ID.nl logo
Huis

OpenVPN installeren op Windows 10, macOS en Linux

OpenVPN installeren op je Windows-pc doe je met de officiële OpenVPN-client, Windows zelf heeft geen ondersteuning voor deze vpn. Hetzelfde geldt voor macOS en veel Linux-distributies: daar zijn er andere pakketten beschikbaar om je op weg te helpen. Zo ga je daarmee aan de slag.

Windows zelf ondersteunt weliswaar een aantal vpn-protocollen, maar dat blijft beperkt tot L2TP. Helaas is ook hier geen directe ondersteuning voor OpenVPN. Hetzelfde geldt voor macOS en misschien verbazingwekkend ook voor veel Linux-distributies. Zelfs voor bijvoorbeeld Ubuntu is het nog nodig om apart een OpenVPN-pakket te installeren om ermee aan de slag te kunnen. Hopelijk verandert dat te zijner tijd naarmate dit vpn-protocol steeds populairder wordt.

Lees hier hoe je OpenVPN ook op Android of iOS installeert.

Tijdens de OpenVPN-installatie van je server kun je overigens kiezen tussen tap en tun. Tap werkt op ethernetniveau, dus laag 2 en werkt als een switch. Tun werkt op netwerkniveau, laag 3 en stuurt pakketten door op de vpn. Tap is handig voor als je twee netwerken wilt bridgen (dus aan elkaar wilt koppelen), tun is vooral bedoeld voor routing. Het voordeel van tap is dat het zich gedraagt als een echte netwerkadapter, dat het geschikt is voor alle netwerkprotocollen, dus ook IPv6, en dat je dus kunt bridgen.

Het nadeel van tap is dat het slecht schaalt, vanwege de vele overhead. Het voordeel van tun is de verlaagde overhead en dat het alleen ip-pakketten verplaatst. Tun ondersteunt alleen IPv4 en je kunt er niet mee bridgen. Als je een OpenVPN-provider neemt, krijg je tun. Zet je je eigen OpenVPN-server op, dan kun je natuurlijk kiezen en is in sommige gevallen tap handiger, zodat je bij je eigen netwerk op afstand kunt, op een veilige manier.

OpenVPN in Windows 10

Voor Windows 10 gebruik je het beste de officiële OpenVPN-client. Download het bestand achter het tekstje Installer, Windows Vista and later. Loop even door de installatie heen. De standaardopties zijn goed, maar het kan zijn dat je vpn-provider wil dat je nog wat wijzigt. Sommige vpn-providers raden aan om simpelweg alles aan te vinken, zodat het zeker werkt. Voordat je de OpenVPN-GUI opent en doorgaat, is het eerst nog nodig om de configuratie van de server in te laden. Plaats je ovpn-bestanden in de map C:\Program Files\OpenVPN\config. Bij de wat grotere vpn-providers krijg je direct een reeks configuraties, zodat je zelf kunt kiezen met welke server in welk land je verbinding maakt.

Zodra je dat hebt gedaan, open je de OpenVPN-GUI. Er verschijnt niets in beeld, maar er komt wel een nieuw pictogram bij in je systeemvak. Dat pictogram is misschien wat lastig te herkennen en lijkt erg op het standaardnetwerkpictogram van Windows. Om verbinding te maken, klik je met rechts op het pictogram en klik je op Verbinden. Als je meerdere configuraties hebt, kies je je configuratie uit de lijst en klik je dan op Verbinden. Zodra de verbinding is gelukt, zie je welk ip-adres je pc toegewezen heeft gekregen.

©PXimport

OpenVPN in macOS

De beste optie om in macOS met OpenVPN aan de slag te gaan, is Tunnelblick. Download de meest recente stabiele versie en volg de installatiestappen. Lanceer Tunnelblick direct na het installeren. Download vervolgens de configuratie van je OpenVPN-provider. Een ovpn-bestand opent standaard al met Tunnelblick. Soms zijn speciale Tunnelblick-configuraties beschikbaar, met de extensie tblk. Deze kan meerdere ovpn-configuraties in één keer bevatten.

Heb je noch een ovpn-bestand noch een tblk-bestand, dan kun je het volgende proberen: plaats alle OpenVPN-bestanden in een map. Zodra je dat hebt gedaan, zet je als extensie van de map .tblk en open je het met Tunnelblick, waarna je met wat geluk gewoon verbinding kunt maken.

Het laatste alternatief is om zelf een ovpn-bestand te maken met een sjabloon. Zorg ervoor de regels ca ca.crt, cert client.crt en key client.key naar de juiste bestanden verwijzen, pas remote my-server-1 aan naar het OpenVPN-serveradres en kijk even naar de regels tls-auth ta.key 1 als je dat hebt, anders comment je die regel, en check of de juiste cipher wordt gebruikt. Controleer ook de gebruikte encryptie. Voor veel OpenVPN-servers zou dat genoeg moeten zijn om verbinding te maken.

©PXimport

OpenVPN op Linux

Op Ubuntu 16.04 LTS installeer je OpenVPN met het commando:

sudo apt-get install network-manager-openvpn-gnome

De OpenVPN-versie in de repository is echter nogal verouderd, niet geheel verrassend. OpenVPN onderhoudt een up-to-date ‘personal package archives’ (ppa) zodat je de nieuwste versie kunt installeren met:

sudo -s wget -O - https://swupdate.openvpn.net/repos/repo-public.gpg|apt-key add – echo "deb http://build.openvpn.net/debian/openvpn/stable xenial main" > /etc/apt/sources.list.d/openvpn-aptrepo.list apt update && apt upgrade exit

gebruiken voor Wheezy (Debian 7.x), Jessie (Debian 8.x) en Trusty (Ubuntu 14.04).

Om een nieuwe OpenVPN-verbinding op te zetten, klik je rechtsboven op de Network Manager. Ga naar Edit Connections en klik op Add. Beschik je over een ovpn-bestand? Kies dan uit de lijst voor Import a saved VPN configuration… en blader naar je ovpn-bestand. De network-manager vult dan automatisch alle vereiste gegevens in.

Als je over aparte bestanden beschikt, zoals ca.crt, client.key en client.crt, dan kies je voor OpenVPN. Vul de gevraagde gegevens in. Bij User certificate kies je voor client.crt (het bestand kan natuurlijk ook anders heten, zoals [apparaatnaam].crt of [gebruikersnaam.crt]). Bij CA Certificate kies je ca.crt en bij Private Key kies je voor client.key. Klik dan op Save.

Om verbinding te maken, klik je op het netwerkicoon / VPN Connections en kies je de vpn-verbinding uit de lijst. Maak je liever verbinding direct vanaf de commandline-interface met je OpenVPN-server, dan doe je dat eenvoudig met het commando:

sudo openvpn --config [pad-naar-ovpn-bestand]

Bijvoorbeeld:

sudo openvpn --config ~/Desktop/VPNConfig.ovpn

©PXimport

▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.