het OS. De prijs is wat ons betreft echter nog iets te hoog.

▼ Volgende artikel
Virtuele webcams: special effects voor je videogesprekken
Huis

Virtuele webcams: special effects voor je videogesprekken

Je bent aan het videobellen, maar de achtergrond ziet er slordig uit. Of misschien wil je tussendoor een kort filmpje tonen, het beeld optimaliseren of opfleuren met enkele effecten. Software die je als virtuele webcam gebruikt, maakt dit en nog veel meer mogelijk.

In dit artikel stellen we enkele virtuele webcam-applicaties aan je voor:

  • FineCam
  • ManyCam
  • OBS Studio

Lees ook: Geen pottenkijkers meer! Zo schakel je de webcam uit

Er zijn al langer applicaties beschikbaar waarmee je filters, effecten en virtuele achtergronden aan je videogesprek toevoegt. De populaire mobiele app Snapchat was een van de eerste. Met uitgebreide filters en lenzen kun je in realtime beelden aanpassen. Je geeft jezelf bijvoorbeeld kattenoren of verandert de omgeving. Snapchat gebruikt Augmented Reality (AR) om digitale elementen over echte beelden te plaatsen.

Inmiddels heeft ook Artificiële Intelligentie (AI) zijn intrede gedaan om effecten nauwkeurig op bewegende gebruikers toe te passen. Videoconferentietools zoals Teams en Zoom, gebruiken AI. Denk aan machinelearning-technologieën en convolutionele neurale netwerken. Daarmee is de gebruiker van zijn achtergrond te scheiden en kan er een virtuele achtergrond worden getoond. Een green screen is niet meer nodig.

In het gratis Microsoft Teams start je bijvoorbeeld een videogesprek via Nu vergaderen / Vergadering starten. Als je op Meer en Achtergrondeffecten klikt, kun je uit tientallen achtergronden kiezen of je achtergrond vervagen. Via Nieuwe toevoegen importeer je een specifieke achtergrond, bijvoorbeeld ontworpen door een AI-beeldgenerator.

Mogelijkheden

Virtuele webcams kun je gebruiken om speciale effecten, filters en grafische overlays aan je live-video toe te voegen, of om de achtergrond te vervagen of te vervangen. Als de gebruikte software dit toelaat, kun je ook afbeeldingen of andere video’s als webcam-uitvoer gebruiken. Zo kun je bijvoorbeeld je computerscherm delen. Tijdens je live-gesprek of -stream wissel je dan tussen video’s, afbeeldingen en zelfs verschillende camera’s, zoals een HDMI-camera die je gebruikelijke videoconferentietool mogelijk niet als (web)camera herkent.

Dit alles maakt dat virtuele webcam-software niet alleen leuk is voor persoonlijk gebruik, maar ook efficiëntere videoconferenties in een zakelijke context, of professionelere videostreams naar platforms als YouTube Live en Twitch mogelijk maakt. Je kunt zelfs de camera van je smartphone als webcam gebruiken. Dat is handig als je een optimaal beeld wilt hebben of als je computer niet over een webcam beschikt.

DroidCam Heb je geen webcam op je pc en wil je alleen je mobiele telefoon als webcam gebruiken tijdens live-videoconferenties? Dan kun je het gratis DroidCam gebruiken, beschikbaar in de officiële appstore van zowel Android als Apple. Op de website van de makers vind je ook een desktopclient voor Linux en Windows. Gebruik eventueel versie 6.x als versie 7.0 nukkig doet, zoals op onze pc.

Start de mobiele app en de desktop-client op. Zorg dat beide apparaten met hetzelfde netwerk zijn verbonden. Op je mobiele app zie je een ip-adres en poortnummer. Beide voer je in op je desktop-app (bijvoorbeeld 192.168.0.165 met standaardpoort 4747). Start daarna je videoconferentie-software en selecteer DroidCam als webcam. In Teams start je bijvoorbeeld een videovergadering, klik je op Meer en kies je Instellingen / Apparaatinstellingen. Bij zowel Microfoon als Camera selecteer je DroidCam (bijvoorbeeld Source 2 of Source 3). Wil je HD-resolutie? Dan heb je de betaalde Pro-versie van DroidCam nodig (ongeveer 5 euro).

Geen webcam? Met Droidcam maak je een virtuele webcam van je mobiele apparaat.

Applicaties

Er zijn verschillende programma’s voor virtuele webcams. In dit artikel focussen we ons op software die onder Windows draait en ook beschikbaar is als mobiele app. Op die manier kun je je smartphone of tablet als webcam gebruiken. Populaire applicaties zijn onder meer FineCam en ManyCam, die we beide kort voorstellen. Daarnaast besteden we aandacht aan een gratis opensource-alternatief: OBS Studio. Met deze tool combineer je meerdere videobronnen en creëer je scènes en overgangen. Dit maakt het bij uitstek geschikt voor live-streaming en schermopnames. OBS Studio ondersteunt bovendien een virtuele webcamfunctie, waardoor je OBS-uitvoer in videoconferentie-apps kunt gebruiken.

FineCam: set-up

Download FineCam. Met een druk op Install zet je de software op je pc. De gratis versie heeft een watermerk in de video. Wil je deze weg hebben? Dan heb je de betaalde Pro-versie nodig. Deze kost eenmalig zo’n 60 euro en ondersteunt ook resoluties van 1080p en hoger.

Na het opstarten kun je via het pijlknopje linksboven je aangesloten webcam selecteren. Een andere optie is om een mobiel Apple- of Android-apparaat te kiezen. Je moet dan wel de mobiele app van FineCam op dit apparaat draaien. Als het apparaat met hetzelfde netwerk is verbonden, druk je op de mobiele app op Connect en bevestig je met Agree in de desktop-app om een verbinding te maken. Het camerabeeld verschijnt dan direct in het applicatievenster.

FineCam: configuratie

FineCam kun je op verschillende manieren aansturen. We beperken ons tot de opties die ook in de gratis versie beschikbaar zijn. Zo kun je bijvoorbeeld het camerabeeld verplaatsen over de achtergrond, maar niet schalen. Bovenaan vind je knoppen om in- en uit te zoomen, het beeld te keren of te roteren en de vorm in te stellen, zoals Rectangle of Circle. Met Adjustment onderaan optimaliseer je de licht- en kleurinstellingen met schuifregelaars, zoals Brightness, Contrast, Saturation en White Balance.

Je kunt ook op Filter klikken om een van de ruim dertig vooraf ingestelde beeldweergaves te selecteren. Is je eigen fysieke achtergrond niet geschikt voor videobellen? Kies dan via Background uit twintig virtuele achtergronden. Of ontwerp je eigen achtergrond door bij AI Generated Background een prompt voor de AI-beeldgenerator in te voeren.

Kies je via Theme een lay-out waarbij je eigen webcambeeld niet het volledige scherm bedekt, dan kun je met Content tegelijkertijd andere inhoud tonen. Denk aan een webpagina, applicatievenster, video (ook via een YouTube-url), iPhone-beeld, PowerPoint-presentatie, tekst of eigen foto. In je videoconferentietool selecteer je FineShare FineCam om de virtuele camera te gebruiken. Mogelijk moet je nog bevestigen met de blauwe knop Virtual Camera rechtsonder in FineCam.

ManyCam: set-up

FineCam bevat ook de knop Multi-scenes waarmee je meerdere virtuele opzetten klaarzet en snel schakelt. Helaas is deze functie alleen beschikbaar in de Pro-versie. Een goed alternatief is dan ManyCam voor Windows en macOS. De betaalde versies zijn er vanaf ongeveer 45 euro per jaar. Je hebt dan geen watermerk en meer effecten, hogere resoluties (full HD tot 4K) en meerdere simultane videobronnen.

We beperken ons hier tot de gratis versie mét watermerk. Start de tool en klik op de plusknop in het hoofdvenster. In het uitklapvenster bij Camera’s selecteer je de gewenste (web)cam. In het rechtervenster kun je allerlei beeldinstellingen aanpassen, zoals Zoomen, Corner Radius, Ondoorzichtigheid en diverse opties bij Color Adjustment.

ManyCam: configuratie

In de gratis versie van ManyCam kun je maximaal twee presets klaarzetten, elk met verschillende beelden en instellingen. Klik op de plusknop in het tweede vakje onderaan het camerabeeld. Je kunt nu een andere camera selecteren of kiezen uit diverse opties, zoals Afbeeldingen en video’s, PowerPoint, PDF, YouTube URL en Desktop. Bij meerdere beeldschermen kun je zelf aangeven welk scherm je live wilt tonen. Andere opties zijn hier onder meer Gebied onder cursors (handig voor het volgen van je muisbewegingen) en App-venster. Net als bij FineCam kun je hier ook een mobiel apparaat gebruiken, waarmee je smartphone of tablet als webcam werkt.

Een preset verwijder je eenvoudig via het prullenbakicoon. Met het knopje met de drie puntjes stel je een visueel overgangseffect in bij het schakelen tussen presets. Er zijn nog vele andere effecten beschikbaar via de toverstaf bovenaan. Kies uit verschillende rubrieken, zoals GIFS (druk op het plusknopje om eigen afbeeldingen te gebruiken), Animals, Emojis en Face Accessories. Via Asset Store download je extra items.

OBS Studio: set-up

Zowel FineCam als ManyCam zijn gebruiksvriendelijke programma’s, maar helaas zijn de mogelijkheden in de gratis versies beperkt en wordt je video ontsierd door een watermerk. Een volledig gratis alternatief is OBS Studio. Download de tool (beschikbaar voor Windows, macOS en Linux) en installeer deze. Bij de opstart merk je al snel dat er veel functies zijn. We beperken ons hier tot enkele leuke opties voor het gebruik van een virtuele camera.

Allereerst controleer je de videoresolutie. Klik rechtsonder op Instellingen en open de rubriek Video. Stel de Basisresolutie bij voorkeur in op die van je monitor (bijvoorbeeld 1920x1080 en 16:9). De Uitvoerresolutie stel je normaal gesproken op dezelfde waarden in, tenzij je videoconferentietool andere waarden voorstelt. Bevestig met OK.

Linksonder in het hoofdvenster merk je dat OBS Studio al één scène heeft aangemaakt. Rechtsklik op deze scène en noem deze bijvoorbeeld Virtuele webcam. Nu moet je natuurlijk nog de gewenste bronnen aan je virtuele webcambeeld toevoegen.

OBS Studio: bronnen

Standaard heeft OBS Studio al één bron toegevoegd: Vensteropname. Je mag deze selecteren en met het prullenbakicoon verwijderen. Druk vervolgens op de plusknop en kies Video opname-apparaat om je fysieke webcam toe te voegen. Kies Nieuwe maken en geef deze als naam bijvoorbeeld Mijn webcam. Bevestig met OK en kies de juiste webcam bij Apparaat. Resolutie/FPS Type staat standaard op die van het apparaat, maar je kunt hier ook Aangepast kiezen. Klik op Video Instellen om allerlei beeldinstellingen te optimaliseren.

Na je bevestiging met OK verschijnt het webcambeeld op je canvas en kun je dit met de muis verplaatsen, roteren en schalen. Dit is vooral interessant als je nog andere content (bronnen) wilt toevoegen. Klik op (De)activeren om de video in één keer zichtbaar of onzichtbaar te maken.

Voor extra content klik je op het plusknopje bij Bronnen en voeg je onderdelen toe zoals Afbeelding, Beeldschermopname, Browser, Diashow, Vensteropname (van een nader te bepalen app) of Mediabron (om bijvoorbeeld een eigen videobestand te tonen). Elk van de toegevoegde bronnen kun je vervolgens positioneren en schalen op je canvas.

Wil je snel kunnen afwisselen tussen een beeld waarin je zelf prominent op de voorgrond staat met een applicatievenster verkleind op de achtergrond, en andersom? Maak dan twee scènes aan. Klik met rechts op je eerste scène, kies Dupliceren en noem deze bijvoorbeeld Applicatie (webcam). Vervolgens schaal je de objecten (bronnen) van de andere scène naar wens. Klik ook met rechts op zo’n object, want er zijn nog veel meer opties. Zo kun je bijvoorbeeld via Volgorde / Naar boven verplaatsen een object in één keer naar de voorgrond halen.

OBS Studio: camera

Vanuit ditzelfde contextmenu kun je nog veel andere bewerkingen uitvoeren. Bij Transformeren bijvoorbeeld vind je opties om het geselecteerde beeld te spiegelen of te draaien, en bij Filters kun je via de plusknop allerlei beeldeffecten toepassen.

Hoe krijg je de klaargemaakte scènes uit OBS Studio in je videoconferentie-app? Dit is wellicht eenvoudiger dan je denkt. Druk rechtsonder in OBS Studio op Start virtuele camera en selecteer in de videoconferentie-app OBS Virtual Camera (bij Skype bijvoorbeeld via Instellingen / Audio en Video, in het uitklapmenu bij Camera). De scène die op dat moment binnen OBS Studio actief is, komt nu in beeld. Een scène-wissel is niet moeilijker dan in OBS Studio de gewenste scène te selecteren.

Onder het camerabeeld bij Scène-overgangen kun je bovendien een transitie-effect instellen dat bij een scène-wissel ook binnen je videoconferentie-app te zien zal zijn. Je kunt op elk moment op Stop virtuele camera drukken om de videostream vanuit OBS Studio te onderbreken.