ID.nl logo
Vermijd elektrische schokken dankzij een goede aarding
© Tanakorn
Energie

Vermijd elektrische schokken dankzij een goede aarding

De meeste ongevallen gebeuren thuis en een van de klassiekers is een elektrische schok. Als dit tot een hartstilstand leidt, spreken we van elektrocutie. Een goede aarding kan je leven redden. Hoe werkt zo’n aarding en vooral is je woning goed geaard?

De aarding is een belangrijke voorziening op het gebied van elektrische veiligheid. Als je een wat ouder huis hebt, kan het verstandig zijn om te controleren of er een goede aarding is. En zorg dat alle toestellen goed geaard zijn.

  • Verbinding met de aarde
  • Geaarde stopcontacten
  • Aardpen
  • Aardingslus (België)
  • Werk voor de vakman
  • Pennen op elkaar schroeven
  • Hoe diep?
  • Voorwerpen aarden

Lees ook: Veilig werken met elektriciteit in huis

Verbinding met de aarde

Vrijwel iedereen herkent de in een stopcontact de contacten voor randaarde. En wie ooit aan de elektrische installatie thuis heeft gesleuteld, weet dat de groengele kabel de verbinding met de aarde maakt. Toch heeft een goede aarding veel meer om lijf. De aarding zorgt dat de stroom bij een defect toestel niet door jouw lichaam, maar via de geelgroene kabel en de aardingspen in de aarde verdwijnt. Door te aarden, verbind je objecten en machines met de aarde en voorkom je dat er ongewenste spanning op buizen, machines en metalen delen van je woning komt te staan. Ongewenste spanning kan schade aan apparaten aanrichten en in het slechtste geval veroorzaakt dit zelfs brand of een elektrische schok.

©Kanin

Op het groene stickertje staat het symbool dat aangeeft waar de geelgroene aardekabel verbonden moet worden.

Geaarde stopcontacten

In Nederland moeten vanaf 1997 alle wandcontactdozen voorzien zijn van een aardcontact. Tot juli 1997 werd in droge ruimten geen aarding toegepast. Vroeger gebruikte men in de natte ruimtes de waterleiding als aarding omdat die leidingen vaak de grond ingingen en op die manier voor een redelijke aarding zorgden. Nu wordt de waterleiding ondergronds vaak in kunststof uitgevoerd waardoor deze niet meer als geleider gebruikt mag worden. Ondertussen is het verboden om in dezelfde ruimte een combinatie van ongeaarde en geaarde wandcontactdozen te hebben. Dat betekent dat alle ongeaarde wandcontactdozen in die ruimtes vervangen moeten worden door stopcontacten die daadwerkelijk aangesloten zijn op de aardleiding.

In België is sinds 1981 de aarding verplicht bij alle nieuw geïnstalleerde stopcontacten en lichtpunten. Ook alle leidingen en metalen onderdelen van het huis moeten geaard zijn, zoals de douche, het fornuis en alles wat per ongeluk in contact kan komen met elektriciteit.

Aardpen

De regels zijn in ieder geval strenger geworden. Bij oude gebouwen was een aardpen niet eens verplicht. Pas vanaf midden de jaren 70 werd de aardpen verplicht bij nieuwe gebouwen om de groepenkast te beschermen tegen overbelasting en brand. Een goed aangesloten aardpen is essentieel voor de aardingsinstallatie. Als er nog geen pen aanwezig is, dan moet je er een in de bodem laten slaan. Dat kan in of buiten de woning zijn. De tuin is meestal het best geschikt. Toevallig kennen we mensen waar een elektricien zo’n aardpen in hun kelder heeft geslagen. Hierdoor is de woning misschien wel goed geaard, maar sindsdien is de kelder is niet langer waterdicht met alle vervelende gevolgen van dien.

Ook bij een eventuele blikseminslag zorgt de aardpen voor de juiste geleiding. Als de aardpen er niet zou zijn, zal de elektriciteit zelf de weg van de minste weerstand kiezen en op plaatsen terechtkomen die erg gevaarlijk zijn. 

Aardingslus (België)

In België is bij nieuwbouw zelfs een aardingslus verplicht. Daarbij komt een koperen geleider op de bodem van de fundering in een sleuf te liggen en die wordt bedekt met aarde. Op die manier komt de geleider niet in contact met het beton dat in de funderingssleuf wordt gestort. Boven de grond worden de uiteinden van de lus opnieuw met elkaar verbonden in de aardingsonderbreker. De aarding moet bestaan uit een volle koperen geleider of een samengeslagen koperdraad zonder las van 35 m² en hij volgt de volledige omtrek van de woning.  

Werk voor de vakman

Een aardpen laten slaan, is een van de belangrijkste maatregelen om je woning en elektrische installatie te beschermen tegen de gevolgen van kortsluiting of blikseminslag. Dit is werk voor een elektricien en doe je beter niet zelf, want de aarding moet aangesloten worden op de groepenkast. Bovendien moet de weerstand tussen de aardpen of aardingslus en de omliggende aarde zo klein mogelijk zijn. De elektriciteit moet bijvoorbeeld bij een blikseminslag gemakkelijk in de aarde kunnen verdwijnen. De elektricien zal daarom na het plaatsen van de aardingsstaaf die weerstand meten met een aardingsmeter. De weerstandswaarde mag nooit groter zijn dan 30 Ohm. Ook de dikte van de pen is van belang. Hoe dieper de aarding de grond in moet, hoe dikker de aardpen moet zijn.

KLEINE SCHOKJES? Soms hoor je van mensen die kleine schokjes voelen als ze contact maken met een kraan of een toestel. De kans is dan groot dat de woning geen goede aarding heeft of dat er problemen zijn met de koperen aardpen.

Pennen op elkaar schroeven

Het aanbrengen van een aardingspen is in ieder geval niet duur. De prijs is afhankelijk van het soort ondergrond en hoe diep de aardpen de grond in moet. Gemiddeld mag je op zo’n 350 euro rekenen. Zo’n aardpen aanbrengen neemt ongeveer twee uur in beslag. Eerst wordt hij met de scherpe kant in de grond gestoken. De pen wordt met een pneumatische hamer onder hoge druk in de grond getrild in een hoek van 10 tot 15 graden. Als de aardpen voldoende diep is, wordt de volgende aardpen erop geschroefd. Daarna worden op de aardpen klemmen aangebracht die verbonden zijn met de aardingskabel. Dan zal de elektricien de weerstand nameten. Ten slotte zal hij de kabel die aan de aarding is bevestigd, verbinden met de meterkast.

©Sersoll

De elektricien trilt de aardingspen met een pneumatische hamer in de bodem.

Hoe diep?

Hoe diep moet de aardingspen in de aarde? Soms is het al voldoende dat die staaf 1,5 meter de grond in gaat. De meest voorkomende diepte ligt tussen 3 en 6 meter, maar in zeldzame gevallen is het nodig om wel tot 10 of 12 meter diepte te gaan. De verschillende aardpennen worden met speciale moffen en koppelstukken aan elkaar gekoppeld zodat hij erg diep in de grond kan. De dikte en de diepte van de aardpen is afhankelijk van de soort grond en het grondwater waarin de pen wordt geslagen.

©Itthiphon

De aardpennen worden op elkaar geschroefd om de juiste diepte te halen. 

AARDLEKSCHAKELAAR VERSUS AARDING Zo’n aardpen werkt altijd samen met een aardlekschakelaar. Sommige mensen verwarren de aardlekschakelaar met de aarding. De verliesstroomschakelaar of aardlekschakelaar en de aarding hebben ieder een andere functie, maar vullen elkaar aan. De verliesstroomschakelaar reageert na de aarding. Wanneer een stroomlek naar de aarding wordt afgeleid, onderbreekt de verliesstroomschakelaar het interne stroomcircuit om te vermijden dat je wordt geëlektrocuteerd. Wanneer de schakelaar een fout in het circuit ontdekt, schakelt deze de bijbehorende groep uit en lekt de energie weg via de aardpen.

©Ekahardiwito - stock.adobe.com

De aardlekschakelaar vult de werking van de aarding aan.

Voorwerpen aarden

De volgende metalen voorwerpen moeten altijd geaard zijn. In geval van kortsluiting met brand zal de verzekering moeilijk doen als er geen sprake is van aarding. 

  • Wandcontactdozen

  • Metalen waterleiding

  • Radiatoren

  • Metalen frames van voorzetwanden

  • De metalen douchebak

  • De metalen badkuip

  • De boiler

  • De cv-ketel

  • Grote apparaten zoals (vaat)wasmachine, koelkast en oven

  • Zonnepanelen

▼ Volgende artikel
Hardware wallets: de veiligste manier om je crypto te bewaren
© Lukasz Stefanski
Huis

Hardware wallets: de veiligste manier om je crypto te bewaren

Bitcoin heeft deze week opnieuw zijn hoogste koers ooit bereikt. De verleiding is groot om mee te doen, zeker als je bekenden hoort over hun winst. Maar wie nu overweegt om in crypto te stappen, moet ook stilstaan bij de risico's én de beveiliging van zijn investering. Want hoe zorg je dat je je digitale munten veilig bewaart? Veel ervaren beleggers kiezen voor een hardware wallet: een klein apparaatje dat je crypto offline beschermt tegen hackers en fouten. In dit artikel lees je hoe het werkt, wat de voor- en nadelen zijn, en hoe je veilig begint.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Bitcoinmagazine.nl

Wat is een hardware wallet?

Een hardware wallet is een fysiek apparaatje (vaak een soort USB-stick) dat je private keys offline bewaart. Die private keys zijn nodig om toegang te krijgen tot je cryptomunten. In tegenstelling tot een software wallet op je computer of telefoon, is een hardware wallet niet constant verbonden met het internet. Daardoor is je crypto beter beschermd tegen hackers en malware.

Bekende merken zijn Ledger en Trezor. Bij transacties sluit je de wallet kort aan op je computer of telefoon. De transactie wordt daar voorbereid, maar pas op de hardware wallet zelf goedgekeurd. Je private key verlaat het apparaat nooit.

Waarom is dit veiliger dan een software wallet?

• Offline opslag: hackers kunnen niet zomaar bij je sleutels, omdat die fysiek op het apparaat staan.
• Geen afhankelijkheid van apps of browsers
: een phishing-link of malware op je pc krijgt geen toegang tot je wallet.
• Bevestiging op apparaat zelf
: elke transactie moet je fysiek goedkeuren op het apparaat, bijvoorbeeld via een knop of touchscreen.

Let op: veilig gebruik vereist wel discipline. Wie zijn pincode of herstelzin (seed phrase) kwijtraakt, kan zijn crypto definitief verliezen. Schrijf deze dus op en bewaar hem veilig, bijvoorbeeld in een kluis.

©rawcaptured

Wanneer kies je voor een hardware wallet?

Een hardware wallet is vooral slim als:

• je voor langere tijd crypto wilt bewaren (hodlen);
• je meer dan een paar honderd euro aan crypto bezit;
• je waarde hecht aan maximale controle en veiligheid.

Voor wie af en toe wat koopt en verkoopt via een app als Bitvavo of Binance is een software wallet of custodial wallet voldoende. Maar als je serieus bezig bent met investeren in crypto, is een hardware wallet een logische stap.

Zijn er ook nadelen?

Zeker. Een paar punten om rekening mee te houden:

• Je moet het apparaat kopen: reken op 50 tot 200 euro.
• Je moet de seed phrase handmatig opslaan en beveiligen.
• Een hardware wallet is minder snel toegankelijk dan een mobiele app.
• Als je hem kwijtraakt zonder back-up, ben je alles kwijt.

Tips voor veilig gebruik
  • Koop je wallet alleen bij de fabrikant of een erkende dealer (i.v.m. risico op gemanipuleerde apparaten).
  • Stel altijd een pincode in.
  • Schrijf je herstelzin op, liefst op papier (geen foto of notitie in je telefoon).
  • Deel je seed phrase met niemand.
  • Overweeg een tweede wallet als back-up.

En hoe zit het met regulering?

Cryptovaluta blijven risicovol. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) adviseert particuliere beleggers om zich goed in te lezen voordat ze beginnen met beleggen in crypto. Op hun website vind je een praktische checklist waarmee je snel kunt zien of beleggen — in crypto of andere producten — iets voor jou is.

Ook handig: voor wie meer wil weten over actuele trends in crypto en blockchain, biedt Bitcoinmagazine.nl dagelijks nieuws, koersinformatie en uitleg. Dit soort bronnen helpen je op de hoogte te blijven zonder dat je blind ergens instapt.

Tot slot: hoe houd je overzicht?

Een hardware wallet gebruik je vaak in combinatie met desktopsoftware of een app. Daarmee kun je transacties voorbereiden, je saldo bekijken en notificaties instellen. Voor mobiel gebruik blijft een bankapp natuurlijk onmisbaar. Denk aan betalen, alerts en koppeling met je beleggingsrekening. De Consumentenbond heeft een overzicht gemaakt van wat je veilig mag verwachten van mobiel bankieren.

Een slimme strategie? Gebruik een hardware wallet voor opslag, je mobiel voor notificaties, en je desktop voor analyse. Zo heb je snelheid, overzicht én veiligheid in één.

▼ Volgende artikel
Zo stel je jouw ideale keuken samen
© Andy Dean Photography
Huis

Zo stel je jouw ideale keuken samen

Natuurlijk is het belangrijk hoe een keuken eruitziet, maar het draait vooral om hoe je hem gebruikt. Een goede keuken sluit aan op jouw manier van koken en leven, met een logische indeling en keuzes die het dagelijks gebruik makkelijker maken. In dit artikel laten we zien hoe je stap voor stap tot een ontwerp komt dat echt bij je past – van de eerste schetsen tot het kiezen van werkbladen, apparatuur en grepen.

Zelf je keuken samenstellen? Dit is belangrijk:
  • Beschikbare ruimte
  • Je keukengewoontes
  • Werkhoogte
  • Opbergruimte
  • Materialen
  • Stijl
  • Apparatuur

Begin bij de ruimte en je gewoontes

Voordat je nadenkt over frontjes en kleuren voor je nieuwe keuken, kijk je naar de ruimte die je hebt. Is het een dichte keuken of is hij open en loopt hij naadloos door in je woonkamer? Hoeveel wandlengte is beschikbaar? Waar zitten de ramen, deuren en aansluitpunten? Het helpt om de plattegrond van je keuken op schaal te tekenen. Nog beter: gebruik een digitale tool waarmee je je ontwerp meteen in 3D ziet (zie kader verderop).

Daarna kijk je naar je eigen kookgedrag. Sta je vaak uitgebreid te koken of wil je vooral snel en makkelijk eten kunnen maken? Heb je veel spullen die opgeborgen moeten worden of houd je het graag minimalistisch? De antwoorden op die vragen bepalen welke indeling het best werkt: een rechte wandopstelling, een hoek, een U-vorm of juist een kookeiland.

Let bij het indelen op de zogeheten werkdriehoek. Daarmee bedoelen we de afstand tussen kookplaat, spoelbak en koelkast. Die drie punten vormen samen het hart van je keuken. Hoe dichter deze drie bij elkaar liggen, hoe makkelijker en sneller je werkt. Je hoeft minder heen en weer te lopen en hebt alles onder handbereik.

De ideale werkhoogte

De ideale hoogte van een aanrecht hangt af van je lichaamslengte. Werk je te laag, dan moet je steeds voorover buigen. Werk je te hoog, dan gaan je schouders omhoog. Beide zijn vermoeiend. Daarom loont het om bij het samenstellen van je keuken stil te staan bij de juiste werkhoogte. Een handig uitgangspunt: als je rechtop staat met je armen gebogen in een hoek van 90 graden, dan ligt het werkblad ongeveer 10 tot 15 cm onder je ellebogen. Hieronder zie je een indicatie op basis van je lengte.

LichaamslengteAanbevolen werkbladhoogte
Tot 1,70 meter85 tot 90 cm
1,70 tot 1,90 meter90 tot 95 cm
Langer dan 1,90 meter95 tot 100 cm

Let op: dit zijn richtlijnen. De beste hoogte bepaal je uiteindelijk door zelf even te testen wat prettig voelt – bijvoorbeeld op een instelbaar werkblad of in een showroom met verschillende hoogtes.

Hoeveel opbergruimte heb je nodig?

Gebruik je vaak pannen of bakvormen, dan heb je meer aan een paar brede lades dan aan een kast met planken. Je ziet in één oogopslag wat waar ligt, en je hoeft niet op je knieën om achter in het kastje iets te zoeken. Dat werkt net wat makkelijker – zeker als je dagelijks kookt. Zorg ook dat je je spullen straks logisch kunt verdelen. Het is handig om keukengerei bij de kookplaat op te bergen, schoonmaakspullen onder de spoelbak, en om je voorraad in een hoge kast of ladeblok te bewaren.

Nog iets om bij je ontwerp rekening mee te houden: laat voldoende ruimte over om kastdeuren te openen zonder dat ze elkaar raken. Ook is het prettig om rond het fornuis en de spoelbak minstens 90 centimeter loopruimte te hebben.

©Phurichai

Materialen en stijl: meer dan alleen smaak

Frontjes bepalen in grote mate de uitstraling van je keuken, maar het materiaal zegt ook iets over onderhoud en levensduur. Een gelakte keuken ziet er strak uit, maar is gevoeliger voor krassen en vingerafdrukken. Hout voelt warm aan, maar vraagt meer onderhoud. Kunststof of melamine is onderhoudsvriendelijk en budgetvriendelijk, maar minder duurzaam op de lange termijn.

Voor het werkblad is het goed om verder te kijken dan alleen uiterlijk. Composiet is sterk en makkelijk schoon te houden. Keramiek kan tegen hitte, maar is gevoelig voor harde klappen. Marmer en graniet hebben een unieke uitstraling, maar vereisen regelmatig onderhoud. Houd bij je keuze rekening met hoe je de keuken gebruikt en hoeveel tijd je aan schoonmaak en onderhoud wilt besteden.

Ook de grepen spelen een rol. Een greeploze keuken oogt strak, maar kan onpraktisch zijn als je snel iets wilt pakken. Met zichtbare grepen maak je het jezelf makkelijker – en kies je meteen een detail dat stijl en karakter toevoegt.

©Анастасия Купавц

Apparaten kiezen die bij je passen

Een keuken zonder apparatuur bestaat niet, maar de vraag is welke apparaten je nodig hebt – en hoe je ze slim plaatst. Veel mensen kiezen tegenwoordig voor een inductiekookplaat. Die werkt snel, is energiezuinig en makkelijk schoon te maken. Let wel op de aansluiting: sommige modellen werken op een gewoon stopcontact, maar krachtigere platen hebben een aparte 3-fasengroep nodig in de meterkast.

Belangrijker dan het type is de vraag hoeveel kookzones je nodig hebt. Kook je vaak met meerdere pannen tegelijk? Dan is een brede plaat met vijf of zelfs zes zones handig. Sta je meestal alleen eenpansgerechten te maken, dan volstaat een compactere uitvoering.

Bedenk of je een losse oven wilt, een combi-oven of een stoomoven. Denk na over het formaat en de plaatsing van je koelkast: vrijstaand of inbouw, met vriesvak of zonder. En vergeet de afzuiging niet. In een open keuken werkt een plafondunit of geïntegreerde afzuiging in het kookplaatblad vaak beter dan een klassieke afzuigkap aan de muur.

Bij de plaatsing geldt: apparaten die je vaak gebruikt, moeten makkelijk bereikbaar zijn. Een oven op ooghoogte voorkomt bukken. De vaatwasser naast de spoelbak scheelt heen en weer lopen. Kies je voor een Quooker of een losse kokendwaterkraan? Denk dan ook aan de benodigde ruimte voor het reservoir.

In beeld: ontwerp je keuken met een 3D-planner

Wil je al je ideeën meteen tot leven brengen? Gebruik dan een 3D-keukenplanner, zoals die van Bemmel & Kroon. Je tekent je eigen ruimte in, plaatst ramen en deuren en sleept vervolgens keukenelementen op hun plek. Frontjes, kleuren, apparaten en opstellingen kun je eindeloos combineren. Zo krijg je direct een realistisch beeld van je toekomstige keuken. Het fijne: je hoeft niet meteen naar de winkel, maar kunt thuis op je gemak proberen, aanpassen en verfijnen.

Van ontwerp naar uitvoering

Ben je tevreden met je ontwerp? Neem dan de tijd om alles nog één keer kritisch door te lopen. Kloppen de looproutes? Heb je voldoende werkruimte tussen kookplaat en spoelbak? Zit de oven op een prettige hoogte? Zijn alle opbergruimtes logisch ingedeeld? Kijk ook naar de plaats van je aansluitpunten: water, stroom en afzuiging moeten aansluiten op wat je hebt gepland.

Heb je je keuken in een 3D-tool ontworpen? Dan kun je die visualisatie gebruiken om een afspraak te maken met een adviseur of keukenwinkel. Samen kijk je dan of je ontwerp technisch haalbaar is en welke materialen en apparaten beschikbaar zijn. Pas als alles klopt – van de maatvoering tot de afwerking – is het tijd om je keuken echt te gaan bestellen.