ID.nl logo
Ben jij klaar voor VR?
Zekerheid & gemak

Ben jij klaar voor VR?

Oculus Rift en HTC Vive zijn de eerste echt goede VR-systemen voor consumenten om met je computer te gebruiken. Maar wat heb je precies nodig, en is het verstandig om nu al in te stappen? Dit artikel geeft je alle informatie om te beslissen.

Tip 01: Pc klaar voor VR?

Voor VR heb je een krachtige pc nodig. Zowel Oculus als HTC heeft een lijst met aangeraden specificaties gepubliceerd. Je hebt minstens een i5 6400-processor met NVIDIA 970- of AMD R9 290-videokaart nodig. HTC stelt dat de pc minstens 4 GB RAM nodig heeft. Voor de Oculus Rift is dat 8 GB. Daarnaast is het voor de Oculus Rift noodzakelijk dat de pc minstens twee usb 3.0 poorten heeft. Usb 2.0 is echt niet voldoende omdat de sensor en de headset anders te weinig stroom en bandbreedte hebben. Oculus raadt tegenwoordig zelfs drie keer usb 3.0 plus een usb2.0-poort aan, om alvast klaar te zijn voor Oculus Touch (zie tip 3). De HTC Vive heeft voldoende aan twee usb 2.0 poorten. Lees ook: Je eigen virtual-reality-bril in 7 stappen.

Beide headsets vereisen een vrije HDMI-poort op de videokaart. Als je daar nu je monitor op hebt zitten, moet je die dus ompluggen naar een andere uitgang en wellicht heb je dan een andere kabel of adapter nodig. De VR-headsets werken niet op andere poorten dan HDMI, ook niet met adapter. Deze specificaties zijn volgens beide bedrijven goed genoeg voor een optimale ervaring. Oculus belooft bovendien dat deze specs de komende twee jaar geldig blijven. Je hoeft dus niet bang te zijn dat je over een half jaar alweer een nieuwe videokaart aan moet schaffen.

©PXimport

Een nieuwe VR-ready-pc kost minstens duizend euro.

Tip 02: Room-scale VR

Room-scale is de term voor VR waarbij je vrij door je kamer kunt lopen met je headset op. Hiervoor moet je eerst met de controllers een veilige zone afbakenen in je kamer. Een veiligheidssysteem met de naam 'Chaperone' waarschuwt via een virtueel grid als je buiten deze afbakening dreigt te komen. Dit voorkomt dat je tegen muren of andere obstakels botst. Om de hele ruimte te kunnen gebruiken, moet je twee apparaten aan de muur bevestigen in twee tegenovergestelde hoeken van de kamer. Deze 'lighthouse'-kastjes zijn nodig om jouw locatie in de kamer vast te stellen. Room-scale vereist logischerwijs flink wat vrije ruimte. Ideaal is minstens 2 bij 2,5 meter.

Op dit moment is de HTC Vive helemaal klaar voor 'room-scale VR'. Oculus Rift is daar nog niet geschikt voor, omdat de daarvoor benodigde Touch-controllers nog niet te koop zijn. De HTC Lighthouses die je in de hoeken van de kamer hangt, hoef je niet met de pc te verbinden maar ze hebben wel stroom nodig.

©PXimport

Met Vive kun je vrij door de kamer lopen in je virtuele wereld, en dus ook op deze manier spellen spelen.

Tip 03: Tracked controllers

Een 'tracked controller' is een controller die door het VR-systeem in de ruimte wordt gevolgd, zodat je ze in virtual reality op de juiste plek kunt zien. De HTC Vive wordt geleverd met twee van deze controllers: één voor elke hand. Hiermee kun je in VR voorwerpen manipuleren, of je kunt ze als wapen gebruiken om op vijanden te schieten in spelletjes. Het doet een beetje denken aan de aloude Wii-controllers, maar dan vele malen nauwkeuriger en flexibeler.

Oculus Rift wordt op dit moment geleverd met een 'ouderwetse' Xbox One-gamepad. De Oculus Touch, de evenknie van de Vive-controller, is nog niet verkrijgbaar en komt naar verwachting pas aan het eind van het jaar op de markt. Wel lijkt het er nu op dat de Touch geavanceerder is. Oculus Touch kan namelijk vaststellen wat je met je vingers doet, zodat je preciezere interacties uit kan voeren. Ook kun je handgebaren maken door je duim omhoog te steken of te wijzen. Dit is bedoeld voor 'sociale VR', waarbij je met anderen in een gedeelde virtuele wereld communiceert.

Het voordeel van tracked controllers voor beide systemen is dat VR er een stuk realistischer door wordt. Je kunt namelijk op een veel intuïtievere manier invloed uitoefenen op je omgeving. Daar staat tegenover dat er op dit moment nog meer goede VR-spellen zijn die gebruikmaken van een traditionele controller. Games als EVE Valkyrie en Lucky's Tale voor Oculus Rift werken prima met controller, en het is zeker geen slechte ervaring. Toch is een tracked controller voor de Oculus Rift straks een haast verplichte aanschaf om alle ondersteunde spellen te spelen. De prijs van Touch is nog niet bekend.

©PXimport

De Touch-controllers voor Oculus Rift komen pas eind 2016 op de markt.

Tip 04: Welke spellen?

Zowel voor Oculus Rift als HTC Vive is nu al een aardig aantal games en 'ervaringen' verkrijgbaar. Rift-spellen richten zich allemaal op een staande of zittende ervaring, HTC Vive-games kunnen naast staand en zittend dus ook room-scale-ervaringen zijn. Op dit moment zijn vooral de zittende ervaringen het diepst en het best uitgewerkt. Denk hierbij aan games zoals Project Cars en Elite Dangerous (beide te spelen op Rift en Vive). Zowel Project Cars als Elite Dangerous zijn eigenlijk traditionele monitor-games die veel meer tot hun recht komen in virtual reality. Het is immers veel leuker om 'in' de auto of de cockpit van een ruimteschip te zitten. De kracht van VR mag je hier niet onderschatten.

Voor Oculus Rift is ook een aantal exclusieve games, die alleen te koop zijn in de Oculus Home-store. Wie een Vive heeft, kan op dit moment geen spellen kopen in Oculus Home. Wie een Rift heeft kan wel alle voor Rift geschikte spellen kopen bij Steam.

Het is belangrijk om te beseffen dat de software voor VR op dit moment nog in de kinderschoenen staat. Dit is vergelijkbaar met de eerste spellen voor een nieuwe spelcomputer: de ontwikkelaars moeten nog leren hoe ze het optimale resultaat uit de hardware kunnen halen. De grote golf VR-games wordt aan het eind van dit jaar verwacht.

©PXimport

Lucky's Tale is een gratis platformspel wat iets weg heeft van Mario, voor iedereen met een Rift.

Tip 05: Kun je ertegen?

Je kunt flink misselijk worden van virtual reality. Dit heet 'simulatieziekte' en werkt hetzelfde als zee- of wagenziekte. Je ogen zien beweging, maar je evenwichtsorgaan in het oor voelt geen beweging. Deze discrepantie stuurt alarmsignalen naar het brein, en de reactie is misselijkheid. Gelukkig zijn ontwikkelaars steeds beter in het ontwerpen van games en ervaringen waar je niet of nauwelijks misselijk van wordt. Het zijn vooral 'ouderwetse' spellen zoals first person shooters die gewoon heel slecht werken.

Het lopen zoals in bijvoorbeeld Call of Duty voelt in VR heel onnatuurlijk en misselijkmakend aan. Dit is ook een reden dat de meeste VR spellen zijn ontworpen rond stilstaan, teleportatie (zodat je meteen naar een nieuwe plek flitst) of met een cockpit. Dat laatste helpt heel goed tegen simulatieziekte omdat juist bewegingen in je ooghoeken voor ongemak zorgen. De virtuele cockpit dekt dat perifere zicht af, zodat je zelfs wilde luchtgevechten kunt hebben zonder onderuit te gaan.

Het is een misverstand dat je door simulatieziekte 'heen kunt breken' door maar vol te houden. Het wordt alleen maar erger en als je niet naar je lichaam luistert kun je er dagen naar van zijn. De beste manier om je lichaam te leren met VR om te gaan, is stoppen als je ongemak voelt en later weer starten. Je merkt dan dat je steeds langer in de virtuele wereld kunt blijven zonder ziek te worden.

©PXimport

Wie lang achter elkaar VR gebruikt, kan simulatieziekte krijgen. Neem onmiddellijk een pauze als je ongemak ervaart.

Tip 06: Comfort

De Oculus Rift is de meest comfortabele headset. Het apparaat is licht, goed gebalanceerd en omdat het een speciaal soort textiel gebruikt voor de behuizing, word je ook niet snel zweterig van het gebruik. Het is mogelijk om urenlang een Rift te dragen zonder dat je er last van krijgt. Er is helaas één maar: als je een bril draagt, zul je merken dat de Rift oncomfortabel op de pootjes drukt, wat na een tijdje vervelend wordt.

De Vive is iets zwaarder en wat slechter gebalanceerd. Omdat de behuizing van hard plastic is, word je sneller warm waardoor de lenzen kunnen beslaan. Dit alles is overigens relatief, want de Vive is absoluut niet vervelend om te dragen. Het is pas als je een Rift op hebt gehad dat je het verschil echt merkt. Daar komt bij dat de Vive veel comfortabeler is voor brildragers. Er zit een speciale opening aan beide zijkanten om ruimte te geven aan de pootjes.

©PXimport

De Vive is zwaarder en minder comfortabel dan Rift, maar het verschil tussen de twee is klein.

Tip 07: Kinderziektes

VR staat na al die jaren nog steeds in de kinderschoenen. De headsets van HTC en Oculus die nu te koop zijn, zijn eerste versies van de hardware. Vergelijk het met de allereerste iPhone, die kon veel, maar latere modellen zijn veel geavanceerder. Het houdt in dat geen van beide een perfecte ervaring geeft. Ze hebben bijvoorbeeld een relatief lage resolutie vergeleken met een gewone monitor. Hoewel de beeldkwaliteit indrukwekkend genoeg is, kun je als je goed kijkt de pixels zien.

Ook hebben beide headsets fresnellenzen. Deze hebben kleine ribbels om ervoor te zorgen dat een zo groot mogelijk gebied in focus is. Het nadeel van fresnel is dat er soms lens-flares kunnen optreden. Dit zijn schitteringen op de lens die lijken op een veeg op het glas.

Beide systemen maken ook gebruik van een eerste versie van hun driversoftware. Vive maakt gebruik van SteamVR, wat meer functies heeft dan Oculus Home. SteamVR geeft bovendien de mogelijkheid om gewone pc-games op een virtuele grote monitor te spelen. Het startscherm van de Rift, 'Oculus Home' is vooral een winkel met maar weinig andere functies. Je kunt een spel kopen en opstarten en je kunt films kijken in een virtuele bioscoop. Maar Rift-bezitters hoeven zich niet buitengesloten te voelen: ze kunnen ook gebruikmaken van SteamVR. Vive bezitters kunnen andersom geen gebruikmaken van Oculus Home.

Hoe dan ook zijn beide interfaces en systemen nog erg pril en kun je rekenen op kleine en grote problemen die horen bij een eerste-generatie-product.

©PXimport

Oculus Home is het eerste wat je ziet als je de Rift opzet. De functionaliteit is nog erg beperkt.

Tip 08: Geluid

Om een perfect virtualreality-gevoel op te wekken is het niet genoeg dat de hardware je ogen overtuigt. Geluid is minstens zo belangrijk. Rift heeft daarom een ingebouwde koptelefoon die verrassend goed klinkt. Het geluid is 3D, wat betekent dat je echt geluiden boven of achter je kunt ervaren. Het gaat dus verder dan gewone stereo, vergelijk het met surround-sound in een home-theatre.

Mocht je niet tevreden zijn over Rifts koptelefoon dan kun je hem verwijderen en een andere gebruiken.

Vive heeft geen ingebouwde koptelefoon, er zit wel een gewone in-ear-oortelefoon bij. Deze is oké, maar niet meer dan dat. Het is daarom bij de Vive zeker aan te raden om er een goede koptelefoon bij aan te schaffen voor de meest overtuigende ervaring.

©PXimport

Rift heeft een goede ingebouwde koptelefoon met surround-sound.

Tip 09: Playstation VR

Als je geen geschikte pc hebt maar wel via je pc VR wilt gebruiken, is instappen in VR erg duur. Wil je een nieuwe pc kopen die VR aankan, dan ben je al snel duizend euro kwijt, als je hem zelf bouwt. Uiteraard ben je al een stuk goedkoper uit als je al een prima systeem hebt en maar een paar onderdelen hoeft te upgraden. Mocht je overigens een laptop hebben, dan kun je pc VR op dit moment gewoon niet gebruiken. Hetzelfde geldt voor Mac-bezitters. Zelfs de duurste Apple-computer heeft niet de benodigde videokaart.

Wil je geen nieuwe pc voor VR kopen, dan kan het een idee zijn om voor PlayStation VR te kiezen. Deze headset van Sony kost zo'n vierhonderd euro en komt in oktober op de markt. Hij werkt met de Playstation 4. Zelfs als je de spelcomputer nog niet hebt, kost een complete VR-setup (PS4, headset en Playstation Camera) samen nog steeds minder dan de HTC Vive zonder pc.

Hoewel het beeldscherm van Playstation VR een wat lagere resolutie heeft, is het VR-effect nog steeds heel indrukwekkend. De headset is bijzonder comfortabel en je kunt hem net als Rift lange tijd dragen zonder er last van te krijgen. Daarnaast is Sony gespecialiseerd in games en ervaringen voor consumenten. Er komen heel wat mooie games voor Playstation VR van grote uitgevers zoals Capcom, Square-Enix en EA. Ook komen veel spellen die ontwikkeld zijn voor Rift en Vive naar Playstation VR. Je zult dus niet snel een titel tegenkomen die alleen op de pc te spelen is.

©PXimport

Playstation VR is relatief goedkoop en geeft toch een fantastische VR-ervaring.

Tip 10: Koop geen prototype

Vóór de Oculus Rift op de markt kwam, verkocht Oculus al prototypes van zijn headset: de DK1 en DK2. Deze headsets waren bedoeld om het concept te bewijzen en voor ontwikkelaars om alvast spellen te ontwikkelen voor de consumentenversie. Nu de echte Rift verkrijgbaar is, verkopen veel hobbyisten hun DK1 en DK2. Hoewel zeker de DK2 op het moment van verschijnen een indrukwekkende ervaring gaf, is het zonde van het geld om er nu een in huis te halen.

De gangbare tweedehands prijs is nog steeds enkele honderden euro's en je weet dat je niet de allerbeste ervaring in huis haalt. De resolutie van DK2 is veel lager dan van de consumentenversie. Daar komt bij dat Oculus langzaam maar zeker stopt met het ondersteunen van de prototypes. Dus hoewel je nu best een aardig aantal VR-games op de DK2 kunt spelen, is deze periode van 'backwards compatibility' maar van korte duur. De DK1 is helemaal niet geschikt voor de nieuwste VR-games, omdat DK1 niet in staat is om je bewegingen in de ruimte te volgen. Het apparaat kan alleen vaststellen of je je hoofd draait. Hierdoor zijn de meeste games onspeelbaar.

©PXimport

Een tweedehands DK2 is goedkoper dan een consumenteneditie, maar de kwaliteit is dan ook een stuk minder.

Tip 11: Keuze maken

Virtual reality is een ontzettend nieuwe technologie. Dat heeft een aantal grote nadelen. Om te beginnen is het nog erg duur. Het is zeker dat de prijs van VR-headsets de komende jaren zal zakken. Ook weten we nu al dat Oculus en HTC over twee of drie jaar met opvolgers komen die beter en waarschijnlijk goedkoper zijn dan wat je nu kan kopen. En er komen ook andere merken met producten waardoor de concurrentie groter wordt.

Oculus zegt overigens zelf dat de upgradecyclus 'tussen een telefoon en een spelcomputer ligt'. Je hoeft dus niet bang te zijn dat de tweede versie van de Rift volgend jaar al te koop is en je huidige apparaat dan waardeloos is.

Heb je voor jezelf de knoop doorgehakt en wil je nu een Oculus Rift of Vive bestellen, dan is er een wachtlijst. Het is dus zeker niet zo dat als je vandaag bestelt, je morgen al aan de gang kunt. Rift heeft op het moment van schrijven een wachtlijst van drie maanden. De levertijd van Vive is op het moment van schrijven wel korter, maar ook daar moet je zeker een maand op wachten.

Zoals gezegd is de software voor zowel Vive als Rift nog niet heel indrukwekkend. Als je dus een completere en diepere ervaring wilt, is wachten de beste optie. Eind 2016 komt de tweede golf VR-software uit. Ook is dan de Oculus Touch op de markt, waardoor je een betere vergelijking tussen Vive en Rift kunt maken.

Tot slot is het over een paar maanden veel makkelijker om zelf de Rift of Vive uit te proberen, als de apparaten eindelijk in de winkels liggen. Zelf VR ervaren is de beste manier om erachter te komen of je het echt wilt hebben. Video's en artikelen kunnen namelijk niet overdragen hoe geweldig Rift en Vive nu al zijn.

©PXimport

Vive kost bijna duizend euro. Rift kost bijna achthonderd euro. Wacht dus nog even, de prijzen gaan uiteindelijk zakken.

De beste VR-ervaring

Normaal gesproken geven we aan het einde van de checklist drie aanraders. In dit geval doen we dat niet. Er zijn nog zo weinig producten, en de 'beste VR-ervaring' is er domweg nog niet. Oculus Rift, HTC Vive en Playstation VR zijn alle drie in staat om een overtuigende virtuele wereld te tonen. Het lijkt alsof je midden in het beeld staat en die ervaring is met niets anders te vergelijken. Dit is de toekomst van computeramusement. Als dit je super-enthousiast maakt, kun je met geen van de headsets een echt verkeerde keuze maken. Houd er echter rekening mee dat je een eerste-generatie-product koopt met een boel bekende en onbekende problemen.

Wie de allerbeste VR-ervaring wil, kan beter nog minstens een half jaar wachten, tot er betere software is. Hoe goed Rift en Vive ook zijn, ze vallen of staan bij de games die je erop kunt spelen.

▼ Volgende artikel
Video | De nieuwe Alpine A290 rijdt nog beter dan de Renault 5
Mobiliteit

Video | De nieuwe Alpine A290 rijdt nog beter dan de Renault 5

Als de nieuwe Renault 5 al zo goed rijdt, hoe kan een Alpine op dezelfde basis dan nóg beter rijden? Onlangs toog Irwin van InstaAutoVlog naar Mallorca om de eerste kilometers met de kersverse Franse trots te rijden.

Download nu GRATIS het EV Duurtest-rapport 2024!

In het EV Duurtest-rapport zijn nieuwe elektrische auto's door verschillende consumenten getest. Alle resultaten vind je terug in dit digitale rapport. Door het invullen van je naam en e-mailadres meld je je aan voor ontvangst van het Kieskeurig EV Duurtest-rapport. Tevens ben je ingeschreven voor de Kieskeurig.nl EV-nieuwsbrief.

Dit artikel in het kort:

In dit artikel en bijbehorende video vertelt Irwin Versteegh-Duijnstee je alles over de nieuwe Alpine A290. Volgens hem een auto die zomaar voor een vervijf-, vertien-, of wellicht zelfs wel verhonderdvoudiging van het aantal Alpine-registraties in Nederland kan leiden.

Meer lezen over Alpine? Check dan ook: Ontdek de Alpine A390: een elektrische fastback in het C-Segment

Zelfde basis als Renault 5

En ja, het is dus beslist geen geheim dat de nieuwe Renault 5 als basis voor de Alpine A290 dient. Niet alleen qua bodemplaat, maar ook de basisvorm. Alpine wist dankzij zes centimeter meer spoorbreedte, een vijf centimeter bredere carrosserie (dankzij wielkastverbreders) en standaard 19inch-lichtmetalen wielen een soort super-Renault 5 neer te zetten. 

©DPPI

Stylingkenmerken

Ook dit model is voorzien van kenmerkende onderdelen als dubbele koplampen, een zogeheten swoosh (designkenmerken aan de zijkant van de auto) en een subtiele ducktailspoiler op de achterklep. Voor de test is gereden met de GTS-uitvoering. Deze is te herkennen aan een chroomzwart Alpine-embleem op het zijscherm en 19-inch Noir lichtmetalen wielen, type Snowflake. 

©DPPI

Accubereik

Qua techniek leunt de A290 sterk op de Renault 5. Zo zien we een 52kWh-batterij, een 11kW-driefasen-boordlader, DC-snellaadfunctie van 100kW en een warmtepomp inclusief actieve batterijverwarming en -koeling. In plaats van een 150pk-elektromotor vind je in de A290 echter een minimaal 180pk sterke elektromotor. De GT Performance biedt 220pk en 300Nm op de voorwielen. Het bereik? Zo'n 385 kilometer op een volle batterij.

🚘Had je dit al gelezen? Rijden met de nieuwe Renault 5: Overtreft alle verwachtingen

Ontdek jouw ideale elektrische auto

Vergelijk en vind de beste deals op Kieskeurig.nl!

Rijgedrag

Met de krachtige motor van de GTS accelereert de Alpine A290 in 6,4 seconden naar 100 km/u. Deze hot hatch vraagt om stuurmanskunst; ondanks de grip van de Michelin Pilot Sport 5-banden zoekt de A290 bij krachtige acceleratie steeds naar meer tractie, waardoor het typisch klinische EV-gevoel verdwijnt.

Op het circuit zorgt de gewichtsverdeling (57 procent voor, 43 procent achter) voor een dynamisch, speels rijgedrag. De achterkant is soepel, wat onderstuur voorkomt en scherpe bochten mogelijk maakt. Een verbeterpunt is de stuurfeedback, die iets preciezer zou mogen zijn.

©DPPI

Niet stug, zelfs comfortabel

De A290 biedt ondanks zijn speelse karakter verrassend veel comfort. Dankzij technieken zoals hydraulische bumpstops en een multilink-ophanging achter, rijdt deze hot hatch soepel, zonder stug te zijn. Dit is extra indrukwekkend gezien het hoge gewicht van 1479 kilo en de 19inch-wielen. Qua comfort doet hij niet onder voor de Renault 5.

©DPPI

Alpine A290 op beeld

Alle details over de rijeigenschappen van de nieuwe Alpine A290 zien? Bekijk hieronder dan de video van InstaAutoVlog. 

Watch on YouTube

 

 

 

▼ Volgende artikel
Review Motorola Moto G55 – Goedkoop, capabel en degelijk
Huis

Review Motorola Moto G55 – Goedkoop, capabel en degelijk

Met een adviesprijs van 249,99 euro is de Motorola Moto G55 geen dure smartphone. Je moet er dan vanzelfsprekend rekening mee houden dat je niet het nieuwste of het beste in huis haalt. Maar voor mensen die niet al te veeleisend zijn, kan dit een prima optie zijn.

Goed
Conclusie

We houden er in deze beoordeling rekening mee dat dit een toestel van 250 euro is, maar dan nog speelt de camera het toestel parten. Die maakt vaak ondermaatse foto's en is dus het grootste struikelblok. Het scherm, het ontwerp, de bouwkwaliteit, de accu, de opslag en het werkgeheugen scoren gelukkig allemaal een dikke voldoende, en de processor is daarnaast heel capabel voor dagelijkse taken. Tot slot vinden we het updatebeleid te mager. Desondanks voelt de Motorola Moto G55 compleet genoeg om hem minimaal te overwegen als volgende budgetaankoop.

Plus- en minpunten
  • Degelijke processor
  • Prima scherm
  • Genoeg werkgeheugen
  • Veel opslagruimte
  • Goede accu
  • Camerasysteem
  • Updatebeleid
  • Plastic frame

Afwerking toestel

Dankzij het plastic frame voelt de Motorola Moto G55 gelukkig licht aan. En door het eco-leer achterop heb je niet het idee met een echt goedkoop toestel te maken. Die achterkant heeft nog een voordeel: daardoor glipt het apparaat niet gemakkelijk uit je handen. Hoewel Motorola er standaard een plastic hoesje omheen doet, vinden we dat eigenlijk zonde. Zowel voor het ontwerp als voor het glijden.

©Wesley Akkerman

Verder is het vervelend – doch begrijpelijk – dat de smartphone niet water- en stofdicht is. Wel is er helemaal onderop een koptelefoonaansluiting aanwezig.

©Wesley Akkerman

Voorop treffen we een groot lcd-display van 6,49 inch aan. De telefoon beschikt over een hoge verversingssnelheid van 120 Hertz, HDR en een resolutie van 1080 × 2400 pixels (ook wel FHD+ genoemd). Het scherm kan redelijk helder ingesteld worden en wordt beschermd door een stevige laag Gorilla Glass 5-glas. De kleuren komen mooi en prettig naar voren, maar de kijkhoek is matig. Het enige wat echt opvalt in nadelige zin is dat er een luchtlaag zichtbaar is. Daardoor werpt de behuizing een schaduw op het display, en dat oogt heel goedkoop.

©Wesley Akkerman

Degelijke processor

De smartphone wordt aangedreven door de Mediatek Dimensity 7025. Die valt qua prestaties ergens tussen de Snapdragon 7s Gen 2 (zoals in de Redmi Note 13 Pro) en Snapdragon 6s Gen 3 (zoals in de Moto G85) in. Voor gaming is dit niet echt een goede processor, maar voor dagelijks gebruik hebben we weinig te klagen. We hebben ook niet het idee dat de cpu het scherm niet kan bijbenen. Het kan zijn dat je tijdens het scrollen het toestel betrapt op een korte vertraging, maar dat kan ook komen doordat bijvoorbeeld een site of app net wat meer van het systeem vraagt.

Voor deze prijs vinden we de hoeveelheid opslagruimte en werkgeheugen heel riant. Je krijgt namelijk respectievelijk 256 GB en 8 GB voorgeschoteld. Het toestel draait nu op Android 14 en biedt bovendien de kenmerkende kale Android-ervaring aan. Houd wel rekening met wat vooraf geïnstalleerde apps, die je in sommige gevallen kunt verwijderen. Helaas krijgt de Motorola Moto G55 slechts twee Android-upgrades en vier jaar aan beveiligingsupdates. Dat is echt ontzettend karig, maar heeft mogelijk iets te maken met de keuze voor de processor.

Lees ook: Waar voor je geld: 5 uitgebreide smartphones voor max 500 euro

Tegenvallende camera's

De 50 megapixelcamera achterop legt weliswaar kleuren redelijk natuurlijkgetrouw vast, maar eigenlijk zien we twee problemen waar we ons niet overheen kunnen zetten. De beelden ogen een beetje flets en plat, terwijl we aan de zijkanten soms een gebrek aan scherpte opmerken. In de avond maakt de Motorola Moto G55 al snel overbelichte foto's, waardoor kleuren niet stralen en details snel wegvallen. Je kunt dit soort foto's prima gebruiken voor op Facebook of andere sociale media, maar we zouden ze niet printen en daarna in een familiealbum stoppen.





Wat ons verder opvalt aan de groothoeklens, van acht megapixel, is dat die anders omgaat met kleuren. Die komen niet helemaal overeen met de werkelijkheid en missen bezieling. Ook kan het zijn dat felle delen, zoals een wolkendek, kenmerkende detaillering missen.

Avondfotografie is echt ondermaats, en het helpt daarnaast niet dat de lens geen toegang heeft tot de optische beeldstabilisatie. De macro-optie (van de groothoeklens) maakt tot slot soms té scherpe foto's, waardoor randen hard ogen en een witte gloed krijgen. De camera's laten dus te wensen over.





Motorola Moto G55 kopen?

De accu doet gelukkig wel een hoop goed. Dankzij een vermogen van 5000 mAh kun je het soms wel twee dagen (of meer, afhankelijk van gebruik) uithouden. En met een 30watt-lader kun je het toestel vaak binnen anderhalf helemaal volladen. Die oplader moet je dan wel zelf aanschaffen, want die zit niet in de doos. Dat komt niet door Motorola, maar vanwege regels uit Europa. Met een half uurtje laden is het toestel voor de helft gevuld, dus daarin is het toestel betrouwbaar. Verder is het goed om te weten dat er geen draadloos opladen beschikbaar is.

We houden er rekening mee dat dit een toestel van 250 euro is, maar dan nog speelt de camera het apparaat parten. Die maakt vaak ondermaatse foto's en is dus het grootste struikelblok. Het scherm, het ontwerp, de bouwkwaliteit, de accu, de opslag en het werkgeheugen scoren gelukkig allemaal een dikke voldoende, en de processor is daarnaast heel capabel voor dagelijkse taken. Tot slot vinden we het updatebeleid te mager. Desondanks voelt de Motorola Moto G55 compleet genoeg om hem minimaal te overwegen als volgende budgetaankoop.