ID.nl logo
Koopgids: zo vind je de beste slimme thermostaat!
© Andrey Popov
Energie

Koopgids: zo vind je de beste slimme thermostaat!

Een slimme thermostaat kan je helpen om je huis zo comfortabel én energiezuinig mogelijk te verwarmen. Zo’n thermostaat is eenvoudiger te programmeren dan een lastige klokthermostaat en je kunt hem met een app uitschakelen als je niet thuis bent. Sommige thermostaten kun je zelfs uitbreiden met radiatorknoppen, zodat je het huis ook per kamer kunt verwarmen. Waar moet je vóór aanschaf op letten? ID.nl legt het uit.

Slimme thermostaten zijn in korte tijd razend populair geworden. Zo gek is dat ook niet: je kunt deze handige apparaten tenslotte gebruiken om je huis zo comfortabel én energiezuinig mogelijk te verwarmen. Maar waar moet je op letten bij de aankoop vaan een slimme thermostaat? In dit artikel legt ID.nl het je uit. In dit artikel behandelen de volgende aspecten:

Net als veel andere apparaten in huis is ook de thermostaat slim geworden. Dat slimme aspect zit 'm in de verbinding met internet en je thuisnetwerk. Hierdoor kun je een slimme thermostaat (ook buitenshuis) bedienen met een app en vaak ook koppelen met een domoticasysteem. Dat levert je in vergelijking met een traditionele (klok)thermostaat meer gemak op, maar kan je ook helpen bij het besparen van energie. Via de app zet je de verwarming eenvoudig aan of uit, ook als je niet huis bent. Bovendien kun je de slimme thermostaat (net als de vertrouwde klokthermostaat) programmeren om het huis automatisch op de juiste tijdstippen te verwarmen. 

Slimme thermostaat nodig?

Zorg voor een huis dat warm is wanneer jij dat wilt!

Maar waar de klokthermostaat zich lastig laat programmeren en daardoor vaak een suboptimaal programma afdraait, pas je het programma van een slimme thermostaat snel aan. Sommige varianten detecteren zelfs of je thuis bent en zetten de verwarming sowieso niet aan als je niet aanwezig bent. Het onnodig aanzetten van de verwarming als je niet thuis bent, is dé reden waarom fabrikanten van slimme thermostaten schermen met een (forse) energiebesparing ten opzichte van normale thermostaten. Dat betekent wel dat als jij met je normale thermostaat al optimaal gedrag vertoont, je weinig energie zult besparen met een slimme thermostaat. 

©Jordan - stock.adobe.com

Een slimme thermostaat kun je dankzij een bijbehorende app overal bedienen. 

Aanwezigheidsdetectie en geofencing 

Het grootste voordeel van een slimme thermostaat is dat je huis op een eenvoudige manier alleen warm is als jij dat wilt: comfortabel en energiebesparend. Dat kun je handmatig met de app instellen of met een klokprogramma regelen. Zo’n klokprogramma is met behulp van de app veel eenvoudiger in te stellen en aan te passen dan op een klokthermostaat. 

 

Op sommige slimme thermostaten is het ook mogelijk om de verwarming op basis van je aanwezigheid aan te sturen. Dat kan met een sensor, maar ook via geofencing. Hierbij weet de thermostaat op basis van de locatie van je smartphone of je thuis bent. Alleen als je daadwerkelijk thuis bent, zal het klokprogramma of de verwarming ingeschakeld worden. Als er niemand thuis is, blijft de verwarming uit. Dat is handig, maar om echt iets aan geofencing te hebben, moeten alle leden binnen je huishouden er gebruik van maken. De Tado, Google Nest-thermostaten, Honeywell Lyric T6 en Bosch EasyControl zijn voorbeelden van thermostaten met geofencing. 

Dankzij geofencing weet de thermostaat of je thuis bent. 

Maandelijkse kosten? Sommige slimme thermostaten maken gebruik van een abonnement. Soms dient dat abonnement als een afbetaling, bijvoorbeeld bij aanschaf via een energieleverancier. Soms betaal je voor bepaalde functionaliteit die zonder abonnement ontbreekt. Het meest extreme voorbeeld is de Eneco Toon die zonder abonnement van 4,50 euro per maand alle slimme functionaliteit verliest. Tado vereist het abonnement Tado+ (6,99 euro per maand) voor bepaalde functionaliteit, zoals geheel automatische geofencing. Dat was voorheen anders; Tado is met de introductie van de V3+ overgegaan van een model waarbij je alle functionaliteit direct kreeg, naar een abonnementsmodel voor specifieke functionaliteit. Wel kun je de Tado V3+ ook zonder abonnement gewoon via de app bedienen.

De Eneco Toon vereist een maandelijks abonnement voor alle slimme functies. 

Samenwerking 

We noemen een slimme thermostaat slim vanwege zijn verbinding met je thuisnetwerk en internet. Die verbinding wordt gebruikt voor de eigen app, maar is ook te gebruiken om de thermostaat aan andere diensten of platforms te koppelen. Denk aan IFTTT of de smarthome-systemen van Google, Amazon of Apple om stembesturing mogelijk te maken. Of juist een koppeling met een eigen domoticasysteem met iets als Home Assistant. Integratie met een eigen domoticasysteem kan met sommige producten via een API, maar de verschillen zijn groot. 

 

Wil je een slimme thermostaat onderdeel maken van een groter systeem, controleer dan vóór aankoop wat er mogelijk is. Een geheel lokale besturing via een API zonder internetverbinding is meestal niet mogelijk. De afhankelijkheid van een API die via de servers van de fabrikant loopt, zorgt er natuurlijk wel voor dat het aan de fabrikant ligt of deze blijft werken. Net als met zo veel andere slimme producten koop je een slimme thermostaat vooralsnog niet voor de eeuwigheid, al gaat dat met initiatieven als de domoticastandaard Matter (waarover je meer leest in dit artikel) hopelijk wel veranderen. 

Veel slimme thermostaten kun je ook via spraak bedienen. 

Modulerende aansturing 

Uiteindelijk heeft een slimme thermostaat dezelfde functie als een normale thermostaat: hij moet het verwarmingssysteem inschakelen als er warmte nodig is. De thermostaat moet dus compatibel zijn met je cv-ketel, en daarvoor moet je letten op het type aansturing. 

De aansturing van cv-ketels kun je opdelen in twee typen: een aan/uit-regeling en een modulerende regeling. Een aan/uit-thermostaat werkt via een simpel relais. Als de thermostaat het tijd vindt om de ruimte te verwarmen, wordt het relais gesloten en zo de opdracht gegeven aan de cv-ketel om te gaan stoken. Dat is de regeling die ooit is bedacht voor de eerste cv-ketels, en deze kan niet meer informatie versturen dan simpelweg de brander van de cv-ketel aan of uit te zetten. Dat is ook precies wat de eerste cv-ketels konden. 

 

Moderne cv-ketels kunnen de brander echter op verschillende intensiteiten aanzetten om zo verschillende watertemperaturen te maken. Dat noemen we moduleren en het is zowel energiezuiniger als comfortabeler. Om hier optimaal gebruik van te maken, heb je een thermostaat nodig die de ketel een opdracht kan geven om een bepaalde watertemperatuur te maken. Een lagere watertemperatuur is energiezuiniger, zelfs als de cv-ketel hiervoor een veel langere tijd aan moet staan. Overigens is het niet zo dat een moderne cv-ketel helemaal niet meer moduleert als je een aan/uit-thermostaat aansluit, want de meeste ketels kunnen ook moduleren op basis van de temperatuur van het water dat weer terug naar de ketel komt. Dat is wel veel minder efficiënt dan een gemoduleerde aansturing. 

 

Vloerverwarming Als je vloerverwarming hebt, raden we je aan om contact op te nemen met je installateur of onderhoudsmonteur voordat je een slimme thermostaat en eventuele radiatorknoppen installeert. Het hangt van de opbouw van je verwarmingssysteem af wat handig en mogelijk is.

©Tomasz Zajda All Rights Reserved.

Als je vloerverwarming hebt, moeten er mogelijk aanpassingen worden gedaan voordat je kunt overstappen op een slimme thermostaat. 

Juiste protocol 

Met alleen de keuze voor een slimme thermostaat die in staat is om te moduleren, ben je er helaas nog niet. Want net als bij veel andere technische producten bestaan er verschillende protocollen. Je hebt een thermostaat nodig die werkt met hetzelfde protocol als jouw cv-ketel, anders gebeurt er niks. 

 

Het bekendste modulerende protocol is het door Honeywell bedachte OpenTherm (afgekort OT). Dit protocol wordt door verschillende thermostaten én cv-ketels ondersteund. Ketelfabrikanten die werken met OpenTherm zijn bijvoorbeeld Intergas, Remeha en Ferroli. Helaas heb je als je een OpenTherm-thermostaat koopt geen absolute zekerheid op compatibiliteit, want er zijn ook diverse ketelfabrikanten die een eigen protocol gebruiken. In hun eigen protocol ondersteunen fabrikanten vaak mogelijkheden die ontbreken in het OpenTherm-protocol.

Voorbeelden van merken met een eigen protocol zijn Nefit, Bosch, Valliant en Atag. Maar ook binnen deze genoemde merken zijn er weer uitzonderingen; zo werken sommige ketels van Nefit weer wél met OpenTherm. In de specificaties van je cv-ketel kun je achterhalen met welk modulerend protocol het apparaat compatibel is. 

Naast het geschikte protocol zijn vrijwel alle cv-ketels ook compatibel met een aan/uit-thermostaat. Soms heeft de cv-ketel aparte contacten voor de verschillende typen thermostaten en soms is er een gecombineerd contact. Let hier goed op, want dit is belangrijk als je een bestaande thermostaat wilt vervangen door een slimme variant. 

De Bosch EasyControl is een slimme thermostaat die het EMS-protocol van Bosch en Nefit spreekt. 

Meerdere mogelijkheden 

Veel slimme thermostaten ondersteunen meerdere manieren van aansturing op dezelfde fysieke thermostaat. Zo ondersteunen Nest-thermostaten zowel OpenTherm als aan-uit-aansturing en Tado spreekt zelfs nog meer modulerende protocollen. Bij andere thermostaten, zoals Netatmo, Honeywell EvoHome en Honeywell Round Connected, dien je bij aanschaf te kiezen voor OpenTherm- of aan-uit-regeling. Sommige merkspecifieke thermostaten, zoals de Bosch EasyControl, kun je met een optionele adapter ook via OpenTherm gebruiken. 

 

Het zou natuurlijk kunnen dat je een ketel hebt hangen die niet het juiste modulerende protocol spreekt voor de thermostaat die je op het oog hebt. Mocht je toch per se een slimme thermostaat willen gebruiken die niet het juiste protocol spreekt, dan kun je zo’n thermostaat vaak wel via de aan-uit-regeling aansluiten. 

 

Let op bij een warmtepomp Momenteel staan we aan het begin van de energietransitie en zullen steeds meer huizen worden voorzien van een warmtepomp in plaats van de vertrouwde cv-ketel. Vanuit de eindgebruiker is er geen heel groot verschil: ook een warmtepomp stuur je aan met een thermostaat. Soms is een warmtepomp zelfs compatibel met OpenTherm. Toch kun je als je een warmtepomp gebruikt beter advies vragen aan de installateur voordat je de thermostaat vervangt.

De slimme thermostaten die je op dit moment kunt kopen zijn veelal bedacht om te gebruiken in combinatie met een cv-ketel. Mogelijk werkt een thermostaat die je zelf aan je warmtepomp koppelt toch niet handig samen met een warmtepomp, bijvoorbeeld omdat er gevraagd wordt om watertemperaturen die voor een warmtepomp niet optimaal zijn. Dan zou het zelfs zo kunnen zijn dat een aan/uit-sturing handiger is.

Ook kunnen sommige warmtepompen je huis koelen, een mogelijkheid die geen enkele cv-ketel biedt. Net zoals bij een cv-ketel die (deels) is aangesloten op vloerverwarming raden we je daarom aan om te overleggen met je installateur voordat je een slimme thermostaat aanschaft en installeert. De installateur weet wat er in combinatie met jouw warmtepomp wél en vooral niet kan.

©Studio Harmony - stock.adobe.com

De warmtepomp is in opkomst als vervanger van de cv-ketel, maar niet iedere slimme thermostaat werkt goed samen met iedere warmtepomp. 

Zelf installeren 

Het zelf installeren van een slimme thermostaat is meestal niet zo ingewikkeld. In Nederland wordt een thermostaat vrijwel altijd met een twee-aderige kabel op een cv-ketel aangesloten. Bij sommige modellen is het echt alleen een kwestie van de oude thermostaat van de muur schroeven en de nieuwe thermostaat terughangen. Dat is het geval bij modellen die gevoed worden met batterijen, zoals de thermostaten van Tado, de aan/uit-variant van Netatmo en de Nest Thermostat E. Daarbij moet de draad wel op de juiste ketelcontacten zijn aangesloten. Als je een oude aan/uit-thermostaat vervangt door een exemplaar met OpenTherm, moet de ketel soms toch open. 

 

Andere modellen zijn wat lastiger, omdat die ook de voeding via de thermostaatdraden krijgen. Hiervoor moet bij de ketel vaak een ketelmodule geplaatst worden die op de netspanning wordt aangesloten (soms de interne netspanningscontacten in de ketel). Thermostaten die op deze manier werken zijn bijvoorbeeld de Nest Learning Thermostat, Honeywell Lyric T6, Netatmo Modulerende Thermostaat en Toon. Om deze thermostaten te installeren, zul je de ketel waarschijnlijk open moeten maken voor een kabel tussen de ketel en de ketelmodule. We raden je aan om voor aanschaf de handleiding van de thermostaat door te nemen, zodat je weet hoe deze geïnstalleerd moet worden. 

Sommige thermostaten, zoals hier de Honeywell Lyric T6, sluit je via een ketelmodule aan op de cv-ketel. 

Slimme radiatorknoppen 

Met de gestegen energieprijzen wordt het steeds interessanter als je je huis ook per kamer kunt opwarmen. Natuurlijk kun je handmatig de radiatorkranen in de juiste ruimte open- of dichtdraaien, maar in de praktijk is het vaak lastig om een andere ruimte dan de woonkamer waar de thermostaat hangt, onafhankelijk warm te krijgen. 

 

Dat kan wel door de radiatoren te voorzien van slimme radiatorknoppen. Hiermee kun je bijvoorbeeld gericht alleen je werkkamer verwarmen als je thuiswerkt. Dat is comfortabel, maar kan ook energie besparen omdat je de rest van je huis niet meer hoeft te verwarmen. Slimme thermostaten die je kunt uitbreiden met slimme radiatorknoppen zijn onder andere Tado, Netatmo, Honeywell EvoHome, Bosch EasyControl en Plugwise (bekend van thermostaat Anna). 

Met slimme radiatorknoppen kun je je huis per kamer verwarmen. 

Niet alles is geschikt 

Let erop dat er ook slimme radiatorknoppen te koop zijn die niet aan een slimme thermostaat gekoppeld worden. Voorbeelden hiervan zijn Eve Thermo, Alecto, Fibaro en AVM Fritz!Dect. Dergelijke knoppen kun je wel aansturen met een app; deze draait de kranen open als het warmer moet worden en weer dicht als het kouder moet worden. Voor de doorsnee Nederlandse situatie waar een cv-ketel (of warmtepomp) de warmte opwekt, zijn deze producten niet echt geschikt. Er moet aan je cv-ketel namelijk wel verteld worden dat er warmte opgewekt moet worden, anders zullen de radiatoren niet warm worden als de knop wordt opengedraaid. In dat geval zijn de slimme radiatorknoppen niet veel meer dan programmeerbare thermostatische radiatorknoppen. Het enige dat je met dergelijke knoppen dan kunt doen, is energie besparen en net als bij thermostatische radiatorknoppen voorkomen dat het té warm wordt. 

 

Mocht je stads- of blokverwarming (collectieve verwarming) hebben die werkt zonder centrale kamerthermostaat (de radiatoren worden altijd warm als je de knop opendraait), dan zijn dergelijke producten wel geschikt voor jouw situatie en soms goedkoper dan slimme radiatorknoppen die wel bij een slimme thermostaat horen. Slimme radiatorkranen die je wel kunt koppelen aan een slimme thermostaat, kun je in zo’n collectieve situatie meestal ook zonder de bijbehorende slimme thermostaat gebruiken. Zo verkopen Tado en Netatmo startsets die bedoeld zijn voor collectieve verwarming. 

De meeste slimme radiatorknoppen tonen de ingestelde temperatuur. 

Ook in de woonkamer 

Slimme radiatorknoppen worden vaak als aanvulling op een slimme thermostaat gekocht, bijvoorbeeld omdat een studeerkamer in huis niet goed mee verwarmt met de woonkamer. Het lijkt logisch om alleen op de radiatoren in de ruimtes die je apart wilt bedienen een slimme radiatorkraan te installeren. Dat zal voor je initiële doel ook zeker werken, je kunt die kamer nu individueel verwarmen. Helaas zul je er dan vermoedelijk achter komen dat het in je woonkamer juist veel te warm wordt omdat de radiatorkranen in de ruimte waar de thermostaat hangt (de referentieruimte) altijd open staan. 

 

Om te voorkomen dat je een ongewenste temperatuur krijgt in de referentieruimte waar de wandthermostaat hangt, zul je ook daar de radiatoren moeten voorzien van slimme radiatorknoppen. Zo wordt de wens om alleen je studeerkamer te verwarmen al snel een hele investering, want reken op een prijs van zo’n 80 euro per radiator. Wanneer je woonkamer is voorzien van vloerverwarming en je andere ruimtes van radiatoren, dan werkt het afhankelijk van hoe je vloerverwarming is opgebouwd wellicht wel om alleen de gewenste radiatoren van een slimme knop te voorzien. 

 

Bypass of radiator open 

Bij een traditionele cv-installatie staan de radiatorkranen in de woonkamer waar de thermostaat hangt in beginsel altijd open. Hierdoor is er altijd doorstroming mogelijk als de pomp van je cv-ketel aanslaat, iets dat noodzakelijk is om er zeker van te zijn dat je ketel goed blijft functioneren. Als je namelijk al je radiatoren van slimme radiatorkranen gaat voorzien, zou het theoretisch kunnen dat alle knoppen dicht zitten op een moment dat de pomp toch aanslaat. Een cv-systeem zal soms warmte kwijt willen in het cv-circuit of de pomp even inschakelen om vastlopen te voorkomen, zonder dat er een warmtevraag is. Ook kan het zijn dat je slimme thermostaat de radiatorknoppen al dicht draait terwijl de pomp van je cv-ketel nog werkt.    Wanneer je echt al je radiatoren wilt voorzien van slimme radiatorkranen, dan zul je om problemen te voorkomen een bypass op moeten nemen in het systeem. Hierdoor is er altijd stroming van water mogelijk. Wat je ook kunt doen, is één radiator altijd open laten staan. Bijvoorbeeld een radiator in een halletje waar het niet erg is als die altijd mee verwarmd wordt. Je kunt hiervoor de bestaande knop helemaal opendraaien, al is het verstandig om een thermostatische knop te vervangen door een simpele variant. Je kunt de knop ook weglaten, dan is wel het pinnetje van de thermostatische kraan zichtbaar. 

Wij hebben een radiator in de hal voorzien van een simpele knop die altijd open staat. 

Slimme radiatorknop installeren 

Helaas is niet elke radiator geschikt voor slimme radiatorknoppen. Deze kun je alleen installeren op radiatoren met thermostatische radiatorkranen, dat zijn kranen die open en dicht gaan doordat er een pinnetje wordt ingedrukt. In de ruimtes waar je thermostaat niet hangt, zijn dergelijke kranen meestal voorzien van thermostatische radiatorknoppen. Dit zijn de draaiknoppen met daarop een cijfer van 1 tot en met 5. Zo’n thermostatische radiatorknop wordt meestal op stand 3 gezet, overeenkomend met ongeveer 20 graden.

Heb je in andere ruimtes dan je woonkamer draaiknoppen zonder cijfers, dan zijn dat vermoedelijk normale radiatorknoppen zonder thermostatische kraan. Daar kun je zonder het vervangen van de kraan door een thermostatische kraan geen slimme radiatorknoppen op aansluiten. Het vervangen van een kraan is loodgieterswerk, het water zal (deels) uit je systeem gehaald moeten worden. Kies dan gelijk voor een kraan waarop je slimme radiatorknop zonder adapter past, meestal is dat maat M30. 

©Andreas Berheide

Als je thermostatische radiatorknoppen hebt, kun je slimme radiatorknoppen installeren. 

Adapter 

Heb je in huis thermostatische radiatorkranen, dan is er in de ruimte waar de thermostaat hangt vaak een simpele knop zonder cijfers op de radiatorkraan gedraaid omdat de radiator hier normaal gesproken toch altijd open moet staan. De knoppen op thermostatische radiatorkranen kun je eenvoudig verwijderen (meestal draai je ze er zo af), waarna je de slimme radiatorkraan er weer opschroeft. Soms heb je een adapter nodig omdat jouw radiatorkraan een andere maat of systeem gebruikt dan de slimme thermostaatknop. Dergelijke adapters worden soms meegeleverd, anders kun je ze los kopen. 

Een thermostatische radiatorknop schroef je eenvoudig los, waarna je de thermostatische kraan ziet. 

Bereik 

Slimme radiatorknoppen maken gebruik van radiotechnologie en zijn meestal batterij gevoed. Vaak wordt er gebruikgemaakt van een eigen protocol in de 868MHz-band. Deze frequentieband zou als voordeel moeten hebben dat deze een groter bereik heeft dan de veelgebruikte 2,4- of 5GHz-banden. De praktijk is echter weerbarstiger. Omdat bij eigen protocollen geen gebruik wordt gemaakt van een mesh-netwerk dat wordt ondersteund door met netspanning gevoede componenten (zoals Z-Wave of Zigbee), is er alleen een directe communicatie tussen de radiatorknoppen en de ontvanger. Het Tado-systeem werkt bijvoorbeeld op deze manier. Het heeft bij ons thuis behoorlijk wat tijd en moeite gekost voordat we een plek gevonden hadden waar de Tado Internet Bridge daadwerkelijk alle radiatorknoppen betrouwbaar kon bereiken. Dit bleek in ons geval een trapkast onder de trap naar de eerste verdieping te zijn. 

 

Het is de verwachting dat in de toekomst steeds vaker overgestapt zal worden op radiotechnologieën die een mesh-netwerk ondersteunen. Je zult om daar profijt van te hebben dan wel slimme producen moeten hebben die op de netspanning zijn aangesloten en gebruikmaken van hetzelfde radioprotocol. Denk als toekomstige technologie bijvoorbeeld aan Thread. Er zijn nu al wel slimme radiatorknoppen op de markt die gebruikmaken van Z-Wave, Zigbee of Thread. Zo gebruikt Fibaro bijvoorbeeld Z-Wave en maakt Eve gebruik van Thread. Dat zijn helaas dan weer geen radiatorknoppen die gekoppeld kunnen worden aan een slimme thermostaat die een cv-ketel aanstuurt. Plugwise is een uitzondering en gebruikt Zigbee. Hun knoppen kunnen zelfs als repeater voor het mesh-netwerk functioneren als ze via netspanning gevoed worden. 

De Tado Internet Bridge die de communicatie met thermostaat en radiatorknoppen verzorgt, hangt bij ons na enig experimenteren in een trapkast. 

Pompschakelaar lager zetten 

Als je (een deel van) van de bestaande kranen vervangt door slimme radiatorkranen staan er in sommige situaties minder kranen open dan eerst. Het zou kunnen dat je de radiatoren nu veel duidelijker hoort suizen als de verwarming aan staat. Als je zeker weet dat dit niet komt door achterstallig onderhoud, zoals het ontluchten van het systeem, kan het zijn dat de pompsnelheid te hoog staat. De nieuwste ketels hebben modulerende pompen die altijd werken op de meest efficiënte kracht, maar wat oudere cv-ketels hebben vaak een pomp die werkt op een vaste stand. Vaak wordt door de fabrikant of installateur de hoogste stand gekozen, zodat alle radiatoren gegarandeerd snel warm worden. Een nadeel van de hoogste stand is, naast dat de pomp zo het meeste energie verbruikt, dit ook suisgeluid kan veroorzaken. Je kunt de pomp handmatig op een lagere stand zetten als je last van het geluid hebt. Hiervoor haal je de kap van je cv-ketel af en zet je de pompschakelaar op een lagere stand (doorgaans stand 2). Let er wel op dat je daadwerkelijk aan de standenschakelaar draait en niet aan de schroef van de pomp zelf. In de praktijk zou het kunnen dat een lagere stand niet voldoet, dat merk je doordat de verwarming je huis niet meer goed warm krijgt. 

©Robertvt - stock.adobe.com

In deze cv-ketel van Intergas zit een standenpomp – de grijze knop links staat nu op de hoogste stand 3.

Weten of een warmtepomp bij jou past?

Doe de check op Kieskeurig.nl en je weet het binnen 5 minuten!

💡Wil jij jouw huis verder verduurzamen?

Vraag een offerte aan voor verduurzaming:

▼ Volgende artikel
Review LG OLED65C4 – De blijvende referentie
© LG
Huis

Review LG OLED65C4 – De blijvende referentie

Sinds LG de OLED C-serie introduceerde, heeft dit model door zijn combinatie van prestaties en prijs een reputatie opgebouwd als de maatstaf voor andere oled-tv’s. Sinds de lancering van die eerdere serie is er echter flink wat concurrentie bij gekomen. Tijd dus om te kijken of deze nieuwe LG OLED65C4 nog steeds als referentie kan dienen.

Fantastisch
Conclusie

De conclusie is duidelijk: de LG OLED65C4 is nog steeds een referentie voor wie de echte topmodellen te duur vindt, maar toch premium beeld wenst. Reclame op het Home-scherm en in de screensaver is echt ongewenst, maar je kunt het wel via de instellingen uitschakelen. Voor de volledigheid zien we graag HDR10+-ondersteuning, maar door de uitstekende dynamische tone mapping vinden we dat echter niet meer zo belangrijk.

Plus- en minpunten
  • Uitstekende piekhelderheid
  • Alpha9-processor zorgt voor knappe beeldverwerking
  • Zeer goede kalibratie zo uit de doos
  • Prachtige HDR-beelden in HDR10 en Dolby Vision
  • Goede geluidskwaliteit
  • Advertenties op het Home-scherm
  • Geen ondersteuning voor HDR10+

LG OLED65C4 Adviesprijs: 1.999 euro Wat: Ultra HD 4K 144 Hz W-OLED-tv Schermformaat: 65 inch (164 cm) Aansluitingen: 4x HDMI (4x v2.1 (48 Gbps), ARC/eARC, ALLM, VRR, HFR), 3x usb, 1x optisch digitaal uit, 2x antenne, 1x IR-blaster, wifi 5 (802.11ac), ethernet, bluetooth 5.1, WiSA Extra’s: HDR10, HLG, Dolby Vision IQ, Dolby Atmos, WebOS 24, AirPlay 2, USB/DLNA-mediaspeler, DVB-T2/C/S2, CI+-slot, Alpha 9-processor Afmetingen: 1.444 x 880 x 230 mm (incl. voet) Gewicht: 18,5 kg (incl. voet) Verbruik (per 1000 uur): SDR 97 kWh (E) / HDR 211 kWh (G)

De LG C4 mag dan wel geen topmodel zijn, een premium uitstraling heeft hij wel. Er zit een dunne metalen rand om het slanke scherm en dat detail geeft deze tv scherpe lijnen. De behuizing van de elektronica en aansluitingen is natuurlijk wat dikker, maar een profiel van 48 mm blijft slank en oogt ongetwijfeld mooi aan de muur.

De donkerbruine achterkant (LG noemt dat Umber Brown) heeft een opvallende textuur die aan stof of leer doet denken. De C4 staat op een centrale voet met geborstelde metaalkleur. Wil je een soundbar bij deze televisie aanschaffen, houd er dan rekening mee dat je onder het scherm slechts 5,5 cm ruimte hebt. 

Aansluitingen

De vier HDMI-poorten van de C4 bieden allemaal de maximale HDMI 2.1-bandbreedte (48 Gbit/s). Ze ondersteunen ALLM, 4K120 en VRR (AMD FreeSync en Nvidia G-Sync) en op één poort kun je ARC/eARC gebruiken. Dat maakt het toestel interessant voor gamers die een soundbar willen, want zelfs met een soundbar op de eARC-poort houd je drie HDMI-poorten over die 4K op 120 Hz aankunnen voor high end-gameconsoles, of zelfs 4K op 144 Hz als je een game-pc aansluit. Ook de input-lag (vertraging) bewijst dat we hier met een gamevriendelijke tv te maken hebben: bij 4K60 bedraagt die 10,1 ms, en bij 2K120 slechts 5,5 ms.

De bijgeleverde infraroodmodule kun je gebruiken om brontoestellen te besturen met de LG-afstandsbediening, ook wanneer deze uit het zicht staan. De C4 ondersteunt ook het WiSA-protocol (Wireless Speaker and Audio Association). Daarmee kun je compatibele draadloze luidsprekers aansluiten. Een draadloze surround-opstelling is echter niet mogelijk; je bent in dat geval beperkt tot 2.1-configuraties.

©Eric Beeckmans | ID.nl

Premium piekhelderheid

De LG C4 is uitgerust met een Evo-oledpaneel en Brightness Booster-algoritme. Dit type paneel nestelt zich qua prestaties tussen de oledpanelen met microlenzen (zoals de G4) en standaard oledpanelen (zoals de B4). De piekhelderheid scoort uitstekend: 1060 nits op een 10%-venster, en zelfs iets meer bij 2%. 

LEES OOK: Zo testen we tv's voor ID.nl

Een volledig wit beeld haalt 198 nits. Vergelijkbare modellen zoals de Sony Bravia 8 en de Panasonic Z85A zitten daar duidelijk onder. De Philips OLED809 komt meer in de buurt, maar de C4 pakt duidelijk de leiding. Qua kleurbereik presteren alle modellen vergelijkbaar met ongeveer 97% P3-dekking. Het Evo-oledpaneel heeft een goede kijkhoek en gaat reflecties goed tegen, maar de G4 doet het net iets beter. De beelduniformiteit ziet er uitstekend uit: er is geen dirty screen-effect zichtbaar. 

©LG

Dat LG goed weet hoe het prachtige beelden op het scherm tovert, zagen we al op de G4. En we merken dat de C4 die lijn mooi doorzet. In SDR is de HDR Filmmaker-modus erg goed gekalibreerd, met een accurate kleurweergave. Er is voldoende schaduwdetail, al was dat iets donkerder dan verwacht. Dolby Vision IQ met Precision Detail blijft de beste keuze voor topkwaliteit, al wordt het verschil met HDR10 steeds kleiner.

Voor HDR10 is de Filmmaker-modus een tikje te helder gekalibreerd, vooral in donkere en midtinten. Maar die afwijking is klein genoeg om door de vingers te zien. Ondersteuning voor HDR10+ ontbreekt, maar LG compenseert dat met slimme dynamische tone mapping. Net als de G4 analyseert de tv het beeld in verschillende zones voor optimale aanpassing. Met 1000 nits piekhelderheid is tone mapping niet per se nodig, maar door die slimme aanpak kun je het veilig aan laten staan. Als het algoritme moet ingrijpen, levert het uitstekend witdetail met rijke kleuren. Ook in moeilijke, donkere HDR-scènes laat de tv zich niet op een fout betrappen en toont hij zeer goede schaduwnuances. 

Uitstekende beeldverwerking

De Alpha9 Gen7-beeldprocessor verschilt maar heel weinig van de Alpha 11-processor in de G4. De features die ontbreken, lieten op de G4 geen sterke indruk achter (AI Directors Processing en Perceived Object Enhancing), dus lijkt de C4 het nauwelijks beter te doen. Bij het testen merken we dat ook. Zowel upscaling als ruisonderdrukking scoren zeer goed. Hinderlijke kleurstroken in zachte kleurovergangen kan de processor duidelijk elimineren, zonder dat je aan detail hoeft in te leveren.

Oledpanelen hebben een erg goede bewegingsscherpte, te danken aan de snelle pixelresponstijd. Dat heeft echter een nadeel: filmbeelden in 24 fps kunnen zichtbaar beginnen te stotteren als de camera snel beweegt. Dat effect kun je wegwerken met de functie Trumotion, al speelt persoonlijke smaak daarbij een grote rol. Voor vloeiende beelden is de Vloeiend-stand prima, al creëert die soms wel beeldfouten als de achtergrond erg complex is.

De instelling Cinematografische Beweging is voor filmpuristen; persoonlijk opteren we liever voor de stand Natuurlijk. Dat is een mooi compromis dat veel van het gestotter wegwerkt, zonder andere beeldfouten te introduceren. 

©LG

Dolby Atmos en DTS:X

Bij die knappe beeldprestaties hoort ook aangenaam geluid. De LG C4 beschikt over 2.2-kanalen, 40 watt vermogen en hij ondersteunt Dolby Atmos en DTS:X. Voor echte hoogte-effecten is een goede soundbar vereist, maar de surround-ervaring van de C4 is prima. De AI Sound-modus klinkt te scherp, zeker bij muziek, maar bij films viel dat gelukkig mee.

We raden aan om de Standaard-, Muziek- of Bioscoop-stand te kiezen, afhankelijk van wat je kijkt of luistert. We zijn vooral gecharmeerd van de warme, goed gebalanceerde klank van de C4. Die bevat ook aardig wat bas en er is meer dan voldoende volume voor de doorsnee huiskamer. Wie de volumeknop iets te enthousiast opendraait (verder dan echt noodzakelijk), kan wel vervorming horen. 

webOS 24 en webOS Re:New

Wie een C4 in huis haalt, krijgt webOS 24 als besturingssysteem. Maar dankzij het webOS Re:New-programma krijg je gedurende vijf jaar de meest recente versie van webOS op je tv. Dat is in elk geval een mooie garantie dat je smart-tv nog wel even up-to-date blijft. Houd er wel rekening mee dat de eerste update (naar webOS 25) vermoedelijk pas in het najaar van 2025 naar deze modellen komt. Hier lees je meer over WebOS. Het artikel behandelt webOS 23, maar de meeste wijzigingen zijn puur cosmetisch.

©Eric Beeckmans | ID.nl

De belangrijkste nieuwe functie is de toevoeging van Google Cast. Omdat LG al AirPlay 2 ondersteunde, maakt de C4 het nu voor zowel Android- als iOS-gebruikers erg eenvoudig om content naar het tv-scherm te streamen. De Quick Cards op het startscherm zijn iets compacter geworden, maar functioneren nog steeds op dezelfde manier. Ze groeperen bepaalde functies, zoals Games, Muziek, de Thuis-hub, Thuiskantoor, Sport, Leren en Toegankelijkheid.

©Eric Beeckmans | ID.nl

Het app-aanbod is bijzonder volledig; zowel internationale als lokale streaming-apps zijn ruim vertegenwoordigd. De lay-out werkt prima en je navigeert vlot door het aanbod. De Magic Remote is een integraal onderdeel van het gebruiksgemak. Je beweegt de cursor op het scherm eenvoudig door met de remote naar het scherm te wijzen.

Helaas, we hebben ook een negatieve opmerking. LG plaatst advertenties op het Home-scherm en in de screensaver. En dan bedoelen we niet de gebruikelijke aanbevelingen voor content, maar echte ongerelateerde reclame (automerken, sportwinkels, dat werk). Gelukkig kun je het wel uitschakelen: je leest in dit artikel hoe je reclame verwijdert

Conclusie

De conclusie is duidelijk: de LG OLED65C4 is nog steeds een referentie voor wie de echte topmodellen te duur vindt, maar toch premium beeld wenst. Reclame op het Home-scherm en in de screensaver is echt ongewenst, maar je kunt het via de instellingen gelukkig wel uitschakelen. Voor de volledigheid zien we graag HDR10+-ondersteuning, maar door de uitstekende dynamische tone mapping vinden we dat niet meer zo belangrijk.

Wat krijg je dan wel? De beste piekhelderheid in deze categorie, uitstekende kalibratie in de Filmmaker-modus, prachtige, levensechte kleuren en een natuurlijk perfect contrast. De beeldverwerking levert betrouwbare en erg goede resultaten – ook met oudere bronnen. Dankzij het webOS Re:New-programma krijg je nu vijf jaar updates op het webOS smart-tv-systeem. Een zeer ruim app-aanbod, AirPlay2 en Google Cast maken het entertainment-aanbod erg volledig. Ook gamers vinden alles wat ze nodig hebben op de C4. De prijs is wat ons betreft eveneens gerechtvaardigd.

▼ Volgende artikel
Zo beveilig je je thuisnetwerk met het opensource OPNsense
© ParinPIX - stock.adobe.com
Huis

Zo beveilig je je thuisnetwerk met het opensource OPNsense

Stel, je wilt je thuisnetwerk beter afschermen en beveiligen. Wellicht heb je hiervoor een oude pc of mini-pc ter beschikking of je zet een hypervisor in. Dan is de gratis en opensource-firewall en -routersoftware OPNsense precies wat je zoekt. We geven je hier een solide basis.

Na het lezen van dit artikel weet je hoe je OPNsense kunt configureren als krachtige, gratis en opensource firewall voor je netwerk:

  • Installeer OPNsense op een mini-pc of als virtuele machine
  • Controleer de basisinstellingen
  • Beheer de firewallregels
  • Breid functionaliteit uit met plug-ins

Ook interessant om te lezen: Bescherm je thuisnetwerk: DNS-filters voor zorgeloos surfen

Je router zorgt al voor enige bescherming van je netwerk en waarschijnlijk gebruik je ook een softwarematige firewall, zoals de Windows Firewall. Maar als je meer flexibiliteit wilt en liever alles zelf instelt, dan is OPNsense een uitstekend alternatief. Het is gratis en opensource. Het tweede betekent dat iedereen de broncode kan bestuderen, wat de kans op achterdeurtjes verkleint. De naam ‘opensense’ is dus zeker niet toevallig gekozen.

OPNsense is een afsplitsing van pfSense, een firewallproject dat op zijn beurt weer gebaseerd is op m0n0wall (dat ongeveer twintig jaar geleden begon). Toen het pfSense-team tien jaar later aankondigde te willen commercialiseren, leidde dit in 2015 tot de lancering van OPNsense door het Nederlandse netwerkbedrijf Deciso. In tegenstelling tot pfSense blijft OPNsense volledig gratis en opensource onder de BSD-licentie.

De software heeft een moderne, gebruiksvriendelijke webinterface en ondersteunt functies als IPS/IDS (Intrusion Detection/Prevention System), VPN (zoals WireGuard), verkeersmonitoring en bandbreedtebeheer, en biedt een architectuur voor opensource-plug-ins.

1 Benodigdheden

OPNsense draait op diverse hardware en er zijn zelfs ‘security appliances’ beschikbaar waarop OPNsense reeds is geïnstalleerd. Voorbeelden zijn de DEC700-serie van Deciso voor kleinere netwerken en de DEC4200-serie voor grotere bedrijven (geschikt voor 19inch-racks). Maar in dit artikel installeren we OPNsense zelf. We gebruiken hiervoor een gratis en opensource hypervisor, Oracle VM VirtualBox, maar je kunt dit op vrijwel identieke wijze op bijvoorbeeld een bare-metal-machine doen, zoals een oude pc of een mini-pc (zie ook het kader ‘Zuinige mini-pc’).

De minimale systeemeisen zijn bescheiden, zeker voor een thuisnetwerk. Je kunt al starten met een 1GHz-dualcore-processor, 2 GB RAM en 4 GB opslagruimte. In de praktijk is het beter om iets krachtigere hardware te gebruiken: minstens een 1,5GHz-processor met meer dan twee cores, 4 tot 8 GB RAM en minimaal 40 GB. Dit hangt natuurlijk ook af van welke functies je activeert. Een cache-webproxy zoals Squid of een Captive Portal kunnen bijvoorbeeld flink wat cpu-belasting veroorzaken.

Deciso maakt ook eigen hardware voor kleine en grote bedrijven.

Zuinige mini-pc

Je kunt OPNsense op een oude pc installeren, vooropgesteld dat deze voldoet aan de minimale hardware-eisen, maar dergelijke apparaten zijn vaak niet energiezuinig. Een betere optie is een mini-pc: goede prestaties en toch energiezuinig. Ga voor een 64bit-processor, zoals een Intel Celeron J4125 of Intel N100, en zorg voor 8 GB RAM of meer als je extra functies als IDS/IPS wilt gebruiken.

Je hebt minimaal twee, maar liever drie of meer gigabit- of multi-gigabit-ethernetpoorten nodig. Een ssd van 128 GB kan volstaan. Geschikte mini-pc’s zijn bijvoorbeeld de Protectli Vault FW48, HUNSN RS34g en Beelink EQ12. Deze voorbeelden zijn verkrijgbaar tussen 250 en 300 euro.

Beelink EQ12: mini-pc met Intel N100-processor, 16 GB geheugen, een ssd van 512 GB, wifi 6 en twee 2,5Gbit/s-poorten.

2 Fysieke machine

De benodigde schijfkopiebestanden voor OPNsense vind je op de officiële website. Op het moment van schrijven is versie 24.7 Thriving Tiger de meest recente stabiele versie. Klik op de Download-knop en selecteer amd64 als architectuur. Ga je voor een fysieke installatie, zoals op een (mini-)pc, dan kies je vga als image-type.

De download komt weliswaar in de vorm van een bz2-archief, maar dit kun je naar een img-schijfkopiebestand uitpakken met een gratis tool als 7-Zip. Dit img-bestand kun je vervolgens naar een bootstick schrijven, bijvoorbeeld met het gratis Rufus of balenaEtcher. Bij deze laatste selecteer je Install from file, verwijs je naar het img-bestand, kies je bij Select target een usb-stick en start je de procedure met de Flash!-knop.

De pc die je vervolgens met dit bootmedium opstart, dient wel over minstens twee netwerkadapters te beschikken. Of zelfs drie voor bijvoorbeeld een gastnetwerk of een DMZ-zone voor servers die je van je primaire netwerk wilt isoleren. In de meeste scenario’s is een van deze adapters direct met je modem(/router) verbonden.

In paragraaf 4 lees je meer over de installatieprocedure.

Je kunt het img-bestand omzetten naar een bootstick met balenaEtcher.

3 Virtuele machine

Doe je liever een installatie op een virtuele machine, kies dan voor dvd als image-type om een iso-schijfkopiebestand te krijgen. Zo’n virtuele installatie kan bijvoorbeeld handig zijn om een veilig testlab te bouwen met meerdere virtuele machines. De gratis en opensource-hypervisor Oracle VM VirtualBox is een goed programma om te gebruiken.

Installeer VirtualBox, start deze op en druk op de knop Nieuw. In het dialoogvenster geef je OPNsense op bij Naam, kies je een geschikte map (met voldoende opslagruimte) en verwijs je bij ISO-image naar het uitgepakte iso-bestand. Stel Type in op BSD, Subtype op FreeBSD, en Versie op FreeBSD (64-bit).

Open de sectie Hardware, waar je afhankelijk van je systeembronnen en het beoogde gebruik het veld Basisgeheugen instelt op bijvoorbeeld 4096 MB, en Processoren op 2. Stel Harde schijf in op bijvoorbeeld 40 GB en bevestig met Afmaken. De nieuwe virtuele machine wordt nu toegevoegd.

Voor je deze start, klik je eerst met rechts op de (nog uitgeschakelde) VM en kies je Instellingen. In het onderdeel Netwerk moet je nu minimaal twee netwerkadapters instellen. In het kader ‘Virtuele netwerkconfiguratie’ en in de tabel lees je meer over hoe je dit kunt aanpakken.

Stel de nodige parameters in voor de virtuele machine van OPNsense.

Virtuele netwerkconfiguratie

Ook in een virtuele configuratie met een hypervisor zoals VirtualBox moet je de nodige netwerkadapters toevoegen. Er zijn verschillende netwerkconfiguraties mogelijk, afhankelijk van je doel en netwerkbehoeften. In de afbeelding beschrijven we kort drie vrij gebruikelijke scenario’s met twee virtuele netwerkadapters.

Als je een derde netwerk(adapter) wilt toevoegen, bijvoorbeeld voor een DMZ of gastnetwerk, is een ‘intern netwerk’ meestal de beste keuze voor maximale isolatie. Vooral als je DMZ of gastnetwerk geen toegang tot het LAN nodig heeft.

Een host-only-adapter biedt wat meer flexibiliteit, terwijl een bridged-adapter ook toegang tot je LAN-netwerk mogelijk maakt. Je zult dus zelf de nodige afwegingen voor een optimaal netwerkscenario moeten maken.

Afhankelijk van het beoogde scenario kies je de juiste netwerkconfiguratie.

4 Installatie

Start de installatie van OPNsense door de bootstick of virtuele machine op te starten en het proces te voltooien. Dit duurt grofweg vijf minuten. Aan het eind hoor je doorgaans een korte piep. De live-versie van OPNsense draait nu en is bereikbaar via het standaard ip-adres 192.168.1.1, zowel via de webinterface als via SSH met bijvoorbeeld met het gratis Putty. De standaard inloggegevens zijn gebruikersnaam root met wachtwoord opnsense.

Omdat deze live-omgeving in het geheugen draait, wordt de configuratie niet permanent opgeslagen. Dit geeft je de kans om de omgeving eerst te testen. Voor een permanente installatie moet je opnieuw installeren. Meld je hiervoor aan in de consoleprompt met de naam installer en wachtwoord opnsense. Als dit toch niet lukt: log dan in als root, kies Shell in het menu (optie 8) en typ opnsense-installer, of gebruik hiervoor SSH.

Tijdens de installatie kies je: het toetsenbord (keymap); het bestandssysteem (bij voorkeur ZFS of eventueel UFS); de partitie-opties (doorgaans stripe zonder redundantie bij een enkele schijf); en de schijf zelf (meestal da0 of nvd0). Bevestig met Yes om de schijf te partitioneren en formatteren (kies bij UFS ook Yes voor de swap). Stel een sterk root-wachtwoord in (let op de correcte toetsenbordindeling) en bevestig dit. Selecteer tot slot Complete Install – Exit and reboot.

De ‘echte’ installatie van OPNsense is volop bezig.

5 Netwerkinterfaces

Na de herstart verschijnt, na aanmelding als root, het configuratiemenu van OPNsense. Hier vind je opties als Logout, Power off system en Reboot system. Boven dit menu zie je de toegewezen netwerkinterfaces, bijvoorbeeld:

LAN (em0) -> v4: 192.168.1.1/24

WAN (em1) -> v4/DHCP4: 192.168.0.171/24

De WAN-toewijzing kan per systeem verschillen. Als er geen WAN is toegekend, kies dan menuoptie 1 (Assign interfaces). Beantwoord de vraag over LAGG’s (Link Aggregation Groups) en VLAN’s met N. Voer eventueel zelf de naam in van de nog niet toegewezen netwerkadapter (in ons voorbeeld em1). Je kunt dit proces altijd nog onderbreken en terugkeren naar het menu met Ctrl+C.

Ga na of de netwerkinterfaces correct zijn toegewezen aan de LAN- en WAN-instellingen.

6 Informatie

Na de installatie van OPNsense kun je beginnen met de configuratie en optimalisatie via het grafische dashboard. Dit is toegankelijk via de webinterface op 192.168.1.1, waar je inlogt met je (inmiddels gewijzigde) inloggegevens.

Klik linksboven op het OPNsense-logo om widgets te bekijken met statusinformatie. Bij Traffic Graph en Interface Statistics zie je bijvoorbeeld live-grafieken voor inkomend en uitgaand verkeer. Ook kun je op de Firewall-grafiek klikken om gefilterd verkeer door de firewall te bekijken. Verder geeft een widget inzicht in het geheugen-, schijf- en cpu-gebruik en toont het blok Services welke services actief zijn, zoals DHCPv4Server, Unbound DNS en Web GUI. Hier kun je services (her)starten en sommige ook stopzetten.

In de widget System Information kun je via Click to check for updates controleren op updates. Scrol naar beneden en klik op Update om OPNsense bij te werken. Bevestig met OK om het systeem na de update te herstarten.

Om het dashboard aan te passen, klik je rechtsboven op het potloodpictogram Edit dashboard, waarna je ook extra widgets kunt toevoegen, zoals OpenVPN en WireGuard.

Extra rapporten vind je in de rubriek Reporting en subrubrieken als Health (met tabbladen Packets, System en Traffic) en Unbound DNS. Om de DNS-aanvragen te kunnen zien, moet je deze rapportage wel eerst activeren. Dit doe je bij Reporting / Settings, waar je Enables local gathering of statistics inschakelt. Ook interessant is Reporting / Traffic voor een live-weergave van het verkeer – kijk ook even op het tabblad Top Talkers, voor de actiefste systemen.

Dankzij live-widgets krijg je vanuit je dashboard een goed inzicht de status van je OPNsense.

7 Basisconfiguratie

Voordat je de geavanceerdere functies van OPNsense verkent, is het verstandig enkele basisinstellingen te controleren. Ga naar System / Settings / General, waar je de Hostname (standaard OPNsense), Domain (standaard localdomain, eventueel vervangen door je eigen domeinnaam) en Time zone (bijvoorbeeld Europe/Amsterdam) kunt instellen. De optie Dutch is vooralsnog niet beschikbaar bij Language.

Bij DNS servers kun je DNS-servers instellen voor het systeem, inclusief voor de DHCP-service. Wij laten deze lijst echter leeg en vinken Allow DNS server list to be overridden bij DHCP/PPP on WAN aan, zodat de DNS-servers van de internetprovider (mogelijk via je fysieke router) worden overgenomen. Klik altijd op Save (of soms Apply) om wijzigingen te bevestigen voordat je een andere rubriek in het dashboard opent.

Vervolgens kun je bij System / Settings / Administration de optie HTTP inschakelen bij Protocol als je het storend vindt om telkens het zelf-ondertekende SSL-certificaat te bevestigen (indien gewenst, kun je via System / Trust / Certificates trouwens een echt certificaat importeren). Je kunt bij Listen interface ook kiezen voor LAN in plaats van All als je alleen verbindingen van die specifieke netwerkinterface wilt accepteren.

Controleer als eerste een aantal basisinstellingen.

8 Interfaces

Standaard activeert OPNsense een DHCP-service binnen het LAN-subnet (192.168.1.0/24). Hierdoor krijgen clients die (wellicht via een switch) met de toegewezen netwerkinterface verbinden, automatisch een compatibel ip-adres en DNS-server (standaard 192.168.1.1) toegewezen. Je kunt dit controleren bij Services / ISC DHCPv4 / [LAN]. De optie Enable DHCP server on the LAN interface staat standaard aan met een ip-bereik van 192.168.1.100 tot 192.168.1.199, zodat je ruimte hebt om bepaalde apparaten een statisch ip-adres toe te kennen. Hier vind je trouwens ook diverse geavanceerde opties.

Als alles goed is ingesteld, ga dan naar Interfaces / Assignments. Hier controleer je welke interface met welk MAC-adres aan de LAN- of WAN-interface is gekoppeld. Heb je een extra netwerkinterface, bijvoorbeeld voor een DMZ of gastnetwerk, dan kun je die hier toewijzen. Selecteer de interface bij + Assign a new interface, klik op Add en dan op Save om de interface aan de rubriek Interfaces toe te voegen. Open de nieuwe interface en vink Enable Interface en eventueel ook Prevent interface removal aan. Stel IPv4 Configuration Type in op Static IPv4 en geef een ip-adres, zoals 192.168.2.1 / 24. Bevestig met Save en Apply changes.

Ga vervolgens naar Services / ISC DHCPv4 / [interfacenaam] om de DHCP-server in te schakelen en een passend ip-bereik in te stellen. Je doet er wellicht ook goed aan om Services / Unbound DNS / General te openen en daar Register ISC DHCP4 Leases en Register DHCP Statis Mappings in te schakelen, zodat je de machines ook via hun hostnaam kunt bereiken.

Je moet de extra netwerkinterface wel nog even koppelen en configureren.

9 Firewall

Bij een extra netwerk zijn alle inkomende verbindingen standaard geblokkeerd door de firewall. Open Firewall / Rules en selecteer de LAN-interface. OPNsense heeft hier al pass-regels aangemaakt voor IPv4 en IPv6 (verwijder de IPv6-regel indien gewenst). De regel IPv4* LAN net * * * * * staat al het verkeer toe.

Voor je extra interface kun je regels toevoegen, bijvoorbeeld om toegang tot het LAN-netwerk te blokkeren. Klik op de rode plus-knop, stel Action in op Block, en kies DMZ bij Interface. Laat Protocol op any staan, stel Source in op DMZ net en kies LAN net bij Destination. Voeg een beschrijving toe, zoals Blokkeer LAN toegang. Sla deze wijzigingen op met Save en bevestig met Apply changes.

Om je DMZ wel toegang tot je DNS-server en gateway binnen het LAN te verlenen, kun je extra pass-regel toevoegen. Kies Pass bij Action, DMZ bij Interface, en Single host or network bij Destination. Vul hier het (standaard) ip-adres 192.168.1.1 in, stel Protocol in op TCP/UDP en kies bij Destination bij de optie Port (other) voor poort 53.

Kopieer deze pass-regel via de Clone-knop en pas deze aan voor TCP, en respectievelijk poort 80 en 443, zodat je HTTP(S)-verkeer naar je gateway toestaat. Zorg met behulp van de pijlknopjes dat de drie pass-regels boven de blokkeerregel staan, aangezien de firewall deze regels altijd van boven naar beneden doorloopt.

De kans is groot dat je de standaardfirewallregels nog wat moet verfijnen.

10 Firewall-regels voor DMZ-zone

Wil je wel verkeer van de DMZ naar het internet toestaan, voeg dan een extra regel toe. Kies Pass als Action en DMZ als Interface. Stel Source in op DMZ net en Destination op WAN net. Vul een beschrijving in, bijvoorbeeld Toegang naar internet toelaten, en bewaar de regel.

Voor het toegankelijk maken van services op de DMZ vanaf het internet, ga je naar Firewall / NAT / Port Forward. Klik op Add, kies WAN als Interface en stel het juiste protocol in, bijvoorbeeld TCP/UDP. Selecteer WAN address bij Destination en stel bij Destination Port Range de poort(en) in die je wilt openstellen, bijvoorbeeld HTTP. Vul bij Redirect target IP het ip-adres in van het DMZ-netwerk dat het verkeer moet ontvangen. Indien nodig stel je bij Redirect target Port een alternatieve poort in voor de service (bijvoorbeeld (other), 8080). Bewaar de regel en bevestig ook hier met Apply changes.

Zo zou de firewall-regelset van je extra netwerk (bijvoorbeeld een DMZ-zone) er eventueel uit kunnen zien.

11 Plug-ins

Zoals je aan de menu-opties in je dashboard kunt zien, biedt OPNsense allerlei mogelijkheden en services, zoals VPN (inclusief OpenVPN en WireGuard), OpenDNS en een Captive Portal. We hebben helaas niet de ruimte hier verder op in te gaan, maar tonen je nog wel hoe je de functionaliteit van OPNsense kunt uitbreiden met gratis plug-ins. Bekende namen zijn clamav, ddclient, freeradius, os-intrusion-detection, iperf, nginx, squid, tftp, VirtualBox en VMware guest additions, zabbix enzovoort.

Om bijvoorbeeld ClamAV toe te voegen, zorg je er eerst voor dat OPNsense up-to-date is. Ga vervolgens naar System / Firmware / Plugins en klik op de plusknop Install bij os-clamav. Op het tabblad Updates volg je de voortgang van de installatie.

Na de installatie vind je ClamAV in de rubriek Services. Ga naar Configuration, klik op Download signatures en zorg dat Enable clamd service is ingeschakeld. Pas waar nodig de instellingen aan en klik op Save om de wijzigingen op te slaan.

Veel configuratiewerk vergt ClamAV dus niet, andere plug-ins vergen juist wat meer aanpassingen.

ClamAV is slechts een van de tientallen beschikbare plug-ins voor OPNsense.