ID.nl logo
10 veelgestelde vragen over woonverzekeringen
© Jürgen Fälchle - stock.adobe.com
Zekerheid & gemak

10 veelgestelde vragen over woonverzekeringen

Een woonverzekering heb je maar zelden nodig. Juist daarom is het verstandig om goed na te denken over wat je wel en niet verzekert. Welke schade kun je uit eigen zak betalen en wanneer heb je een vergoeding nodig?


🏠 Na het lezen van dit artikel heb je antwoord op de volgende vragen: Welke woonverzekering heb je zeker nodig? | Welke dekkingen kun je missen? | Welke keuzes kun je maken bij woonverzekeringen? | Welke valkuilen kun je tegenkomen bij woonverzekeringen?

Ook interessant voor jou: Beveiligingssysteem kopen? Let op deze misvattingen


1: Welke woonverzekeringen heb je nodig?’

Een inboedelverzekering is een aanrader voor iedereen, of je nu in een huurhuis of in een koophuis woont. Met een inboedelverzekering kun je een vergoeding claimen bij brand, inbraak of waterschade. Je kunt dan bijvoorbeeld gestolen of beschadigde meubels, apparaten en sieraden vervangen.

Als je een eigen huis hebt met een hypotheek, dan ben je ook verplicht een opstalverzekering af te sluiten. Een opstalverzekering geeft een vergoeding als er schade optreedt aan het huis zelf of iets dat aan het huis vastzit. Denk aan keukenapparatuur, een tegelvloer en zonnepanelen. Het is slim om de opstalverzekering en de inboedelverzekering bij dezelfde maatschappij onder te brengen. Er kan dan geen discussie ontstaan tussen twee verzekeraars over wie de schade moet vergoeden, bijvoorbeeld als niet duidelijk is of een houten vloer nu wel of niet aan het huis vastzit. Een gecombineerde opstal- en inboedelverzekering heet vaak gewoon ‘woonverzekering’. Ook een aansprakelijkheidsverzekering kan hieronder vallen.

Ben je de eigenaar van een appartement, dan moet de Vereniging van Eigenaren een opstalverzekering afsluiten voor het hele gebouw. Jij betaalt dan een deel van de premie via de servicekosten. Is jouw appartement luxer dan dat van de meeste andere bewoners, bijvoorbeeld omdat je een luxe badkamer en/of keuken hebt? Dan vergoedt de opstalverzekering misschien niet alles. Je kunt dit bijverzekeren op je inboedelverzekering onder de dekking ‘eigenaarsbelang’.

©Cyb3russ - stock.adobe.com

2: Kun je ook zonder inboedelverzekering?

Ja, dat kan. Een inboedelverzekering is niet verplicht. Sommige mensen hebben hun hele leven een inboedelverzekering en doen er nooit een beroep op. Je kunt je afvragen of je daarvoor je leven lang premie wilt betalen. Aan de andere kant: als er wel brand uitbreekt of waterschade optreedt, dan zijn alle kosten voor jezelf. Kun je dat betalen? En ben je bereid om dat risico te nemen? Dan kun je overwegen om geen inboedelverzekering af te sluiten. Overigens is een doorsnee inboedelverzekering niet heel duur. Het ligt onder andere aan je huis, je gezinsgrootte en je woonplaats hoeveel je precies betaalt. 

3: Wat krijg je vergoed op je inboedelverzekering?

Als je je inboedel verzekert, wil je natuurlijk wel een reële vergoeding krijgen als er iets gebeurt. Hoeveel je vergoed krijgt, hangt af van de leeftijd van je spullen. Het verschilt per verzekeraar hoe lang je de nieuwwaarde vergoed krijgt. Sommige verzekeraars vergoeden bijvoorbeeld tien jaar lang de nieuwwaarde. Dat is een stuk gunstiger dan andere verzekeraars, die bijvoorbeeld maar vijf jaar de nieuwwaarde vergoeden. De meeste verzekeraars vergoeden alleen de nieuwwaarde als een product nog minstens veertig procent waard is van de oorspronkelijke nieuwwaarde. Om dit uit te rekenen, gebruikt iedere verzekeraar zijn eigen afschrijvingslijst. Je kunt deze lijst vinden op de website van de verzekeraar. Op de site van de Consumentenbond vind je een handig overzicht van lijsten van alle verzekeraars.

4: Welke keuzes kan ik maken bij een inboedelverzekering?

Om te beginnen moet je kiezen voor wel of niet allrisk verzekeren. Het belangrijkste verschil is dat je bij een allrisk verzekering ook schade vergoed krijgt die je zelf per ongeluk veroorzaakt. Verder kun je bij een inboedelverzekering verschillende extra dekkingen kiezen, die meer zekerheid geven, maar die een verzekering ook duurder maken. Dit zijn veel voorkomende opties.
⌂ Buitenshuisdekking
Draagbare apparaten zoals een smartphone, laptop, tablet of camera gebruik je meestal niet alleen thuis. Helaas zijn ze buitenshuis niet standaard gedekt op je inboedelverzekering. Met een buitenshuisdekking kun je wel een vergoeding krijgen als er iets mee gebeurt. Deze vergoeding is vaak gunstiger dan de vergoeding op je reisverzekering. Houd er wel rekening mee dat er een eigen risico en een maximum vergoeding kan gelden en dat de dekking vaak alleen geldt in Nederland.
⌂ Kostbaarheden
Heb je veel dure spullen, zoals sieraden, apparatuur of kunst? Dan kan het standaard verzekerde bedrag te laag zijn. Kostbaarheden zijn vaak maar tot een maximum van 2500 euro verzekerd. Dit verschilt per polis. Met een extra kostbaarhedendekking kun je dit bedrag verhogen.
⌂ Tijdelijke verhuur
Verhuur je je huis weleens als je er zelf niet bent, bijvoorbeeld via Airbnb? Dan heb je vaak een aangepaste verzekering nodig voor schade die ontstaat tijdens de verhuurperiode.

5: Moet je een speciale glasdekking hebben?

Misschien. Heb je een opstalverzekering voor je eigen huis, dan is glas automatisch meeverzekerd, maar alleen voor schade die ook invloed heeft op het huis als geheel, zoals brand, inbraak en ontploffing. Voor andere oorzaken, zoals bijvoorbeeld een bal door de ruit, heb je een aparte glasverzekering nodig. Een glasdekking kun je ook afsluiten op je inboedelverzekering. Dat kan handig zijn als je een huis huurt en de verhuurder geen glasverzekering heeft afgesloten.

©Eléonore H - stock.adobe.com

6: Hoe zorg je dat niet onderverzekerd bent?

Onderverzekering kan voorkomen als je verzekerde bedrag lager is dan de waarde van je inboedel. De verzekeraar vergoedt dan maar een deel van je schade, ook als je schade minder is dan het verzekerde bedrag. Vroeger kwam onderverzekering vaak voor, omdat verzekerden vergaten om het bedrag na verloop van tijd te verhogen bijvoorbeeld. Tegenwoordig gebruiken steeds meer verzekeraars een standaard bedrag van 100.000 euro of meer. Bij deze verzekeraars loop je minder risico op onderverzekering. Moet je zelf de waarde van je inboedel opgeven, bijvoorbeeld met een inventarislijst of met een inboedelwaardemeter? Zorg dan dat je deze hulpmiddelen na verloop van tijd en bij iedere verhuizing opnieuw invult. 

7: Hoe zorg je dat je niet oververzekerd bent?

Als de dekking van je inboedelverzekering hoger is dan de waarde van je inboedel, ben je oververzekerd. Dat is zonde, want je betaalt dan premie voor een vergoeding die je nooit zult krijgen. Oververzekering kan voorkomen als je weinig waardevolle spullen hebt of voornamelijk oude spullen. Je hebt dan weinig aan een verzekering met een hoog verzekerd bedrag. Let ook op of je overlappende verzekeringen hebt, zoals een telefoon- of laptopverzekering én een hoge elektronicadekking op je inboedelverzekering. En als je gezin kleiner is geworden, geeft dat dan door aan je inboedelverzekeraar. De premie kan soms omlaag als je met minder mensen in huis woont.

8: Moet je een inboedelverzekering hebben als je in een studentenkamer woont?

Dat is wel verstandig, ja. In studentenhuizen wordt relatief vaak ingebroken, op jacht naar laptops, smartphones en andere kostbaarheden. Sommige inboedelverzekeraars dekken ook de inboedel van uitwonende, studerende kinderen. Die dekking kan standaard zijn of optioneel. Ben je niet meeverzekerd op de polis van je ouders, dan is het verstandig om zelf een inboedelverzekering af te sluiten. Dat kan vaak heel goedkoop, bijvoorbeeld via de bank waar je ook een studentenrekening hebt of via een verzekeraar die speciale polissen aanbiedt voor studentenhuizen. Het is wel belangrijk dat je altijd je kamer afsluit, want zonder braaksporen krijg je vaak niets vergoed.

9: Is schade door of aan een huisdier gedekt?

Als je huisdier iets stukmaakt in huis, is dat meestal niet gedekt op de inboedelverzekering. Maar als er iets met het huisdier zelf gebeurt, krijg je vaak wel een vergoeding. Een huisdier valt namelijk gewoon onder de inboedel, tenzij in de polisvoorwaarden staat dat dat niet zo is. Soms staat er in de polisvoorwaarden iets over een beperkte dekking, bijvoorbeeld dat er alleen dekking is bij brand of diefstal of juist alleen bij verlies. Er kan ook een maximum gelden voor de vergoeding. Goed om op te letten als je een (duur) huisdier hebt. 

©Sandra - stock.adobe.com

10: Zijn fietsen, e-bikes, bakfietsen, scooters en brommers meeverzekerd?

Meestal wel, maar alleen als je twee- of driewieler in je huis of schuur staat en als de deur afgesloten is. Het verschilt per verzekering of ook de fiets op slot moet staan. Belangrijker is dat er braaksporen zijn. Zijn er braaksporen, dan kan er ook dekking zijn bij diefstal uit een gemeenschappelijke berging. Diefstal uit de tuin wordt meestal niet gedekt. Overigens zijn er ook verzekeringen die fietsen en/of scooters uitsluiten van de inboedeldekking.

Ben je onderweg met de fiets, dan is er nooit dekking op de inboedelverzekering, ook niet met een buitenshuisdekking. Je hebt dan een aparte fietsverzekering nodig.


▼ Volgende artikel
Laptop met Windows 11? Zo doe je langer met de accu
© ID.nl
Huis

Laptop met Windows 11? Zo doe je langer met de accu

Windows 11 24H2 heeft een energiestand die laptops zuiniger laat omgaan met stroom. Daardoor kun je er én langer op doorwerken én verleng je de levensduur van de accu. Hoe je dat instelt, lees je in dit artikel.

Langer met je laptop werken?

💻 Stel Batterijbesparing in 💻 Kies voor automatisch overschakelen of kies voor handmatig 💻 Inschakelen via Snelle instellingen

Lees ook: Zo kies je een energiezuinige computer, laptop en tablet

Batterijbesparing

Op 1 oktober 2024 verscheen Windows 11 24H2. Heb je Windows 11, dan is de kans dus groot dat je deze versie inmiddels hebt draaien. Mooi, want dan kun je deze nieuwe functie (die gebaseerd is op de oude functie Batterijbesparing en de Energiemodus) gebruiken.

Zodra je de functie inschakelt, kiest Windows 11 automatisch de zuinigste energiestand. Dat betekent dat visuele effecten zoals transparantie verdwijnen en sommige achtergrondprocessen worden gepauzeerd. Ook de schermhelderheid gaat omlaag, omdat juist dat onderdeel vaak de grootste stroomverbruiker is.

Op laptops open je met Windows-toets+I de Instellingen. Dan klik je op Systeem en vervolgens open je het onderdeel Aan/uit en accu. Daarna gebruik je in het onderdeel Batterij de optie Batterijbesparing.

Hier wordt de batterijbesparing automatisch actief vanaf 20 procent accuduur.

Je kiest zelf: automatisch of handmatig

Je kunt nu kiezen tussen twee opties. Je kunt een batterijpercentage ingeven waarop de energiebesparende functie automatisch wordt ingeschakeld, bijvoorbeeld bij 20%. Maar je kunt er ook voor kiezen de Batterijbesparingsmodus handmatig in te schakelen. Let op: je kunt deze schakelaar alleen maar activeren wanneer je laptop niet aan het stroomnet hangt. Zet ook de schakelaar aan bij De helderheid van het scherm verlagen wanneer batterijbesparing wordt gebruikt. Zodra je deze stappen hebt gezet, wordt de energiebesparende functie ingeschakeld op basis van de configuratie.

Je kunt de batterijbesparing ook handmatig inschakelen.

Laptop (toch) leeg, maar geen oplaadkabel bij je?

Een powerbank voor je laptop biedt uitkomst!

Via Snelle instellingen

Om Energiebesparing in te schakelen op een laptop die aan de stroom hangt, open je de Instellingen. Daarna ga je via Systeem naar Energie- slaap- en batterij-instellingen. Klik op de instelling Energiebesparing en dan kun je de schakelaar Altijd energiebesparing gebruiken.

Sowieso kun je de functie handmatig inschakelen via het uitklapmenu Snelle instellingen. Dat kan door op de netwerk- en volumepictogrammen te klikken of door de sneltoets Windows-toets+A te gebruiken en daarna de knop Energiebesparing in te schakelen. In het systeemvak zie je dat de energiebesparende functie is ingeschakeld als het pictogram van de batterij is veranderd in een pictogram van een batterij met een blaadje.

In de Snelle instellingen kun je de batterijbesparing ook handmatig aanzetten.

▼ Volgende artikel
Welk vulgewicht past bij jouw wasmachine? Zo kies je slim!
© Evgeny Atamanenko
Huis

Welk vulgewicht past bij jouw wasmachine? Zo kies je slim!

Sta je op het punt een nieuwe wasmachine aan te schaffen? Dan is het vulgewicht een van de belangrijkste dingen om op te letten. Het bepaalt hoeveel kilo wasgoed je per keer kunt wassen – en dat heeft direct invloed op je water- en energieverbruik. Maar hoe weet je nu welk vulgewicht het best bij jouw huishouden past?

Het vulgewicht van een wasmachine bepaalt hoeveel was je in één keer kunt wassen. Met dit artikel helpen we je het ideale vulgewicht voor jouw situatie te bepalen. Dit artikel geeft antwoord op de volgende vragen:

  • Hoe beïnvloeden je huidige wasgewoontes de keuze van het vulgewicht?
  • Welke rol speelt de grootte van je huishouden bij het bepalen van het ideale vulgewicht?
  • Wat zijn de voor- en nadelen van een wasmachine met een groot vulgewicht?

Lees ook: Waar voor je geld: 5 wasmachines voor grote gezinnen

Begin met een blik op je eigen wasgedrag. Hoeveel draai je gemiddeld per week? Als je huidige machine een weegfunctie heeft, kun je het makkelijk meten: verzamel een typische lading vuile was, stop die in de trommel en lees het gewicht af. Tel er zo'n 2 kilo bij op en je hebt een aardig idee van wat jouw ideale vulgewicht zou zijn.

Geen weegfunctie? Geen probleem. Doe de was in een wasmand of zak, ga eerst zonder en daarna mét zak op de weegschaal staan. Het verschil is je lading wasgoed. Ook zonder machine kun je zo vrij nauwkeurig inschatten wat je nodig hebt.

Heb je nog geen wasmachine, dan helpt het om even stil te staan bij hoeveel was je ongeveer verwacht te draaien. Denk aan kleding, handdoeken en beddengoed, maar ook aan dekens, sportkleding of gordijnen.

Grootte van je gezin = leidraad

Een belangrijk uitgangspunt is het aantal mensen binnen je huishouden. Voor een één- of tweepersoonshuishouden is een machine met 7 kilo inhoud meestal voldoende. Bij gezinnen van drie of vier personen is 7 tot 9 kilo vaak ideaal. Heb je een groot gezin of was je vaak grote stukken textiel, zoals dekbedden? Dan is een wasmachine met 9 kilo of meer het overwegen waard.

Grootte van het huishoudenAanbevolen vulgewicht
1-2 personentot 7 kilogram
3-4 personen7-9 kilogram
5 personen of meer9 kilogram of meer

Groter is niet altijd beter

Toch is het niet altijd slim om meteen voor het grootste model te gaan. Een wasmachine die je zelden helemaal vult, verbruikt relatief veel energie en water, ook al zijn moderne machines behoorlijk zuinig. Bovendien nemen grotere modellen meer ruimte in én zijn ze vaak zwaarder. Kies dus vooral een maat die past bij je dagelijkse gebruik; dat is uiteindelijk het meest efficiënt.

©Pasta Design

Lees ook: Waar voor je geld: 5 betaalbare wasmachines voor kleine huishoudens

Altijd een volle trommel

Om zo veel mogelijk uit je wasmachine te halen, is het verstandig om altijd te wachten tot je een volle trommel hebt. Ja, de meeste nieuwe machines hebben sensoren die de hoeveelheid was detecteren en daar hun verbruik op aanpassen. Maar echt besparen doe je pas als je minder vaak hoeft te wassen. Volle trommel = minder beurten = lagere kosten én een langere levensduur voor je apparaat.

Samengevat: kies bewust, was slim

Het ideale vulgewicht hangt dus sterk af van jouw persoonlijke situatie: hoe je woont, met wie en hoe vaak je wast. De tips hierboven helpen je op weg. Zit je toch nog te twijfelen tussen twee formaten? Dan is het meestal veiliger om net iets ruimer te kiezen – handig voor als je situatie verandert. En vergeet niet: hoe beter je je wasmachine benut, hoe meer je eruit haalt.