ID.nl logo
De beste routers voor elk budget
© PXimport
Zekerheid & gemak

De beste routers voor elk budget

Een nieuwe router kopen is minder eenvoudig dan het klinkt. Het aanbod is groter dan ooit. Dat het apparaat 802.11ac moet ondersteunen is wel zeker, maar ook dan nog zijn er tientallen mogelijkheden, van relatief betaalbare AC1900- tot peperdure AC5400-modellen. De grote vraag is natuurlijk wanneer je voor welk model moet gaan. Dat hebben we uitgezocht aan de hand van een test van niet minder dan 19 modellen.

Creatief gebruik van cijfertjes kan routerfabrikanten zeker niet worden ontzegd. Jaar na jaar wordt het getal dat op de doos prijkt hoger. We zitten inmiddels al bij AC5300 (of AC5400, bij een iets andere afronding), maar ook alle voorgaande varianten zijn nog volop te koop. In een kader elders in dit artikel hebben we een spiekbriefje voor je gemaakt. Lees ook: 9 tips om alles uit je router te halen.

Het zijn zo veel modellen omdat oudere varianten maar niet met pensioen gaan. Zo worden er nog steeds nieuwe AC1750-routers uitgebracht en zijn ook oude AC1750-routers, zoals Asus’ RT-AC66U, nog overal te koop, zonder dat de prijs enorm is gedaald. Nieuwe modelseries krijgen simpelweg een hogere prijs dan de oude. Het gevolg is een enorme keuze aan modellen die fors in prijs variëren. De goedkoopste routers kosten nog geen 100 euro terwijl je voor een router aan de bovenkant van de markt 450 euro betaalt. Voor dit artikel stappen we in bij AC1900 en kijken we verder naar alle standaarden die daarboven zitten, tot aan AC5300.

Voor wie zijn die 450 euro kostende superrouters daadwerkelijk interessant, en wie kan net zo goed een veel goedkoper model kiezen? Voordat we deze vraag beantwoorden, is het echter goed om eerst naar enkele algemene kenmerken en trends op de routermarkt te kijken.

Theoretische bandbreedte

De snelheden waarmee wordt gepronkt op de doos haal je in de praktijk nooit, dat weten we inmiddels wel. Sowieso geeft het getoonde getal de snelheid van alle aanwezige radio’s bij elkaar opgeteld aan, terwijl je client maar met één radio is verbonden. Ook binnen een radio zijn de opgegeven snelheden hoger dan je op een client haalt. Moderne routers hebben immers drie of vier datastromen per radio, terwijl clients er minder hebben.

Rekening houdend met het aantal datastromen is de nettosnelheid echter nog steeds langzamer dan je theoretisch zou kunnen halen. De snelheden zijn gebaseerd op Layer 1 van de protocol stack, waarbij alleen wordt gekeken naar de snelheden die mogelijk zijn met de gebruikte fysieke aansluiting. Er wordt hierbij geen rekening gehouden met zaken die zich in Layer 2 en Layer 3 afspelen, zoals gekozen encryptie en overhead. Onder overhead valt met name de bij tcp-verkeer (vrijwel alles wat je doet via een netwerk) noodzakelijke bevestigingsbestandjes (ack-frames genoemd) die moeten worden teruggestuurd op het moment dat data is aangekomen bij de ontvanger.

Dat men niet heeft gekozen voor een snelheid op een andere laag, heeft alleen maar met marketing te maken. Layer 1 is simpelweg de enige laag van de stack waarover je iets stelligs kunt zeggen als het om mogelijke bandbreedte gaat. Ook als je dit buiten beschouwing laat, valt nog wel het nodige af te dingen op de geadverteerde snelheden. Zo wordt gebruikgemaakt van technische foefjes om het getal kunstmatig wat hoger te krijgen.

Broadcom heeft bij meerdere generaties de modulatie op 2,4 GHz opgeschroefd om zo een hogere theoretische doorvoersnelheid te kunnen claimen. Dankzij TurboQAM wordt de maximale bandbreedte per datastroom niet 150 maar 200 Mbit/s, terwijl die bij NitroQAM zelfs naar 250 Mbit/s is opgevoerd. Het vervelende is alleen dat deze modulatie door vrijwel geen enkele client wordt ondersteund en je er dus niets aan hebt. Op 2,4 GHz is de rek er dus overduidelijk uit, maar op 5 GHz zeker nog niet. Op 802.11ac maakten alle tot nu toe uitgebracht routers gebruik van 80 MHz brede kanalen, maar met de Netgear R7800 kwam het eerste model op de markt dat 160 MHz brede kanalen aankan. Daarmee wordt de doorvoersnelheid hoger, maar geschikte clients zijn er nog niet.

©PXimport

Tri-band

Tri-band is een van de belangrijkste toevoegingen aan routers van de afgelopen jaren. Een tri-bandrouter heeft naast een 2,4GHz-radio twee 5GHz-radio’s. Het ene 5GHz-signaal gebruikt de ‘normale’ kanalen (36, 40, 44, 48). Het anders signaal zit op de kanalen boven de 100, de dfs-kanalen. Die zijn op zich uitstekend bruikbaar, alleen kan een dergelijk kanaal niet worden gebruikt als een signaal van een radarsysteem (bijvoorbeeld van de overheid) dezelfde frequentie wil gebruiken.

In de praktijk levert een tri-bandrouter een significant snellere doorvoersnelheid dan een router met een enkel 5GHz-signaal, simpelweg omdat de bandbreedte is verdubbeld. Dit type router maakt daarnaast ook gebruik van Smart Connect, waarbij apparaten automatisch over de radio’s worden verdeeld. Bij de AC3200-modellen werkt dit goed, maar bij de AC5300-routers minder. Die gooien de clients tijdens onze tests nog regelmatig allemaal op dezelfde radio. Als we de clients handmatig over de twee 5GHz-radio’s verdelen, komen we bij onze tests met drie clients met ieder twee antenneaansluitingen op scores die de 600 Mbit/s ver voorbijgaan. Met een enkel 5GHz-signaal houdt het bij maximaal 350 tot 400 Mbit/s op.

©PXimport

Spiekbriefje

Hoewel 802.11ac op het eerste gezicht wellicht een uniforme standaard lijkt, is de praktijk een stuk minder overzichtelijk. Hieronder zie je een overzicht van de verschillende versies van 802.11ac-routers die je op dit moment kunt aanschaffen. AC750: twee datastromen op 2,4 GHz (300 Mbit/s) en één op 5 GHz (433 Mbit/s); AC1200: twee datastromen op 2,4 GHz (300 Mbit/s) en twee op 5 GHz (867 Mbit/s); AC1750: drie datastromen op 2,4 GHz (450 Mbit/s) en drie op 5 GHz (1300 Mbit/s); AC1900: drie datastromen op 2,4 GHz met TurboQAM (600 Mbit/s) en drie op 5 GHz (1300 Mbit/s), MU-MIMO mogelijk; AC2350: drie datastromen op 2,4 GHz met TurboQAM (600 Mbit/s) en vier op 5 GHz (1750 Mbit/s), MU-MIMO; AC2600: vier datastromen op 2,4 GHz met TurboQAM (800 Mbit/s) en vier op 5 GHz (1750 Mbit/s), MU-MIMO; AC3100: vier datastromen op 2,4 GHz met NitroQAM (1000 Mbit/s) en vier op 5 GHz met NitroQAM (2165 Mbit/s), MU-MIMO; AC3200: drie datastromen op 2,4 GHz met TurboQAM (600 Mbit/s) en twee keer drie op 5 GHz (1300 + 1300 Mbit/s); AC5300: vier datastromen op 2,4 GHz met NitroQAM (1000 Mbit/s) en twee keer vier op 5 GHz met NitroQAM (2165 + 2165 Mbit/s), MU-MIMO.

Testmethode

Onze testmethode voor routers bestaat uit twee delen. Allereerst sluiten we drie laptops tegelijkertijd draadloos aan op de te testen router, waarna we met behulp van de IxChariot-testsoftware bepalen wat de maximale passthrough is. De 802.11n-laptops die we gebruiken zijn voorzien van drie antennes, de 802.11ac-laptops van twee. Daarnaast voeren we een praktijktest uit. Daarbij zetten we een bestandje van een op de router aangesloten NAS over naar een laptop op tien meter met line-of-sight, en vervolgens naar een laptop in de ruimte boven die waarin de router staat. Uiteraard meten we ook het stroomgebruik en de bekabelde snelheden.

MU-MIMO

De tweede trend die overduidelijk zichtbaar is in de routermarkt, betreft MU-MIMO. In tegenstelling tot tri-band gaat het hierbij niet om brute kracht, maar om een geavanceerde aanpassing van de algoritmes waarmee routers en clients verbinding maken. MU-MIMO stelt routers in staat om meerdere clients simultaan te bedienen, iets wat eerder niet mogelijk was.

Let wel, de client moet dit ondersteunen. Aangezien Qualcomm de stuwende kracht is achter het gebruik van MU-MIMO in routers en het bedrijf deze functionaliteit ook inbouwt in de chips die het voor smartphones maakt, zijn er al behoorlijk wat mobiele apparaten die het ondersteunen. Adapters in laptops komen ook langzaam maar zeker beschikbaar, maar hierbij gaat het allemaal een stuk trager. De implementatie van MU-MIMO is bij Broadcom op dit moment nog een stuk minder doorontwikkeld dan bij Qualcomm.

Apparaten zoals de Asus RT-AC5300 en Netgear R8500 kwamen eerder dit jaar dan ook op de markt zonder functionerende MU-MIMO. Tests die we eerder dit jaar in ons testlab hebben uitgevoerd, geven echter aan dat MU-MIMO wel degelijk voordeel oplevert. In die test leverde MU-MIMO bij het verzenden (op ontvangen heeft het geen invloed) van data bij een Netgear R7800 de grootste prestatiewinst op. Met MU-MIMO uitgeschakeld werd in die specifieke testopstelling 300 Mbit/s gehaald, met MU-MIMO ingeschakeld kwamen we uit op 425 Mbit/s. Dit betekent dus dat MU-MIMO net zoals tri-band een hogere totale snelheid kan bereiken. De snelheid per client gaat niet omhoog, de winst zit puur in het efficiënter gebruik van de draadloze signalen.

©PXimport

Superrouter: goed idee?

Op dit moment is het nog lastig om een AC5300/AC5400-router zoals de Asus RT-AC5300, Linksys EA9500 of Netgear R8500 vol enthousiasme aan te raden. Een dergelijk model is extreem duur en in dagelijks gebruik niet duidelijk sneller dan goedkopere modellen die alleen tri-band of MU-MIMO ondersteunen.

Daar komt uiteraard nog bij dat de ondersteuning van MU-MIMO door deze op Broadcom gebaseerde apparaten nog niet bepaald florissant werkt, en datzelfde geldt voor Smart Connect. Vandaar dat je in de tabel met testresultaten bij dit type routers niet de scores ziet die je eigenlijk zou verwachten. Bij bijvoorbeeld de Asus RT-AC3200 en Netgear R8000 zie je die scores wel. De Linksys en de Netgear bieden extra lan-poorten, en bij de Netgear en de Asus kun je twee van die poorten samenvoegen. Het stroomgebruik van de Linksys en de Netgear is mede door de extra poorten overigens absurd hoog. Daarnaast bijten MU-MIMO en tri-band elkaar enigszins, wat het tot een typische combinatie maakt.

Bij MU-MIMO staat het verbinden van zo veel mogelijk clients tegelijkertijd centraal, bij voorkeur met een enkele datastroom. Bij tri-band gaat het om het opzetten van een zo snel mogelijke verbinding voor zoveel mogelijk clients tegelijkertijd. De snelste clients (dus die met de meeste datastromen) zitten samen op één frequentie, de wat minder snelle met minder datastromen op de andere.

©PXimport

Wat dan wel?

MU-MIMO en tri-band zijn wat ons betreft interessante technologieën die zoals eerder aangehaald (en zoals voor tri-bandrouters in de tabel zichtbaar) in tests aantoonbare meerwaarde blijken te hebben. De modellen die een van beide technologieën gebruiken zijn ook aanraders. Ook hier zouden we de MU-MIMO-modellen die zijn gebaseerd op Broadcom links laten liggen. De AC3200 tri-bandrouters (eveneens met Broadcom onder de motorkap) zijn dan juist weer wel interessant. Ze zijn inmiddels redelijk betaalbaar en presteren goed in onze tests, zeker de Asus RT-AC3200, Netgear X6 R8000 en TP-Link Archer C3200. Wil je een MU-MIMO-router hebben die goed werkt (en heb je genoeg clients om er gebruik van te kunnen maken), dan zouden we voor een AC2600-model gaan, bijvoorbeeld de Netgear R7800, Sitecom Greyhound of TP-Link Archer C2600.

De combinatie van tri-band en MU-MIMO zorgt bij drie 802.11ac-gebruikers al voor een duidelijk zichtbare snelheidswinst in onze tests. Een dergelijke snelheidswinst is voor de zware gebruiker, die in totaal misschien wel vijftien actieve apparaten tegelijkertijd op 5 GHz wil verbinden, zeker van belang. Voor de gemiddelde gebruiker die een paar laptops, enkele smartphones en wellicht nog een paar andere netwerkapparaten af en toe draadloos met het netwerk verbindt, volstaat een AC1900-router nog altijd ruimschoots. Zowel de Asus RT-AC68U als de Netgear R7000 voldoen dan prima. Wil je net een wat moderner apparaat, dan is de Linksys EA7500 niet eens zo veel duurder, terwijl hij MU-MIMO ondersteunt. Dat is mooi meegenomen. Linksys biedt overigens wel duidelijk minder mogelijkheden dan Netgear, en zeker ook dan Asus.

©PXimport

Conclusie

Bij de zoektocht naar een nieuwe router is het goed om je niet gek te laten maken door de hoge getallen. Die zijn bij alle 802.11ac-routers sowieso schromelijk overdreven en komen tot stand met behulp van foefjes waar je in de praktijk niets aan hebt. Twee 802.11ac-technologieën waar je wel iets aan hebt, zijn tri-band en MU-MIMO. Tri-band werkt met al je 802.11ac-clients. MU-MIMO nog niet, maar het is wel de technologie van de toekomst. Modellen waarbij beide technologieën zijn ingebouwd zijn dermate duur dat we ze voor de meeste gebruikers niet aanraden, ook omdat de technologieën bij deze apparaten nog niet functioneren zoals het hoort.

Voor zware gebruikers raden we op dit moment de modellen aan die een van beide technologieën gebruiken. Op basis van onze tests en ervaringen zouden we op dit moment nog voor een tri-bandrouter gaan, omdat je daarvan zeker weet dat hij met al je 5GHz-clients werkt. De Asus RT-AC3200 heeft in dat geval onze voorkeur. Deze krijgt dan ook het keurmerk Best Getest. De Netgear R7800 is de interessantste MU-MIMO-router voor de zware gebruiker, en hij is aantrekkelijk geprijsd. Ben je niet zo’n zware gebruiker? Dan raden we de Linksys EA7500 aan, vanwege de interessante combinatie van AC1900 en MU-MIMO, en uiteraard vanwege de goede prestaties.

Niet met één apparaat klaar

Voor alle 802.11ac-routers geldt: 5 GHz is nog altijd 5 GHz. Het signaal komt bij een hoger geprijsd model niet ineens op magische wijze een stuk verder. De golflengte is net zo kort, dus het signaal sterft even snel af. Denk daarom dus niet dat je met een router van 450 euro gegarandeerd een betere dekking hebt dan met een apparaat van 170 euro. Je kunt voor 5 GHz in moderne gebouwen het beste de stelregel aanhouden dat de clients die er verbinding mee maken het beste in dezelfde ruimte of in ieder geval op dezelfde verdieping staan. Wil je een zo goed mogelijk dekkend 802.11ac-netwerk hebben, dan kun je beter meerdere accesspoints in huis ophangen. Daar moet je dan natuurlijk wel netwerkkabels voor trekken.

©PXimport

In de tabel (pdf) vind je de testresultaten van de 19 geteste routers. Klik op de tabel voor een grotere versie.

Conclusie

▼ Volgende artikel
Vakantievoorpret? Vermijd deze 8 inpakblunders
© Krakenimages.com - stock.adobe.com
Mobiliteit

Vakantievoorpret? Vermijd deze 8 inpakblunders

Vakantievoorpret is heerlijk, maar inpakken is vaak een ander verhaal. Te veel, te weinig, iets vergeten of juist drie keer hetzelfde mee: het overkomt iedereen weleens. Een goede voorbereiding scheelt stress én overgewicht op het vliegveld. In dit artikel lees je welke fouten veel mensen maken bij het inpakken van hun vakantiekoffer – fouten die jij nu natuurlijk nooit meer maakt!

De 8 meest gemaakte inpakfouten

❌ 1: Geen checklist gebruiken ❌ 2: Te veel meenemen ‘voor de zekerheid’ ❌ 3: Vloeistoffen niet apart verpakken ❌ 4: Schoenen los tussen je kleding stoppen ❌ 5: Geen ruimte overlaten voor souvenirs of aankopen ❌ 6: Kleding niet slim oprollen of verdelen ❌ 7: Geen rekening houden met handbagageregels ❌ 8: Zware spullen bovenop leggen

Lees ook: Valt de vakantie tegen? Dit is wat je kunt doen (ook achteraf!)

Of je nu met het vliegtuig of met de auto op vakantie gaat: hoe beter je koffer is ingedeeld, hoe makkelijker je alles terugvindt. Je kleding blijft netter, je hoeft minder te graaien én je houdt ruimte over voor souvenirs en andere aankopen die je mee terug naar huis wilt nemen.

Fout 1: Geen checklist gebruiken

Zonder checklist ga je af op je geheugen, en dat blijkt zelden waterdicht. In de haast of vermoeidheid vergeet je al snel iets essentieels: je oplader, een zonnebril, medicijnen of ondergoed. Een lijst geeft overzicht en rust. Je kunt er al een week van tevoren aan beginnen, zodat je tijd hebt om nog iets te kopen of te wassen. Denk in categorieën: kleding, toiletspullen, apparatuur, documenten. Ook handig: check op de dag van vertrek de lijst nog eens terwijl je je tas dichtdoet. Gebruik papier of een checklist-app, zolang je maar iets hebt om letterlijk af te vinken. Het kost je 10 minuten, maar voorkomt veel ergernis op reis.

Tip: op internet kun je op allerlei plekken inpak-checklists downloaden, bijvoorbeeld vanaf de site van de ANWB. Je geeft aan op wat voor soort vakantie je gaat (bijvoorbeeld autovakantie, vliegvakantie of kamperen) en krijgt dan een bijpassende checklist die je kunt downloaden als PDF. Je kunt die lijsten ook prima gebruiken als inspiratiebron, want ze zijn erg uitgebreid (zie Fout 2). Waarschijnlijk heb je een aantal dingen die erop staan niet echt nodig!

Fout 2: Te veel meenemen 'voor de zekerheid'

Iedereen kent het: je stopt nog snel extra kleding of schoenen in je koffer, voor het geval dat. Maar in de praktijk draag je vaak de helft niet. Die dikke trui (voor als het 's avonds afkoelt … spoiler alert: het koelt meestal minder af dan je dacht), dat derde jurkje voor 'misschien een chic diner'… het komt de hele vakantie je koffer niet uit. Kies liever voor kleding die je kunt combineren: een broek die bij meerdere tops past, een jurk die zowel overdag als 's avonds kan. Houd rekening met het klimaat, je geplande activiteiten en wasmogelijkheden op locatie. Als je toch iets mist, kun je het vaak ook ter plekke kopen.

©Mike Watson Images Limited

Fout 3: Vloeistoffen niet apart verpakken

Shampooflesjes, zonnebrand of vloeibare make-up die los tussen je spullen zitten, vormen een risico. Door drukverschillen tijdens de vlucht of simpelweg een loszittend dopje, kan de inhoud gaan lekken. Resultaat: vlekken in je kleding, beschadigde souvenirs of andere schade. Stop vloeistoffen daarom altijd in een aparte toilettas of een afsluitbaar plastic zakje. Reisflesjes met kliksluiting zijn compacter en beter af te sluiten. Zet doppen stevig vast en gebruik een extra stukje plakband als je twijfelt of ze echt goed dicht zitten.

Fout 4: Schoenen los tussen je kleding stoppen

Schoenen zijn stug, onhandig van vorm en vaak ook vies. Als je ze los tussen je kleding stopt, kunnen ze vlekken veroorzaken of je nette kleding kreuken. Beter: stop ze in een plastic zak of speciale schoenenzak en plaats ze onderin je koffer, bij de wieltjes. Zo vormen ze een stabiele basis en blijven andere spullen beschermd. Vul de schoenen met sokken, ondergoed of kleine accessoires: dat bespaart ruimte en houdt de schoenen in vorm. Neem maximaal twee paar mee (naast het paar dat je aan hebt): één comfortabel en één geschikt voor het weer of een nette gelegenheid.

Fout 5: Geen ruimte overlaten voor souvenirs of aankopen

Op vakantie koop je vaak meer dan je van plan was: kleding, lekkernijen, lokale producten of cadeautjes. Als je je koffer op de heenweg al helemaal volstouwt, past dat er niet meer bij. Gevolg: stress bij het inpakken en overbagage (ja, dat is een woord). Vooral als je gaat vliegen moet je flink bijbetalen voor elke extra kilo gewicht die niet binnen de normaal geboekte ruimbagage valt. Laat daarom bewust ruimte over in je koffer. Je hebt speciale kofferorganizers, packing cubes genoemd. Dat zijn rechthoekige zakjes van stof met ritsen die je in je koffer gebruikt om verschillende soorten kleding gescheiden en compact op te bergen - bijvoorbeeld één cube voor ondergoed, één voor shirts en één voor broeken. Zorg er op de heenweg voor dat je er eentje leeg laat, voor de terugreis. En: moet echt álles mee terug naar huis? Een fles shampoo waar nog maar een bodempje in zit, die teenslippers die na al dat flaneren echt helemaal versleten zijn: sommige dingen kun je eigenlijk het beste weggooien op je vakantieadres.

Reis je met de auto? Zorg dan dat je een of twee stevige extra tassen bij je hebt. Je hoeft dan niet je koffer propvol te doen, maar kunt toch alles wat je wilt mee terug naar huis nemen. Ook handig, vooral als je etenswaren meeneemt: een elektrische koelbox die op de sigarettenaansteker kan.

©nito

Fout 6: Kleding niet slim oprollen of verdelen

Veel mensen vouwen hun kleding zoals thuis in de kast: netjes opgestapeld. Maar in een koffer werkt dat onhandig. Vouwen leidt sneller tot kreukels, en opgestapelde kleding maakt het zoeken lastig. Door kleding op te rollen blijft het gladder én neemt het minder ruimte in. Je ziet bovendien in één oogopslag wat je bij je hebt. Wil je het nog georganiseerder aanpakken? Gebruik packing cubes of ziplockzakken om kleding per soort, dag of activiteit in te delen. Zo pak je snel uit en houd je je koffer overzichtelijk.

Fout 7: Geen rekening houden met handbagageregels

Reis je alleen met handbagage, dan gelden er strikte regels. Niet alleen qua afmetingen en gewicht, maar ook voor wat je wel of niet mag meenemen. Zo mogen vloeistoffen alleen in verpakkingen van maximaal 100 ml, en moeten ze samen in één hersluitbaar doorzichtig zakje van maximaal 1 liter passen. Elektronica moet apart getoond worden bij de beveiliging. Controleer daarom vóór vertrek de regels van je luchtvaartmaatschappij, want die verschillen per maatschappij. Een klein verschil in formaat of gewicht kan er al voor zorgen dat je moet bijbetalen of dat je toch op ruimbagage aangewezen bent.

Fout 8: Zware spullen bovenop leggen

Zware items horen onderin je koffer, bij de wielen. Als je ze bovenop legt – denk aan boeken, toilettassen of elektronische apparaten – ligt het gewicht op je kleding. Dat veroorzaakt vouwen en kreukels, en maakt je koffer ook instabiel tijdens het rollen. Leg zwaardere spullen dus eerst in de koffer, plat en dicht bij de wieltjes. Daarbovenop leg je de lichtere kleding. Zo blijft je bagage beter in balans en komt alles netter aan. Reis je met handbagage? Dan geldt dit nog meer, omdat je tas vaak rechtop in het bagagevak staat.


📸 Handzame camera's voor je vakantiefoto's


▼ Volgende artikel
Geef je videogesprek een make-over in WhatsApp
© bongkarn
Huis

Geef je videogesprek een make-over in WhatsApp

WhatsApp heeft een functie gekregen waarbij je, net zoals bij Snapchat en Instagram, achtergronden en filters op je videogesprekken toepast. Handig als je wilt verbergen dat je interieur wat rommelig is, maar de meeste van deze effecten zijn gewoon bedoeld om videoconversaties leuker te maken.

In dit artikel laten we zien hoe je videogesprekken in WhatsApp leuker maakt:

  • Gebruik het toverstafje tijdens een videogesprek om toegang te krijgen tot effecten, filters en achtergronden
  • Pas filters en achtergronden toe om je omgeving te verbergen
  • Breng jezelf bij weinig licht goed in beeld

Lees ook: Van vinkjes tot vervaldatum: WhatsApp-hacks voor dagelijks gebruik

Stap 1: Toverstafje

Zorg eerst dat de WhatsApp-app op je iPhone of Android-toestel up-to-date is, want deze functie maakt deel uit van een recente update. Het maakt niet uit of het een een-op-een chat is of een groepsgesprek. Start een videobelgesprek of open in een chat de in-app-camera van WhatsApp die je gebruikt om een foto of video te maken. Zodra het gesprek begint, zie je op het scherm een toverstafje. Als je daar op tikt, heb je de keuze tussen de opties Effecten, Filters en Achtergronden.

Gebruik het toverstafje om naar de filters, effecten en achtergronden te gaan.

Stap 2: Filters en effecten

Standaard kom je eerst bij de filters. Hier krijg je een carrousel met filters waar je doorheen kunt vegen. De opties zijn: warm, cool, zwart-wit, lichtlekken, dromerig, prismalicht, fisheye, vintage tv, matglas en duotoon, en Happy 2025.

Zodra je op zo’n filter tikt, wordt die toegepast en ziet iedereen die deelneemt aan het gesprek je nieuwe look in realtime. Op dezelfde manier voeg je effecten toe. Je kunt de filters en effecten toepassen op de selfiecamera en op de achterste camera. Bovendien is het mogelijk om effecten, filters en achtergronden te combineren. Om alles te resetten, tik je op het minnetje.

Het is mogelijk om filters en achtergronden over elkaar te gebruiken.

Stap 3: Achtergronden

Op dezelfde manier voeg je een achtergrond toe, waardoor de anderen de ruimte waarin je zit niet kunnen zien. Gebruik bijvoorbeeld een achtergrond van een kantoor, een café, of een stijlvolle woonkamer. Het is ook mogelijk om de huidige achtergrond te vervagen, en er is een set abstracte en figuratieve achtergronden. Deze virtuele achtergronden werken het best in een goed verlichte omgeving. Wanneer de kamer te donker is, zal de app moeite hebben om het onderscheid te maken tussen jou en de achtergrond.

Daarnaast heeft WhatsApp nog een tool, Low Light, die je herkent aan het pictogram van een lampje. Die is bedoeld voor als je je in een donkere omgeving bevindt. Tot slot is er een knop Retoucheringsmodus, die je uiterlijk iets zachter maakt, waardoor rimpels en wallen minder zichtbaar worden.

We hebben een nieuwe Office-achtergrond geplaatst.

Watch on YouTube