ID.nl logo
Welke typen warmtepompen zijn er?
Energie

Welke typen warmtepompen zijn er?

Bodem-water, hybride, lucht-lucht – er zijn verschillende typen warmtepompen in omloop. Om te weten welke warmtepomp het best bij jouw situatie past, is het wel zo handig dat je eerst weet wat de verschillen tussen de verschillende typen precies zijn. Daar helpen we je graag bij!

Soorten warmtepompen in het kort We benoemen de warmtepompen volgens hun energiebron en de manier hoe ze de woning verwarmen: bodem-waterwarmtepomp, lucht-waterwarmtepomp enzovoort. Bovendien kunnen we ze op basis van waarvoor ze worden gebruikt onderscheiden: verwarming en/of sanitair warm water. Ten slotte kunnen al deze typen worden gecombineerd met klassieke verwarmingssystemen. In dat geval spreken we over hybride systemen.

Dit type maakt gebruik van geothermie – zeg maar de grondwarmte. Aangezien 99 procent van onze planeet warmer is dan 1000 graden Celsius, is aardwarmte een duurzame en onuitputtelijke energiebron. Er zijn twee soorten bodem-waterwarmtepompen: met een verticale warmtecollector en met een grote horizontale warmtecollector.

We beginnen met de eerste. De bodem-waterwarmtepomp maakt gebruik van het gegeven dat de temperatuur op grote diepte een constante is. Warmtepompen die hun energie uit de lucht halen, moeten daarentegen grote temperatuurschommelingen opvangen. De temperatuur die de aarde vrijgeeft op ongeveer 100 m diepte schommelt tussen 10 en 13 graden Celsius omdat dit grotendeels afhankelijk is van de temperatuur van de aardkern.

Om die warmte te kunnen gebruiken, worden twee aardsondes verticaal in de grond aangebracht. De diepte van de boring is afhankelijk van de samenstelling van de bodem, van het vermogen van de warmtepomp en de isolatiegraad van de woning. De berekening van de diepte en de grondboring is specialistenwerk en ook dit tikt door in de prijs. De sondes zijn dikwandige polyethyleen leidingen met een doorsnede van 32 à 40 mm waarin een mengsel van water en glycol circuleert. Glycol kennen we als anti-vriesmiddel. Dit mengsel transporteert de aardwarmte naar de warmtepomp.

 De installatiekosten zijn hoog, maar er zijn belangrijke voordelen. Bodem-waterwarmtepompen van dit type hebben een ontzettend hoog rendement en er is minder oppervlakte nodig dan bij een horizontale warmtecollector. Bovendien hebben deze pompen een erg lange levensduur: de warmtebron gaat een leven lang mee en de warmtepomp zelf haalt 35 jaar.

Een ander belangrijk voordeel is dat het water (±10 graden Celsius) in de zomer kan worden gebruikt om het huis te koelen zonder dat de compressor van de warmtepomp draait. Dat scheelt in stroomverbruik. De koude leidingen van de vloerverwarming zorgen dat de vloer aangenaam koel blijft.

In vochtige ruimtes zoals de badkamer kun je deze passieve koeling beter niet gebruiken, om schimmelvorming in de hoeken te voorkomen.

Voor de bodem-waterwarmtepomp met een horizontaal captatienetwerk is een vrij groot tuinoppervlakte nodig. Hoe groot is weer afhankelijk van de drie dezelfde factoren als hierboven: vermogen, isolatiegraad en het gekozen afgiftesysteem. Dit netwerk wordt minstens op 1 meter diepte geplaatst. Ook dit systeem heeft een aanzienlijk hoger rendement en lager verbruik dan een warmtepompsysteem op lucht. Het rendement is echter minder hoog dan dat van een verticaal geothermisch systeem, omdat de temperaturen aan het aardoppervlak wel schommelen. Wanneer de tuin al is aangelegd is een horizontaal netwerk vaak niet mogelijk.

Wat is een captatienetwerk? Dit zijn kunststof leidingen die in lussen onder de grond liggen op een diepte van één of anderhalve meter. Door deze leidingen stroomt vloeistof (water met glycol) die de temperatuur van de aarde opneemt en afgeeft aan de warmtepomp. Bij een bodemwarmtepomp met een verticale sonde wordt de temperatuur diep uit de bodem gehaald; bij de bodemwarmtepomp met horizontaal captatienetwerk wordt er dus een netwerk van lussen ondiep geplaatst.

Deze warmtepomp is zowel in nieuwe huizen als in bestaande woningen (vaak tijdens een renovatie) toepasbaar. Er komt geen boring of captatienetwerk aan te pas en dit zorgt ervoor dat de installatiekosten relatief laag liggen. Dit type warmtepomp haalt de warmte uit de lucht en brengt die over op het verwarmingssysteem. Het koudemiddel komt in contact met de lucht en wordt dan opgezogen door de compressor. Het is mogelijk dat de waterdamp van dit systeem in de winter bevriest, maar de warmtepomp zal dan zijn cyclus op geregelde tijdstippen omdraaien en de verdamper ijsvrij maken. Het beste resultaat krijg je wanneer je deze oplossing combineert met een afgiftesysteem op lage temperatuur zoals vloerverwarming of convectors waarin ventilatoren zitten.

Weten welke warmtepomp bij jou past?

Doe de check op Kieskeurig.nl en je weet het binnen 5 minuten!

Het verschil met het systeem van hierboven is dat de lucht-luchtwarmtepomp de gewonnen warmte als warme lucht de ruimtes in blaast. Men kiest voor dit systeem in gebouwen waar een verwarmingssysteem met circulerend water niet mogelijk is. Denk daarbij aan bijvoorbeeld aan oude gebouwen waar parket ligt op houten balken of in ruimtes waar een uitbreiding van de centrale verwarming te duur zou uitvallen.

Hiermee bedoelen we eigenlijk een grondwater-waterwarmtepomp. De werking is vergelijkbaar met de bodem-waterwarmtepomp, maar in plaats van een grondsonde te gebruiken wordt het grondwater opgepompt en langs de verdamper van de warmtepomp geleid. Dat gebeurt met een dieptepomp, waarna het gebruikte water opnieuw wordt afgevoerd via een lozingsput. De waterput moet uiteraard voldoende debiet kunnen leveren. Debiet is de term voor de hoeveelheid water die een waterpomp per tijdseenheid kan leveren.

Omdat grondwater heeft een vrij stabiele temperatuur heeft, ben je met een dergelijke warmtepomp verzekerd van een hoog rendement. Wel loop je mettertijd het risico om met extra kosten geconfronteerd te worden wanneer de boorput afkalft en je dit moet laten herstellen. Ook het verbruik van de dieptepomp die constant het water oppompt, haalt het rendement van dit type naar beneden.

Hierboven hebben we het over warmtepompen die ruimtes verwarmen. Daarnaast zijn er ook warmtepompen die zorgen voor de temperatuur van sanitair warm water. Zo’n warmtepompboiler gebruikt onverwarmde binnen- of buitenlucht als bron. Vaak wordt de warmtepompboiler gekoppeld aan een mechanisch ventilatiesysteem; de warmtepomp kan dan de restwarmte uit de afgevoerde lucht halen. Er zijn ook warmtepompboiler-splitsystemen waarbij men buiten een warmtepomp plaatst en binnen een boiler. Als de warmtepomp het niet haalt, kun je overschakelen op een bijverwarming op gas.

Soms wordt een warmtepompboiler gecombineerd met thermische zonnepanelen. We hebben het in dit geval níet over fotovoltaïsche zonnepanelen die elektriciteit opwekken. Hieronder lees je wat de verschillen tussen deze twee soorten zonnepanelen zijn. De combinatie thermische zonnepanelen en een warmtepompboiler levert extra energiebesparing op, omdat het verbruik ongeveer driemaal lager ligt dan van een klassieke elektrische boiler.

Fotovoltaïsch versus thermisch Fotovoltaïsche zonnepanelen produceren elektriciteit. Daarmee leggen mensen hun daken tegenwoordig vol omdat ze zo veel mogelijk eigen stroom willen produceren. Fotovoltaïsche panelen worden soms ook PV-panelen genoemd een afkorting van 'photovoltaic panels'. Een thermische zonnepaneel produceert geen elektriciteit maar is vooral bedoeld voor het transport van warmte. Er stroomt water door met glycol (om bevriezen te voorkomen). Dat water wordt opgewarmd en naar de warmtepompboiler gestuurd. Gebruik je dit soort panelen, dan heb je meestal aan vier of zes stuks genoeg.

Een hybride warmtepomp is een tussenstap op de weg naar een woning zonder gas. Het is de combinatie van een warmtepomp met een verwarmingsketel op basis van gas of stookolie. De hoofdverwarming komt van de warmtepomp, maar wanneer het rendement van de warmtepomp te laag ligt of bij piekbelasting, schakelt het systeem over naar de brander op klassieke fossiele brandstof. Dit is een oplossing voor de renovatie van bestaande woningen die nog niet optimaal zijn geïsoleerd. Wanneer je na verloop van tijd de isolatie verbetert, zal het aandeel van de warmtepomp steeds meer toenemen. De hybride warmtepomp zorgt in deze combinatie het grootste deel van het jaar voor de verwarming van je huis en kan eventueel actief koelen.

Een hybride warmtepomp is meestal een monoblock- of splitsysteem. Bij een monoblock zitten alle koudzijdige componenten (zoals de compressor, de condensor, het expansieventiel en de verdamper) in een buiten-unit. In de split-uitvoering zitten deze componenten deels in de buiten-unit en deels in de binnen-unit.

Weten welke warmtepomp geschikt is voor jouw huis?

Vul de Warmtepompvergelijker in op Kieskeurig.nl en je weet het meteen

Er bestaan ook warmtepompen zonder buiten-unit die toch warm tapwater en cv-water voor radiatoren, convectoren of vloerverwarming leveren. Dit type haalt zijn energie door middel van dakpanelen uit de omgeving. Op het dak liggen PVT-panelen, die lijken op de klassieke donkere zonnepanelen. PVT staat voor photovoltaic thermal, want deze panelen bestaan uit twee lagen. De bovenste laag (fotovoltaïsch) produceert elektriciteit, de onderste laag heeft een warmtewisselaar (thermisch) die de energie haalt uit direct zonlicht, de buitenlucht en het gewone daglicht. Door deze warmtewisselaar stroomt een vloeistof die nooit kan bevriezen en die deze energie naar de warmtepomp transporteert. PVT-panelen slaan dus twee vliegen in één klap: ze produceren elektriciteit en warmte. Zelfs bij -10°C kunnen deze panelen energie uit de buitenlucht halen. De warmtepomp zelf werkt ongeveer hetzelfde als bij de andere systemen. Doordat het PVT-systeem geen buiten-unit heeft, moet je je geen zorgen maken over het geluid dat zo’n unit maakt. PVT-systemen bestaan zowel in all-electric- als in een hybride-uitvoeringen.

©BS | ID.nl

▼ Volgende artikel
Review Amazon Kindle Paperwhite (2024) – Geen echt grote stap vooruit, maar toch de moeite waard
© Wesley Akkerman
Huis

Review Amazon Kindle Paperwhite (2024) – Geen echt grote stap vooruit, maar toch de moeite waard

Op papier (!) voegt de Amazon Kindle Paperwhite niet ontzettend veel toe. Maar de aanpassingen kunnen wel waardevol zijn voor iedereen die al jaren een (verouderde) Kindle-versie heeft. Wat brengt de 2024-variant?

Uitstekend
Conclusie

Hoewel we enthousiast zijn over de Amazon Kindle Paperwhite (2024) en de aanpassingen zeker de moeite waard vinden, betekent dat niet dat we iedereen aanraden om over te stappen vanaf het 2021-model – want daarvoor zijn de stappen te klein. Maar heb je een veel ouder model, dan kun je dat met een gerust hart wél doen. De basis is vertrouwd gebleven, en ondanks een paar kleine minpunten is dit zeker geen miskoop.

Plus- en minpunten
  • Sneller
  • Hoger contrast
  • Groter scherm
  • Geen echte grote stap vooruit
  • Bekende minpunten

We vallen meteen met de deur in huis. Mocht je de 2021-versie van de Amazon Kindle Paperwhite gekocht hebben, dan zal de stap naar de 2024-variant te klein zijn om opnieuw 180 euro uit te geven aan een (eerlijk is eerlijk: voortreffelijke) e-reader. Maar als jouw Kindle uit 2018 of eerder komt, dan is het wél tijd om de overstap te maken. De Amazon Kindle van de twaalfde generatie heeft namelijk twee belangrijke en waardevolle aanpassingen.

Ten eerste is het systeem nu tot 25 procent sneller. Amazon geeft weinig informatie vrij over de processor en andere specificaties; maar als je een oude en nieuwe Kindle naast elkaar houdt, merk je dat verschil. Het menu reageert vlotter op je aanrakingen, waardoor je minder lang hoeft te wachten. Dit is met name merkbaar wanneer je iets moet intypen, als je een boek zoekt bijvoorbeeld.

Daarnaast is het scherm ten opzichte van de 2021-editie is het scherm met een inch gegroeid. Er past nu net wat meer op het scherm: wat ons betreft betekent dat vooral meer leesplezier. Dat hij daardoor een paar gram zwaarder en wat groter is dan de voorgaande Paperwhite mag eigenlijk geen naam hebben. Met een gewicht van 211 gram en een scherm van 7 inch blijft de 2024-variant namelijk nog steeds een e-reader die niet zwaar of ontzettend groot is. Het is nog steeds een compact apparaat dat je vrijwel overal mee naartoe kunt nemen.

©Wesley Akkerman

Kleine frustratie

Het apparaat ligt lekker in de hand, maar is tevens ontzettend glad waardoor we een hoesje eigenlijk verplicht vinden. Zo voorkom je dat je de e-reader stevig vast wilt houden, waardoor je mogelijk met je duim op het e-inkt-scherm tikt.

Tikken op het scherm betekent dat je van pagina wisselt in een boek of comic. Dat wil je natuurlijk niet per ongeluk doen, want dat kan je een beetje uit het lezen halen. Het is geen groot probleem, maar wel een kleine smet op de ervaring. Verder hebben we weinig aan te merken op het ontwerp. Onderop zit de knop waarmee je hem uit de slaapstand haalt. Ook zit hier de usb-c-poort waarmee je hem oplaadt. De accu kan het tot drie maanden uithouden.

©Wesley Akkerman

(Bijna) hetzelfde, verbeterd

Net als bij andere Kindle-modellen kun je de kwaliteit van het scherm aanpassen op je eigen zicht. Zo heb je verschillende niveaus van helderheid, die er zowel in de avond als overdag prima uitzien. Daarnaast ben je in staat de warmte van het scherm te veranderen. Dan maak je de digitale pagina's in feite meer geel dan wit, maar dat vinden we geen groot probleem. Na een seconde is je zicht daaraan gewend en lees je de woorden prettig van het schermpje. Ook de contrastverhouding is nu hoger. Dat zie je voornamelijk wanneer je comics of graphic novels leest. Een verbetering waarvan we zeggen: meer dan welkom. Maar...

©Wesley Akkerman

Oude(re) Kindle vervangen of niet?

...Ondanks de verbeteringen wat betreft snelheid, schermgrootte en de hierboven beschreven contrastverhouding is de sprong tussen de variant uit 2021 en deze uit 2024 ook weer niet zó groot dat we meteen roepen dat je er nu een moet bestellen. Ja, de ervaring is beter – maar ook weer niet zó veel beter.

Daarnaast is het jammer dat Amazon de Amazon Kindle Paperwhite voorziet van slechts 16 GB aan opslagruimte. Nu zal dat voor je verzameling oude en nieuwe boeken en novels meer dan voldoende zijn, maar fans van audioboeken kunnen beter naar een model kijken met iets meer ruimte. De Paperwhite Signature Edition heeft bijvoorbeeld 32 GB aan opslagruimte, maar kost met 199 euro ook meteen twee tientjes meer.

©Wesley Akkerman

Een Kindle zoals verwacht

Het zal niemand verrassen dat de Amazon Kindle Paperwhite presteert zoals verwacht. Zoals altijd kun je heel fijn je boeken lezen op dit apparaat, zonder vermoeide ogen. De interface is toegankelijk en boeken aanschaffen is zo gepiept. Dat kan direct op de e-reader, met een Amazon-account, of via de website. Dan worden ze naar de e-reader gestuurd. Gekochte boeken worden verder netjes gepresenteerd op het thuisscherm van het apparaat. Zoals altijd is het ook mogelijk gratis epubs met een omweg naar het product te sturen.

Het apparaat biedt een aantal opties voor het aanpassen van de tekstgrootte en het lettertype, maar voelt tegelijkertijd ook een beetje beperkt. We zien graag meer opties in het menu staan. Daarnaast is het jammer dat de nieuwe Paperwhite geen koptelefoonaansluiting heeft en dat je voor luisterboeken bent aangewezen op bluetooth – zeggen we in het kader van veelzijdigheid.

©Wesley Akkerman

Amazon Kindle Paperwhite kopen?

Hoewel we enthousiast zijn over de Amazon Kindle Paperwhite (2024) en de aanpassingen zeker de moeite waard vinden, betekent dat niet dat we iedereen met een 2021-model aanraden om over te stappen – want daarvoor zijn de stappen te klein. Maar heb je een veel ouder model, dan kun je dat met een gerust hart wél doen. De basis is vertrouwd gebleven, en ondanks een paar kleine minpunten is dit zeker geen miskoop.

▼ Volgende artikel
Vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie: welk model vriezer moet ik kiezen?
© Hedgehog94
Huis

Vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie: welk model vriezer moet ik kiezen?

Of het nu gaat om pizza's, ijs of zelf ingevroren maaltijden: een goede vriezer is onmisbaar. Maar kies je voor een vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie? In dit artikel zetten we de verschillen op een rij, zodat jij de beste keuze kunt maken.

⏱ Dit artikel in het kort:

Een nieuwe vriezer kopen? Bedenk dan goed waar je het meeste aan hebt: een vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie. Een vrieskast is een staande vriezer met overzichtelijke lades, die er van buiten uitziet als een koelkast. Een vrieskist is een liggende vriezer met veel opbergruimte (tot wel 600 liter). Een koelvriescombinatie combineert een koelkast en vriezer in één apparaat en heeft vaak een relatief klein vriesgedeelte.

Lees ook: Hier moet je op letten bij de aanschaf van een nieuwe vriezer

Voordat je je zoektocht naar het juiste model vriezer start, is het belangrijk om te bepalen hoeveel vriesruimte je nodig hebt. Het zou zonde zijn als je een duur apparaat in de keuken of schuur hebt staan dat uiteindelijk te weinig opbergruimte blijkt te hebben, of juist een apparaat dat altijd maar tot de helft gevuld is en daardoor onnodig veel energie verbruikt. Of je nu een vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie kiest: voor alle modellen geldt dat je zo'n 50 liter vriesruimte per persoon rekent. Bestaat jouw huishouden uit vier mensen, dan heb je dus een vriezer met een inhoud van minstens 200 liter nodig. Met z'n tweeën heb je vaak genoeg aan 100 tot 150 liter.

Vrieskast

Een vrieskast lijkt door zijn verticale model veel op een koelkast, met als verschil dat de gehele kast bedoeld is om te vriezen. De binnenkant van een vrieskast bestaat dan ook uitsluitend uit lades. Het fijne daaraan is dat een vrieskast erg overzichtelijk is: als je ervoor staat, zie je in één oogopslag welke producten waar liggen. Dat is anders bij een vrieskist, waarin diepvriesproducten op elkaar gestapeld liggen in één groot vriesvak. Ook kun je in een vrieskast over het algemeen erg veel producten kwijt, in tegenstelling tot bijvoorbeeld het compacte vriesgedeelte van een koelvriescombinatie. Vrieskasten zijn er ook in tafelmodellen, die ideaal zijn voor kleinere keukens of huishoudens. Een tafelmodel plaats je bijvoorbeeld onder het keukenblad, waardoor hij geen extra ruimte in je keuken inneemt.

©carballo

Vrieskist

Iets minder populair dan de vrieskast en koelvriescombinatie is de vrieskist: een liggende vriezer met een deksel bovenop. Het voordeel van dit type vriezer is ook meteen een nadeel: een vrieskist is erg groot, waardoor hij niet in de gemiddelde keuken past. Vrieskisten scoren ook op esthetisch gebied wat minder hoog, waardoor de meeste mensen dit apparaat sowieso niet snel in de keuken zouden plaatsen. Toch kunnen vrieskisten juist vanwege hun grote formaat ontzettend handig zijn. Bijvoorbeeld als je vaak in bulk koopt, hobbykok bent, een moestuin hebt of in de zomer veel ijsjes of ijsblokjes wilt bewaren. Sommige vrieskisten hebben zelfs een netto inhoud van 600 liter! Als je ruimte overhebt in je schuur of garage en vaak voedsel invriest, is een vrieskist dus zeker het overwegen waard. Vrieskisten zijn daarnaast relatief goedkoop én energiezuinig, omdat de kou na het openen van het deksel direct weer terug in de kist 'valt'. Het apparaat hoeft na openen dus niet extra hard te werken om de vriesruimte weer op de juiste temperatuur te krijgen.

Lees ook: Een vrieskast in de schuur of garage? Een koud kunstje!

©Vinícius Bacarin

Coole tip: invriezen in diepvriesbakjes

Dan kun je lekker stapelen!

Koelvriescombinatie

Veruit de meeste huishoudens hebben een koelvriescombinatie: een koelkast en vriezer ineen. De vriezer bevindt zich meestal boven of onder het koelgedeelte. Zo'n koelvriescombinatie is natuurlijk hartstikke handig, want het bespaart een hoop ruimte in de keuken. Ook is een koelvriescombinatie over het algemeen goedkoper dan een losse koelkast en vriezer. En omdat er maar één compressor hoeft te draaien, is een koelvriescombinatie vaak ook energiezuiniger dan twee losse apparaten bij elkaar. Maar zo'n twee-in-één-apparaat heeft ook een nadeel: je kunt er veel minder diepvriesproducten in kwijt dan in een losse vrieskast of -kist. Vaak beslaat de koelruimte het grootste gedeelte van het apparaat, en blijven er drie tot vijf lades over voor het vriezen. Voor een gemiddeld gezin dat af en toe wat invriest is dat meestal wel voldoende. Heb je meer vriesruimte nodig, bijvoorbeeld omdat je vaak aanbiedingen koopt of aan mealpreppen doet? Dan heb je aan een koelvriescombinatie mogelijk niet genoeg en is een vrieskast of -kist voor jou een beter idee.

©Indofootage

Extra functies

Als je eenmaal besloten hebt voor welk type vriezer je gaat, zou je ook nog kunnen kijken welke functies je wilt dat het apparaat heeft. Veel moderne vrieskasten, -kisten en koelvriescombinaties beschikken over allerlei slimme functies die helpen om voedsel langer vers te houden en het apparaat efficiënt te laten werken. Zo hoef je met No Frost nooit meer te ontdooien, is de snelvriesfunctie handig voor het snel invriezen van nieuwe boodschappen en voorkomt een deuralarm dat warme lucht de vriezer binnendringt. Bij vrieskisten is binnenverlichting extra belangrijk, zodat je niet eindeloos hoeft te graaien als je een product zoekt. Let ook op het energielabel van je nieuwe vriezer, want vriezers vreten behoorlijk wat stroom. Wil je een zo zuinig mogelijk apparaat, ga dan voor een vriezer met energielabel C of hoger (tot A). Je kunt ook het energieverbruik in kWh/jaar gebruiken om apparaten te vergelijken; dit geeft het absolute verbruik van een vriezer aan.