ID.nl logo
Huis

Zo werkt AMS-IX: Alles over het grootste internetknooppunt ter wereld

Internet bestaat uit zo’n 50.000 individuele netwerken. Het is niet haalbaar om die allemaal direct met elkaar te verbinden. Daarvoor dienen knooppunten, ook wel internet exchanges genoemd. En degene in Amsterdam is een van de grootste ter wereld. Lees hier alles over AMS-IX.

Knooppunten regelen het verkeer tussen de netwerken. Zo wisselen internetproviders gegevens uit met elkaar en met de rest van de wereld. Aangesloten partijen kunnen met alle andere aangesloten partijen afspraken maken over het uitwisselen van verkeer, ook wel ‘peering’ genoemd. Dat is nodig ook: zonder zulke afspraken kun je niets met de aansluiting.

Meestal hebben beide netwerken baat bij de overeenkomst en gaat dit met gesloten beurs. Je kunt je een internetknooppunt als een enorme verkeersrotonde voorstellen met op- en afritten. De op- en afritten zijn de poorten waarmee netwerken zijn aangesloten, met per poort een snelheid van 1, 10 of 100 Gbit/s. Bij een internetknooppunt wordt niets opgeslagen, het is alleen een doorgeefluik.

De Amsterdam Internet Exchange

Een van de bekendste en grootste internetknooppunten is de Amsterdam Internet Exchange (AMS-IX). Het is niet alleen het belangrijkste knooppunt van Nederland, maar ook een van de grootste in de wereld, gemeten naar de hoeveelheid verkeer. Het is stuivertje wisselen met het Duitse DE-CIX.

De AMS-IX kent zijn oorsprong in 1994, toen het academische organisaties met elkaar verbond. In 1997 werd het bedrijf officieel opgericht als non-profitorganisatie met de leden als eigenaar. Dat blijkt, mede gelet op netneutraliteit, een succesformule waarmee het internetknooppunt zelfs een belangrijk exportproduct is geworden. In verschillende landen is een internetknooppunt naar Amsterdams voorbeeld opgezet, bijvoorbeeld op Curaçao, in New York en in Hongkong.

Wereldwijd zijn er meer dan driehonderd internetknooppunten. Vrijwel ieder land kent er een of meer. Soms is een internetknooppunt niet meer dan een paar switches. Maar zelfs dan kan zo’n switch cruciaal zijn, zoals op Curaçao. Internetproviders op de Antillen en in de Caribische regio kunnen daardoor gemakkelijk en voordelig verkeer uitwisselen. Voorheen liep dat verkeer via Miami of New York langs commerciële en daardoor prijzige langeafstandsverbindingen, ook wel ‘transits’ genoemd.

Kosten en snelheid AMS-IX

Wat aantal leden betreft is AMS-IX het grootste knooppunt ter wereld. Al bijna achthonderd leden zijn met hun netwerk aangesloten bij AMS-IX. In 2015 werden zelfs 127 nieuwe leden verwelkomd, een nieuwe mijlpaal. Het aantal poorten waarmee die netwerken zijn aangesloten, nam toe tot een totaal van bijna 1.500. De poorten hebben een snelheid van 1, 10 of 100 Gbit/s. 

Steeds meer klanten kiezen voor de hoogste snelheid: in 2015 verdubbelde het aantal 100Gbit/s-poorten. Voor de aansluiting betalen klanten een vast bedrag. De laagste snelheid kost zo’n vijfhonderd euro per poort per maand, bij een 100Gbit/s-aansluiting is dat ongeveer vijfduizend euro.

Hostingbedrijven en content-providers zijn aangesloten bij AMS-IX

Bij AMS-IX worden geen eindgebruikers aangesloten, die kunnen terecht bij de internetprovider. Wel zijn Nederlandse internetproviders zelf aangesloten op AMS-IX, evenals veel hostingbedrijven en content-providers zoals Microsoft, Apple, Facebook, RTL en TMG (De Telegraaf). De meeste klanten komen uit het buitenland, ongeveer tachtig procent. Dat aandeel is al jaren groeiende.

Een zeer groot deel van het internetverkeer met het buitenland en de gegevensstroom tussen Nederlandse internetproviders onderling wordt afgehandeld via het netwerk van AMS-IX. De topsnelheid van het dataverkeer ligt rond de 4,7 terabit per seconde (Tb/s). Het internetverkeersvolume groeit nog ieder jaar, vorig jaar met zo’n 27 procent.

Om aan de groeiende vraag te voldoen is de infrastructuur van AMS-IX verspreid over verschillende locaties in Amsterdam, Schiphol-Rijk en Haarlem. Regelmatig worden nieuwe locaties toegevoegd. Mede dankzij de geografische verspreiding en een overcapaciteit van zo’n vijftig procent ontstaat een snelle en robuuste infrastructuur.

NL-ix

Met Neutral Internet Exchange (NL-ix) kent Nederland nog een tweede groot internetknooppunt. Sinds 2011 is dit in handen van KPN. Voor veel deelnemende partijen dient NL-ix als voordelig alternatief voor AMS-IX. Een groot aantal internetproviders en hostingbedrijven is om die reden bij NL-ix aangesloten. Daarnaast is NL-ix een goede back-up voor AMS-IX: voor redundantie is het handig om aansluitingen met diverse internetknooppunten te hebben. 

NL-ix is ook internationaal een belangrijke speler. Het hoort zelfs bij de tien grootste knooppunten ter wereld. De piek van het dataverkeer ligt bij NL-ix inmiddels boven de 1,2 Tbit/s en er zijn reeds 564 leden, waarvan de meeste in dit geval overigens uit Nederland komen. Verder heeft Groningen zijn eigen knooppunt (GN-IX) en zijn er talloze andere kleine knooppunten, onder meer in Rotterdam, Enschede en Eindhoven.

Storingen

Hoe kwetsbaar is internet? En hoe belangrijk is de AMS-IX voor het internetverkeer in Nederland? De infrastructuur van AMS-IX is verdeeld over verschillende datacenters. Daar worden uiteraard de gangbare maatregelen getroffen om stroomstoringen tegen te gaan. Een Uninterruptable Power Supply (UPS) moet kleine onderbrekingen opvangen. Daarnaast zijn er veelal diverse generatoren die stroom leveren tot het elektriciteitsnet weer operationeel is. Zo blijven de servers in de lucht, al zijn problemen in de stroomvoorziening nooit helemaal uit te sluiten. 

De gevolgen van een storing blijven doorgaans beperkt

Problemen waren er bijvoorbeeld bij een grote stroomstoring in Amsterdam in 2006. Toen haperde een generator in een van de datacenters. Naast een stroomstoring kan ook het testen of vervangen van noodstroomvoorzieningen soms problemen opleveren. Een van de laatste grote storingen, in mei 2015, was overigens het gevolg van een menselijke fout. Veel diensten en websites waren tijdelijk niet of nauwelijks bereikbaar.

Gelukkig blijven de gevolgen van een storing doorgaans beperkt, door de manier waarop internet is ontworpen. Het is begonnen als computernetwerk waarmee universiteiten in de Verenigde Staten konden samenwerken aan militaire projecten. De doelstelling was dat het netwerk overeind blijft als er ergens een onderdeel uitvalt. De data worden daarom verstuurd via kleine pakketjes die hun eigen weg zoeken.

Als er iets uitvalt, kan dat wel wat vertraging geven. Het feit dat netwerken met elkaar zijn verbonden, betekent namelijk niet dat ze elkaar ook automatisch weten te vinden. Er is een ‘routebeschrijving’ nodig om van het ene bij het andere netwerk te komen. Daarvoor gebruiken de routers een zogenaamde routingtabel. Bij storingen moet die tabel worden aangepast, zodat nieuwe routes worden gebruikt, maar het kan even duren voordat die informatie overal is aangepast. 

Meestal vindt het internetverkeer na een paar minuten wel weer zijn weg via andere knooppunten in Nederland of het buitenland, bijvoorbeeld Londen. Het capaciteitsverlies is een groter probleem: zeker kleine knooppunten kunnen de extra last lang niet altijd aan, waardoor vertraging ontstaat.

Datacenters in Nederland

Ook het aantal datacenters en de capaciteit daarvan neemt zienderogen toe. De Nederlandse datacentermarkt is zelfs de snelst groeiende in Europa. De meeste datacenters zijn te vinden in de regio Amsterdam, maar ook Rotterdam, Eindhoven en Groningen ontwikkelen zich in rap tempo. Veel datacenters verhuren ruimte aan derden. Grote bedrijven als Google, Microsoft, Apple en Facebook bouwen ze volledig voor eigen gebruik. Dat zijn vaak enorme datacenters. Ze worden soms ook datahotel genoemd, gezien de enorme hoeveelheid data die er wordt opgeslagen.

©PXimport

Zo bouwt Google een datacentrum van vijftien hectare (ongeveer 22 voetbalvelden) in de Eemshaven in Groningen, op een terrein van 44 hectare. Microsoft opende eind 2015 het grootste datacenter van Europa in het Noord-Hollandse Middenmeer. Het heeft een oppervlakte van 37 hectare. Inmiddels wordt een tweede datacenter gebouwd en zijn er bouwplannen voor een derde.

CDN - Content Delivery Network

Aanbieders willen tot slot graag zo dicht mogelijk bij de gebruikers zitten, om de beste kwaliteit en de hoogste snelheid te kunnen bieden. Daarom maken veel aanbieders van content gebruik van een zogenoemd Content Delivery Network (CDN). De aanbieders worden ook wel Content Delivery Providers genoemd. Ze hebben wereldwijd duizenden servers in datacenters, dicht bij de belangrijke knooppunten. Het internationale dataverkeer wordt daarmee flink ontlast.

Haal je ‘statische’ bestanden op zoals foto’s, video’s of bestanden, dan komen die meestal rechtstreeks uit een datacenter in bijvoorbeeld Amsterdam. Denk aan de foto’s die op Facebook staan, video’s die je op YouTube bekijkt of de muziek en apps die je voor je iPhone ophaalt.

Ook op het gebied van hosting kan dit voor een flinke snelheidsverbetering zorgen. Een CDN houdt rekening met de locatie van de gebruiker en zorgt ervoor dat bestanden vanaf een locatie dicht bij die gebruiker worden opgehaald.

Marktleider Akamai heeft inmiddels meer dan 216.000 servers in ruim honderdtwintig landen. Het bedient grote klanten als Google, Facebook en Microsoft. Bij AMS-IX is het zelfs een van de grootste afnemers. Het heeft momenteel verbindingen naar drie verschillende datacenters in de regio Amsterdam met per verbinding een snelheid van 300 Gbit/s. Andere bekende spelers zijn Level 3 Communications, Amazon en Limelight Networks. 

Net als bij datacenters zelf zie je ook hier dat de grote contentaanbieders - in het bijzonder Google, Apple en Microsoft - een eigen CDN hebben en daar flink in investeren. Zo kunnen ze de samenwerking met bijvoorbeeld Akamai langzaam afbouwen en ondertussen steeds meer verkeer overhevelen naar het eigen netwerk. Netflix heeft een enigszins vergelijkbare oplossing bedacht om toegang tot video’s te optimaliseren: het levert aan internetproviders wereldwijd gratis servers met daarop een groot deel van het aanbod van de videostreamingdienst.

Tekst: Gertjan Groen

▼ Volgende artikel
Je tuin zomerklaar maken? Mei is hét moment!
© Olga Gorevan
Huis

Je tuin zomerklaar maken? Mei is hét moment!

Zodra de zon zich vaker laat zien, is het heerlijk om buiten te zijn. Mei is dan ook hét moment om je tuin zomerklaar te maken. Door nu de handen uit de mouwen te steken, zorg je dat alles er straks fris en verzorgd bij staat. Nieuwe planten, gesnoeide hagen, een opgeruimde border – dit is de maand om je tuin die welverdiende opfrisbeurt te geven.

Dit doe je deze maand in de tuin:

  • Zaaien en hagen planten
  • Extra aandacht geven aan nieuwe planten
  • Snoeien
  • Je gazon maaien en bemesten

Het jaar rond lekker bezig zijn in de tuin? Kijk dan op onze tuinkalender.

Zaaien en hagen planten

Hoewel de lente volop bezig is, is het slim om het vliesdoek nog even paraat te houden. Vooral in de eerste helft van mei kan het 's nachts nog flink afkoelen. Na IJsheiligen, op 14 mei, kunnen de kuipplanten en eenjarigen definitief naar buiten. Dan is de kans op nachtvorst vrijwel voorbij. Ook met zaaien kun je nu los. Klaprozen, leeuwenbekjes, korenbloemen, zonnebloemen, madeliefjes of duizendschoon – die mogen allemaal direct de volle grond in. Zomerbollen kun je alvast in potten zetten, dan zijn ze straks makkelijk over te planten naar de border. Heb je plannen voor een nieuwe haag? Wacht daar niet te lang mee. Tot half mei kun je nog heesters en coniferen planten.

Extra aandacht geven aan nieuwe planten

Nieuwe planten hebben in deze periode extra water nodig. Gebruik bij voorkeur water uit de regenton – dat is al op temperatuur en beter voor de wortels. Sproei je met leidingwater? Laat het dan als een fijne nevel op de planten vallen, in plaats van er met harde stralen op te richten. Zo voorkom je schade aan jonge scheuten. Een laag mulch helpt de bodem vochtig te houden en voorkomt dat de aarde uitdroogt. Slakken op pad? Strooi wat zaagsel of fijngemalen eierschalen rond de jonge planten, dat houdt ze op afstand. En vergeet de klimplanten niet: die groeien nu razendsnel en kun je het best op tijd aanbinden.

Lees ook: Slakken in de tuin? 8 tips om ervan af te komen

©Zoiakostina | Zoja

Snoeien

Na IJsheiligen kun je de buxus snoeien. Kies bij voorkeur een bewolkte dag, zodat de jonge snoeipunten niet verbranden in de zon. Ook de liguster, laurier, hulst en haagbeuk kun je nu bijwerken. Controleer wel even of er geen vogelnestje in de haag zit voor je aan de slag gaat. Rozen op stam en perkrozen mag je nu drie tot vijf ogen terugsnoeien. Bij vroegbloeiende struiken zoals ranonkelstruik en spirea knip je de uitgebloeide bloemen weg. Zo steekt de plant zijn energie in nieuwe bloemknoppen. Ook voorjaarsbloeiers zoals tulpen, narcissen, hyacinten, rododendrons en de kerstroos kun je nu ontdoen van oude bloemen. En de fuchsia? Die top je juist, zodat hij mooi vertakt.

Lees ook: Welke snoeischaar voor welke snoeiklus?

©SKT Studio - stock.adobe.com

Je gazon maaien en bemesten

Het is al volop lente, maar een flinke regenbui kan nog steeds voor wateroverlast zorgen. Blijft het water op plekken in de tuin staan of voelt de grond te nat aan? Prik dan met een mestvork in de bodem en beweeg deze voorzichtig heen en weer. Zo kan het regenwater beter wegzakken. En als er toch regen wordt voorspeld: dat is hét moment om je gazon te bemesten. Herhaal dit na een maand om het gras sterk en gezond te houden.

In mei maakt het gras een groeispurt. Je kunt het gazon dan één tot twee keer per week maaien – of je doet mee aan Maai Mei Niet. Door een maand niet te maaien, geef je bijen, vlinders en andere insecten meer bloeiende planten om van te leven. Vind je een hoog grasveld geen gezicht? Maai dan alleen een deel en laat de rest staan.

Niet alleen het gras groeit hard, ook het onkruid laat zich volop zien. Trek het eruit op droge dagen, dan komt het niet makkelijk terug. Schoffelen kan ook, maar wees voorzichtig: de wortels van andere planten kunnen daarbij beschadigd raken. Door bodembedekkers te planten maak je het onkruid bovendien lastiger om terrein te winnen.

Lees ook: Grasmaaien: fluitje van een cent met deze tips

▼ Volgende artikel
Bowers & Wilkins brengt nieuwe draadloze hoofdtelefoon Px7 S3 uit
Huis

Bowers & Wilkins brengt nieuwe draadloze hoofdtelefoon Px7 S3 uit

Bowers & Wilkins heeft de nieuwe Px7 S3 draadloze hoofdtelefoon aangekondigd. Deze nieuwe hoofdtelefoon is de opvolger van de Px7 S2e en biedt volgens het Britse audiomerk diverse verbeteringen op het gebied van geluidskwaliteit, comfort en functionaliteit.

De Px7 S3 is uitgerust met nieuw ontworpen 40mm biocellulose drivers waarbij bijna alle componenten zijn vernieuwd, waaronder het chassis, de spreekspoel, ophanging en magneet. Door de zorgvuldige positionering van de drivers ten opzichte van de oren krijgt de luisteraar een beter geluidsbeeld en een meer ruimtelijk stereogeluid. Voor het eerst in een over-ear hoofdtelefoon van Bowers & Wilkins worden de drivers aangedreven door een speciaal ontworpen hoofdtelefoonversterker voor meer dynamiek en energie in het geluid.

De draadloze hoofdtelefoon ondersteunt zowel aptX Adaptive 24/96 als het nieuwe aptX Lossless voor optimale draadloze muziekoverdracht vanaf compatibele apparaten. Ook beschikt de hoofdtelefoon over een 3,5mm aansluiting en USB-C voor bedrade verbindingen.

Ruisonderdrukking

De actieve ruisonderdrukking is volgens Bowers & Wilkins krachtiger dan ooit tevoren. De Px7 S3 is hiervoor voorzien van acht microfoons die strategisch zijn geplaatst om zowel omgevingsgeluid te monitoren als voor heldere telefoongesprekken te zorgen. De hoofdtelefoon gebruikt ADI Pure Voice technologie voor effectieve ruisonderdrukking tijdens gesprekken.

Qua design heeft de Px7 S3 een slanker profiel dan zijn voorganger met een verbeterde pasvorm en optimaal comfort dankzij de oorschelpen met traagschuim. Ook de bijbehorende draagtas is compacter geworden.

De batterijduur bedraagt 30 uur bij ingeschakelde ruisonderdrukking en een snelle oplaadbeurt van 15 minuten levert tot zeven uur extra luistertijd op. Via de Bowers & Wilkins Music-app kan de gebruiker diverse instellingen aanpassen, waaronder een nieuw toegevoegde vijfbands EQ met geheugenposities voor voorkeursinstellingen.

Spatial audio

De Px7 S3 is de eerste hoofdtelefoon van het merk met ondersteuning voor spatial audio, wat later dit jaar via een update beschikbaar komt. Ook zal de hoofdtelefoon ondersteuning krijgen voor Bluetooth LE Audio met Auracast functionaliteit via een toekomstige update.

"Het was een hele uitdaging voor Bowers & Wilkins om een nieuwe hoofdtelefoon te ontwikkelen die de uitzonderlijke prestaties en de lovende kritieken voor ons bestaande assortiment kan overtreffen," aldus Giles Pocock, VP Brand Marketing. "Ik ben ontzettend blij dat het team met de nieuwe Px7 S3 niet alleen die uitdaging heeft aangepakt, maar ook een nieuwe benchmark voor uitmuntendheid in de hoofdtelefooncategorie heeft neergezet."

Beschikbaarheid en prijzen

De Bowers & Wilkins Px7 S3 is nu verkrijgbaar en komt beschikbaar in drie kleuren: Anthracite Black, Indigo Blue en Canvas White. De adviesprijs bedraagt 429 euro.

Bekijk hier andere Bowers & Wilkins-producten op Kieskeurig.nl: