ID.nl logo
Hoe weet ik of het fundament van mijn eigen huis goed is?
© MD | ID.nl
Zekerheid & gemak

Hoe weet ik of het fundament van mijn eigen huis goed is?

Op het fundament van je eigen huis wil je kunnen vertrouwen. Maar als je een huis op houten palen hebt, kan je fundament worden aangetast door paalrot als gevolg van een lage grondwaterstand. Hierdoor kan je huis verzakken. Niet alle huizen en niet alle regio’s lopen een dergelijk risico. Dit is wat je moet weten.

Na het lezen van dit artikel heb je antwoord op de volgende vragen:

Huizen van na 1980 met betonnen heipalen hebben zelden last van verzakking. Het zijn vooral woningen op houten palen die risico lopen. Dat zijn meestal woningen van vóór 1970. De houten palen hebben een natte omgeving nodig, maar door droge zomers en een lage grondwaterstand staan de palen steeds vaker droog. Zo komt er zuurstof bij het hout en ontstaat er schimmel. Ook bacteriën kunnen de palen aantasten. Het gevolg is dat het hout wegrot en minder draagkracht heeft. De palen zijn het meest kwetsbaar in veen- en kleigebieden, zoals in delen van Friesland, Groningen en in het westen en midden van het land. Ongeveer 750.000 woningen lopen risico op schade aan de houten palen.

In Gelderland, Brabant en langs de rivieren is bodemdaling vaak de oorzaak van verzakking. Bodemdaling wordt ook veroorzaakt door lange perioden van droogte. Hierbij gaat het om woningen die zijn gebouwd op ondiepe gemetselde muurtjes. Dat heet ook wel een fundering 'op staal'. Het gaat om ongeveer 300.000 woningen.

Bij verzakking spelen ook andere oorzaken mee, zoals de recente aardgaswinning in Groningen, zoutwinning in Friesland en Drenthe, en de vroegere mijnbouw in Limburg. Ook zware trillingen zijn van invloed, bijvoorbeeld van bouwwerkzaamheden of van een auto- of snelweg.

©Waranya

Hoe weet ik of mijn huis verzakt?

Als de fundering slecht is, merk je dat vaak het eerst aan schade in huis. Er ontstaat bijvoorbeeld een scheur in een muur, ramen en deuren klemmen of de vloer loopt scheef. In een bouwblok met rijtjeshuizen ontstaan de eerste scheuren vaak in het midden of aan de uiteinden. Het is dus slim om aan de buren te vragen of zij problemen hebben. Zo ja, dan is de kans groot dat jouw huis vroeg of laat ook scheuren vertoont.

Maar al voordat je waarneembare schade hebt, kan de fundering aan het aftakelen zijn. Is je huis van rond 1970 of daarvoor? Dan is het goed om na te gaan welk type fundering het huis heeft. Het is niet altijd makkelijk om daar achter te komen. Misschien zijn de originele bouwtekeningen, de heistaat en/of de bouwvergunning bewaard in het gemeentearchief. Die documenten bevatten waardevolle informatie over de fundering en de bouw. Je kunt deze documenten opvragen of inzien bij de gemeente.

Wat moet ik doen bij schade?

Maak foto’s en blijf dat de komende tijd ook regelmatig doen. Zo kun je ontdekken of het probleem erger wordt. Om de ontwikkeling van een scheur precies bij de houden, kun je ook een digitale scheurmeter gebruiken. Vertel aan de buren dat je schade hebt en vraag of zij ook dergelijke problemen hebben.

Ga bovendien na of jouw gemeente een funderingsloket heeft. Onder andere Alphen aan den Rijn, Amsterdam, Bodegraven-Reeuwijk, De Fryske Marren, Gouda, Haarlem, Heerenveen, Leeuwarden, Opsterland, Rotterdam, Schiedam, Smallingerland, Súdwest-Fryslân, Tytsjerksteradiel, Weststellingwerf, Woerden en Zaanstad hebben zo’n funderingsloket. Hier kun je informatie en hulp krijgen bij funderingsproblemen.

Woon je in een gemeente waar geen funderingsloket is? Dan kun je terecht bij het Nationaal Funderingsloket van het Kennis Centrum Aanpak Funderingsproblematiek (KCAF). Het KCAF brengt aan de hand van meldingen in kaart welke panden aan het verzakken zijn. 

Wil je zeker weten hoe je fundering ervoor staat? Dan is funderingsonderzoek nodig. Dat is een ingrijpend onderzoek door een bouwkundige, waarbij de fundering gedeeltelijk wordt uitgegraven. Als je in een rijtjeshuis of twee-onder-een-kapwoning woont, is het verstandig om hierin samen te werken met de andere bewoner(s) van het bouwblok. In je eentje de fundering laten herstellen kan niet, want dat kan bij de buren juist schade veroorzaken. 

Wat is er te doen aan een slechte fundering?

Dat ligt eraan wat er precies aan de hand is. Als de palen nog genoeg draagkracht hebben, helpt het al als ze weer onder water komen te staan. Het grondwaterpeil moet hiervoor blijvend worden verhoogd. Daarvoor moet de lokale overheid in actie komen. Zijn de palen te zwak, dan is een nieuwe fundering nodig. Hiervoor zijn nieuwe heipalen nodig, die in gedeeltes onder het huis in de grond worden gebracht. Op de heipalen komt een stevige plaat van beton. Zo komt je huis op een soort tafel te rusten. Een nieuwe fundering voor een kleine woning kost algauw 60.000 euro, voor een grote woning 100.000 euro of meer.

Wie moet funderingsherstel betalen?

Je bent als eigenaar zelf verantwoordelijk voor de veiligheid en het herstel van je woning. Sommige gemeenten stellen subsidie beschikbaar voor het funderingsonderzoek. Voor funderingsherstel kun je in sommige gemeenten geld lenen via het Fonds Duurzaam Funderingsherstel. Dit door de Rijksoverheid opgerichte fonds verstrekt maatwerkleningen tegen een lage rente. De Raad voor de leefomgeving en infrastructuur pleit in een advies aan de regering bovendien voor het uitbreiden van de subsidieregelingen en leenmogelijkheden. 

©Ben Schonewille

Wat moet ik doen als ik mijn huis ga verkopen?

Als verkoper heb je een informatieplicht: je moet vertellen wat je weet. Als je geen scheuren en verzakkingen hebt, dan hoef je niets te doen. Maar als je weet dat er problemen zijn, dan moet je dat melden. Doe je dat niet, dan kan de koper achteraf een rechtszaak aanspannen wegens een verborgen gebrek. Je loopt het risico dat je dan de schade moet vergoeden. 

Wat moet ik doen als ik een huis ga kopen?

Als je een woning koopt met behulp van een makelaar, dan kun je daar alle vragen over de fundering stellen. Zonder makelaar moet je zelf op zoek naar informatie, bijvoorbeeld bij de gemeente of bij het Nationaal Funderingsloket.

Vraag een offerte aan voor aannemers:

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.