ID.nl logo
Huis

Doe het met stijl

Om je webpagina’s helemaal naar wens op te maken kan je niet zonder css, ook niet wanneer je een cms als Joomla of een blogtool als WordPress gebruikt. De definitieve specificatie van css3 is weliswaar nog lang niet af, maar je kunt er nu al mee aan de slag!

Css staat voor cascading style sheets,  een specificatie om de vormgeving van webpagina’s los te koppelen van de eigenlijke inhoud. Je kunt css-informatie in de webpagina zelf opnemen, zowel inline, dus in de pagina zelf, als in de <head>-sectie. Voor de overzichtelijkheid kun je het ook onderbrengen in een apart bestand (extern stijlblad) waarnaar je dan vanuit je webpagina verwijst. Omdat zo’n constructie tot potentiële conflicten kan leiden, volgt de css-informatie een watervalsysteem - vandaar de naam ‘cascading’. Een inline opmaakdeclaratie krijgt een hogere prioriteit dan de opmaak die vanuit de <head>-sectie is bepaald en die krijgt op zijn beurt voorrang op een eventueel extern stijlblad.

De eerste css-editie (css1) stamt al uit 1996 en werd twee jaar later opgevolgd door css2. Zo goed als alle moderne browsers ondersteunen nagenoeg volledig beide specificaties. Intussen is men ook al jaren bezig met css3, maar het zal – net als bij html5 – nog lang duren eer de standaard het stadium van een definitieve W3C-aanbeveling bereikt. Dat css(3) nog volop in beweging is, valt goed af te leiden uit een webpagina als www.w3.org/style/css/current-work.

Gelukkig hoef je die eindfase niet af te wachten en kan je nu al aan de slag met css3. Alle moderne browsers ondersteunen namelijk al in mindere of meerdere mate css3. Op www.findmebyip.com/litmus bijvoorbeeld lees je in tabelvorm af hoe goed elke browser op dat vlak presteert. Het zal je opvallen dat vooral Internet Explorer achterloopt, vooral als het op ondersteuning van css-eigenschappen aankomt. Wel is het zo dat Internet Explorer vanaf versie 9 met zowat alle css3-selectors overweg kan: dat bewijst ook de test op www.css3.info/selectors-test.

Her en der op internet vind je al enkele mooie demonstraties van css3 (bijvoorbeeld op www.css3.info/preview of enkele voorzichtige praktijkpogingen op www.css3gallery.net). maar nog veel leuker is het als je er zelf mee experimenteert. In dit artikel bekijken we alvast enkele css3-handigheden.

Selectors

Selectors mogen dan niet het meest sexy onderdeel uit de css-specificatie zijn, ze zijn wel van cruciaal belang. Een css-selector is een item waarop je een bepaalde css-opmaak kunt toepassen. Een eenvoudig voorbeeld met de syntax selector { eigenschap:waarde; } verduidelijkt dit: h2 { font-family: ‘Comic Sans MS’; color: green; }. Alle h2-items worden hierdoor in Comic Sans MS weergegeven als groene tekst. De selectors waren aanvankelijk vooral klassieke html-elementen (zoals h2, p, en dergelijke), waarbij de css-declaratie op elke instantie van dat element werd toegepast. Css3 breidt de selectors flink uit – uiteraard met een wat complexere syntax tot gevolg.

We volstaan hier met een tweetal voorbeelden die je alvast een idee geven. Het eerste stuk code voeg je toe aan de header van het document (tussen <head> en </head>). Het tweede stuk plaats je in de body. In het volgende voorbeeld laten ze zien hoe alle <p>-elementen waarbij “PCM” in de titel voorkomt – en alleen die – een speciale opmaak meekrijgen.

<style type="text/css" >

p[title*="PCM"] { font-family: 'Comic Sans MS'; color: blue; }

</style>

<p>Welkom op de CSS3-pagina van...</p>

<p title="Mijn PCM">PCM, Personal Computer Magazine</p>

Handig zijn verder ook de (pseudoclass-)selectors :checked, :enabled en :disabled, bedoeld om formuliervelden extra focus te geven:

:checked {display: inline-block; width: 6em;}

<form>

<input type="checkbox" /></p>

<input type="radio" name="pcm" /></p>

<input type="radio" name="pcm" />

</form>

Je zal merken dat het selectievakje en de keuzeknoppen meer ruimte innemen – wegens width:6em  - zodra je ze hebt aangeklikt.

Randen en kaders

Ook voor het werken met kaders en randen voorziet css3 in enkele creatieve extra’s.  Om een kader afgeronde hoeken te geven kan één css-declaratie volstaan:

.hoeken { border: 8px outset red; width: 400px; height: 100px; border-radius: 10px; }

<div class="hoeken">Een kader met afgeronde hoeken</div>

Overigens hoef je niet noodzakelijk alle hoeken af te ronden. Het beperken tot één of meerdere hoeken doe je met behulp van de eigenschappen border-top-left-radius, border-bottom-right-radius, enzovoort. Nog meer afronding is natuurlijk ook mogelijk, zodat je bijvoorbeeld een perfecte cirkel krijgt:

.cirkel { background: red; color: yellow; width: 100px; height: 100px; text-align: center; border-radius: 50px; display: box;  box-orient: horizontal; box-pack: center; box-align: center;}

<div class="cirkel">Cirkel met tekst</div>

Zonder de vetgedrukte items krijg je weliswaar een cirkelvorm, maar staat de tekst niet mooi in (het midden van) de cirkel. Om dat gedaan te krijgen maak je dus gebruik van een nieuw “box-model”, dat vastlegt hoe zo’n box in een ander box geplaatst moet worden. Lang niet alle browsers ondersteunen momenteel deze eigenschap, maar als het goed is lukt je dat met behulp van een browser-specifieke prefix alsnog. Voor browsers die worden aangestuurd door de Gecko-engine (voornamelijk Mozilla Firefox) is dat de prefix –moz- en voor browsers met de WebKit-engine (Safari en Chrome) is dat –webkit-. De declaratie ziet er voor dit laatste browsertype dan als volgt uit:

.cirkel { background: red;  color: yellow; width: 100px; height: 100px; text-align: center; border-radius: 50px; display: -webkit-box;  -webkit-box-orient: horizontal; -webkit-box-pack: center; -webkit-box-align: center; }

Overigens hoeft niets je te weerhouden de drie types eigenschappen broederlijk naast elkaar te declareren (display: box;  display: -webkit-box;  display: -moz-box;).

Ook leuk is de mogelijkheid om twee of meer verschillende afbeeldingen als kaderachtergrond te gebruiken. Je hoeft eigenlijk alleen een komma te zetten tussen de diverse plaatjes. Houd er wel rekening mee dat niet alle browsers hiermee al overweg kunnen. Sommige gaan zelfs compleet voorbij aan de declaratie met als gevolg een lege achtergrond. In onze code hebben we dat alvast opgevangen (zie vetgedrukte tekst):

.kader { width: 500px; height: 100px; background: url(pcm.gif) no-repeat; background: url(pcm.gif) no-repeat, url(hub.gif) repeat; background-position: bottom right, 50% 30; }

<div class="kader"></div>

De waarden die bij de eigenschap background-position horen bepalen waar (en hoe) de afbeelding precies getoond wordt binnen het kader. De syntax hiervan is behoorlijk complex. Je vindt alle nodige details, inclusief voorbeelden, op www.w3.org/tr/css3-background/#background-position.

Tekst en webfonts

Aan saaie teksten kan css3 weinig verhelpen, maar de specificatie kan er in elk geval wel voor zorgen dat de tekst er leuk uitziet. Een leuke toevoeging is bijvoorbeeld text-shadow. Deze eigenschap doet precies wat de naam suggereert:

h1 { text-shadow: 2px 3px 5px red }

<h1>PCM, Personal Computer Magazine</h1>

De eerste twee waarden bepalen de verschuiving van de schaduw ten opzichte van de eigenlijke tekst (horizontaal en verticaal). De derde waarde legt de vervagingsradius van de schaduw vast en red geeft uiteraard de kleur aan. Het is trouwens ook mogelijk meer dan één schaduweffect op tekst toe te passen, bijvoorbeeld:

h1 {text-shadow: 2px 3px 5px red, -2px -3px 2px yellow}.

Het aantal webpagina’s dat volop inzet op schreefloze fonts (sans serif) als Verdana valt niet te tellen. Toegegeven, dergelijke fonts laten zich lekker lezen op een scherm, maar je kunt ook wat creatiever uit de hoek komen: met webfonts bijvoorbeeld. Dat zijn lettertypes die door de browser automatisch kunnen worden gedownload. Webfonts zijn geen uitvinding van css3, maar de specificatie heeft het concept wel nieuw leven ingeblazen. Je kunt in css3 namelijk ieder (open) truetype font (extensies .ttf en .otf) inzetten.

@font-face { font-family: Inkinthemeat; src: url("inkinthemeat.otf") }

h1 { font-family: Inkinthemeat, Verdana; color: blue; font-size: 6em; }

<h1> PCM, Personal Computer Magazine</h1>

Je hoeft niet ver te zoeken gratis fonts die je effectief als webfonts kunt en mag inzetten. Een bezoekje aan een site als www.dafont.com. Handig is ook www.google.com/webfonts. Eigenlijk is deze pagina bedoeld om webfonts via een Google api op je webpagina’s te gebruiken. Je kunt de fonts echter ook probleemloos in .ttf-formaat downloaden, naar je eigen site uploaden en alsnog via css3 in je webpagina’s opnemen. Je hoeft het gewenste font alleen te downloaden en ergens online bereikbaar te maken. Je kunt het bijvoorbeeld op dezelfde locatie als je webpagina plaatsen.

Toch nog een kanttekening: Internet Explorer ondersteunt weliswaar css-webfonts, maar jammer genoeg alleen in het .eot-formaat (Embedded OpenType). Dat hoeft geen onoverkomelijk probleem te zijn. Op www.cuvou.com/wizards/ttf2eot.cgi vind je een gratis online converter evenals de nodige html-code om het font zowel in Internet Explorer als in andere browsers correct weer te geven.

Kleur en animatie

Css3 heeft ook het kleurenpalet verder uitgebreid. Nieuw zijn onder meer de kleurenschema’s hsla en rgba, waarbij de a voor ‘alpha channel’ (alfakanaal) staat. Meer achtergrondinformatie vind je op www.w3.org/tr/css3-color. Hiermee is het mogelijk de transparantiegraad van tekst of andere objecten nauwkeurig te bepalen. Dat kan ook met de eigenschap ‘opacity’, bijvoorbeeld als volgt: <div style=”background: rgb (255, 100, 50); opacity: 0.25;”>Deze tekst is bijna volledig transparant</div>. Met hsla/rgba-kleurenschema’s wordt het echter nog iets eenvoudiger:

<div style="background: hsla(0,100%,50%,0.7);">beetje transparant!</div>

<div style="background: rgba(255,100,50,0.2);">bijna volledig transparant!</div>

Over de precieze verschillen tussen opacity en rgba lees je meer op www.css3.info/introduction-opacity-rgba. Ook hier blijft Internet Explorer weer flink achter. Met het browserspecifieke filter kan je het als volgt oplossen: <p style="background-color: green; color: white; width:100%; filter:alpha(opacity=20) ;">Deze alinea is bijna geheel doorzichtig!</p>.

            Css3 maakt ook erg fraaie animaties mogelijk, al dan niet in combinatie met JavaScript. Sites als www.1stwebdesigner.com/css/50-awesome-css3-animations en http://blog.insicdesigns.com/2010/02/the-beauty-of-css3-animation hebben alvast een aantal overtuigende demo’s verzameld. We beperken ons hier noodzakelijkerwijs tot een instapvoorbeeld aan de hand van de eigenschap ‘animation’, die verschillende animatie-eigenschappen verenigt. Eerst bepaal je het gewenste keyframe (zie regel 1), waarna je de eigenlijke animatie vastlegt (regel 2) en die uiteindelijk ook aanroept:

@-webkit-keyframes mijn_animatie {from {left: 50 px; top: 50 px;} to {left: 400 px; top: 200 px;}}

#kader {-webkit-animation: mijn_animatie 4s linear 1 infinite alternate;position:absolute; height: 30px; width:122px; background-color: red;}

<div id="kader">PCM in beweging…</div>

Zoals je merkt, is de animatie-eigenschap momenteel nog browserspecifiek (-webkit-animation) en krijg je die voorlopig alleen aan de praat op browsers met de Webkit-engine. De parameters van de tweede regel, waarin de animatie vastleggen, vergen enige toelichting. Je treft daar de volgende eigenschappen aan:

-animation-name: de naam van je animatie, zoals bepaald door @-webkit-keyframes;

-animation-duration: de duur van een enkele animatie (standaard is dat 0, dus géén animatie – in ons voorbeeld staat die op 4s ingesteld);

-animation-timing-function: bepaalt hoe de animatie tussen twee keyframes moet bewegen (mogelijke waarden zijn onder meer ease, linear, ease-in en ease-out);

-animation-delay: de startvertraging;

-animation-iteration-count: herhalingsfactor (dat kan een cijfer zijn maar bijvoorbeeld ook infinite);

-animation-direction: richting (normal of alternate – in dit laatste geval wordt de animatie ook afgespeeld in omgekeerde richting).

We hebben in deze workshop niet alle mogelijkheden van css3 kunnen bespreken, maar de voorbeelden geven een aardig idee van wat je met css3 kunt. Zoals gezegd is de specificatie nog volop in beweging en valt het niet helemaal uit te sluiten dat bepaalde eigenschappen alsnog verdwijnen of worden aangepast. Anderzijds komen er ook geregeld nieuwe elementen bij en staan er nog wel een aantal op stapel (onder meer voor wiskundige formules en het weergeven van grafieken). Dit alles hoeft je niet te weerhouden css3 in je eigen webpagina’s te gebruiken, zolang je je bewust bent dat niet alle browsers alle css3-eigenschappen (even goed) weergeven.

▼ Volgende artikel
Review Ring Outdoor Cam Pro – Interessant, maar niet voor iedereen
© Wesley Akkerman
Zekerheid & gemak

Review Ring Outdoor Cam Pro – Interessant, maar niet voor iedereen

De Ring Outdoor Cam Pro is een redelijk prijzige, slimme beveiligingscamera voor buiten die flink wat in zijn mars heeft. Het apparaat kost 199,99 euro en daar komt – waarschijnlijk – nog maandelijks een abonnement bovenop.

Goed
Conclusie

De Ring Outdoor Cam Pro biedt fijne hardware, waaronder 4K-video met 10x digitale zoom (die nog redelijk acceptabel is ook). De installatie is eenvoudig, maar de camera mist wel de nodige smarthome-integraties (waardoor hij dus niet voor iedereen even handig is). Bovendien is hij aan de prijzige kant en heb je voor het optimale gebruik een abonnement nodig, waardoor je maandelijks of jaarlijks terugkerende kosten hebt. Daardoor betaal je hier meer voor dan bij Eufy, en daarom is de Outdoor Cam Pro alleen interessant als je al andere Ring-producten hebt.

Plus- en minpunten
  • Goede beeldkwaliteit
  • Nachtzicht met of zonder kleur
  • Installatie zo gepiept
  • Beschermd tegen weer en wind
  • Geen invloed op beeldkwaliteit
  • Abonnement voelt bijna nodig
  • Mist smarthomefuncties
  • Geen lokale opslagopties

De nieuwe Ring Outdoor Camera Pro heeft een compact, stabiel en minimalistisch ontwerp waardoor je hem direct als een Ring-apparaat herkent. Dankzij de compacte afmetingen kun je hem subtiel aan de muur ophangen. Je bent verzekerd van bescherming tegen weer en wind (een IP-rating is niet bekend) en er is een extra afdekking voor de kabelaansluitingen. Ring levert de camera daarnaast met een kogel-gelagerde muurbeugel en montagemateriaal. De stroomvoorziening verloopt via de usb-c-kabel achterop; dit is helaas geen model met eigen batterij.

De installatie is, zoals gebruikelijk bij Ring, snel en ongecompliceerd. Je maakt verbinding via wifi na het scannen van de QR-code en over het algemeen is de verbinding stabiel. We hebben gedurende de testperiode geen storingen opgemerkt. Mocht je de camera willen ophangen, dan moet je wel zelf even een gaatje boren; daar zit voornamelijk het werk in. In de doos zit overigens alles wat je nodig hebt om dat te doen. Denk dan aan die eerdergenoemde muurbeugel, maar ook aan alle schroeven en dergelijke. Je hoeft alleen de boor er zelf bij te pakken.

©Wesley Akkerman

Weinig zeggenschap over het beeld

De Ring Outdoor Cam Pro heeft een 4K-resolutie en een brede kijkhoek van 140 graden. Overdag zorgen natuurlijke kleuren en HDR-ondersteuning ervoor dat details en gezichten duidelijk herkenbaar blijven, zelfs bij tegenlicht. 's Nachts schakelt de camera automatisch over op helder zwart-witbeeld dankzij infrarood. Het systeem is bovendien in staat nachtvisie in kleur te leveren, maar daarvoor is er wel voldoende licht nodig. Hij schakelt automatisch van stand op basis van de hoeveelheid licht; je kunt helaas niet zelf bepalen of je in kleur of zwart-wit filmt.

Ring maakt verder gebruik van betrouwbare bewegingsdetectie, waarbij je via de app zones kunt instellen om vals alarm te voorkomen. De Ring Outdoor Cam Pro heeft 3D-bewegingsdetectie en Bird's Eye View (een typische Ring-uitvinding) voor nauwkeurige afstandsmetingen en het volgen van bewegingen. Met een Ring Protect-abonnement krijg je toegang tot geavanceerde herkenning van personen, dieren en voertuigen. Voor zaken als tweewegcommunicatie en de live-feed hoef je gelukkig niet in de buidel te tasten.

Het gebrek aan kleur komt door de mist.

Verplichte cloudopslag

Over het abonnement gesproken: daarmee krijg je ook nog toegang tot een uitgebreide videohistorie. Dat kost je wel minimaal 3,99 euro per maand. De opgenomen beelden blijven dan voor 180 dagen bewaard. Een belangrijk punt blijft echter de cloud-exclusiviteit; Ring maakt het nog steeds niet mogelijk om beelden lokaal op te slaan. Je bent dus verplicht een abonnement af te nemen als je je huisbeveiliging een beetje serieus neemt. De app faciliteert wel een overzichtelijk rechtenbeheer voor gezinsleden en waarschuwt bij allerlei ongeregeldheden.

De Ring-camera integreert tot slot met Alexa (de slimme assistent van Amazon) en IFTTT (een gratis en eenvoudige service voor smarthome-automatiseringen), maar mist helaas ondersteuning voor Google Home en Apple HomeKit (zoals dat al jaren het geval is). Via de Ring-app, beschikbaar voor Android en iOS, heb je de controle over de instellingen, inclusief het in- of uitschakelen van de sirene en bewegingsdetectie. De app toont een overzicht van gebeurtenissen en maakt het mogelijk voorgeprogrammeerde berichten af te spelen voor je bezoekers.

Van links naar rechts: infraroodnachtzicht, nachtzicht met kleur en nachtzicht zonder infrarood.

Lees ook onze review van de Ring Floodlight Cam Pro (2e gen)

Ring Outdoor Cam Pro kopen?

De Ring Outdoor Cam Pro biedt fijne hardware, waaronder 4K-video met 10x digitale zoom (die nog redelijk acceptabel is ook). De installatie is eenvoudig, maar de beveiligingscamera mist wel de nodige smarthome-integraties (waardoor hij dus niet voor iedereen heel handig is). Bovendien is hij aan de prijzige kant en heb je voor het optimale gebruik een abonnement nodig, waardoor je maandelijks of jaarlijks terugkerende kosten hebt. Daardoor betaal je hier meer voor dan bij Eufy, en daarom is de Outdoor Cam Pro alleen interessant als je al andere Ring-producten hebt.

▼ Volgende artikel
Tracker in je e-bike verstoppen? Dit zijn de beste plekken (en de risico's van een AirTag)
© Halfpoint - stock.adobe.com
Mobiliteit

Tracker in je e-bike verstoppen? Dit zijn de beste plekken (en de risico's van een AirTag)

Wist je dat er dagelijks tussen de 200 en 300 e-bikes gestolen worden? Als jij een elektrische fiets hebt, doe je er natuurlijk alles aan om dat te voorkomen. Maar zelfs wanneer je hem met meerdere sloten vastzet, is dat geen garantie dat dieven hem laten staan. Wordt je fiets toch gestolen, dan kan een tracker helpen om hem terug te vinden. Alleen: waar verstop je zo'n tracker het best, en welke systemen werken echt goed?

Dit artikel in het kort

📡Het verschil: bluetooth vs. GPS-trackers (en wat jij nodig hebt)
📡De 6 populairste plekken om een zender onzichtbaar te monteren
📡Wanneer moet je kiezen voor een gespecialiseerd systeem met abonnement?

Twee soorten trackers: bluetooth vs. GPS

Voordat je een tracker koopt, is het belangrijk om het onderscheid te kennen tussen de twee systemen die op de markt zijn. Het verschil zit hem vooral in de techniek en de prijs.

  1. Bluetooth-trackers (zoals de Apple AirTag): Deze zijn goedkoop (20 tot 40 euro) en compact. Ze hebben geen eigen internetverbinding of GPS, maar 'liften mee' op het signaal van telefoons van voorbijgangers.

  2. GPS-trackers: Ze hebben een ingebouwde simkaart en een eigen GPS-module. Ze zenden zelfstandig hun locatie uit, waar ze ook zijn, maar vereisen vaak wel een abonnement.

Bluetooth-trackers (zoals de Apple AirTag of goedkopere varianten) zijn inmiddels overal verkrijgbaar. De werking is heel simpel: de tracker zendt een bluetooth-signaal uit dat wordt opgepikt door smartphones van toevallige voorbijgangers. Die telefoons sturen vervolgens anoniem de locatie door via hun eigen internetverbinding. In drukke stadscentra werkt dit vaak prima, omdat er altijd wel iemand in de buurt is.

AirTag in je fiets? Dit zijn de nadelen en risico's

Rene Bolt is Chief Technology Officer bij Conneqtech, een bedrijf dat trackingsystemen voor e-bikes ontwikkelt. Volgens de expert is er op zich weinig mis met voordelige trackers, al laten de prestaties vaak te wensen over: bij budgetmodellen is de batterij vaak al na een maand leeg of blijkt de locatiebepaling onnauwkeurig, zegt hij.

Het grootste probleem zit hem volgens Bolt echter in het ontwerp. Een AirTag is bedoeld voor zoekgeraakte sleutels of tassen, niet voor gestolen fietsen. Dat brengt een onbedoeld risico met zich mee: om stalking te voorkomen, waarschuwt Apple automatisch mensen die ongewild gevolgd worden. "Een fietsendief wordt dus ook genotificeerd als er een onbekende AirTag meereist", waarschuwt Bolt. "Als hij een iPhone heeft, geeft die een alarm af en kan hij de tracker zelf opsporen."

🚲Lees ook: In 7 stappen de juiste e-bike-verzekering

©wachiwit - stock.adobe.com

View post on TikTok

Populaire verstopplekken

Juist omdát een dief vroeg of laat een melding op zijn telefoon kan krijgen, is de verstopplek cruciaal. Je wilt immers voorkomen dat hij het zendertje binnen tien seconden van je fiets plukt en weggooit. Wil je ondanks de risico's toch een bluetooth-tracker gebruiken? Zorg dan dat hij extreem moeilijk te vinden is. Populaire verstopplekken zijn onder meer een opbergvakje onder het zadel, de bidonhouder, een fietsbel, een fietstas, een fietsmand of bak, of - bij modellen met brede banden - tussen band en velg.

De meeste trackers geven een prima signaal af wanneer je ze verstopt achter de kunststof onderdelen van je fiets. "Wat je vooral niet moet doen, is de tracker inkapselen in metaal", legt Rene uit. "Het klinkt slim om een tracker binnenin het fietsframe te stoppen, maar waarschijnlijk kun je hem dan helemaal niet traceren."

Meer weten? Check dan: Zo vind je de beste GPS-tracker voor je e-bike

Fietsslot voor je e-bike: dit zijn 5 goede opties

Een tracker is vooral bedoeld voor wanneer je fiets al gestolen ís, maar dat wil je natuurlijk zoveel mogelijk voorkomen. Een goed slot dus:

ART-keurmerk: Het slot moet minimaal ART-2 gecertificeerd zijn (2 sterren).
Tweede slot: Veel verzekeraars verplichten tegenwoordig een tweede slot (ketting- of beugelslot) waarmee je de fiets aan de 'vaste wereld' (zoals een lantaarnpaal) vastzet.
Lengte:
Kies een ketting of vouwslot van minimaal 85 tot 100 cm, zodat je hem makkelijk ergens aan vastmaakt.

1. AXA Defender:Het klassieke ringslot dat op heel veel e-bikes standaard zit. Oersterk, ART-2 gekeurd en makkelijk uit te breiden met een insteekketting.
2. ABUS Iven Chain 8210: Deze ketting van 110 cm is van gehard staal, maar heeft een flexibele hoes die lakschade aan je fiets voorkomt. Uiteraard ART-2.
3. AXA Fold Ultra 90:Een compact alternatief voor de zware ketting. Dit vouwslot is makkelijk mee te nemen in de houder op je frame en vouwt uit tot 90 cm. Voldoet aan de ART-2 norm.
4. AXA Newton Promoto+ 2: Dit slot is ontwikkeld voor scooters, maar dankzij de ART-2 certificering perfect (en extra veilig) voor je e-bike. Voorzien van een neopreen hoes en geharde schakels.
5. AXA Absolute 9-90: Een modern kettingslot dat speciaal is ontworpen voor dagelijks gebruik. De '9-90' staat voor schakels van 9 mm dik en een lengte van 90 cm. Handig in gebruik en ART-2 gecertificeerd.

Netwerk en dekking

Ook de dekking van standaard winkeltrackers is niet altijd optimaal. Bolt noemt de techniek van Apple slim: doordat de locatie wordt bepaald via iPhones in de buurt, werkt het systeem perfect in de bebouwde kom of op drukke plekken. Zodra je de stad verlaat, is het een ander verhaal. In rustigere gebieden zijn er immers minder telefoons om verbinding mee te maken. "Zodra ik buiten de stedelijke omgeving kom," ziet hij in de praktijk, "loopt het signaal direct achter."

©Sebastian Rothe

Gespecialiseerd e-bike-trackers

Voor wie zekerheid wil, raadt Rene Bolt een gespecialiseerde e-bike-tracker aan. Deze systemen vertrouwen niet alleen op bluetooth, maar hebben ook een eigen internetverbinding én GPS. Een drievoudig systeem voor locatietracking dus.

Bekende voorbeelden zijn de Tracefy Bike Tracker of de AXA-IN Smart Guard (ontwikkeld door Conneqtech). Doordat ze meerdere technieken combineren, leveren ze bijna constant een sterk signaal, ongeacht waar de fiets staat. Via een app kunnen eigenaren hun fiets daardoor altijd volgen..

Keurmerk

Deze professionele trackers zijn wel een investering: gemiddeld ben je zo’n 200 euro kwijt aan installatie, plus een jaarlijks abonnement van een paar tientjes. “Toch biedt het wel een hoop waar voor je geld”, verdedigt Bolt de prijs. "We hebben een keurmerk elektronische e-bikebeveiliging van Kiwa en werken ook met verzekeraars samen die bij de duurdere e-bikes een tracker van deze kwaliteit verplichten."

Bescherm je e-bike tegen diefstal met een stevig fietsslot

En maak het dieven niet te gemakkelijk!

Aangifte en opsporing

Mocht je fiets onverhoopt toch gestolen worden, dan is aangifte doen altijd de eerste stap. Dit is verplicht voordat je bij de verzekeraar kunt aankloppen. Verzekeringsmaatschappijen werken vaak samen met particuliere beveiligingsorganisaties die gespecialiseerd zijn in het terugvinden van fietsen. "Je hebt dan een goede kans dat ze je e-bike terugvinden, maakt niet uit waar hij naartoe is vervoerd", aldus Rene.

Deze professionele opsporingsteams werken overigens liever niet met trackers zoals de AirTag, omdat het delen van locatiegegevens daarbij veel omslachtiger is dan bij een gespecialiseerde tracker. Omdat e-bikes met professionele systemen zo goed gemonitord worden, krijgen ze vaak een waarschuwingssticker op het frame. Zo weten dieven direct dat er ergens een zender verstopt zit. Dit kan al een afschrikwekkend effect hebben.

©Rostislav Ageev

Budgetoptie

Wil je niet de hoofdprijs betalen voor beveiliging? Dan kun je voor minder dan tien euro al online een eenvoudige bluetooth-tracker kopen, soms zelfs inclusief slimme opbergaccessoires. Bedenk wel dat hier een risico aan zit: als de fietsendief zelf een iPhone heeft, krijgt hij mogelijk automatisch een melding dat jouw tracker met hem meereist.