ID.nl logo
Meterstanden in Excel bijhouden
Huis

Meterstanden in Excel bijhouden

Je wilde altijd al graag besparen op gas en stroom, maar nu de energieprijzen zo hoog zijn al helemaal. Daarvoor moet je weten hoeveel energie je verbruikt. Noteer daarvoor één keer per week de meterstanden in Excel en het programma geeft je een compleet beeld van je verbruik. Met een prognose weet je al na een paar maanden wat je jaarverbruik zal zijn. En met een grafiekje krijg je helemaal een goed beeld. Je meterstanden in Excel bijhouden kun je als volgt vormgeven.

De meeste huizen hebben tegenwoordig een slimme meter. Die geeft je meterstanden door aan je energiebedrijf, zonder dat je het merkt. Daardoor sta je er nauwelijks meer bij stil hoeveel gas en stroom je verbruikt. Wil je bewust omgaan met energie, dan helpt het om je verbruik in kaart te brengen. Dat doe je in Excel.

Het werkblad inrichten

Je maakt één werkblad voor het gas en als dat klaar is, kopieer je het hele werkblad voor elektra. Vooraf stellen we de opmaak in.

Klik met rechts op de kolomletter bovenaan kolom A en kies in het menu voor Celeigenschappen om het gelijknamige venster te openen. Klik op Datum en kies onder Type een van de datuminstellingen. Wil je de datums zonder spatie, klik dan in dit venster op Aangepast en vul onder Type de code d mmm jj in.

Klik vervolgens met rechts op de B bovenaan kolom B en open opnieuw het venster Celeigenschappen, kies Getal, voer 0 in bij Decimalen en schakel Scheidingsteken voor duizendtallen in. Dat doe je ook voor kolommen C, E en F.

In kolom D komen procenten; selecteer die kolom door bovenin met links op D te klikken en klik in de tab Start op de knop Percentage.

De kleuren en de opschriften mag je overnemen uit de afbeelding.

©PXimport

Beginnen met invullen

Je duikt op een vast moment in de week in je meterkast en noteert dan de meterstanden. Je kunt beginnen op de datum waarop je meter wordt opgenomen voor de jaarafrekening. Typ de begindatum in cel A5, bijvoorbeeld 1-3, en druk op Enter; het jaartal van het huidige jaar hoef je er niet bij te typen, dat komt er vanzelf achter. De opmaak had je ook al ingesteld. Je ziet in dit geval: 1 mrt 21.

De volgende datums hoef je niet zelf te typen, want Excel kan ze voor je invullen. Plaats hiervoor in A6 de formule:

=A5+7

Excel telt 7 bij de datum in A5 op, dat is een week later. Kopieer en plak deze cel omlaag tot in A57 en je hebt de weken van een heel jaar; dat hoeft niet precies een kalenderjaar te zijn.

Je verbruik berekenen

Naast de eerste datum typ je de eerste stand van de meter. De punt voor de duizendtallen hoef je niet te typen, die komt er vanzelf tussen; dat had je via de opmaak ingesteld. Een week later vul je in kolom B de volgende meterstand in. Om meteen te zien hoeveel je de afgelopen week verstookt hebt, moet Excel de stand die je invulde, aftrekken van de stand van de vorige keer. Dat zou in C6 gewoon kunnen met:

=B6-B5

Maar als je die omlaag kopieert en plakt, zul je naast de eerstvolgende lege cel de laatste meterstand zien met een minteken ervoor. Dat staat niet fraai: we willen verder omlaag in kolom C niets zien als de cellen in kolom B nog leeg zijn. Geef daarvoor C6 de formule:

=ALS(B6=0;0;B6-B5)

Dat wil zeggen: als er in B6 niets staat, staat in C6 nul en zodra je in B6 een stand invult, trekt deze formule de beide cellen van elkaar af en zie je het verschil. Kopieer en plak C6 omlaag. Zodra je de volgende meterstand invult, zie je dan het verbruik van de afgelopen week.

Wil je weten hoeveel je in totaal hebt gebruikt sinds je de standen begon bij te houden? Hiervoor tellen we boven in kolom C alle stukjes weekverbruik op. Plaats hiervoor in C4 de formule:

=SOM(C6:C60)

©PXimport

Golflijn

Het is natuurlijk de sport om met je verbruik lager uit te komen dan vorig jaar. Noteer hiervoor je totale verbruik van vorig jaar bovenaan, in E2.

We willen elke week van dit jaar vergelijken met dezelfde week in het vorige jaar. Nu kun je niet simpelweg zeggen dat je elke week een 52ste van je jaarverbruik verstookt, want in juli verbruik je bijna niets, in januari het meest. Dat verbruik per week verloopt volgens een boog, een sinus. Om die boog na te rekenen, laten we op elke datum in kolom A een formule met een sinus los. Voor D6 luidt deze formule in zijn eenvoudigste vorm:

=SIN(A6/365*2*PI())

We delen eerst de datum van A6 door 365, doen dat maal 2 en maal het getal pi; officieel gaat dat met ‘360/180*PI()’, maar dat hebben we vereenvoudigd naar ‘2*PI()’.

Vervolgens nemen we daarvan de sinus, gewoon met de rekenfunctie SIN. Dat levert een waarde tussen 1 en -1 op, en die geven we via de opmaak weer in procenten. Tellen we alle percentages van 52 weken op, dan komen we veel te hoog uit. Maar als we ze delen door 52, zijn ze opgeteld honderd procent. Dat geeft:

=SIN(A6/365*2*PI())/52

Een negatief percentage kan niet (je verstookt nooit -5% van het jaarverbruik), daarom tillen we alle waarden boven de nullijn door er een 52ste bij op te tellen. Zo wordt de formule =SIN(A6/365*2*PI())/52+1/52

Als je die omlaag kopieert en plakt, legt iedere week zijn eigen gewicht in de schaal. Weergegeven in een lijngrafiek geeft dat een mooie berg.

Alleen staat de top van de berg nog niet goed, want die moet naar de derde week van januari, dat is statistisch gezien de koudste week van het jaar. Daarvoor tellen we bij de datum van A6 nog 39 weken op, in de formule komt hiervoor ‘+39*7’. En om rekening te houden met een schrikkeljaar, vullen we A6 aan tot ‘A6*366/365’. Enfin, de formule die je moet hebben voor D6 is:

=SIN((A6*366/365+39*7)/365*2*PI())/52+1/52

Kopieer en plak deze omlaag.

©PXimport

Het verbruik vergelijken

We verdelen het totale verbruik van vorig jaar over alle weken aan de hand van de golflijn. Daarvoor doen we steeds het weekpercentage maal het jaarverbruik in E2. Elke volgende kopie van de formule moet verwijzen naar deze E2, daarvoor zetten we een dollarteken voor het rijnummer. Geef E6 de formule:

=D6*E$2

En kopieer en plak deze omlaag.

Om erachter te komen hoeveel je vorig jaar hebt verbruikt tot en met de week die je tot nu toe hebt ingevuld, moet je alleen de stukjes weekverbruik in kolom E optellen, waar in kolom B een meterstand naast staat. Dat gaat met de functie SOM.ALS. Geef hiervoor E4 de formule:

=SOM.ALS(B6:B60;">0";E6:E60)

Je ziet dan onder ‘t/m deze week:’ hoeveel je vorig jaar had verbruikt tot en met diezelfde week (als dat verbruik keurig volgens de golflijn was verlopen). Als je werkelijke verbruik tot nu toe (in C4) lager is dan E4, stook je zuiniger.

©PXimport

Jaarprognose

Excel kan na een tijdje voorspellen wat je verbruik voor een heel jaar zal zijn. Daarvoor moet je de percentages van elke week in kolom D optellen, waar in kolom B een meterstand is ingevuld. Zet hiervoor in D4 de formule:

=SOM.ALS(B5:B60;">0";D5:D60)

Deze formule kijkt waar een meterstand is ingevuld en telt de percentages op die daarnaast staan. Zo zie je hoeveel procent van het jaar is verstreken.

Dan krijgen we de prognose voor het hele jaar als we die C4 (het verbruik tot nu toe) delen door D4 (het percentage tot nu toe). We doen dat niet simpelweg met ‘=C4/D4’, want als het schema nog leeg is, is D4 nul en krijgen we de melding ‘#DELING.DOOR.0!’ of ‘#DEEL/0!’ (‘kan niet delen door 0’). In F4 komt daarom:

=ALS(D4=0;0;C4/D4)

Deze jaarprognose gaat de eerste maanden nog erg op en neer, maar na een half jaar zit de prognose al behoorlijk goed.

Het maakt hiervoor niet uit wanneer je begint met het noteren van je meterstanden. Of je gebruiksjaar nou van juli tot juli loopt of van oktober tot oktober, de prognoseformule werkt altijd!

©PXimport

Een grafiek maken

Om een goed beeld van deze cijfers te krijgen, geven we ze weer in een grafiek. Selecteer hiervoor de cellen A6 tot en met C57 (dat zie je goed: zonder de eerste datum), klik op de tab Invoegen, kies uit de groep Grafieken het eerste type kolomgrafiek (Gegroepeerde kolom). Je krijgt een grafiek met kolommetjes, die vooral de meterstanden weergeeft. Die hoeven we niet te zien: klik op de kolommetjes en druk op Delete. De kolommetjes van de meterstanden verdwijnen en je houdt de kolommetjes van het weekverbruik over (die waren eerst onzichtbaar doordat de waarden van de meterstanden veel groter waren).

Dubbelklik op de horizontale datumas; het taakvenster As opmaken verschijnt. Kies via Uitlijning bij Tekstrichting voor Tekst 270 graden draaien; de datums komen op hun kant en zijn beter leesbaar. Neem dan de knop Opties voor as, klik op Labels en voer bij de intervaleenheid 4 in; dan zitten er steeds vier weken tussen de datums onderaan. Kies hier bovenaan de optie Tekstas, want dan kun je de kolommetjes verbreden. Klik in de grafiek op een van de kolommetjes, kies Opties voor reeks en stel de Breedte tussenruimte in op 50% (dit werkt alleen als je voor de horizontale as Tekstas hebt gekozen!).

Typ je totale verbruik van vorig jaar in E2, je ziet dan de weekcijfers van vorig jaar eronder. Die voeg je als volgt toe aan de grafiek. Selecteer E6 tot en met E57, kies Kopiëren, klik op de grafiek en klik op de knop Plakken; deze reeks verschijnt in de grafiek als een serie kolommen in een boogvorm. Om daarvan een lijn te maken, klik je op deze serie kolommen en kies je in de tab Ontwerpen voor Ander grafiektype; het venster Grafiektype wijzigen verschijnt. Klik onderaan op Combinatie en kies voor deze reeks (Reeks2) de optie Lijn.

©PXimport

Berg en dal

De golflijn geeft het verbruik van vorig jaar weer, als de temperatuur door het jaar heen mooi geleidelijk zou stijgen en dalen. Deze lijn vormt een berg als je standen van juli tot en met juli lopen; begin je in januari, dan zie je een dal.

Als je de werkelijke meterstanden invult, krijgt iedere week in de grafiek een rood kolommetje. Zo kun je precies zien of jouw weekverbruik (de kolommetjes) deze golflijn volgt. De eerste weken doet de grafiek misschien nog wat vreemd aan, maar na een paar maanden begint het er echt op te lijken.

Je kunt ook de lijn voor de prognose van het lopende jaar aan de grafiek toevoegen. Selecteer hiervoor F6 tot en met F57 en volg de stappen die je zojuist voor kolom E hebt gedaan.

©PXimport

Kopiëren maar!

Is het werkblad klaar, dan kopieer je dit hele blad voor de elektrastanden. Dat doe je via de bladtab die je onder in beeld ziet. Houd Ctrl ingedrukt, houd de linkermuisknop ingedrukt en sleep opzij; je ziet een plusje bij de muisaanwijzer. Laat los en je hebt een kopie van het complete werkblad, deze heet Blad1 (2).

Dubbelklik op de eerste bladtab en verander die naam in Gas. Dubbelklik op de tweede bladtab en noem deze Stroom. Heb je dag- en nachtstroom, dan maak je nog een kopie van het werkblad en noem je de ene bladtab Dagstroom en de andere Nachtstroom. Je gaat tussen deze werkbladen heen en weer door op die bladtabs te klikken of met de toetscombinaties Ctrl+PageDown of Ctrl+PageUp.

Elke reeks een eigen naam

In de legenda van de grafiek zie je Reeks1 en Reeks2. Dat pas je als volgt aan. Klik op de kolommetjes van de weekstanden; in de formulebalk zie je een formule die met =REEKS(; begint. Typ tussen het haakje en de puntkomma Verbruik. Klik op de sinuslijn en typ in de formulebalk tussen het haakje en de puntkomma Vorig jaar.

Meteen aan de slag

Wil je zelf ook je verbruik bijhouden, dan kun je het Excel-sheet uit dit artikel downloaden. Zo kun je meteen beginnen met invullen!

Prognose nauwkeuriger instellen

Statistisch is de derde week van januari de koudste van het jaar, dus daar ligt de top van je gasverbruik. Maar ons klimaat wenst zich vast niet te houden aan de statistiek. Blijkt achteraf het hoogste rode staafje naast de top van de berg te staan, dan zit de piek van het werkelijke verbruik dus eerder of later. In het bovenstaande bestand dat je kunt downloaden hebben we dit instelbaar gemaakt. Rechts van de grafiek vind je pijltjes: door daarop te klikken, laat je de top van de sinus heen en weer schuiven. De getallen in de kolommen D, E en F reageren hierop, zodat ze dichter bij het feitelijke gebruik komen (in kolom C). Als bij jou de winter wat zachter is (je woont aan zee bijvoorbeeld), wordt je gasverbruik getemperd. De boog van de grafiek moet dan iets vlakker zijn. In het downloadbestand kun je ook dat bijstellen door op de pijltjes rechts onder de grafiek te klikken. Bij het stroomverbruik is het verschil tussen zomer en winter sowieso kleiner; maak in die werkbladen de lijn ook vlakker. Hierdoor zal de prognose zich ook aanpassen.

©PXimport

Wil je bewuster omgaan met je energieverbruik? Dan raden we ook de Cursusbundel: Automatisch energie besparen aan.

▼ Volgende artikel
Wat doet 120 Hz voor je televisie of monitor, en heb je het wel echt nodig?
© ER | ID.nl
Huis

Wat doet 120 Hz voor je televisie of monitor, en heb je het wel echt nodig?

Als je de specificatielijst van een moderne televisie of monitor bekijkt, zie je achter het kopje 'verversingssnelheid' vaak een getal staan gevolgd door 'Hz'. Jarenlang was 50 of 60 Hz de standaard, maar tegenwoordig pronken fabrikanten met 100, 120 of zelfs 144 Hz. Klinkt sneller, en sneller is meestal beter, maar wat betekent het nou eigenlijk voor jouw kijkervaring? Is het een noodzaak voor iedereen, of vooral leuk voor fanatieke gamers?

Om te begrijpen wat die Hertz (Hz) doet, moet je een televisie of monitor niet zien als een statisch schilderij, maar als een soort digitale flipbook. Het beeld dat je ziet, wordt immers continu opnieuw opgebouwd. Een standaard 60Hz-scherm ververst het beeld 60 keer per seconde. Dat is voor het menselijk oog snel genoeg om een vloeiende beweging waar te nemen bij normaal tv-kijken, zoals het nieuws of een dramaserie. Een 120Hz-scherm doet dat dus dubbel zo vaak: 120 keer per seconde.

©DC Studio

Waarom zou je meer beelden per seconde willen?

Het grootste voordeel van een hogere verversingssnelheid is soepelheid. Hoe meer beelden er per seconde worden getoond, hoe vloeiender bewegingen eruitzien. Bij 60 Hz kunnen snelle acties soms wat schokkerig ogen of last hebben van bewegingsonscherpte, ook wel 'motion blur' genoemd. Bij 120 Hz blijven details scherp, zelfs als de camera snel draait of als er bijvoorbeeld een raceauto voorbij raast. Daarnaast voelt de besturing van games directer aan. Tussen het moment dat je een knop indrukt en het moment dat je actie op het scherm ziet, zit minder tijd. Dat verschil in milliseconden lijkt verwaarloosbaar, maar je brein pikt het direct op als een responsievere ervaring.

Het verschil tussen 120 en 144 Hz (en hoger)

Terwijl 120 Hz de nieuwe gouden standaard is voor televisies, zie je bij computermonitors vaak getallen als 144 Hz, 165 Hz of zelfs 240 Hz en hoger. Het principe blijft hetzelfde, maar de toepassing verschilt. 120 Hz is de limiet voor de huidige generatie spelcomputers, zoals de PlayStation 5 en Xbox Series X. Televisies richten zich daarom specifiek op dat getal. Pc-gamers hebben echter vaak krachtiger videokaarten die nóg meer beelden per seconde kunnen produceren. Daarom zie je monitors met 144 Hz of meer.

Is het verschil tussen 120 en 144 Hz zichtbaar? Voor de gemiddelde gebruiker nauwelijks. Waar de stap van 60 naar 120 Hz een wereld van verschil is die bijna iedereen direct ziet, is de stap naar 144 Hz of hoger vooral voer voor professionele e-sporters die elke mogelijke fractie van een seconde winst nodig hebben. Voor de consument die een monitor zoekt voor thuisgebruik en gaming, is alles boven de 120 Hz doorgaans een uitstekende keuze.

©ER | ID.nl

Heb jij het nodig?

Het antwoord op die vraag hangt volledig af van wat je met je scherm doet; of dat nu een tv of een gamemonitor is. Kijk je voornamelijk lineaire televisie, films en series via streamingdiensten? Dan is een 120Hz-scherm geen harde noodzaak, aangezien films doorgaans in 24 beelden per seconde worden geschoten. Toch hebben 100/120Hz-panelen in televisies vaak wel een betere beeldkwaliteit en kunnen ze die films rustiger weergeven dan goedkopere 60Hz-panelen.

Ben je echter een gamer? Dan is het antwoord volmondig ja. De nieuwste spelcomputers en moderne videokaarten zijn gemaakt om die hoge snelheden te benutten. Games spelen soepeler, zien er scherper uit tijdens actiescènes en je reageert sneller op wat er gebeurt. Als je nu een nieuwe tv of monitor koopt met het oog op de toekomst en gaming, is 120 Hz of hoger eigenlijk een vereiste op je wensenlijstje. Let er bij televisies wel op dat je beschikt over een HDMI 2.1-aansluiting, want alleen die kabel kan de enorme hoeveelheid data van 4K-beeld met 120 Hz verwerken.

Drie tv's met 120 Hz of meer

De meeste high-end tv's van dit moment ondersteunen 120 Hz voor spelcomputers (PS5/Xbox Series X) en gaan zelfs tot 144 Hz als je ze aan een krachtige gaming-pc hangt.

Als we kijken naar de huidige generatie televisies, kunnen we niet om de LG OLED evo C5 heen. Dit is de gloednieuwe opvolger van de populaire C4 en wordt gezien als de standaard voor gamers en filmliefhebbers. Hij beschikt over vier HDMI 2.1-poorten die de volle 144 Hz ondersteunen, wat hem toekomstbestendig maakt voor pc-gamers, terwijl hij naadloos samenwerkt met de PlayStation 5 en Xbox Series X op 120 Hz. Het nieuwe paneel heeft een nog hogere helderheid dan zijn voorganger, waardoor HDR-beelden nog meer impact hebben.

Daarnaast is de Samsung OLED S95F een absolute blikvanger in de winkels. Waar Samsung vorig jaar hoge ogen gooide met de S95D, doet de F-serie er nog een schepje bovenop met een vernieuwde antireflectielaag die nog beter werkt in lichte kamers. Dit model combineert de diepe zwartwaarden van OLED met de intense kleuren van Quantum Dots. Ook dit scherm ondersteunt verversingssnelheden tot 144 Hz en beschikt over de uitgebreide Gaming Hub van Samsung, waarmee je zelfs zonder console games kunt streamen.

Voor wie liever geen OLED wil, is de Samsung Neo QLED QN90F de meest courante keuze in het high-end lcd-segment. Dit 2025-model maakt gebruik van geavanceerde Mini-LED-technologie, waardoor de helderheid veel hoger ligt dan bij OLED-schermen. Dat maakt hem ideaal voor een zonovergoten woonkamer. Met een verversingssnelheid die oploopt tot 144 Hz en een extreem lage invoervertraging, is dit voor veel competitieve gamers de favoriete keuze.

Drie monitors met 120 Hz of meer

Bij monitors ligt de standaard tegenwoordig al hoger dan 120 Hz, omdat snelheid de uitkomst van een potje schieten of racen bepaalt. Deze modellen zijn populair op Kieskeurig.

Op het gebied van monitoren zien we dat 240 Hz langzaam de nieuwe standaard wordt voor de serieuze gamer. Een model dat momenteel erg goed scoort op Kieskeurig is de LG UltraGear 27GR83Q. Dit is een 27-inch IPS-scherm met een razendsnelle verversingssnelheid van 240 Hz. In tegenstelling tot oudere modellen biedt dit scherm een extreem snelle responstijd van 1 milliseconde, waardoor je in snelle shooters geen last hebt van wazige beelden. Het is een van de meest complete monitoren van dit moment die zowel voor pc als console geschikt is.

Zoek je de absolute top in beeldkwaliteit, dan is de Samsung Odyssey G6 (G60SD) een model dat je veel ziet. Dit is een moderne OLED-monitor met een verversingssnelheid van maar liefst 360 Hz. Hoewel dat misschien overkill klinkt, zorgt de combinatie van de OLED-techniek en deze snelheid voor een ongekend vloeiende en scherpe ervaring. Het scherm heeft bovendien een nieuw koelsysteem waardoor de kans op inbranden – een angst bij oudere OLED-monitoren – aanzienlijk is verkleind.

Voor wie een beperkter budget heeft maar wel snelheid wil, is de MSI MAG 27CQ6F een actuele hardloper. Dit is een gebogen scherm (Curved) met een snelheid van 180 Hz, wat net dat beetje extra soepelheid geeft ten opzichte van de standaard 144 Hz-schermen. Het paneel biedt een hoog contrast en is daarmee een uitstekende instapper voor wie zijn game-ervaring wil upgraden zonder direct de hoofdprijs te betalen.

▼ Volgende artikel
Waarom QD-OLED voor veel gamers de beste keus is
© ID.nl
Huis

Waarom QD-OLED voor veel gamers de beste keus is

QD-OLED is steeds vaker terug te vinden in gamingmonitoren. Waar deze techniek eerst vooral was voorbehouden aan het hogere segment, zie je steeds vaker in modellen die voor een veel bredere groep gamers betaalbaar zijn. De vraag is natuurlijk of je dat verschil in beeldkwaliteit ook echt merkt tijdens het spelen. In dit artikel lees je hoe QD-OLED werkt en wanneer je het verschil in de praktijk merkt.

In dit artikel

In dit artikel lees je wat QD-OLED precies is en waarom deze schermtechniek vooral bij gamen zichtbaar voordeel biedt. We leggen uit hoe QD-OLED verschilt van traditionele lcd-panelen, wat je merkt bij snelle actie en donkere scènes, en hoe het zit met helderheid, HDR en reflecties. Ook besteden we aandacht aan burn-in en de beschermingsmechanismen die moderne QD-OLED-monitoren gebruiken. Tot slot lees je voor welk type gamer QD-OLED het meest geschikt is en wanneer een Mini-LED-monitor een logisch alternatief kan zijn.

Lees ook: Lcd versus oled: wat is het verschil en welke televisie moet je kiezen?

Wat QD-OLED anders maakt

Een traditioneel LCD-paneel werkt met achtergrondlicht dat door meerdere lagen heen moet voordat je een beeld ziet. Dat kost tijd en maakt dat zwart nooit volledig zwart wordt. QD-OLED laat die tussenlagen achterwege. Elke pixel geeft zelf licht en schakelt onafhankelijk van de rest. Daardoor reageert het beeld direct. De quantum-dot-laag zet het blauwe OLED-licht om in diepe en zuivere kleuren. Het voelt alsof je condens van een raam veegt: zodra de waas verdwijnt, zie je het beeld helder en zonder vertraging.

©ID.nl

Vloeiende beelden bij snelle actie

Die directe pixelreactie merk je vooral wanneer je snelle spellen speelt. Omdat pixels vrijwel meteen overschakelen naar een nieuwe kleurstand, blijven objecten die over het scherm vliegen scherp in beeld. In shooters, racespellen en andere games waarbij snelheid telt, bijvoorbeeld voetbalgames, ontstaat daardoor een rustiger beeld met minder bewegingsonscherpte. Je ogen hoeven zich minder vaak aan te passen. Daardoor raken ze minder snel vermoeid en houd je makkelijker overzicht, ook wanneer je langere tijd achter elkaar speelt.

©ID.nl

Zicht in donkere scènes

QD-OLED blinkt uit in donkere scènes. Pixels die geen licht hoeven te geven, staan volledig uit en leveren een diep zwart dat je bij LCD-panelen zelden ziet. Doordat heldere elementen hier direct naast kunnen staan zonder dat ze licht lekken, ontstaat een sterk contrast dat schaduwen en lichte accenten duidelijker scheidt. Daardoor verdwijnen grijze waasjes in schaduwhoeken en blijven contouren van objecten helder zichtbaar. Vooral in stealth-games, horrorspellen en shooters waarin je tegenstanders soms alleen als silhouet ziet, levert dat een tastbaar voordeel op.

©ID.nl

Kleurrijk zonder overdrijven

De quantum-dot-laag zorgt voor een breed kleurbereik waardoor lichteffecten, huidtinten en subtiele schaduwen goed zichtbaar blijven. Veel QD-OLED-monitoren tonen kleuren standaard wat verzadigd, vooral in de felste modi. In een sRGB- of filmmodus wordt het beeld zachter en natuurgetrouwer, wat beter aansluit bij fotobewerking en dagelijks gebruik. Zodra je de juiste modus gebruikt, lopen kleuren vloeiend in elkaar over en blijven ze gelijkmatig, terwijl uitgesproken elementen zoals neon en magie juist duidelijk opvallen. Dat merk je niet alleen in games, maar ook wanneer je foto's bewerkt of films kijkt.

Helderheid en HDR in perspectief

QD-OLED heeft op het gebied van helderheid flinke stappen gezet ten opzichte van eerdere OLED-generaties. In HDR-games kunnen lichte delen krachtig oplichten zonder dat fel zacht of dof oogt; explosies, glinsteringen op water en fel tegenlicht komen daardoor beter tot hun recht. Toch is het goed om te weten dat deze techniek niet alle beperkingen wegneemt. De helderheid van QD-OLED hangt sterk af van de schermvulling. Bij SDR (standaard dynamisch bereik, het normale helderheidsniveau voor dagelijkse pc-taken) op een volledig wit scherm ligt de helderheid meestal rond de 200 tot 250 nits. Bij kleinere, heldere onderdelen kan dit oplopen richting 400 tot 500 nits. In HDR kunnen pieken van 1000 tot 1300 nits worden bereikt, maar die waarden gelden vooral voor kleine accenten en niet voor het hele scherm. Mini-LED-monitoren houden hogere helderheidsniveaus langer vast, wat in fel verlichte kamers zichtbaar voordeel geeft in extreme highlights. QD-OLED compenseert veel daarvan met perfect zwart, waardoor het contrast wel krachtig blijft (zie ook kader QD-OLED versus Mini-LED) .

Reflecties in daglicht

De meeste QD-OLED-monitoren hebben een glanzende afwerking. Dat helpt bij de kleurweergave en het contrast, maar maakt het paneel gevoeliger voor reflecties bij daglicht. Daarnaast ontbreekt een polarisatiefilter. Daardoor kunnen zwartwaarden in fel licht een paarse of grijze waas krijgen: het diepe zwart wordt zichtbaar opgelicht, meer dan bij een gewone spiegeling. Dat drukt het contrast in een goed verlichte kamer en kan afleiden bij gamen. Gebruik je de monitor vooral in een donkere of gelijkmatig verlichte ruimte, dan speelt dit nauwelijks. In kamers met veel direct zonlicht of grote ramen komt een matte Mini-LED-monitor daarom vaak rustiger over.

©ID.nl

Minimale inputvertraging

Naast de snelle pixelreacties is ook de invoervertraging laag. Moderne QD-OLED-modellen reageren direct op elke muisbeweging en elke controlleractie. Vooral in competitieve shooters is dat een voordeel, omdat elke handeling zonder merkbare vertraging op het scherm verschijnt. 

QD-OLED versus Mini-LED

QD-OLED en Mini-LED worden vaak naast elkaar genoemd, maar het zijn fundamenteel verschillende technieken. QD-OLED is zelflichtend: elke pixel geeft zijn eigen licht en kan volledig uit. Dat levert perfect zwart, zeer snelle pixelreacties en sterk contrast op, wat vooral bij games met veel beweging en donkere scènes zichtbaar voordeel geeft.

Mini-LED is een verfijnde vorm van LCD. Het paneel gebruikt duizenden kleine leds als achtergrondverlichting die in zones worden gedimd. Daardoor kan een Mini-LED-scherm hoge helderheid over grote delen van het scherm vasthouden, wat prettig is in fel verlichte kamers en bij HDR met veel lichtaccenten. Zwart is hierbij wel afhankelijk van lokale dimming en nooit volledig uitgeschakeld zoals bij OLED.

Kort gezegd blinkt QD-OLED uit in contrast, snelheid en beeldrust in donkere omgevingen, terwijl Mini-LED praktischer is bij veel omgevingslicht, wanneer dezelfde elementen of onderdelen langdurig in beeld staat en als hoge helderheid belangrijk is.

Burn-in en levensduur

Burn-in blijft bij elke OLED-variant een punt van aandacht, al zijn moderne QD-OLED-schermen duidelijk verder dan eerdere generaties. Ze gebruiken meerdere beschermingsmechanismen die de belasting door statische beelden beperken. Voor normaal gamegebruik werkt dat in de praktijk goed en blijft het risico klein.

Dat neemt niet weg dat enige nuance op zijn plaats is. Gebruik je een monitor dagelijks vele uren voor taken met veel vaste elementen, zoals spreadsheets, fotobewerkingspanelen of het steeds terugkerende HUD van één game, dan is de kans op inbranden groter dan bij LCD- of Mini-LED-panelen. Afwisseling in wat je op het scherm toont en af en toe even pauze nemen helpt om het paneel langer in goede staat te houden. Even pauze nemen is ook voor jezelf goed trouwens!

Wat voor beschermingstechnieken kun je tegenkomen?

Wat is het?Wat doet het?
Screensaver (schermbeveiliging)Dimt het scherm bij langdurig stilstaand beeld en herstelt de helderheid automatisch zodra er weer beweging is, om inbranden te voorkomen.
Pixel orbiting (pixelverschuiving)Verschuift het beeld continu minimaal op pixelniveau zodat vaste elementen nooit exact op dezelfde plek blijven staan.
Pixel refresh (pixelverversing)Start een onderhoudscyclus waarbij het paneel zichzelf corrigeert om slijtage en beginnende inbranding te verminderen.
Auto Warning (automatische waarschuwing)Geeft na een bepaalde gebruiksduur automatisch een melding om een pixel refresh uit te voeren.
Logos protection (logobescherming)Herkent vaste logo's in beeld en verlaagt daar lokaal de helderheid om inbranden te beperken.
Boundary dimmer (randdimming)Dimt automatisch delen van het scherm met zwarte balken of sterke helderheidsverschillen, bijvoorbeeld bij afwijkende beeldverhoudingen.
Taskbar dimmer (taakbalkdimming)Verlaagt specifiek de helderheid van de taakbalk om langdurige statische weergave op die plek te beperken.
Thermal protection (thermische beveiliging)Past de helderheid automatisch aan wanneer de monitor te warm wordt, om oververhitting en paneelslijtage te voorkomen.

©AGON by AOC

AGON by AOC PRO OLED AG276QKD2

Voorbeeld: bescherming in de praktijk

Veel QD-OLED-monitoren combineren verschillende beschermingsmechanismen om het risico op burn-in te beperken. In onderstaande tabel zie je bijvoorbeeld wat je kunt vinden in een aantal recente modellen uit de AGON PRO line-up van AOC. Je kunt al deze functies zelf in- en uitschakelen en je kunt de intensiteit ervan aanpassen. Dat betekent dat je zelf kunt bepalen hoe sterk de bescherming is.

Techniek ⬇ / Model ➡AG276QKD2AG276UZDAG346UCDAG276QZD2
Screen saverJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / Fast
Pixel orbitingJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / Strong
Pixel refreshJa: On / OffJa: On / OffJa: On / OffJa: On / Off
Auto WarningJa: On / OffJa: On / OffJa: On / OffJa: On / Off
Logos ProtectionJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2Ja: Off / 1 / 2Ja: Off / 1 / 2
Boundary dimmerJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3
Taskbar dimmerJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3
Thermal protectionJa: Off / OnJa: Off / OnJa: Off / OnJa: Off / On

Voor wie QD-OLED vooral interessant is

Gamers die veel snelle actie spelen, halen het meeste uit QD-OLED. De voordelen van de techniek zijn in elk genre zichtbaar, maar vallen vooral op in shooters en racespellen, waar tempo en directe reacties tellen. Ook filmische games die sterk leunen op licht-donkercontrasten winnen zichtbaar aan sfeer en detail.

Conclusie

QD-OLED combineert diepe zwartwaarden met snelle pixelreacties en een breed kleurbereik. Dat zorgt voor een vloeiend beeld in snelle games en meer overzicht in donkere scènes. HDR komt overtuigend tot zijn recht, al blijven Mini-LED-schermen beter overeind bij zeer hoge helderheid en fel daglicht. Inbranden blijft een punt van aandacht wanneer hetzelfde element lange tijd in beeld staat, maar moderne modellen beschikken over uitgebreide beschermingsmaatregelen. Voor veel gamers is QD-OLED daarmee een goede keuze: snel, sfeervol en klaar voor de komende jaren.

QD, OLED en QD-OLED

OLED
Elke pixel geeft zelf licht. Daardoor zijn zwartwaarden diep en schakelt het beeld snel. Geschikt voor gaming en films, met aandacht voor burn-in bij langdurig statisch beeld.

QD (Quantum Dots)
Quantum dots zetten licht om in pure, heldere kleuren. Ze worden ingezet om kleurvolume en helderheid te verbeteren.

QD-OLED
Combineert de zelflichtende OLED-pixelstructuur met een quantum-dot-laag. Je krijgt diepe zwarttinten, snelle reactie en een breed kleurbereik. Het is een balans tussen snelheid, helderheid en kleurprecisie die goed aansluit bij moderne games.