ID.nl logo
Doen, want het is écht rendabel: spouwmuurisolatie
© stockcreations
Energie

Doen, want het is écht rendabel: spouwmuurisolatie

Heb je last van kou in huis? Dat kan uit de muur komen: uit de spouwmuur om precies te zijn. De spouw is een ruimte die tussen de binnen- en de buitenmuur zit. Door deze ruimte op te vullen met isolatiemateriaal, houd je de warmte beter binnen en de kou beter buiten. Hoe je dat aanpakt, leggen we uit in dit artikel.

Dit artikel in het kort: Hoe je een spouwmuur herkent | Waar je op moet letten voordat je je spouwmuur daadwerkelijk gaat isoleren | Hoe wordt spouwmuurisolatie aangebracht? | Zelf doen of een vakman inschakelen | Wat kost een vakman? | De bekendste materialen voor het isoleren van je spouwmuur | Wat kun je besparen met spouwmuurisolatie?

Ook interessant: Dakisolatie, dé manier om warmte in huis te houden

Zo herken je een spouwmuur

Kijk je vanaf de buitenkant naar een huis, dan is het moeilijk te zeggen of je met een spouwmuur te maken hebt of niet. Je kunt dat echter wel opmaken uit andere informatie. Zo kun je in de bouwplannen van je woning kijken of bij de voor- of achterdeur checken hoe dik je muren zijn. Bij 25 centimeter en meer is er waarschijnlijk sprake van een spouwmuur. Is je huis van voor 1920, dan is de kans dat er een spouwmuur is erg klein. Tussen 1920 en 1975 werden er volop spouwmuren gebruikt. Dat was na 1975 ook nog, met als plus dat die muren vanaf dat jaartal vaak meteen bij de bouw al werden geïsoleerd.

Waar je op moet letten voordat je je spouwmuur daadwerkelijk gaat isoleren

Je hebt gekeken, je hebt met een spouwmuur te maken en je wilt deze laten isoleren. Even wachten nog: dat je met dit type muur te maken hebt, wil namelijk niet zeggen dat je ook direct tot isolatie kunt overgaan. De breedte van de ruimte tussen de muren moet namelijk minimaal 5 centimeter zijn. Een smallere tussenruimte kan ook worden geïsoleerd, maar dan zit er vaak wat meer ‘rommel’ tussen de muur, in de vorm van een cementbrug of andere vervuiling. Er moet dan een ander isolatiemateriaal worden gekozen en er kan minder dik worden geïsoleerd. Het is dus niet onmogelijk, alleen vergt het een net even andere aanvliegmethode.

Zijn er verder nog voorwaarden? Ja: er mag geen scheur in je gevel zitten. Sommige gevels moeten eerst geïmpregneerd worden, want het is de bedoeling dat er zo min mogelijk vocht naar de spouw gaat. Zeker een gevel die flink geraakt wordt bij slagregens heeft een laagje impregnatie nodig om het vocht tegen te houden en te voorkomen dat het in je spouw terecht komt. En nog belangrijker: sinds augustus van 2023 zijn huiseigenaren verplicht om eerst een ecologisch onderzoek te laten uitvoeren naar de aanwezigheid van beschermde vleermuizen! Doe je dat niet, dan kun je rekenen op een boete.

Zo wordt spouwmuurisolatie aangebracht

Is je muur geschikt en wil je de spouwmuur laten isoleren, dan hoef je niet bang te zijn voor ingewikkelde, grote verbouwingen. Sterker nog: de stenen blijven gewoon intact. Bij spouwmuurisolatie worden er gaatjes gemaakt in de voegen en daar wordt dan isolatiemateriaal doorheen gespoten. Hierdoor is de klus ook nog eens snel geklaard (vaak binnen een dag) en merk je er zelf als bewoner eigenlijk weinig van. Tenminste: van het aanbrengen, want als het isolatiemateriaal er eenmaal zit, dan merk je op een positieve manier zeker verschil. Daarover later meer.

©corlaffra - stock.adobe.com

💡 Het voordeel van spouwmuurisolatie is dat je geen rommel in huis hebt: alle werkzaamheden vinden aan de buitenkant van je huis plaats.

Zelf doen of een vakman inschakelen?

Spouwmuurisolatie doen is eigenlijk geen klus om zelf te doen: je kunt er beter een vakman voor in de arm nemen. Die kan een goede beoordeling doen van de staat van de spouwmuur en op basis daarvan adviseren wat de beste oplossing is. Soms moet de vervuiling van tussen de muren eerst worden weggehaald, voordat isolatie mogelijk is. Omdat elke vakman zo zijn eigen kijk heeft, kun je het beste van meerdere spouwmuurisolatiebedrijven een offerte opvragen. Het kan flink schelen: het ene bedrijf kan zelfs zeggen dat isolatie geen optie is, terwijl een ander meteen aan de slag kan.

Wat kost een vakman?

Dat verschilt – en ook daarom is het dus verstandig om meerdere offertes aan te vragen. De ene offerte zal veel hoger zijn dan de andere. Spouwmuurisolatie is een flinke investering in je huis: het gaat dus niet om een paar euro verschil per offerte. Het kan honderden euro’s schelen. Voor een rijtjeshuis ben je namelijk al gauw 1.500 tot 3.000 euro kwijt. Heb je een vrijstaand huis, dan kijk je al gauw naar een kostenplaatje van 2.000 tot 5.000 euro. Check wel bij je lokale overheid of er subsidie beschikbaar is, want in veel gemeenten zijn hiervoor fondsen waarop je als huiseigenaar aanspraak kunt maken. Ook vanuit de overheid kun je subsidie krijgen, mits je huis gebouwd is voor 2019. https://www.rvo.nl/subsidies-financiering/isde/woningeigenaren/isolatiemaatregelen#spouwmuurisolatie

💡 Op zoek naar een geschikt bedrijf om de klus te klaren? Kijk naar bedrijven met het SKG-IKOB-keurmerk of Insula-certificering.

Ook interessant: Zelf je woning isoleren? Dit is waar je aan moet denken

Dit zijn de bekendste materialen voor spouwmuurisolatie

EPS-parels

De spouwmuur isoleren wordt met verschillende soorten isolatiemateriaal gedaan. Zo zijn er polystyreen bolletjes (EPS-parels of isoparels genoemd) die enorm goed tegen vocht kunnen. Ze zijn niet schadelijk voor de gezondheid of het milieu. Hoewel dat twee positieve eigenschappen zijn, hebben deze isolerende bolletjes ook nadelen. Qua geluidsisolatie zijn ze wat minder sterk. Ook zijn ze niet zo brandveilig als andere isolatiematerialen. Daar staat weer tegenover dat ze makkelijk te gebruiken zijn in spouwmuren die minder dan 5 centimeter breed zijn. De kosten van EPS-parels zijn zo’n 20 tot 25 euro per vierkante meter.

©"VLADYSLAV SODEL facebook.com/sodel.vlad +380504460796"

Glaswol

Heb je liever een isolatiemateriaal dat brandveiliger is, dan kun je voor glaswol kiezen. Knauf Supafil heeft veel dezelfde eigenschappen als de bovengenoemde parels, maar heeft als voordeel dat het beter presteert qua geluidsisolatie en brandveiligheid. Maar er is ook een nadeel: glaswol is niet geschikt voor smalle spouwruimtes. Het is wel wat goedkoper dan de parels: voor 15 tot 20 euro per vierkante meter is je spouwmuur van deze sterk isolerende glaswol voorzien.

Pur

Een derde veelgebruikte methode van isoleren is spuitisolatie met pur. Dat start als een vloeistof, maar hardt vervolgens uit. Het voordeel is dat daarbij alle hoekjes en gaatjes worden gevuld en dus goed zijn afgedicht. Wel is de geluidsisolatie niet zo goed als bij de twee bovenstaande opties. Ook is pur niet bepaald milieuvriendelijk. Het is wel de meest afdichtende isolatie, waardoor het uiteindelijk het best isoleert, maar daar betaal je ook voor: het kost je 25 tot 30 euro per vierkante meter. Je kunt er zowel bredere als smallere spouwruimtes van isolatie voorzien. Een vakman kan beoordelen welke variant het beste van toepassing is op jouw woning.

💡 Er is geen omgevingsvergunning nodig voor spouwmuurisolatie, waardoor je er eigenlijk meteen mee aan de slag kunt.

💧 Pas op voor vocht! Spouwmuurisolatie kent een risico, en dat risico is vocht. Niet voor niets moet je sommige gevels echt impregneren voordat je tot isolatie overgaat, om te voorkomen dat er vochtproblemen optreden. Het is niet de spouwmuurisolatie zelf die voor vocht zorgt, maar het komt ofwel door bijvoorbeeld regen (als de buitenmuur niet of niet voldoende is geïmpregneerd), ofwel door slechte ventilatie. Sowieso is het verstandig je huis extra regelmatig goed te ventileren wanneer je meer isoleert.

Geld en energie besparen

Spouwmuurisolatie is vaak een goede oplossing waarmee je in één keer enorm veel geld en energie kunt besparen. Volgens Milieu Centraal kun je met een tussenwoning al tot 550 euro per jaar besparen en met een vrijstaande woning zelfs tot 1.800 euro. Het hangt natuurlijk af van de gasprijzen, het energieverbruik, het type woning en de dikte van het isolatiemateriaal hoe hoog de uiteindelijke besparing precies is. Let op: we hebben nu voorbeelden gegeven van verwarmen met gas, maar verwarm je met elektra, dan gaat het nog veel harder: vaak speel je dan al binnen twee jaar quitte, terwijl je met gas moet rekenen op een periode van tussen de twee en zeven jaar voordat je je investering hebt terugverdiend.

▼ Volgende artikel
Review Amazon Kindle Paperwhite (2024) – Geen echt grote stap vooruit, maar toch de moeite waard
© Wesley Akkerman
Huis

Review Amazon Kindle Paperwhite (2024) – Geen echt grote stap vooruit, maar toch de moeite waard

Op papier (!) voegt de Amazon Kindle Paperwhite niet ontzettend veel toe. Maar de aanpassingen kunnen wel waardevol zijn voor iedereen die al jaren een (verouderde) Kindle-versie heeft. Wat brengt de 2024-variant?

Uitstekend
Conclusie

Hoewel we enthousiast zijn over de Amazon Kindle Paperwhite (2024) en de aanpassingen zeker de moeite waard vinden, betekent dat niet dat we iedereen aanraden om over te stappen vanaf het 2021-model – want daarvoor zijn de stappen te klein. Maar heb je een veel ouder model, dan kun je dat met een gerust hart wél doen. De basis is vertrouwd gebleven, en ondanks een paar kleine minpunten is dit zeker geen miskoop.

Plus- en minpunten
  • Sneller
  • Hoger contrast
  • Groter scherm
  • Geen echte grote stap vooruit
  • Bekende minpunten

We vallen meteen met de deur in huis. Mocht je de 2021-versie van de Amazon Kindle Paperwhite gekocht hebben, dan zal de stap naar de 2024-variant te klein zijn om opnieuw 180 euro uit te geven aan een (eerlijk is eerlijk: voortreffelijke) e-reader. Maar als jouw Kindle uit 2018 of eerder komt, dan is het wél tijd om de overstap te maken. De Amazon Kindle van de twaalfde generatie heeft namelijk twee belangrijke en waardevolle aanpassingen.

Ten eerste is het systeem nu tot 25 procent sneller. Amazon geeft weinig informatie vrij over de processor en andere specificaties; maar als je een oude en nieuwe Kindle naast elkaar houdt, merk je dat verschil. Het menu reageert vlotter op je aanrakingen, waardoor je minder lang hoeft te wachten. Dit is met name merkbaar wanneer je iets moet intypen, als je een boek zoekt bijvoorbeeld.

Daarnaast is het scherm ten opzichte van de 2021-editie is het scherm met een inch gegroeid. Er past nu net wat meer op het scherm: wat ons betreft betekent dat vooral meer leesplezier. Dat hij daardoor een paar gram zwaarder en wat groter is dan de voorgaande Paperwhite mag eigenlijk geen naam hebben. Met een gewicht van 211 gram en een scherm van 7 inch blijft de 2024-variant namelijk nog steeds een e-reader die niet zwaar of ontzettend groot is. Het is nog steeds een compact apparaat dat je vrijwel overal mee naartoe kunt nemen.

©Wesley Akkerman

Kleine frustratie

Het apparaat ligt lekker in de hand, maar is tevens ontzettend glad waardoor we een hoesje eigenlijk verplicht vinden. Zo voorkom je dat je de e-reader stevig vast wilt houden, waardoor je mogelijk met je duim op het e-inkt-scherm tikt.

Tikken op het scherm betekent dat je van pagina wisselt in een boek of comic. Dat wil je natuurlijk niet per ongeluk doen, want dat kan je een beetje uit het lezen halen. Het is geen groot probleem, maar wel een kleine smet op de ervaring. Verder hebben we weinig aan te merken op het ontwerp. Onderop zit de knop waarmee je hem uit de slaapstand haalt. Ook zit hier de usb-c-poort waarmee je hem oplaadt. De accu kan het tot drie maanden uithouden.

©Wesley Akkerman

(Bijna) hetzelfde, verbeterd

Net als bij andere Kindle-modellen kun je de kwaliteit van het scherm aanpassen op je eigen zicht. Zo heb je verschillende niveaus van helderheid, die er zowel in de avond als overdag prima uitzien. Daarnaast ben je in staat de warmte van het scherm te veranderen. Dan maak je de digitale pagina's in feite meer geel dan wit, maar dat vinden we geen groot probleem. Na een seconde is je zicht daaraan gewend en lees je de woorden prettig van het schermpje. Ook de contrastverhouding is nu hoger. Dat zie je voornamelijk wanneer je comics of graphic novels leest. Een verbetering waarvan we zeggen: meer dan welkom. Maar...

©Wesley Akkerman

Oude(re) Kindle vervangen of niet?

...Ondanks de verbeteringen wat betreft snelheid, schermgrootte en de hierboven beschreven contrastverhouding is de sprong tussen de variant uit 2021 en deze uit 2024 ook weer niet zó groot dat we meteen roepen dat je er nu een moet bestellen. Ja, de ervaring is beter – maar ook weer niet zó veel beter.

Daarnaast is het jammer dat Amazon de Amazon Kindle Paperwhite voorziet van slechts 16 GB aan opslagruimte. Nu zal dat voor je verzameling oude en nieuwe boeken en novels meer dan voldoende zijn, maar fans van audioboeken kunnen beter naar een model kijken met iets meer ruimte. De Paperwhite Signature Edition heeft bijvoorbeeld 32 GB aan opslagruimte, maar kost met 199 euro ook meteen twee tientjes meer.

©Wesley Akkerman

Een Kindle zoals verwacht

Het zal niemand verrassen dat de Amazon Kindle Paperwhite presteert zoals verwacht. Zoals altijd kun je heel fijn je boeken lezen op dit apparaat, zonder vermoeide ogen. De interface is toegankelijk en boeken aanschaffen is zo gepiept. Dat kan direct op de e-reader, met een Amazon-account, of via de website. Dan worden ze naar de e-reader gestuurd. Gekochte boeken worden verder netjes gepresenteerd op het thuisscherm van het apparaat. Zoals altijd is het ook mogelijk gratis epubs met een omweg naar het product te sturen.

Het apparaat biedt een aantal opties voor het aanpassen van de tekstgrootte en het lettertype, maar voelt tegelijkertijd ook een beetje beperkt. We zien graag meer opties in het menu staan. Daarnaast is het jammer dat de nieuwe Paperwhite geen koptelefoonaansluiting heeft en dat je voor luisterboeken bent aangewezen op bluetooth – zeggen we in het kader van veelzijdigheid.

©Wesley Akkerman

Amazon Kindle Paperwhite kopen?

Hoewel we enthousiast zijn over de Amazon Kindle Paperwhite (2024) en de aanpassingen zeker de moeite waard vinden, betekent dat niet dat we iedereen met een 2021-model aanraden om over te stappen – want daarvoor zijn de stappen te klein. Maar heb je een veel ouder model, dan kun je dat met een gerust hart wél doen. De basis is vertrouwd gebleven, en ondanks een paar kleine minpunten is dit zeker geen miskoop.

▼ Volgende artikel
Vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie: welk model vriezer moet ik kiezen?
© Hedgehog94
Huis

Vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie: welk model vriezer moet ik kiezen?

Of het nu gaat om pizza's, ijs of zelf ingevroren maaltijden: een goede vriezer is onmisbaar. Maar kies je voor een vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie? In dit artikel zetten we de verschillen op een rij, zodat jij de beste keuze kunt maken.

⏱ Dit artikel in het kort:

Een nieuwe vriezer kopen? Bedenk dan goed waar je het meeste aan hebt: een vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie. Een vrieskast is een staande vriezer met overzichtelijke lades, die er van buiten uitziet als een koelkast. Een vrieskist is een liggende vriezer met veel opbergruimte (tot wel 600 liter). Een koelvriescombinatie combineert een koelkast en vriezer in één apparaat en heeft vaak een relatief klein vriesgedeelte.

Lees ook: Hier moet je op letten bij de aanschaf van een nieuwe vriezer

Voordat je je zoektocht naar het juiste model vriezer start, is het belangrijk om te bepalen hoeveel vriesruimte je nodig hebt. Het zou zonde zijn als je een duur apparaat in de keuken of schuur hebt staan dat uiteindelijk te weinig opbergruimte blijkt te hebben, of juist een apparaat dat altijd maar tot de helft gevuld is en daardoor onnodig veel energie verbruikt. Of je nu een vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie kiest: voor alle modellen geldt dat je zo'n 50 liter vriesruimte per persoon rekent. Bestaat jouw huishouden uit vier mensen, dan heb je dus een vriezer met een inhoud van minstens 200 liter nodig. Met z'n tweeën heb je vaak genoeg aan 100 tot 150 liter.

Vrieskast

Een vrieskast lijkt door zijn verticale model veel op een koelkast, met als verschil dat de gehele kast bedoeld is om te vriezen. De binnenkant van een vrieskast bestaat dan ook uitsluitend uit lades. Het fijne daaraan is dat een vrieskast erg overzichtelijk is: als je ervoor staat, zie je in één oogopslag welke producten waar liggen. Dat is anders bij een vrieskist, waarin diepvriesproducten op elkaar gestapeld liggen in één groot vriesvak. Ook kun je in een vrieskast over het algemeen erg veel producten kwijt, in tegenstelling tot bijvoorbeeld het compacte vriesgedeelte van een koelvriescombinatie. Vrieskasten zijn er ook in tafelmodellen, die ideaal zijn voor kleinere keukens of huishoudens. Een tafelmodel plaats je bijvoorbeeld onder het keukenblad, waardoor hij geen extra ruimte in je keuken inneemt.

©carballo

Vrieskist

Iets minder populair dan de vrieskast en koelvriescombinatie is de vrieskist: een liggende vriezer met een deksel bovenop. Het voordeel van dit type vriezer is ook meteen een nadeel: een vrieskist is erg groot, waardoor hij niet in de gemiddelde keuken past. Vrieskisten scoren ook op esthetisch gebied wat minder hoog, waardoor de meeste mensen dit apparaat sowieso niet snel in de keuken zouden plaatsen. Toch kunnen vrieskisten juist vanwege hun grote formaat ontzettend handig zijn. Bijvoorbeeld als je vaak in bulk koopt, hobbykok bent, een moestuin hebt of in de zomer veel ijsjes of ijsblokjes wilt bewaren. Sommige vrieskisten hebben zelfs een netto inhoud van 600 liter! Als je ruimte overhebt in je schuur of garage en vaak voedsel invriest, is een vrieskist dus zeker het overwegen waard. Vrieskisten zijn daarnaast relatief goedkoop én energiezuinig, omdat de kou na het openen van het deksel direct weer terug in de kist 'valt'. Het apparaat hoeft na openen dus niet extra hard te werken om de vriesruimte weer op de juiste temperatuur te krijgen.

Lees ook: Een vrieskast in de schuur of garage? Een koud kunstje!

©Vinícius Bacarin

Coole tip: invriezen in diepvriesbakjes

Dan kun je lekker stapelen!

Koelvriescombinatie

Veruit de meeste huishoudens hebben een koelvriescombinatie: een koelkast en vriezer ineen. De vriezer bevindt zich meestal boven of onder het koelgedeelte. Zo'n koelvriescombinatie is natuurlijk hartstikke handig, want het bespaart een hoop ruimte in de keuken. Ook is een koelvriescombinatie over het algemeen goedkoper dan een losse koelkast en vriezer. En omdat er maar één compressor hoeft te draaien, is een koelvriescombinatie vaak ook energiezuiniger dan twee losse apparaten bij elkaar. Maar zo'n twee-in-één-apparaat heeft ook een nadeel: je kunt er veel minder diepvriesproducten in kwijt dan in een losse vrieskast of -kist. Vaak beslaat de koelruimte het grootste gedeelte van het apparaat, en blijven er drie tot vijf lades over voor het vriezen. Voor een gemiddeld gezin dat af en toe wat invriest is dat meestal wel voldoende. Heb je meer vriesruimte nodig, bijvoorbeeld omdat je vaak aanbiedingen koopt of aan mealpreppen doet? Dan heb je aan een koelvriescombinatie mogelijk niet genoeg en is een vrieskast of -kist voor jou een beter idee.

©Indofootage

Extra functies

Als je eenmaal besloten hebt voor welk type vriezer je gaat, zou je ook nog kunnen kijken welke functies je wilt dat het apparaat heeft. Veel moderne vrieskasten, -kisten en koelvriescombinaties beschikken over allerlei slimme functies die helpen om voedsel langer vers te houden en het apparaat efficiënt te laten werken. Zo hoef je met No Frost nooit meer te ontdooien, is de snelvriesfunctie handig voor het snel invriezen van nieuwe boodschappen en voorkomt een deuralarm dat warme lucht de vriezer binnendringt. Bij vrieskisten is binnenverlichting extra belangrijk, zodat je niet eindeloos hoeft te graaien als je een product zoekt. Let ook op het energielabel van je nieuwe vriezer, want vriezers vreten behoorlijk wat stroom. Wil je een zo zuinig mogelijk apparaat, ga dan voor een vriezer met energielabel C of hoger (tot A). Je kunt ook het energieverbruik in kWh/jaar gebruiken om apparaten te vergelijken; dit geeft het absolute verbruik van een vriezer aan.