ID.nl logo
PlayStation VR - Volledig van de wereld
© PXimport
Zekerheid & gemak

PlayStation VR - Volledig van de wereld

Virtual reality, het is waar iedere gamer van heeft gedroomd vanaf de allereerste minuten op een console. Want games worden mooier, spectaculairder, maar hoe zou het nu toch zijn om daadwerkelijk in een game rond te kunnen lopen? De tijd van dromen is voorbij, want PlayStation VR maakt het mogelijk om precies dat te doen: écht onderdeel uitmaken van een game. Maar de grote vraag is natuurlijk, is dat ook écht zo leuk?

Vanaf het allereerste moment dat de PlayStation VR werd aangekondigd was ik razend enthousiast. Van VR droom ik letterlijk al sinds ik als klein jongetje bij de Maxis in een of ander kolossaal apparaat stond dat me een wereld toonde met vier lijntjes (en me twee dagen lang koppijn bezorgde). Nu, bijna dertig jaar later is de technologie klaar voor de huiskamer en met íets meer dan een paar lijntjes en krijg ik eindelijk de kans om te ontdekken of ik dit al die jaren heb verromantiseerd, of dat virtual reality echt is waar ik al die jaren van heb gedroomd. Lees ook: Ben jij klaar voor VR?

©PXimport

Flinke aanschaf

Wie gebruik wil maken van PlayStation VR, maar alleen de console heeft staan met twee controllers, begint met een onaangename verrassing. Je hebt namelijk nogal wat nodig om te kunnen spelen. Ten eerste natuurlijk de bril zelf, die 399 euro kost. Vervolgens heb je een PlayStation Camera V2 nodig (€ 59,99) en twee Move Controllers (een set kost je tachtig euro). Als je al die zaken al in huis hebt (wat natuurlijk goed mogelijk is), dan ben je voor die vierhonderd euro klaar. Moet je het allemaal nog aanschaffen, dan ben je voor je PlayStation VR avontuur direct 540 euro kwijt, hetgeen waarschijnlijk meer is dan je voor de PS4 zelf hebt betaald.

©PXimport

Aansluiten

Ik ben niet bang voor kabeltjes. Ik heb in mijn leven heel wat apparatuur aangesloten en schrik niet snel ergens voor terug. Toch keek ik even op van de hoeveelheid kabels die je aan moet sluiten wanneer je de headset wilt installeren. Wanneer je alles uiteindelijk hebt aangesloten valt het allemaal best mee, maar wanneer je de boel hebt uitgestald (knolling, zoals Adam van Mythbusters dat zo mooi noemt) realiseer je je dat Sony echt wel de trukendoos open heeft moeten trekken om VR mogelijk te maken. Dat heeft uiteraard alles te maken met de extra processing unit die onder andere zorgt voor 3D-geluid (en niet voor extra processorkracht zoals regelmatig wordt gesuggereerd). Al met al zul je ongeveer een kwartiertje bezig zijn met aansluiten. Niet omdat het extreem ingewikkeld is (overal staan netjes cijfertjes bij), maar omdat je net 400 euro voor een bril hebt betaald die je niet wilt slopen.

©PXimport

Pasvorm

Voor ik aan de slag ging heb ik eerst de bril zelf even goed bekeken. Het ontwerp is echt superstrak, ook zónder de wetenschap wat dit apparaat gaat doen. Wel is het een flinke accessoire die je niet zomaar even in een lade stopt. Mijn zoontje heeft geopperd om een levensgrote Stormtrooper te kopen voor op kantoor, en die te gebruiken als brillenhouder, en dat vind ik eigenlijk een verdraaid goed idee. Heb je die optie niet (of ben je een normaal mens met gezond verstand), dan is het opbergen van de bril best nog een uitdaging. Hij voelt vrij zwaar in de hand en ook wanneer de bril op je hoofd zet voel je dat gewicht hangen. Erg vervelend is dat niet, want de pasvorm is perfect. Geen harde randen tegen je schedel, niet het gevoel dat de bril constant van je hoofd zakt, het zit gewoon lekker en stevig. Wel had ik onmiddellijk vingerafdrukken op de lens gemaakt, hetgeen iets is waar je echt even op moet letten. Het audiokabeltje dat aan de zijkant van de bril naar beneden loopt stoorde me enigszins, iets dat ook later nog een paar keer terug zou komen. Je zult er een manier voor vinden, maar zeker met de meegeleverde oordopjes, zorgt het ervoor dat je die regelmatig uit je oor trekt.

©PXimport

De eerste stappen in VR

En toen was het tijd om de wereld van virtual reality te betreden. Uiteraard dien je eerst een software-update uit te voeren en de bril te kalibreren, maar zoals we van Sony gewend zijn is dat zó eenvoudig dat dit geen extra woorden behoeft. Het was inmiddels half 1 ’s nachts, ik zat alleen op mijn kantoor en was een beetje huiverig om de bril te activeren. Waarom? Omdat dit het moment was waar ik eigenlijk al mijn hele leven op gewacht had. Het kon zomaar eens vies tegenvallen. Vooral omdat de kritiek op de bril niet mild was. De resolutie zou te laag zijn, het zichtveld te smal, de kwaliteit van de bril zou in het niet vallen bij die van de Oculus Rift en de HTC Vive. Het is dan ook om die reden dat ik pertinent heb geweigerd om beide brillen te proberen. Mijn eerste ervaring in virtual reality zou op de PlayStation zijn. Omdat ik geloof dat Sony het verschil gaat maken (waarover later meer).

Fe-no-me-naal

Ik besloot veilig in te stappen met behulp van het meegeleverde demoschijfje. Effectief hield dit in dat ik in een Matrix-achtige witte ruimte terechtkwam waar ik kon kiezen wel spel ik wilde starten. Dat eerste moment, het moment waarop je daadwerkelijk om je heen kunt kijken in een virtuele wereld, dat vergeet je nooit meer. Na alle negatieve reacties van, sorry, Oculus-snobs, had ik eerlijk gezegd gerekend op een tegenvallende ervaring en extreem low-res beeld. Of dat zo was kon ik echter niet meteen beoordelen, ik was simpelweg te overweldigd door het feit dat ik eindelijk de ervaring had waar ik als kleine jongen van droomde. De mate van blijdschap die ik daarbij voelde was een beetje gênant. Het is immers maar een spelletje. Dat laatste is echter precies het probleem: dat is het niet.

©PXimport

Weg van de wereld

Zodra je namelijk de bril op zet en de oortjes in doet, verdwijn je namelijk effectief van de planeet. Dat klinkt een beetje dramatisch, maar dat gevoel is heel wezenlijk. Kun je je The Matrix nog herinneren, en dan vooral de scene hoe de personages weerloos in hun stoel lagen terwijl ze vrolijk ronddartelden in de computerversie van de wereld? Dat is precies hoe kwetsbaar het voelt. Het was een gedachte die ik vooral het eerste half uur niet los kon (en wilde) laten. Ik liep in een andere wereld, maar ondertussen wist ik dat ik in mijn eigen wereld zat, op een bank, zonder iets te zien of te horen van wat er in die echte wereld gebeurde, dat is best een beetje eng (vooral ook om half één ’s nachts).

©PXimport

Misselijk

De eerste scheurtjes in mijn jubelstemming verschenen nadat ik de bril een minuut of tien ophad en rondliep in de wereld van RIGS, een spel waarin je plaatsneemt in een Mech-suit om het op te nemen tegen andere robots. Dat gevoel is fenomenaal, vooral wanneer je daadwerkelijk in je pak gehesen wordt en je elk detail daarvan kunt zien door om je heen te kijken. Het voelde fantastisch, maar ik voelde me niet zo heel fantastisch. Ik had het gevoel alsof ik in de auto een boek had gelezen of op mijn smartphone aan het spelen was, iets waar ik al mijn hele leven kotsmisselijk van word. En dat is dan ook direct de grote makke van VR (in ieder geval de Sony-versie), als je last hebt van wagenziekte, word je hier binnen no-time kots, maar dan ook kotsmisselijk van. In alle eerlijkheid: het was niet slim van me om dit platform uit te testen om half 1 ’s nachts met verdraaid weinig slaap de nacht ervoor, en toegegeven, de dagen erna nam de misselijkheid langzaam af, maar helemaal weg gaat het helaas niet. Het goede nieuws? De pilletjes tegen wagenziekte werken ook voor de PlayStation VR, al is het natuurlijk bizar om een pilletje te nemen zodat je kunt gamen.

Realiteit

Wat me het meest heeft verbaasd bij het spelen in VR, is hoe snel je de grip op de werkelijkheid verliest. Zo is er een demo, WayWard Sky, waarin je (tijdens het laden) aan een bureau zit met allerlei objecten die je kunt oprapen en aanpakken. De eerste paar seconden realiseer je je nog prima dat je op de bank zit (en zitten raad ik echt aan, staan en lopen is levensgevaarlijk door je verlies van besef van de realiteit), maar daarna ben je zo bezig met de objecten dat je de echte wereld al snel bent vergeten. Dat klinkt schattig, maar is behoorlijk riskant. Wanneer je je niet meer bewust bent van je omgeving, houd je daar ook geen rekening meer mee. Zo zul je gemakkelijk je knie stoten tegen tafels, je hand keihard tegen de grond rammen omdat je iets probeert op te rapen in een wereld waarin de vloer veel verder weg is of je vuist in het gezicht van iemand naast je planten tijdens een gevecht, immers, als je naast je kijkt zit er niemand.

©PXimport

Fantastisch…en niet

Het feit dat de VR-wereld je zo opslokt is fantastisch, maar ook een beetje zorgelijk. Ten eerste omdat je al je besef van plek en tijd verliest, maar vooral ook omdat het – nog veel meer dan ik had gedacht – de grens tussen echt en niet echt doet vervagen. Natuurlijk voel je niet echt wat er gebeurt, maar vergis je niet in de kracht van je brein en hoe makkelijk die zich laat foppen. Een goed voorbeeld daarvan is: wanneer ik terugdenk aan de demo van WayWard Sky, herinner ik me hoe ik de objecten in mijn hand voel, terwijl ik natuurlijk alleen maar een Move-controller in mijn hand had. Het is precies om die reden dat ik games als Resident Evil en Until Dawn: Rush of Blood nooit zal spelen op VR. Geesten en zombies bestaan niet…tenzij je in een andere wereld rondloopt. Dit gaat mensen hartaanvallen bezorgen en dat bedoel ik niet figuurlijk.

©PXimport

Besturing

Even terug naar de hardware. Games bestuur je op dit moment met de gewone controller of de Move-controllers. Ik had daar zo mijn bedenkingen bij, want twee staafjes in je hand is natuurlijk niet hetzelfde als je handen gebruiken, maar zoals gezegd, je vergeet dit vrij snel. Ook al heb je twee Move-controllers vast, zodra je twee handen in beeld ziet, heb je al snel het gevoel dat dat is waarmee je aan het werk bent, je handen. Wat wél heel storend is, is dat je als je van spel wisselt soms moet wisselen van controller, en dan wordt ineens heel duidelijk dat je eigenlijk blind bent met je bril op. Je moet je controllers dan namelijk op de tast vinden en dat voelt een beetje knullig. Ook als je een spel speelt waarin je vaak van speler moet wisselen (dus om beurten de bril dragen), is dit een beetje irritant, omdat de speler altijd op dezelfde plek moet zitten, en met de kabels die aan de bril zitten is dat lastig. Je kunt ervoor kiezen om dat niet te doen, zoals ik besloot tijdens het spelen van Driveclub VR, maar dan zul je ontdekken dat je ineens niet in de auto zit, maar ernaast hangt (wat op zich ook een prima ervaring is, het stuurt alleen lastig).

Games

Dan de spellen, de aanjager van iedere console of in dit geval, accessoire. De kwaliteit van Sony VR mag dan lager zijn dan die van de Oculus Rift of HTC Vive, maar Sony heeft natuurlijk een gigantisch platform en daarmee ontwikkelaars die aan de slag gaan om VR games te maken. Het is een beetje zoals de strijd tussen Betamax en VHS (voor de oudgedienden onder ons). Betamax was superieur qua kwaliteit, maar verloor de strijd omdat de porno-industrie koos voor VHS. Dat gezegd hebbende, is het startaanbod voor VR een beetje teleurstellend. Er zijn games beschikbaar in ieder genre (sport, shooters, racen, adventure), maar écht veel keus is er nog niet. De kans bestaat daarom dat je 60 euro gaat neertellen voor een game die je normaal nooit zou kopen (zoals ik deed met RIGS) omdat de spellen die je echt wilt er nog niet zijn. Mijn tip: koop VR Worlds. Dit is een verzameling korte spellen die je de ultieme VR-ervaring geven en die je voor 40 euro, in combinatie met de demodisc die je erbij krijgt genoeg te doen geven tot de spellen van je keuze verschijnen (voor het einde van het jaar is het aanbod al verdrievoudigd).

©PXimport

Conclusie

De paar dagen dat ik de PlayStation VR nu in huis heb zijn fantastisch geweest. Ik merk dat het voortdurend in mijn hoofd aanwezig is, en ik constant de behoefte voel om stiekem even te ontsnappen naar die andere wereld (verslaving ligt op de loer, waak daarvoor). Perfect is het systeem allerminst. Natuurlijk zie je dat de wereld gerenderd, het is niet pixelig, maar je ziet dat het niet perfect is. Het punt is alleen dat de – juiste – games je zo meeslepen in de ervaring dat je daar helemaal niet mee bezig bent. PlayStation VR slokt je volledig op en dat is zowel fantastisch als een beetje eng. Zeker wanneer je er een 3D koptelefoon bij koopt die de plaatsing van het geluid (dankzij de processing unit) hyperrealistisch maakt, worden je ogen en oren gefopt. Je speelt geen spel meer, je bént het spel. Het is jammer dat ik niet te lang kan spelen omdat ik er fysiek echt naar van word (mijn vrouw en zoontje hebben overigens nergens last van, ik ben het mietje hier in huis), maar eigenlijk is dat misschien maar goed ook. Ik kan me namelijk eenvoudig voorstellen dat ik die bril anders op een zondagochtend opzet, en hem pas ’s avonds laat weer van mijn neus laat glijden. En dat is toch wel een beetje zonde van het leven. Hoe dan ook, na vijf dagen Sony PlayStation VR mag het duidelijk zijn, dit is precies waar je altijd van hebt gedroomd, en een klein beetje meer. Dat is fantastisch… en een beetje gevaarlijk.

Fantastisch
Conclusie

PlayStation VR -------------- **Ontwikkelaar:**Sony **Prijs:**€ 399,99 **Scherm:**5,7 inch OLED, 1920 x RGB x 1080 px **Website:**[playstation.com](https://www.playstation.com/nl-nl/explore/playstation-vr/tech-specs/)

Plus- en minpunten
  • Je bent écht van de planeet
  • Heerlijke pasvorm
  • VR is fenomenaal
  • Je bent écht van de planeet
  • Nog wat weinig games
▼ Volgende artikel
Dead internet theory: is het internet nog van ons?
© flying_hams
Huis

Dead internet theory: is het internet nog van ons?

Misschien heb je het al gemerkt: je komt online steeds meer posts en reacties tegen die door kunstmatige intelligentie zijn gemaakt. Het aantal bots dat zich voordoet als gewone internetgebruikers lijkt verder toe te nemen. Stevenen we af op een internet dat, zonder dat we het doorhebben, wordt gedomineerd door AI-gegenereerde content?

In dit artikel laten we zien hoe je als internetgebruiker om kunt gaan met de toenemende stroom aan AI-gegenereerde content:

  • Ontdek wat de Dead Internet Theory inhoudt
  • Begrijp hoe AI-bots worden ingezet voor misleiding, manipulatie en catfishing
  • Bekijk welke oplossingen worden voorgesteld (en waarom ze nog niet volstaan)
  • Weet dat kritisch internetgebruik belangrijker is dan ooit

Lees ook: AI of echt? Zo zie je het!

Met de opkomst van generatieve AI werd het eind 2022 ineens veel makkelijker om een bot teksten en afbeeldingen te laten creëren alsof ze door een mens zijn gemaakt. Vooral nu we een paar jaar verder zijn en AI-modellen alsmaar beter lijken te worden, wordt het ook lastiger om te weten of een onlinefoto of -post door een mens of door een bot is gemaakt. Steeds meer internetgebruikers vrezen dat we op een punt komen dat er zó veel realistische AI-content online wordt geslingerd, dat posts, reacties, foto’s en video’s van menselijke gebruikers worden ondergesneeuwd door die van bots. Als dat scenario werkelijkheid wordt, is het internet dan nog wel bruikbaar?

Niet te bewijzen

Over de angst voor zo’n doemscenario wordt al lange tijd gediscussieerd, maar pas sinds kort begint dit idee populair te worden. Dat komt voornamelijk door de ‘Dead Internet Theory’. Die werd in 2021 bedacht door een internetforumgebruiker en stelt dat het internet al sinds 2016 hoofdzakelijk uit bots bestaat. “Deze theorie werd al snel een meme die zich over het hele internet verspreidde”, zegt Danny Lämmerhirt. Hij staat aan het hoofd van het Future Internet Lab van onderzoeksinstantie Waag Futurelab, dat zich bezighoudt met de toekomstige ontwikkeling van het internet.

Volgens hem is het dan ook geen wetenschappelijke theorie, aangezien de claim niet is te bewijzen. Dat beaamt Maarten Sukel, AI-ontwikkelaar en schrijver van het boek De AI-revolutie. “Het is erg lastig meetbaar, omdat de AI-modellen zo goed zijn geworden.” Toch vindt hij de theorie niet per se vergezocht. “Als je de logica volgt dat je een beperkt aantal mensen hebt op de wereld, maar in theorie een onbeperkt aantal bots online kunt loslaten, is de kans groot dat er op een gegeven moment zoveel bots zijn dat ze voornamelijk nog met elkaar praten.”

Wantrouw de babypauw

Er zijn in ieder geval aanwijzingen dat de AI-content toeneemt. Zo toont een onderzoek van Harvard aan dat de hoeveelheid kunstmatige media en hun zichtbaarheid op X in 2023 duidelijk is gegroeid. Daarnaast heeft Meta onlangs aangekondigd dat het vanaf 2025 meer AI-gegenereerde content op Facebook en Instagram wil plaatsen. Dit gebeurt onder meer door zelf een lading AI-profielen op de sociale media los te laten die met echte gebruikers moeten communiceren. De techreus hoopt dat zijn platformen daardoor ‘vermakelijker en aantrekkelijker’ worden, zodat mensen langer actief blijven op de sociale media.

Een door Meta gemaakt AI-account op Instagram.

Ook als je geen sociale media gebruikt, is de toename van online AI-content merkbaar. Zoek op Google Afbeeldingen maar eens naar ‘Baby Peacock’. Een groot deel van de foto’s die je daar ziet, is AI-gegenereerd. “Dat komt doordat de echte babypauw nogal lelijk is”, legt Sukel uit. “Er worden daardoor amper foto’s van gemaakt en dus zijn plaatjes van een babypauw vaak nep.” Dit is nu nog een uitzonderingsgeval, maar geeft wel aan dat AI al vrijwel overal op het internet zijn sporen nalaat.

©Abdallah - stock.adobe.com

Deze babypauw is net zo schattig als dat hij nep is.

Beeld: Abdallah, stock.adobe.com.

Makkelijker catfishen

De toename van AI-gegenereerde content is volgens Lämmerhirt op zichzelf geen reden voor zorg. “Als je voor de lol een dom AI-plaatje online deelt, kan het heel onschuldig zijn. Het wordt pas een probleem als het misleidend wordt.” AI-bots worden daar volgens de deskundigen regelmatig voor ingezet, bijvoorbeeld op datingplatforms. Een gesprekspartner kan zomaar een bot zijn die je probeert op te lichten. “Die vraagt dan bijvoorbeeld met een of andere smoes of je geld kunt opsturen. Dat is wel heel kwalijk en iets waar je goed op moet letten.”

Bots op datingapps zijn geen nieuwe ontwikkeling, maar volgens de AI-ontwikkelaar wordt het probleem wel verergerd door generatieve AI. “Voorheen werden nepprofielen nog gemaakt op basis van echte foto’s. Als je toentertijd werd gecatfisht, kon je altijd nog opzoeken of de profielfoto ergens online te vinden was en op die manier achterhalen dat je met een oplichter aan het praten was. Inmiddels kan dat niet meer, omdat je gezichten gewoon kunt genereren.”

Wordt AI-content steeds beter?

Generatieve AI is de laatste jaren met sprongen vooruitgegaan. AI-bedrijven tuimelen over elkaar heen om nóg betere AI-modellen te introduceren. Het is nu al niet eenvoudig om AI-content te herkennen. Als deze vooruitgang zich voortzet, dan is dat over een aantal jaar vrijwel helemaal onmogelijk.

Het is alleen nog helemaal niet zeker óf AI steeds maar beter blijft worden. “De kwaliteit van generatieve content neemt mogelijk op een gegeven moment zelfs af”, legt Danny Lämmerhirt uit. “Veel van de trainingsdata van AI komt van onlinecommunity’s. Om AI in de toekomst verder te trainen heb je ook meer trainingsdata nodig. Mogelijk worden bots nu dus getraind op kunstmatige content, waar veel data van lage kwaliteit tussen zit.” Dan krijg je te maken met het ‘garbage-in-garbage-out’-principe. Dat zou kunnen betekenen dat chatbots nóg vaker onjuiste informatie gaan verspreiden.

Kaas vastlijmen

Ook kunnen AI-bots worden gebruikt om politieke meningen van gebruikers te beïnvloeden, weet Robin Effing, AI- en socialmediadeskundige bij de Universiteit van Twente. “Veel partijen, waaronder regimes, hebben er belang bij om online discussies te verstoren. Eerder werden daar mensen uit landen als India voor betaald. Zij werden achter de computer gezet, maar het wordt steeds makkelijker om dat soort werk aan chatbots over te laten.” Zo bleek onlangs dat Rusland duizenden bots op sociale media als TikTok had losgelaten om de Roemeense verkiezingen te beïnvloeden.

Bots verspreiden overigens niet alleen schadelijke desinformatie in opdracht van kwaadwillenden. AI heeft van zichzelf al de neiging om onjuiste informatie te genereren. Lämmerhirt noemt als voorbeeld een incident waarbij Googles AI-zoekmachine een opvallend antwoord gaf op de vraag: ‘Hoe zorg je ervoor dat kaas niet van je pizza afvalt?’ Het advies? De kaas met lijm aan de pizzabodem vastplakken.

Waar dit antwoord vandaan kwam? Iemand plaatste dit advies als grap op een forum, waarna de bot het klakkeloos als serieuze tip overnam. “Dat is wel illustratief van wat er kan gebeuren als je AI ongecontroleerd zijn gang laat gaan.”

Kaas aan pizza vastlijmen? Prima idee, volgens Google.

Minder moderatie

Om de toestroom van AI-desinformatie in de kiem te smoren zijn er volgens de experts verschillende opties, al is geen van allen echt ideaal. AI-modellen kunnen bijvoorbeeld AI-content gaan voorzien van een onzichtbaar watermerk, zodat herkenningssoftware meteen ziet of een post van ChatGPT vandaan komt of een foto nep is. Het is alleen moeilijk om alle AI-modellen – waar er duizenden van zijn – te dwingen om watermerken te gaan gebruiken. “Momenteel is er ook geen trend dat dit uit eigen beweging gedaan wordt”, vertelt Lämmerhirt. Daarnaast kunnen zulke watermerken momenteel nog eenvoudig worden omzeild. Effing: “Er zijn veel maskeringstechnieken om AI-content te verbergen. ChatGPT-teksten kun je bijvoorbeeld in een algoritme gooien dat bepaalde tekens verwisselt, zoals de hoofdletter i met de kleine l. Mensen zullen het verschil niet zien, maar detectiesoftware kun je zo om de tuin leiden.”

Volgens Lämmerhirt is strengere moderatie een betere optie. Techplatformen moeten dan zelf actief (AI-gegenereerde) desinformatie opsporen en verwijderen, misschien ook wel met behulp van AI-systemen. “We zien alleen dat X en sinds kort ook Meta steeds minder modereren”, vervolgt de Waag-onderzoeker. In plaats daarvan willen ze leunen op een systeem waarbij gebruikers zelf misleidende content van een ‘fact check-label’ kunnen voorzien. “Dat is een slechte aanpak, want dat laat zien dat deze bedrijven zelf geen keuzes meer willen maken en hun rol van platformbeheerder niet serieus nemen.”

AI-detectiesoftware is nog verre van betrouwbaar. De tekst in deze afbeelding is volledig door AI geschreven, maar de software denkt daar anders over.

China-model

Nog een andere oplossing zou zijn om gebruikers zich te laten verifiëren voordat ze een account aan mogen maken, om te voorkomen dat ze meerdere ‘sock puppet-profielen’ kunnen beheren. Op sommige platformen, zoals chatdienst Signal, gebeurt dat al met een telefoonnummercontrole. Dat is volgens Sukel een redelijk betrouwbare manier om te controleren of je gebruikers echt zijn, maar waterdicht is het niet. Je kunt namelijk ook een prepaid simkaart kopen en daar een bot aan koppelen. Een zogeheten China-model is volgens Effing een grondigere methode. “Dan moet je bijvoorbeeld naar het gemeentehuis met je paspoort voordat je een account krijgt. Dan ben je van heel veel problemen af. Alleen dat leidt tot massasurveillance en dat is ook niet gewenst.”

Op Signal moet je je telefoonnummer verifiëren voordat je een account krijgt.

Is generatieve AI alleen maar slecht?

“Van alle vormen van kunstmatige intelligentie kleven aan generatieve AI misschien wel de meeste negatieve aspecten”, stelt Maarten Sukel. Hoewel deze vorm van AI volgens hem niet bevorderlijk is voor de kwaliteit van content op het internet, zijn er op andere gebieden wel nuttige toepassingen te bedenken. “Zo zijn er nu slimme brillen met een ingebouwde AI die kan omschrijven wat er te zien is. Bijvoorbeeld: er staan mensen voor je, de een heeft een groene trui aan, het ziet er gezellig uit. Dat helpt blinde mensen enorm.”

Ook voor entertainmentdoeleinden kan generatieve AI veel lol bieden, al zit daar volgens Sukel ook een addertje onder het gras. “Bij generatieve AI moet je er altijd rekening mee houden dat hoe meer data je genereert, hoe meer energie het kost. Een tekstje valt nog mee, een plaatje genereren is al wat energie-intensiever. Maar bijvoorbeeld een video maken is een van de meest energieverslindende dingen die je met AI kunt doen.” Een gepersonaliseerde Netflix-film genereren klinkt dus misschien best aantrekkelijk, maar is niet de milieuvriendelijkste keus.

Voor blinden heeft generatieve AI wellicht het meeste bestaansrecht (beeld: Kaspars Grinvalds, stock.adobe.com).

Blijf op je hoede

Kortom, een écht goede methode om schadelijke AI-content en -bots te weren is er nog niet. Nóg niet inderdaad, want de deskundigen hebben er vertrouwen in dat de huidige uitdagingen met AI op te lossen zijn. Zo denkt Sukel dat onderzoekers vroeg of laat een manier verzinnen om AI-gegenereerde desinformatie betrouwbaar weg te filteren. “In het verleden is dat ook altijd gelukt, bijvoorbeeld met e-mail”, zegt de AI-ontwikkelaar. “Daar werd steeds meer spam verstuurd, maar toen kwamen er robuuste spamfilters en is dat probleem in zekere zin opgelost.”

Spamfilters voor e-mails doen hun werk goed; krijgen we in de toekomst iets soortgelijks voor AI-content?

Tot het zover is, moeten we ermee leven dat we het internet delen met veelal onzichtbare en onbetrouwbare bots. Effing raadt daarom aan om altijd goed op je hoede te blijven. “Ik denk dat het heel gezond is om je bij elke reactie op internet als eerste af te vragen: hoe groot is de kans dat dit door een reguliere burger geschreven is? Je kunt er momenteel van uitgaan dat de meerderheid van de user-generated content online niet door gewone mensen is geschreven, maar ofwel door ingehuurde mensen of door een bot.”

Volgens Sukel moet je vooral bij gebruikersrecensies goed op je tellen passen. “Het is natuurlijk heel makkelijk om tegen een AI-bot te zeggen: schrijf 500.000 negatieve recensies over mijn concurrent en evenveel positieve over mijn eigen toko. Je kunt niet meer blind vertrouwen op platformen als Tripadvisor.”

Lämmerhirt ziet dat gebruikers langzamerhand beter worden in het herkennen van bots. “Er zijn onderzoeken die aantonen dat mensen hun onlinegedrag aanpassen. Ze ontwikkelen strategieën om nepaccounts te identificeren en vermijden deze accounts vervolgens. Hier valt nog wel veel winst te behalen. Ik denk dus dat het belangrijk is dat we ervoor zorgen dat mensen nog kritischer worden op de oorsprong van online content.”

“Als je op een platform zit met veel AI-onzin waar je niet blij van wordt, ga dan lekker weg”, adviseert Sukel tot slot. “Jij bent het product. Als er genoeg mensen weggaan, wordt dat platform gedwongen om zich te verbeteren. Je hoeft het niet zomaar te accepteren.”

Gebruikersrecensies op Tripadvisor: zijn ze nog te vertrouwen?

▼ Volgende artikel
Jouw foto's op jouw pc of NAS: veilig, privé en slim
© Andrey Sinenkiy
Huis

Jouw foto's op jouw pc of NAS: veilig, privé en slim

Diensten als iCloud-foto’s en Google Foto’s zijn handig om je foto’s te back-uppen, beheren en delen. Alleen is de online opslagruimte beperkt. Ook je kijkt naar je privacy, zijn deze oplossingen niet altijd ideaal. Er zijn gelukkig gratis tools waarmee je bijna dezelfde ervaring hebt als bij deze online diensten. Je zet je foto’s niet in de cloud, maar gewoon op je eigen pc of NAS.

In dit artikel laten we zien hoe je je eigen foto's beheert, zonder afhankelijk te zijn van clouddiensten zoals Google Foto’s of iCloud:

  • Installeer Immich via Docker op je pc
    • Stel automatische ordening op basis van metadata in
    • Upload en beheer foto’s via de webinterface of mobiele app
    • Deel foto's of albums met vrienden of familie
    • Maak automatische back-ups van je smartphone
  • Gebruik Synology Photos als je een Synology-NAS bezit
    • Deel albums met andere NAS-gebruikers of via een openbare link
    • Gebruik slimme functies zoals de tijdlijn,en mensen- en objectherkenning
    • Synchroniseer je foto's automatisch via de Synology Photos-app

Vind je foto's in de cloud niet erg? Lees dan: Ode aan orde: je immense fotocollectie beheer je zo

Er is weinig mis met de gespecialiseerde cloudopslagdiensten van Apple, Google, Microsoft (OneDrive) en Dropbox. Je kunt hiermee prima foto’s bewaren en delen. De tools zijn voor dit gebruik zelfs uitstekend, maar de opslagruimte is vaak beperkt en het blijven cloudoplossingen. Je bestanden staan dus ergens anders opgeslagen.

Overweeg je een alternatief om foto’s te synchroniseren zonder cloudopslag, dan zijn er meerdere opties, zoals Nextcloud (met de Photos-app), PhotoPrism, digiKam en Piwigo. Wij zijn gecharmeerd van de opensource-dienst Immich en Synology Photos, die je specifiek voor de Synology-NAS kunt gebruiken. Beide tools bieden functies als automatische fotoback-ups, album- en gebruikersbeheer, gezichtsherkenning, tijdlijnweergave, tagging, locatiegebaseerd zoeken, delen, raw-bestanden en toegang via een webinterface. Kortom, er is weinig in de cloudoplossingen dat je bij deze gratis tools niet vindt. We maken eerst kennis met Immich (uitgesproken als het Engelse ‘image’) en daarna met Synology Photos. We focussen ons hierbij op de installatie, de initiële configuratie en het basisgebruik.

Immich

Docker-installatie

Immich wordt frequent geüpdatet en is beschikbaar voor meerdere platformen. Wij gaan aan de slag met de installatie onder Windows. Dit doen we via het gratis Docker Desktop. Docker Desktop beheert containers, een soort lichte, afgescheiden virtuele omgevingen met alle benodigde apps, services en instellingen. Installeer de app met enkele muisklikken en start deze op (de eerste keer kun je op Accept en tweemaal op Skip klikken). Minimaliseer vervolgens het venster, maar laat de app actief.

Goed om te weten: je kunt Immich via Docker ook op je NAS installeren, wat hier ook wel Container Manager (Synology) of Container Station (QNAP) genoemd. In dit artikel gaan we hier alleen niet verder op in.

Docker Desktop heb je met een paar muisklikken geïnstalleerd en opgestart.

Voorbereiding

Immich installeren we dus als Docker-container. Eerst voer je enkele voorbereidingen uit. Open de verkenner en ga naar de map Linux (onderaan). Open vervolgens de submap docker-desktop en dan Home. Maak hier een map met jouw naam en daarbinnen de submap Docker. Binnen deze docker-map maak je de map Immich-app aan. Het pad wordt dus: \\wsl.localhost\docker-desktop\home\<je_naam>\docker\immich-app.

Creëer nu twee submappen in een andere map op een schijf met genoeg opslagruimte: Library en Postgres (bijvoorbeeld C:\Users\<je_accountnaam>\Docker\Immich\library).

Navigeer nu in de verkenner naar de map Immich-app. Houd de Shift-toets ingedrukt, klik met rechts op een lege plek en kies PowerShell-venster hier openen. Houd de verkenner geopend en ga via deze pagina naar de downloadsite. Klik bij Get docker-compose.yml file op het documenten-pictogram (Copy), plak dit in PowerShell met Ctrl+V en druk op Enter om het yml-bestand te downloaden. Herhaal dit voor het commando bij Get .env file, zodat zowel het yml-bestand als het env-bestand in de map Immich-app staan.

Open het env-bestand in een teksteditor, bijvoorbeeld Notepad++ of Kladblok, en pas de volgende variabelen aan:

UPLOAD_LOCATION=C:\Users\<je_accountnaam>\Docker\Immich\library
DB_DATA_LOCATION=C:\Users\<je_accountnaam>\Docker\Immich\postgres
TZ=Europe/Amsterdam
DB_PASSWORD=<eigen wachtwoord>

Zorg ervoor dat de paden kloppen met jouw situatie en sla het aangepaste bestand op.

Voordat je de container installeert, moet je eerst enkele variabelen aanpassen in het env-bestand.

Installatie

Alles is nu klaar om de Docker-container met Immich te draaien. Ga terug naar de map Immich-app en voer het commando docker-compose up -d uit. Dit zorgt ervoor dat alle benodigde onderdelen worden gedownload en uitgevoerd. Na enkele minuten zie je in het Docker Desktop-venster, bij Containers, dat de vier Immich-onderdelen actief zijn. Test dit direct door Localhost:2283 op de adresbalk van je browser in te vullen. Dit is de standaardpoort waarop Immich draait; dit zie je bij Immich_server in het Docker-containeroverzicht. Als het nodig is, kun je het poortnummer aanpassen in het yml-bestand. Klik in de webinterface op Aan de slag om daadwerkelijk met Immich te starten.

Je kunt de containers op elk moment stoppen en starten vanuit Docker Desktop. Dit doe je in de rubriek Containers: selecteer Immich en druk op Stop of Start.

De vier containers zijn gestart en Immich is nu bereikbaar vanuit de webinterface.

Configuratie

Je begint met het aanmaken van een beheerdersaccount. Vul de gevraagde gegevens in en bevestig met Registreren. Log daarna in met het opgegeven e-mailadres en wachtwoord.

Klik in het welkomstvenster op Thema, kies Licht of Donker, en ga naar Privacy. Hier kun je de kaartfunctie inschakelen (om foto’s via coördinaten op een kaart te tonen) en de versiecontrole activeren (voor het ontvangen van updates).

Ga vervolgens naar Opslagtemplate en bepaal of je fotobestanden automatisch wilt ordenen op basis van metadata. Als dit ingeschakeld is, kun je bij Voorinstelling een structuur kiezen met een sjabloon. Kies bijvoorbeeld voor {{y}}-{{MMMM}}-{{dd}}/{{filename}}. Bevestig met Klaar.

Je kunt via een sjabloon je foto’s bewaren op basis van bepaalde metadata.

Basisgebruik

Links in de webinterface zie je een venster met onderdelen als Foto’s, Verkennen, Kaart, Delen, Favorieten, Albums en Gereedschap. Open Foto’s, klik op de plusknop en selecteer de gewenste fotobestanden. De geüploade foto’s verschijnen als miniaturen in een tijdlijn. Bovenaan zie je een zoekbalk met rechts een filterknop om media te selecteren op onder meer naam, plaats, camera, datum en type. Gebruik Uploaden (rechtsboven) om extra foto’s toe te voegen.

Selecteer een of meer foto’s. Rechtsboven verschijnen meerdere knoppen, zoals Toevoegen aan favorieten (voor de rubriek Favorieten) en een menu om de selectie te downloaden, archiveren, verwijderen, de datum of locatie te wijzigen, of miniaturen en metadata te vernieuwen.

Via Toevoegen aan kun je foto’s aan een album toevoegen. Klik op +Nieuw album om een album te maken dat je terugvindt in de rubriek Albums. Gebruik Verkennen in het linkervenster om foto’s gegroepeerd te zien op tijd, locatie of – via AI – op herkenbare objecten, gezichten of thema’s, zoals berglandschappen.

De webinterface van Immich heeft wel wat weg van Google Foto’s.

Back-ups en delen

Je vindt in de webinterface ook de optie Delen. Klik hierop, voeg een beschrijving toe en eventueel een wachtwoord. Geef aan of de ontvanger foto’s mag downloaden en/of uploaden. Stel hiervoor een verloopdatum in, bijvoorbeeld over 1 dag. Klik op Link maken om een link te genereren. Deze link is mogelijk http://localhost<…>, maar je kunt dit aanpassen naar het interne ip-adres van je Immich-server, of een extern adres dat vanaf internet bereikbaar is (zie tekstkader ‘Vanaf het internet’).

Wil je media delen met specifieke personen? Klik hiervoor rechtsboven op je accountpictogram en kies Beheer. Ga naar Gebruikers, klik op Gebruiker aanmaken, vul de gegevens in en bevestig. Bij het openen van een fotoselectie of album kun je dan via de deelknop direct de gewenste gebruiker(s) selecteren, zodat de media in hun webomgeving beschikbaar zijn.

Voor Android en iOS kun je de mobiele Immich-app installeren. Vul het ip-adres van je Immich-server in en meld je aan. Tik op de upload-knop, geef Immich de nodige machtigingen en kies Selecteer om aan te geven welke fotoalbums de app moet back-uppen naar je server. Zet Albums synchroniseren aan om dit te automatiseren en bevestig met Back-up uitvoeren.

Immich is ook beschikbaar als mobiele app, wat handig is voor (automatische) mediaback-ups.

Synology Photos

Voorbereiding

We gaan uit van een Synology-NAS (Network Attached Storage) die via een webinterface toegankelijk is. Verbind via je browser met de webinterface van DSM, het Synology-besturingssysteem.

Open nu eerst het Configuratiescherm, kies Gebruiker en groep, ga naar Geavanceerd en zorg dat Gebruiker basismap inschakelen is ingeschakeld (op het gewenste volume). Bevestig met Toepassen. Open daarna de app File Station, waar je ziet dat de mappen Home en Homes (met persoonlijke submappen voor elke NAS-gebruiker) zijn aangemaakt.

Ga vervolgens naar Package Center in het hoofdmenu. Als de app Synology Photos nog niet is geïnstalleerd, zoek dan naar de naam van deze app. Klik vervolgens op Installeren en daarna op Openen. Klik rechtsboven op je profielicoon, kies Instellingen en open het tabblad Gedeelde ruimte. Schakel eventueel Gedeelde ruimte in en bevestig met Opslaan. Gedeelde media worden nu standaard opgeslagen in de map \photo.

Het is even wennen, maar je persoonlijke media en je gedeelde media belanden voortaan in de daarvoor bestemde mappen.

Gedeelde media

Als je nu foto’s met bijvoorbeeld familieleden wilt delen die toegang hebben tot je NAS, volg dan deze stappen. Ga naar Configuratiescherm / Gebruiker en groep, open het tabblad Groep en klik op Maken. Geef een groepsnaam op (bijvoorbeeld Familie) en druk op Volgende. Selecteer de gewenste leden, druk drie keer op Volgende en vink Synology Photos in de kolom Toestaan aan. Bevestig met Volgende (tweemaal) en met Voltooid.

Open vervolgens de app Synology Photos. Bij Instellingen / Gedeelde ruimte klik je op Toegangsmachtigingen instellen. Selecteer de groep (Familie) en kies Volledige toegang in de uitklapmenu’s. Bevestig met de plusknop en klik op Opslaan. Zet daarna op het tabblad Gedeelde ruimte een vinkje bij zowel Gezichtsherkenning inschakelen in Gedeelde ruimte als Onderwerpherkenning inschakelen in Gedeelde ruimte. Bevestig met Opslaan.

Test de instellingen door een gebruiker uit de groep aan te melden op je NAS, bijvoorbeeld via een incognito-tabblad in je browser. Zodra deze gebruiker Synology Photos opent, kan ook hij media uploaden in zowel de persoonlijke ruimte als de gedeelde ruimte. Links bovenaan in het applicatievenster kun je tussen deze ruimtes schakelen. De inhoud van deze ruimtes kun je overigens ook op bestandsniveau beheren via de overeenkomstige mappen in File Station (althans als administrator).

Als lid van de groep Familie krijgt deze gebruiker meteen ook toegang tot de gedeelde ruimte.

Basisgebruik

We laten nu zien hoe je met fotoalbums werkt. Gebruik eerst de knop Filter tonen (rechtsboven) om filters te activeren en snel de gewenste foto’s te vinden. Selecteer vervolgens een reeks foto’s; er verschijnt een rode balk. Klik hier op de plus-knop Toevoegen aan album, kies +Nieuw album, vul een naam in en druk op OK. Ga naar Albums (tweede knop) in het applicatievenster. Hier kun je foto’s opvragen volgens Recent toegevoegd, Labels en Locaties en, indien eerder ingeschakeld, volgens Mensen (gezichtsherkenning) en Onderwerpen (objectherkenning). Je albums vind je hier ook. Met de plus-knop rechtsboven kun je hier nieuwe albums maken.

Ga met de muisaanwijzer boven een album staan; er verschijnt een knop met drie puntjes. Klik op Delen. Schakel Koppeling delen in en stel bij Privacy-instellingen in of het album Privé of Openbaar is (eventueel met downloadmachtiging). Bij Privé selecteer je bij Lijst van genodigden de gewenste gebruiker(s) of groep(en) en geef je de machtigingen aan: Weergave, Downloaden of Provider (beheerder). Je kunt ook een wachtwoord en vervaldatum instellen. Kopieer de link en bevestig met Opslaan.

Klik op Delen (derde knop) in het applicatievenster en kies Fotoverzoek. Klik op Fotoverzoek maken, vul een onderwerpsregel in, selecteer een bestemmingsmap en bevestig met Verzoek maken. Je hoeft nu alleen maar de link te sturen naar de mensen van wie je graag foto’s wilt ontvangen voor je collectie.

Goed om te weten: er is ook een mobiele app voor Android en iOS van Synology Photos met de functie Photo Backup. Daarmee synchroniseer je opgeslagen foto’s en video’s.

Je kiest zelf met wie je albums deelt en met welke machtigingen je dat doet.

Vanaf het internet

Je fotocollectie, beheerd met een tool als Immich of via je Synology-NAS, is standaard niet toegankelijk voor ongeautoriseerde personen buiten je netwerk. Wil je dat dit wel kan? Dan kun je bij een Synology-NAS de ingebouwde functie QuickConnect inschakelen via het Configuratiescherm in DSM, bij Externe toegang. In de praktijk moet je alleen vaak aan de slag met technieken als poortdoorverwijzing op je router. Of je moet een VPN-server installeren zoals WireGuard, eventueel gecombineerd met een eigen hostnaam via dynamisch DNS om het probleem van een wisselend extern ip-adres te omzeilen.

We hebben helaas niet de ruimte om hier dieper op in te gaan. Binnen je eigen netwerk kun je in elk geval probleemloos je fotoalbums beheren en delen.

Ook onderweg kun je je via de mobiele app en je QuickConnect-ID aanmelden bij Synology Photos op je NAS.