ID.nl logo
Regen gebruiken om te besparen op leidingwater: zo doe je dat
Energie

Regen gebruiken om te besparen op leidingwater: zo doe je dat

Het regent in Nederland gemiddeld 192 dagen per jaar. Wie denkt dat er meer regendagen zijn dan vroeger, vergist zich. Het aantal dagen dat we de paraplu moeten bovenhalen is de afgelopen zestig jaar niet veranderd. Het regent niet vaker, maar helaas wel harder. Als er iets is waar we in Nederland meer dan genoeg van hebben dan is het regenwater. Toch maken we er te weinig gebruik van om te besparen op leidingwater, dat ieder jaar fors duurder wordt.

In het kort … Het is zonde dat je regenwater gewoon richting riolering laat lopen, zeker nu het leidingwater ieder jaar duurder wordt. Op deze manier maak je er nuttig gebruik van. En dan hebben we het niet over een simpele regenton in de tuin.

Lees ook: Zero waste huishouden: dit kun je zelf doen om minder weg te gooien

Minder regenwater-hergebruik in Nederland

Een uitgekiend systeem om regenwater te gebruiken om de toiletten te spoelen, om in de wasmachine te gebruiken, om de wagen te wassen en de tuin te sproeien dateert van begin de jaren 90 en vindt zijn oorsprong in Duitsland. Ook in Vlaanderen nam dit een enorme vlucht. Zeker toen de wetgever in 2005 zo’n systeem verplichtte bij nieuwbouw. Hierdoor worden er in Vlaanderen honderdduizenden regenwaterputten benut.

In Nederland is het aantal toiletten dat met regenwater wordt gespoeld nog erg beperkt. De Nederlandse wet hierover is wazig en laat veel ruimte voor discussie. De verantwoordelijkheid voor de hemelwaterafvoer ligt hier in de eerste plaats bij de eigenaar van het perceel, maar als het technisch niet redelijk is om het af te voeren, dan mag die de verantwoordelijkheid doorschuiven naar de gemeente. Dat geeft dus stof voor discussie over wat redelijk is en over wie er uiteindelijk verantwoordelijk is.  

©www.vewin.nl

Lees ook: Waarom iedereen een regenton in de tuin zou moeten hebben

WATEROVERLAST VOORKOMEN De landen die regenwaterputten verplichtten, deden dat niet in de eerste plaats om op leidingwater te besparen. In Vlaanderen met zijn typische lintbebouwing liep men sneller dan in Nederland tegen de capaciteit van het rioolstelsel aan. Bovendien was er een toename van verhard oppervlak. Dat in combinatie met extreme regenbuien zorgde dat men vaker te maken kreeg met lokale wateroverlast. Men zocht dus naar oplossingen om water te bufferen. In Nederland hebben we de neiging om daarvoor de oplossing te zoeken aan het einde van de afvoerbuis, in Vlaanderen zoekt men de oplossing op het perceel zelf. 

Waarom zou je regenwater opvangen en gebruiken?

  • Water is sowieso een kostbaar goed. De vraag naar drinkwater stijgt ieder jaar. Regenwater is daarentegen gratis. Het is bijna absurd dat mensen niet veel eerder aan het huishoudelijk gebruik van regenwater hebben gedacht. De waterrekening wordt hierdoor in ieder geval lager.

  • Door het hemelwater op te vangen vorm je een buffer voor bij felle stortregens. Regenputten vangen vaak een flink deel van het water op voordat het overtollige water via de overloop naar de riolering gaat.

  • Leidingen die aangesloten zijn op regenwater en ook de spoelmechanismen van toiletten hebben minder te lijden van kalkaanslag.

  • Regenwater is zachter dan leidingwater dat in bepaalde regio’s erg hard kan zijn. Zo is regenwater uitstekend geschikt om een stenen vloer te poetsen. Als je regenwater gebruikt om je kleding te wassen, hoef je geen waterverzachter te gebruiken en hoef je niet te vrezen voor kalkaanslag. Een hoog kalkgehalte remt de werking van wasmiddelen af. Door zacht regenwater te gebruiken, wordt de was even schoon met veel minder waspoeder.  

Zin in nog zuiverder water dan uit de kraan?

Filter het extra met een speciale waterkan!

Geleidelijk infiltreren

Regenwaterputten zorgen dus niet alleen voor gratis water voor huishoudelijk gebruik, ze zorgen ook voor vertraagde regenafvoer. Wanneer de regenwaterput vol is, stroomt het water er niet snel uit, het sijpelt langzaam door naar de gemeentelijke hemelwaterafvoer, naar infiltratiesystemen of naar wadi’s. Dankzij regenwaterputten gebruiken we zelf zoveel mogelijk regenwater en het overtollige water laten we lokaal infiltreren. 

©VectorMine - stock.adobe.com

Opbouw van een regenwatersysteem

  1. Een goed regenwatersysteem bestaat uit verschillende onderdelen. Het regenwater op het dak stroomt via de regenpijp eerst in een toezichtput voordat het verder richting regenwaterput gaat. 

  2. Vervolgens passeert het water een voorfilter, dat de grootste vervuiling, zoals bladeren, dode vogels, takjes en andere smurrie, tegenhoudt. Hierdoor raakt de opslagtank minder snel vervuild.

  3.  Dan komt het regenwater in een ondergrondse opslagtank. Hierin blijft het water koel en de waterkwaliteit wordt niet aangetast door algen, want zo’n tank is vanbinnen donker. 

  4. Om het regenwater te kunnen hergebruiken, heb je een pomp nodig, dat is de hydrofoorpomp. Zo’n hydrofoor pompt het water uit de tank en slaat een aantal liter onder druk op in een klein reservoir. Als je de kraan openzet van de leiding die op de hydrofoorpomp is aangesloten, komt het water er onder druk uit, net als bij leidingwater. Ondertussen start de pomp automatisch op om het reservoir aan te vullen en de druk op peil te houden. 

  5.  Natuurlijk moet er zuiver water uit de kraan komen, daarom staat er tussen de pomp en de leidingen opnieuw een filtersysteem. Dat is een sedimentfilter met een doorlaatbaarheid van 10 micron om de fijne deeltjes tegen te houden. Deze filter kan aangevuld worden met een actief koolstoffilter dat ook geuren voorkomt. Hierdoor vermijd je ook dat er verkleuring in de toiletten en wasmachine optreedt als je daar regenwater gebruikt. 

  6. De laatste stap is de overloop vanuit de regenput naar de openbare riolering, of nog beter: naar een infiltratiesysteem in de tuin. Bij hevige regen of onweer zal het regenwater dan niet de riolering belasten maar geleidelijk in de bodem sijpelen. Dat infiltratiesysteem kan bestaan uit draineerbuizen, infiltratiekratten, of een wadi. Een wadi is een lagergelegen stuk tuin dat als lokale overstromingszone dienstdoet. Het is wel niet de bedoeling dat het water in de wadi blijft staan. Het zou na enkele uren verdwenen moeten zijn. 

Beter beton

Bij voorkeur bestaat zo’n tank uit beton. De samenstelling van beton maakt het regenwater nog zachter en natuurlijke zuurtegraad wordt geneutraliseerd. Dit heeft het voordeel dat het regenwater minder hard is voor de leidingen en toestellen. Er zijn ook geprefabriceerde kunststoffen tanken die verstevigingsribben bevatte. Ook dit type wordt meestal ingegraven. Zelden zie je nog een gemetste regenwaterput of een deel van de kelder dat wordt uitgevoerd als wateropslagplaats. 

©www.gepwater.com

REGENWATER IS GEEN DRINKWATER Je mag regenwater niet gebruiken om te koken, te drinken en zelfs niet om je tanden te poetsen. Daarvoor is drinkwaterkwaliteit verplicht. Maar voor heel wat huishoudelijke toepassingen hoeft water niet van drinkbare kwaliteit te zijn. Dat betekent wel dat je gescheiden leidingen gebruikt. Een voor het regenwater en een voor drinkwater. Is het regenwater op, dan kun je het toestel alsnog op kraanwater aansluiten. Het is niet toegestaan om een vaste verbinding te maken tussen regenwater en kraanwater. De professionele loodgieter weet dat. Wanneer er dan iets stuk zou gaan in de koppeling, dan komt het regenwater in de kraanwaterleiding terecht en daardoor wordt het leidingwater ondrinkbaar. 

Grootte van de regenwaterput

Hoe groot moet de regenwaterput zijn? Sommige bouwers gaan van het principe uit dat je beter meteen een zo groot mogelijke put laat plaatsen. Toch is dat geen goed idee. Het is beter dat de regenwaterput af en toe overloopt. Op die manier kunnen drijvend vuildeeltjes afvloeien en ontstaat er aërobisch evenwicht dat de waterkwaliteit garandeert.

De vuistregel is dat de minimale grootte moet volstaan om een droogteperiode van 20 dagen te overbruggen. Op Regenwolk.be vind je een uitstekende tool om de dimensies van de regenwaterput te berekenen. De tool houdt rekening met het type dak, de overdekte oppervlakte en de hoeveelheid water die je jaarlijks verbruikt (dat vind je op de afrekening) en de beoogde leegstand. 


▼ Volgende artikel
Hybride warmtepompen: monoblock of split?
Energie

Hybride warmtepompen: monoblock of split?

Je hebt besloten om je huis duurzamer te verwarmen met een hybride warmtepomp. Een uitstekende keuze die je energierekening flink kan verlagen. Nu sta je voor een volgende beslissing: wordt het een monoblock- of een split-warmtepomp? In dit artikel leggen we de verschillen uit.

Partnerbijdrage: in samenwerking met Intergas

Voordat we de verschillen bespreken, is het goed om te begrijpen hoe een warmtepomp werkt. In essentie haalt een warmtepomp energie uit de buitenlucht en zet deze om in bruikbare warmte voor je huis. Dit proces is enorm efficiënt en kan daarom een forse besparing op je verwarmingskosten opleveren. De twee hoofdtypes die we hier bespreken zijn de monoblock- en de split-warmtepomp.

Wat is een monoblock-warmtepomp?

Een monoblock-warmtepomp is een alles-in-één oplossing. Zoals de naam al suggereert, bestaat deze uit een grote unit die buiten wordt geplaatst. Deze robuuste unit bevat alle technologie die nodig is om warmte uit de buitenlucht te halen en door te geven aan je verwarmingssysteem. De behuizing is stevig gebouwd om weersinvloeden te weerstaan, wat resulteert in een relatief zwaar apparaat – vaak meer dan 80 kilo. Ondanks zijn omvang wordt een monoblock-warmtepomp direct aangesloten op je bestaande verwarmingssysteem, wat de installatie in zekere zin vereenvoudigt.

©Intergas

Wat is een split-warmtepomp?

In tegenstelling tot de monoblock bestaat een split-warmtepomp uit twee afzonderlijke delen: een buiten- en een binnenunit. Deze twee units werken samen om je huis te verwarmen. De buitenunit haalt warmte uit de lucht, waarna deze via speciale leidingen naar de binnenunit wordt getransporteerd. Vervolgens geeft de binnenunit de warmte af aan je verwarmingssysteem.

De buitenunit van een split-systeem is kleiner dan een monoblock, maar even robuust gebouwd. De binnenunit is compact en stil, en wordt meestal op zolder of in een bijkeuken geplaatst. Een belangrijk detail is dat de installatie vanwege het speciale koudemiddel in de leidingen tussen de twee units door een erkende vakman moet gebeuren.

Voor- en nadelen van een monoblock-warmtepomp

Een monoblock-warmtepomp, zoals de Intergas Xtend Monoblock, blinkt uit in efficiëntie. Hij kan meer warmte uit de lucht halen en hogere temperaturen bereiken, waardoor je cv-ketel minder vaak hoeft bij te springen. De grote ventilator van een monoblock produceert doorgaans minder geluid dan de kleinere ventilator van een split-systeem. Ook is de installatie vaak eenvoudiger, omdat er alleen waterleidingen op je cv-systeem aangesloten hoeven worden.

Er zijn echter ook uitdagingen. Een monoblock neemt meer ruimte in beslag en is zwaarder, wat een stevige ondergrond vereist. De waterleidingen naar je huis moeten goed worden beschermd tegen vorst. Tot slot is een monoblock meestal duurder in aanschaf dan een split-systeem.

©Intergas

Voor- en nadelen van een split-warmtepomp

Split-warmtepompen hebben als groot voordeel dat ze goedkoper zijn in aanschaf. Ze zijn ook compacter, wat handig is als je weinig buitenruimte hebt. Je kunt de buitenunit bijvoorbeeld aan de gevel van een appartement hangen. Een ander pluspunt is dat je de buiten- en binnenunit verder uit elkaar kunt plaatsen dan bij een monoblock mogelijk is.

Daar staat tegenover dat de kleinere ventilator van de buitenunit sneller moet draaien en daardoor meer geluid maakt. Een split-systeem haalt doorgaans ook iets minder warmte uit de lucht, waardoor je cv-ketel vaker moet bijspringen. De installatie is ingewikkelder vanwege de speciale leidingen die tussen de binnen- en buitenunit moeten komen.

Zowel monoblocks als split-systemen hebben dus hun voor- en nadelen. Wil je een keuze maken die bij jou past? Neem dan contact op met Intergas. De experts helpen je graag verder.

▼ Volgende artikel
Review LG 65QNED91T6A - Kan hij  tippen aan de concurrentie?
Huis

Review LG 65QNED91T6A - Kan hij tippen aan de concurrentie?

QNED, het antwoord van LG op quantum dots, wordt toegepast in deze miniled lcd-tv. Dit type televisie is inmiddels erg populair geworden, ook in het subtop- en middensegment van het tv-aanbod. Heeft deze LG 65QNED91T6A genoeg in huis om de concurrentie de baas te blijven?

Uitstekend
Conclusie

De 65QNED91T6A kan zijn miniled-beloftes niet echt waarmaken. Het aantal zones in de achtergrondverlichting is vrij laag, waardoor er maar een beperkte verbetering van het contrast is. Ook op het gebied van piekhelderheid scoort hij niet overdreven goed. Als we naar concurrenten in deze categorie kijken, zoals Hisense of TCL, dan bieden die meer zones, beter contrast en meer piekhelderheid. LG slaat de plank verder ook mis door reclame op het Home-scherm toe te laten, dat zetten we onverbiddelijk uit. Ondanks die beperking levert de tv nog voldoende contrast en piekhelderheid, en gecombineerd met een ruim kleurbereik en zeer goede beeldverwerking levert dat alsnog erg mooie beelden. De tv is op zijn best in verlichtte woonkamer. Hij ondersteunt Dolby Vision, maar geen HDR10+. LG vangt dat uitstekend op door zijn eigen dynamische tonemapping. Dat illustreert dat goede beeldverwerking net zo belangrijk als puur contrast of piekhelderheid. WebOS is een prima smart tv-systeem met ruim aanbod apps en functies en nu ook met de garantie voor vijf jaar nieuwe versies voor het OS. De prijs is wat ons betreft echter nog iets te hoog.

Plus- en minpunten
  • Voldoende piekhelderheid en goed contrast
  • Mooie HDR-beelden in HDR10 en Dolby Vision
  • Te weinig zones voor een miniled
  • Advertenties op het Home-scherm
  • Beperkte kijkhoek

OVER DIT TOESTEL

  • Adviesprijs: 1.799 euro
  • Wat: Ultra HD 4K 120 Hz Full Array miniled QNED LCD-tv met lokale dimming
  • Schermformaat: 65 inch (164 cm)
  • Aansluitingen: 4x HDMI (4x v2.1 (48 Gbps), ARC/eARC, ALLM, VRR, QMS), 2x USB, 1x optisch digitaal uit, 2x antenne, WiFi 5 (802.11ac), ethernet, Bluetooth 5.1, WiSA
  • Extra’s: HDR10, HLG, Dolby Vision IQ, Dolby Atmos, WebOS 24, AirPlay 2, USB/DLNA-mediaspeler, DVB-T2/C/S2, CI+-slot, Alpha 8 processor
  • Afmetingen: 1452 x 907 x 285 mm (incl. voet)
  • Gewicht: 35,0 kg (incl. voet)
  • Verbruik (per 1000 uur): SDR 84 kWh (E) / HDR 167 kWh (G)

ENERGIELABEL

MEER INFORMATIE

Deze LG-televisie past perfect in het rijtje van moderne, prima afgewerkte televisies die we dit jaar al vaker voorbij zagen komen. Het toestel is vrij slank dankzij het profiel van slechts 45mm, heeft een mooie metaalkleurige rand rondom en een vlakke rug. Aan de zijdes is de rug zoals bij de meeste toestellen wat afgeschuind. De centrale voet biedt geen verschillende draaiposities, maar het scherm staat desondanks toch 7cm hoog boven het tv-meubel, zodat een soundbar goed onder het scherm past. Het enige echt opvallende kenmerk? Het toestel is relatief zwaar, namelijk 35kg inclusief voet.

De tv beschikt over vier HDMI-poorten die allemaal de maximale HDMI 2.1-bandbreedte van 48Gbps bieden. Dat is nog steeds vrij zeldzaam, maar is wel goed nieuws voor gamers met meerdere high-end gaming-bronnen. Er is ondersteuning voor ALLM, 4K120 en VRR (AMD FreeSync en NVIDIA G-Sync) en op één poort kun je ARC/eARC gebruiken. De input-lag is iets hoger dan bij de oled-modellen, maar blijft zeer goed, 17,0ms (4K60) en 7,6ms (2K120). Wie de tv wil uitbreiden met draadloze luidsprekers, kan gebruik maken van het WiSA-protocol (Wireless Speaker and Audio Association). Je bent wel beperkt tot 2.1-configuraties, een WiSA surround-opstelling is dan helaas niet mogelijk.

Niet alle minileds zijn gelijk

Het gebruik van minileds voor de achtergrondverlichting is iets waar fabrikanten graag mee uitpakken, maar het resultaat per merk en model kan sterk uiteenlopen. Minileds verdelen de achtergrondverlichting in meer segmenten dan wanneer er gewone leds worden toegepast. Het aantal zones kan sterk verschillen, van 100 tot meer dan 1.000. Dat heeft uiteraard impact op de prestaties wat betreft contrast en helderheid.

Deze LG heeft een achtergrondverlichting met 16x10 (160) zones, en dat is vandaag de dag toch redelijk weinig. Concurrenten zitten in dit segment al op 1.500 zones. Het eigen contrast van het VA-paneel is goed, 4.800:1, maar met dat beperkt aantal zones stijgt dat nauwelijks naar 5.000:1, en dat is vooral ook omdat LG erg voorzichtig is met de dimming. Op eenvoudigere testen kan dit wel naar 35.000:1 stijgen. Naar een reden hoeven we niet ver te zoeken, agressief dimmen met zo weinig zones maakt de zonegrenzen zichtbaar, ook omdat ze soms wat traag reageren. Dat stoort erg en hierdoor is een vage halo rond heldere voorwerpen op een donkere achtergrond dan ook onvermijdelijk.

©LG Electronics

Ook op het vlak van helderheid doet de LG op veel vlakken onder voor de concurrentie. Op een 10% venster meten we in de goed gekalibreerde HDR Filmmaker mode 1.099 nits, en op het volledig wit beeld haalt hij nog 644 nits. Dat was twee jaar geleden weliswaar nog acceptabel, maar nu concurrenten vlot over de 2.000 nits gaan, is dat toch wat te beperkt. Het kleurbereik scoort wel uitstekend, daar meten we 95% P3.

Toch heeft LG nog een sterke troef in handen, namelijk de uitstekende kalibratie af fabriek. De Filmmaker mode is zowel in SDR als HDR bijzonder goed gekalibreerd. Dat betekent dat je kunt rekenen op veel schaduwnuances, een neutrale grijsschaal en mooie, natuurlijke kleurweergave. Met HDR10-beeld kan LG’s dynamische tone mapping prachtige resultaten opleveren en daarmee maakt de tv het beste van zijn kleurbereik en helderheid. Witnuances en intense kleuren worden uitstekend bewaard. Alleen heel donkere HDR10-scènes lijden wat onder het beperkte aantal zones, die beelden worden iets té donker. De QNED91 ondersteunt ook Dolby Vision, maar geen Dolby Vision IQ zoals bij de oled-modellen.

Uitstekende beeldverwerking

Naast een uitstekende kalibratie toont deze LG ook sterke prestaties voor beeldverwerking. Dat dankt de tv aan zijn Alpha 8-processor die verbeterd werd met eigenschappen en functies die vorig jaar nog exclusief voor de Alpha 9-processor waren. We kunnen zelfs zeggen dat de LG geen echte zwakke plekken meer heeft. Deinterlacen van 1080i-beelden zoals die van live tv, doet hij prima zodat je zelden nog een gekartelde rand ziet. Upscaling en ruisonderdrukking maken van oudere content mooie 4K-beelden, al kun je van oudere videocontent zoals dvd’s geen wonderen verwachten. Via een superresolutie-bewerking kan de tv wat fijn extra detail toevoegen, dat werkt goed voor HD-materiaal, maar kan bij dvd’s bijvoorbeeld wel voor een wat overbewerkt resultaat zorgen. De ruisonderdrukking kan ook kleurstroken in zachte gradiënten wegnemen.

©LG Electronics

Een lcd-paneel heeft minder bewegingsscherpte dan een oled-paneel, en dus maskeert het fijn detail in snelle actiescènes. Bewegende voorwerpen hebben soms een wazige rand of tonen een beperkt sleepspoor. LG biedt met Motion Pro verschillende opties om dat te elimineren, maar introduceren op hun beurt juist weer andere problemen, dus deze functie kun je beter uit laten staan. Heb je een hekel aan schokken in het beeld wanneer de camera snel beweegt, activeer dan de Trumotion-functie. Zeker voor sport is dat prettig, maar voor film blijft het vaak een kwestie van smaak.

Degelijke audio

De QNED91 is uitgerust met een 2.2-systeem van 40 watt, en ondersteuning voor Dolby Atmos en DTS:X. Onze filmfragmenten klonken prima met een aangename warme klank en een vleugje ruimtelijkheid. Die echte surround sound-ervaring kan je uit dit soort systeem niet halen, zelfs niet met ondersteuning voor de modernste audioformaten. Dat AI niet altijd de juiste resultaten geeft, werd hier bevestigd. De tv heeft een AI-Pro mode voor geluid, maar die klonk erg slecht, zeker voor muziek. In de muziek audiomode konden we het resultaat wél waarderingen, als loop je daar wel tegen beperkingen aan wanneer je voor hardere muziekgenres zoals metal kiest. Met het volume op ongeveer driekwart hoor je de woofer trillen in het chassis en gaat de bas uit de bocht. Al bij al een degelijk resultaat, in lijn met deze categorie. 

WebOS 24, helaas met reclame

De smart tv-omgeving van LG, WebOS, heeft veel goede punten. Zo vind je nagenoeg alle streaming-apps op dit platform, zowel internationaal als lokaal. Daarnaast heeft LG op de 2024-versie van webOS naast Airplay 2 ook Google Cast geïmplementeerd zodat je vanaf je smartphone, Android of iOS, moeiteloos content naar de tv kunt streamen. Apps en andere functies zijn gegroepeerd in zogeheten Quick Cards, zodat je gemakkelijk bepaalde functies kunt terugvinden.

©Eric Beeckmans | ID.nl

Er zijn Quick Cards voor Thuis-hub, Sport, Thuiskantoor, Games, Muziek, Toegankelijkheid en sinds kort ook voor Leren en Groeien. De lay-out van WebOS zelf is vrij eenvoudig en ook redelijk compact zodat je niet nodeloos hoeft te scrollen om iets te vinden. De Magic Remote van LG waarmee je een cursor bestuurt door naar het scherm te wijzen blijft ook een belangrijke factor in het gebruiksgemak. Aangezien smart tv-platformen nog steeds evolueren is het ook erg fijn om te weten dat LG nu vijf jaar lang de nieuwste versie van WebOS op je tv belooft te plaatsen. In dit overzichtsartikel vind je alle info over webOS.

Toch heeft LG wat ons betreft een foute beslissing genomen. De fabrikant toont namelijk nu reclame op het Home-scherm, en die reclame is in tegenstelling tot bij andere fabrikanten niet beperkt tot content, maar kan bijvoorbeeld ook een sportwinkel of automerk tonen. Dat is echt wel het laatste wat we willen. Zelfs de screensaver kan reclame tonen (al zagen daar gelukkig alleen LG’s eigen LG Channel-dienst). Je kunt de reclame uitschakelen via de instellingen, iets dat we dan ook van harte aanraden.

Conclusie

De 65QNED91T6A kan zijn miniled-beloftes niet echt waarmaken. Het aantal zones in de achtergrondverlichting is vrij laag, waardoor er maar een beperkte verbetering van het contrast is. Ook op het gebied van piekhelderheid scoort hij niet overdreven goed. Als we naar concurrenten in deze categorie kijken, zoals Hisense of TCL, dan bieden die meer zones, beter contrast en meer piekhelderheid. LG slaat de plank verder ook mis door reclame op het Home-scherm toe te laten, dat zetten we onverbiddelijk uit.

Ondanks die beperking levert de tv nog voldoende contrast en piekhelderheid, en gecombineerd met een ruim kleurbereik en zeer goede beeldverwerking levert dat alsnog erg mooie beelden. De tv is op zijn best in verlichtte woonkamer. Hij ondersteunt Dolby Vision, maar geen HDR10+. LG vangt dat uitstekend op door zijn eigen dynamische tone mapping. Dat illustreert dat goede beeldverwerking net zo belangrijk als puur contrast of piekhelderheid. WebOS is een prima smart tv-systeem met ruim aanbod apps en functies en nu ook met de garantie voor vijf jaar nieuwe versies voor het OS. De prijs is wat ons betreft echter nog iets te hoog.