ID.nl logo
Zonnestroom optimaal benutten
© yangphoto
Energie

Zonnestroom optimaal benutten

Als vanaf 2025 de salderingsregeling wordt afgebouwd, is het profijtelijk om je zelf opgewekte stroom zo veel mogelijk te benutten, of anders op te slaan in bijvoorbeeld een thuisbatterij. We geven je tips hoe je dat kunt doen, en zetten de mogelijkheden voor opslag op een rijtje.

De mogelijkheid om je opwekte stroom af te trekken van je verbruikte stroom – ook wel salderen genoemd – is erg gunstig als je zonnepanelen bezit. Stroom die je niet verbruikt als de zon schijnt, en dan dus teruglevert aan het net, mag je immers aftrekken van de stroom die je op een ander moment uit het net haalt. Het maakt bij de huidige regeling daarom ook niet uit op welk moment je stroom verbruikt. Dit verandert vanaf 2025 als de salderingsregeling wordt afgebouwd. Je mag dan elk jaar een steeds kleiner deel van de teruggeleverde stroom salderen (lees ook ons artikel over de salderingsregeling nu en straks). Het wordt dan óók steeds gunstiger om de stroom die je opwekt zoveel mogelijk zelf te benutten.

Nu al beginnen

Het kan ook geen kwaad om nu al zoveel mogelijk je zelf opgewekte stroom te verbruiken, of na te denken over opslag van je zonnestroom, bijvoorbeeld in een thuisbatterij. Je profiteert dan meteen als de salderingsregels van kracht worden. Bovendien help je om de belasting van het net te beperken. Zonnestroom die direct naar je verbruik gaat is zelfs niet zichtbaar op je energiemeter, die stroom saldeer je bij wijze van spreken zelf ‘achter de meter’. Een ander voordeel is dat je minder afhankelijk bent van het moment van salderen. Die verrekening vindt immers meestal pas na je contractjaar plaats.

©Dariusz T. Oczkowicz

Vaste verbruiksmomenten

Een deel van je stroomverbruik kun je niet afstemmen op de zonneproductie. Koken op bijvoorbeeld een inductiekookplaat doe je waarschijnlijk rond etenstijd en de televisie en lampen gaan in de avonduren aan. Op die momenten heb je nog nauwelijks productie van de zon. Overdag houd je stroom over en lever je het merendeel waarschijnlijk terug. Een gemiddeld huishouden benut maar ongeveer 30 procent van de zonnestroom direct. Om te zien of je op een bepaald moment stroom afneemt van het net, of juist teruglevert, is een energieverbruiksmanager erg praktisch. Over het uitlezen van een slimme meter hebben we een uitgebreid artikel geschreven.

©Oliver-Marc Steffen

Je zonnestroom benutten

Je kunt best veel doen om een groter deel van de zonnestroom te benutten. Wat natuurlijk voor de hand ligt is dat je zoveel mogelijk overdag, als de zon schijnt, je elektrische auto oplaadt. Dat is meteen één van de grootste verbruikers. Het pakket aan accu’s in een elektrische auto heeft een capaciteit van gemiddeld zo’n 65 kWh. Hoeveel je moet bijladen hangt af van je gereden afstand. Een middenklasse elektrische auto verbruikt zo’n 15 kWh per 100 km. Dat is in veel situaties al een fors deel van de hele productie. Er zijn slimme laadpalen die het ideale moment voor het opladen van je elektrische auto zelf kunnen bepalen. Ze werken in combinatie met een app of meten het overschot via een kabeltje naar de slimme meter. Je profiteert dan van je zonneproductie. Mocht je je auto overdag nodig hebben en heb je een energiecontract afgesloten met dubbeltarief, dan zorgt zo’n slimme laadpaal ervoor dat je auto ’s nachts wordt opgeladen, zodat je profiteert van het lage daltarief.

©"GREGOR JERIC gjeric@gmail.com"

Huishoudelijke apparaten

Ook huishoudelijke apparaten als je vaatwasser, wasmachine en wasdroger zet je bij voorkeur overdag aan. Die apparaten verbruiken eveneens een flinke hoeveelheid energie. Vaak kun je ze eenvoudig voorprogrammeren, bijvoorbeeld door startuitstel te kiezen. Je moet dan nog wel ‘s ochtends je wasmachine vullen en aanzetten voordat je de deur uitgaat. Je wasdroger laten draaien als je niet thuis bent wordt overigens afgeraden vanwege brandgevaar.

Als je apparaten gaat voorprogrammeren, probeer dit dan te plannen, zodat ze niet allemaal tegelijkertijd gaan draaien en alsnog meer elektriciteit vragen dan je zonnepanelen kunnen leveren!

Andere apparaten?

Afhankelijk van jouw situatie kun je ook op andere plaatsen de zonnestroom benutten. Heb je bijvoorbeeld een warmtepomp in huis, verwarm de warmtepompboiler dan als de zon schijnt. Een warmtepomp gebruikt natuurlijk ook veel stroom voor het verwarmen van je huis, maar de piek van het verbruik ligt in de wintermaanden, als de zonneproductie beperkt is. Het opladen van je elektrische fiets kun je plannen als de zon schijnt, maar het effect is bescheiden. De capaciteit van de accu is bijvoorbeeld 130 keer kleiner dan van je elektrische auto. Bepaalde apparaten kun je wellicht vervangen. Denk aan een elektrische grasmaaier, in plaats van een model op benzine.

Als je nu nog geen zonnepanelen hebt, kun je wellicht ook nog nadenken over de plaatsing. Bij zonnepanelen gericht op het oogsten zal de productie in de ochtend sneller starten, terwijl panelen op het westen in de namiddag meer productie geven. Zie ook ons artikel: Is mijn dak geschikt voor zonnepanelen?

SLIMME APPARATEN?

Huishoudelijke apparaten zijn meestal niet slim genoeg om zelf te bepalen of er een stroomoverschot is. Controleer bij aanschaf wat er mogelijk is. Als je handig bent kun je met software voor thuisautomatisering ook slimme automatiseringen bedenken die rekening met de zonneproductie houden.

Opslag in thuisbatterij

Je kunt ook al nadenken over oplossingen om de zonnestroom die je niet direct gebruikt op te slaan. Daarvoor kun je bijvoorbeeld een thuisbatterij gebruiken. De niet gebruikte stroom benut je daarmee op een later moment alsnog zelf. Zeker op wat langere termijn zal dat interessanter worden. Misschien staat zo’n thuisbatterij al op je oprit: je elektrische auto. In de toekomst kunnen slimme laadpalen waarschijnlijk het overschot aan zonnestroom in de auto opslaan.

Laat je een thuisbatterij installeren, houd er dan rekening mee dat ze relatief duur zijn. De prijzen beginnen bij een paar duizend euro. Dat verdien je op dit moment niet terug. Verwacht ook geen wonderen van een thuisbatterij. De meeste hebben een relatief lage capaciteit, zeker als je dat afweegt tegen de hoeveelheid stroom die je gedurende de dag verbruikt. Meestal ligt de capaciteit tussen 2 en 10 kWh. Dit vermogen wordt vaak afgestemd op de piekproductie van je zonnepanelen. Ze helpen hierdoor vooral als buffer voor de nacht of om een bewolkte periode op te vangen. Verwacht dus niet dat je met een thuisbatterij de winter door komt.

▼ Volgende artikel
Review Amazon Kindle Paperwhite (2024) – Geen echt grote stap vooruit, maar toch de moeite waard
© Wesley Akkerman
Huis

Review Amazon Kindle Paperwhite (2024) – Geen echt grote stap vooruit, maar toch de moeite waard

Op papier (!) voegt de Amazon Kindle Paperwhite niet ontzettend veel toe. Maar de aanpassingen kunnen wel waardevol zijn voor iedereen die al jaren een (verouderde) Kindle-versie heeft. Wat brengt de 2024-variant?

Uitstekend
Conclusie

Hoewel we enthousiast zijn over de Amazon Kindle Paperwhite (2024) en de aanpassingen zeker de moeite waard vinden, betekent dat niet dat we iedereen aanraden om over te stappen vanaf het 2021-model – want daarvoor zijn de stappen te klein. Maar heb je een veel ouder model, dan kun je dat met een gerust hart wél doen. De basis is vertrouwd gebleven, en ondanks een paar kleine minpunten is dit zeker geen miskoop.

Plus- en minpunten
  • Sneller
  • Hoger contrast
  • Groter scherm
  • Geen echte grote stap vooruit
  • Bekende minpunten

We vallen meteen met de deur in huis. Mocht je de 2021-versie van de Amazon Kindle Paperwhite gekocht hebben, dan zal de stap naar de 2024-variant te klein zijn om opnieuw 180 euro uit te geven aan een (eerlijk is eerlijk: voortreffelijke) e-reader. Maar als jouw Kindle uit 2018 of eerder komt, dan is het wél tijd om de overstap te maken. De Amazon Kindle van de twaalfde generatie heeft namelijk twee belangrijke en waardevolle aanpassingen.

Ten eerste is het systeem nu tot 25 procent sneller. Amazon geeft weinig informatie vrij over de processor en andere specificaties; maar als je een oude en nieuwe Kindle naast elkaar houdt, merk je dat verschil. Het menu reageert vlotter op je aanrakingen, waardoor je minder lang hoeft te wachten. Dit is met name merkbaar wanneer je iets moet intypen, als je een boek zoekt bijvoorbeeld.

Daarnaast is het scherm ten opzichte van de 2021-editie is het scherm met een inch gegroeid. Er past nu net wat meer op het scherm: wat ons betreft betekent dat vooral meer leesplezier. Dat hij daardoor een paar gram zwaarder en wat groter is dan de voorgaande Paperwhite mag eigenlijk geen naam hebben. Met een gewicht van 211 gram en een scherm van 7 inch blijft de 2024-variant namelijk nog steeds een e-reader die niet zwaar of ontzettend groot is. Het is nog steeds een compact apparaat dat je vrijwel overal mee naartoe kunt nemen.

©Wesley Akkerman

Kleine frustratie

Het apparaat ligt lekker in de hand, maar is tevens ontzettend glad waardoor we een hoesje eigenlijk verplicht vinden. Zo voorkom je dat je de e-reader stevig vast wilt houden, waardoor je mogelijk met je duim op het e-inkt-scherm tikt.

Tikken op het scherm betekent dat je van pagina wisselt in een boek of comic. Dat wil je natuurlijk niet per ongeluk doen, want dat kan je een beetje uit het lezen halen. Het is geen groot probleem, maar wel een kleine smet op de ervaring. Verder hebben we weinig aan te merken op het ontwerp. Onderop zit de knop waarmee je hem uit de slaapstand haalt. Ook zit hier de usb-c-poort waarmee je hem oplaadt. De accu kan het tot drie maanden uithouden.

©Wesley Akkerman

(Bijna) hetzelfde, verbeterd

Net als bij andere Kindle-modellen kun je de kwaliteit van het scherm aanpassen op je eigen zicht. Zo heb je verschillende niveaus van helderheid, die er zowel in de avond als overdag prima uitzien. Daarnaast ben je in staat de warmte van het scherm te veranderen. Dan maak je de digitale pagina's in feite meer geel dan wit, maar dat vinden we geen groot probleem. Na een seconde is je zicht daaraan gewend en lees je de woorden prettig van het schermpje. Ook de contrastverhouding is nu hoger. Dat zie je voornamelijk wanneer je comics of graphic novels leest. Een verbetering waarvan we zeggen: meer dan welkom. Maar...

©Wesley Akkerman

Oude(re) Kindle vervangen of niet?

...Ondanks de verbeteringen wat betreft snelheid, schermgrootte en de hierboven beschreven contrastverhouding is de sprong tussen de variant uit 2021 en deze uit 2024 ook weer niet zó groot dat we meteen roepen dat je er nu een moet bestellen. Ja, de ervaring is beter – maar ook weer niet zó veel beter.

Daarnaast is het jammer dat Amazon de Amazon Kindle Paperwhite voorziet van slechts 16 GB aan opslagruimte. Nu zal dat voor je verzameling oude en nieuwe boeken en novels meer dan voldoende zijn, maar fans van audioboeken kunnen beter naar een model kijken met iets meer ruimte. De Paperwhite Signature Edition heeft bijvoorbeeld 32 GB aan opslagruimte, maar kost met 199 euro ook meteen twee tientjes meer.

©Wesley Akkerman

Een Kindle zoals verwacht

Het zal niemand verrassen dat de Amazon Kindle Paperwhite presteert zoals verwacht. Zoals altijd kun je heel fijn je boeken lezen op dit apparaat, zonder vermoeide ogen. De interface is toegankelijk en boeken aanschaffen is zo gepiept. Dat kan direct op de e-reader, met een Amazon-account, of via de website. Dan worden ze naar de e-reader gestuurd. Gekochte boeken worden verder netjes gepresenteerd op het thuisscherm van het apparaat. Zoals altijd is het ook mogelijk gratis epubs met een omweg naar het product te sturen.

Het apparaat biedt een aantal opties voor het aanpassen van de tekstgrootte en het lettertype, maar voelt tegelijkertijd ook een beetje beperkt. We zien graag meer opties in het menu staan. Daarnaast is het jammer dat de nieuwe Paperwhite geen koptelefoonaansluiting heeft en dat je voor luisterboeken bent aangewezen op bluetooth – zeggen we in het kader van veelzijdigheid.

©Wesley Akkerman

Amazon Kindle Paperwhite kopen?

Hoewel we enthousiast zijn over de Amazon Kindle Paperwhite (2024) en de aanpassingen zeker de moeite waard vinden, betekent dat niet dat we iedereen met een 2021-model aanraden om over te stappen – want daarvoor zijn de stappen te klein. Maar heb je een veel ouder model, dan kun je dat met een gerust hart wél doen. De basis is vertrouwd gebleven, en ondanks een paar kleine minpunten is dit zeker geen miskoop.

▼ Volgende artikel
Vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie: welk model vriezer moet ik kiezen?
© Hedgehog94
Huis

Vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie: welk model vriezer moet ik kiezen?

Of het nu gaat om pizza's, ijs of zelf ingevroren maaltijden: een goede vriezer is onmisbaar. Maar kies je voor een vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie? In dit artikel zetten we de verschillen op een rij, zodat jij de beste keuze kunt maken.

⏱ Dit artikel in het kort:

Een nieuwe vriezer kopen? Bedenk dan goed waar je het meeste aan hebt: een vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie. Een vrieskast is een staande vriezer met overzichtelijke lades, die er van buiten uitziet als een koelkast. Een vrieskist is een liggende vriezer met veel opbergruimte (tot wel 600 liter). Een koelvriescombinatie combineert een koelkast en vriezer in één apparaat en heeft vaak een relatief klein vriesgedeelte.

Lees ook: Hier moet je op letten bij de aanschaf van een nieuwe vriezer

Voordat je je zoektocht naar het juiste model vriezer start, is het belangrijk om te bepalen hoeveel vriesruimte je nodig hebt. Het zou zonde zijn als je een duur apparaat in de keuken of schuur hebt staan dat uiteindelijk te weinig opbergruimte blijkt te hebben, of juist een apparaat dat altijd maar tot de helft gevuld is en daardoor onnodig veel energie verbruikt. Of je nu een vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie kiest: voor alle modellen geldt dat je zo'n 50 liter vriesruimte per persoon rekent. Bestaat jouw huishouden uit vier mensen, dan heb je dus een vriezer met een inhoud van minstens 200 liter nodig. Met z'n tweeën heb je vaak genoeg aan 100 tot 150 liter.

Vrieskast

Een vrieskast lijkt door zijn verticale model veel op een koelkast, met als verschil dat de gehele kast bedoeld is om te vriezen. De binnenkant van een vrieskast bestaat dan ook uitsluitend uit lades. Het fijne daaraan is dat een vrieskast erg overzichtelijk is: als je ervoor staat, zie je in één oogopslag welke producten waar liggen. Dat is anders bij een vrieskist, waarin diepvriesproducten op elkaar gestapeld liggen in één groot vriesvak. Ook kun je in een vrieskast over het algemeen erg veel producten kwijt, in tegenstelling tot bijvoorbeeld het compacte vriesgedeelte van een koelvriescombinatie. Vrieskasten zijn er ook in tafelmodellen, die ideaal zijn voor kleinere keukens of huishoudens. Een tafelmodel plaats je bijvoorbeeld onder het keukenblad, waardoor hij geen extra ruimte in je keuken inneemt.

©carballo

Vrieskist

Iets minder populair dan de vrieskast en koelvriescombinatie is de vrieskist: een liggende vriezer met een deksel bovenop. Het voordeel van dit type vriezer is ook meteen een nadeel: een vrieskist is erg groot, waardoor hij niet in de gemiddelde keuken past. Vrieskisten scoren ook op esthetisch gebied wat minder hoog, waardoor de meeste mensen dit apparaat sowieso niet snel in de keuken zouden plaatsen. Toch kunnen vrieskisten juist vanwege hun grote formaat ontzettend handig zijn. Bijvoorbeeld als je vaak in bulk koopt, hobbykok bent, een moestuin hebt of in de zomer veel ijsjes of ijsblokjes wilt bewaren. Sommige vrieskisten hebben zelfs een netto inhoud van 600 liter! Als je ruimte overhebt in je schuur of garage en vaak voedsel invriest, is een vrieskist dus zeker het overwegen waard. Vrieskisten zijn daarnaast relatief goedkoop én energiezuinig, omdat de kou na het openen van het deksel direct weer terug in de kist 'valt'. Het apparaat hoeft na openen dus niet extra hard te werken om de vriesruimte weer op de juiste temperatuur te krijgen.

Lees ook: Een vrieskast in de schuur of garage? Een koud kunstje!

©Vinícius Bacarin

Coole tip: invriezen in diepvriesbakjes

Dan kun je lekker stapelen!

Koelvriescombinatie

Veruit de meeste huishoudens hebben een koelvriescombinatie: een koelkast en vriezer ineen. De vriezer bevindt zich meestal boven of onder het koelgedeelte. Zo'n koelvriescombinatie is natuurlijk hartstikke handig, want het bespaart een hoop ruimte in de keuken. Ook is een koelvriescombinatie over het algemeen goedkoper dan een losse koelkast en vriezer. En omdat er maar één compressor hoeft te draaien, is een koelvriescombinatie vaak ook energiezuiniger dan twee losse apparaten bij elkaar. Maar zo'n twee-in-één-apparaat heeft ook een nadeel: je kunt er veel minder diepvriesproducten in kwijt dan in een losse vrieskast of -kist. Vaak beslaat de koelruimte het grootste gedeelte van het apparaat, en blijven er drie tot vijf lades over voor het vriezen. Voor een gemiddeld gezin dat af en toe wat invriest is dat meestal wel voldoende. Heb je meer vriesruimte nodig, bijvoorbeeld omdat je vaak aanbiedingen koopt of aan mealpreppen doet? Dan heb je aan een koelvriescombinatie mogelijk niet genoeg en is een vrieskast of -kist voor jou een beter idee.

©Indofootage

Extra functies

Als je eenmaal besloten hebt voor welk type vriezer je gaat, zou je ook nog kunnen kijken welke functies je wilt dat het apparaat heeft. Veel moderne vrieskasten, -kisten en koelvriescombinaties beschikken over allerlei slimme functies die helpen om voedsel langer vers te houden en het apparaat efficiënt te laten werken. Zo hoef je met No Frost nooit meer te ontdooien, is de snelvriesfunctie handig voor het snel invriezen van nieuwe boodschappen en voorkomt een deuralarm dat warme lucht de vriezer binnendringt. Bij vrieskisten is binnenverlichting extra belangrijk, zodat je niet eindeloos hoeft te graaien als je een product zoekt. Let ook op het energielabel van je nieuwe vriezer, want vriezers vreten behoorlijk wat stroom. Wil je een zo zuinig mogelijk apparaat, ga dan voor een vriezer met energielabel C of hoger (tot A). Je kunt ook het energieverbruik in kWh/jaar gebruiken om apparaten te vergelijken; dit geeft het absolute verbruik van een vriezer aan.