ID.nl logo
Verenig al je slimme apparatuur in een hub, da's pas slim!
© Stanisic Vladimir
Zekerheid & gemak

Verenig al je slimme apparatuur in een hub, da's pas slim!

Het klinkt misschien vreemd, maar het zijn niet de slimme apparaten in jouw huis die bepalen hoe slim jouw huis is. Dat bepaalt namelijk de smarthome-gateway, het apparaat dat al die slimme apparaten met elkaar verbindt en laat samenwerken. Als je überhaupt zo’n overkoepelende smarthome-gateway hebt, want al te vaak ontbreekt die nog. Welke opties zijn er, en wat zijn hun voor- en nadelen?

In dit artikel laten we zien welke opties er zijn om je slimme apparaten in huis op één hub aan te sluiten, zodat je smarthome écht slim wordt. Kies uit:

  • Je eigen gateway bouwen met bijvoorbeeld Home Assistant
  • Fibaro
  • Homey

Lees ook dit achtergrondartikel over de smarthome-protocollen: Een slim huis creëren? Zo begin je!

Als je een slimme lamp of een ander slim apparaat koopt, krijg je er vrijwel altijd een app bij. Veel meer dan andere apparaten van hetzelfde merk bedienen, kan die app zelden. Met een beetje pech heb je bijna meer apps dan slimme apparaten en dat is onhandig en zeker niet ‘slim’.

Een smarthome-gateway of -hub is de oplossing. Zie het als het basisstation dat je huis slimmer maakt door alle slimme apparaten aan zich te koppelen, zodat je ze daarna allemaal via één interface kunt bedienen.

Nog belangrijker is de automatisering. Doordat de smarthome-gateway alle apparaten kan aansturen, kan hij die ook slim combineren. Voorbeeld zijn automatiseringen als: ‘Als ik de schuur binnenkom, gaan de lampen aan’ of ‘wanneer het gaat schemeren, gaan de rolgordijnen omlaag’. Het zijn dit soort automatiseringen dat een slim huis ook echt slim maakt. Zo is een smarthome-gateway bijna een betere investering dan alleen nóg meer slimme apparaten.

Lees ook het artikel: Blueprints voor Home Assistant: nog gemakkelijker je huis automatiseren

Hoeveel slimme apparaten er ook zijn, ze bepalen niet hoe slim het huis is.

Protocollen

Hoewel het fenomeen smarthome niet nieuw is, heeft het nog niet het volwassenheidsniveau dat je ervan zou verwachten. Zo is er nog steeds niet één communicatieprotocol dat altijd en met alle apparaten werkt. Met de protocollen Matter en Thread belooft die situatie er wel te komen, maar zover zijn we nog niet.

De bekendste smarthome-protocollen op dit moment zijn Z-Wave en Zigbee. Beide bieden tweewegcommunicatie, zodat elk apparaat altijd de actuele status kan doorgeven aan de andere slimme systemen, ook als het zelf is uitgeschakeld. Iets wat bijvoorbeeld het 433MHz-protocol van KlikAanKlikUit niet kan.

Z-Wave- en Zigbee-apparaten met een aansluiting op het elektriciteitsnet werken bovendien als tussenstation in een mesh-netwerk. Apparaten die te ver van elkaar af staan om rechtstreeks met elkaar te communiceren, gebruiken dan de andere apparaten in het netwerk om elkaar alsnog te bereiken. Dit maakt de reikwijdte van het netwerk flink groter.

Een voordeel van Z-Wave boven Zigbee is nog dat het protocol bewaakt wordt door de Z-Wave Alliance, die bovendien apparaten certificeert waardoor deze altijd compatibel zijn met de andere Z-Wave-producten.

Een voordeel van Z-Wave boven Zigbee is de controle door de Z-Wave Alliance op compatibiliteit van alle Z-Wave-apparaten.

Slimme chaos

De kans dat alle slimme apparaten dezelfde taal spreken, is klein. Een slim huis ontstaat zelden in één keer en bij de eerste aankopen is er vaak geen specifieke aandacht voor het protocol.

Maar ook later kan het zijn dat hoewel een product niet dezelfde taal spreekt als de andere apparaten, je het toch wilt hebben. Denk aan Philips Hue-lampen die alleen Zigbee ondersteunen of een slimme deurbel van Aeotec die alleen Z-Wave praat. En dat is het voordeel van een smarthome-gateway, die bijna altijd meer dan één protocol ondersteunt en daartoe behoren zeker Z-Wave en Zigbee.

Behalve dat een smarthome-gateway dit soort technische zaken oplost, kan het ook externe systemen toevoegen zoals een Sonos-geluidssysteem of een spraakassistent als Amazon Alexa of Google Assistant.

Ook de smarthome-gateway van Fibaro, die groot is geworden met Z-Wave, ondersteunt inmiddels Zigbee.

Verschillende smaken

Afhankelijk van hoe je het bekijkt, is de keuze in smarthome-gateways beperkt of juist heel groot. Dit komt doordat dezelfde software soms op verschillende hardware wordt aangeboden of is te gebruiken. Wat betreft hardware is er keuze uit meerdere kant-en-klare sets, maar is het ook goed mogelijk de benodigde onderdelen los van elkaar te kopen en deze zelf samen te voegen.

Bij een commercieel product heb je daarbij garantie en ondersteuning van de leverancier, bij gratis (softwarematige) producten komt hulp meestal van andere gebruikers. Die smarthome-community’s zijn erg groot en actief … zo groot en actief zelfs dat inmiddels ook aanbieders van commerciële producten deze graag gebruiken.

Een laatste onderscheid is nog te maken tussen leveranciers die ook zelf smarthome-apparaten ontwikkelen en verkopen, en leveranciers die zich exclusief richten op de ontwikkeling en verkoop van een smarthome-gateway.

Deze markt is nog volop in beweging. Zo biedt het opensource-softwareplatform Home Assistant inmiddels ook hardware en levert het bedrijf dat ooit Home Assistant begon, betaalde diensten voor het gratis product.

Nabu Casa, het bedrijf achter Home Assistant, biedt inmiddels betaalde premium-diensten aan voor het platform.

De zelfbouw-gateway

Een bij hobbyisten populaire smarthome-gateway is de combinatie van zelfgekozen hardware met een opensource-software, zoals OpenHAB, Domoticz en nu vooral Home Assistant. Die laatste kan geïnstalleerd worden op een willekeurige computer met Windows, macOS of Linux, maar ook op een NAS, in een Docker-container (en dan de container weer op een NAS of een computer) of op een minicomputer als een Raspberry Pi.

Deze combinatie Raspberry Pi met Home Assistant is misschien wel de meest gebruikte variant, omdat deze als voordeel heeft dat de gateway relatief weinig stroom verbruikt en eenvoudiger altijd beschikbaar is.

Met de keuze van de hardware bepaal je ook welke protocollen de zelfbouw-gateway ondersteunt. Wifi is eigenlijk altijd wel aanwezig, maar om ook Zigbee of Z-Wave te spreken, zijn aparte antennes nodig. Deze zijn los te koop als usb-stick, maar moeten daarna nog wel aan de configuratie worden toegevoegd. Dit kan een helse klus zijn, maar van bekende sticks als de ConBee 2 Zigbee-dongel en de Aeotec Z-Stick 7 voor Z-Wave zijn uitgebreide handleidingen te vinden van de producenten zelf.

Een Raspberry Pi en twee usb-antennes als basis voor een eigen smarthome-gateway.

Home Assistant kant-en-klaar Voor wie geen zin heeft in gedoe met het zelf kiezen en samenstellen van hardware is er Home Assistant Yellow. De Yellow is een kant-en-klaar kastje met Home Assistant optioneel voorgeïnstalleerd, met een ingebouwde Matter/Zigbee-antenne en een voeding. Je kunt ook kiezen voor volledig kant-en-klaar, waarbij een Raspberry Pi Compute Module 4 al in de behuizing is geplaatst. Of je koopt een halffabricaat (de ‘kit’) waarbij je de Compute Module 4 zelf op het moederbordje plaatst. Alleen nog een optionele M.2-ssd toevoegen en klaar. Verder blijft het gewoon Home Assistant, met alle voor- en nadelen.

De verkrijgbaarheid van Home Assistant Yellow is helaas al tijden zeer matig. Wel heeft Nabu Casa onlangs nog een goedkopere variant met iets andere hardware geïntroduceerd: de Home Assistant Green. Hopelijk wordt die beter leverbaar.

Home Assistant Yellow is een kant-en-klare minicomputer met Home Assistant.

Home Assistant op Synology Home Assistant in een Docker-container op een NAS was een valide optie tot Synology in versie 7 van zijn besturingssysteem, de usb-poort beperkte tot externe opslagapparaten. Zigbee- of Z-Wave-sticks werden ineens niet meer ondersteund. Er zijn workarounds, maar die zijn complex en foutgevoelig, zeker zolang Synology zijn positie niet verandert. QNAP ondersteunt nog wel Zigbee- en Z-Wave-usb-antennes.

Gateway-software in een Docker-container op een Synology-NAS is een minder logische keuze nu Synology geen usb-antennes meer ondersteunt.

Automatiseringen maken

Tijdens de installatie worden al best veel slimme apparaten gevonden, de andere kunnen via zogeheten integraties worden toegevoegd. Het aanbod is enorm. Een deel van de integraties worden door de makers van Home Assistant zelf gemaakt, andere door fabrikanten of de grote community die Home Assistant ondersteunt.

Home Assistant sluit een groot aantal slimme en minder slimme apparaten aan.

De kwaliteit bij de eerste is goed, bij de communityproducten wisselend. Werkt het niet helemaal zoals je wilt, dan laat veel zich tweaken of kan uiteindelijk nog aangepast worden door zelf in de code te duiken. Veel kennis is hiervoor niet direct vereist, met een zoekmachine en allerlei YouTube-filmpjes kom je een heel einde.

Bij het automatiseren is er de keuze tussen het helemaal zelf te regelen met triggers, voorwaarden en acties, of door een kant-en-klaar recept te gebruiken, een zogeheten blueprint.

Aan de slag met Home Assistant?

In dit artikel lees je er alles over

Bijna alles in Home Assistant is gratis, behalve veilige wereldwijde toegang en integratie met een spraakassistent zoals Google Assistant of Alexa. Wil je deze mogelijkheid gebruiken, dan heb je het Home Assistant Cloud-abonnement nodig, dat 75 euro per jaar kost.

Een automatisering, bijvoorbeeld via een blueprint, is snel gemaakt.

Kant-en-klare gateways

Wil je liever niet zelf hoeven knutselen, kies dan voor een smarthome-gateway van een producent die ook zelf smarthome-apparaten levert. Deze zijn er bijvoorbeeld van Aqara (dat nauw met Samsung samenwerkt), Aeotec en Fibaro. Het voordeel is natuurlijk de maximale ondersteuning van in elk geval de eigen producten van dat merk. Vaak is dat een heel breed palet.

Fibaro levert naast de eigen smarthome-gateway ook een groot aantal smarthome-producten voor controle van verlichting tot verwarming, rolluiken en dimmers tot aan bewegings- en overstroomsensoren, maar ook rook- en CO2-melders. Genoeg om een huis heel slim in te richten en dan zonder de zorgen of de onderdelen wel samenwerken.

De Home Center 3 is een smaakvol vormgegeven smarthome-gateway die in elke kamer past.

Lees ook: Zo maak je van je doorsnee huis een slim, comfortabel en veilig huis

Fibaro

Voor zijn eigen apparaten gebruikt Fibaro het protocol Z-Wave, maar de Home Center 3 ondersteunt ook Zigbee. Het gaat dan vooral om slimme verlichting en sensoren onder meer van IKEA, Philips en Aqara, maar de lijst met ondersteunde producten groeit snel.

De interface is helder en werkt soepel. De app voldoet ook, al biedt hij minder opties dan de webinterface. Automatiseringen maak je of met kant-en-klare scènes of handmatig door zelf op een visuele manier apparaten te verbinden, en daar voorwaarden en acties aan te koppelen. Wil je echt diep gaan, dan kan dat via LUA-script.

Hoewel het Fibaro-platform geslotener is dan de andere smarthome-gateways, is er naast de eigen uitbreidingen ook een marktplaats waar onafhankelijke ontwikkelaars apps aanbieden. Fibaro beoordeelt deze apps vooraf wat een geruststellende gedachte is, al staat het niet garant voor de werking.

Door ‘rebranding’ heet de verder prima app van Fibaro nu Yubii. Dat vinden we toch wel jammer voor een premium merk.

De Home Center 3 is duidelijk een volwassen product. De firmware van verbonden Fibaro-apparaten worden keurig geüpdatet: er is support van Fibaro en een groot online forum, en je kunt aparte gebruikers maken en eigen rechten geven. De integratie met Siri, Alexa en Google Assistant is gratis, net als back-up (cloud én lokaal) en de door Fibaro beveiligde toegang via het internet.

Block-scenes is een van de drie manieren om met Fibaro te automatiseren.

Onafhankelijke derde

Met Homey is er nog een derde optie voor een smarthome-gateway. Fabrikant Athom, het Nederlandse bedrijf achter de Homey Pro, ontwikkelt wel een smarthome-gateway, maar verkoopt geen eigen smarthome-apparaten. Het bedrijf levert een fraai vormgegeven minicomputer waarop zijn eigen smarthome-platform draait. De Homey Pro ondersteunt naast Z-Wave en Zigbee, ook wifi, bluetooth, KlikAanKlikUit (433 MHz), en binnenkort ook Thread en Matter.

De Homey Pro kan via wifi of een optionele ethernet-adapter met het netwerk worden verbonden.

Daarbij levert het bedrijf een eigen app, en biedt het andere bedrijven en ontwikkelaars de mogelijkheid eigen aanvullingen te maken. Ook is Athom bezig met een eigen hardwarecertificering voor fabrikanten die willen laten zien dat hun smarthome-producten samenwerken met Homey.

Behalve de Homey Pro biedt Athom ook nog een Homey Bridge. Deze is aanzienlijk goedkoper in aanschaf, maar vereist een maandabonnement om als zelfstandige gateway te functioneren. Interessanter is het dat de bridge ook als extender voor de Pro functioneert om zo het smarthome-netwerk flink uit te breiden.

De goedkopere Homey Bridge kan als extender voor het smarthome-netwerk van een Homey Pro worden gebruikt.

Homey Pro

De Homey Pro biedt direct uit de box een premium, Apple-achtige ervaring. De hardware ziet er gelikt uit, en de installatie via de app gaat erg soepel en zonder haperingen. De Homey Pro gaat zelf direct op zoek naar beschikbare smarthome-apparaten en biedt aan deze te koppelen.

Wordt een apparaat niet direct herkend, dan kan de ondersteuning via een app worden toegevoegd. Sommige apps zijn van onafhankelijke ontwikkelaars, maar vaak genoeg ook gewoon van de officiële smarthome-fabrikanten. Een Aqara-bewegingssensor werd wel correct herkend, maar deed het daarna toch niet naar behoren, alle overige apparaten wel.

Om te automatiseren, is er keuze tussen de grafische ‘flows’ waarmee je triggers, voorwaarden en acties aan elkaar koppelt, en de scripttaal HomeyScript. Via Inzichten krijg je toegang tot de grafieken van alle verbonden apparaten, zoals het temperatuurverloop of energieverbruik van de laatste week of langer.

Flows is een van de manieren om met Homey te automatiseren.

Dashboards geven snel inzicht in de actuele en historische data van het huis.

Kiezen mag, hoeft niet Wat een vergelijking van smarthome-gateways vooral duidelijk maakt, is hoe hard de thuisautomatisering toe is aan verdere standaardisatie. Te veel tijd en energie van gebruikers en vermoedelijk ook producenten gaat verloren met randzaken als onderlinge communicatie en compatibiliteit.

Voor de consument kan een goede gateway helpen dit probleem minder groot te maken en gelukkig is het aanbod breed genoeg om een goede keuze te maken die past bij jouw wensen en vooral ook smarthome-ambities. De prijs is uiteindelijk maar een klein deel van de hele investering in slimme apparaten. Lukt het niet te kiezen of twijfel je, het is prima mogelijk meerdere gateways te combineren en samen te laten werken.

Wat zijn de kosten?

Het goedkoopst is een zelfbouw-gateway op basis van een Raspberry Pi 4 8 GB met antennes en Home Assistant. Deze kost totaal 240 euro. Beheerde cloudtoegang kost nog 75 euro per jaar extra.

Dat betaal je ook ongeveer als je de standaarduitvoering van de Home Assistant Yellow neemt: de hardware is dan 40 euro duurder, hoewel je dan een Raspberry Pi Compute Module 4 met ‘maar’ 2 GB geheugen hebt. Kies je voor de kitversie van de Home Assistant Yellow, dan bepaal je tegen een meerprijs zelf welke Compute Module 4 je erin stopt.

Fibaro vraagt 449 euro voor de Home Center 3 en dat is inclusief cloudback-ups en veilige toegang via het internet.

De Homey Pro tot slot kost 399 euro, plus 10 euro per jaar voor de cloudback-up.

Tips om met thuisautomatisering te beginnen

  1. Waar ben je naar op zoek? Wooncomfort, slimme verlichting, beveiliging, of een combinatie? Bepaal eerst goed wat je wilt automatiseren (en ook wat niet) en neem die keuze mee in elke volgende stap.
  2. Bepaal voor je begint een budget en houd je daaraan! Smarthome-apparatuur is er in veel prijsklassen en het aanbod is zeer divers. Voorkom dat je wel veel geld kwijt bent aan slimme apparaten, maar toch niet het gewenste resultaat behaalt.
  3. Automatiseer per ruimte van het huis. Begin niet met je hele huis in één keer, maar laat het groeien. Benader elke kamer als een project, met een plan, een budget en een evaluatie aan het einde. Pas daarna begin je aan de volgende kamer.
  4. Wees creatief. Er zijn vaak meerdere oplossingen voor hetzelfde probleem. Wil je alleen de lampen kunnen dimmen, dan zijn de duurdere lampen met meerdere kleuren overbodig. Lampen met alleen witlicht zijn goedkoper. Een slimme schakelaar met dimfunctie is in aanschaf misschien duurder, maar gaat erg lang mee waardoor je uiteindelijk wellicht toch goedkoper uit bent.
  5. Hetzelfde geldt voor de sensoren. Zij zijn de ogen van je smarthome, maar je hoeft niet altijd alles te zien. Is alleen de lichtsterkte of beweging belangrijk, neem dan een goedkope sensor die ook echt alleen dat meet.
  6. Blijf leren. Neem de lessen van de vorige ruimte mee naar de volgende. Heb je eens achteraf een verkeerd slim apparaat gekocht, kijk dan of je het bij een volgende ruimte alsnog kunt inzetten.
  7. In de beperking toont zich de meester. Stel doelen, werk ze uit in concrete oplossingen en implementeer ze. Van alsmaar meer en complexer wordt je huis niet per se beter.

 

▼ Volgende artikel
Zo stel je jouw ideale keuken samen
© Andy Dean Photography
Huis

Zo stel je jouw ideale keuken samen

Natuurlijk is het belangrijk hoe een keuken eruitziet, maar het draait vooral om hoe je hem gebruikt. Een goede keuken sluit aan op jouw manier van koken en leven, met een logische indeling en keuzes die het dagelijks gebruik makkelijker maken. In dit artikel laten we zien hoe je stap voor stap tot een ontwerp komt dat echt bij je past – van de eerste schetsen tot het kiezen van werkbladen, apparatuur en grepen.

Zelf je keuken samenstellen? Dit is belangrijk:
  • Beschikbare ruimte
  • Je keukengewoontes
  • Werkhoogte
  • Opbergruimte
  • Materialen
  • Stijl
  • Apparatuur

Begin bij de ruimte en je gewoontes

Voordat je nadenkt over frontjes en kleuren voor je nieuwe keuken, kijk je naar de ruimte die je hebt. Is het een dichte keuken of is hij open en loopt hij naadloos door in je woonkamer? Hoeveel wandlengte is beschikbaar? Waar zitten de ramen, deuren en aansluitpunten? Het helpt om de plattegrond van je keuken op schaal te tekenen. Nog beter: gebruik een digitale tool waarmee je je ontwerp meteen in 3D ziet (zie kader verderop).

Daarna kijk je naar je eigen kookgedrag. Sta je vaak uitgebreid te koken of wil je vooral snel en makkelijk eten kunnen maken? Heb je veel spullen die opgeborgen moeten worden of houd je het graag minimalistisch? De antwoorden op die vragen bepalen welke indeling het best werkt: een rechte wandopstelling, een hoek, een U-vorm of juist een kookeiland.

Let bij het indelen op de zogeheten werkdriehoek. Daarmee bedoelen we de afstand tussen kookplaat, spoelbak en koelkast. Die drie punten vormen samen het hart van je keuken. Hoe dichter deze drie bij elkaar liggen, hoe makkelijker en sneller je werkt. Je hoeft minder heen en weer te lopen en hebt alles onder handbereik.

De ideale werkhoogte

De ideale hoogte van een aanrecht hangt af van je lichaamslengte. Werk je te laag, dan moet je steeds voorover buigen. Werk je te hoog, dan gaan je schouders omhoog. Beide zijn vermoeiend. Daarom loont het om bij het samenstellen van je keuken stil te staan bij de juiste werkhoogte. Een handig uitgangspunt: als je rechtop staat met je armen gebogen in een hoek van 90 graden, dan ligt het werkblad ongeveer 10 tot 15 cm onder je ellebogen. Hieronder zie je een indicatie op basis van je lengte.

LichaamslengteAanbevolen werkbladhoogte
Tot 1,70 meter85 tot 90 cm
1,70 tot 1,90 meter90 tot 95 cm
Langer dan 1,90 meter95 tot 100 cm

Let op: dit zijn richtlijnen. De beste hoogte bepaal je uiteindelijk door zelf even te testen wat prettig voelt – bijvoorbeeld op een instelbaar werkblad of in een showroom met verschillende hoogtes.

Hoeveel opbergruimte heb je nodig?

Gebruik je vaak pannen of bakvormen, dan heb je meer aan een paar brede lades dan aan een kast met planken. Je ziet in één oogopslag wat waar ligt, en je hoeft niet op je knieën om achter in het kastje iets te zoeken. Dat werkt net wat makkelijker – zeker als je dagelijks kookt. Zorg ook dat je je spullen straks logisch kunt verdelen. Het is handig om keukengerei bij de kookplaat op te bergen, schoonmaakspullen onder de spoelbak, en om je voorraad in een hoge kast of ladeblok te bewaren.

Nog iets om bij je ontwerp rekening mee te houden: laat voldoende ruimte over om kastdeuren te openen zonder dat ze elkaar raken. Ook is het prettig om rond het fornuis en de spoelbak minstens 90 centimeter loopruimte te hebben.

©Phurichai

Materialen en stijl: meer dan alleen smaak

Frontjes bepalen in grote mate de uitstraling van je keuken, maar het materiaal zegt ook iets over onderhoud en levensduur. Een gelakte keuken ziet er strak uit, maar is gevoeliger voor krassen en vingerafdrukken. Hout voelt warm aan, maar vraagt meer onderhoud. Kunststof of melamine is onderhoudsvriendelijk en budgetvriendelijk, maar minder duurzaam op de lange termijn.

Voor het werkblad is het goed om verder te kijken dan alleen uiterlijk. Composiet is sterk en makkelijk schoon te houden. Keramiek kan tegen hitte, maar is gevoelig voor harde klappen. Marmer en graniet hebben een unieke uitstraling, maar vereisen regelmatig onderhoud. Houd bij je keuze rekening met hoe je de keuken gebruikt en hoeveel tijd je aan schoonmaak en onderhoud wilt besteden.

Ook de grepen spelen een rol. Een greeploze keuken oogt strak, maar kan onpraktisch zijn als je snel iets wilt pakken. Met zichtbare grepen maak je het jezelf makkelijker – en kies je meteen een detail dat stijl en karakter toevoegt.

©Анастасия Купавц

Apparaten kiezen die bij je passen

Een keuken zonder apparatuur bestaat niet, maar de vraag is welke apparaten je nodig hebt – en hoe je ze slim plaatst. Veel mensen kiezen tegenwoordig voor een inductiekookplaat. Die werkt snel, is energiezuinig en makkelijk schoon te maken. Let wel op de aansluiting: sommige modellen werken op een gewoon stopcontact, maar krachtigere platen hebben een aparte 3-fasengroep nodig in de meterkast.

Belangrijker dan het type is de vraag hoeveel kookzones je nodig hebt. Kook je vaak met meerdere pannen tegelijk? Dan is een brede plaat met vijf of zelfs zes zones handig. Sta je meestal alleen eenpansgerechten te maken, dan volstaat een compactere uitvoering.

Bedenk of je een losse oven wilt, een combi-oven of een stoomoven. Denk na over het formaat en de plaatsing van je koelkast: vrijstaand of inbouw, met vriesvak of zonder. En vergeet de afzuiging niet. In een open keuken werkt een plafondunit of geïntegreerde afzuiging in het kookplaatblad vaak beter dan een klassieke afzuigkap aan de muur.

Bij de plaatsing geldt: apparaten die je vaak gebruikt, moeten makkelijk bereikbaar zijn. Een oven op ooghoogte voorkomt bukken. De vaatwasser naast de spoelbak scheelt heen en weer lopen. Kies je voor een Quooker of een losse kokendwaterkraan? Denk dan ook aan de benodigde ruimte voor het reservoir.

In beeld: ontwerp je keuken met een 3D-planner

Wil je al je ideeën meteen tot leven brengen? Gebruik dan een 3D-keukenplanner, zoals die van Bemmel & Kroon. Je tekent je eigen ruimte in, plaatst ramen en deuren en sleept vervolgens keukenelementen op hun plek. Frontjes, kleuren, apparaten en opstellingen kun je eindeloos combineren. Zo krijg je direct een realistisch beeld van je toekomstige keuken. Het fijne: je hoeft niet meteen naar de winkel, maar kunt thuis op je gemak proberen, aanpassen en verfijnen.

Van ontwerp naar uitvoering

Ben je tevreden met je ontwerp? Neem dan de tijd om alles nog één keer kritisch door te lopen. Kloppen de looproutes? Heb je voldoende werkruimte tussen kookplaat en spoelbak? Zit de oven op een prettige hoogte? Zijn alle opbergruimtes logisch ingedeeld? Kijk ook naar de plaats van je aansluitpunten: water, stroom en afzuiging moeten aansluiten op wat je hebt gepland.

Heb je je keuken in een 3D-tool ontworpen? Dan kun je die visualisatie gebruiken om een afspraak te maken met een adviseur of keukenwinkel. Samen kijk je dan of je ontwerp technisch haalbaar is en welke materialen en apparaten beschikbaar zijn. Pas als alles klopt – van de maatvoering tot de afwerking – is het tijd om je keuken echt te gaan bestellen.

▼ Volgende artikel
Review Nothing Phone (3) – Uniek, maar geen vlaggenschip
© Wesley Akkerman
Huis

Review Nothing Phone (3) – Uniek, maar geen vlaggenschip

Met een adviesprijs van 849 euro is de Nothing Phone (3) het duurste toestel dat dit jonge merk tot op heden heeft uitgebracht. Zelf presenteert Nothing dit model als een heus vlaggenschip, maar uit onze ervaring blijkt dat deze smartphone dat niveau niet helemaal haalt.

Goed
Conclusie

De Nothing Phone 3 valt op met zijn design en Glyph-systeem, maar laat het afweten op het gebied van prestaties, hitteontwikkeling en camera’s bij weinig licht. De software is strak en onderscheidend, maar voor 850 euro heeft de concurrentie simpelweg meer te bieden.

Plus- en minpunten
  • Uniek ontwerp met grappig Matrix-display
  • Nothing OS blijft een fantastische Android-schil
  • Fijn display met levendige kleuren
  • Veel beter camerasysteem
  • Redelijke batterijduur bij normaal gebruik
  • Rivalen doen het op belangrijke vlakken beter
  • Geen high-end processor
  • Behoorlijke warmteontwikkeling
  • Android 16 laat nog op zich wachten
  • Oledpaneel zonder LTPO
  • Maakt te veel compromissen voor een vlaggenschip

De Nothing Phone (3) voelt met zijn aluminium frame en matte afwerking degelijk aan, maar de glanzende transparante achterkant is wel besmettelijk voor vingerafdrukken. De telefoon heeft vier knoppen, inclusief de Essential Key van de Phone (3a) voor screenshots en spraaknotities. Qua ontwerp haal je de meest unieke smartphone van dit moment in huis. Nothing zet hoog in op esthetiek en verheft de doorgaans saaie achterkant tot een waar kunstwerk. Net als bij andere Nothing-toestellen is die tevens functioneel; zo is er onder meer een rode stip die oplicht zodra je gaat filmen.

De meest controversiële verandering is het verdwijnen van de kenmerkende Glyph-strips. Die zijn voor de gelegenheid vervangen door de Glyph Matrix, een klein monochroom schermpje rechtsboven op de achterzijde van het toestel. Dat matrixdisplay biedt meer functionaliteit dan de ledstrips op de voorgangers, zoals notificaties en spelletjes, maar mist de unieke uitstraling van de Glyphs op zijn voorganger. Vooralsnog zien we alleen potentie in dat extra schermpje. Ontwikkelaars moeten nog aan de bak met nuttige functies en games, want tot op heden is de functionaliteit dusdanig beperkt dat je het onderdeel alleen voor meldingen kunt gebruiken.

©Wesley Akkerman

©Wesley Akkerman

De Essential Key zit onder de powerknop.

Op zich een prima scherm

Het scherm is redelijk op vlaggenschip-niveau. Het toestel heeft een oleddisplay van 6,67 inch met een hoge resolutie en een verversingssnelheid van 120 Hz. De (piek)helderheid is hoog genoeg voor gebruik in de zon, terwijl de kleurweergave zowel nauwkeurig als levendig is. Verder is er support voor HDR10+- en Ultra HDR-content. Helaas mist het scherm LTPO-technologie. Dat betekent dat de verversingssnelheid niet lager dan 30 Hz zakt bij statische content. In de praktijk kan dat de batterijduur negatief beïnvloeden.

De Nothing Phone 3 is de eerste telefoon die de Snapdragon 8s Gen 4-processor gebruikt. De chipset presteert vergelijkbaar met de Snapdragon 8 Gen 3, met lichte grafische verbeteringen en een hogere topsnelheid. Hoewel het toestel in dagelijks gebruik vlot aanvoelt en visueel intensieve games prima aankan, blijft de 8s Gen 4 in rauwe prestaties achter bij de nieuwste échte vlaggenschip-processors, zoals de Snapdragon 8 Elite. Potentiële kopers betwisten daarom of de Phone (3) 'flagship material' is of niet – maar bij normaal gebruik merk je geen vertragingen.

©Wesley Akkerman

©Wesley Akkerman

Voorbeeld van een Glyph Matrix-functie: het batterijniveau.

©Wesley Akkerman

Voorbeeld van een Glyph Matrix-functie: de tijd.

Warmteontwikkeling

Wat ook opvalt, is de warmteontwikkeling tijdens het gebruik. Het toestel kan namelijk flink opwarmen tijdens het uitvoeren van zwaardere taken, zoals bij het gamen. Dan kun je de telefoon bijna niet meer comfortabel vasthouden. Helaas een typisch Qualcomm-euvel dat we vaker tegenkomen. Verder is het zo dat de smartphone met een totaal vermogen van 5150 mAh qua accu ook wat achterloopt op zijn rivalen. Bij intensief gebruik moet je de telefoon soms eerder opladen dan je zou hopen. Bij normaal gebruik kom je er echter de dag wel mee door.

De Nothing Phone (3) draait op Nothing OS 3.5, gebaseerd op Android 15, en biedt een vloeiende, strakke interface met fijne, aanpasbare elementen en opvallende widgets. Net zoals op de Nothing Phone (3a) kom je ook hier de Essential Space tegen, een aparte sectie die screenshots opslaat en AI gebruikt om belangrijke informatie te extraheren en te organiseren, inclusief transcripties van spraakmemo's. Dat laatste gaat verrassend goed, met hier en daar een enkele typefout. Zo'n memo maak je snel aan door bijvoorbeeld de Essential Key ingedrukt te houden.

0,6x

1x

2x

Minder functies, maar wel uniek

Hoewel Nothing OS minder functies heeft dan sommige andere Android-skins, is het vrij van bloatware (erg belangrijk!) en legt het systeem de nadruk op een minimalistische, monochrome esthetiek. Dat maakt de software-omgeving daadwerkelijk anders dan je elders aantreft. Nothing belooft daarnaast vijf Android-upgrades en zeven jaar lang beveiligingspatches. Dat is een uitstekende score, meer dan gemiddeld, maar Nothing staat helaas niet bekend om de snelle uitrol van nieuwe softwareversies. Houd dus wat rekening met vertragingen op dat gebied.

Dat bewijst bijvoorbeeld de uitrol van Android 16. Die versie is reeds beschikbaar, maar de Nothing Phone 3 wordt geleverd met Android 15. Nu is het tegelijkertijd zo dat versie 16 echt nog maar net uit is, maar toch voelt dit aan als een gemiste kans. De upgrade moet echter voor het einde van het jaar verschijnen, dus daar kun je naar uitkijken. Verder heeft de nieuwe AI-zoekbalk nog een eigenaardigheid. Je kunt daarmee van alles opzoeken (apps, contacten, functies en meer), maar de Essential Space wordt daarin niet meegenomen.

3x

6x

6x

3x

Beste camera's tot nu toe, maar…

Verspreid over de achterkant tref je een veelzijdig camerasysteem aan. Dat bestaat uit drie sensoren van 50 megapixel: een hoofdcamera, een ultragroothoek- en een periscooplens. Daarmee zoom je tot 3x optisch in. Ook is er nog een selfiecamera van 50 megapixel. Alle camera's ondersteunen video-opnamen in 4K-kwaliteit bij 60 fps. Overdag leveren ze gedetailleerde foto's met levendige, accurate kleuren en een breed dynamisch bereik, hoewel er soms lichte oververzadiging optreedt en de sluitertijd wat beter kan.

De telelens presteert goed tot en met 6x inzoomen met behoud van helderheid en kleuren. Die lens is ook geschikt voor macro-opnames tot 10 centimeter. Over het algemeen vinden we dit de beste lenzen die Nothing tot nu toe aanbiedt, maar ook op dit vlak presteren concurrerende modellen beter. Vooral de Pixels en Galaxy's leveren betere kwaliteit bij weinig licht en snelle bewegingen. Nothings beeldverwerking zorgt gelukkig voor consistente kleuren over alle lenzen en voor goede diepte, maar de camera's kunnen dus nog verbetering gebruiken.

2x

1x

0,6x

Nothing Phone (3) kopen?

De Nothing Phone (3) streeft duidelijk naar onderscheid met zijn unieke ontwerp en het nieuwe Glyph Matrix-systeem, maar op cruciale punten blijft hij achter bij concurrenten in zijn prijsklasse. Hoewel de Snapdragon 8s Gen 4-processor echt wel vlot is voor dagelijks gebruik, blijft-ie op papier achter bij de concurrentie. Niet dat je al die snelheid per se nodig hebt (eerlijk is eerlijk: veel mobiele cpu's zijn echt overkill), maar die dingen gaan wel tellen als je een hogere prijs betaalt. Het helpt ook niet dat het toestel echt heet wordt onder hoge druk.

Ondanks een capabel camerasysteem presteert de Phone (3) onder uitdagende omstandigheden niet zo goed als je zou willen of verwachten. De batterijduur is adequaat, maar niet uitzonderlijk, en de usb-c-poort blijft steken op de oudere 2.0-standaard. Hoewel Nothing OS 3.5 een strakke en unieke software-ervaring biedt met langdurige updates, compenseren de software-extra's en het innovatieve Glyph-systeem de hardwarematige tekortkomingen niet voldoende om de Nothing Phone (3) een toptoestel te noemen, zeker niet gezien zijn prijskaartje van 850 euro.