ID.nl logo
Kunnen we wel zonder Groningen-aardgas?
© jackie2k - stock.adobe.com
Energie

Kunnen we wel zonder Groningen-aardgas?

De Nederlandse regering heeft aangekondigd om de gasvelden in Groningen al op 1 oktober dit jaar te sluiten. Eerder had Den Haag oktober 2024 vooropgesteld als sluitingsdatum, maar de kraan wordt dus een jaar eerder dichtgedraaid. Wat betekent dat en welke gevolgen heeft dat voor de consument wiens apparaten op de specifieke eigenschappen van het Groningse gas zijn afgestemd?

In dit artikel leggen we het verschil uit tussen H-gas en L-gas, en wat de oplossingen in Nederland en België zijn nu er heel binnenkort geen Groningen-gas meer is. Deze oplossingen zijn totaal verschillend en in welke mate merk je daar als klant iets van?

Ook interessant: Waterstof: de energie van de toekomst?

Sneller dan gedacht komt er een eind aan 60 jaar gaswinning in Nederland en een belangrijke bron van aardgas voor een groot deel van West-Europa. Als reactie op deze beslissing sprongen de Europese gasprijzen zo’n 20 procent omhoog en valt er een alternatief voor het Russische gas weg. De gasputten worden nog niet allemaal ontmanteld, zodat in geval van nood toch opnieuw gas kan worden gewonnen. 

©Robert Hoetink

Adieu Groningen-gas

Bovendien betekent het ook het einde van de rechtstreekse winning van een aardgaskwaliteit waarop alle gastoestellen van Nederland en veel gastoestellen in België zijn ingesteld. Die specifieke gaskwaliteit kennen we onder de naam ‘Groningen-gas’. Toch is er geen reden tot ongerustheid, al is de oplossing die Nederland voorziet helemaal anders dan die van haar zuiderburen. Om de oplossingen en de gevolgen voor de consument beter te begrijpen, moeten we eerst de twee verschillende kwaliteiten van aardgas toelichten.  

Fossiel

Aardgas ontstaat uit restanten van heel oud organisch materiaal (fossielen), zeg maar planten of dieren. Vandaar de term ‘fossiele brandstof.’ Het is een gasmengel dat hoofdzakelijk bestaat uit methaan, stikstof en ethaan. In Nederland en op de Noordzee boort men 3 tot 4 kilometer diep om aardgas te winnen. Wanneer aardgas wordt bovengehaald is dat brandbaar, kleurloos en zelfs reukloos. De typische, indringende geur waaraan we aardgas herkennen, is afkomstig van een geurproduct dat men uit veiligheidsoverwegingen aan het gas toevoegt. Op die manier zijn we in staat om een gaslek te ruiken.

Het Groningen-gas wordt sneller afgebouwd dan aanvankelijk gepland. | Illustratie: Gasunie

H-gas versus L-gas

Het ene aardgas is het andere niet. In Nederland en België kennen we twee kwaliteiten van aardgas: hoogcalorisch gas (H-gas) en laagcalorisch gas (L-gas). Dat laatste noemen we ook wel Groningen-gas. Het L-gas komt inderdaad uit een reusachtig gasveld uit Slochteren. Toen dat gas eind jaren vijftig werd ontdekt en de winning begin jaren zestig werd uitgerold, werd dit L-gas de standaard voor gasfornuizen en cv-ketels in Nederland en deels in de ons omringende landen. Ook tuinbouw en industrie maken gebruik van dit gas.

Het grote verschil tussen L-gas en H-gas zit hem in het hogere stikstofgehalte van L-gas. Er zit relatief veel onbrandbare stikstof (14 procent) in Groningen-gas. H-gas bevat dus minder stikstof, maar meer methaan. Hierdoor is de calorische waarde van L-gas lager dan die van H-gas. De verbranding levert dus minder energie op. Tenslotte is de druk voor het transport van L-gas (25 mbar) hoger dan voor H-gas. Om in hetzelfde gebied zowel L-gas en H-gas te verdelen, zijn er dus gescheiden leidingnetwerken nodig.

Gasunie

In Nederland is de Gasunie (voluit de Gasunie Transport Services, of GTS) de eigenaar van het landelijke gasnetwerk. De Gasunie zorgt dat al het aardgas in de juiste mix naar de juiste plek gaat. Dat betekent dat 60 procent in de vorm van hoogcalorisch gas naar de industrie in binnen- en buitenland vertrekt, terwijl 40 procent als laagcalorisch Groningen-gas naar midden- en kleinverbruik gaat.

Omdat er steeds minder en uiteindelijk geen L-gas meer wordt geproduceerd, zal de Gasunie dat ondervangen door H-gas te importeren en daar de kwaliteit van aan te passen. In Nederland gaat er dus een kwaliteitsconversie plaatsvinden waarbij men H-gas omzet naar L-gas. In België gaat men voluit voor H-gas en past men indien nodig de betreffende apparaten aan. 

Stikstoffabrieken voor pseudo-Groningen-gas

Om de kwaliteitsconversie uit te voeren, heeft de Gasunie vier installaties verspreid over het land ingericht: Zuidbroek, Ommen, Pernis en Wieringermeer. Ze zullen de kwaliteit van het geïmporteerde hoogcalorische gas verlagen tot die van L-gas. Met deze vier installaties haalt men de stikstof uit gewone lucht en voegt men die toe aan het hoogcalorische gas.

Het resultaat is laagcalorisch gas waarvan de kwaliteit overeenkomt met Groningen-gas. Op die manier produceert zo’n installatie pseudo-Groningen-gas dat geschikt is voor de cv en huishoudelijke kookapparaten. Het is de bedoeling dat de Nederlandse consument tijdens het gebruik niets van die conversie merkt. 

©Sander van der Werf

De nieuwe stikstoffabriek in Zuidbroek om laagcalorisch gas te produceren. 

ONSCHULDIGE STIKSTOF Stikstof heeft de afgelopen jaren een bedenkelijke reputatie opgelopen: denk maar aan de term ‘stikstofcrisis’. Voor alle duidelijkheid, de stikstof die in deze enorme installaties wordt geproduceerd heeft niets te maken met de stikstof die men associeert met milieuproblemen. Onze lucht bestaat voor 78 procent uit stikstof, of N₂. Dit kleur- en reukloze gas is niet schadelijk voor mens en milieu. Chemische verbindingen met stikstof kunnen echter wel schadelijk zijn. Dan hebben we het over bijvoorbeeld stikstofoxiden of ammoniak. Stikstofoxiden (NOₓ) komen vooral in de lucht terecht door uitlaatgassen en de uitstoot van industrie. Ammoniak (NH₃) is voornamelijk afkomstig van dieren in de veeteelt. Slechts een klein deel komt uit overige bronnen, zoals industrie, de bouw en het verkeer.

Aan het hoogcalorische gas wordt extra stikstof toegevoegd om laagcalorische kwaliteit te verkrijgen. | Illustratie: Gasunie

Vloeibaar gas

Het H-gas dat Nederland voor haar kwaliteitsconversie importeert, komt binnen als LNG (liquefied natural gas). Dat vloeibaar gemaakte aardgas wordt getransporteerd en opgeslagen bij een temperatuur van -162 graden Celsius. Het volume van LNG is 600 maal kleiner dan van aardgas bij een normale temperatuur en normale druk. Dus 1 liter LNG levert 0,6m³ aardgas op. Zodra LNG weer aardgas is geworden, pompt de terminal het in het Nederlandse gastransportnet en gaat het op weg naar de eindgebruiker.

©aerial-drone - stock.adobe.com

H-gas komt via een tanker binnen in de vorm van LNG.

België gaat voor H-gas

In België volgt men de omgekeerde oplossing. De omschakeling begon daar in 2018 en loopt door tot 2024. Hier stapt men resoluut over van L-gas naar H-gas, en daarom heeft men dus geen stikstoffabrieken nodig. Stapsgewijs wordt in de zomerperiode een groep gebruikers gecontacteerd. De omschakelingscampagne betreft 1,6 miljoen particulieren en bedrijven. Dat betekent dat hun verwarmingsketels, boilers, fornuizen, kachels, kookplaten, convectoren en sierhaarden worden nagekeken door een erkend technicus. Toestellen die dateren van na 1978 zijn over het algemeen compatibel met rijk gas en kunnen met een eenvoudige aanpassing goed en veilig blijven werken. Oudere toestellen zullen vervangen moeten worden. In de meeste gevallen wordt die controle gedaan tijdens de verplichte tweejaarlijkse controle van de verwarmingsketel.  

Zelfde factuur

Wat Nederland en België gemeen hebben, is dat er op de factuur voor de consument niets verandert. Je leest daar wel hoeveel kubieke meter gas je verbruikt, maar je betaalt per eenheid energie in kWh en niet per kubieke meter gas. Als je dus evenveel energie verbruikt, betaal je hetzelfde bedrag als vóór de omschakeling.

Wil jij jouw huis verduurzamen?

Vraag een offerte aan voor verduurzaming:

▼ Volgende artikel
Last van hoge energiekosten in de winter? Zo laat je je was en vaat zuiniger draaien
© ID.nl
Huis

Last van hoge energiekosten in de winter? Zo laat je je was en vaat zuiniger draaien

In de winter loopt de energierekening al snel op. De droger gaat vaker aan omdat de was buiten niet droogt, en omdat we vaker thuis koken en eten gaat ook de vaatwasser vaker aan. Ook de wasmachine draait op volle toeren, want nat weer en dikke kleding leveren extra was op. Hét moment dus om even stil te staan bij het energieverbruik van deze drie apparaten. Met wat kleine aanpassingen zorg je voor een zichtbaar (gunstig!) verschil op je stroomrekening.

In het kort

In dit artikel lees je hoe je met eenvoudige ingrepen energie bespaart bij het wassen, drogen en afwassen. We kijken naar slimme instellingen, zuinige programma's en klein onderhoud waarmee je het energieverbruik omlaag brengt.

Lees ook: 5 stille wasmachines met zuinig label

Slim plannen loont

Wie een slimme meter of dynamisch energietarief heeft, kan precies zien wanneer stroom het goedkoopst is. Door het programma van je wasmachine, droger of vaatwasser daarop af te stemmen, draai je letterlijk op de voordeligste momenten. Veel moderne apparaten hebben een startuitstelknop, waarmee je eenvoudig plant dat een was 's nachts of vroeg in de ochtend klaar is.

Heb je geen dynamisch contract, dan is het slim om eerst te kijken of jouw leverancier een piek- en daltarief hanteert. Bij een dubbeltariefmeter geldt het lagere tarief meestal alleen tussen ongeveer 23.00 en 07.00 uur, niet standaard in het weekend. Even checken bij je energieleverancier voorkomt verrassingen.

Gebruik van nachtstroom

Heb je een dubbeltariefmeter, dan betaal je tijdens de daluren vaak minder. Handig om te weten, maar houd rekening met geluid als je apparaten laat draaien terwijl je slaapt. Sluit de deur van het washok of gebruik het stille programma als dat aanwezig is.

Wassen op lagere temperatuur

De grootste energiebesparing zit in de temperatuur van het waswater. Een was van 30 graden is meestal voldoende schoon, zeker met de huidige wasmiddelen die ook bij lage temperatuur goed werken. Alleen bij sterk vervuilde was of handdoeken kan een hogere stand nodig zijn. Een wasbeurt op 60 graden of af en toe een machinereiniger houdt de trommel fris en voorkomt vetluis - een kookwas op 90 graden is bij moderne machines niet meer nodig.

Een andere eenvoudige stap is de wasmachine pas te laten draaien als hij goed vol is. Een halve was verbruikt bijna evenveel energie als een volle: zonde. Ook de juiste dosering helpt: te veel wasmiddel kan op den duur zeepresten achterlaten, waardoor de machine harder moet werken.

Droger of droogrek?

De droger is een onmisbare hulp in de winter, maar verbruikt veel stroom. Centrifugeer je was daarom eerst op de hoogste stand, zodat er minder vocht overblijft. Hoe droger het de trommel ingaat, hoe korter het droogprogramma duurt. Warmtepompdrogers verbruiken het minst stroom, al bespaar je nog meer door de was af en toe op te hangen. In een goed geventileerde kamer, bijvoorbeeld bij de verwarming, droogt het prima zonder dat je ernaar hoeft om te kijken.

Zuiniger én veiliger

Reinig na elke droogbeurt het pluizenfilter en controleer het rooster aan de achterkant. Ophoping van stof belemmert de luchtstroom, waardoor het apparaat langer draait en warmer wordt. Dat verhoogt niet alleen het energieverbruik, maar ook het risico op oververhitting.

Liever niet de wasdroger gebruiken?

Ga voor een droogrek!

De vaatwasser slim inzetten

Een vaatwasser verbruikt vooral energie om water te verwarmen. Kies daarom het eco-programma: dat duurt wat langer, maar gebruikt minder stroom en water doordat het water op lagere temperatuur wordt verwarmd. Grote etensresten kun je beter even wegschrapen, maar spoel servies niet voor onder de kraan - dat is onnodig en verspilt warm water. Licht aangekoekte pannen en schalen vormen voor moderne vaatwassers echt geen probleem.

Wie zonnepanelen heeft, kan de vaatwasser het beste overdag laten draaien, zodat de stroom direct uit eigen opwekking komt. Ook hier geldt dat een startuitstelknop handig is: je plant eenvoudig in dat het programma start zodra de zon op het dak staat.

Onderhoud maakt echt verschil

Goed onderhoud klinkt saai, maar heeft een direct effect op het energieverbruik. Een verstopt filter, kalk in de sproeiarmen of pluis in de droger laten apparaten harder werken dan nodig. Zet ze af en toe op een onderhoudsprogramma of gebruik een speciale reiniger. Dat voorkomt niet alleen geurtjes, maar zorgt ook dat de machine weer zo goed (lees: zo zuinig) mogelijk zijn werk kan doen.

Kleine aanpassingen, harde euro's

Energie besparen is vooral een optelsom van gewoontes. Door slimmer te plannen, de juiste temperatuur te kiezen en je apparaten schoon te houden, daalt het verbruik ongemerkt. En misschien nog belangrijker: je verlengt de levensduur van apparaten die het dagelijks zwaar te verduren hebben. Daarmee bespaar je ook op de langere termijn.

▼ Volgende artikel
Google Presentaties: presenteren kun je leren
© ID.nl
Huis

Google Presentaties: presenteren kun je leren

PowerPoint is voor velen nog steeds het standaardprogramma voor het maken van professionele presentaties. Maar wie geen geld wil uitgeven én makkelijker wil samenwerken, kan ook prima uit de voeten met Google Presentaties. Deze gratis webapp draait in de browser. Licenties, versieconflicten en het rondsturen van bijlagen behoren daarmee tot het verleden. We leggen uit hoe je eenvoudig overstapt.

Om je eerste slide te maken, heb je alleen een Google-account nodig. Log in op Drive (https://drive.google.com) en kies rechtsboven Nieuw, gevolgd door Google Presentaties (https://slides.google.com). Er opent automatisch een leeg bestand in een nieuw tabblad. Dat wordt opgeslagen in de cloud terwijl je typt. Links staat de dia-navigator, centraal het canvas, rechts het eigenschappenvenster.

Klik bovenin op Naamloze presentatie om de bestandsnaam te veranderen; dat is ook de naam van de link die je later deelt. Via Bestand / Pagina-instelling pas je het formaat aan, bijvoorbeeld breedbeeld 16:9 of klassiek 4:3. Vergeet niet via Bestand / Taal Nederlands te kiezen (als dat niet al goed staat), zodat autocorrectie goed werkt. Handig is ook de toetscombinatie Ctrl+M (zowel Windows als Mac) om nieuwe dia’s in te voegen. Net als in PowerPoint kun je thema’s toepassen: druk op Thema in de werkbalk en blader door de sjablonen. Kies maar een geschikte uit.

We zijn klaar om van start te gaan.

Soorten dia’s 

Als je eenmaal meerdere dia’s hebt, klik je met rechts op een miniatuur in de linkerbalk. Daar kies je voor Lay-out toepassen om snel tussen titel-dia, kop-inhoud of twee kolommen te wisselen. Je kunt bijvoorbeeld kiezen voor een nieuwe dia met alleen een kop, ideaal voor overgangsslides, of juist een wat meer uitgebreide slide.

Door een dia naar boven of beneden te slepen verander je de volgorde. Met Shift selecteer je meerdere slides tegelijk. Wil je een dia dupliceren? Gebruik dan de toetscombinatie Ctrl+D, of Cmd+D op de Mac, en pas alleen de details aan.

Het maken van een nieuwe dia en het schuiven met de volgorde werkt net zoals in PowerPoint.

Live samenwerken

De echte kracht van Google Presentaties ligt in het gelijktijdig samenwerken zonder gedoe met versienummers. Klik rechtsboven op Delen, voer e-mailadressen in of genereer een link met Iedereen met de link / Bewerker. Via Bekijken / Live aanwijzers / Mijn cursor tonen zien collega’s je cursor live bewegen; hun cursors krijgen elk een eigen kleur. Met het camerapictogram bovenaan kun je een call opzetten met iedereen die aan de presentatie aan het werk is. Reageren gebeurt via Opmerking toevoegen, waarna deelnemers met @naam anderen kunnen taggen en taken kunnen toewijzen.

Wanneer iemand een dia verwijdert, vind je die later terug onder Bestand / Versiegeschiedenis / Versiegeschiedenis bekijken. Daar herstel je elke vorige versie met een klik op Deze versie herstellen in het menu met de drie puntjes. Geef belangrijke mijlpalen een naam, zodat je later sneller kunt terugkeren. Voor offline overleg exporteer je naar PowerPoint via Bestand / Downloaden / Microsoft PowerPoint (.pptx); alle animaties blijven behouden. De omgekeerde route werkt ook: sleep een pptx-bestand naar Drive, open het, en het wordt automatisch geconverteerd zonder lay-outfouten.

Live samenwerken is een van de belangrijke pluspunten van Google Presentaties.

Verschillen met PowerPoint 

De grootste vraag bij overstappen is natuurlijk: wat mis ik als ik naar Google Presentaties verhuis? Verrassend weinig, maar er zijn verschillen die je workflow beïnvloeden. PowerPoint staat bekend om zijn uitgebreide animatietijdlijn en de mogelijkheid om meerdere bewegingstrajecten op één object te stapelen. Google Presentaties biedt basale vervaag-, verschuif- en inzoomtransities, maar je kunt nog geen complexe padanimaties tekenen. Ook ontbreken geavanceerde dia-overgangen zoals Morph.

Verder ondersteunt PowerPoint het insluiten van lettertypes in een pptx-bestand, waardoor je presentatie overal identiek blijft. Google Presentaties gebruikt daarentegen webfonts; bij offline export kan daardoor het uiterlijk iets verschuiven. Macro’s in VBA vind je niet terug, maar Apps Script (https://script.google.com) vult veel automatisering toch in.

Daar staat tegenover dat collaboratief werken, automatische versiegeschiedenis en publieksparticipatie standaard zijn en in PowerPoint pas met plug-ins beschikbaar komen. Kortom: heb je vooral statische of licht dynamische presentaties, dan stap je zonder problemen over. Voor complexe animaties kun je altijd PowerPoint achter de hand houden.

Interactieve elementen

Een presentatie springt eruit wanneer beeld, video en interactie worden ingezet. Voeg een foto in via Invoegen / Afbeelding / Uploaden vanaf computer of selecteer de ingebouwde optie Zoeken op internet om rechtenvrije afbeeldingen te vinden. Sleep de hoekgrepen om te schalen.

Uiteraard kun je ook gifjes uploaden via Invoegen / Afbeelding / Gif’s en stickers. Video werkt net zo eenvoudig: kies Invoegen / Video en plak een YouTube-url, of selecteer een Drive-bestand. In de rechterzijbalk stel je in of de video automatisch afspeelt, op een bepaald tijdstip start of stil wordt gezet.

Een hele tabel kun je inladen met Invoegen / Diagram / Uit spreadsheets; de resultaten verschijnen op een dia. Links voeg je toe door de tekst te selecteren en de toetscombinatie Ctrl+K of Cmd+K te gebruiken.

Uiteraard is het embedden van een YouTube-video een fluitje van een cent.

Presentatorweergave en Q&A

Tijdens het presenteren wil je meer dan alleen dia’s tonen; je wilt ook interactie en timing beheren. Start de diavoorstelling via Diavoorstelling rechtsboven met Ctrl+F5, of Cmd+Enter op Mac. Kies via het Pijltje voor Presentatorweergave en de presentatie opent in een nieuw venster terwijl een tweede tab verschijnt met een presentatorvenster. Daar zie je notities, een timer en knoppen om vragen te accepteren.

Activeer Tools voor het publiek / Nieuwe sessie starten en deel de gegenereerde korte url boven in het scherm. Deelnemers stellen anoniem of met naam vragen op hun telefoon of laptop; jij ziet ze binnenkomen en markeert relevante items met Selecteren zodat ze in de dia verschijnen. Wil je tijdelijk pauzeren, druk dan op B om het scherm zwart te maken terwijl je spreekt. Zo bewaak je de regie, beantwoord je vragen en behoud je contact met je publiek in realtime.

Google Presentaties heeft een paar handige functies voor interactie ingebouwd.

Sneltoetsen die tijd besparen

Elke muisklik die je bespaart tijdens het bouwen van dia’s levert minuten op. De volgende toetscombinaties werken in vrijwel elke browser en versnellen je werkproces direct.

Met Ctrl+M maakt een nieuwe dia aan, terwijl Ctrl+D (Mac: Cmd+D) het geselecteerde element of de hele dia dupliceert.

Je zoomt in en uit met Ctrl+scrollwiel zodat je details nauwkeurig plaatst.

Druk op Shift+Pijltje om objecten per pixel te verplaatsen, zodat je ze nog nauwkeuriger kunt plaatsen.

Alt+Shift+F opent de werkbalk voor lettertypes, waarna je met de pijltjes door het lijstje bladert.

Tijdens het presenteren wissel je naar de vorige dia met P en ga je verder met N, of Spatie, of PijltjeRechts. Voor een virtuele laserpointer druk je op L; je cursor verandert in een rood spoor dat het publiek volgt. Leer deze combinaties uit het hoofd en je merkt meteen dat het ontwerp vlotter en preciezer verloopt bij elk project.

Offline en back-ups

Hoewel Google Presentaties online leeft, kun je zonder internet toch presenteren. Open eerst Google Drive, klik op het tandwiel, kies Instellingen en vink Offline aan. Google downloadt automatisch je recentste bestanden, inclusief presentaties. Test de verbinding door wifi uit te schakelen en druk op Presenteren; alles werkt lokaal, inclusief video die in Drive was opgeslagen. Zorg wel dat je de presentatie vooraf opent zodat de media worden opgeslagen en uit het geheugen worden opgehaald.

Maak daarnaast een back-up als pdf: ga naar Bestand / Downloaden / Pdf-document (.pdf). Zo kun je altijd nog dia’s tonen vanaf elke laptop. Google synchroniseert je wijzigingen zodra het netwerk terugkeert, waardoor niets verloren gaat en de versiegeschiedenis intact blijft. Zo presenteer je overal, zelfs in afgelegen conferentieruimtes zonder wifi.

Google Drive leeft online, maar Google Presentaties werkt ook als je geen internetverbinding hebt.

Extensies en automatisering

Wil je functies die verder gaan dan de standaardset, dan biedt de add-onmarkt verrassende mogelijkheden. Open Uitbreidingen / Add-ons / Add-ons toevoegen en zoek bijvoorbeeld naar Slides Toolbox, en loop door de stappen heen. Na installatie verschijnt een zijvenster waarin je met één klik dubbele spaties opruimt, lettergrootte gelijkmaakt of alle objecten exact centreert.

Voor datagedreven dia’s installeer je Autocrat. Daarmee maak je in Google Sheets een tabel, koppel je kolommen aan tekstvelden in je presentatie en laat je het script voor elke rij automatisch een maatwerkdeck genereren. Start de workflow via Extensies / Autocrat / Start en volg de wizard.

Er zijn add-ons voor het maken van video’s, tools voor het schrijven van wiskundige formules en - heel veel - AI-tools om slides of hele presentaties te maken.

Voor functies die niet zijn ingebouwd, kun je altijd kijken of er een add-on beschikbaar is.

Soepel en kosteloos

Met Google Presentaties kun je vrijwel alles doen wat je gewend bent in PowerPoint, maar dan zonder gedoe met licenties of losse bestanden. Je werkt direct in de cloud, kunt tegelijk met anderen aan de dia’s werken en alle versies worden automatisch bewaard.

Voor de uitstraling zijn er genoeg thema’s, sjablonen en uitbreidingen om je presentatie strak vorm te geven. En met de ingebouwde publieksweergave en Q&A-functie betrek je je publiek gemakkelijk. Zelfs zonder internet kun je doorgaan dankzij de offline-modus, waarna alles weer netjes wordt gesynchroniseerd.

Alleen wie ingewikkelde animaties nodig heeft, is soms nog beter af bij PowerPoint, maar voor verreweg de meeste presentaties – op school, werk of privé – is Google Presentaties een soepel en kosteloos alternatief.