ID.nl logo
Zo zet je Windows 10 naar je hand
© PXimport
Zekerheid & gemak

Zo zet je Windows 10 naar je hand

Neem jij nog genoegen met de standaardomgeving van Windows? Nergens voor nodig! Kies je eigen pictogrammen, geef je vensters een unieke uitstraling en geef letters een grootte die jij zelf prettig vindt. Lees snel verder en ontdek hoe je Windows aanpast aan je persoonlijke wensen.

©PXimport

Welke laptop past bij mij?

Ontdek hier

Tip 01: Eigen kleurtje

Windows ziet er standaard al verzorgd uit, maar door je eigen kleuren te kiezen maak je het nóg persoonlijker. Zo kun je de accentkleuren van Windows aanpassen. Met deze kleur worden onderdelen uit de gebruikersomgeving extra onder de aandacht gebracht, bijvoorbeeld koppelingen naar andere opties in het instellingenvenster. Open het instellingenvenster (Windows-toets+I): dit venster zullen we vaker gebruiken in dit artikel. Kies voor Persoonlijke instellingen / Kleuren. Op basis van de bureaubladachtergrond kan Windows een eigen accentkleur hanteren (kies voor de optie Automatisch een accentkleur uit mijn achtergrond selecteren), maar gelukkig heb je ook de mogelijkheid om expliciet een kleur te kiezen. Selecteer de gewenste kleur bij Windows-kleuren. Staat deze er niet tussen, kies dan voor Aangepaste kleur. Een kleurenwaaier verschijnt waarin je de gewenste kleur kiest. Om nóg preciezer te zijn: klik op Meer en geef de gewenste rgb-waarde of hex-waarde van de kleur aan. Bevestig met een klik op Gereed. We zijn bijna klaar: geef nu aan op welke onderdelen de accentkleur mag worden toegepast. Kies onderin het venster voor de optie Start, taakbalk en actiecentrum en voor Titelbalken en vensterranden.

©CIDimport

Tip 02: Hoog contrast

Zie je niet altijd alles even duidelijk in Windows? Met de hoog-contrastweergave worden er meer verschillende kleuren gebruikt. Het gevolg: de informatie is hiermee voor sommige gebruiker duidelijker zichtbaar. In het instellingenvenster kies je voor Toegankelijkheid. Klik op Hoog contrast. Zet de schuif op Aan bij Hoog contrast inschakelen. Selecteer hierna het gewenste thema bij Een thema kiezen. Kies bijvoorbeeld voor Zwart – hoog contrast of Wit – hoog contrast. In totaal zijn er vier mogelijkheden. Een voorbeeld wordt telkens weergegeven in het voorbeeldvlak eronder. Je kunt ook de contrastmodus op bepaalde momenten uitschakelen, als je hieraan geen behoefte hebt. Gebruik dan de toetsencombinatie Alt Links+Shift Links+Print Scrn. Druk nogmaals op de combinatie om het contrast later weer in te schakelen.

©CIDimport

PowerToys

Heb je de smaak te pakken met het personaliseren van Windows? Neem dan ook een kijkje bij de relatief nieuwe PowerToys voor Windows 10. Dit is een set hulpprogramma’s waarmee je Windows nóg meer naar je hand zet. Je vindt ze hier: GitHub - microsoft/PowerToys: Windows system utilities to maximize productivity. Een van de onderdelen is FancyZones: hiermee kun je zelf de indeling van de verschillende Windows-vensters bepalen en deze indeling telkens ‘oproepen’. Zo beschik je altijd over je favoriete werkindeling.

Tip 03: Groter maken

Windows 10 kent verschillende manieren om informatie op het scherm beter leesbaar te maken. Allereerst kun je ervoor kiezen om tekst groter te maken. In de sectie Toegankelijkheid van het instellingenvenster kies je voor Beeldscherm. Bij Tekst groter maken verplaats je de schuif naar rechts, totdat de voorbeeldtekst de gewenste grootte heeft. Bevestig met een klik op Toepassen. Bij het vergroten van informatie hoef je je niet te beperken tot tekst alleen: je kunt er ook voor kiezen om alle elementen groter te tonen. Ga naar de sectie Alles groter maken. Kies in het meerkeuzelijstje voor de gewenste vergroting, bijvoorbeeld 150%. Maak je gebruik van meerdere beeldschermen (bijvoorbeeld bij een multimonitor-opstelling), dan kun je bovendien kiezen voor De grootte van apps en tekst op andere beeldschermen wijzigen. Via deze optie krijg je toegang tot de individuele instellingen per beeldscherm. Handig: zo kun je per beeldscherm de gewenste grootte bepalen, afhankelijk van de beeldschermkenmerken.

©PXimport

Geen franje

Windows kent aardig wat animaties. Leuk, tenzij je hieraan geen behoefte hebt. In de sectie Windows vereenvoudigen en aan uw persoonlijke voorkeur aanpassen zet je de schuif op Uit bij Animaties in Windows weergeven. Hier kun je ook andere ‘animaties’ uitschakelen, zoals Schuifbalken in Windows automatisch verbergen. Wil je dat meldingen langer blijven staan, omdat je meer tijd nodig hebt om te lezen, dan pas je de waarde aan bij Meldingen weergeven gedurende. De opties variëren van 5 seconden tot 5 minuten.

Tip 04: Synchroniseren

Windows 10 gebruikt het Microsoft Account (waarmee je je aanmeldt) ook om het uiterlijk van de computer te synchroniseren met andere computers waarop je je met hetzelfde account aanmeldt. Zo beschik je op elke computer over dezelfde bureaubladachtergrond, maar ook over dezelfde kleurenset en -thema’s. Deze synchronisatie is gelukkig niet verplicht: je kunt de synchronisatie uitschakelen als je hieraan geen behoefte hebt en bijvoorbeeld op elke computer een ander thema wilt toepassen. Kies bij Persoonlijke instellingen voor Achtergrond en klik op Uw instellingen synchroniseren (rechts in het venster). Windows synchroniseert meerdere onderdelen, waaronder het gebruikte thema, maar ook wachtwoorden en taalvoorkeuren. Gebruik de schuifjes onder Instellingen afzonderlijk synchroniseren om per onderdeel aan te geven of het mag worden gesynchroniseerd. Wil je dat er helemaal niet meer wordt gesynchroniseerd, zet dan de schuif op Uit bij Instellingen synchroniseren.

©CIDimport

Tip 05: Achtergrond-wissel

Snel uitgekeken op de achtergrond van het vergrendelingsscherm? Je kunt een eigen achtergrond instellen, maar in plaats daarvan ook gebruikmaken van een wisselende achtergrond. Kies voor de sectie Vergrendelingsscherm en selecteer Windows-spotlight bij Achtergrond.

Verder biedt het vergrendelingsscherm de mogelijkheid om informatie van een app op het scherm te tonen, zoals aankomende afspraken. Daarnaast kun je tot zeven andere apps selecteren die beknopte informatie mogen tonen, bijvoorbeeld de actuele temperatuur. Klik op de knop met het plusteken (+) en voeg de gewenste app toe. Wil je dat de achtergrondafbeelding van het scherm ook wordt getoond in het aanmeldingsscherm, dan zet je de bijbehorende schuif op Aan (je vindt de optie onderin het venster). Via hetzelfde venster heb je toegang tot de opties voor de schermbeveiliging, die met elke nieuwe versie van Windows verder weg zijn verstopt. Windows maakt standaard geen gebruik meer van een schermbeveiliging, tenzij je die expliciet inschakelt. Kies voor Instellingen voor schermbeveiliging. Een nieuw venster wordt geopend, waarin je de schermbeveiliging kunt selecteren en kunt aangeven of het aanmeldingsscherm moet worden getoond zodra de schermbeveiliging wordt uitgeschakeld.

©CIDimport

Nieuwe achtergronden

Houd je Windows-omgeving fris en trakteer je zelf af en toe op een nieuw thema, waaronder een nieuwe achtergrond. Op Achtergronden - Windows Help (microsoft.com) vind je een flinke hoeveelheid bureaubladachtergronden waaruit je kunt kiezen. Ook vind je hier een koppeling naar de Microsoft Store, waar je kunt kiezen uit verschillende thema’s.

Tip 06: Privacy op scherp

Het vergrendelingsscherm kan nog meer: standaard laat het aanmeldingsscherm niet zoveel informatie over de gebruikersaccount zien. Deze keuze hebben de makers vooral met het oog op privacy gemaakt. Ben je de enige gebruiker van de computer en wil je dat Windows de informatie wel gewoon laat zien? Kies in het instellingenvenster voor Accounts en open de sectie Aanmeldingsopties. In de sectie Privacy zet je de schuif op Aan bij de optie Accountdetails zoals mijn e-mailadres weergeven op aanmeldingsscherm. Om te voorkomen dat het vergrendelingsscherm lang in beeld blijft als je niet bij de computer bent, kies je in het instellingenvenster voor Systeem en kies je voor Energiebeheer en slaapstand. Bepaal bij de sectie Scherm na hoeveel minuten het scherm moet worden uitgeschakeld.

©PXimport

Schaal corrigeren

Heb je de beeldscherminstellingen aangepast en merk je dat bepaalde programma’s wazig worden getoond? Mogelijk hebben de makers van het programma de app niet geoptimaliseerd voor die weergave. In die situaties kan Windows proberen de beeldkwaliteit van het programma te verbeteren. In het instellingenvenster kies je voor Systeem, Beeldscherm. Kies hierna voor Geavanceerde schaalinstellingen en zet de schuif op Aan bij Windows apps laten verbeteren zodat deze geen wazig beeld geven.

Tip 07: Kleurfilters

Windows heeft kleurfilters in huis om de weergave van foto’s en kleuren op het beeldscherm te verbeteren. Kies voor Toegankelijkheid en selecteer Kleurfilters (links in het venster). Zet de schuif op Aan bij Kleurfilters gebruiken. Plaats ook een vinkje bij de optie Filter in- of uitschakelen met sneltoets toestaan, zodat je met behulp van de toetsencombinatie Windows-toets+Ctrl+C het filter kunt activeren. Kies vervolgens het gewenste filter. Voor de optimalisatie van kleuren heeft Windows er drie in huis. Heb je moeite met het onderscheiden van kleuren of ben je kleurenblind, dan kun je bovendien kiezen tussen drie aanvullende filters die het onderscheid tussen de kleuren verhogen.

©CIDimport

In één keer opgeruimd

Als je bureaublad in de loop van de tijd is gevuld met talloze pictogrammen (bijvoorbeeld snelkoppelingen en documenten), is het tijd om het bureaublad eens op te schonen. Heb je daar even geen zin in of tijd voor, dan kun je ‘valsspelen’. Klik met de rechtermuisknop op een leeg gedeelte van het bureaublad en kies Beeld. Haal het vinkje weg bij Bureaubladpictogrammen weergeven. Het bureaublad is in één keer leeg.

Tip 08: Muis 2.0

Hoe belangrijk de muis ook is, vaak wordt er weinig aandacht aan besteed. Dat is jammer, omdat Windows de nodige opties in huis heeft voor het gebruik van de muis. In de sectie Thema’s klik je op Muiscursor. Deze optie vind je rechts van de voorbeeldweergave van de huidige thema. Een nieuw venster wordt geopend. Op de tab Aanwijzers kies je bij Schema voor het gewenste schema. Een voorbeeld wordt in het vak rechts getoond. Om de weergave van de muisaanwijzer te verbeteren, kun je kiezen voor een schaduw, die achter de aanwijzer wordt getoond (kies voor Aanwijzerschaduw inschakelen). Tevreden met het nieuwe schema? Open dan het tabblad Opties voor de aanwijzer. Op deze tab vind je aanvullende instellingen voor het gedrag van de aanwijzer, met onder meer in het vak Zichtbaarheid een drietal opties om de muisaanwijzer meer prominent te maken. Zo kun je de muisaanwijzer een spoor laten achterlaten, zodat de positie duidelijker is (Aanwijzerspoor weergeven), kun je ervoor kiezen om de muisaanwijzer altijd in beeld te laten (vink de optie Aanwijzer verbergen tijdens het typen uit) en kun je met een druk op Ctrl de muisaanwijzer laten opvallen (Locatie van de aanwijzer weergeven als ik op Ctrl druk).

©PXimport

Zelfs het gedrag van je muis kun je nog behoorlijk aanpassen

-

Extra’s

In het eigenschappenvenster van de muis vind je enkele handige extra’s die vooral van pas komen als je de muisaanwijzer vaak uit het oog verliest. Via de tab Opties voor de aanwijzer kun je de muisaanwijzer altijd automatisch op de voorkeursknop van een venster laten springen (bijvoorbeeld OK of Opslaan): kies voor Aanwijzer in dialoogvensters automatisch op de standaardknop plaatsen. Ook prettig: Klikvergrendeling inschakelen. Doe je dat, dan kun je voortaan selecteren en slepen zonder de muisknop ingedrukt te hoeven houden. Je vindt deze optie op de tab Knoppen. Klik eerst op Klikvergrendeling inschakelen en hierna op Instellingen. Geef hierna aan hoelang je de muisknop ingedrukt houdt voordat het item wordt vergrendeld en bevestig met een klik op OK.

Tip 09: ClearType

ClearType is alweer enkele versies geleden in Windows geïntroduceerd, maar sinds Windows 10 in de vergetelheid geraakt. Met ClearType worden de letters op het beeldscherm scherper gemaakt. Bepaal zelf of dit het geval is en schakel ClearType uit als je niet tevreden bent. Open het Startmenu en typ Cleartype. Klik op ClearType-tekst aanpassen. Haal het vinkje weg bij de optie ClearType inschakelen en bekijk het voorbeeld. Worden de letters beter getoond, dan kun je ClearType beter uitschakelen. Klik hierna op Volgende. Er vindt nu een controle van de resolutie plaats. Hierna toont de wizard enkele vlakken met voorbeeldteksten. Geef nu aan welke teksten het beste resultaat geven. De wizard toont meerdere schermen en het is de bedoeling dat je in elk venster de gewenste resolutie aangeeft. Deze stap is helaas ook nodig als je ClearType juist hebt uitgeschakeld.

©PXimport

Tip 10: Thema aanpassen

Met behulp van thema’s geef je Windows in één keer een ander uiterlijk. Je hoeft echter niet alle elementen van een thema te gebruiken, maar kunt in plaats hiervan ook specifieke elementen gebruiken. Kies het onderdeel Thema’s. Rechts van het themavoorbeeld (bovenin het scherm) zie je de verschillende componenten waaruit het thema is opgebouwd, zoals achtergrond, kleur en geluiden. Klik op een specifiek onderdeel om de bijbehorende instelling aan te passen. Herhaal dit met elk onderdeel van het thema dat je zelf wilt aanpassen. Tevreden? Klik op de knop Thema opslaan. Ook aangepaste thema’s worden met andere computers gesynchroniseerd (zie tip 4). Standaard wordt Windows geleverd met een aantal thema’s, maar je kunt deze collectie uitbreiden met aanvullende thema’s. In het instellingenvenster kies je voor Meer thema’s in de Microsoft Store downloaden. Bij de thema’s in de Store wordt aangegeven of een thema gratis of betaald is.

©PXimport

Gebruik een bestaand thema als basis en pas het naar eigen wens aan

-

Tip 11: Geheime settings

Op het eerste gezicht geeft Windows weinig instellingen voor het aanpassen van de visuele effecten van het systeem. Dit komt omdat de meeste instellingen uit eerdere Windows-versies nu zijn ondergebracht in het vereenvoudigde instellingenvenster. Niet alle opties zijn echter netjes ‘meeverhuisd’. We laten ons hierdoor niet van de wijs brengen. In het instellingenvenster (Windows-toets+I) kies je voor Systeem. Ga naar Info en klik rechtsboven in het venster op Systeeminfo. Een nieuw, klassiek eigenschappenvenster verschijnt. Open het tabblad Geavanceerd en klik op de knop Instellingen in het vak Prestaties. Een nieuw venster opent, met de tab Visuele effecten. Kies voor Aangepast. Via de lijst heb je toegang tot een flinke hoeveelheid minder bekende instellingen: zo kun je vensters een schaduw geven, zachte randen rond letters inschakelen en bepalen of de inhoud van vensters tijdens het verslepen moet worden getoond of juist tijdelijk mag worden verborgen. Nadat je alle instellingen hebt doorlopen, sla je de nieuwe instellingen op via een klik op OK.

©CIDimport

Ongewijzigde pictogrammen

Heb je een eigen thema gekozen, maar wil je niet dat het thema ook de standaardbureaubladpictogrammen aanpast? Kies in het instellingenvenster voor Thema’s en klik rechts in het venster op Instellingen voor bureaubladpictogrammen. Haal het vinkje weg bij Thema’s mogen bureaubladpictogrammen wijzigen en klik op OK. Pas hierna het thema aan: de oorspronkelijke pictogrammen blijven behouden.

Tip 12: Snelle toegang

Onderdelen in het instellingenvenster die je vaak gebruikt, kun je toevoegen aan het Startmenu. Ze worden dan als tegel in het menu geplaatst en zijn snel toegankelijk. Het toevoegen van deze tegels gaat eenvoudig: klik met de rechtermuisknop op de sectie in het instellingenvenster die je wilt toevoegen. Bijvoorbeeld: de sectie Kleuren uit het onderdeel Persoonlijke instellingen. Kies voor Aan Start vastmaken. Open vervolgens het Startmenu en controleer of de tegel is verschenen. Voortaan hoef je niet meer het instellingenvenster eerst te openen. Heb je een groot scherm en maak je intensief gebruik van tegels in het Startmenu, dan kun je het Startmenu meer tegels laten weergeven. Open de sectie Start in het instellingenvenster en zet de schuif op Aan bij Meer tegels weergeven in Start. Controleer direct de andere instellingen in deze sectie, om het uiterlijk van het Startmenu verder aan je wensen aan te passen.

©PXimport

Andere taal

Het aanpassen van Windows betekent ook dat je de taal van Windows kunt aanpassen. Gebruik je bijvoorbeeld de Engelse versie, dan kun je de schermelementen ook in het Nederlands tonen. Op Taalpakketten - Windows Help (microsoft.com) vind je een overzicht van beschikbare taalpakketten en lees je of jouw editie van Windows 10 het schakelen tussen verschillende talen ondersteunt. Handig!

©PXimport

Welke laptop past bij mij?

Ontdek hier

▼ Volgende artikel
10 tips om meer uit je robotstofzuiger te halen
© Mustafa_Art
Huis

10 tips om meer uit je robotstofzuiger te halen

Een robotstofzuiger scheelt flink wat werk, maar alleen als je hem goed gebruikt. Wie er net een in huis heeft, merkt al snel dat hij niet alles vanzelf doet. En ook als je al langer een robotstofzuiger gebruikt, valt er vaak nog winst te halen. Met deze tien praktische tips werkt je robotstofzuiger beter – en hoef jij minder te doen!

In het kort

Een robotstofzuiger kan je flink wat werk uit handen nemen, maar alleen als je hem goed gebruikt. Met deze 10 slimme tips werkt hij beter, blijft hij langer mee gaan en past hij zich aan jouw huishouden aan. Van zones instellen tot onderhoud: zo maak je er écht een huishoudhulp van.

Lees ook: Hier moet je op letten wanneer je een robotstofzuiger wilt kopen

1. Laat hem eerst je huis leren kennen

Veel robotstofzuigers kunnen een plattegrond van je woning maken. Dat kost eenmalig wat tijd, maar levert daarna veel gemak op. Tijdens zo'n verkenningsronde reinigt hij meestal nog niet, maar scant hij alleen. Geef hem de ruimte en zorg dat er geen spullen over de vloer slingeren. Als de kaart eenmaal is aangemaakt, kun je zones instellen, schoonmaakschema's maken en no-go-gebieden markeren.

2. Zorg voor voldoende licht

Robotstofzuigers met optische sensoren hebben licht nodig om goed te navigeren. Als je hem 's avonds laat rijden terwijl de lampen uit zijn, herkent hij obstakels minder goed. Plan het schoonmaken liever overdag of laat een lamp aan in de ruimte waar hij aan het werk is. Als het apparaat regelmatig moeite heeft om meubels of muren goed te herkennen, komt dat mogelijk door te weinig licht.

Licht, laser & optische sensoren

De lichtbehoefte van robotstofzuigers verschilt sterk per navigatiesysteem. Modellen met LiDAR-technologie (lasernavigatie) werken uitstekend in het donker omdat ze zelf licht uitstralen om obstakels te detecteren. Camera-gebaseerde robots daarentegen zijn afhankelijk van omgevingslicht om hun omgeving te kunnen 'zien' en hebben problemen in donkere ruimtes. Goedkopere modellen met alleen infrarood- of aanrakingssensoren navigeren weliswaar zonder licht, maar werken veel minder nauwkeurig en rijden vaker tegen obstakels aan.

3. Stel schoonmaakzones en kamers in

In de app van de meeste modellen kun je na de kaartopbouw aangeven welke kamers of delen van het huis wanneer moeten worden schoongemaakt. Dat is handig als je bijvoorbeeld elke ochtend de gang en keuken wilt laten doen, maar de slaapkamers alleen op zaterdag. Door het schoonmaken slim te verdelen, werkt de robotstofzuiger efficiënter en hoeft hij tussendoor minder vaak op te laden.

©Wesley Akkerman | ID.nl

4. Gebruik virtuele afbakeningen waar nodig

Veel modellen bieden de mogelijkheid om virtuele grenzen aan te maken: gebieden waar de robotstofzuiger niet mag komen. Denk aan een speelkleed met speelgoed, een losse kabel achter de bank of een plek waar de vloer nat kan zijn. In plaats van zo'n verboden plek elke keer handmatig af te schermen, door er bijvoorbeeld iets voor te zetten, stel je die zones gewoon één keer digitaal in. Het apparaat houdt daar vanaf dan automatisch rekening mee en weet dat hij daar niet meer mag komen.

5. Dweilen? Wees voorzichtig met schoonmaakmiddelen

Kan jouw robotstofzuiger ook dweilen? Gebruik dan alleen het aanbevolen reinigingsmiddel of gewoon water. Veel gewone schoonmaakmiddelen zijn te sterk of laten resten achter, waardoor leidingen of sproeiers kunnen verstoppen. Sommige robotstofzuigers hebben een speciaal reservoir voor schoonmaakmiddel, maar dat geldt niet voor elk model. Iets om naar te kijken voordat je een robotstofzuiger gaat kopen.

6. Maak borstels, wieltjes en sensoren regelmatig schoon

Haren, stof en vuil hopen zich snel op rond de draaiende onderdelen van de robotzuiger. Vooral huisdierharen kunnen oor problemen zorgen. Maak elke week de hoofdborstel los, controleer de zijborstels en veeg vuil weg met een droge doek of meegeleverd hulpstuk. Vergeet ook de val- en navigatiesensoren niet: die kunnen door stof minder goed functioneren, wat de navigatie beïnvloedt.

©Vershinin Evgenii

7. Leeg het stofreservoir af en toe ook zelf

Veel robotstofzuigers hebben een zelflegende functie. Handig, maar ook dan is het slim om af en toe zelf te controleren of alles goed blijft werken. Het stofreservoir is meestal klein en raakt sneller verstopt dan je denkt. Leeg het na een paar schoonmaakbeurten, zeker als je merkt dat hij minder vuil opzuigt of als hij zelf aangeeft dat het reservoir leeg is, maar je toch nog stof en kruimels op de vloer ziet liggen.

8. Zet het laadstation op een vaste plek

Een robotstofzuiger onthoudt zijn omgeving en zoekt na elke beurt zijn laadstation op. Verplaats je dat station naar een andere plek, dan moet hij opnieuw leren waar hij zich bevindt. Zet het station dus op een centrale, bereikbare plek waar voldoende ruimte is en laat het daar staan. Zo voorkom je dat hij de weg kwijt raakt of fouten maakt bij het navigeren.

9. Pas op bij huisdieren

Een ongelukje van een huisdier kan vervelende gevolgen hebben als de stofzuiger erdoorheen rijdt. Laat hem daarom liever schoonmaken op momenten dat je huisdieren buiten zijn of je zeker weet dat de vloer schoon is. Zo voorkom je niet alleen vieze sporen, maar ook schade aan het apparaat en extra schoonmaakwerk achteraf.

©Надія Коваль - stock.adobe.com

10. Automatiseer waar het kan, maar houd controle

Robotstofzuigers zijn bedoeld om werk uit handen te nemen. Toch blijft het verstandig om regelmatig de app te openen, meldingen te controleren en updates uit te voeren. Soms kun je met een kleine aanpassing – zoals het verplaatsen van een kabel, het instellen van een extra schoonmaakbeurt op vrijdag – het resultaat flink verbeteren.

Robotstofzuiger klaar? Zuigen maar!

Het is simpel: hoe beter je robotstofzuiger weet wat hij moet doen, hoe beter hij zijn werk doet. Met deze tips zorg je ervoor dat dat het geval is. En ja, je moet zelf ook af en toe nog wat doen, zoals het stofreservoir controleren of dierenhaar uit de wieltjes te peuteren, maar dat kost hooguit een paar minuutjes van je tijd. Want je weet nu hoe je ervoor zorgt dat de omstandigheden zo goed mogelijk zijn én hoe je hem 'traint'. En daarmee komt hij dicht in de buurt van je ideale huishoudhulp!


🤖 🧹 Accessoires voor je robotstofzuiger?

Je vindt ze

▼ Volgende artikel
Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!
© andrey
Huis

Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!

Hoewel koken op gas voorlopig nog mag, is duidelijk dat de toekomst elektrisch is. Veel mensen stappen nu al over op elektrisch koken – vaak in combinatie met inductie. Ben jij toe aan een nieuwe kookplaat of wil je van het gas af? Dan is het goed om te weten hoe je zo’n elektrische kookplaat aansluit, waar je op moet letten en wanneer je beter een professional kunt inschakelen.

Na het lezen van dit artikel weet je:
  • Dat er 1-, 2- en 3-fase-aansluitingen en -kookplaten zijn
  • Hoe je met de multimeter bepaalt wat voor aansluiting jij hebt
  • Hoe je de elektrische kookplaat aansluit

Dit vind je vast ook interessant: Wat voor soort kookplaten zijn er?

Eén, twee of drie fasen: wat betekent dat?

In tegenstelling tot een gaskookplaat, die je simpelweg aan een gasaansluiting koppelt, is een elektrische kookplaat net iets technischer. Zo'n kookplaat kan worden aangesloten op één, twee of drie elektrische fasen. Welke van de drie je nodig hebt, hangt af van het vermogen van je kookplaat én van de aansluiting in je keuken.

Een 1-fase kookplaat is het eenvoudigst. Die werkt op een gewone stekker met twee pinnen, precies zoals je gewend bent van andere apparaten in huis. Deze modellen hebben een beperkt vermogen – maximaal 3680 watt – maar zijn vaak krachtig genoeg voor wie niet al te fanatiek kookt. Aansluiten is simpel: stekker erin en je kunt aan de slag.

Voor een 2-fase kookplaat heb je een zogenoemde perilex-stekker nodig, met vijf pinnen. Die zie je vooral bij iets krachtigere inductiekookplaten. Meestal worden dit soort kookplaten zonder stekker geleverd, en is het slim om een elektricien in te schakelen voor de installatie. Het benodigde vermogen ligt tussen de 3681 en 7360 watt.

Een 3-fase kookplaat vraagt nog meer stroom en werkt op krachtstroom. Ook hier gebruik je een perilex-stekker met vijf pinnen, maar je moet wel eerst controleren of je meterkast daar op is voorbereid. De aansluitwaarde ligt boven de 7360 watt en het is belangrijk dat de aansluiting klopt – anders werkt de kookplaat niet of loop je zelfs risico op overbelasting. Laat dit daarom bij voorkeur aan een vakman over.

©vectorizer88 - stock.adobe.com

Een kookplaat voor 1- en 2-fase

Je kunt ook kiezen voor een kookplaat met powermanagement. Dat is een kookplaat die je op een normaal stopcontact of op een perilex-stopcontact aansluit. Deze kookplaat kun je in de toekomst uitbreiden, als je dat wilt, maar hiervoor hoef je nu nog niet meteen de aanpassingen in de meterkast en aansluiting door te voeren. Als je wel de aanpassingen in de meterkast laat doen, heb je profijt van de kracht van een 2-fase kookplaat.

Hoe weet je welke kookplaat bij je keuken past?

Wat je kunt aansluiten, hangt af van het type stopcontact in je keuken. Heb je een standaard wandcontactdoos met twee gaten? Dan past daar alleen een 1-fase kookplaat op. Die worden meestal geleverd met stekker en snoer, zodat je hem meteen kunt gebruiken.

Zie je een perilex-stopcontact (met vijf gaten)? Dan is je keuken in principe geschikt voor een 2- of 3-fase kookplaat. Alleen weet je dan nog niet of je meterkast daadwerkelijk drie fasen aankan. Dat kun je op twee manieren controleren: met een multimeter of door in je meterkast te kijken.

Zo check je de aansluiting met een multimeter

Heb je een multimeter in huis? Dan kun je precies meten hoeveel fasen je aansluiting ondersteunt. Teken op een papier het patroon van het perilex-stopcontact en noteer per gat wat je meet. Prik met één pin in het middelste gat (de aarde) en meet met de andere pin de overige vier. Krijg je twee keer 230 volt en twee keer 0? Dan heb je een 2-fase aansluiting. Meet je drie keer 230 volt en één keer 0? Dan is het een 3-fase aansluiting. Label de gaten met ‘L’ voor stroom en ‘N’ voor nul, zodat je straks precies weet wat waar hoort.

©Dmitriy

Voordat je een kookplaat aanschaft, check je eerst de nismaat van je aanrechtblad. Meet met een rolmaat eerst de nis op in het aanrechtblad. Doe dit voor de breedte, de diepte en de hoogte. Komen de afmetingen niet overeen met de kookplaat die je graag wilt? Kijk dan of je het aanrechtblad kunt aanpassen.

Geen multimeter? Kijk in de meterkast

Heb je geen meetapparatuur? Dan kun je in de meterkast zien hoeveel fasen er beschikbaar zijn. Bij een 2-fase aansluiting zie je twee gekoppelde groepen met een hendel ertussen. Zie je vier gekoppelde groepen? Dan is er krachtstroom aanwezig en kun je dus ook een 3-fase kookplaat aansluiten – mits het stopcontact daar geschikt voor is.

©auremar

Zelf een kookplaat aansluiten

Ga je zelf aan de slag? Dan is het belangrijk dat je weet wat je doet. Elektriciteit is geen speelgoed, dus bij twijfel: bel een vakman. Heb je een 1-fase kookplaat met powermanagement die je op een normaal stopcontact wilt aansluiten? Dan moet je deze eerst correct instellen.

Leg om te beginnen een stuk piepschuim onder de kookplaat, zodat je hem veilig kunt omdraaien zonder krassen of barsten. Plak daarna de afdichtband rondom het apparaat, bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de glasrand. Begin aan de achterkant, zodat de naad niet in het zicht valt.

Open het aansluitcompartiment onder de kookplaat en controleer het aansluitschema dat daar staat. Gebruik de bijgeleverde bruggetjes om de juiste verbindingen te maken. Sluit het snoer aan: bruin op L, blauw op N en geelgroen op aarde. Zet het snoer vast met trekontlasting en sluit het klepje.

Draai nu de kookplaat weer om en steek de stekker in het stopcontact. Leg de kookplaat op z’n plek in het aanrechtblad. Houd de pauzeknop vijf seconden ingedrukt om het menu te openen. Zoek via de plusknop naar het onderdeel ‘PO’ (power) en stel het vermogen in op 3.7 in plaats van 7.4. Bevestig dit door de pauzeknop nog eens vijf seconden ingedrukt te houden. Je kookplaat is nu geschikt voor een standaard aansluiting.

Houd de stekker op de juiste positie tijdens het meten met de multimeter. Kijk hoe je de stekker in het getekende stopcontact zou steken, zodat je de juiste kleuren van de draden noteert op je tekening.

Een 2-fase kookplaat aansluiten: zo werkt het

Heb je een 2-fase kookplaat? Dan moet je eerst bepalen welke kleur draad bij welk contact hoort. Meet het snoer door met een multimeter, op de piepstand of op de Ohm-stand. Noteer welke draad bij welke stekkerpin hoort en gebruik die info bij het aansluiten.

Open vervolgens het aansluitvak onder de kookplaat en kijk welk aansluitschema je moet gebruiken. L1 en L2 koppel je aan de juiste stroomdraden, 01 en 02 aan de juiste nuldraad. Maak de trekontlasting los, sluit de draden aan zoals je eerder hebt gemeten, en zet alles weer stevig vast.

Steek daarna de stekker in het stopcontact en plaats de kookplaat netjes in het blad. Dankzij de afdichtband blijft alles goed op z'n plek. Zet vervolgens de kookplaat aan en test of alle kookzones werken. Krijg je een foutmelding? Dan is er waarschijnlijk iets misgegaan bij het aansluiten. Geen foutmelding? Dan is je kookplaat klaar voor gebruik.

©S.Engels

Het is gebruikelijk dat de pannen een licht tikkend of zoemend geluid maken tijdens het koken. Dit heeft te maken met het magnetisch veld van de kookplaat. Ruik je een vreemde geur na het installeren van de kookplaat? Dit is ook gebruikelijk en de geur trekt uiteindelijk weg.