ID.nl logo
PlayStation VR - Volledig van de wereld
© PXimport
Zekerheid & gemak

PlayStation VR - Volledig van de wereld

Virtual reality, het is waar iedere gamer van heeft gedroomd vanaf de allereerste minuten op een console. Want games worden mooier, spectaculairder, maar hoe zou het nu toch zijn om daadwerkelijk in een game rond te kunnen lopen? De tijd van dromen is voorbij, want PlayStation VR maakt het mogelijk om precies dat te doen: écht onderdeel uitmaken van een game. Maar de grote vraag is natuurlijk, is dat ook écht zo leuk?

Vanaf het allereerste moment dat de PlayStation VR werd aangekondigd was ik razend enthousiast. Van VR droom ik letterlijk al sinds ik als klein jongetje bij de Maxis in een of ander kolossaal apparaat stond dat me een wereld toonde met vier lijntjes (en me twee dagen lang koppijn bezorgde). Nu, bijna dertig jaar later is de technologie klaar voor de huiskamer en met íets meer dan een paar lijntjes en krijg ik eindelijk de kans om te ontdekken of ik dit al die jaren heb verromantiseerd, of dat virtual reality echt is waar ik al die jaren van heb gedroomd. Lees ook: Ben jij klaar voor VR?

©PXimport

Flinke aanschaf

Wie gebruik wil maken van PlayStation VR, maar alleen de console heeft staan met twee controllers, begint met een onaangename verrassing. Je hebt namelijk nogal wat nodig om te kunnen spelen. Ten eerste natuurlijk de bril zelf, die 399 euro kost. Vervolgens heb je een PlayStation Camera V2 nodig (€ 59,99) en twee Move Controllers (een set kost je tachtig euro). Als je al die zaken al in huis hebt (wat natuurlijk goed mogelijk is), dan ben je voor die vierhonderd euro klaar. Moet je het allemaal nog aanschaffen, dan ben je voor je PlayStation VR avontuur direct 540 euro kwijt, hetgeen waarschijnlijk meer is dan je voor de PS4 zelf hebt betaald.

©PXimport

Aansluiten

Ik ben niet bang voor kabeltjes. Ik heb in mijn leven heel wat apparatuur aangesloten en schrik niet snel ergens voor terug. Toch keek ik even op van de hoeveelheid kabels die je aan moet sluiten wanneer je de headset wilt installeren. Wanneer je alles uiteindelijk hebt aangesloten valt het allemaal best mee, maar wanneer je de boel hebt uitgestald (knolling, zoals Adam van Mythbusters dat zo mooi noemt) realiseer je je dat Sony echt wel de trukendoos open heeft moeten trekken om VR mogelijk te maken. Dat heeft uiteraard alles te maken met de extra processing unit die onder andere zorgt voor 3D-geluid (en niet voor extra processorkracht zoals regelmatig wordt gesuggereerd). Al met al zul je ongeveer een kwartiertje bezig zijn met aansluiten. Niet omdat het extreem ingewikkeld is (overal staan netjes cijfertjes bij), maar omdat je net 400 euro voor een bril hebt betaald die je niet wilt slopen.

©PXimport

Pasvorm

Voor ik aan de slag ging heb ik eerst de bril zelf even goed bekeken. Het ontwerp is echt superstrak, ook zónder de wetenschap wat dit apparaat gaat doen. Wel is het een flinke accessoire die je niet zomaar even in een lade stopt. Mijn zoontje heeft geopperd om een levensgrote Stormtrooper te kopen voor op kantoor, en die te gebruiken als brillenhouder, en dat vind ik eigenlijk een verdraaid goed idee. Heb je die optie niet (of ben je een normaal mens met gezond verstand), dan is het opbergen van de bril best nog een uitdaging. Hij voelt vrij zwaar in de hand en ook wanneer de bril op je hoofd zet voel je dat gewicht hangen. Erg vervelend is dat niet, want de pasvorm is perfect. Geen harde randen tegen je schedel, niet het gevoel dat de bril constant van je hoofd zakt, het zit gewoon lekker en stevig. Wel had ik onmiddellijk vingerafdrukken op de lens gemaakt, hetgeen iets is waar je echt even op moet letten. Het audiokabeltje dat aan de zijkant van de bril naar beneden loopt stoorde me enigszins, iets dat ook later nog een paar keer terug zou komen. Je zult er een manier voor vinden, maar zeker met de meegeleverde oordopjes, zorgt het ervoor dat je die regelmatig uit je oor trekt.

©PXimport

De eerste stappen in VR

En toen was het tijd om de wereld van virtual reality te betreden. Uiteraard dien je eerst een software-update uit te voeren en de bril te kalibreren, maar zoals we van Sony gewend zijn is dat zó eenvoudig dat dit geen extra woorden behoeft. Het was inmiddels half 1 ’s nachts, ik zat alleen op mijn kantoor en was een beetje huiverig om de bril te activeren. Waarom? Omdat dit het moment was waar ik eigenlijk al mijn hele leven op gewacht had. Het kon zomaar eens vies tegenvallen. Vooral omdat de kritiek op de bril niet mild was. De resolutie zou te laag zijn, het zichtveld te smal, de kwaliteit van de bril zou in het niet vallen bij die van de Oculus Rift en de HTC Vive. Het is dan ook om die reden dat ik pertinent heb geweigerd om beide brillen te proberen. Mijn eerste ervaring in virtual reality zou op de PlayStation zijn. Omdat ik geloof dat Sony het verschil gaat maken (waarover later meer).

Fe-no-me-naal

Ik besloot veilig in te stappen met behulp van het meegeleverde demoschijfje. Effectief hield dit in dat ik in een Matrix-achtige witte ruimte terechtkwam waar ik kon kiezen wel spel ik wilde starten. Dat eerste moment, het moment waarop je daadwerkelijk om je heen kunt kijken in een virtuele wereld, dat vergeet je nooit meer. Na alle negatieve reacties van, sorry, Oculus-snobs, had ik eerlijk gezegd gerekend op een tegenvallende ervaring en extreem low-res beeld. Of dat zo was kon ik echter niet meteen beoordelen, ik was simpelweg te overweldigd door het feit dat ik eindelijk de ervaring had waar ik als kleine jongen van droomde. De mate van blijdschap die ik daarbij voelde was een beetje gênant. Het is immers maar een spelletje. Dat laatste is echter precies het probleem: dat is het niet.

©PXimport

Weg van de wereld

Zodra je namelijk de bril op zet en de oortjes in doet, verdwijn je namelijk effectief van de planeet. Dat klinkt een beetje dramatisch, maar dat gevoel is heel wezenlijk. Kun je je The Matrix nog herinneren, en dan vooral de scene hoe de personages weerloos in hun stoel lagen terwijl ze vrolijk ronddartelden in de computerversie van de wereld? Dat is precies hoe kwetsbaar het voelt. Het was een gedachte die ik vooral het eerste half uur niet los kon (en wilde) laten. Ik liep in een andere wereld, maar ondertussen wist ik dat ik in mijn eigen wereld zat, op een bank, zonder iets te zien of te horen van wat er in die echte wereld gebeurde, dat is best een beetje eng (vooral ook om half één ’s nachts).

©PXimport

Misselijk

De eerste scheurtjes in mijn jubelstemming verschenen nadat ik de bril een minuut of tien ophad en rondliep in de wereld van RIGS, een spel waarin je plaatsneemt in een Mech-suit om het op te nemen tegen andere robots. Dat gevoel is fenomenaal, vooral wanneer je daadwerkelijk in je pak gehesen wordt en je elk detail daarvan kunt zien door om je heen te kijken. Het voelde fantastisch, maar ik voelde me niet zo heel fantastisch. Ik had het gevoel alsof ik in de auto een boek had gelezen of op mijn smartphone aan het spelen was, iets waar ik al mijn hele leven kotsmisselijk van word. En dat is dan ook direct de grote makke van VR (in ieder geval de Sony-versie), als je last hebt van wagenziekte, word je hier binnen no-time kots, maar dan ook kotsmisselijk van. In alle eerlijkheid: het was niet slim van me om dit platform uit te testen om half 1 ’s nachts met verdraaid weinig slaap de nacht ervoor, en toegegeven, de dagen erna nam de misselijkheid langzaam af, maar helemaal weg gaat het helaas niet. Het goede nieuws? De pilletjes tegen wagenziekte werken ook voor de PlayStation VR, al is het natuurlijk bizar om een pilletje te nemen zodat je kunt gamen.

Realiteit

Wat me het meest heeft verbaasd bij het spelen in VR, is hoe snel je de grip op de werkelijkheid verliest. Zo is er een demo, WayWard Sky, waarin je (tijdens het laden) aan een bureau zit met allerlei objecten die je kunt oprapen en aanpakken. De eerste paar seconden realiseer je je nog prima dat je op de bank zit (en zitten raad ik echt aan, staan en lopen is levensgevaarlijk door je verlies van besef van de realiteit), maar daarna ben je zo bezig met de objecten dat je de echte wereld al snel bent vergeten. Dat klinkt schattig, maar is behoorlijk riskant. Wanneer je je niet meer bewust bent van je omgeving, houd je daar ook geen rekening meer mee. Zo zul je gemakkelijk je knie stoten tegen tafels, je hand keihard tegen de grond rammen omdat je iets probeert op te rapen in een wereld waarin de vloer veel verder weg is of je vuist in het gezicht van iemand naast je planten tijdens een gevecht, immers, als je naast je kijkt zit er niemand.

©PXimport

Fantastisch…en niet

Het feit dat de VR-wereld je zo opslokt is fantastisch, maar ook een beetje zorgelijk. Ten eerste omdat je al je besef van plek en tijd verliest, maar vooral ook omdat het – nog veel meer dan ik had gedacht – de grens tussen echt en niet echt doet vervagen. Natuurlijk voel je niet echt wat er gebeurt, maar vergis je niet in de kracht van je brein en hoe makkelijk die zich laat foppen. Een goed voorbeeld daarvan is: wanneer ik terugdenk aan de demo van WayWard Sky, herinner ik me hoe ik de objecten in mijn hand voel, terwijl ik natuurlijk alleen maar een Move-controller in mijn hand had. Het is precies om die reden dat ik games als Resident Evil en Until Dawn: Rush of Blood nooit zal spelen op VR. Geesten en zombies bestaan niet…tenzij je in een andere wereld rondloopt. Dit gaat mensen hartaanvallen bezorgen en dat bedoel ik niet figuurlijk.

©PXimport

Besturing

Even terug naar de hardware. Games bestuur je op dit moment met de gewone controller of de Move-controllers. Ik had daar zo mijn bedenkingen bij, want twee staafjes in je hand is natuurlijk niet hetzelfde als je handen gebruiken, maar zoals gezegd, je vergeet dit vrij snel. Ook al heb je twee Move-controllers vast, zodra je twee handen in beeld ziet, heb je al snel het gevoel dat dat is waarmee je aan het werk bent, je handen. Wat wél heel storend is, is dat je als je van spel wisselt soms moet wisselen van controller, en dan wordt ineens heel duidelijk dat je eigenlijk blind bent met je bril op. Je moet je controllers dan namelijk op de tast vinden en dat voelt een beetje knullig. Ook als je een spel speelt waarin je vaak van speler moet wisselen (dus om beurten de bril dragen), is dit een beetje irritant, omdat de speler altijd op dezelfde plek moet zitten, en met de kabels die aan de bril zitten is dat lastig. Je kunt ervoor kiezen om dat niet te doen, zoals ik besloot tijdens het spelen van Driveclub VR, maar dan zul je ontdekken dat je ineens niet in de auto zit, maar ernaast hangt (wat op zich ook een prima ervaring is, het stuurt alleen lastig).

Games

Dan de spellen, de aanjager van iedere console of in dit geval, accessoire. De kwaliteit van Sony VR mag dan lager zijn dan die van de Oculus Rift of HTC Vive, maar Sony heeft natuurlijk een gigantisch platform en daarmee ontwikkelaars die aan de slag gaan om VR games te maken. Het is een beetje zoals de strijd tussen Betamax en VHS (voor de oudgedienden onder ons). Betamax was superieur qua kwaliteit, maar verloor de strijd omdat de porno-industrie koos voor VHS. Dat gezegd hebbende, is het startaanbod voor VR een beetje teleurstellend. Er zijn games beschikbaar in ieder genre (sport, shooters, racen, adventure), maar écht veel keus is er nog niet. De kans bestaat daarom dat je 60 euro gaat neertellen voor een game die je normaal nooit zou kopen (zoals ik deed met RIGS) omdat de spellen die je echt wilt er nog niet zijn. Mijn tip: koop VR Worlds. Dit is een verzameling korte spellen die je de ultieme VR-ervaring geven en die je voor 40 euro, in combinatie met de demodisc die je erbij krijgt genoeg te doen geven tot de spellen van je keuze verschijnen (voor het einde van het jaar is het aanbod al verdrievoudigd).

©PXimport

Conclusie

De paar dagen dat ik de PlayStation VR nu in huis heb zijn fantastisch geweest. Ik merk dat het voortdurend in mijn hoofd aanwezig is, en ik constant de behoefte voel om stiekem even te ontsnappen naar die andere wereld (verslaving ligt op de loer, waak daarvoor). Perfect is het systeem allerminst. Natuurlijk zie je dat de wereld gerenderd, het is niet pixelig, maar je ziet dat het niet perfect is. Het punt is alleen dat de – juiste – games je zo meeslepen in de ervaring dat je daar helemaal niet mee bezig bent. PlayStation VR slokt je volledig op en dat is zowel fantastisch als een beetje eng. Zeker wanneer je er een 3D koptelefoon bij koopt die de plaatsing van het geluid (dankzij de processing unit) hyperrealistisch maakt, worden je ogen en oren gefopt. Je speelt geen spel meer, je bént het spel. Het is jammer dat ik niet te lang kan spelen omdat ik er fysiek echt naar van word (mijn vrouw en zoontje hebben overigens nergens last van, ik ben het mietje hier in huis), maar eigenlijk is dat misschien maar goed ook. Ik kan me namelijk eenvoudig voorstellen dat ik die bril anders op een zondagochtend opzet, en hem pas ’s avonds laat weer van mijn neus laat glijden. En dat is toch wel een beetje zonde van het leven. Hoe dan ook, na vijf dagen Sony PlayStation VR mag het duidelijk zijn, dit is precies waar je altijd van hebt gedroomd, en een klein beetje meer. Dat is fantastisch… en een beetje gevaarlijk.

Fantastisch
Conclusie

PlayStation VR -------------- **Ontwikkelaar:**Sony **Prijs:**€ 399,99 **Scherm:**5,7 inch OLED, 1920 x RGB x 1080 px **Website:**[playstation.com](https://www.playstation.com/nl-nl/explore/playstation-vr/tech-specs/)

Plus- en minpunten
  • Je bent écht van de planeet
  • Heerlijke pasvorm
  • VR is fenomenaal
  • Je bent écht van de planeet
  • Nog wat weinig games
▼ Volgende artikel
Van gas naar inductie? Let hierop bij de aankoop
© nerudol
Huis

Van gas naar inductie? Let hierop bij de aankoop

Overweeg je om je gasfornuis in te ruilen voor een inductiekookplaat? Goed idee! Koken op inductie is sneller, energiezuiniger én veiliger. Ook staat een inductiekookplaat vaak mooier in de keuken. Maar waar moet je op letten als je een inductiekookplaat koopt? Wij geven je tips. 

In het kort

Het is niet verrassend dat steeds meer mensen overstappen op inductie, want koken op inductie kent allerlei voordelen. Maar als je een kookplaat koopt die te klein is, niet eenvoudig te bedienen is of te veel herrie maakt, ga je er alsnog niet op vooruit. In dit artikel leggen we uit waar je op moet letten als je een inductiekookplaat koopt, zodat koken écht leuker wordt.

Lees ook: Zo kook je extra zuinig op een inductiekookplaat

De meeste mensen kiezen voor inductie omdat het een stuk efficiënter werkt dan gas. Tijdens koken op inductie gaat energie rechtstreeks naar de pan, waardoor er weinig warmte verloren gaat. Je verbruikt dus minder energie voor hetzelfde resultaat. Door de efficiënte warmteoverdracht is inductie bovendien een stuk sneller: een pan met water heb je zo aan de kook. Ook fijn: een inductiekookplaat maak je in een handomdraai schoon. In plaats van etensresten uit gaspitjes te peuteren, haal je gewoon een doekje over het oppervlak. Scheelt weer tijd na een lange werkdag.
Een inductiekookplaat kopen doe je natuurlijk niet zomaar even. Weet je niet waar je moet beginnen? Let in elk geval op de volgende punten. 

Inbouw of vrijstaand

Wie van het gas afstapt, kiest meestal voor een ingebouwde inductiekookplaat. Deze wordt via een speciale aansluiting ingebouwd in het aanrecht, zodat hij strak oogt in de keuken. Ingebouwde inductiekookplaten hebben meestal vier kookzones of meer. Sommige modellen hebben een geïntegreerd afzuigsysteem, dat zich tussen de kookzones bevindt. In plaats van de kookdampen omhoog te trekken, zoals een traditionele afzuigkap doet, trekt zo'n afzuigsysteem de dampen juist omlaag. Ideaal voor open keukens waarin je geen ontsierende afzuigkap wilt ophangen.
Er zijn ook vrijstaande inductiekookplaten. Zo'n vrijstaande plaat zet je los op het aanrecht. Stekker erin en koken maar. Vrijstaande inductiekookplaten zijn meestal bedoeld voor kleinere keukens of bijvoorbeeld voor in de caravan. Ze hebben één tot vier kookzones en je bergt zo'n kookplaat makkelijk weer op als je hem even niet nodig hebt.

©alfa27 - stock.adobe.com

Hoeveelheid kookzones

Denk bij het kopen van een inductiekookplaat goed na over hoeveel je kookt en hoeveel ruimte je hebt. De meeste ingebouwde kookplaten hebben vier kookzones, maar er zijn ook modellen met vijf of zelfs zes zones. Let daarnaast op de breedte van de kookplaat. 60 cm past in een standaard keukenkastje. 70 cm geeft wat meer ruimte tussen de pannen, maar vaak bevatten deze modellen geen afzuigsysteem. 80 cm geeft nog meer comfort en biedt vaak wel ruimte voor afzuiging. 90 cm is het grootst; hierop passen vijf of meer zones, tenzij je kiest voor een ingebouwd afzuigsysteem. Dan zijn het er meestal vier. 

Extra functies

Veel inductiekookplaten zijn uitgerust met allerlei handige functies die het koken een stuk makkelijker én veiliger maken. Zo hebben veel modellen een boostfunctie die tijdelijk het vermogen van de kookplaat verhoogt: handig als je snel een pan kokend water nodig hebt. Sommige kookplaten beschikken over een flexzone: hiermee koppel je losse kookzones aan elkaar voor een groter kookoppervlak. Dat komt bijvoorbeeld van pas als je met grillplaten of een braadslee aan de gang gaat.
Vind je energiezuinigheid belangrijk? Dan wil je een inductiekookplaat met pandetectie. Pas als er een (geschikte) pan op een kookzone staat, slaat de kookplaat aan. Dit voorkomt energieverlies en het voorkomt ongelukken. Nog zo'n veilige functie is automatische uitschakeling: deze schakelt de kookplaat vanzelf uit als hij een tijdje niet is gebruikt of als er iets overkookt. Kook je vaak met meerdere pannen tegelijk (of ben je gewoon snel afgeleid)? Kies dan een model met ingebouwde timers, zodat je tijdens het koken niet met je telefoon in de weer hoeft. Met kinderen en huisdieren in huis is een kinderslot een must: dat voorkomt dat het apparaat per ongeluk aangezet wordt. 

©Lazy_Bear - stock.adobe.com

Bediening

Inductiekookplaten zijn er met moderne touchbediening of 'ouderwetse' draaisystemen. Touchpanelen zien er strak en modern uit en werken vaak erg makkelijk en snel, maar sommige mensen vinden draaiknoppen toch prettiger. Vooral als je natte handen hebt, geeft een draaisysteem je vaak meer controle dan touchbediening. Aan de andere kant zijn veel touchpanelen tegenwoordig zo intuïtief dat ze ook met natte vingers prima werken. Om erachter te komen wat je het prettigst vindt, kun je inductiekookplaten het beste in de winkel uittesten óf betrouwbare gebruikersreviews lezen. 

Geluidsniveau

De meeste inductiekookplaten zijn niet volledig stil. Ze maken ook weer geen herrie, maar vaak hoor je wel een zacht zoemend of tikkend geluid, vooral bij hogere standen. Wil je een echt stille kookplaat, bijvoorbeeld omdat je een open keuken hebt en er in de buurt gezellig getafeld of tv gekeken wordt? Kijk dan naar modellen met een geluidsniveau onder de 42 dB (decibel). 42 dB is vergelijkbaar met zacht geroezemoes in een klas. Ga je voor een kookplaat met ingebouwde afzuiging, kies dan voor een geluidsniveau onder de 70 dB (op de hoogste stand). 70 dB kun je vergelijken met een gewone afzuigkap of een stofzuiger. 

Nieuwe pannen nodig

Voor op je inductiekookplaat?
▼ Volgende artikel
Review Samsung Galaxy Watch 8 Classic – Stijlvolle smartwatch voor het grote publiek
© Rens Blom
Gezond leven

Review Samsung Galaxy Watch 8 Classic – Stijlvolle smartwatch voor het grote publiek

De Samsung Galaxy Watch 8 Classic is een mooie smartwatch en de meer premium variant op de 'gewone' Watch 8. De prijs ligt ook hoger. In deze review lees je onze ervaringen met de Watch 8 Classic.

Uitstekend
Conclusie

De Samsung Galaxy Watch 8 Classic is een stijlvolle smartwatch die zich leent voor het grote publiek. Uitgezonderd iPhone-gebruikers. Het horloge is compleet, werkt prettig en kan jaren mee. De adviesprijs is wel hoog, dus dat kan een terecht struikelblok zijn.

Plus- en minpunten
  • Stijlvol uiterlijk
  • Compleet qua functies
  • Uitgebreide (gezondheids)statistieken
  • Kortere accuduur
  • Werkt niet met iPhone
  • Stevige adviesprijs

Fysieke draairing

De Watch 8 Classic is een smartwatch die enigszins als een traditioneel horloge oogt. Dat zie je terug in het ronde scherm, maar ook aan de fysieke draairing rond het scherm. Via deze draairing kun je door de software navigeren, bijvoorbeeld meldingen lezen en snel een app opzoeken. Een prima systeem, vinden wij. Je ziet ook beter wat je doet op het horloge omdat je niet de hele tijd met je vingers op het scherm zit.

©Rens Blom

Het horloge heeft een stevig roestvrijstalen ontwerp en een comfortabel, chic ogend kunstleren bandje. We vinden de smartwatch wel aan de dikke kant, wat je vooral merkt als je hem onder een strakker overhemd draagt. Op de zijkant vind je drie fysieke knoppen. Die gebruik je – net als de draairing – om door de software te navigeren, maar ook om een favoriete app naar keuze te starten. Je stopwatch bijvoorbeeld.

©Rens Blom

Het scherm is overigens ook aanraakgevoelig en ziet er goed uit. Het is prima afleesbaar in de zon, met mooie kleuren en duidelijke tekst (voor zover dat mogelijk is op een horlogescherm). Prettig is dat het horloge stofbestendig en waterdicht is.

©Rens Blom

Slimme software

Net als andere moderne Samsung-smartwatches draait de Galaxy Watch 8 Classic op Wear OS. Dat is software van Google, aangevuld met functies van Samsung. De software geeft je toegang tot allerlei nuttige apps, stelt je in staat om contactloos te betalen met het horloge en toont meldingen van je smartphone. Tenminste, als jij dat wilt, natuurlijk. Gelukkig kun je zelf instellen welke apps wel en geen notificaties mogen tonen. Beantwoorden gaat prima via kant-en-klare reacties, spraakbediening of een piepklein toetsenbordje.

Nieuw is de Google Gemini-spraakassistent. Die is aardig slim en zeker het proberen waard, maar nog niet dé reden om een smartwatch te kopen. Gemini zit ook in andere moderne Wear OS-smartwatches, onder meer van OnePlus en Google.

©Rens Blom

De Galaxy Watch 8 Classic is met zijn vele ingebouwde sensoren en slimme software goed in staat om je gezondheid te monitoren. Van het aantal stappen dat je zet tot je hartslag meten en alles ertussenin; de mogelijkheden kunnen wat overweldigend zijn als je geen smartwatch gewend bent. Draag je het horloge ook 's nachts, dan kan hij zelfs je slaap registreren. Dat gebeurt mooi nauwkeurig, is onze ervaring.

De smartwatch krijgt vier jaar software-updates, waardoor je de komende jaren verzekerd bent van nieuwe functies. De accuduur van Samsung-horloges blijft helaas kort. Na anderhalve dag moet ook de Watch 8 Classic echt aan de oplader. Daar valt mee te werken en aan te wennen, maar het blijft kort.

©Rens Blom

Samsung-invloed

Dat je hiermee een Samsung-smartwatch in huis haalt, merk je aan verschillende dingen. Je hebt bijvoorbeeld niet per se een Samsung-smartphone (wel een Android-toestel) nodig om de Watch 8 Classic te kunnen gebruiken, maar sommige functies werken wel alléén met een Samsung-telefoon. Op je telefoon moet je bovendien twee Samsung-apps installeren: de Galaxy Wearable-app om de instellingen van het horloge aan te passen en de Samsung Health-app om de verzamelde gezondheidsstatistieken van het horloge te bekijken. We verbaasden ons vorig jaar al over het feit dat Samsung niet gewoon één complete app maakt. Dat is helaas dus nog steeds het geval.

Conclusie: Samsung Galaxy Watch 8 Classic kopen?

De Samsung Galaxy Watch 8 Classic is een stijlvolle smartwatch die zich leent voor het grote publiek. Uitgezonderd iPhone-gebruikers. Het horloge is compleet, werkt prettig en kan jaren mee. De adviesprijs is wel hoog, dus dat kan een terecht struikelblok zijn.