ID.nl logo
Verenig al je slimme apparatuur in een hub, da's pas slim!
© Stanisic Vladimir
Zekerheid & gemak

Verenig al je slimme apparatuur in een hub, da's pas slim!

Het klinkt misschien vreemd, maar het zijn niet de slimme apparaten in jouw huis die bepalen hoe slim jouw huis is. Dat bepaalt namelijk de smarthome-gateway, het apparaat dat al die slimme apparaten met elkaar verbindt en laat samenwerken. Als je überhaupt zo’n overkoepelende smarthome-gateway hebt, want al te vaak ontbreekt die nog. Welke opties zijn er, en wat zijn hun voor- en nadelen?

In dit artikel laten we zien welke opties er zijn om je slimme apparaten in huis op één hub aan te sluiten, zodat je smarthome écht slim wordt. Kies uit:

  • Je eigen gateway bouwen met bijvoorbeeld Home Assistant
  • Fibaro
  • Homey

Lees ook dit achtergrondartikel over de smarthome-protocollen: Een slim huis creëren? Zo begin je!

Als je een slimme lamp of een ander slim apparaat koopt, krijg je er vrijwel altijd een app bij. Veel meer dan andere apparaten van hetzelfde merk bedienen, kan die app zelden. Met een beetje pech heb je bijna meer apps dan slimme apparaten en dat is onhandig en zeker niet ‘slim’.

Een smarthome-gateway of -hub is de oplossing. Zie het als het basisstation dat je huis slimmer maakt door alle slimme apparaten aan zich te koppelen, zodat je ze daarna allemaal via één interface kunt bedienen.

Nog belangrijker is de automatisering. Doordat de smarthome-gateway alle apparaten kan aansturen, kan hij die ook slim combineren. Voorbeeld zijn automatiseringen als: ‘Als ik de schuur binnenkom, gaan de lampen aan’ of ‘wanneer het gaat schemeren, gaan de rolgordijnen omlaag’. Het zijn dit soort automatiseringen dat een slim huis ook echt slim maakt. Zo is een smarthome-gateway bijna een betere investering dan alleen nóg meer slimme apparaten.

Lees ook het artikel: Blueprints voor Home Assistant: nog gemakkelijker je huis automatiseren

Hoeveel slimme apparaten er ook zijn, ze bepalen niet hoe slim het huis is.

Protocollen

Hoewel het fenomeen smarthome niet nieuw is, heeft het nog niet het volwassenheidsniveau dat je ervan zou verwachten. Zo is er nog steeds niet één communicatieprotocol dat altijd en met alle apparaten werkt. Met de protocollen Matter en Thread belooft die situatie er wel te komen, maar zover zijn we nog niet.

De bekendste smarthome-protocollen op dit moment zijn Z-Wave en Zigbee. Beide bieden tweewegcommunicatie, zodat elk apparaat altijd de actuele status kan doorgeven aan de andere slimme systemen, ook als het zelf is uitgeschakeld. Iets wat bijvoorbeeld het 433MHz-protocol van KlikAanKlikUit niet kan.

Z-Wave- en Zigbee-apparaten met een aansluiting op het elektriciteitsnet werken bovendien als tussenstation in een mesh-netwerk. Apparaten die te ver van elkaar af staan om rechtstreeks met elkaar te communiceren, gebruiken dan de andere apparaten in het netwerk om elkaar alsnog te bereiken. Dit maakt de reikwijdte van het netwerk flink groter.

Een voordeel van Z-Wave boven Zigbee is nog dat het protocol bewaakt wordt door de Z-Wave Alliance, die bovendien apparaten certificeert waardoor deze altijd compatibel zijn met de andere Z-Wave-producten.

Een voordeel van Z-Wave boven Zigbee is de controle door de Z-Wave Alliance op compatibiliteit van alle Z-Wave-apparaten.

Slimme chaos

De kans dat alle slimme apparaten dezelfde taal spreken, is klein. Een slim huis ontstaat zelden in één keer en bij de eerste aankopen is er vaak geen specifieke aandacht voor het protocol.

Maar ook later kan het zijn dat hoewel een product niet dezelfde taal spreekt als de andere apparaten, je het toch wilt hebben. Denk aan Philips Hue-lampen die alleen Zigbee ondersteunen of een slimme deurbel van Aeotec die alleen Z-Wave praat. En dat is het voordeel van een smarthome-gateway, die bijna altijd meer dan één protocol ondersteunt en daartoe behoren zeker Z-Wave en Zigbee.

Behalve dat een smarthome-gateway dit soort technische zaken oplost, kan het ook externe systemen toevoegen zoals een Sonos-geluidssysteem of een spraakassistent als Amazon Alexa of Google Assistant.

Ook de smarthome-gateway van Fibaro, die groot is geworden met Z-Wave, ondersteunt inmiddels Zigbee.

Verschillende smaken

Afhankelijk van hoe je het bekijkt, is de keuze in smarthome-gateways beperkt of juist heel groot. Dit komt doordat dezelfde software soms op verschillende hardware wordt aangeboden of is te gebruiken. Wat betreft hardware is er keuze uit meerdere kant-en-klare sets, maar is het ook goed mogelijk de benodigde onderdelen los van elkaar te kopen en deze zelf samen te voegen.

Bij een commercieel product heb je daarbij garantie en ondersteuning van de leverancier, bij gratis (softwarematige) producten komt hulp meestal van andere gebruikers. Die smarthome-community’s zijn erg groot en actief … zo groot en actief zelfs dat inmiddels ook aanbieders van commerciële producten deze graag gebruiken.

Een laatste onderscheid is nog te maken tussen leveranciers die ook zelf smarthome-apparaten ontwikkelen en verkopen, en leveranciers die zich exclusief richten op de ontwikkeling en verkoop van een smarthome-gateway.

Deze markt is nog volop in beweging. Zo biedt het opensource-softwareplatform Home Assistant inmiddels ook hardware en levert het bedrijf dat ooit Home Assistant begon, betaalde diensten voor het gratis product.

Nabu Casa, het bedrijf achter Home Assistant, biedt inmiddels betaalde premium-diensten aan voor het platform.

De zelfbouw-gateway

Een bij hobbyisten populaire smarthome-gateway is de combinatie van zelfgekozen hardware met een opensource-software, zoals OpenHAB, Domoticz en nu vooral Home Assistant. Die laatste kan geïnstalleerd worden op een willekeurige computer met Windows, macOS of Linux, maar ook op een NAS, in een Docker-container (en dan de container weer op een NAS of een computer) of op een minicomputer als een Raspberry Pi.

Deze combinatie Raspberry Pi met Home Assistant is misschien wel de meest gebruikte variant, omdat deze als voordeel heeft dat de gateway relatief weinig stroom verbruikt en eenvoudiger altijd beschikbaar is.

Met de keuze van de hardware bepaal je ook welke protocollen de zelfbouw-gateway ondersteunt. Wifi is eigenlijk altijd wel aanwezig, maar om ook Zigbee of Z-Wave te spreken, zijn aparte antennes nodig. Deze zijn los te koop als usb-stick, maar moeten daarna nog wel aan de configuratie worden toegevoegd. Dit kan een helse klus zijn, maar van bekende sticks als de ConBee 2 Zigbee-dongel en de Aeotec Z-Stick 7 voor Z-Wave zijn uitgebreide handleidingen te vinden van de producenten zelf.

Een Raspberry Pi en twee usb-antennes als basis voor een eigen smarthome-gateway.

Home Assistant kant-en-klaar Voor wie geen zin heeft in gedoe met het zelf kiezen en samenstellen van hardware is er Home Assistant Yellow. De Yellow is een kant-en-klaar kastje met Home Assistant optioneel voorgeïnstalleerd, met een ingebouwde Matter/Zigbee-antenne en een voeding. Je kunt ook kiezen voor volledig kant-en-klaar, waarbij een Raspberry Pi Compute Module 4 al in de behuizing is geplaatst. Of je koopt een halffabricaat (de ‘kit’) waarbij je de Compute Module 4 zelf op het moederbordje plaatst. Alleen nog een optionele M.2-ssd toevoegen en klaar. Verder blijft het gewoon Home Assistant, met alle voor- en nadelen.

De verkrijgbaarheid van Home Assistant Yellow is helaas al tijden zeer matig. Wel heeft Nabu Casa onlangs nog een goedkopere variant met iets andere hardware geïntroduceerd: de Home Assistant Green. Hopelijk wordt die beter leverbaar.

Home Assistant Yellow is een kant-en-klare minicomputer met Home Assistant.

Home Assistant op Synology Home Assistant in een Docker-container op een NAS was een valide optie tot Synology in versie 7 van zijn besturingssysteem, de usb-poort beperkte tot externe opslagapparaten. Zigbee- of Z-Wave-sticks werden ineens niet meer ondersteund. Er zijn workarounds, maar die zijn complex en foutgevoelig, zeker zolang Synology zijn positie niet verandert. QNAP ondersteunt nog wel Zigbee- en Z-Wave-usb-antennes.

Gateway-software in een Docker-container op een Synology-NAS is een minder logische keuze nu Synology geen usb-antennes meer ondersteunt.

Automatiseringen maken

Tijdens de installatie worden al best veel slimme apparaten gevonden, de andere kunnen via zogeheten integraties worden toegevoegd. Het aanbod is enorm. Een deel van de integraties worden door de makers van Home Assistant zelf gemaakt, andere door fabrikanten of de grote community die Home Assistant ondersteunt.

Home Assistant sluit een groot aantal slimme en minder slimme apparaten aan.

De kwaliteit bij de eerste is goed, bij de communityproducten wisselend. Werkt het niet helemaal zoals je wilt, dan laat veel zich tweaken of kan uiteindelijk nog aangepast worden door zelf in de code te duiken. Veel kennis is hiervoor niet direct vereist, met een zoekmachine en allerlei YouTube-filmpjes kom je een heel einde.

Bij het automatiseren is er de keuze tussen het helemaal zelf te regelen met triggers, voorwaarden en acties, of door een kant-en-klaar recept te gebruiken, een zogeheten blueprint.

Aan de slag met Home Assistant?

In dit artikel lees je er alles over

Bijna alles in Home Assistant is gratis, behalve veilige wereldwijde toegang en integratie met een spraakassistent zoals Google Assistant of Alexa. Wil je deze mogelijkheid gebruiken, dan heb je het Home Assistant Cloud-abonnement nodig, dat 75 euro per jaar kost.

Een automatisering, bijvoorbeeld via een blueprint, is snel gemaakt.

Kant-en-klare gateways

Wil je liever niet zelf hoeven knutselen, kies dan voor een smarthome-gateway van een producent die ook zelf smarthome-apparaten levert. Deze zijn er bijvoorbeeld van Aqara (dat nauw met Samsung samenwerkt), Aeotec en Fibaro. Het voordeel is natuurlijk de maximale ondersteuning van in elk geval de eigen producten van dat merk. Vaak is dat een heel breed palet.

Fibaro levert naast de eigen smarthome-gateway ook een groot aantal smarthome-producten voor controle van verlichting tot verwarming, rolluiken en dimmers tot aan bewegings- en overstroomsensoren, maar ook rook- en CO2-melders. Genoeg om een huis heel slim in te richten en dan zonder de zorgen of de onderdelen wel samenwerken.

De Home Center 3 is een smaakvol vormgegeven smarthome-gateway die in elke kamer past.

Lees ook: Zo maak je van je doorsnee huis een slim, comfortabel en veilig huis

Fibaro

Voor zijn eigen apparaten gebruikt Fibaro het protocol Z-Wave, maar de Home Center 3 ondersteunt ook Zigbee. Het gaat dan vooral om slimme verlichting en sensoren onder meer van IKEA, Philips en Aqara, maar de lijst met ondersteunde producten groeit snel.

De interface is helder en werkt soepel. De app voldoet ook, al biedt hij minder opties dan de webinterface. Automatiseringen maak je of met kant-en-klare scènes of handmatig door zelf op een visuele manier apparaten te verbinden, en daar voorwaarden en acties aan te koppelen. Wil je echt diep gaan, dan kan dat via LUA-script.

Hoewel het Fibaro-platform geslotener is dan de andere smarthome-gateways, is er naast de eigen uitbreidingen ook een marktplaats waar onafhankelijke ontwikkelaars apps aanbieden. Fibaro beoordeelt deze apps vooraf wat een geruststellende gedachte is, al staat het niet garant voor de werking.

Door ‘rebranding’ heet de verder prima app van Fibaro nu Yubii. Dat vinden we toch wel jammer voor een premium merk.

De Home Center 3 is duidelijk een volwassen product. De firmware van verbonden Fibaro-apparaten worden keurig geüpdatet: er is support van Fibaro en een groot online forum, en je kunt aparte gebruikers maken en eigen rechten geven. De integratie met Siri, Alexa en Google Assistant is gratis, net als back-up (cloud én lokaal) en de door Fibaro beveiligde toegang via het internet.

Block-scenes is een van de drie manieren om met Fibaro te automatiseren.

Onafhankelijke derde

Met Homey is er nog een derde optie voor een smarthome-gateway. Fabrikant Athom, het Nederlandse bedrijf achter de Homey Pro, ontwikkelt wel een smarthome-gateway, maar verkoopt geen eigen smarthome-apparaten. Het bedrijf levert een fraai vormgegeven minicomputer waarop zijn eigen smarthome-platform draait. De Homey Pro ondersteunt naast Z-Wave en Zigbee, ook wifi, bluetooth, KlikAanKlikUit (433 MHz), en binnenkort ook Thread en Matter.

De Homey Pro kan via wifi of een optionele ethernet-adapter met het netwerk worden verbonden.

Daarbij levert het bedrijf een eigen app, en biedt het andere bedrijven en ontwikkelaars de mogelijkheid eigen aanvullingen te maken. Ook is Athom bezig met een eigen hardwarecertificering voor fabrikanten die willen laten zien dat hun smarthome-producten samenwerken met Homey.

Behalve de Homey Pro biedt Athom ook nog een Homey Bridge. Deze is aanzienlijk goedkoper in aanschaf, maar vereist een maandabonnement om als zelfstandige gateway te functioneren. Interessanter is het dat de bridge ook als extender voor de Pro functioneert om zo het smarthome-netwerk flink uit te breiden.

De goedkopere Homey Bridge kan als extender voor het smarthome-netwerk van een Homey Pro worden gebruikt.

Homey Pro

De Homey Pro biedt direct uit de box een premium, Apple-achtige ervaring. De hardware ziet er gelikt uit, en de installatie via de app gaat erg soepel en zonder haperingen. De Homey Pro gaat zelf direct op zoek naar beschikbare smarthome-apparaten en biedt aan deze te koppelen.

Wordt een apparaat niet direct herkend, dan kan de ondersteuning via een app worden toegevoegd. Sommige apps zijn van onafhankelijke ontwikkelaars, maar vaak genoeg ook gewoon van de officiële smarthome-fabrikanten. Een Aqara-bewegingssensor werd wel correct herkend, maar deed het daarna toch niet naar behoren, alle overige apparaten wel.

Om te automatiseren, is er keuze tussen de grafische ‘flows’ waarmee je triggers, voorwaarden en acties aan elkaar koppelt, en de scripttaal HomeyScript. Via Inzichten krijg je toegang tot de grafieken van alle verbonden apparaten, zoals het temperatuurverloop of energieverbruik van de laatste week of langer.

Flows is een van de manieren om met Homey te automatiseren.

Dashboards geven snel inzicht in de actuele en historische data van het huis.

Kiezen mag, hoeft niet Wat een vergelijking van smarthome-gateways vooral duidelijk maakt, is hoe hard de thuisautomatisering toe is aan verdere standaardisatie. Te veel tijd en energie van gebruikers en vermoedelijk ook producenten gaat verloren met randzaken als onderlinge communicatie en compatibiliteit.

Voor de consument kan een goede gateway helpen dit probleem minder groot te maken en gelukkig is het aanbod breed genoeg om een goede keuze te maken die past bij jouw wensen en vooral ook smarthome-ambities. De prijs is uiteindelijk maar een klein deel van de hele investering in slimme apparaten. Lukt het niet te kiezen of twijfel je, het is prima mogelijk meerdere gateways te combineren en samen te laten werken.

Wat zijn de kosten?

Het goedkoopst is een zelfbouw-gateway op basis van een Raspberry Pi 4 8 GB met antennes en Home Assistant. Deze kost totaal 240 euro. Beheerde cloudtoegang kost nog 75 euro per jaar extra.

Dat betaal je ook ongeveer als je de standaarduitvoering van de Home Assistant Yellow neemt: de hardware is dan 40 euro duurder, hoewel je dan een Raspberry Pi Compute Module 4 met ‘maar’ 2 GB geheugen hebt. Kies je voor de kitversie van de Home Assistant Yellow, dan bepaal je tegen een meerprijs zelf welke Compute Module 4 je erin stopt.

Fibaro vraagt 449 euro voor de Home Center 3 en dat is inclusief cloudback-ups en veilige toegang via het internet.

De Homey Pro tot slot kost 399 euro, plus 10 euro per jaar voor de cloudback-up.

Tips om met thuisautomatisering te beginnen

  1. Waar ben je naar op zoek? Wooncomfort, slimme verlichting, beveiliging, of een combinatie? Bepaal eerst goed wat je wilt automatiseren (en ook wat niet) en neem die keuze mee in elke volgende stap.
  2. Bepaal voor je begint een budget en houd je daaraan! Smarthome-apparatuur is er in veel prijsklassen en het aanbod is zeer divers. Voorkom dat je wel veel geld kwijt bent aan slimme apparaten, maar toch niet het gewenste resultaat behaalt.
  3. Automatiseer per ruimte van het huis. Begin niet met je hele huis in één keer, maar laat het groeien. Benader elke kamer als een project, met een plan, een budget en een evaluatie aan het einde. Pas daarna begin je aan de volgende kamer.
  4. Wees creatief. Er zijn vaak meerdere oplossingen voor hetzelfde probleem. Wil je alleen de lampen kunnen dimmen, dan zijn de duurdere lampen met meerdere kleuren overbodig. Lampen met alleen witlicht zijn goedkoper. Een slimme schakelaar met dimfunctie is in aanschaf misschien duurder, maar gaat erg lang mee waardoor je uiteindelijk wellicht toch goedkoper uit bent.
  5. Hetzelfde geldt voor de sensoren. Zij zijn de ogen van je smarthome, maar je hoeft niet altijd alles te zien. Is alleen de lichtsterkte of beweging belangrijk, neem dan een goedkope sensor die ook echt alleen dat meet.
  6. Blijf leren. Neem de lessen van de vorige ruimte mee naar de volgende. Heb je eens achteraf een verkeerd slim apparaat gekocht, kijk dan of je het bij een volgende ruimte alsnog kunt inzetten.
  7. In de beperking toont zich de meester. Stel doelen, werk ze uit in concrete oplossingen en implementeer ze. Van alsmaar meer en complexer wordt je huis niet per se beter.

 

▼ Volgende artikel
Zo sluit je het beste een receiver aan
© JBL
Huis

Zo sluit je het beste een receiver aan

De achterzijde van een doorsnee receiver telt al gauw tientallen aansluitingen. Bij duurdere modellen loopt dat aantal vaak op tot bijna honderd. Voor het aansluiten van audiovisuele apparaten bestaan er dan ook meestal meerdere opties. In dit artikel lees je welke poorten je het beste kunt gebruiken.

In dit artikel bespreken we: • Welke aansluitingen een receiver heeft • Hoe je speakers aan de juiste uitgangen koppelt • Hoe je een televisie, cd-speler, draaitafel, tv-ontvanger en andere apparaten het beste kunt aansluiten

Ook interessant: Receiver kopen? Let op deze aandachtspunten

Bekende audiomerken als Denon, Onkyo, Marantz en Yamaha brengen geregeld uitgebreide receivers op de markt. Dat resulteert in een nogal drukke achterkant met een heleboel in- en uitgangen. Gelukkig helpen de fabrikanten je alvast een handje. Zo staat bij vrijwel alle aansluitingen vermeld waarvoor je de bewuste poort kunt gebruiken. Toch is een nadere uitleg geen overbodige luxe. Kijken we bijvoorbeeld naar het koppelen van een cd-speler, dan zijn er doorgaans drie mogelijkheden. En zo stuit je wellicht op nog meer aansluitdilemma's.

©Onkyo

In de witte vlakken zie je welke apparaten en luidsprekers je allemaal op de receiver kunt aansluiten. Tip: klik op de afbeelding om hem te vergroten.

Speakers aansluiten

Afhankelijk van hoeveel audiokanalen de receiver ondersteunt, zijn er meerdere speakeruitgangen beschikbaar. Sluit op Front de twee voorste luidsprekers aan. Het is hierbij belangrijk dat je de linker en rechter speaker aan de overeenkomstige uitgangen koppelt. Fabrikanten duiden dat doorgaans aan met L en R. Let bovendien op de plus- en min-aansluiting. Die zijn respectievelijk rood en zwart.

In een klassieke 5.1-kanaals surroundopstelling bevindt zich onder de televisie een middenspeaker. Koppel die aan de rode en zwarte uitgang bij Center. Daarnaast heb je als het goed is ook nog twee speakers achter de zitpositie opgesteld. Die verbind je met de Surround-uitgangen van de receiver. Verder kun je een subwoofer op Sub, Sub out of Subwoofer out aansluiten. In tegenstelling tot reguliere luidsprekers gebruik je voor deze basspeaker slechts één stekker.

Ondersteunt jouw receiver nog meer kanalen, dan zie je vermoedelijk namen als Back, Surround Back en/of Height. Hierop kun je optioneel extra speakers aansluiten. Bij gebruik van een geschikte receiver en de juiste luidsprekers creëer je daarmee een driedimensionaal geluid (Dolby Atmos/DTS:X). Houd er rekening mee dat fabrikanten van receivers geen luidsprekerkabels meeleveren. Voor een goed geluid loont het de moeite om in kwalitatieve kabels te investeren.

©Maikel Dijkhuizen

Er lopen vanaf elke luidspreker normaliter twee (verbonden) kabels naar de receiver.

Televisie aansluiten

Uiteraard wil je het (surround)geluid van tv-zenders en video-apps via de receiver afspelen. Verbind de televisie bij voorkeur met de HDMI-ARC-uitgang van het audiosysteem. Op hedendaagse beeldbuizen vind je zo'n zelfde HDMI-ARC-aansluiting. Bijzonder aan deze poort is dat het beeld en geluid in tegengestelde richting kan transporteren. De afkorting ARC staat dan ook voor Audio Return Channel. Open je op de smart-tv bijvoorbeeld Netflix, Videoland of een andere app, dan nemen de receiver en aangesloten luidsprekers het audiospoor voor hun rekening.

Heeft jouw televisie geen HDMI-ARC-poort? Geen probleem, want je kunt het tv-geluid waarschijnlijk alsnog via je receiver afspelen. Check eerst of de beeldbuis een optische uitgang heeft. Dit staat aan de achterzijde van de televisie bijvoorbeeld aangeduid met Optical digital audio out of een soortgelijke benaming. Heeft de receiver eveneens een digitale optische poort, dan luister je naar een mooi surroundgeluid.

Als je nog een hele oude televisie hebt, kun je die wellicht analoog aansluiten. Gebruik hiervoor een witte en rode tulpingang achterop de receiver. Overigens luister je bij een analoge verbinding uitsluitend naar stereogeluid.

©Pioneer

Let op dat je een televisie aan een HDMI-poort met ARC-ondersteuning koppelt.

Videobronnen aansluiten

Voor het koppelen van videobronnen heeft vrijwel elke recente receiver meerdere HDMI-inputs. Sluit hierop bijvoorbeeld een tv-ontvanger, blu-ray-speler, spelcomputer en/of mediaspeler aan. De receiver verwerkt het audiospoor van de gekozen videobron en geeft het beeldsignaal door aan de televisie. Dat laatste gebeurt via de HDMI-ARC-uitgang (zie vorige paragraaf).

Bij iedere HDMI-poort op de receiver staat doorgaans de naam van een bepaalde videobron vermeld. Het is verstandig om je daaraan te houden. Je kunt dan met aparte knoppen op de afstandsbediening simpel naar de juiste videobron schakelen. Sommige receivers hebben ook nog analoge video-ingangen, zoals component (groen/blauw/rood), composiet (geel) en s-video. Die zijn met name nuttig voor het geval je oude videoapparatuur wilt aansluiten.

Cd-speler aansluiten

Als je een cd-speler wilt aansluiten, heb je meestal keuze uit drie mogelijkheden. Veel receivers hebben twee verschillende digitale ingangen, namelijk optisch en coaxiaal. Wanneer jouw cd-speler over een van deze uitgangen beschikt, kun je de audiobron digitaal aansluiten. In dat geval zet de receiver het digitale signaal om naar een analoog signaal, waarna het geluid wordt verwerkt door de aangesloten speakers. Dit gebeurt door de digitaal/analoog-converter (dac) van de receiver.

Vrijwel alle cd-spelers hebben zelf óók een digitaal/analoog-converter. Deze route kun je als alternatief kiezen. Het digitale geluid van de cd wordt dan meteen omgezet naar een analoog signaal. Via een witte en rode tulpuitgang bereikt dit signaal vervolgens jouw audiosysteem, waarna je geluid uit de speakers hoort.

De hamvraag is natuurlijk of je een cd-speler nou het beste digitaal of analoog kunt aansluiten. Het antwoord daarop heeft alles met de kwaliteit van de gebruikte digitaal/analoog-converter te maken. Ga je een goedkope cd-speler op een prijzige receiver aansluiten? Hoogstwaarschijnlijk doet de digitaal/analoog-converter van de receiver deze taak met meer precisie, waardoor je luistert naar een gedetailleerder geluid. In dit voorbeeld sluit je de cd-speler dus bij voorkeur digitaal aan. Overigens zijn er ook prijzige cd-spelers met een hoogwaardige digitaal/analoog-converter verkrijgbaar. Zo'n apparaat leent zich goed voor een analoge verbinding.

©Marantz

De Marantz CD6007 kun je zowel digitaal (optisch en coaxiaal) als analoog aansluiten.

Platenspeler aansluiten

Plaatjes draaien is tegenwoordig weer helemaal hip. Misschien wil je daarom wel een mooie draaitafel aansluiten. Zie je achterop de receiver een rode en witte tulpingang met een Phono-aanduiding? Goed nieuws, want in dat geval is er al een phono-voorversterker ingebouwd. Je kunt elke platenspeler hierop aansluiten. Als de receiver niet over dit onderdeel beschikt, gebruik je een andere analoge tulpingang. Je hebt dan wel een platenspeler met een geïntegreerde voorversterker of een losse voorversterker nodig. Zo'n laatstgenoemd kastje is vanaf enkele tientjes te koop.

Netwerktoegang

Tegenwoordig hebben veel recente receivers ook een netwerkfunctie. Je kunt dan muziek streamen vanaf online diensten en overige netwerkbronnen – zoals Spotify, Tidal of een NAS. Sluit een receiver bij voorkeur op een bekabeld netwerk aan. Dankzij een hogere bandbreedte is de verbinding stabieler. Bovendien voorkom je daarmee dat naburige wifi-netwerken de draadloze verbinding negatief beïnvloeden (interferentie). Is er geen bekabelde verbinding voorhanden, dan meld je de receiver alsnog aan op wifi.

©Denon

De Denon AVC-X4800H heeft twee antennes voor het oppikken van een wifi-signaal.

Cd-speler aangesloten op je receiver?

Kies uit honderdduizenden schijfjes

▼ Volgende artikel
De beste 11-inch tablets van nu: welke past bij jou?
© metamorworks - stock.adobe.com
Huis

De beste 11-inch tablets van nu: welke past bij jou?

Hoewel de markt voor tablets redelijk op z’n gat ligt, komen we zo nu en dan toch nog interessante modellen tegen, vaak voor een schappelijke prijs. Voor de meeste mensen geldt dat een scherm van tien tot twaalf inch meer dan genoeg ruimte biedt voor zowel werk als entertainment. Dat is dan ook waar ID.nl zich in deze test op richt.

Op zoek naar een tablet? Na het lezen van dit artikel weet jij welke tablet precies bij jouw wensen past. We hebben de volgende modellen getest:

  • Samsung Galaxy Tab S9
  • Apple iPad Air 11-inch (2024)
  • Google Pixel Tablet
  • OnePlus Pad 2
  • Apple iPad (tiende generatie)

Lees ook: Zo gaat je tablet (véél) langer mee!

In deze test nemen we vijf tablets onder de loep. Drie van deze tablets zijn in het afgelopen jaar uitgekomen. Dat zijn die van Samsung, OnePlus en Apple. Daarnaast nemen we ook de tiende generatie iPad en de Google Pixel Tablet mee, aangezien die een schermformaat van tien tot twaalf inch hebben en vergelijkbaar geprijsd zijn. Bovendien heeft de laatstgenoemde een unieke troef in handen.

De Pixel Tablet is een van de oudere tablets in deze test …

Hoe we testen

Tijdens het testen van de tablets in deze vergelijking letten we op een aantal speerpunten. Hoe bevalt het scherm? Daarbij letten we op het contrast, de kijkhoek en meer. Hoe zit het met de bouwkwaliteit? Hoe snel laadt de tablet op en wat voor unieke mogelijkheden biedt hij aan? Omdat we de kwaliteit van de camera’s minder belangrijk vinden, tillen we daar niet te zwaar aan. We nemen immers doorgaans geen foto’s met een tablet als we ook gewoon een smartphone op zak hebben.

Ook letten we op de accessoires die meegeleverd worden en die los beschikbaar zijn; dat laatste zegt iets over de potentie, maar helaas ook over de extra benodigde investering. Tot slot letten we op de software: op welke versie van het beschikbare besturingssysteem draait het apparaat en hoelang krijgt de tablet nog updates? De verkoopprijs die bij elke tablet vermeld staat, is de prijs aangetroffen bij een of meerdere bekende (web)winkels op het moment van schrijven.

… terwijl de iPad Air 11-inch één van de jongste is.

Niet altijd de nieuwste Android-versie

Als je in 2025 een tablet koopt die op Android draait, let er dan op dat daar minimaal Android 14 op staat. Over het algemeen zijn tabletfabrikanten niet heel snel als het om tabletupdates gaat, maar aangezien die versie nu al meer dan een jaar op de markt is, vinden we dat wel een vereiste. Vooral omdat Android 15 al eind 2024 uitgebracht is. Maar houd er rekening mee dat het nog maanden kan duren voordat tablets die versie ontvangen, al is de ene fabrikant natuurlijk sneller daarin dan de andere.

Niet dat Android 15 ontzettend spannende onderdelen aanbiedt die je nergens anders aantreft. Want zoiets als ‘betere multitasking’ horen we al jaren. Maar privéruimtes (waar je gevoelige apps en data in op kunt slaan), eenmalige wachtwoorden (voor verbeterde privacy en online bescherming) en antidiefstalbeveiliging klinken ons wel als muziek in de oren. Verder is het gewoon handig om altijd de meest recente Android-versie te hebben in het kader van algemene online beveiliging.

Android is nog steeds in ontwikkeling, zo kun je in Android 15 gevoelige apps afschermen in een privéruimte.

Niet alle iPadOS-functies

Dat laatste geldt natuurlijk ook voor iedereen die gebruikmaakt van iPadOS, het besturingssysteem beschikbaar voor iPads. Op het moment van schrijven is iPadOS 18 beschikbaar voor een grote groep iPad-modellen. Apple is een stuk beter in het onderhouden van zijn software, omdat het natuurlijk de enige fabrikant is die hiermee werkt. Maar zo blijven je apparaten wel lang veilig en snel.

Met iPadOS 18 aan boord van je tablet krijg je toegang tot veel meer personalisatie dan voorheen. Je bepaalt hoe je thuisscherm eruitziet, geeft iconen andere kleuren mee en kunt zelf het Bedieningspaneel aanpassen. Daarnaast krijg je voor het eerst toegang tot de rekenmachine- en wachtwoordenapps van Apple.

Waar we in Europa voorlopig nog op moeten wachten, is Apple Intelligence. Dat is een verzameling AI-functies die werken op basis van generatieve kunstmatige intelligentie. De slimme hulp kan helpen bij het schrijven en bewerken van foto’s, en geeft Siri ook wat extra wapens in het arsenaal. Daarnaast is er een diepe integratie met ChatGPT.

De Apple Intelligence-functies in iPadOS 18, zoals Schrijfhulp, krijgen we vooralsnog niet in Europa.

Handig om te weten! Bezorgd om je privacy? Zo beveilig je jouw tablet

Samsung Galaxy Tab S9

Ook al is de Samsung Galaxy Tab S9 het instapmodel van de Tab S9-reeks die in medio 2023 op de markt kwam, hij doet niet onder voor zijn duurdere broers en zussen.

De verschillen zitten hem voornamelijk in de grootte van het scherm, het aantal camera’s en de hoeveelheid werkgeheugen en opslagruimte. De processor is in elke variant gelijk, namelijk een Qualcomm Snapdragon 8 Gen 2. Dat is een enorm capabele cpu uit 2022, die nog lang niet doet snakken naar zijn opvolgers.

De Samsung Galaxy Tab S9 heeft een prachtig en levendig amoledscherm van 11 inch en een verversingssnelheid van 120 hertz. Daardoor scrolt alles heel soepel over het scherm en kun je het gros van de beschikbare games in de hoogste framerates spelen.

De genoemde prijs in dit artikel geldt voor het model met 8 GB aan werkgeheugen en 128 GB aan opslagruimte. Dat laatste is een beetje weinig anno nu, maar het werkgeheugen is meer dan voldoende. Helemaal als dit gewoon een tablet voor dagelijks gebruik wordt, waar je het nieuws op leest, mails op beheert of af en toe een spelletje op speelt. Maar ook wanneer dit een werkstation wordt. De Tab S9 beschikt namelijk, net als veel andere moderne Samsung-toestellen, over een omgeving genaamd Samsung Dex.

Met Dex tover je de tablet om tot een mobiel werkstation waar je u tegen zegt. Je downloadt populaire apps als Microsoft Word, of doet alles in de cloud, en kunt zodoende veel werk gedaan krijgen. Je kunt hiervoor investeren in allerlei officiële accessoires (zoals een toetsenbord en beschermhoes), maar kunt ook gewoon via bluetooth 5.3 of een usb-hub de nodige accessoires aansluiten. De stylus krijg je erbij.

Dit is momenteel één van de meest veelzijdige tablets die je kunt kopen op één van de meest veelomvattende besturingssystemen van dit moment. Op de Tab S9 draait Android 13, en je krijgt in totaal vier jaar aan updates.

Met een accu van 8400 mAh houd je het bovendien met gemak een dag uit op het (thuis)kantoor. En anders kun je het apparaat opladen met de 45watt-oplader. Laden gaat dus niet supersnel – maar als je hem tijdens het werk oplaadt wanneer nodig, hoeft dat geen probleem te zijn.

Pluspunten

  • Prachtig amoledscherm

  • Voor werk en entertainment

  • Duurzaamheid en updatebeleid

  • Stylus meegeleverd

Minpunten

  • Geen grote stap vooruit

  • Verplaatsing vingerafdrukscanner

Apple iPad Air 11-inch (2024)

We moeten dit er even eerlijk bij vermelden: het had niet veel gescheeld, of we hadden de iPad Air 11-inch als best getest voorgesteld. Maar in vergelijking met de Galaxy Tab S9 zijn er wat zaken die ons net tegenvallen.

Zo heeft dit model geen oled-, maar een lcd-scherm. Daardoor ogen de kleuren minder diep en levendig dan je zou willen voor deze prijs. Dat neemt niet weg dat de weergave nog steeds heel prettig is, maar je kunt het dus beter treffen. Dat de kleuren wat fletser ogen, valt overigens alleen op wanneer je hem direct vergelijkt met een oled-tablet. Daarom willen we daar niet te streng over zijn.

Daarnaast is de tablet niet heel spannend als je hem vergelijkt met eerdere iPad-modellen. Sterker nog: je zou kunnen stellen dat dit een soort iPad Pro uit 2022 is, maar dan met een lager prijskaartje en een iets minder fijn scherm. Dat is wel een belangrijke kanttekening, met het risico dat we wellicht iets te negatief klinken over de lichte en meer betaalbare iPad Air-modellen van Apple.

Veel zaken gaan namelijk ook goed. Zo beschikt dit model over de M2-processor, die Apple zelf ontwikkeld heeft. Ja, die is inmiddels ingehaald, maar voor het dagelijkse gebruik is de processor meer dan degelijk te noemen.

Apps starten snel op, games laten zich nog steeds prettig spelen en het besturingssysteem vertoont nergens kuren. Daarnaast is het goed om te weten dat de iPad Air 11 inch uit 2024 een goed werkpaard is. Niet alleen vanwege de grote hoeveelheid productiviteitsapps, maar ook omdat de cpu daar nog altijd capabel genoeg voor is. Vooral creatievelingen doen er goed aan te kijken naar het Apple-aanbod.

Verder is er een goede accuduur van tien uur en ondersteunt de Air zowel de drukgevoelige Apple Pencil Pro (een Apple-stylus) als het Magic Keyboard. Die moet je er dan nog wel los bijkopen, als je ze nog niet had. Ze kosten respectievelijk 150 en 109 euro. Handig is dat de pen door de tablet wordt opgeladen als je deze er magnetisch op plakt.

Het apparaat draait inmiddels op iPadOS 18, en je kunt daarna nog enkele jaren rekenen op beveiligingsupdates en software-upgrades (dus naar latere versies van iPadOS).

Pluspunten

  • Prima scherm

  • Ondersteunt Pencil Pro

  • Updatebeleid

Minpunten

  • Prijzige accessoires

  • Niet heel spannend

Google Pixel Tablet

Met een lcd-scherm van net geen 11 inch biedt ook de Google Pixel-tablet een interessante propositie aan. Net als bij de iPad zit het wel goed met contrast, kijkhoek en kleurenbereik. Maar de schermkwaliteit evenaart het niveau van een amoleddisplay niet.

Dit is de eerste tablet die Google onder de Pixel-naam uitbrengt. De Pixel-reeks is een serie producten die Google helemaal zelf vanaf de grond af aan ontwikkeld heeft. Pixel-smartphones en -tablets beschikken allemaal over Googles zelfontworpen processor, namelijk de Tensor-chip. In de Tablet zit een Tensor G2-cpu, die – net als de cpu’s in de Galaxy Tab S9 en iPad Air 11 inch – prima geschikt is voor dagelijkse taken. Het grote verschil tussen Googles chipset en die van de concurrentie is dat deze wel érg warm kan worden, waardoor de prestaties een klap kunnen oplopen. Het beeld stottert dan even, en anders merk je dat de interface trager reageert.

Dit alles is volledig afhankelijk van wat je op dit model doet. Ben je gewoon aan het browsen, muziek aan het luisteren of iets aan het lezen, dan hoef je je nergens zorgen om te maken. En ondanks het feit dat de Pixel Tablet prima dienstdoet als gamemachine, raden we dat toch af vanwege die warmteontwikkeling. Qua cpu kan Google zich – in elk geval op technisch vlak – niet meten met het aanbod van Qualcomm.

Maar de Google Pixel Tablet heeft wel een aantal troeven in handen. Zo krijg je toegang tot allerlei softwarefuncties die Google direct in zijn apps bouwt, zoals de magische gum voor foto’s en meer. Daarmee haal je moeiteloos objecten weg uit foto’s.

De genoemde prijs in dit artikel is overigens gekoppeld aan een pakket: de Pixel Tablet is leverbaar met een speakerstand die hem ook constant opgeladen houdt. Onderschat dat laatste niet: de tablet is altijd paraat wanneer je hem gebruiken wilt.

Dankzij die stand transformeer je de tablet in een slim beeldscherm, waarmee je je smarthome aanstuurt. Dat werkt nog gemakkelijker als je Google Home gebruikt, het smarthomeplatform van het Amerikaanse bedrijf. Ook kun je de speaker gebruiken om naar muziek en podcast te luisteren.

Op dit moment draait de Pixel Tablet op Android 14, maar hij kan tot juni 2026 nog updates verwachten. Dat is korter dan we zouden willen zien.

Pluspunten

  • Fungeert als smarthome-hub

  • Meest pure Android-ervaring

  • Is altijd opgeladen

Minpunten

  • Prestaties lopen soms een klap op

  • Geen 3,5mm-aansluiting

OnePlus Pad 2

Op papier heeft de OnePlus Pad 2 een hoop eigenschappen waar we blij van worden. Een aluminium body, groot scherm van 12,1 inch (het grootste scherm in deze test), een razendsnelle Snapdragon 8 Gen 3-processor, genoeg werkgeheugen en een accu van 9500 mAh.

Maar in de praktijk merk je dat er voor veel voordelen helaas ook nadelen bestaan. Zo ben je in staat de accu snel op te laden, maar alleen als je dan nog los een oplader koopt (van minimaal 40 euro). Het scherm heeft een mooi kleurbereik, contrast en fijne kijkhoek, maar heeft ook een zichtbare ruimte tussen het glas en het scherm. Dat zorgt voor een schaduw bij de randen die je niet weg kunt denken. Plus: het scherm reflecteert als een malle.

En die Snapdragon-processor wordt soms flink bekneld, met als doel de batterijduur te verlengen en het systeem koel te houden. Het zou fijner zijn als je hier als gebruiker meer controle over zou hebben. Nu bepaalt OnePlus voor je hoe het systeem presteert en reageert, en dat vinden we jammer.

Dat gezegd hebbende, biedt het Chinese merk wel een interessant product aan. Als we puur naar de specificaties kijken, dan krijg je voorlopig niet veel meer voor dezelfde prijs of minder. De Gen 3-processor is relatief nieuw en reageert over het algemeen heel snel, waardoor die met name voor dagelijkse taken, werkgerelateerde opdrachten en gaming zeer geschikt. Eigenlijk alles wat je in een tablet zoekt. Ook zijn er genoeg werkgeheugen en opslagruimte beschikbaar.

Hoewel we niet altijd te spreken zijn over de geassimileerde software van OnePlus-producten (ze lijken nu te veel op die van zusterbedrijf Oppo), zijn we wel erg blij met de snelheid en overzichtelijkheid van de software. Daar speelt de Open Canvas een belangrijke rol in. Dit is intuïtieve multitaskingsoftware dat het bedrijf zelf ontwikkelde, waarmee je drie apps tegelijkertijd opent en gebruikt.

De tablet draait op Android 14 en ontvangt helaas maar drie jaar aan upgrades en vier jaar aan beveiligingsupdates. Dat is aan de lage kant, net als bij de Pixel Tablet.

Voor ongeveer 160 euro bestel je er ook een toetsenbord en stylus bij. Hierin is OnePlus niet de duurste, maar het totaalpakket kan daarom dus wel wat oplopen in prijs.

Pluspunten

  • Zeer goede prestaties

  • Open Canvas (voor multitasking)

  • Aluminium behuizing

Minpunten

  • Processor wordt soms bekneld

  • Matig updatebeleid

Apple iPad (tiende generatie)

Daar waar we niet zo onder de indruk zijn van de wijzigingen van de iPad Air-lijn, zijn we dat juist wel over de normale iPad die in 2022 op de markt verscheen. De tiende-generatie iPad heeft sindsdien geen opvolger gekregen, maar is daarom nog steeds een overweging waard als je in het ecosysteem van het Amerikaanse bedrijf zit.

Apple heeft het apparaat, met een scherm van 10,9 inch, namelijk de nodige verbeteringen gegeven die hem toekomstbestendig gemaakt hebben.

De dikke schermranden, de lightningpoort en de thuisknop zijn verdwenen en maken plaats voor een moderne en strakker ontwerp en de vanuit de Europese Unie verplichte usb-c-poort. Je kunt bovendien nog steeds inloggen met Touch ID, aangezien die technologie nu in de powerknop verwerkt zit.

Qua ontwerp heeft het instapmodel iets meer weg van een iPad Air, en dat spreekt ons erg aan. De processor heeft met de A14 Bionic-chipset eveneens een flinke upgrade gekregen, waardoor je hier moeiteloos op kunt werken, scrollen en gamen.

Al die mooie toevoegingen en aanpassingen hebben er wel voor gezorgd dat de goedkopere iPad duurder is dan ooit, al blijft de prijs inmiddels gestaag zakken. Online kun je hem al tegenkomen voor meer dan 50 euro onder de introductieprijs.

Wat we daarnaast vreemd vinden, is het feit dat deze iPad als je een drukgevoelige stylus wilt gebruiken, alleen ondersteuning heeft voor de eerste generatie Apple Pencil, die nog niet voorzien is van een usb-c-aansluiting. Daardoor heb je een verloopstukje nodig voor het aansluiten en opladen van de pen. De iPad is daarnaast ook compatibel met de Apple Pencil usb-c, maar die is niet drukgevoelig.

Over accessoires gesproken: voor nog eens 299 euro kun je de Magic Keyboard Folio aanschaffen en de iPad als laptop gebruiken. Hoe fijn dat toetsenbord ook is: hij is inmiddels bijna even duur als de tablet en dat vinden we een brug te ver.

Daarnaast is het zo dat een geliefde iPadOS-functie, Stage Manager, niet werkt op deze iPad. Daardoor is multitasken een grotere uitdaging op dit model dan op andere iPads.

De 20watt-oplader is ook niet de snelste in deze test, waardoor het uren kan duren voordat de accu volledig opgeladen is. Gelukkig gaat de accu wel een (werk)dag mee, waardoor je je tablet tot het einde van de dag van stroom kunt voorzien.

Pluspunten

  • Strak ontwerp

  • Krachtige processor

  • Prima accuduur

Minpunten

  • Geen Stage Manager

  • Duurder dan voorgangers

Resultaten

Op onderstaande afbeelding vind je de testresultaten van de geteste tablets.

Conclusie

Omdat we ons in deze test geconcentreerd hebben op tablets met vergelijkbare schermgroottes, valt op dat de prijzen ontzettend uiteenlopen. Maar dat laat ook zien dat er tegenwoordig weer iets te kiezen valt. Het lijkt erop dat veel smartphonemakers oog hebben voor tablets. Dat zien we ook aan andere tablets die recentelijk op de markt verschenen zijn, zoals die van Huawei, Lenovo en Xiaomi. Daarnaast maakt HMD (tot voorkort Nokia) ook nog kleine tablets, maar die fabrikant zet vooral een race naar de bodem in.

De keuze voor een tablet is wat ons betreft afhankelijk van twee belangrijke factoren: wat is je budget en in welk ecosysteem zit je al? Als Apple-gebruiker kan het handiger zijn te investeren in een iPad – dan lijkt de iPad Air 11-inch de betere optie te zijn.

Maar als je een Android- of Windows-gebruiker bent, dan staat de Samsung Galaxy Tab S9 fier bovenaan. We hebben voor deze test het basismodel meegenomen, vanwege de schermgrootte, maar voor honderden euro’s meer kun je gaan voor varianten met grotere schermen. Ze hebben overigens allemaal dezelfde kwaliteiten: mooie amoledschermen, krachtige processors en een acceptabel updatebeleid.

De Google Pixel Tablet verdient een aparte aanbeveling, voor iedereen die niet kan kiezen tussen een tablet en een slim scherm, of voor degene die zijn tablet altijd opgeladen en paraat wil hebben.