ID.nl logo
Huis

20 slimme routertips

Thuisnetwerkjes zijn erg populair. Nagenoeg allemaal zijn ze via een (draadloze) router met internet verbonden. Zo’n router hoeft in principe weinig meer te doen dan datapakketjes van het ene naar het andere netwerk te versturen. Dat neemt niet weg dat heel wat modellen nog extra functies bieden! Je vindt de interessantste mogelijkheden in onze 20 tips.

Er bestaan natuurlijk vele tientallen routermerken en -modellen. Voor dit artikel – en de schermafbeeldingen – hebben we drie (iets oudere) draadloze routers voor thuisgebruik ingezet: D-Link DIR-635, Cisco/Linksys WRT150N en MSI RG300N.

We hebben echter geprobeerd onze tips en trucs zo algemeen mogelijk te formuleren, zodat je snel de besproken functie in je eigen router kunt terugvinden. We gaan er wel vanuit dat je weet hoe je het configuratiescherm van je router bereikt en hoe je gegevens als ip-adres of mac-adres van je router of netwerkclient kunt opvragen. Ten slotte, houd er rekening mee dat sommige aanpassingen een herstart van het toestel vergen.

Tip 1: Dhcp-bereik

De kans is groot dat je router ingesteld is voor het dynamisch toekennen van ip-adressen aan je netwerktoestellen. Het kan echter handig zijn dat je bepaalde apparaten van een statisch ip-adres voorziet. Zorg er dan wel voor dat zo’n vast adres buiten het bereik ligt van de dynamische adrespool, om er zeker van te zijn dat twee apparaten niet hetzelfde adres krijgen toegekend. Stel dat je een toestel het adres 192.168.0.20 hebt gegeven, dan zou je het adresbereik van de dhcp-server van je router bijvoorbeeld kunnen instellen op 192.168.0.50 tot 192.168.0.79 (gesteld dat je aan dertig adressen voldoende hebt).

Tip 2: Dhcp- reservering

Een andere mogelijkheid om een toestel telkens hetzelfde adres toe te kennen, is via statische toewijzing – ook wel Address Reservation of DHCP Reservation genoemd. Het komt erop neer dat je een bepaald ip-adres aan het (unieke) mac-adres van een toestel bindt. De router zorgt er dan voor dat dit toestel altijd datzelfde ip-adres krijgt toegekend. Sommige routers bieden tevens ARP Binding aan, een vergelijkbare functie, die er echter ook op gericht is manipulaties als ARP poisoning te voorkomen (bijvoorbeeld met een hacktool als Cain, www.oxid.it/cain.html).

Tip 3: OpenDNS

Dns (domain name service) zorgt ervoor dat een webadres correct wordt omgezet naar het ip-adres van die webserver. Nu heb je wellicht het internetverbindingstype van je router op automatisch (dhcp) ingesteld. Dat houdt in dat je router een wan-adres van je provider krijgt toegekend én dat het toestel webadressen automatisch zal doorspelen naar de dns-servers van die provider. Heel wat routers laten je ook in dit geval toe andere dns-servers in te stellen. Hier zou je dan de dns-servers van OpenDNS kunnen invullen (208.67.222.222 en 208.67.220.220). Die bieden namelijk verschillende voordelen, in combinatie met een gratis account bij OpenDNS. Zo word je automatisch beveiligd tegen malafide sites, kun je op allerlei webinhoud filteren en zijn er gedetailleerde rapporten beschikbaar. Meer erover lees je op www.opendns.com.

Tip 4: Port forwarding

Stel, je hebt op een pc met lan-ip-adres 192.168.0.20 een server draaien op poort 8080, bijvoorbeeld een webserver. Wil je die vanaf internet kunnen bereiken, dan moet je het wan-ip-adres van je router invoeren, gevolgd door poortnummer 8080 (bijvoorbeeld: http://84.13.22.219:8080). Je router moet natuurlijk weten dat binnenkomend verkeer op poort 8080 moet worden doorgesluisd naar de pc met ip-adres 192.168.0.20. Dat kan via port forwarding (ook wel port mapping of virtual server genoemd). De kans is groot dat je voor jouw routermodel de juiste instructies vindt op www.portforward.com.

Tip 5: Port triggering

Sommige applicaties die gelijktijdig verschillende connecties vereisen, denk aan internetgames of videoconferentie, ondersteunen port triggering. Dat kun je zien als port forwarding, maar dan met een automatische aan/uitknop (wat het net iets veiliger maakt dan port forwarding, waarbij de binnenkomende poorten altijd open staan). Het komt erop neer dat zo lang zo’n applicatie data via een specifieke poort uitstuurt, een andere poort (voor binnenkomende data) automatisch geforward wordt naar de pc waarop die applicatie draait. In tegenstelling tot port forwarding hoef je bij port triggering dus niet zelf het ip-adres van die pc in je router in te vullen. Iets veiliger en handiger dus, maar er zijn niet zoveel applicaties – of routers – die port triggering ondersteunen.

Tip 6: Upnp

Ondersteunt jouw applicatie upnp (universal plug and play), dan kan het nog anders. Deze functie zorgt er onder meer voor dat (alleen de nodige) poorten automatisch geopend worden, zodat die applicatie ook vanaf internet bereikbaar wordt. Voorwaarde is wel dat ook je router upnp ondersteunt. Is dat zo, dan hoef je die functie normaliter alleen maar op enabled te zetten. Weet wel dat nogal wat gebruikers er niet zo happig op zijn deze functie in te schakelen. Je weet nooit of malware op een of andere pc van deze mogelijkheid gebruik maakt om poorten open te zetten voor de buitenwereld.

Tip 7: Dmz

Naast port forwarding/triggering en upnp heb je nog een uitweg om bijvoorbeeld een server in je netwerk van buitenaf bereikbaar te maken: dmz (demilitarized zone – hoewel de term in deze context niet helemaal correct gebruikt is). Vul je op je router bij dmz het, bij voorkeur vaste!, lan-ip-adres in van een je netwerk-pc’s, dan komt het er eigenlijk op neer dat alle poorten tegelijk naar die pc geforward worden. Dat houdt echter wel in dat die pc blootstaat aan alle gevaren van internet. Probeer dat indien mogelijk te vermijden: immers, die pc is ook met de rest van je netwerk verbonden en dus lopen ook je andere pc’s indirect gevaar. Sommige routers laten je wel toe het ip-adres(bereik) in te stellen van de toestellen die van buitenaf je dmz-host mogen benaderen, wat toch al iets veiliger is.

Tip 8: Dynamisch dns

Wordt het wan-ip-adres van je router dynamisch toegekend door je provider, dan bestaat de kans dat het adres plots wijzigt, bijvoorbeeld na een reset van de router. Vervelend als je de router geregeld via internet wilt bereiken (zie ook bij port forwarding). Dat kun je oplossen door een gratis account te creëren bij een dienst als www.dyndns.com of www.no-ip.com: die koppelt namelijk een subdomeinnaam als mijnrouter.dyndns.info aan het wan-ip-adres van je router. Om te voorkomen dat die koppeling verbroken wordt zodra je router een ander ip-adres krijgt, kun je je router zo instellen dat die automatisch het nieuwe adres doorgeeft aan de dynamisch-dns-server. Deze mogelijkheid vind je terug in een rubriek als Dynamic DNS of DDNS; houd wel je accountgegevens van die service in de aanslag.

Tip 9: Traffic shaping

Als je online aan het gamen bent, vermijd je het liefst vervelende haperingen doordat een gebruiker op een andere pc – of een andere service op dezelfde pc – zwaar netwerkverkeer genereert. Dat kan je mogelijk verhelpen door de qos-functie (quality of service) in je router te activeren. De implementatie van deze functie verschilt wel eens per router, maar in de meeste gevallen komt het erop neer dat je uit een lijst een applicatie of online game kiest en de gewenste prioriteit instelt. Soms kun je ook een ip- of mac-adres selecteren, handig als je je eigen pc voorrang wil geven, of kun je zelf bepalen wat de minimale en maximale doorvoersnelheid moet zijn (binnen de beperken van je bandbreedte).

Tip 10: Logging

Wist je dat een router vaak interessante actuele of historische gegevens bijhoudt? Routerlogs en -statistieken vertellen je bijvoorbeeld welke pakketjes werden geblokkeerd vanaf welk ip-adres, welke (draadloze) clients op dit moment met je router zijn verbonden, inclusief mac-adres (stelende buren?), welke sessies actief zijn (leuk om uit te vissen welke pc’s naar welke adressen surfen), enzovoort. Zorg er wel voor dat je de tijd op je router correct instelt, zodat ook de logs de correcte tijdsaanduidingen weergeven. Afhankelijk van de router is het mogelijk op gezette tijden of onder bepaalde voorwaarden (een deel van) de logs naar een ingesteld adres door te mailen of de gelogde data naar een Syslog-server door te sturen voor verdere analyse – mocht je zo’n server draaien hebben, natuurlijk.

Tip 11: Afstandsbeheer

Je vindt het misschien verleidelijk ‘remote management’ op je router te activeren. Dat houdt in dat je de router dan ook via internet kunt benaderen om de configuratie aan te passen. Weet echter wel dat je hiermee de deur op een kier zet: wie je wachtwoord uitvist, kan dan allerlei aanpassingen verrichten, zoals eigen dns-servers invullen, zodat je ongemerkt naar foute sites wordt omgeleid. Als je deze functie absoluut toch wilt activeren, zorg dan voor een ijzersterk wachtwoord en – voor zover je router dat toelaat – beperk het remote management tot een specifiek ip-adres of -bereik, zodat niet om het even welke host een verbinding kan opzetten.

Tip 12: Mac-filtering

Wil je de draadloze toegang tot je router beperken tot toestellen met een specifiek mac-adres, dan kun je op je router mac-filtering activeren. Dat is niet meteen de meest geavanceerde beveiliging, maar het voldoet wellicht voor huis-, tuin- en keukenhackers. Afhankelijk van de router kun je mac-filtering ook activeren voor clients op je bekabeld netwerk. Dat kan handig zijn als je bijvoorbeeld wilt vermijden dat een huisgenoot of medewerker zomaar een toestel aan je netwerk wil koppelen.

Tip 13: Ssid broadcast

Specifiek voor draadloze netwerken kun je de router zo instellen dat die al dan niet het ssid – service set identifier, de naam van je draadloze netwerkje, zeg maar – uitzendt (broadcast). Veel gebruikers menen dat het uitschakelen van die broadcast het wlan veiliger maakt tegen inbrekers. Dat is echter een misvatting, aangezien je netwerkje ook zonder die broadcast nog altijd zichtbaar is (bijvoorbeeld in pakketjes als antwoord op verbindingsverzoeken oftewel probe requests). Sommige clients sturen zulke verzoeken zelfs door als dat netwerkje niet langer binnen bereik is – wat hackers de mogelijkheid geeft snel zelf een toegangspunt met die naam op te zetten. Veel beter dan de ssid broadcast uit te schakelen, is te zorgen voor een stevige wpa2-beveiliging met een ijzersterk wachtwoord. Nog beter: voorzie als ssid bijvoorbeeld een e-mailadres waarop buren je kunnen bereiken, mochten ze netwerktechnisch een en ander met jou willen afstemmen.

Tip 14: wan ping

In een eerste stadium trachten hackers vaak snel uit te vissen welke toestellen potentiële doelwitten zijn. In zijn eenvoudigste vorm versturen ze daarvoor pingverzoeken naar willekeurige ip-adressen, zoals het wan-ip-adres van je router. Daarom doe je er goed aan de router zo in te stellen dat die op zulke verzoeken niet reageert – althans niet wanneer het om een verzoek aan wan-zijde gaat. Die mogelijkheid vind je normaliter in de rubriek Security van je router, en meestal volstaat het een vinkje te plaatsen bij een optie als Ignore Ping Packet From WAN Port of het vinkje te verwijderen bij Enable WAN Ping Respond. Ga gerust zelf eens na wat het verschil is, bijvoorbeeld door een online poortscanner als ShieldsUP (www.grc.om) op je router los te laten!

Tip 15: Toegangscontrole

Beveiliging heeft vele gezichten: ervoor zorgen dat (jonge) huisgenoten niet op ongepaste sites botsen, is er een van. Daar bestaan natuurlijk services voor, zoals Norton Online Family of Windows Live Family Safety 2011, maar de kans is groot dat je een en ander ook op je router voor elkaar krijgt. Onze eigen MSI-router biedt op dit vlak nauwelijks voorzieningen, maar de D-Link- en vooral de Linksys- router blijken heel wat flexibeler. We nemen deze laatste als voorbeeld. Hier kun je bijvoorbeeld aangeven welke pc’s op welke tijdstippen internet (niet) op mogen. Verder kun je een (beperkt!) aantal verboden url’s of sleutelwoorden ingeven of aangeven dat verkeer van bepaalde protocollen en poort(bereik)en niet is toegelaten. Behoorlijk rudimentair, maar voor specifieke beperkingen volstaat het wellicht.

Tip 16: Configuratie

Een router volledig naar wens configureren, kan tijdrovend zijn. Staat alles eenmaal op zijn punt, dan doe je er ook goed aan een backup van die configuratie te maken. Die mogelijkheid vind je in nagenoeg elke router, bijvoorbeeld in de rubriek Administration of System Tools. De backup komt terecht in een bestand dat je via de restorefunctie in een noodgeval altijd kunt terugzetten. Beschik je niet over zo’n backup en krijg je de configuratie niet meer goed, dan keer je desnoods terug naar de fabrieksinstellingen, hetzij via een harde reset, hetzij via een optie in het configuratiescherm. Vergeet niet dat ook het aanmeld-ID dan terugvalt op de originele gebruikersnaam en wachtwoord. Op http://portforward.com/default_username_password vind je in ID’s voor vele tientallen modellen terug.

Tip 17: Bridging & roaming

Je hebt een nieuwe router gekocht, maar je zou je oude exemplaar graag nog gebruiken als (tweede) draadloze toegangspunt. Dat kan, zolang je er maar op let dat die oude router je netwerk niet ongewild in tweeën deelt. Je loopt dan immers het risico dat toestellen niet langer internet op kunnen of andere toestellen niet kunnen vinden. Idealiter voorziet je oude router daarvoor in een bridged mode. Wanneer je die activeert, worden automatisch alle routeerfuncties uitgeschakeld. Moet je het zonder deze functie stellen, zorg er dan zeker voor dat dhcp, dns en eventuele access control-, firewall- en port forwardingfuncties zijn uitgeschakeld. Vervolgens geef je de oude router een vast en uniek ip-adres binnen het bereik van je andere netwerktoestellen, die de adressen normaliter via de dhcp-server van je nieuwe router bedeeld krijgen. Zorg voor hetzelfde ssid als dat op je nieuwe router, maar zoek een kanaal dat bij voorkeur minstens vijf nummers verschilt van het kanaal van die router (bijvoorbeeld 1 en 6, of 6 en 11). Dat maakt het makkelijker om met je laptop ‘naadloos’ van het ene naar het andere toegangspunt te kunnen overstappen (roaming). Je oude router verbind je via een lan-poortje met de rest van je netwerk.

Tip 18: Firmware update

Het adagium If it aint’ broke, don’t fix it gaat niet altijd op (voor routers): het is bijvoorbeeld best mogelijk dat een wat oudere router geen wpa2-beveiliging ondersteunt, maar dat nieuwe firmware die mogelijkheid wél toevoegt. Daarom loont het de moeite af en toe bij je routerproducent te polsen of er geen recentere firmware beschikbaar is en wát die precies bijstuurt of toevoegt. Nagenoeg elke router biedt een optie aan om zichzelf van nieuwe firmware te voorzien – in de meeste gevallen volstaat het vanuit de routerinterface naar het gedownloade firmwarebestand te navigeren en de upgrade uit te voeren. Ga wel eerst goed na of de firmware wel specifiek voor jouw routertype en -model geschikt is en onderbreek het upgradeproces in geen geval! Zorg voordat je zo’n upgrade uitvoert, ook eerst voor een backup van je huidige routerconfiguratie (zie boven).

Tip 19: Alternatieve firmware

Schrikken experimenten je niet af, dan kun je eventueel uitkijken naar alternatieve firmware. Die is dus niet afkomstig van de routerproducent, maar biedt in veel gevallen interessante extra’s aan. Op http://tinyurl.com/alternatievefirmware-routers vind je links naar dergelijke firmware. Heel wat van deze projecten vinden hun oorsprong in uitbreidingen op de ooit erg populaire Linksys WRT54G-router, maar verschaffen intussen ook firmware voor diverse andere routermodellen. Een van de populairste projecten is DD-WRT (www.dd-wrt.com), waar je in een online database kunt checken in hoeverre je eigen router voor zo’n alternatieve upgrade in aanmerking komt. Neem in elk geval grondig alle instructies door voor je je aan zo’n experiment waagt! Experimenteren doe je hoe dan ook op eigen risico.

Tip 20: Eigen router

Tot slot, waarom zou je niet proberen je eigen router in elkaar te knutselen? Een wat oudere pc met (minimaal) twee netwerkkaarten en de gratis opensourcesoftware pfSense (www.pfsense.org) volstaan – naast de nodige tijd en kennis om alles naar wens te configureren, uiteraard. De software is gebaseerd op FreeBSD, maar voorziet wel in een uitstekende grafische interface voor de configuratie. Op de site kun je terecht voor uitgebreide documentatie en tutorials. Overigens biedt pfSense veel meer dan eenvoudige routerfuncties. Als we je even mogen laten watertanden: dhcp, dns, firewall, multi-wan, load balancing, vpn, dynamisch dns, captive portal, et cetera. Veel routerplezier!

▼ Volgende artikel
Wat doet 120 Hz voor je televisie of monitor, en heb je het wel echt nodig?
© ER | ID.nl
Huis

Wat doet 120 Hz voor je televisie of monitor, en heb je het wel echt nodig?

Als je de specificatielijst van een moderne televisie of monitor bekijkt, zie je achter het kopje 'verversingssnelheid' vaak een getal staan gevolgd door 'Hz'. Jarenlang was 50 of 60 Hz de standaard, maar tegenwoordig pronken fabrikanten met 100, 120 of zelfs 144 Hz. Klinkt sneller, en sneller is meestal beter, maar wat betekent het nou eigenlijk voor jouw kijkervaring? Is het een noodzaak voor iedereen, of vooral leuk voor fanatieke gamers?

Om te begrijpen wat die Hertz (Hz) doet, moet je een televisie of monitor niet zien als een statisch schilderij, maar als een soort digitale flipbook. Het beeld dat je ziet, wordt immers continu opnieuw opgebouwd. Een standaard 60Hz-scherm ververst het beeld 60 keer per seconde. Dat is voor het menselijk oog snel genoeg om een vloeiende beweging waar te nemen bij normaal tv-kijken, zoals het nieuws of een dramaserie. Een 120Hz-scherm doet dat dus dubbel zo vaak: 120 keer per seconde.

©DC Studio

Waarom zou je meer beelden per seconde willen?

Het grootste voordeel van een hogere verversingssnelheid is soepelheid. Hoe meer beelden er per seconde worden getoond, hoe vloeiender bewegingen eruitzien. Bij 60 Hz kunnen snelle acties soms wat schokkerig ogen of last hebben van bewegingsonscherpte, ook wel 'motion blur' genoemd. Bij 120 Hz blijven details scherp, zelfs als de camera snel draait of als er bijvoorbeeld een raceauto voorbij raast. Daarnaast voelt de besturing van games directer aan. Tussen het moment dat je een knop indrukt en het moment dat je actie op het scherm ziet, zit minder tijd. Dat verschil in milliseconden lijkt verwaarloosbaar, maar je brein pikt het direct op als een responsievere ervaring.

Het verschil tussen 120 en 144 Hz (en hoger)

Terwijl 120 Hz de nieuwe gouden standaard is voor televisies, zie je bij computermonitors vaak getallen als 144 Hz, 165 Hz of zelfs 240 Hz en hoger. Het principe blijft hetzelfde, maar de toepassing verschilt. 120 Hz is de limiet voor de huidige generatie spelcomputers, zoals de PlayStation 5 en Xbox Series X. Televisies richten zich daarom specifiek op dat getal. Pc-gamers hebben echter vaak krachtiger videokaarten die nóg meer beelden per seconde kunnen produceren. Daarom zie je monitors met 144 Hz of meer.

Is het verschil tussen 120 en 144 Hz zichtbaar? Voor de gemiddelde gebruiker nauwelijks. Waar de stap van 60 naar 120 Hz een wereld van verschil is die bijna iedereen direct ziet, is de stap naar 144 Hz of hoger vooral voer voor professionele e-sporters die elke mogelijke fractie van een seconde winst nodig hebben. Voor de consument die een monitor zoekt voor thuisgebruik en gaming, is alles boven de 120 Hz doorgaans een uitstekende keuze.

©ER | ID.nl

Heb jij het nodig?

Het antwoord op die vraag hangt volledig af van wat je met je scherm doet; of dat nu een tv of een gamemonitor is. Kijk je voornamelijk lineaire televisie, films en series via streamingdiensten? Dan is een 120Hz-scherm geen harde noodzaak, aangezien films doorgaans in 24 beelden per seconde worden geschoten. Toch hebben 100/120Hz-panelen in televisies vaak wel een betere beeldkwaliteit en kunnen ze die films rustiger weergeven dan goedkopere 60Hz-panelen.

Ben je echter een gamer? Dan is het antwoord volmondig ja. De nieuwste spelcomputers en moderne videokaarten zijn gemaakt om die hoge snelheden te benutten. Games spelen soepeler, zien er scherper uit tijdens actiescènes en je reageert sneller op wat er gebeurt. Als je nu een nieuwe tv of monitor koopt met het oog op de toekomst en gaming, is 120 Hz of hoger eigenlijk een vereiste op je wensenlijstje. Let er bij televisies wel op dat je beschikt over een HDMI 2.1-aansluiting, want alleen die kabel kan de enorme hoeveelheid data van 4K-beeld met 120 Hz verwerken.

Drie tv's met 120 Hz of meer

De meeste high-end tv's van dit moment ondersteunen 120 Hz voor spelcomputers (PS5/Xbox Series X) en gaan zelfs tot 144 Hz als je ze aan een krachtige gaming-pc hangt.

Als we kijken naar de huidige generatie televisies, kunnen we niet om de LG OLED evo C5 heen. Dit is de gloednieuwe opvolger van de populaire C4 en wordt gezien als de standaard voor gamers en filmliefhebbers. Hij beschikt over vier HDMI 2.1-poorten die de volle 144 Hz ondersteunen, wat hem toekomstbestendig maakt voor pc-gamers, terwijl hij naadloos samenwerkt met de PlayStation 5 en Xbox Series X op 120 Hz. Het nieuwe paneel heeft een nog hogere helderheid dan zijn voorganger, waardoor HDR-beelden nog meer impact hebben.

Daarnaast is de Samsung OLED S95F een absolute blikvanger in de winkels. Waar Samsung vorig jaar hoge ogen gooide met de S95D, doet de F-serie er nog een schepje bovenop met een vernieuwde antireflectielaag die nog beter werkt in lichte kamers. Dit model combineert de diepe zwartwaarden van OLED met de intense kleuren van Quantum Dots. Ook dit scherm ondersteunt verversingssnelheden tot 144 Hz en beschikt over de uitgebreide Gaming Hub van Samsung, waarmee je zelfs zonder console games kunt streamen.

Voor wie liever geen OLED wil, is de Samsung Neo QLED QN90F de meest courante keuze in het high-end lcd-segment. Dit 2025-model maakt gebruik van geavanceerde Mini-LED-technologie, waardoor de helderheid veel hoger ligt dan bij OLED-schermen. Dat maakt hem ideaal voor een zonovergoten woonkamer. Met een verversingssnelheid die oploopt tot 144 Hz en een extreem lage invoervertraging, is dit voor veel competitieve gamers de favoriete keuze.

Drie monitors met 120 Hz of meer

Bij monitors ligt de standaard tegenwoordig al hoger dan 120 Hz, omdat snelheid de uitkomst van een potje schieten of racen bepaalt. Deze modellen zijn populair op Kieskeurig.

Op het gebied van monitoren zien we dat 240 Hz langzaam de nieuwe standaard wordt voor de serieuze gamer. Een model dat momenteel erg goed scoort op Kieskeurig is de LG UltraGear 27GR83Q. Dit is een 27-inch IPS-scherm met een razendsnelle verversingssnelheid van 240 Hz. In tegenstelling tot oudere modellen biedt dit scherm een extreem snelle responstijd van 1 milliseconde, waardoor je in snelle shooters geen last hebt van wazige beelden. Het is een van de meest complete monitoren van dit moment die zowel voor pc als console geschikt is.

Zoek je de absolute top in beeldkwaliteit, dan is de Samsung Odyssey G6 (G60SD) een model dat je veel ziet. Dit is een moderne OLED-monitor met een verversingssnelheid van maar liefst 360 Hz. Hoewel dat misschien overkill klinkt, zorgt de combinatie van de OLED-techniek en deze snelheid voor een ongekend vloeiende en scherpe ervaring. Het scherm heeft bovendien een nieuw koelsysteem waardoor de kans op inbranden – een angst bij oudere OLED-monitoren – aanzienlijk is verkleind.

Voor wie een beperkter budget heeft maar wel snelheid wil, is de MSI MAG 27CQ6F een actuele hardloper. Dit is een gebogen scherm (Curved) met een snelheid van 180 Hz, wat net dat beetje extra soepelheid geeft ten opzichte van de standaard 144 Hz-schermen. Het paneel biedt een hoog contrast en is daarmee een uitstekende instapper voor wie zijn game-ervaring wil upgraden zonder direct de hoofdprijs te betalen.

▼ Volgende artikel
Waarom QD-OLED voor veel gamers de beste keus is
© ID.nl
Huis

Waarom QD-OLED voor veel gamers de beste keus is

QD-OLED is steeds vaker terug te vinden in gamingmonitoren. Waar deze techniek eerst vooral was voorbehouden aan het hogere segment, zie je steeds vaker in modellen die voor een veel bredere groep gamers betaalbaar zijn. De vraag is natuurlijk of je dat verschil in beeldkwaliteit ook echt merkt tijdens het spelen. In dit artikel lees je hoe QD-OLED werkt en wanneer je het verschil in de praktijk merkt.

In dit artikel

In dit artikel lees je wat QD-OLED precies is en waarom deze schermtechniek vooral bij gamen zichtbaar voordeel biedt. We leggen uit hoe QD-OLED verschilt van traditionele lcd-panelen, wat je merkt bij snelle actie en donkere scènes, en hoe het zit met helderheid, HDR en reflecties. Ook besteden we aandacht aan burn-in en de beschermingsmechanismen die moderne QD-OLED-monitoren gebruiken. Tot slot lees je voor welk type gamer QD-OLED het meest geschikt is en wanneer een Mini-LED-monitor een logisch alternatief kan zijn.

Lees ook: Lcd versus oled: wat is het verschil en welke televisie moet je kiezen?

Wat QD-OLED anders maakt

Een traditioneel LCD-paneel werkt met achtergrondlicht dat door meerdere lagen heen moet voordat je een beeld ziet. Dat kost tijd en maakt dat zwart nooit volledig zwart wordt. QD-OLED laat die tussenlagen achterwege. Elke pixel geeft zelf licht en schakelt onafhankelijk van de rest. Daardoor reageert het beeld direct. De quantum-dot-laag zet het blauwe OLED-licht om in diepe en zuivere kleuren. Het voelt alsof je condens van een raam veegt: zodra de waas verdwijnt, zie je het beeld helder en zonder vertraging.

©ID.nl

Vloeiende beelden bij snelle actie

Die directe pixelreactie merk je vooral wanneer je snelle spellen speelt. Omdat pixels vrijwel meteen overschakelen naar een nieuwe kleurstand, blijven objecten die over het scherm vliegen scherp in beeld. In shooters, racespellen en andere games waarbij snelheid telt, bijvoorbeeld voetbalgames, ontstaat daardoor een rustiger beeld met minder bewegingsonscherpte. Je ogen hoeven zich minder vaak aan te passen. Daardoor raken ze minder snel vermoeid en houd je makkelijker overzicht, ook wanneer je langere tijd achter elkaar speelt.

©ID.nl

Zicht in donkere scènes

QD-OLED blinkt uit in donkere scènes. Pixels die geen licht hoeven te geven, staan volledig uit en leveren een diep zwart dat je bij LCD-panelen zelden ziet. Doordat heldere elementen hier direct naast kunnen staan zonder dat ze licht lekken, ontstaat een sterk contrast dat schaduwen en lichte accenten duidelijker scheidt. Daardoor verdwijnen grijze waasjes in schaduwhoeken en blijven contouren van objecten helder zichtbaar. Vooral in stealth-games, horrorspellen en shooters waarin je tegenstanders soms alleen als silhouet ziet, levert dat een tastbaar voordeel op.

©ID.nl

Kleurrijk zonder overdrijven

De quantum-dot-laag zorgt voor een breed kleurbereik waardoor lichteffecten, huidtinten en subtiele schaduwen goed zichtbaar blijven. Veel QD-OLED-monitoren tonen kleuren standaard wat verzadigd, vooral in de felste modi. In een sRGB- of filmmodus wordt het beeld zachter en natuurgetrouwer, wat beter aansluit bij fotobewerking en dagelijks gebruik. Zodra je de juiste modus gebruikt, lopen kleuren vloeiend in elkaar over en blijven ze gelijkmatig, terwijl uitgesproken elementen zoals neon en magie juist duidelijk opvallen. Dat merk je niet alleen in games, maar ook wanneer je foto's bewerkt of films kijkt.

Helderheid en HDR in perspectief

QD-OLED heeft op het gebied van helderheid flinke stappen gezet ten opzichte van eerdere OLED-generaties. In HDR-games kunnen lichte delen krachtig oplichten zonder dat fel zacht of dof oogt; explosies, glinsteringen op water en fel tegenlicht komen daardoor beter tot hun recht. Toch is het goed om te weten dat deze techniek niet alle beperkingen wegneemt. De helderheid van QD-OLED hangt sterk af van de schermvulling. Bij SDR (standaard dynamisch bereik, het normale helderheidsniveau voor dagelijkse pc-taken) op een volledig wit scherm ligt de helderheid meestal rond de 200 tot 250 nits. Bij kleinere, heldere onderdelen kan dit oplopen richting 400 tot 500 nits. In HDR kunnen pieken van 1000 tot 1300 nits worden bereikt, maar die waarden gelden vooral voor kleine accenten en niet voor het hele scherm. Mini-LED-monitoren houden hogere helderheidsniveaus langer vast, wat in fel verlichte kamers zichtbaar voordeel geeft in extreme highlights. QD-OLED compenseert veel daarvan met perfect zwart, waardoor het contrast wel krachtig blijft (zie ook kader QD-OLED versus Mini-LED) .

Reflecties in daglicht

De meeste QD-OLED-monitoren hebben een glanzende afwerking. Dat helpt bij de kleurweergave en het contrast, maar maakt het paneel gevoeliger voor reflecties bij daglicht. Daarnaast ontbreekt een polarisatiefilter. Daardoor kunnen zwartwaarden in fel licht een paarse of grijze waas krijgen: het diepe zwart wordt zichtbaar opgelicht, meer dan bij een gewone spiegeling. Dat drukt het contrast in een goed verlichte kamer en kan afleiden bij gamen. Gebruik je de monitor vooral in een donkere of gelijkmatig verlichte ruimte, dan speelt dit nauwelijks. In kamers met veel direct zonlicht of grote ramen komt een matte Mini-LED-monitor daarom vaak rustiger over.

©ID.nl

Minimale inputvertraging

Naast de snelle pixelreacties is ook de invoervertraging laag. Moderne QD-OLED-modellen reageren direct op elke muisbeweging en elke controlleractie. Vooral in competitieve shooters is dat een voordeel, omdat elke handeling zonder merkbare vertraging op het scherm verschijnt. 

QD-OLED versus Mini-LED

QD-OLED en Mini-LED worden vaak naast elkaar genoemd, maar het zijn fundamenteel verschillende technieken. QD-OLED is zelflichtend: elke pixel geeft zijn eigen licht en kan volledig uit. Dat levert perfect zwart, zeer snelle pixelreacties en sterk contrast op, wat vooral bij games met veel beweging en donkere scènes zichtbaar voordeel geeft.

Mini-LED is een verfijnde vorm van LCD. Het paneel gebruikt duizenden kleine leds als achtergrondverlichting die in zones worden gedimd. Daardoor kan een Mini-LED-scherm hoge helderheid over grote delen van het scherm vasthouden, wat prettig is in fel verlichte kamers en bij HDR met veel lichtaccenten. Zwart is hierbij wel afhankelijk van lokale dimming en nooit volledig uitgeschakeld zoals bij OLED.

Kort gezegd blinkt QD-OLED uit in contrast, snelheid en beeldrust in donkere omgevingen, terwijl Mini-LED praktischer is bij veel omgevingslicht, wanneer dezelfde elementen of onderdelen langdurig in beeld staat en als hoge helderheid belangrijk is.

Burn-in en levensduur

Burn-in blijft bij elke OLED-variant een punt van aandacht, al zijn moderne QD-OLED-schermen duidelijk verder dan eerdere generaties. Ze gebruiken meerdere beschermingsmechanismen die de belasting door statische beelden beperken. Voor normaal gamegebruik werkt dat in de praktijk goed en blijft het risico klein.

Dat neemt niet weg dat enige nuance op zijn plaats is. Gebruik je een monitor dagelijks vele uren voor taken met veel vaste elementen, zoals spreadsheets, fotobewerkingspanelen of het steeds terugkerende HUD van één game, dan is de kans op inbranden groter dan bij LCD- of Mini-LED-panelen. Afwisseling in wat je op het scherm toont en af en toe even pauze nemen helpt om het paneel langer in goede staat te houden. Even pauze nemen is ook voor jezelf goed trouwens!

Wat voor beschermingstechnieken kun je tegenkomen?

Wat is het?Wat doet het?
Screensaver (schermbeveiliging)Dimt het scherm bij langdurig stilstaand beeld en herstelt de helderheid automatisch zodra er weer beweging is, om inbranden te voorkomen.
Pixel orbiting (pixelverschuiving)Verschuift het beeld continu minimaal op pixelniveau zodat vaste elementen nooit exact op dezelfde plek blijven staan.
Pixel refresh (pixelverversing)Start een onderhoudscyclus waarbij het paneel zichzelf corrigeert om slijtage en beginnende inbranding te verminderen.
Auto Warning (automatische waarschuwing)Geeft na een bepaalde gebruiksduur automatisch een melding om een pixel refresh uit te voeren.
Logos protection (logobescherming)Herkent vaste logo's in beeld en verlaagt daar lokaal de helderheid om inbranden te beperken.
Boundary dimmer (randdimming)Dimt automatisch delen van het scherm met zwarte balken of sterke helderheidsverschillen, bijvoorbeeld bij afwijkende beeldverhoudingen.
Taskbar dimmer (taakbalkdimming)Verlaagt specifiek de helderheid van de taakbalk om langdurige statische weergave op die plek te beperken.
Thermal protection (thermische beveiliging)Past de helderheid automatisch aan wanneer de monitor te warm wordt, om oververhitting en paneelslijtage te voorkomen.

©AGON by AOC

AGON by AOC PRO OLED AG276QKD2

Voorbeeld: bescherming in de praktijk

Veel QD-OLED-monitoren combineren verschillende beschermingsmechanismen om het risico op burn-in te beperken. In onderstaande tabel zie je bijvoorbeeld wat je kunt vinden in een aantal recente modellen uit de AGON PRO line-up van AOC. Je kunt al deze functies zelf in- en uitschakelen en je kunt de intensiteit ervan aanpassen. Dat betekent dat je zelf kunt bepalen hoe sterk de bescherming is.

Techniek ⬇ / Model ➡AG276QKD2AG276UZDAG346UCDAG276QZD2
Screen saverJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / FastJa: Off / Slow / Fast
Pixel orbitingJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / StrongJa: Off / Weak / Medium / Strong
Pixel refreshJa: On / OffJa: On / OffJa: On / OffJa: On / Off
Auto WarningJa: On / OffJa: On / OffJa: On / OffJa: On / Off
Logos ProtectionJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2Ja: Off / 1 / 2Ja: Off / 1 / 2
Boundary dimmerJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3
Taskbar dimmerJa: Off / 1 / 2 / 3 / 4Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3Ja: Off / 1 / 2 / 3
Thermal protectionJa: Off / OnJa: Off / OnJa: Off / OnJa: Off / On

Voor wie QD-OLED vooral interessant is

Gamers die veel snelle actie spelen, halen het meeste uit QD-OLED. De voordelen van de techniek zijn in elk genre zichtbaar, maar vallen vooral op in shooters en racespellen, waar tempo en directe reacties tellen. Ook filmische games die sterk leunen op licht-donkercontrasten winnen zichtbaar aan sfeer en detail.

Conclusie

QD-OLED combineert diepe zwartwaarden met snelle pixelreacties en een breed kleurbereik. Dat zorgt voor een vloeiend beeld in snelle games en meer overzicht in donkere scènes. HDR komt overtuigend tot zijn recht, al blijven Mini-LED-schermen beter overeind bij zeer hoge helderheid en fel daglicht. Inbranden blijft een punt van aandacht wanneer hetzelfde element lange tijd in beeld staat, maar moderne modellen beschikken over uitgebreide beschermingsmaatregelen. Voor veel gamers is QD-OLED daarmee een goede keuze: snel, sfeervol en klaar voor de komende jaren.

QD, OLED en QD-OLED

OLED
Elke pixel geeft zelf licht. Daardoor zijn zwartwaarden diep en schakelt het beeld snel. Geschikt voor gaming en films, met aandacht voor burn-in bij langdurig statisch beeld.

QD (Quantum Dots)
Quantum dots zetten licht om in pure, heldere kleuren. Ze worden ingezet om kleurvolume en helderheid te verbeteren.

QD-OLED
Combineert de zelflichtende OLED-pixelstructuur met een quantum-dot-laag. Je krijgt diepe zwarttinten, snelle reactie en een breed kleurbereik. Het is een balans tussen snelheid, helderheid en kleurprecisie die goed aansluit bij moderne games.