ID.nl logo
Regen gebruiken om te besparen op leidingwater: zo doe je dat
© Nah Ting Feng
Energie

Regen gebruiken om te besparen op leidingwater: zo doe je dat

Het regent in Nederland gemiddeld 192 dagen per jaar. Wie denkt dat er meer regendagen zijn dan vroeger, vergist zich. Het aantal dagen dat we de paraplu moeten bovenhalen is de afgelopen zestig jaar niet veranderd. Het regent niet vaker, maar helaas wel harder. Als er iets is waar we in Nederland meer dan genoeg van hebben dan is het regenwater. Toch maken we er te weinig gebruik van om te besparen op leidingwater, dat ieder jaar fors duurder wordt.

In het kort … Het is zonde dat je regenwater gewoon richting riolering laat lopen, zeker nu het leidingwater ieder jaar duurder wordt. Op deze manier maak je er nuttig gebruik van. En dan hebben we het niet over een simpele regenton in de tuin.

Lees ook: Zero waste huishouden: dit kun je zelf doen om minder weg te gooien

Minder regenwater-hergebruik in Nederland

Een uitgekiend systeem om regenwater te gebruiken om de toiletten te spoelen, om in de wasmachine te gebruiken, om de wagen te wassen en de tuin te sproeien dateert van begin de jaren 90 en vindt zijn oorsprong in Duitsland. Ook in Vlaanderen nam dit een enorme vlucht. Zeker toen de wetgever in 2005 zo’n systeem verplichtte bij nieuwbouw. Hierdoor worden er in Vlaanderen honderdduizenden regenwaterputten benut.

In Nederland is het aantal toiletten dat met regenwater wordt gespoeld nog erg beperkt. De Nederlandse wet hierover is wazig en laat veel ruimte voor discussie. De verantwoordelijkheid voor de hemelwaterafvoer ligt hier in de eerste plaats bij de eigenaar van het perceel, maar als het technisch niet redelijk is om het af te voeren, dan mag die de verantwoordelijkheid doorschuiven naar de gemeente. Dat geeft dus stof voor discussie over wat redelijk is en over wie er uiteindelijk verantwoordelijk is.  

©www.vewin.nl

Je kunt een flink deel (49,1 liter of 41 procent) uitsparen als je regenwater gebruikt voor de wasmachine en toiletten. (Bron: Vereniging van drinkwaterbedrijven in Nederland)

Lees ook: Waarom iedereen een regenton in de tuin zou moeten hebben

WATEROVERLAST VOORKOMEN De landen die regenwaterputten verplichtten, deden dat niet in de eerste plaats om op leidingwater te besparen. In Vlaanderen met zijn typische lintbebouwing liep men sneller dan in Nederland tegen de capaciteit van het rioolstelsel aan. Bovendien was er een toename van verhard oppervlak. Dat in combinatie met extreme regenbuien zorgde dat men vaker te maken kreeg met lokale wateroverlast. Men zocht dus naar oplossingen om water te bufferen. In Nederland hebben we de neiging om daarvoor de oplossing te zoeken aan het einde van de afvoerbuis, in Vlaanderen zoekt men de oplossing op het perceel zelf. 

Waarom zou je regenwater opvangen en gebruiken?

  • Water is sowieso een kostbaar goed. De vraag naar drinkwater stijgt ieder jaar. Regenwater is daarentegen gratis. Het is bijna absurd dat mensen niet veel eerder aan het huishoudelijk gebruik van regenwater hebben gedacht. De waterrekening wordt hierdoor in ieder geval lager.

  • Door het hemelwater op te vangen vorm je een buffer voor bij felle stortregens. Regenputten vangen vaak een flink deel van het water op voordat het overtollige water via de overloop naar de riolering gaat.

  • Leidingen die aangesloten zijn op regenwater en ook de spoelmechanismen van toiletten hebben minder te lijden van kalkaanslag.

  • Regenwater is zachter dan leidingwater dat in bepaalde regio’s erg hard kan zijn. Zo is regenwater uitstekend geschikt om een stenen vloer te poetsen. Als je regenwater gebruikt om je kleding te wassen, hoef je geen waterverzachter te gebruiken en hoef je niet te vrezen voor kalkaanslag. Een hoog kalkgehalte remt de werking van wasmiddelen af. Door zacht regenwater te gebruiken, wordt de was even schoon met veel minder waspoeder.  

Zin in nog zuiverder water dan uit de kraan?

Filter het extra met een speciale waterkan!

Geleidelijk infiltreren

Regenwaterputten zorgen dus niet alleen voor gratis water voor huishoudelijk gebruik, ze zorgen ook voor vertraagde regenafvoer. Wanneer de regenwaterput vol is, stroomt het water er niet snel uit, het sijpelt langzaam door naar de gemeentelijke hemelwaterafvoer, naar infiltratiesystemen of naar wadi’s. Dankzij regenwaterputten gebruiken we zelf zoveel mogelijk regenwater en het overtollige water laten we lokaal infiltreren. 

©VectorMine - stock.adobe.com

Zo ziet een regenwatersysteem er uit.

Opbouw van een regenwatersysteem

  1. Een goed regenwatersysteem bestaat uit verschillende onderdelen. Het regenwater op het dak stroomt via de regenpijp eerst in een toezichtput voordat het verder richting regenwaterput gaat. 

  2. Vervolgens passeert het water een voorfilter, dat de grootste vervuiling, zoals bladeren, dode vogels, takjes en andere smurrie, tegenhoudt. Hierdoor raakt de opslagtank minder snel vervuild.

  3.  Dan komt het regenwater in een ondergrondse opslagtank. Hierin blijft het water koel en de waterkwaliteit wordt niet aangetast door algen, want zo’n tank is vanbinnen donker. 

  4. Om het regenwater te kunnen hergebruiken, heb je een pomp nodig, dat is de hydrofoorpomp. Zo’n hydrofoor pompt het water uit de tank en slaat een aantal liter onder druk op in een klein reservoir. Als je de kraan openzet van de leiding die op de hydrofoorpomp is aangesloten, komt het water er onder druk uit, net als bij leidingwater. Ondertussen start de pomp automatisch op om het reservoir aan te vullen en de druk op peil te houden. 

  5.  Natuurlijk moet er zuiver water uit de kraan komen, daarom staat er tussen de pomp en de leidingen opnieuw een filtersysteem. Dat is een sedimentfilter met een doorlaatbaarheid van 10 micron om de fijne deeltjes tegen te houden. Deze filter kan aangevuld worden met een actief koolstoffilter dat ook geuren voorkomt. Hierdoor vermijd je ook dat er verkleuring in de toiletten en wasmachine optreedt als je daar regenwater gebruikt. 

  6. De laatste stap is de overloop vanuit de regenput naar de openbare riolering, of nog beter: naar een infiltratiesysteem in de tuin. Bij hevige regen of onweer zal het regenwater dan niet de riolering belasten maar geleidelijk in de bodem sijpelen. Dat infiltratiesysteem kan bestaan uit draineerbuizen, infiltratiekratten, of een wadi. Een wadi is een lagergelegen stuk tuin dat als lokale overstromingszone dienstdoet. Het is wel niet de bedoeling dat het water in de wadi blijft staan. Het zou na enkele uren verdwenen moeten zijn. 

Beter beton

Bij voorkeur bestaat zo’n tank uit beton. De samenstelling van beton maakt het regenwater nog zachter en natuurlijke zuurtegraad wordt geneutraliseerd. Dit heeft het voordeel dat het regenwater minder hard is voor de leidingen en toestellen. Er zijn ook geprefabriceerde kunststoffen tanken die verstevigingsribben bevatte. Ook dit type wordt meestal ingegraven. Zelden zie je nog een gemetste regenwaterput of een deel van de kelder dat wordt uitgevoerd als wateropslagplaats. 

©www.gepwater.com

Verschillende soorten regenwatertanks.

REGENWATER IS GEEN DRINKWATER Je mag regenwater niet gebruiken om te koken, te drinken en zelfs niet om je tanden te poetsen. Daarvoor is drinkwaterkwaliteit verplicht. Maar voor heel wat huishoudelijke toepassingen hoeft water niet van drinkbare kwaliteit te zijn. Dat betekent wel dat je gescheiden leidingen gebruikt. Een voor het regenwater en een voor drinkwater. Is het regenwater op, dan kun je het toestel alsnog op kraanwater aansluiten. Het is niet toegestaan om een vaste verbinding te maken tussen regenwater en kraanwater. De professionele loodgieter weet dat. Wanneer er dan iets stuk zou gaan in de koppeling, dan komt het regenwater in de kraanwaterleiding terecht en daardoor wordt het leidingwater ondrinkbaar. 

Grootte van de regenwaterput

Hoe groot moet de regenwaterput zijn? Sommige bouwers gaan van het principe uit dat je beter meteen een zo groot mogelijke put laat plaatsen. Toch is dat geen goed idee. Het is beter dat de regenwaterput af en toe overloopt. Op die manier kunnen drijvend vuildeeltjes afvloeien en ontstaat er aërobisch evenwicht dat de waterkwaliteit garandeert.

De vuistregel is dat de minimale grootte moet volstaan om een droogteperiode van 20 dagen te overbruggen. Op Regenwolk.be vind je een uitstekende tool om de dimensies van de regenwaterput te berekenen. De tool houdt rekening met het type dak, de overdekte oppervlakte en de hoeveelheid water die je jaarlijks verbruikt (dat vind je op de afrekening) en de beoogde leegstand. 


▼ Volgende artikel
Hoe werkt een Quooker eigenlijk?
© Quooker
Huis

Hoe werkt een Quooker eigenlijk?

Een Quooker lijkt op het eerste gezicht een gewone kraan, maar wie zo'n systeem eenmaal in huis heeft, wil vaak niet meer zonder. Met één draai of druk komt er direct kokend water uit de kraan. Ideaal voor thee, koken of schoonmaken. Maar hoe werkt zo'n Quooker eigenlijk precies? En wat gebeurt er allemaal onder het aanrecht? In dit artikel lees je er alles over.

Wat is een Quooker?

De naam Quooker is een samentrekking van 'quick cooker' – een snelle manier om kokend water te krijgen. In de basis bestaat het systeem uit twee onderdelen: een speciale kraan op het aanrecht en een reservoir dat onder het aanrecht wordt geplaatst. Sommige modellen leveren naast kokend water ook warm, koud, bruisend of gekoeld water.

Hoewel Quooker een merknaam is, wordt de term vaak gebruikt als soortnaam voor kokendwaterkranen. Toch is het een gepatenteerd systeem dat op een andere manier werkt dan veel van de goedkopere alternatieven.

Het hart van het systeem: het reservoir

Onder het aanrecht bevindt zich het reservoir, dat meestal in een keukenkastje wordt geplaatst. Hierin wordt een voorraad water continu op 110°C gehouden onder druk. Omdat het reservoir is geïsoleerd, blijft de warmte behouden zonder dat er voortdurend veel energie nodig is. Je kunt het vergelijken met een thermosfles, maar dan geavanceerder en onder druk.

Doordat het water boven het kookpunt zit en onder druk wordt bewaard, kookt het pas als het uit de kraan komt. Dat voorkomt borrelend water in het reservoir zelf en maakt het systeem veiliger. Pas zodra je de kraan opent, ontsnapt de druk en wordt het water omgezet in 'echt' kokend water (100 °C).

Zo komt het water uit de kraan

De kraan op het aanrecht is speciaal ontworpen om kokend water veilig te kunnen doseren. Afhankelijk van het model moet je een draai-, druk- of duwbeweging maken, vaak met een extra beveiliging zoals een dubbele druk- en draaibeweging om per ongeluk gebruik te voorkomen. Zodra je de kraan opent, stroomt er direct kokend water uit.

Bij modellen met meerdere functies, zoals de Fusion of Flex, komt koud, warm en kokend water allemaal uit één kraan. Bij een Nordic-model zijn er aparte kranen: één voor gewoon water en één voor kokend water.

©Quooker

Veiligheid voorop

Veiligheid is een belangrijk aandachtspunt bij kokendwaterkranen. De Quooker-kraan heeft een vernevelde straal, waardoor de kans op ernstige brandwonden klein is. De buitenkant van de kraan wordt bovendien niet heet, ook niet bij veelvuldig gebruik. Daarnaast is de kraan vast gemonteerd; hij kan dus niet omvallen. En omdat het water constant op 110°C  gehouden wordt, is er ook geen kans op legionella. Tot slot zorgt de bediening (drukken en draaien) ervoor dat de kans dat iemand per ongeluk kokend water aftapt, klein is. En waar we 'iemand' zeggen, bedoelen we natuurlijk ook kinderen! Ook zie je aan de gekleurde ring of je met kokend water te maken hebt: rood = heet!

©Quooker | Inga Powilleit

Energieverbruik en efficiëntie

Op het eerste gezicht lijkt het energieverslindend om continu water op 110°C te houden. Maar door de goede isolatie verbruikt het reservoir verrassend weinig stroom: gemiddeld zo'n 10 watt in stand-by. Daarmee is het systeem zuiniger dan het meerdere keren per dag aanzetten van een waterkoker, zeker in huishoudens waar veel gebruik wordt gemaakt van heet water. Ter vergelijking: een Quooker verbruikt in 170 minuten stand-by ongeveer evenveel energie als een waterkoker in 1 minuut. Het totale jaarverbruik ligt op ongeveer 511 kWh voor een gemiddeld gezin; naast het verbruik in stand-by moet je natuurlijk ook rekening houden met de stroom die nodig is om steeds nieuw water op te warmen.

Bij sommige modellen kun je een Quooker ook combineren met een zogenaamde COMBI of COMBI+ boiler. Daarmee levert het systeem niet alleen kokend water, maar ook direct warm water voor bijvoorbeeld de keukenkraan. Dat voorkomt wachttijd en verspilling van water terwijl je wacht op warm water uit de cv-ketel.

Ook bruisend en gekoeld water

Wil je naast kokend water ook gekoeld en/of bruisend water uit de kraan, dan kun je het systeem uitbreiden met de Quooker CUBE. Dit is een aparte koelunit die naast het reservoir wordt geplaatst. Hierin zit ook een CO₂-cilinder waarmee je zelf bruiswater kunt tappen. De CUBE koelt het water tot ongeveer 5°C.

Samenvattend

Een Quooker werkt op basis van een drukreservoir waarin water op 110°C wordt gehouden. Zodra je de kraan opent, ontsnapt de druk en krijg je direct kokend water. Dankzij goede isolatie is het energieverbruik laag. De bediening is kindveilig en de straal is verneveld om brandwonden te voorkomen. Met extra opties zoals de COMBI-boiler of de CUBE-unit kun je het systeem uitbreiden voor warm, gekoeld en bruisend water. Je hebt dus veel mogelijkheden; laat je daarom goed voorlichten in de winkel waar je een Quooker wilt kopen.

▼ Volgende artikel
Dead internet theory: is het internet nog van ons?
© flying_hams
Huis

Dead internet theory: is het internet nog van ons?

Misschien heb je het al gemerkt: je komt online steeds meer posts en reacties tegen die door kunstmatige intelligentie zijn gemaakt. Het aantal bots dat zich voordoet als gewone internetgebruikers lijkt verder toe te nemen. Stevenen we af op een internet dat, zonder dat we het doorhebben, wordt gedomineerd door AI-gegenereerde content?

In dit artikel laten we zien hoe je als internetgebruiker om kunt gaan met de toenemende stroom aan AI-gegenereerde content:

  • Ontdek wat de Dead Internet Theory inhoudt
  • Begrijp hoe AI-bots worden ingezet voor misleiding, manipulatie en catfishing
  • Bekijk welke oplossingen worden voorgesteld (en waarom ze nog niet volstaan)
  • Weet dat kritisch internetgebruik belangrijker is dan ooit

Lees ook: AI of echt? Zo zie je het!

Met de opkomst van generatieve AI werd het eind 2022 ineens veel makkelijker om een bot teksten en afbeeldingen te laten creëren alsof ze door een mens zijn gemaakt. Vooral nu we een paar jaar verder zijn en AI-modellen alsmaar beter lijken te worden, wordt het ook lastiger om te weten of een onlinefoto of -post door een mens of door een bot is gemaakt. Steeds meer internetgebruikers vrezen dat we op een punt komen dat er zó veel realistische AI-content online wordt geslingerd, dat posts, reacties, foto’s en video’s van menselijke gebruikers worden ondergesneeuwd door die van bots. Als dat scenario werkelijkheid wordt, is het internet dan nog wel bruikbaar?

Niet te bewijzen

Over de angst voor zo’n doemscenario wordt al lange tijd gediscussieerd, maar pas sinds kort begint dit idee populair te worden. Dat komt voornamelijk door de ‘Dead Internet Theory’. Die werd in 2021 bedacht door een internetforumgebruiker en stelt dat het internet al sinds 2016 hoofdzakelijk uit bots bestaat. “Deze theorie werd al snel een meme die zich over het hele internet verspreidde”, zegt Danny Lämmerhirt. Hij staat aan het hoofd van het Future Internet Lab van onderzoeksinstantie Waag Futurelab, dat zich bezighoudt met de toekomstige ontwikkeling van het internet.

Volgens hem is het dan ook geen wetenschappelijke theorie, aangezien de claim niet is te bewijzen. Dat beaamt Maarten Sukel, AI-ontwikkelaar en schrijver van het boek De AI-revolutie. “Het is erg lastig meetbaar, omdat de AI-modellen zo goed zijn geworden.” Toch vindt hij de theorie niet per se vergezocht. “Als je de logica volgt dat je een beperkt aantal mensen hebt op de wereld, maar in theorie een onbeperkt aantal bots online kunt loslaten, is de kans groot dat er op een gegeven moment zoveel bots zijn dat ze voornamelijk nog met elkaar praten.”

Wantrouw de babypauw

Er zijn in ieder geval aanwijzingen dat de AI-content toeneemt. Zo toont een onderzoek van Harvard aan dat de hoeveelheid kunstmatige media en hun zichtbaarheid op X in 2023 duidelijk is gegroeid. Daarnaast heeft Meta onlangs aangekondigd dat het vanaf 2025 meer AI-gegenereerde content op Facebook en Instagram wil plaatsen. Dit gebeurt onder meer door zelf een lading AI-profielen op de sociale media los te laten die met echte gebruikers moeten communiceren. De techreus hoopt dat zijn platformen daardoor ‘vermakelijker en aantrekkelijker’ worden, zodat mensen langer actief blijven op de sociale media.

Een door Meta gemaakt AI-account op Instagram.

Ook als je geen sociale media gebruikt, is de toename van online AI-content merkbaar. Zoek op Google Afbeeldingen maar eens naar ‘Baby Peacock’. Een groot deel van de foto’s die je daar ziet, is AI-gegenereerd. “Dat komt doordat de echte babypauw nogal lelijk is”, legt Sukel uit. “Er worden daardoor amper foto’s van gemaakt en dus zijn plaatjes van een babypauw vaak nep.” Dit is nu nog een uitzonderingsgeval, maar geeft wel aan dat AI al vrijwel overal op het internet zijn sporen nalaat.

©Abdallah - stock.adobe.com

Deze babypauw is net zo schattig als dat hij nep is.

Beeld: Abdallah, stock.adobe.com.

Makkelijker catfishen

De toename van AI-gegenereerde content is volgens Lämmerhirt op zichzelf geen reden voor zorg. “Als je voor de lol een dom AI-plaatje online deelt, kan het heel onschuldig zijn. Het wordt pas een probleem als het misleidend wordt.” AI-bots worden daar volgens de deskundigen regelmatig voor ingezet, bijvoorbeeld op datingplatforms. Een gesprekspartner kan zomaar een bot zijn die je probeert op te lichten. “Die vraagt dan bijvoorbeeld met een of andere smoes of je geld kunt opsturen. Dat is wel heel kwalijk en iets waar je goed op moet letten.”

Bots op datingapps zijn geen nieuwe ontwikkeling, maar volgens de AI-ontwikkelaar wordt het probleem wel verergerd door generatieve AI. “Voorheen werden nepprofielen nog gemaakt op basis van echte foto’s. Als je toentertijd werd gecatfisht, kon je altijd nog opzoeken of de profielfoto ergens online te vinden was en op die manier achterhalen dat je met een oplichter aan het praten was. Inmiddels kan dat niet meer, omdat je gezichten gewoon kunt genereren.”

Wordt AI-content steeds beter?

Generatieve AI is de laatste jaren met sprongen vooruitgegaan. AI-bedrijven tuimelen over elkaar heen om nóg betere AI-modellen te introduceren. Het is nu al niet eenvoudig om AI-content te herkennen. Als deze vooruitgang zich voortzet, dan is dat over een aantal jaar vrijwel helemaal onmogelijk.

Het is alleen nog helemaal niet zeker óf AI steeds maar beter blijft worden. “De kwaliteit van generatieve content neemt mogelijk op een gegeven moment zelfs af”, legt Danny Lämmerhirt uit. “Veel van de trainingsdata van AI komt van onlinecommunity’s. Om AI in de toekomst verder te trainen heb je ook meer trainingsdata nodig. Mogelijk worden bots nu dus getraind op kunstmatige content, waar veel data van lage kwaliteit tussen zit.” Dan krijg je te maken met het ‘garbage-in-garbage-out’-principe. Dat zou kunnen betekenen dat chatbots nóg vaker onjuiste informatie gaan verspreiden.

Kaas vastlijmen

Ook kunnen AI-bots worden gebruikt om politieke meningen van gebruikers te beïnvloeden, weet Robin Effing, AI- en socialmediadeskundige bij de Universiteit van Twente. “Veel partijen, waaronder regimes, hebben er belang bij om online discussies te verstoren. Eerder werden daar mensen uit landen als India voor betaald. Zij werden achter de computer gezet, maar het wordt steeds makkelijker om dat soort werk aan chatbots over te laten.” Zo bleek onlangs dat Rusland duizenden bots op sociale media als TikTok had losgelaten om de Roemeense verkiezingen te beïnvloeden.

Bots verspreiden overigens niet alleen schadelijke desinformatie in opdracht van kwaadwillenden. AI heeft van zichzelf al de neiging om onjuiste informatie te genereren. Lämmerhirt noemt als voorbeeld een incident waarbij Googles AI-zoekmachine een opvallend antwoord gaf op de vraag: ‘Hoe zorg je ervoor dat kaas niet van je pizza afvalt?’ Het advies? De kaas met lijm aan de pizzabodem vastplakken.

Waar dit antwoord vandaan kwam? Iemand plaatste dit advies als grap op een forum, waarna de bot het klakkeloos als serieuze tip overnam. “Dat is wel illustratief van wat er kan gebeuren als je AI ongecontroleerd zijn gang laat gaan.”

Kaas aan pizza vastlijmen? Prima idee, volgens Google.

Minder moderatie

Om de toestroom van AI-desinformatie in de kiem te smoren zijn er volgens de experts verschillende opties, al is geen van allen echt ideaal. AI-modellen kunnen bijvoorbeeld AI-content gaan voorzien van een onzichtbaar watermerk, zodat herkenningssoftware meteen ziet of een post van ChatGPT vandaan komt of een foto nep is. Het is alleen moeilijk om alle AI-modellen – waar er duizenden van zijn – te dwingen om watermerken te gaan gebruiken. “Momenteel is er ook geen trend dat dit uit eigen beweging gedaan wordt”, vertelt Lämmerhirt. Daarnaast kunnen zulke watermerken momenteel nog eenvoudig worden omzeild. Effing: “Er zijn veel maskeringstechnieken om AI-content te verbergen. ChatGPT-teksten kun je bijvoorbeeld in een algoritme gooien dat bepaalde tekens verwisselt, zoals de hoofdletter i met de kleine l. Mensen zullen het verschil niet zien, maar detectiesoftware kun je zo om de tuin leiden.”

Volgens Lämmerhirt is strengere moderatie een betere optie. Techplatformen moeten dan zelf actief (AI-gegenereerde) desinformatie opsporen en verwijderen, misschien ook wel met behulp van AI-systemen. “We zien alleen dat X en sinds kort ook Meta steeds minder modereren”, vervolgt de Waag-onderzoeker. In plaats daarvan willen ze leunen op een systeem waarbij gebruikers zelf misleidende content van een ‘fact check-label’ kunnen voorzien. “Dat is een slechte aanpak, want dat laat zien dat deze bedrijven zelf geen keuzes meer willen maken en hun rol van platformbeheerder niet serieus nemen.”

AI-detectiesoftware is nog verre van betrouwbaar. De tekst in deze afbeelding is volledig door AI geschreven, maar de software denkt daar anders over.

China-model

Nog een andere oplossing zou zijn om gebruikers zich te laten verifiëren voordat ze een account aan mogen maken, om te voorkomen dat ze meerdere ‘sock puppet-profielen’ kunnen beheren. Op sommige platformen, zoals chatdienst Signal, gebeurt dat al met een telefoonnummercontrole. Dat is volgens Sukel een redelijk betrouwbare manier om te controleren of je gebruikers echt zijn, maar waterdicht is het niet. Je kunt namelijk ook een prepaid simkaart kopen en daar een bot aan koppelen. Een zogeheten China-model is volgens Effing een grondigere methode. “Dan moet je bijvoorbeeld naar het gemeentehuis met je paspoort voordat je een account krijgt. Dan ben je van heel veel problemen af. Alleen dat leidt tot massasurveillance en dat is ook niet gewenst.”

Op Signal moet je je telefoonnummer verifiëren voordat je een account krijgt.

Is generatieve AI alleen maar slecht?

“Van alle vormen van kunstmatige intelligentie kleven aan generatieve AI misschien wel de meeste negatieve aspecten”, stelt Maarten Sukel. Hoewel deze vorm van AI volgens hem niet bevorderlijk is voor de kwaliteit van content op het internet, zijn er op andere gebieden wel nuttige toepassingen te bedenken. “Zo zijn er nu slimme brillen met een ingebouwde AI die kan omschrijven wat er te zien is. Bijvoorbeeld: er staan mensen voor je, de een heeft een groene trui aan, het ziet er gezellig uit. Dat helpt blinde mensen enorm.”

Ook voor entertainmentdoeleinden kan generatieve AI veel lol bieden, al zit daar volgens Sukel ook een addertje onder het gras. “Bij generatieve AI moet je er altijd rekening mee houden dat hoe meer data je genereert, hoe meer energie het kost. Een tekstje valt nog mee, een plaatje genereren is al wat energie-intensiever. Maar bijvoorbeeld een video maken is een van de meest energieverslindende dingen die je met AI kunt doen.” Een gepersonaliseerde Netflix-film genereren klinkt dus misschien best aantrekkelijk, maar is niet de milieuvriendelijkste keus.

Voor blinden heeft generatieve AI wellicht het meeste bestaansrecht (beeld: Kaspars Grinvalds, stock.adobe.com).

Blijf op je hoede

Kortom, een écht goede methode om schadelijke AI-content en -bots te weren is er nog niet. Nóg niet inderdaad, want de deskundigen hebben er vertrouwen in dat de huidige uitdagingen met AI op te lossen zijn. Zo denkt Sukel dat onderzoekers vroeg of laat een manier verzinnen om AI-gegenereerde desinformatie betrouwbaar weg te filteren. “In het verleden is dat ook altijd gelukt, bijvoorbeeld met e-mail”, zegt de AI-ontwikkelaar. “Daar werd steeds meer spam verstuurd, maar toen kwamen er robuuste spamfilters en is dat probleem in zekere zin opgelost.”

Spamfilters voor e-mails doen hun werk goed; krijgen we in de toekomst iets soortgelijks voor AI-content?

Tot het zover is, moeten we ermee leven dat we het internet delen met veelal onzichtbare en onbetrouwbare bots. Effing raadt daarom aan om altijd goed op je hoede te blijven. “Ik denk dat het heel gezond is om je bij elke reactie op internet als eerste af te vragen: hoe groot is de kans dat dit door een reguliere burger geschreven is? Je kunt er momenteel van uitgaan dat de meerderheid van de user-generated content online niet door gewone mensen is geschreven, maar ofwel door ingehuurde mensen of door een bot.”

Volgens Sukel moet je vooral bij gebruikersrecensies goed op je tellen passen. “Het is natuurlijk heel makkelijk om tegen een AI-bot te zeggen: schrijf 500.000 negatieve recensies over mijn concurrent en evenveel positieve over mijn eigen toko. Je kunt niet meer blind vertrouwen op platformen als Tripadvisor.”

Lämmerhirt ziet dat gebruikers langzamerhand beter worden in het herkennen van bots. “Er zijn onderzoeken die aantonen dat mensen hun onlinegedrag aanpassen. Ze ontwikkelen strategieën om nepaccounts te identificeren en vermijden deze accounts vervolgens. Hier valt nog wel veel winst te behalen. Ik denk dus dat het belangrijk is dat we ervoor zorgen dat mensen nog kritischer worden op de oorsprong van online content.”

“Als je op een platform zit met veel AI-onzin waar je niet blij van wordt, ga dan lekker weg”, adviseert Sukel tot slot. “Jij bent het product. Als er genoeg mensen weggaan, wordt dat platform gedwongen om zich te verbeteren. Je hoeft het niet zomaar te accepteren.”

Gebruikersrecensies op Tripadvisor: zijn ze nog te vertrouwen?