ID.nl logo
Zekerheid & gemak

Hoe werkt machine learning precies?

Software die uit zichzelf kan leren, daar kijken we niet meer van op. Denk aan spraakherkenning die ons telkens beter begrijpt, of een slimme thermostaat die na een tijdje weet wanneer we dagelijks van ons werk komen en dan de verwarming al op tijd wat hoger zet. Maar hoe werkt machine learning precies?

We spreken van machinelearning als een programma in staat is om zonder menselijke inbreng te leren hoe het een specifieke taak kan uitvoeren en beter wordt in die taak hoe meer ervaring het heeft. Er is dus geen mens die een algoritme programmeert om die taak uit te voeren; de mens programmeert een algoritme dat uit zichzelf leert om de taak uit te voeren.

Hoe programmeer je zo’n algoritme om te leren? Kort door de bocht bestaat dat leren eruit dat het algoritme zoveel mogelijk informatie uit een verzameling gegevens haalt en zo een signaal van ‘ruis’ kan onderscheiden in die gegevens. Zo zijn in spraakherkenningstechnologie de gegevens een geluidsopname, terwijl de informatie de uitgesproken woorden zijn. Al de rest van de geluidsopname is ruis.

In de praktijk trainen we de software op een trainingset, een verzameling gegevens die een goede voorstelling vormen van de gegevens die de software zal tegenkomen. Nadat de software op die manier getraind is, kan ze ook onbekende gegevens aan. Wel moet de taak altijd duidelijk afgelijnd zijn. Software die spraak herkent, kun je niet integraal inzetten om muziek te herkennen en al zeker niet om gezichten te herkennen.

Neuraal netwerk

Neurale netwerken (‘artificial neural networks’) vormen een belangrijke aanpak in machinelearning. Ze bootsen de werking van de hersenen na, die een biologisch neuraal netwerk vormen: een kluwen van ontzettend veel verbindingen tussen neuronen (hersencellen). Een kunstmatig neuraal netwerk bestaat meestal uit meerdere lagen: een invoerlaag van neuronen die de invoer van een probleem voorstellen, een uitvoerlaag van neuronen die de oplossing van het probleem voorstellen, en één of meer tussenliggende lagen die berekeningen uitvoeren.

Bij een fully connected neural network krijgt elk neuron invoer van alle neuronen in de laag ervoor en geeft het zijn uitvoer aan alle neuronen in de laag erna. Bij een convolutioneel neuraal netwerk is een neuron niet afhankelijk van alle neuronen in de vorige laag. Een neuraal netwerk programmeer je niet door expliciet aan te geven hoe het een probleem moet oplossen; je ‘traint’ het door het vele voorbeelden van een probleem te geven, waardoor het uit zichzelf de taak leert.

Deep learning

Vooral deeplearning maakt de laatste jaren furore in de wereld van machinelearning. Bij deeplearning gebruikt het algoritme een groot aantal lagen tussen input en output. De invoerlaag verwerkt de input en stuurt die door naar de volgende laag, die zijn input verwerkt en naar de volgende laag doorstuurt, enzovoort, tot er aan het einde de output uitkomt. Dit grote aantal lagen maakt complexe transformaties mogelijk.

Een prominente gebruiker van deeplearning is Google DeepMind. In 2014 nam Google de start-up DeepMind uit Cambridge over. Begin 2016 kwam het in het nieuws met de overwinning van AlphaGo op de menselijke kampioen in het bordspel go. En het systeem van DeepMind blinkt uit in het spelen van games zoals Space Invaders en Pac Man.

Google DeepMind combineert deeplearning op een convolutioneel neuraal netwerk met het zogenoemde Q-learning om spelletjes te leren spelen zonder dat het hoeft te weten wat de goede zet is: het algoritme krijgt alleen informatie over ‘winst’ of ‘verlies’. Google DeepMind noemt hun techniek deep reinforcement learning.

Google heeft het geld voor de mensen en de computers om op grote schaal machine learning te ontwikkelen

-

Wat heeft Google DeepMind dat anderen niet hebben? “Vooral geld,” zegt Sander Bohte, onderzoeker bij het Amsterdamse CWI (Centrum voor Wiskunde & Informatica). “Wanneer je een industrieel onderzoekslabo hebt waar een paar honderd briljante mensen werken, verkrijg je de resultaten van Google DeepMind. Google heeft het geld om de beste mensen ter wereld aan te nemen en ze hebben geld voor krachtige computerclusters. Zij kunnen dus op een heel andere schaal werken dan universiteiten.”

Facebook, Microsoft, Apple...

Google is niet de enige die geld investeert in machinelearning. Facebook heeft een Applied Machine Learning-team dat spam herkent, foto’s automatisch tagt en nog heel wat andere slimme taken uitvoert op het sociale netwerk.

In 2015 kocht Microsoft het bedrijf Equivio, dat patronen in grote hoeveelheden e-mails en documenten doorspit. En Apple nam in 2016 de vooraanstaande onderzoeker Ruslan Salakhutdinov aan als hoofd van zijn AI Research team. Ook Amazon, Twitter en Baidu zijn bezig met machinelearning. En dan is er nog IBM, dat met zijn supercomputer Watson belangrijke toepassingen ontwikkelt.

De kunstmatige neurale netwerken die een belangrijke rol spelen in machinelearning zijn losjes geïnspireerd op de neuronen in onze hersenen. Maar ze werken helemaal niet zo efficiënt, zegt Sander Bohte: “Onze hersenen verbruiken zo’n 25 W energie. Een neuraal netwerk op een pc verbruikt al snel 300 W. Dat kunnen we niet in een drone implementeren, want die verbruikt dan te veel energie om lang in de lucht te blijven op zijn batterijlading."

"En als we een neuraal netwerk ter grootte van de hersenen zouden maken, zou dat 5 MW verbruiken. Onze kunstmatige neurale netwerken zijn dus aanzienlijk minder efficiënt dan hun biologische evenknieën.”

De grote uitdaging is dus om dat verschil te verkleinen. Dat kunnen we volgens Sander Bohte bereiken als we ons nog meer laten inspireren op biologische neurale netwerken: “Neuronen in onze hersenen communiceren met pulsen. Gemiddeld sturen ze één puls per seconde. Maar neuronen zijn niet continu actief. Soms doen ze een seconde niets en soms vuren ze tien keer op een seconde.”

Spiking neural networks

Sander Bohte doet onderzoek naar spiking neural networks, die net zoals biologische neuronen geen energie gebruiken wanneer er niets gebeurt. “We hopen zo neurale netwerken toch een factor 100 energie-efficiënter te maken,” zegt hij. IBM gebruikt dezelfde aanpak in zijn TrueNorth-processor, die met een miljoen neuronen maar 70 mW verbruikt.

Spiking neurale netwerken hebben volgens Sander Bohte nog een ander voordeel: ze zijn compatibel met biologische neuronen omdat ze dezelfde taal spreken. “We kunnen een spiking neuraal netwerk in principe rechtstreeks op ons brein aansluiten. Zo werk ik nu samen met het Leids Universitair Medisch Centrum om cochleaire implantaten te verbeteren. "

"Ik verwacht dat neuroprotheses met spiking neurale netwerken binnen vijf jaar mogelijk zijn. En ik verwacht ook veel van het Amerikaanse DARPA, dat veel geld steekt in projecten binnen het BRAIN Initiative met als doel om 1 miljoen gelijktijdige ‘aansluitingen’ met de hersenen te maken.”

Onbetrouwbare resultaten

Een nadeel van neurale netwerken is dat ze een soort ‘black box’ vormen: wanneer ze een resultaat geven, weet je niet hoe ze tot dat resultaat komen. In sommige domeinen is dat helemaal geen wenselijke eigenschap. Stel dat we software ontwikkelen om een arts te helpen bij het nemen van juiste beslissingen. Als de software een diagnose stelt, maar de arts helemaal niet weet waarop die diagnose gebaseerd is, kan hij daarop niet vertrouwen. Een verkeerde beslissing kan immers een grote impact hebben.

“In zulke domeinen werk je daarom liever met predictieve modellen die voor de expert te begrijpen zijn,” zegt Gilles Vandewiele, doctoraatsstudent aan het Internet Technology and Data Science Lab (IDLab) van de Universiteit Gent – imec. Gilles Vandewiele werkt daarom met decision support systemen.

Wanneer neurale netwerken een resultaat geven, weet je niet hoe ze daartoe zijn gekomen

-

“Dat vereist vaak meer menselijke inbreng dan een neuraal netwerk, omdat we zelf aan feature extraction (het verminderen van de hoeveelheid middelen die nodig zijn om een grote set van gegevens te beschrijven – red.) doen, terwijl dat bij deeplearning automatisch gebeurt. Maar het resultaat is dan wel een begrijpelijk model dat vaak sneller getraind kan worden dan zijn tegenpool, omdat we dan geen miljoenen parameters meer moeten leren.”

Naast de medische sector zijn ook de financiële en juridische sectoren geïnteresseerd in deze aanpak, omdat experts in die domeinen een uitleg moeten kunnen geven bij hun beslissingen. “De nauwkeurigheid ligt bij deeplearning wel nog hoger. Bij de keuze tussen deeplearning- en decision support-systemen maak je altijd de afweging tussen nauwkeurigheid en begrijpelijkheid van het model.”

Ook IBM Watson is op deze aanpak gebaseerd. De DeepQA-software die het hart uitmaakt van Watson kan allerlei gestructureerde en ongestructureerde gegevens combineren en zijn beslissingen uitleggen. IBM heeft Watson dan ook al in meerdere ziekenhuizen ingezet en waagt zich met het systeem ook aan weersvoorspellingen.

Lees verder op de volgende pagina.

Vandewiele wijst ook op Kaggle, een online platform dat programmeerwedstrijden in data science-problemen organiseert. “Op Kaggle vind je heel veel state-of-the-art oplossingen voor machinelearning-problemen. Voor problemen die niet over afbeeldingen, video’s of geluid gaan, is de meest prominente tactiek om hoge classificaties te halen het trainen van heel veel verschillende modellen op basis van geëxtraheerde features en dan de voorspellingen van die modellen gebruiken als nieuwe features voor een finaal model.

Een van de meest voorkomende algoritmes daarvoor is eXtreme Gradient Boosting (XGBoost), een algoritme gebaseerd op beslissingsbomen.” In 2015 en 2016 haalden doctoraatsstudenten van de Universiteit Gent de eerste respectievelijk tweede plaats in de Data Science Bowl van Kaggle.

Bayesiaans netwerk

Nog een andere aanpak in machinelearning vormen de Bayesiaanse netwerken. Een Bayesiaans netwerk is een probabilistisch grafisch model dat de conditionele afhankelijkheden van willekeurige variabelen voorstelt. Zo kun je de relaties tussen ziektes en symptomen voorstellen. Bij het voorkomen van bepaalde symptomen, kun je dan berekenen wat de kans is op allerlei ziektes.

“Voor een Bayesiaans netwerk moet je ontzettend sterke aannames maken over de wereld,” zegt Peter Grünwald van het Amsterdamse CWI. “Je moet aangeven hoe groot de kans is op alle mogelijke toestanden van de wereld, je prior beliefs. Voor complexere problemen gaat dat al snel over een kansverdeling van miljoenen getallen. Het is conceptueel niet zo eenvoudig om je dan voor te stellen waar je nu eigenlijk mee bezig bent.”

Peter Grünwald is daarom voorstander van een informatietheoretische aanpak. “Eigenlijk is dat een veralgemening van de Bayesiaanse methode, maar de interpretatie ervan is helemaal anders, in termen van datacompressie. De kern bestaat uit het minimum description length (MDL) principle. Dit principe zegt dat de beste hypothese voor een bepaalde verzameling gegevens degene is die leidt tot de beste compressie van deze gegevens.”

Als je ruwe data zoals x- en y-coördinaten letterlijk zou opschrijven zonder enige compressie, zouden die veel ruimte innemen. Maar als er een patroon tussen x en y bestaat, bijvoorbeeld y is een functie van x, dan kun je die gegevens kleiner opschrijven. Je schrijft dan de functie op en daarna de x-coördinaten. Die tweede manier comprimeert de gegevens beter dan de eerste en is dus een betere hypothese.

Machine learning en robots

We denken bij machinelearning doorgaans aan ‘virtuele’ oplossingen zoals slimme assistenten en vertaalprogramma’s, maar we zien ook meer en meer oplossingen in robotica, die een effect in de echte wereld hebben. “Het is een hele uitdaging om robots te leren bewegen en ze zo adaptief mogelijk te maken in menselijke situaties,” zegt Francis wyffels, die hiernaar onderzoek doet aan het IDLab van de Universiteit Gent.

Vooral in kleinere bedrijven is die aanpak interessant. Terwijl grotere productiebedrijven vaak grotendeels geautomatiseerde fabrieken hebben met robots die zonder enige menselijke inbreng hun werk doen, gaat het bij mkb’s vaak anders: de robots krijgen steeds wisselende taken en voeren die in nauwe samenwerking met mensen uit. Dat vereist heel wat meer intelligentie én aanpassingsvermogen.

Het is een hele uitdaging om robots te leren bewegen en ze zo adaptief mogelijk te maken in menselijke situaties

-

Om intelligentere robots mogelijk te maken, is ook heel wat fundamenteel onderzoek nodig. Zo bekijken onderzoekers hoe ze de werking van robots meer door biologische processen kunnen laten inspireren. “In onze ruggengraat zitten de Central Pattern Generators (CPG’s), neurale netwerken die de spieren aansturen. Voor motorische controle op hoog niveau zijn de hersenen natuurlijk nog nodig, maar de CPG’s werken op een lager niveau. De controle gebeurt dus door neurale netwerken op verschillende niveaus,” legt Francis wyffels uit.

“We kunnen dan ook allerlei basisbewegingen doen zonder dat onze hersenen dat moeten aansturen. Robots werken daarentegen doorgaans met één centraal programma dat alles aanstuurt. Wat als je nu de bewegingen van een robot ook hiërarchisch laat aansturen, met onafhankelijk werkende motorneuronen zoals in onze ruggengraat? Dit onderzoek staat wel nog in zijn kinderschoenen, maar het is een veelbelovende aanpak.”

Binnen enkele jaren zouden we ons domoticasysteem volgens Francis wyffels niet meer via een aanraakscherm aan de muur of via onze tablet aansturen, maar we zouden ermee op een natuurlijke manier communiceren via een soort kunstmatige huiscoach.

“Zo’n sociale robot waarmee je spreekt kan de aversie van veel mensen voor technische systemen overwinnen. Veel mensen zijn bang voor een domoticasysteem omdat ze in de war raken door al die knopjes en instellingen. Dat is allemaal veel te abstract voor hen. We hebben alle bouwblokken om een sociale interactie met ons domoticasysteem te ontwikkelen: goede spraakherkenning, beeldverwerking, kennis over human-robot interaction enzovoort. De ontwikkelingen zullen hier dus niet zo heel lang op zich laten wachten.”

De toekomst

De vooruitgang in machinelearning zal niet alleen in ons dagelijks leven gevolgen hebben, maar ook breder in onze maatschappij. Vaak hoor je het doemscenario dat we allemaal onze banen gaan verliezen aan computers. Artsen, journalisten, juristen, ... volgens de doemdenkers is hun baan binnen afzienbare tijd bijna volledig te automatiseren. Onderzoeksbureau Forrester voorspelt dat in 2021 al zes procent van de banen in de VS door robots zijn overgenomen.

Toch is het toekomstbeeld niet zo negatief voor onze baanvooruitzichten als vaak wordt voorgesteld. In zijn rapport ‘Preparing for the Future of Artificial Intelligence’ van eind 2016 schetste de Obama-administratie in één van zijn laatste publicaties dat we onze banen kunnen behouden als we mens en machine laten samenwerken om elkaars zwakheden te compenseren.

Zo vermeldt het rapport een studie waarbij afbeeldingen van cellen van lymfeknopen door een computer of door een dokter beoordeeld werden om te bepalen of het om kanker ging. De computer maakte 7,5 procent fouten, de menselijke patholoog 3,5 procent fouten. Maar als de patholoog werd bijgestaan door een computer, werd het foutpercentage van de gecombineerde aanpak gereduceerd tot 0,5 procent.

De grootste uitdaging in het domein is volgens Francis wyffels dat we te weinig mensen hebben die onderzoek doen naar machinelearning. Dat is volgens hem ook een gevolg van het gebrek aan interesse in wetenschappen en technologie bij de jeugd, in het bijzonder de informaticawetenschappen. Het sterotypische beeld van de asociale computernerd is nog altijd niet uitgeroeid.

“Hier ligt een grote taak voor de overheden en scholen: zij moeten onze jeugd voldoende laten kennismaken met informaticawetenschappen en hen leren om met de snelle veranderingen in de toekomst om te gaan. Er zijn gelukkig heel wat scholen die al op eigen houtje initiatieven invoeren om hun leerlingen warm te maken voor informaticawetenschappen.” Om leerkrachten daarbij te helpen, richtte Francis wyffels de vzw Dwengo op en heeft hij didactisch materiaal op de website program-uurtje verzameld.

▼ Volgende artikel
Review OnePlus 15 – Smartphone die je niet elke nacht hoeft op te laden
© Rens Blom
Huis

Review OnePlus 15 – Smartphone die je niet elke nacht hoeft op te laden

De OnePlus 15 is een premium smartphone met een megabatterij en dat merk je. Je kunt dit toestel bijna twee volle dagen gebruiken voordat je hem moet opladen, ook bij intensiever gebruik. Een mooi pluspunt, maar wat heeft de telefoon nog meer te bieden? Je leest het in deze OnePlus 15-review.

Uitstekend
Conclusie

De OnePlus 15 is een premium smartphone met iets minder goede camera's en een korter updatebeleid dan sommige concurrenten, maar zet daar een fantastische accuduur en bloedsnelle prestaties tegenover. De adviesprijs vanaf 949 euro vinden we voor een vlaggenschip sympathiek.

Plus- en minpunten
  • Fantastische accuduur
  • Bloedsnel
  • Goedkoper dan veel andere vlaggenschepen
  • Minder goede camera's
  • Korter updatebeleid
  • Snelladen alleen met OnePlus-gadgets

Het klopt dat er na de OnePlus 13 geen 14 is verschenen. Volgens OnePlus is de 15 niet één, maar twee generaties beter en heet hij daarom de 15. Dat is mooie marketingpraat, want het getal 14 is in thuisland China een ongeluksgetal en wordt daarom vermeden in hotels, adressen en dus ook smartphoneseries. De 15 is dus gewoon de opvolger van de 13, maar voert wel degelijk boeiende vernieuwingen door.

©Rens Blom

Enorme accu...

De reusachtige batterij springt het meest in het oog. De OnePlus 13 had al een bovengemiddeld grote accucapaciteit van 6000 mAh, maar in de 15 zit een 7300mAh-accu. De topsmartphone heeft daarmee ook een veel grotere accu dan de Apple iPhone 17 Pro Max (4823 mAh), Samsung Galaxy S25 Ultra (5000 mAh), Google Pixel 10 Pro XL (5200 mAh) en vrijwel alle andere vlaggenschepen. Enkel Oppo's nieuwe Find X9 Pro – die een adviesprijs heeft van 1299 euro – gaat met zijn 7500mAh-accu de OnePlus 15 voorbij.

Leidt die enorme accu in de OnePlus 15 ook tot een geweldige accuduur? Ja, gelukkig wel. Wij kunnen de smartphone zonder zorgen een hele lange dag intensief gebruiken en dan is hij zeker nog niet leeg als we naar bed gaan. Bij regulier gebruik kun je deze telefoon prima twee dagen gebruiken voordat je laat op de tweede avond een oplader nodig hebt.

... laadt ook snel op

Opladen kan via usb-c of draadloos. Beide methoden komen met een addertje onder het gras. Bedraad opladen kan namelijk met een duizelingwekkende 120 watt, maar alleen als je zelf de juiste OnePlus-adapter koopt. Via een andere goede usb-c-adapter is het laden beperkt tot 36 watt. Niet langzaam, maar ook niet indrukwekkend snel. Voor draadloos geldt hetzelfde. Met een draadloze OnePlus-lader kun je met 50 watt laden, met een andere moderne oplader langzamer. Let erop dat de smartphone geen magnetisch draadloos opladen ondersteunt, tenzij je een geschikt hoesje (met ingebouwde magneetring) koopt. Met zo'n hoesje, bijvoorbeeld van OnePlus zelf, kun je de OnePlus 15 wél aan een MagSafe-oplader hangen. Dat werkt prima, kunnen we uit ervaring zeggen.

©Rens Blom

Bloedsnelle hardware

In een nieuwe premium smartphone verwacht je de beste, nieuwste hardware. OnePlus maakt die belofte waar. De OnePlus 15 draait als een van de eerste telefoons op de Qualcomm Snapdragon 8 Elite Gen 5-processor en die is bloedsnel. Zeker in combinatie met 16 GB werkgeheugen en 512 GB opslagcapaciteit in ons testtoestel. Dit is overigens de duurdere configuratie (1099 euro). In de basisversie (949 euro) zit 12 GB en 256 GB – ook ruim voldoende.

©Rens Blom

Het ontwerp van de smartphone laat eveneens een fijne indruk achter. De OnePlus 15 houdt comfortabel vast, heeft een geweldige vingerafdrukscanner in het display en beschikt over een prachtig oledscherm. Het scherm is met 6,78 inch aan de grote kant, waardoor je het toestel moeilijk met één hand kunt gebruiken. Op de linkerzijkant zit een speciale knop om AI-functies te starten. Als je dat niets vindt, zit de knop niet in de weg.

©Rens Blom

Goede camera's

De OnePlus 15 heeft een hoofdcamera, groothoekcamera en zoomcamera, allemaal met 50megapixel-sensoren. De camera's zijn goed en veelzijdig, maar jammer genoeg niet echt beter dan die van de OnePlus 13. Het nieuwe vlaggenschip moet ook concurrenten als de iPhone 17 Pro en Google Pixel 10 Pro voor zich dulden, met name als het gaat om ver inzoomen en de groothoeklens. Storend? Naar onze mening niet, tenzij je de beste camerasmartphone van dit moment zoekt. Dan is de OnePlus 15 niet de topper voor jou.

Hieronder zetten we een paar fotoseries gemaakt met de OnePlus 15 op een rijtje.

©Rens Blom

©Rens Blom

Updatebeleid kan nog steeds beter

OnePlus heeft zijn updatebeleid voor dure smartphones in de afgelopen jaren verbeterd, maar kan met de OnePlus 15 nog steeds niet tippen aan sommige concurrenten. Het toestel krijgt vier jaar Android-upgrades en zes jaar beveiligingsupdates. Samsung, Apple en Google geven hun dure telefoons zeven jaar complete updates. Bijzonder is dat de Oppo Find X9 Pro vijf om zes jaar updates krijgt, terwijl Oppo en OnePlus zusterbedrijven zijn en dezelfde ColorOS-softwareschil gebruiken. Alhoewel, OnePlus noemt zijn schil OxygenOS. In de praktijk verschilt de software echter nauwelijks met de ColorOS-schil van de Oppo Find X9 Pro, die we na de OnePlus 15 getest hebben.

©Rens Blom

Conclusie: OnePlus 15 kopen?

De OnePlus 15 is een premium smartphone met iets minder goede camera's en een korter updatebeleid dan sommige concurrenten, maar zet daar een fantastische accuduur en bloedsnelle prestaties tegenover. De adviesprijs vanaf 949 euro vinden we voor een vlaggenschip sympathiek.

▼ Volgende artikel
MX, Elementary, Mint of Zorin: ken je deze Linux-alternatieven voor Windows al?
© ID.nl
Huis

MX, Elementary, Mint of Zorin: ken je deze Linux-alternatieven voor Windows al?

Nu de ondersteuning voor Windows 10 echt gestopt is, zul je binnenkort toch echt moeten overstappen. Maar wat nu als je hardware ontoereikend is voor Windows 11 of als je helemaal geen zin hebt in dat systeem? Met Linux kun je alle kanten uit, dus bespreken we de interessantste varianten.

Dit gaan we doen

We bekijken welke Linux-versies geschikt zijn nu Windows 10 niet langer wordt ondersteund. Je leest welke distributies soepel draaien op oudere computers, hoe je ze installeert en uitprobeert, en welke verschillen er zijn in uiterlijk, functies en systeemeisen. Ook laten we zien hoe je via Flathub extra software toevoegt en je Linux-omgeving naar wens inricht.

Lees ook: Het einde van Windows 10: wat zijn je opties?

Een groot voordeel van Linux zijn de acceptabele systeemeisen, waardoor je in de praktijk ook nog volop plezier kunt halen uit oudere computers. Met het recente afscheid van Windows 10 bedenk je nu mogelijk wat je met de computer of laptop kunt doen en hoe je niet afhankelijk bent van een eventuele overstap naar Windows 11.

MX Linux

We beginnen met MX Linux. Dit is een goed voorbeeld van een Linux-distributie die niet al te hoge eisen aan de hardware stelt: minimaal een dualcore-processor van minstens 2 GHz en zo'n 15 GB vrije schijfruimte. Een intern geheugen van 1 GB is al voldoende om MX Linux te draaien. Behalve een 64bit-versie is er ook een 32bit-uitvoering beschikbaar, prettig voor oudere computers. Dat wordt gewaardeerd: MX Linux is een van de populairste Linux-distributies op dit moment.

MX Linux stelt niet al te hoge eisen aan de computer.

Omgevingen

Verwacht niet te veel toeters en bellen op het gebied van gebruikersinterface. Dat heb je ook niet nodig voor alledaagse taken. Voor MX Linux zijn verschillende omgevingen beschikbaar. Ga je voor ultieme prestaties en functioneel gebruik, dan is Xfce een goede kandidaat. De omgeving heeft een eenvoudige opzet, maar stelt ook geen hoge eisen aan het systeem.

In de sectie MX Tools vind je een verzameling van handige programma's om de computer te onderhouden. Je kunt hier nieuwe gebruikers aanmaken en de opstartvolgorde van het systeem aanpassen, als je gebruikmaakt van meerdere besturingssystemen. Ook zijn er programma's waarmee je de computer kunt herstellen in geval van problemen. Via de sectie Setup installeer je aanvullende drivers en bijvoorbeeld codecs voor audio en video. 

Rijkere omgeving

Geef je de voorkeur aan een rijkere omgeving, dan kun je de KDE-omgeving gebruiken. Deze vertoont grote gelijkenis met een gemiddeld Windows-bureaubladomgeving en is relatief gebruiksvriendelijk. Ook is er veel ruimte voor het aanpassen van de omgeving aan je eigen smaak, bijvoorbeeld met aangepaste achtergronden en een pictogramset. Je kunt die zelf samenstellen of gebruikmaken van kant-en-klare thema's, wederom vergelijkbaar met Windows.

De derde omgeving – Fluxbox – combineert het beste van beide werelden: de snelheid van het eerder genoemde Xfce en de gebruiksvriendelijkheid van de KDE-omgeving. Dit maakt de omgeving geschikt voor iets oudere hardware, maar ook prima bruikbaar voor meer moderne hardware.

Stel de omgeving naar je eigen smaak in.

Standaardapps

MX Linux is standaard voorzien van een aantal apps waarmee je direct aan de slag kunt. Zo vinden we Firefox als browser en heeft MX Linux de Thunderbird-client voor e-mail. Ook is er een recente editie van het kantoorpakket LibreOffice vooraf geïnstalleerd. Voor het afspelen van audio en video hebben de makers het bekende VLC meegeleverd. Ook vind je Strawberry, een relatief uitgebreide muziekspeler, terug in de omgeving. Je kunt zelf aanvullende apps installeren via de MX Package Installer. De apps zijn onderverdeeld in verschillende categorieën, zoals Email, Games en Browser. Via het zoekvak bovenin kun je specifieke apps vinden.

Elementary OS

Visueel aantrekkelijk

Waar sommige Linux-distributies niet uitblinken in gebruiksvriendelijkheid of uiterlijk, onderscheidt Elementary OS zich van de rest. In onze ogen is dit een van de meest visueel aantrekkelijke Linux-versies op dit moment. Een deel van de omgeving doet sterk denken aan het uiterlijk van Apple-omgevingen. Zelf noemen de makers het de Pantheon-omgeving. Voor Elementary OS heb je een Intel Core i3 of vergelijkbare processor nodig, 4 GB intern geheugen en 32 GB vrije schijfruimte. Je kunt Elementary OS ook proberen zonder het eerst te installeren (zie ook het kader 'Probleemloos proberen' verderop in dit artikel).

Een Linux-installatie proberen zonder te installeren.

Extra veilige óf klassieke modus

Veel aandacht is besteed aan veiligheid en privacy. Dat merk je bijvoorbeeld met de Secure Session. Deze modus kun je activeren tijdens het aanmelden. Bij de Secure Session heeft elke app expliciet toestemming nodig om een taak uit te voeren, bijvoorbeeld toegang krijgen tot de fotomap of de camera. Dit is vergelijkbaar met de machtigingen die je op een mobiele telefoon per app kunt toekennen. Heb je hieraan geen behoefte en wil je de apps direct toegang geven tot 'alle' acties, dan kun je in Elementary OS ook nog kiezen voor de klassieke modus.

Elementary OS is gebruiksvriendelijk én ziet er overzichtelijk uit.

AppCenter

Standaard is in Elementary OS een volwassen set apps ingebouwd. Zo vind je onder meer apps voor het afspelen van audio en video, maar ook voor het werken met Office-documenten. Aanvullende apps installeer je via het onderdeel AppCenter. Handig is dat dit onderdeel ook toegang biedt tot de apps die je via Flathub kunt krijgen (over Flathub lees je elders in dit artikel).

Je kunt kiezen welke repository (bron) je wilt gebruiken: die van Elementary OS of Flathub. Ook in het AppCenter is de focus op veiligheid goed merkbaar: je leest welke rechten de app wil gebruiken (bijvoorbeeld het aanpassen van systeeminstellingen). Ook lees je op voorhand over eventuele compatibiliteitsproblemen of onderdelen die niet werken. Verder valt Elementary OS in positieve zin op qua toegankelijkheidsfuncties. Zo hebben de makers veel aandacht besteed aan navigatie met het toetsenbord (in plaats van afhankelijkheid van de muis) en screenreader-functionaliteit, waarbij de elementen op het scherm worden voorgelezen door een stem en je niet afhankelijk bent van het beeldscherm.

Meerdere omgevingen

Mogelijk gebruikte je in Windows verschillende bureaubladen, bijvoorbeeld om privé en werk gescheiden te houden. Die functionaliteit vinden we ook terug in de standaardomgeving van Elementary OS: voor elk type taak kun je een afgescheiden werkruimte met eigen bureaublad en pictogrammen maken. Ook biedt het een Niet storen-modus, die ervoor zorgt dat afleidende berichten tijdelijk worden gedempt. De omgeving beschikt ook over een beeld-in-beeldmodus, waarbij je bijvoorbeeld een video kunt afspelen terwijl je in Office een document aanpast.

Voor het gebruik van Elementary OS betaal je volgens de makers 'wat je ervoor kunt missen'. Op de website kun je een standaardbedrag (zoals 20 of 30 euro) of een aangepast bedrag opgeven.

Installeren maar!

Wil je aan de slag met een Linux-distributie, dan kun je deze relatief eenvoudig installeren. Je hebt hiervoor een usb-stick nodig. Gebruik een stick van minstens 4 GB. Download het installatiebestand van de website van de makers. Vaak gaat het hier om een iso-bestand. Vervolgens maak je van de usb-stick een opstartbaar medium. Een goed programma dat je hiervoor kunt gebruiken is Etcher. Klik eerst op Select Image en wijs het installatiebestand aan. Klik hierna op Select Drive en wijs de usb-stick aan. Klik op Flash om de stick te maken.

Usb-stick nodig

Voor je Linux-installatie?

Linux Mint

Interessante keuze

In de lijst met aantrekkelijke Linux-kandidaten mag Linux Mint niet ontbreken. Niet voor niets kun je bij ons regelmatig lezen over deze Linux-distributie. Zoek je bijvoorbeeld een opvolger voor Windows 10 en kun je door hardwarebeperkingen niet overstappen naar Windows 11, dan is Linux Mint een interessante keuze.

Het besturingssysteem stelt geen onredelijke eisen aan de computer: je hebt minimaal 2 GB werkgeheugen nodig (al is 4 GB aanbevolen) en kunt al aan de slag met 20 GB vrije schijfruimte (100 GB is aanbevolen). Prettig van Linux Mint is de lange ondersteuningsperiode. De meest recente versie van Linux Mint ('Xia') wordt tot 2029 ondersteund.

Net als bij het elders besproken MX Linux, kun je bij Linux Mint kiezen tussen verschillende omgevingen. Voor de beste ervaring kies je voor Cinnamon. Deze omgeving is het meest modern en kent een grote gelijkenis met Windows 10: handig voor de Windows-overstappers. Daarnaast kun je kiezen voor de Mate- en Xfce-omgeving. De omgeving Mate is beperkter en kent minder functies dan Cinnamon, vergt minder van de computer en is hierdoor geschikt voor oudere computers. Tot slot legt Xfce verreweg het minst beslag op de computer, maar biedt minder functies dan Mate en Cinnamon.

Linux Mint is een veelgebruikte vervanger voor Windows.

Naast Windows

Tijdens de installatie kun je ervoor kiezen om Linux Mint naast Windows te installeren (via de optie Installeer Linux Mint naast Windows Boot Manager) of juist een volledige overstap te maken (Wis schijf en installeer Linux Mint). Eenmaal geïnstalleerd, valt de gebruikersomgeving direct op: overzichtelijk en in veel opzichten vergelijkbaar met Windows. Ook valt het relatief grote aantal standaardapps op. Deze zijn toegankelijk via het Menu en ondergebracht in verschillende categorieën, bijvoorbeeld Kantoor voor Office-programma's en Geluid & Video voor audio- en videospelers.

Een belangrijk pluspunt van Linux Mint is de mogelijkheid om de gebruikersomgeving tot in detail naar je hand te zetten. Dat doe je via Menu, Voorkeuren. Bepaal hier onder meer het bureaublad, de pictogrammen en kies een thema, waarmee je het uiterlijk van Linux Mint in één keer aanpast, vergelijkbaar met Windows.

Je vindt veel aanpassingsmogelijkheden in Linux Mint.

Linux-software

Stap je van Windows over op Linux en ben je benieuwd welke Linux-programma's een goed alternatief zijn voor eerdere Windows-programma's? Hier vind je een overzicht van Linux-programma's die je Windows-software vervangen.

Zorin OS

Gebruiksvriendelijke optie

Zorin OS is ook een interessant alternatief voor Windows. De Linux-distributie biedt je een gebruiksvriendelijke omgeving en heeft wat betreft opzet veel weg van Windows 11. Er bestaan meerdere uitvoeringen van Zorin OS. Zorin OS Core mag je gratis gebruiken. Dit is een prima startpunt om te controleren of deze Linux-distributie je bevalt. Ben je tevreden, dan kom je echter al gauw uit bij het betaalde Zorin Pro. Je betaalt hiervoor een kleine 50 euro, maar krijgt met Pro toegang tot de eerdergenoemde Windows 11-achtige omgeving.

Als je op de website even doorklikt, kom je uit bij Zorin OS Lite. Zoals de naam al doet vermoeden, gaat het hier om een lichtgewicht uitvoering van het besturingssysteem, dat je kunt gebruiken op oudere hardware. Houd er wel rekening mee dat de Lite-versie verder niet meer wordt ontwikkeld. Voor de nieuwste versie van Zorin OS Core heb je een processor op 1 GHz, 1,5 GB intern geheugen en 15 GB schijfruimte nodig. Voldoet de computer aan deze minimale eisen, dan kies je voor het toekomstbestendige Core of de betaalde Pro-versie.

Zorin OS is beschikbaar in verschillende uitvoeringen.

Android-integratie

In Zorin OS vind je Zorin Connect. Met deze optie kun je je Android-telefoon nauw integreren met de computer. Er wordt hierbij een beveiligde verbinding opgezet tussen de computer en de telefoon. Vervolgens kun je bestanden uitwisselen en worden meldingen van de telefoon ook in Zorin OS getoond. Bovendien kun je de computer deels bedienen met de telefoon. Bijvoorbeeld bij het afspelen van muziek en video's.

Probleemloos proberen

Prettig aan een besturingssysteem zoals Linux Mint is de mogelijkheid om het in een live sessie te gebruiken. Je start hiermee het besturingssysteem op en kunt ermee werken, maar hoeft het niet permanent te installeren. Zo'n live sessie geeft je de mogelijkheid om de functies te verkennen en te bepalen of Linux in de smaak valt. Op het bureaublad van Linux Mint vind je de snelkoppeling Install Linux Mint. Gebruik deze om het besturingssysteem daadwerkelijk te installeren.

Appstore Flathub: meer software

Uiteraard wil je je computer voorzien van de nodige software. Een goed startpunt hiervoor is Flathub, een appstore voor Linux. Hoe je ermee aan de slag gaat, verschilt per distributie. In sommige distributies is de ondersteuning standaard ingebouwd, zoals in Linux Mint. In andere distributies moet je Flathub zelf instellen.

Ga naar https://flathub.org/setup en kies hier je Linux-versie. In het vak bovenin geef je de naam van de distributie op en klik je op het zoekresultaat voor verdere instructies. Ga hierna op zoek naar apps die je wilt installeren.

Prettig aan Flathub is dat je ziet wanneer een app door het platform is geverifieerd en je zeker weet uit welke bron de code afkomstig is. Elke pagina bevat aanvullende links zoals verwijzingen naar taalbestanden en veelgestelde vragen. Op de tab Statistics lees je hoe vaak de software is gedownload via Flathub.

Flathub is een rijke bron voor Linux-software.

P.S. Ook op een nieuwe laptop kun je natuurlijk Linux installeren. Op zoek naar een goedkope laptop? Op Kieskeurig.nl zie je de sterkste prijsdalers van het moment.