ID.nl logo
Dit moet je weten over usb-aansluitingen
© PXimport
Huis

Dit moet je weten over usb-aansluitingen

Usb, oftewel Universal Serial Bus, is ooit ontwikkeld om de complexe wereld van aansluitingen op je pc een stuk eenvoudiger te maken. In die missie is men nooit echt geslaagd, want usb zelf komt inmiddels ook in vele soorten en maten, en soms zijn zelfs kabels die identiek lijken, anders vanbinnen. Hoe weet je nu welke usb-aansluitingen je nodig hebt? Wij helpen je!

In een wereld vol technologie zou je denken dat het kiezen van een simpele usb-kabel makkelijk is. Niets is minder waar. Van USB-A tot USB-C en Thunderbolt, de keuze is enorm. Dit artikel is jouw kompas in de wirwar van usb-aansluitingen en -protocollen. We behandelen de volgende vragen:

  • Welke soorten usb-stekkers zijn er en hoe verschillen ze?
  • Wat zijn de technische specificaties achter elk usb-type?
  • Hoe ga je om met verloopkabels en docks zonder in te leveren op prestatie?

Lees ook:

Tip 01: Stekkers en protocol

Het idee achter usb was heel goed en dat is het eigenlijk nog steeds. Maar met een breed scala aan fabrikanten die hun eigen hardware produceren en diverse belangen hebben, is het onmogelijk om een one-size-fits-all oplossing te creëren. Het onderscheid tussen USB-kabels zit niet alleen in de fysieke aansluitingen, maar ook in het achterliggende protocol. Zo kun je bijvoorbeeld twee ogenschijnlijk identieke kabels hebben die in dezelfde poort passen. Maar de ene kan een USB 1-kabel zijn en de andere een USB 3-kabel, met een aanzienlijk snelheidsverschil. Dit voorbeeld illustreert hoe complex en verwarrend de wereld van USB inmiddels is geworden.

Tip 02: abc

We beginnen met de basis, namelijk de fysieke stekker die vastzit aan de usb-kabel. Tegenwoordig zijn er vooral drie verschillende soorten USB-stekkers, gebaseerd op hun vorm. Allereerst is er USB-A, een type dat iedereen wel kent omdat dit het deel is dat je in je computer plaatst, aan de voor- of achterkant. Aan het andere uiteinde van de kabel vind je waarschijnlijk een USB-B-stekker als het een printerkabel is, of een micro- of mini-USB als het om andere randapparatuur gaat. Een interessant weetje: USB-B is voornamelijk ontworpen om te voorkomen dat mensen thuis kabels hebben met twee USB-A-stekkers, die gebruikt zouden kunnen worden om twee pc's met elkaar te verbinden, wat niet zonder risico's is. Tot slot is er USB-C, een relatief nieuwe soort stekker en opnieuw een poging om USB meer universeel te maken. De stekker is een stuk kleiner dan USB-A en zo ontworpen dat er geen boven- of onderkant is. Daardoor kun je de stekker op geen enkele manier verkeerd in de poort steken.

©PXimport

Grofweg onderscheiden we drie soorten stekkers qua vorm: usb-a, usb-b en usb-c

-

Tip 03: 123

Naast de vorm van de stekkers, heeft usb ook te maken met protocollen, oftewel de gebruikte technologie. Net zoals twee auto's er hetzelfde uit kunnen zien maar toch anders presteren vanwege hun motor, geldt dat ook voor usb-technologie. De eerste versie, usb 1.0, zag het levenslicht in 1996 met een overdrachtssnelheid van 1,5 Mbit/s. Deze werd opgevolgd door usb 1.1 in 1998, met een verbeterde snelheid van 12 Mbit/s. In 2000 maakte usb 2.0 zijn debuut en bood een flinke sprong naar 480 Mbit/s. Usb 3.0 kwam in 2008 en leverde een snelheid van 4,8 Gbit/s, terwijl usb 3.1 uit 2013 de snelheid nog verder opvoerde naar 10 Gbit/s. De meest recente versie, uit 2017, haalt zelfs 16 Gbit/s. Klinkt overzichtelijk, maar er is een addertje onder het gras: behalve usb 3.1 gebruiken ze allemaal de basis usb-a stekker, vaak alleen te onderscheiden door een andere kleur. En omdat de zwakste schakel de prestaties bepaalt, is het potentieel van usb vaak onbenut gebleven.

Wat betreft stroomoverdracht hebben de verschillende usb-versies ook hun eigen specificaties. Usb 1.1 levert bijvoorbeeld 2,5 V spanning, met een stroomsterkte tot 0,5 A en een vermogen van 1,25 W. Usb 2.0 behoudt dezelfde stroomsterkte, maar levert 5 V en een vermogen van 2,5 W. In latere versies blijft het voltage stabiel op 5 V, maar usb 3.0 en 3.1 bieden een stroomsterkte van 0,9 A en een vermogen van 4,5 W. Wat je vooral moet onthouden: het aantal ampère bepaalt hoe snel een apparaat wordt opgeladen. En even voor de duidelijkheid: wattage is gelijk aan ampère vermenigvuldigd met volt. Dus als je het wattage en het voltage kent, kun je de ampère berekenen.

Tip 04: Micro en mini

Nu je weet dat er sprake is van usb 1.0, 2.0, 3.0 en 3.1, en a, b en c, maken we het nog wat ingewikkelder. Je hebt namelijk in tip 2 ook al kort micro en mini voorbij zien komen in combinatie met usb-a en usb-b. Micro-usb is de kleinste stekker uit de reeks. Je herkent deze aan de kleine, platte stekker die wel iets weg heeft van een hele kleine hdmi-kabel. In de meeste gevallen is een micro-usb-stekker usb-b. Usb-a komt in micro-vorm niet zo vaak voor. Mini-usb is ook een kleine stekker, maar dikker en smaller dan micro-usb. En mini-usb heeft eigenlijk altijd de vorm van usb-a. En dat maakt het nou soms zo nodeloos ingewikkeld: micro-usb en mini-usb zijn twee eigen categorieën met de onderverdeling a en b. Om hoofdpijn van te krijgen.

©PXimport

Tip 05: Thunderbolt

Thunderbolt is een type kabel die ontstaan is uit een samenwerking tussen Apple en Intel. Thunderbolt werd ooit ontworpen om usb van de kaart te vegen als universele aansluiting. Dat is niet gelukt, maar thunderbolt is wel vier keer zo snel als usb 3.0, waardoor er een gegevensoverdracht van 40 Gbit/s mogelijk is. Dat we een uitstapje naar thunderbolt maken, komt omdat thunderbolt 3 gebruikmaakt van de usb-c-stekker. Dat lijkt een fantastische ontwikkeling, ware het niet dat niet alle usb-c-poorten thunderbolt 3 ondersteunen. Dat moet specifiek zijn aangegeven, met het pictogram van een bliksemschicht. Belangrijk daarbij is dat het gaat om het thunderbolt-protocol en niet over de thunderbolt-stekker. Een thunderbolt-1 of -2-stekker past gewoon simpelweg niet in een usb-c-poort.

©PXimport

Tip 06: Verloopkabel/docks

Het is geruststellend dat er voor elke aansluiting op je pc of randapparatuur wel een verloopkabel beschikbaar is, waardoor je verschillende apparaten met elkaar kunt koppelen. Maar let wel op de technische beperkingen van de protocollen waarmee je werkt. Bijvoorbeeld, als je een USB-C schijf via een verloopkabel op een USB-A poort aansluit, zal de datatransfer niet sneller zijn dan wat USB-A kan bieden. Dit geldt ook voor docking stations. Je kunt een dock met USB-C poorten wel aan een laptop koppelen die enkel USB-A heeft, maar de hoge snelheden van USB-C bereik je dan niet. Daarnaast heeft de introductie van USB-C de zaken nog gecompliceerder gemaakt. Zelfs als je een USB-C kabel in een USB-C poort steekt, is het geen garantie dat je alle functies kunt gebruiken die de aansluiting of het apparaat biedt. Er zijn namelijk ook nog verschillende modi binnen de diverse typen en protocollen. Kortom, het is verbazingwekkend hoe ingewikkeld het allemaal is geworden.

©PXimport

Tip 07: Alt Mode

Om door te gaan op die verschillende modi van usb-c, Alt Mode is er daar een van. Dat bestaat uit HDMI Alt Mode en DP Alt Mode. Kort door de bocht: HDMI Alt Mode wordt gebruikt om hdmi-signalen over de usb-c-connector te sturen zonder dat er een converter nodig is om het signaal om te zetten. DP Alt Mode, oftewel DisplayPort Alt Mode, maakt het mogelijk om displayport-apparatuur aan te sluiten via usb.

Wat het in feite inhoudt, is dat computerfabrikanten hun desktops en laptops niet meer hoeven uit te rusten met specifieke hdmi- en dp-poorten, maar dat alles gewoon via usb verloopt en de modus ervoor zorgt dat het signaal op juiste wijze afgeleverd wordt. Echter, en je voelt hem al aankomen, niet alle usb-c-poorten ondersteunen Alt Mode. Een laptop of desktop met een usb-c-poort die thunderbolt ondersteunt, ondersteunt ook Alt Mode. Hetzelfde geldt voor usb-c 3.1-generatie 2 (ja, er is dus ook nog eens een tweede generatie), maar als je wilt weten of Alt Mode ondersteund wordt, kijk dan gewoon bij de specificaties van de usb-poort.

©PXimport

Tip 08: Power Delivery

We zien steeds meer laptops die geen specifieke oplaadaansluiting lijken te hebben, maar die gewoon kunnen worden opgeladen via de usb-c-poort. Lijkt, want in werkelijkheid kun je een laptop niet zomaar opladen via een willekeurige usb-c-poort. Hiervoor is het namelijk belangrijk dat de usb-c-poort (en het apparaat dat je gebruikt om de laptop mee op te laden) pd ondersteunt, hetgeen staat voor Power Delivery. Een standaard usb-c-poort zal maximaal 3 ampère verwerken met een maximum van 5 volt, maar met Power Delivery spreken de usb-poort en het apparaat dat daarop is aangesloten (de oplader) samen af hoeveel stroom er door de kabel mag gaan. Een usb-c-poort met Power Delivery, kan tot 5 ampère verwerken met een maximum van 20 volt. Met Power Delivery kun je een apparaat dus veel sneller opladen. Al kleeft daar ook een flink risico aan, waarover je meer leest in de volgende tip.

©PXimport

In werkelijkheid kun je een laptop niet zomaar opladen via een willekeurige usb-c-poort

-

Tip 09: Weerstand

Je hebt misschien gehoord dat de zwakste verbinding in een kabelsysteem de baas is. Maar met de introductie van usb-c is er een nieuwe uitdaging: het risico op beschadiging van zowel je computer als aangesloten apparaten. Een goede usb-c naar usb-a verloopkabel bevat een kleine ingebouwde weerstand, meestal 56K ohm. Deze weerstand, samen met andere hardware, zorgt ervoor dat je externe apparaat nooit meer stroom vraagt dan je computerpoort kan leveren. Als je echter een goedkope kabel zonder weerstand kiest, loop je het risico dat een aangesloten smartphone bijvoorbeeld 3 ampère vraagt, terwijl je laptop maar 2 ampère kan leveren. Het resultaat? Onherstelbare schade aan je hardware. Het internet staat inmiddels vol met verhalen van mensen die op deze manier voor duizenden euro’s aan schade hebben opgelopen.

©PXimport

Tip 10: Usb IF-certificatie

Hoe kun je zeker weten dat je een veilige en kwalitatieve kabel in handen hebt? Het vermijden van goedkope aanbieders uit het buitenland is een eerste stap. Maar ook bij bekende merken kunnen problemen voorkomen. Het voordeel is wel dat je bij een gerenommeerd merk vaak terechtkunt met een klacht als je hardware beschadigt raakt. Gelukkig is er tegenwoordig een keurmerk dat helpt: zoek naar het USB IF-logo wanneer je een kabel aanschaft. IF staat voor Implementers Forum, een non-profitorganisatie die USB-technologie promoot en ondersteunt. Een kabel met dit keurmerk voldoet niet alleen aan veiligheidseisen, maar geeft ook duidelijk aan welke functies en protocollen worden ondersteund. Dit kan op de lange termijn bijdragen aan het verminderen van de complexiteit rondom USB-kabels.

©PXimport

Kooptips

Normaliter noemen we altijd een paar voorbeelden van producten die het overwegen waard zijn, maar kooptips op het gebied van usb-kabels is natuurlijk net even iets anders. We hebben daarom drie soorten handige kabels uitgelicht.

Soort: Samsung Usb A naar Usb C Kabel

Prijs: € 16,99 We stipten in dit artikel al even aan wat het risico is van het aansluiten van de verkeerde usb-c-verloopkabel. Bespaar daarom niet op zo’n kabel en koop er eentje van een gerenommeerd merk, zoals deze van Samsung.

©PXimport

Soort: Apple Thunderbolt 3 Kabel 0,8 m

Prijs: € 45,- Vijfenveertig euro voor een kabel? Tja, het is wel een Apple-product natuurlijk. Er zijn ook kopieën van andere merken, maar die zijn niet eens zo heel veel goedkoper. Als je de allerhoogste snelheid uit je laptop en opslagapparaat wilt halen (en deze ondersteunen beide thunderbolt), dan raden we je aan om in deze kabel te investeren.

Soort: Hyper USB-C Adapter Met Thunderbolt 3

Prijs: € 91,99 Je kunt investeren in verloopkabeltjes voor je MacBook, maar we adviseren je om in zo’n geval te gaan voor een dock. Er zijn diverse docks verkrijgbaar, elk met een eigen set aan poorten, zoals deze dock met hdmi, usb-c én usb 3. Er zijn ook docks verkrijgbaar voor andere modellen laptops.

©PXimport


Op het punt om een nieuwe laptop te kopen? Weet waar je op moet letten om niet opgelicht te worden. Kijk onze video om veilig je aankoop te doen.

Watch on YouTube
▼ Volgende artikel
Van prompt naar programma: leer programmeren met AI
© monsitj - stock.adobe.com
Huis

Van prompt naar programma: leer programmeren met AI

Niet alleen het saaie en repetitieve werk wordt vervangen door AI. Je bent óók als kenniswerker niet meer zeker van een baan. Software wordt al grotendeels door AI geschreven. Gelukkig kun je daar als hobbyprogrammeur ook enorm van profiteren. Het brengt naast tijdwinst ook veel gemak. We helpen je op weg met drie praktische tools: ChatGPT, Aider en de Windsurf Editor. We maken enkele eenvoudige voorbeelden, zodat je een helder beeld hebt van je potentiële workflow.

In dit artikel laten we zien hoe je met hulp van AI razendsnel leert programmeren en zelfs complete programma’s bouwt:

  • Gebruik ChatGPT als programmeerpartner en laat het een volledig werkend spelletje bouwen met HTML, CSS en JavaScript
  • Installeer Aider en gebruik het in combinatie met Git om projecten via de terminal te ontwikkelen
  • Ontdek Windsurf Editor als grafisch alternatief met AI-assistent Cascade

Lees ook: Leren programmeren? Met deze tools is coderen geen geheimcode meer

Grote taalmodellen zijn al zo goed dat je comfortabel complete programma’s door AI kunt laten maken, zelfs zonder enige programmeerkennis. Afhankelijk van de tools die je gebruikt, voelt dat toch alsof je samen aan code werkt, ook wel pair-programmeren genoemd. Je houdt dus enige controle en kunt er, als je oplet, veel van leren. Ook al wordt het harde werk door AI gedaan.

Een bijkomend voordeel is dat je heel gericht aanpassingen kunt laten doen of vragen kunt stellen over de code, zonder dat je de documentatie of websites als Stack Overflow hoeft door te spitten. Het is geen verrassing dat laatstgenoemde website met fors dalende bezoekersaantallen te maken heeft. Ook andere taken, zoals het schrijven van de documentatie, zijn snel geregeld.

In dit artikel gaan we een eenvoudig programma maken met AI, zodat je een goed beeld hebt van de workflow. We gebruiken drie verschillende tools. We starten met het vertrouwde ChatGPT, al kun je ook bijvoorbeeld voor Claude of Gemini kiezen. Daarna gaan we met Aider in combinatie met Git aan de slag. Daarmee werk je ‘samen’ aan programmacode via de opdrachtprompt, in ons voorbeeld binnen het vertrouwde Visual Studio Code. Tot slot gaan we met de Windsurf Editor aan de slag, een completere grafische ontwikkelomgeving met geïntegreerde AI-features, die je van begin tot eind ondersteunt bij het maken van je programma. 

Basisbeginselen van het programmeren

Het is handig als je de basisbeginselen van een programmeertaal kent. Ook daar kan AI van nut zijn. Je kunt veel leren van de voorbeelden die worden gegenereerd. Je kunt elk detail uit laten leggen, of om meer voorbeelden vragen. Dat is heel effectief!

Ook om de basisbeginselen te leren is AI nuttig. Pas bijvoorbeeld de Pareto-methode toe. Die methode stelt dat 80 procent van de resultaten voortkomt uit 20 procent van de inspanningen. Vraag de chatbot om een plan te maken dat deze regel toepast op het leren programmeren van bijvoorbeeld Python, door te focussen op 20 procent van de concepten, tools en technieken die 80 procent van de praktische toepassingen en problemen oplossen voor een beginnende programmeur. Vraag om een gestructureerd plan dat in korte tijd resultaat oplevert, inclusief voorbeelden en kleine projecten om vaardigheden direct toe te passen.

Vraag aan ChatGPT om een leerplan op te stellen om je te helpen bij het programmeren.

ChatGPT

Chatbot

Grote taalmodellen (LLM’s) vormen de basis voor chatbots als OpenAI’s ChatGPT en Anthropics Claude, maar óók voor de tools die we hierna behandelen. Feitelijk benaderen we de chatbots in dit eerste deel van het artikel rechtstreeks, via een browser of app. De andere tools gebruiken de API van deze bedrijven. Raadpleeg eventueel voor het starten met ChatGPT deze basiscursus.

De nieuwere modellen (we gebruiken overwegend ChatGPT 4o en Claude 3.5 Sonnet) laten heel goede resultaten zien voor programmeertaken. Ze helpen uiteraard niet alleen om programmacode te schrijven maar kunnen code ook uitleggen, fouten oplossen en de documentatie schrijven. Ook kun je uitstekend brainstormen over een project of ideeën. Het is daarom, óók als je andere tools voor programmeren gebruikt, enorm praktisch om erbij te hebben! Toegang tot ChatGPT is gratis met beperkingen. Een abonnement is minder gelimiteerd en geeft vaak toegang tot nieuwere modellen (zoals o1 of o3-mini). Zo’n abonnement is niet bruikbaar voor de andere tools, die gebruiken namelijk de API waarvoor je aparte credits moet aanschaffen.

Een chatbot biedt goede ondersteuning bij al je programmeervragen.

Eerste stappen

We beginnen met een eenvoudig voorbeeld en vragen aan ChatGPT om een spelletje boter-kaas-en-eieren te maken, ook wel bekend als tic-tac-toe. Hoewel het Engels soms betere resultaten kan geven, werken we voor dit artikel volledig in het Nederlands. We starten met deze prompt: “Maak een volledig functionele boter-kaas-en-eieren voor in een browser. Maak de HTML-structuur, voeg CSS-stijlen toe en implementeer de JavaScript-logica. Maak een scheiding tussen HTML, CSS en JavaScript. Zorg dat het programma responsief is zodat het bij elke schermgrootte werkt.”

ChatGPT genereert de gevraagde code. Je kunt individueel de HTML, CSS en JavaScript kopiëren. Om het te proberen, kun je alles plakken op websites als www.jsfiddle.net en www.codepen.io. Voor dit voorbeeld hebben we bij JSFiddle een projectpagina aangemaakt. We gaan dit voorbeeld in de volgende stappen verder verbeteren, steeds met links naar de verbeterde versie.

De eerste versies van het spel boter-kaas-en-eieren.

Geluiden toevoegen

We vragen ChatGPT om het programma aan te passen, zodat er een geluid wordt afgespeeld bij elke zet. ChatGPT voegt daarop een audio-element toe aan de HTML-code. Het past ook het script aan om dit aan te roepen bij elke zet. Je moet nog wel zelf het mp3-bestand plaatsen in de uiteindelijke programmamap of een volledige link naar het mp3-bestand invullen in de HTML-code:

<audio id="move-sound" src="muisklik.mp3"></audio>

Er zijn overigens veel websites waar je leuke geluidseffecten kunt vinden die je vrij kunt gebruiken, waaronder Pixabay. Op deze pagina zie je onze aangepaste versie.

De aangepaste HTML-code bevat een verwijzing naar een mp3-bestand.

Computertegenstander

We vragen ChatGPT vervolgens om een slimme computertegenstander toe te voegen, waarbij aan het begin van het spel wordt gekozen wie er mag beginnen. Via deze webpagina kun je deze versie zien. De computertegenstander blijkt in eerste instantie overigens helemaal niet zo slim, waardoor je makkelijk je potjes wint. Maar dat is snel opgelost. Na ons verzoek om de computertegenstander slimmer te maken, controleert het programma voortaan eerst op mogelijke winnende zetten en blokkeert het de tegenstander indien nodig. Als er geen direct winnende of blokkerende zetten zijn, kiest het een willekeurige lege cel. Deze slimmere versie kun je hier bekijken.

Het aangepaste script op een canvas in ChatGPT.

Uiterlijk verfraaien

Als laatste hebben we gevraagd het uiterlijk wat mooier te maken. Hierbij wordt voornamelijk de CSS-code aangepast om de visuele stijl van het spel te verbeteren. Het resultaat is geslaagd: ChatGPT geeft de achtergrond een mooi kleurverloop. Ook zijn de stijlen van de knoppen en speelvelden aangepast. Het levert een veel moderner en aantrekkelijker uiterlijk op.

Je kunt ChatGPT uiteraard steeds vragen om het script of een deel daarvan uit te leggen. Ben je het overzicht over de wijzigingen kwijt, dan kun je uiteraard ook vragen om de laatste HTML-code in te zien, of de laatste versie van het script. Eventueel op een canvas. Toch misten wij in ChatGPT soms wat overzicht en is het bovendien lastig om een stapje terug te doen als een aanpassing niet het gewenste resultaat oplevert. Dit zijn zaken die we in het volgende deel gaan aanpakken met Aider.

De gemoderniseerde versie van boter-kaas-en-eieren.

Contextvenster bij een taalmodel

Bij het werken met een groot taalmodel ofwel een Large Language Model (LLM) zijn er enkele technische beperkingen. Een daarvan is het contextvenster. Dat kun je zien als de hoeveelheid tekst die het model kan onthouden, gemeten in tokens. Een token is een deel van een woord en kan ook spaties en leestekens bevatten. Gemiddeld is een token ongeveer 3 tot 4 tekens groot.

Eerdere versies van ChatGPT hadden een relatief klein contextvenster van 4096 tokens. Het kan dan niet altijd alle details onthouden van de gebruikte teksten. Tegenwoordig is het contextvenster veel groter, en onthouden de modellen gemakkelijk 128.000 tokens of meer. Dat is ongeveer een heel boek! Dat is niet alleen nuttig bij het werken met hele lange teksten of artikelen, maar ook bij programmeerwerk, waar je vaak met grote bibliotheken te maken hebt.

Aider

Opdrachtprompt

Voor grotere programmeerprojecten is het werken met een chatbot al snel vervelend en verwarrend. Veel praktischer is een tool die met jouw eigen projectbestanden werkt en zelf of samen de gewenste aanpassingen maakt. Als je geen moeite hebt met het werken met een opdrachtprompt, is Aider een uitstekende optie. Die tool helpt met het schrijven en aanpassen van code.

Aider is opensource en werkt met heel veel LLM’s samen. Hier gebruiken we de API voor Claude 3.5 Sonnet, maar je kunt ook de API van OpenAI gebruiken of een LLM die je zelf lokaal draait of elders, zoals via OpenRouter. De integratie met Git is enorm praktisch. Voor elke aangebrachte wijziging voert het een ‘commit’ uit, voorzien van een duidelijke omschrijving, zodat je achteraf een goed overzicht met alle veranderingen hebt en ook stapjes terug kunt doen. Niet alle alternatieven bieden dit en dat is vooral een gemis als er iets fout gaat en je geen idee meer hebt hoe je dat moet oplossen.

Aider werkt samen met alle gangbare LLM’s.

Voorbereiding

We willen weer laten zien hoe je het spelletje boter-kaas-en-eieren met Aider zou kunnen maken. We gebruiken het voor velen vertrouwde programma Visual Studio Code onder Windows en installeren Aider via een opdrachtprompt binnen die ontwikkelomgeving. Binnen de editor kun je uiteraard alle gegenereerde bestanden bekijken en handmatig aanpassen. Voor de installatie van Aider heb je Python nodig. Zet tijdens de installatie van Python een vinkje bij Add python.exe to PATH, zodat je Python vanuit elke map kunt aanroepen.

Installeer ook Visual Studio Code als je dat nog niet eerder hebt gedaan. Visual Studio Code biedt een mogelijkheid om Copilot als assistent te gebruiken, maar dat slaan we hier over.

Installeer ook Git, zodat versiebeheer mogelijk is. Kies tijdens de installatie van Git voor het gebruik van Visual Studio Code als standaardeditor. Verder kun je alle standaardinstellingen accepteren. Als je Python, Visual Studio Code en Git hebt geïnstalleerd, kun je door met de installatie van Aider.

Installeer Python onder Windows voordat je met Aider aan de slag gaat.

Installatie Aider

We kunnen nu Aider installeren. Open daarvoor Visual Studio Code en kies in het menu de optie Terminal / New Terminal. Verander de terminal, via de optie rechtsboven in het venster, naar Git Bash. Installeer daarna Aider met de volgende twee opdrachten:

python -m pip install aider-install
aider-install

Sluit de terminalvenster via het kruisje rechtsboven. Open dan een nieuwe terminal en wissel weer naar Git Bash. Als je Aider niet kunt aanroepen met aider zul je het PATH moeten uitbreiden met de aangegeven opdracht, zoals in het voorbeeld hieronder:

export PATH="C:\\Users\\gertj\\.local\\bin:$PATH"

Zorg dat je in dit voorbeeld voor Claude 3.5 Sonnet een API-sleutel hebt en voldoende credits om mee te beginnen (zie het kader ‘API-sleutel maken voor Claude’). Exporteer deze API-sleutel zodat Aider deze direct kan gebruiken:

export ANTHROPIC_API_KEY=sk-ant…

Maak nu een nieuwe map voor je toepassing, blader naar die map en maak een Git-repository:

mkdir tictactoe
cd tictactoe
git init .

Je kunt nu beginnen met programmeren, met de ondersteuning van Aider!

We installeren Aider om het binnen Visual Studio Code te gebruiken.

API-sleutel maken voor Claude

Bij Aider werken we zoals aangegeven met Claude 3.5 Sonnet, een populaire optie onder programmeurs. Voor toegang is een API-sleutel nodig. Ga daarvoor naar de console van Anthropic. Vul je e-mailadres in. Via e-mail ontvang je een beveiligde link waarmee je kunt inloggen. Ga dan naar Settings / API keys en klik op Create Key. Vul een naam in, bijvoorbeeld Aider, en klik op Add. Noteer de API-sleutel, deze is later niet meer zichtbaar!

Je hebt ook wat credits nodig. Ga daarvoor naar Billing en voeg credits toe met een creditcard via de optie Add Funds. Begin met een klein bedrag, zoals 10 dollar. Heb je over? Je kunt het altijd nog opmaken door een chatbot als Jan met de API te verbinden.

Via de console van Anthropic kun je een API-sleutel maken.

Programma maken

We gaan ons eerste programma maken. Zorg dat je een terminalvenster hebt geopend en bent gewisseld naar Git Bash. De assistent start je dan met de volgende opdracht:

aider --sonnet

Er wordt de eerste keer gevraagd om .aider* en .env toe te voegen aan .gitignore. Dat raden we aan! Hiermee voorkom je dat deze bestanden, vaak met wachtwoorden en dergelijke, per ongeluk in je Git-repository worden opgenomen en daardoor in potentie online komen, als je de repository via GitHub beschikbaar maakt.

Via de prompt kun je nu je opdrachten afvuren. We vragen zoals eerder om een volledig functionele en responsieve boter-kaas-en-eieren voor in een browser met de vereiste HTML-structuur, CSS-stijlen en JavaScript-logica in aparte bestanden.

Aider gaat direct aan de slag en laat heel overzichtelijk alle aanpassingen zien, met een beschrijving van de uiteindelijke functionaliteit. Het vraagt netjes of het de nieuwe bestanden mag maken (index.html, styles.css en script.js) en daarna of het deze mag openen in een browser. Het spel is in deze eerste versie volledig responsief met een duidelijke gebruikersinterface, houdt de speelstatus bij, detecteert wanneer iemand wint of als het een gelijkspel is, heeft een knop om het spel opnieuw te starten en is helemaal in het Nederlands. Een goed begin!

Aider heeft het programma voor ons uitgewerkt.

Aanpassingen maken

We vragen opnieuw in natuurlijke taal om wijzigingen te maken. De workflow is erg prettig. Aider geeft eerst aan welke bestanden waarschijnlijk moeten worden gewijzigd. Voor het geluid stelt het bijvoorbeeld wijzigingen in index.html en script.js voor. Dan vraagt Aider of het deze bestanden mag toevoegen aan de chat.

Als de radartjes zijn uitgedraaid, na interactie met Claude, geeft Aider heel nauwkeurig aan welke regels in welke bestanden moeten worden gewijzigd. Ook geeft Aider aan dat je een mp3-bestand genaamd move.mp3 in dezelfde map moet plaatsen.

We vragen Aider daarna ook om een slimme computertegenstander toe te voegen. Die is meteen heel slim en probeert direct te winnen als dat kan, blokkeert winnende zetten van de tegenstander, probeert het centrum te veroveren en kiest anders voor hoeken of willekeurige zetten.

Tot slot vragen we Aider om het programma te verfraaien met een moderner uiterlijk. Dat levert een flinke metamorfose op. Bekijk hier het resultaat.

Via een comfortabel proces maakt het alle gewenste aanpassingen.

Kosten voor werken met Aider

We hebben tijdens het werken met Aider continu de credits in de gaten gehouden. We controleerden dit via de console bij Anthropic, maar Aider zelf toont ook bij elke actie welke kosten het heeft gemaakt. Voor de meeste aanpassingen gaat het om zo’n 5 tot 11 dollarcent. In totaal heeft het programma ongeveer 0,23 dollar (circa 0,22 euro) gekost. Het hangt er voornamelijk vanaf hoeveel tokens er nodig zijn, wat weer samenhangt met de omvang van de bestanden die aan de chat worden toegevoegd.

Integratie met Git

De standaard integratie met Git biedt veel voordelen. Als Aider aanpassingen maakt aan een bepaald bestand zal het in Git een heldere beschrijving toevoegen aan de zogeheten commit. In Visual Studio Code kun je deze historische aanpassingen eenvoudig terugzien. Klik daarvoor op een bestand en open in de balk aan de linkerkant Timeline. Zorg dat de filterinstelling is ingesteld op Git History.

Nu zie je de commit-geschiedenis van het geselecteerde bestand. Door op een specifieke commit te klikken, kun je de aangebrachte wijzigingen bekijken. Binnen Aider zijn er ook nog wat trucjes. Zo kun je met /diff zien wat de laatste veranderingen zijn. Met /undo kun je die eenvoudig ongedaan maken.

We hebben de repository op GitHub gezet. Ook hier kun je alle veranderingen bekijken. Open daarvoor een bestand, zoals script.js, en ga dan rechtsboven naar History. Hier zie je de verschillende wijzigingen. Als je op een van de aanpassingen klikt, zie je netjes welke veranderingen in de code zijn gemaakt.

Je kunt handig zien welke historische wijzigingen zijn aangebracht in bestanden.

Git en GitHub

Aider gebruikt een git-repository. Sommige mensen verwarren dit met GitHub. Je kunt met Git prima alleen een lokale repository maken, op het systeem waarop je met Aider werkt. Optioneel kun je deze repository met GitHub verbinden, zodat je in feite een kopie in de cloud hebt. Dat is voor jezelf wel heel praktisch, omdat je veel makkelijker de wijzigingen kunt bijhouden en bestuderen. En je kunt ook met anderen samenwerken aan code.

Ook interessant om te lezen: GitHub Codespaces: altijd de juiste tools bij de hand

We hebben de repository gedeeld met GitHub, zodat je alle veranderingen kunt inzien.

Windsurf Editor

 Complete ontwikkelomgeving

Zoek je een completere ontwikkelomgeving met geïntegreerde AI, dan zijn Cursor AI en Windsurf Editor twee populaire opties. Cursor AI is een gevestigde speler, maar krijgt steeds meer concurrentie van het nieuwere Windsurf Editor. Beide ontwikkelteams blijven verbeteringen doorvoeren om niet voor elkaar onder te doen.

Beide programma’s zijn bovendien klonen van Visual Studio Code, de bekende editor van Microsoft die we ook voor Aider hebben gebruikt. Daarom lijken ze in veel opzichten op elkaar. Het kan handig zijn om verschillende thema’s te gebruiken als je ze naast elkaar gebruikt, zodat je ze uit elkaar kunt houden.

Windsurf Editor werkt met een ingebouwde assistent genaamd Cascade.

Cascade

We hebben ook in Windsurf geprobeerd om het spelletje boter-kaas-en-eieren uit dit artikel te maken. De assistent in Windsurf Editor heet Cascade; via het Cascade-deelvenster kun je hem direct aan het werk zetten. Een leuk detail is dat niet alleen code wordt gegenereerd, maar dat er ook veel aanvullende acties voor je worden uitgevoerd, zoals het aanmaken van een map voor je project en voor de geluiden, en het maken van een mp3-bestand.

Bij elke stap kun je zien welke bestanden worden aangepast en de voorgestelde wijzigingen controleren en bevestigen. Je hoeft niet, zoals bij Aider, zelf een API-sleutel te regelen voor toegang. Je gebruikt steeds het model van Cascade en de administratieve kant wordt via je account geregeld, op basis van credits (zie volgende paragraaf). Zo’n diepere integratie is heel praktisch. Toch heeft de workflow veel overeenkomsten met Aider.

Via een deelvenster kun je een conversatie met Cascade voeren.

Werken met credits

Windsurf werkt met credits voor verschillende taken. Zo worden User Prompt-credits voor elke interactie met de assistent gebruikt en Flow Action-credits voor alle acties die worden uitgevoerd. Als je de limiet bereikt voor het premiummodel, wordt overgeschakeld naar het basismodel. De proefperiode van 14 dagen geeft je ruim voldoende credits om het voorbeeldprogramma uit dit artikel te maken. Sterker nog, je hebt ongeveer vijftien keer meer credits dan nodig, dus je kunt ook grotere en complexere programma’s proberen te maken.

Buiten die proefperiode is, om het premiummodel te gebruiken, een upgrade naar de Pro-versie bijna onvermijdelijk (ca. 18 euro per maand). Je hebt dan wel elke maand een ruime hoeveelheid credits en kunt vrij voordelig credits bijkopen.

Windsurf Editor werkt met een systeem van credits.

Beste optie voor hobbyprogrammeur?

Over het algemeen werkt het programmeren met een chatbot zoals ChatGPT goed. Voor losse functies of snippets werkt het zelfs uitstekend. Maar het is lastig om het overzicht te behouden over de gegenereerde code en eventuele aanpassingen, zeker als het om wijzigingen in meerdere bestanden gaat.

Aider en Windsurf Editor hebben een fijnere workflow, omdat ze de lokale bestanden direct voor je wijzigen, eventueel meerdere tegelijkertijd. Wat kosten betreft is Aider waarschijnlijk interessanter voor de hobbyprogrammeur die af en toe een project oppakt. Je kunt ad-hoc wat credits bijkopen of eens een ander model proberen, lokaal of via bijvoorbeeld OpenRouter. Het opensource DeepSeek R1 bijvoorbeeld. Je kunt bovendien elke ontwikkelomgeving kiezen, terwijl Windsurf Editor volledig op Visual Studio leunt. De integratie met Git ook een praktisch voordeel van Aider.

▼ Volgende artikel
Zo deel je je keuken handig en logisch in
© Andy Dean Photography
Huis

Zo deel je je keuken handig en logisch in

Of je nu graag uitgebreid kookt of elke avond snel klaar wilt zijn: een slimme keukenindeling maakt het verschil. Alles moet logisch op zijn plek staan, zodat je moeiteloos overal bij kunt en na afloop ook weinig tijd kwijt bent aan opruimen.

Je keuken slim indelen? Wij hebben tips voor:
  • Vaatwasser, gootsteen en vuilnisbak
  • Werkblad en kookplaat
  • Koelkast
  • Neem de keuken-driehoek als uitgangspunt
  • Kies de optimale werkhoogte
  • Opbergruimte

Lees ook: Fornuis op maat: kies het aantal pitten dat bij je past

Vaatwasser, gootsteen en vuilnisbak

Heb je plannen voor een nieuwe keuken? Denk dan nu al na over welke slimme keuzes je kunt maken met de indeling. Plaats bijvoorbeeld de vaatwasser, de spoelbak en de afvalemmer dicht bij elkaar. Je hoeft dan nooit ver te lopen met vieze borden en je kunt ze makkelijk leegschrapen, eventueel afspoelen en direct inruimen. Staat de afvalbak in een kastje direct naast de vaatwasser? Let er dan op dat je het deurtje nog goed kunt openen als de deur van de vaatwasser omlaag staat. Dat werkt makkelijker bij het inruimen. Plaats verder de vaatwasser niet direct tegen een zijmuur. Tijdens het inruimen loop je dan sneller kans op spetters tegen de muur.

Werkblad en kookplaat

Het werkblad is meer dan alleen een plek om iets op te zetten. Je gebruikt het om te snijden, te mixen, spullen neer te leggen en borden op te scheppen. Zorg daarom dat je voldoende vrije werkruimte overhoudt – dus niet alles volbouwen met apparatuur. Plaats de spoelbak of kookplaat liever niet op een hoek. Je hebt aan beide kanten plek nodig, zodat je je handen vrij kunt houden en spetters opvangt. Reken aan weerszijden minimaal veertig centimeter. Dat oogt niet alleen rustiger, het werkt ook prettiger. Handig om te weten: bij je keukenspecialist wordt hiervoor vaak de term aflegruimte gebruikt. En nog even over de kookplaat: plaats die bij voorkeur niet pal naast de koelkast of een hoge kast; dat geeft weinig bewegingsvrijheid en maakt het lastig om met meerdere mensen tegelijk in de keuken te staan.

©Olga Yastremska and Leonid Yastremskiy

Koelkast

Een koelkast gebruik je vaker dan je denkt – gemiddeld zo'n 35 keer per dag. Zet 'm daarom op een plek waar je er makkelijk bij kunt, ook als je vanuit de woonkamer even snel iets wilt pakken. Zet de koelkast liever niet helemaal achterin of op een plek waar je niet vanzelf langsloopt; dat is al snel onhandig in het dagelijks gebruik. Let ook op de temperatuur rondom de koelkast. Zet hem niet naast een oven, radiator of op een plek waar veel zonlicht komt. Kan het echt niet anders, zorg dan voor een isolerende tussenplaat en houd minstens drie centimeter ruimte vrij tussen warmtebron en koelkast.

Gebruik de keuken-driehoek

In de basis draait een keuken om drie functies: koken, spoelen en koelen. Je fornuis, gootsteen en koelkast vormen samen een denkbeeldige driehoek. Als de afstanden tussen deze drie goed gekozen zijn, werk je prettiger. Staan ze te ver van elkaar, dan loop je onnodig veel. Staan ze te dicht bij elkaar, dan dan wordt het al snel krap en onhandig. Een keukenspecialist kan helpen bij het vinden van een goede verhouding, maar je merkt het zelf vaak ook al als iets net niet lekker werkt.

Optimale werkhoogte

Ook de hoogte van je werkplekken telt mee. Een oven op armhoogte is een stuk prettiger dan op kniehoogte, zeker als je vaak bakt. Het voorkomt bukken. Heb je een kleine keuken? Kies dan voor een compacte oven of voor een fornuis met geïntegreerde oven. Datzelfde geldt voor de vaatwasser: als je die wat hoger plaatst, spaar je je rug en knieën. Voor de kookplaat geldt een andere regel: meet de afstand van je onderarm tot het werkblad. Is die ongeveer twaalf centimeter, dan zit je goed qua houding en belast je je schouders niet onnodig.

Apparatuur wat hoger plaatsen (als dat kan) heeft nog een voordeel. Wanneer je kleine kinderen hebt rondlopen, kunnen die er minder makkelijk bij. Wel zo veilig!

©lev dolgachov

Opbergruimte

Tot slot: denk na over hoe je spullen opbergt. Onderkastjes bieden veel ruimte, maar vragen vaak veel van je rug. Bovenkastjes kunnen juist weer te hoog zijn. Een buffetkast biedt uitkomst: wat je dagelijks gebruikt zet je op ooghoogte, wat minder vaak nodig is kan best wat lager of juist hoger.

Slim indelen = een fijnere keuken!

Een goede keuken draait niet alleen om de juiste apparatuur, maar vooral ook om slimme keuzes die het koken makkelijker maken. Denk na over looproutes, werkhoogtes en voldoende bewegingsruimte. Positioneer alles op logische plekken, zorg voor een werkblad met voldoende vrije ruimte en let op kleine details zoals de draairichting van kastdeurtjes. Daarmee wordt de keuken (nog meer) het hart van je huis!