ID.nl logo
Zekerheid & gemak

Hoe werkt machine learning precies?

Software die uit zichzelf kan leren, daar kijken we niet meer van op. Denk aan spraakherkenning die ons telkens beter begrijpt, of een slimme thermostaat die na een tijdje weet wanneer we dagelijks van ons werk komen en dan de verwarming al op tijd wat hoger zet. Maar hoe werkt machine learning precies?

We spreken van machinelearning als een programma in staat is om zonder menselijke inbreng te leren hoe het een specifieke taak kan uitvoeren en beter wordt in die taak hoe meer ervaring het heeft. Er is dus geen mens die een algoritme programmeert om die taak uit te voeren; de mens programmeert een algoritme dat uit zichzelf leert om de taak uit te voeren.

Hoe programmeer je zo’n algoritme om te leren? Kort door de bocht bestaat dat leren eruit dat het algoritme zoveel mogelijk informatie uit een verzameling gegevens haalt en zo een signaal van ‘ruis’ kan onderscheiden in die gegevens. Zo zijn in spraakherkenningstechnologie de gegevens een geluidsopname, terwijl de informatie de uitgesproken woorden zijn. Al de rest van de geluidsopname is ruis.

In de praktijk trainen we de software op een trainingset, een verzameling gegevens die een goede voorstelling vormen van de gegevens die de software zal tegenkomen. Nadat de software op die manier getraind is, kan ze ook onbekende gegevens aan. Wel moet de taak altijd duidelijk afgelijnd zijn. Software die spraak herkent, kun je niet integraal inzetten om muziek te herkennen en al zeker niet om gezichten te herkennen.

Neuraal netwerk

Neurale netwerken (‘artificial neural networks’) vormen een belangrijke aanpak in machinelearning. Ze bootsen de werking van de hersenen na, die een biologisch neuraal netwerk vormen: een kluwen van ontzettend veel verbindingen tussen neuronen (hersencellen). Een kunstmatig neuraal netwerk bestaat meestal uit meerdere lagen: een invoerlaag van neuronen die de invoer van een probleem voorstellen, een uitvoerlaag van neuronen die de oplossing van het probleem voorstellen, en één of meer tussenliggende lagen die berekeningen uitvoeren.

Bij een fully connected neural network krijgt elk neuron invoer van alle neuronen in de laag ervoor en geeft het zijn uitvoer aan alle neuronen in de laag erna. Bij een convolutioneel neuraal netwerk is een neuron niet afhankelijk van alle neuronen in de vorige laag. Een neuraal netwerk programmeer je niet door expliciet aan te geven hoe het een probleem moet oplossen; je ‘traint’ het door het vele voorbeelden van een probleem te geven, waardoor het uit zichzelf de taak leert.

Deep learning

Vooral deeplearning maakt de laatste jaren furore in de wereld van machinelearning. Bij deeplearning gebruikt het algoritme een groot aantal lagen tussen input en output. De invoerlaag verwerkt de input en stuurt die door naar de volgende laag, die zijn input verwerkt en naar de volgende laag doorstuurt, enzovoort, tot er aan het einde de output uitkomt. Dit grote aantal lagen maakt complexe transformaties mogelijk.

Een prominente gebruiker van deeplearning is Google DeepMind. In 2014 nam Google de start-up DeepMind uit Cambridge over. Begin 2016 kwam het in het nieuws met de overwinning van AlphaGo op de menselijke kampioen in het bordspel go. En het systeem van DeepMind blinkt uit in het spelen van games zoals Space Invaders en Pac Man.

Google DeepMind combineert deeplearning op een convolutioneel neuraal netwerk met het zogenoemde Q-learning om spelletjes te leren spelen zonder dat het hoeft te weten wat de goede zet is: het algoritme krijgt alleen informatie over ‘winst’ of ‘verlies’. Google DeepMind noemt hun techniek deep reinforcement learning.

Google heeft het geld voor de mensen en de computers om op grote schaal machine learning te ontwikkelen

-

Wat heeft Google DeepMind dat anderen niet hebben? “Vooral geld,” zegt Sander Bohte, onderzoeker bij het Amsterdamse CWI (Centrum voor Wiskunde & Informatica). “Wanneer je een industrieel onderzoekslabo hebt waar een paar honderd briljante mensen werken, verkrijg je de resultaten van Google DeepMind. Google heeft het geld om de beste mensen ter wereld aan te nemen en ze hebben geld voor krachtige computerclusters. Zij kunnen dus op een heel andere schaal werken dan universiteiten.”

Facebook, Microsoft, Apple...

Google is niet de enige die geld investeert in machinelearning. Facebook heeft een Applied Machine Learning-team dat spam herkent, foto’s automatisch tagt en nog heel wat andere slimme taken uitvoert op het sociale netwerk.

In 2015 kocht Microsoft het bedrijf Equivio, dat patronen in grote hoeveelheden e-mails en documenten doorspit. En Apple nam in 2016 de vooraanstaande onderzoeker Ruslan Salakhutdinov aan als hoofd van zijn AI Research team. Ook Amazon, Twitter en Baidu zijn bezig met machinelearning. En dan is er nog IBM, dat met zijn supercomputer Watson belangrijke toepassingen ontwikkelt.

De kunstmatige neurale netwerken die een belangrijke rol spelen in machinelearning zijn losjes geïnspireerd op de neuronen in onze hersenen. Maar ze werken helemaal niet zo efficiënt, zegt Sander Bohte: “Onze hersenen verbruiken zo’n 25 W energie. Een neuraal netwerk op een pc verbruikt al snel 300 W. Dat kunnen we niet in een drone implementeren, want die verbruikt dan te veel energie om lang in de lucht te blijven op zijn batterijlading."

"En als we een neuraal netwerk ter grootte van de hersenen zouden maken, zou dat 5 MW verbruiken. Onze kunstmatige neurale netwerken zijn dus aanzienlijk minder efficiënt dan hun biologische evenknieën.”

De grote uitdaging is dus om dat verschil te verkleinen. Dat kunnen we volgens Sander Bohte bereiken als we ons nog meer laten inspireren op biologische neurale netwerken: “Neuronen in onze hersenen communiceren met pulsen. Gemiddeld sturen ze één puls per seconde. Maar neuronen zijn niet continu actief. Soms doen ze een seconde niets en soms vuren ze tien keer op een seconde.”

Spiking neural networks

Sander Bohte doet onderzoek naar spiking neural networks, die net zoals biologische neuronen geen energie gebruiken wanneer er niets gebeurt. “We hopen zo neurale netwerken toch een factor 100 energie-efficiënter te maken,” zegt hij. IBM gebruikt dezelfde aanpak in zijn TrueNorth-processor, die met een miljoen neuronen maar 70 mW verbruikt.

Spiking neurale netwerken hebben volgens Sander Bohte nog een ander voordeel: ze zijn compatibel met biologische neuronen omdat ze dezelfde taal spreken. “We kunnen een spiking neuraal netwerk in principe rechtstreeks op ons brein aansluiten. Zo werk ik nu samen met het Leids Universitair Medisch Centrum om cochleaire implantaten te verbeteren. "

"Ik verwacht dat neuroprotheses met spiking neurale netwerken binnen vijf jaar mogelijk zijn. En ik verwacht ook veel van het Amerikaanse DARPA, dat veel geld steekt in projecten binnen het BRAIN Initiative met als doel om 1 miljoen gelijktijdige ‘aansluitingen’ met de hersenen te maken.”

Onbetrouwbare resultaten

Een nadeel van neurale netwerken is dat ze een soort ‘black box’ vormen: wanneer ze een resultaat geven, weet je niet hoe ze tot dat resultaat komen. In sommige domeinen is dat helemaal geen wenselijke eigenschap. Stel dat we software ontwikkelen om een arts te helpen bij het nemen van juiste beslissingen. Als de software een diagnose stelt, maar de arts helemaal niet weet waarop die diagnose gebaseerd is, kan hij daarop niet vertrouwen. Een verkeerde beslissing kan immers een grote impact hebben.

“In zulke domeinen werk je daarom liever met predictieve modellen die voor de expert te begrijpen zijn,” zegt Gilles Vandewiele, doctoraatsstudent aan het Internet Technology and Data Science Lab (IDLab) van de Universiteit Gent – imec. Gilles Vandewiele werkt daarom met decision support systemen.

Wanneer neurale netwerken een resultaat geven, weet je niet hoe ze daartoe zijn gekomen

-

“Dat vereist vaak meer menselijke inbreng dan een neuraal netwerk, omdat we zelf aan feature extraction (het verminderen van de hoeveelheid middelen die nodig zijn om een grote set van gegevens te beschrijven – red.) doen, terwijl dat bij deeplearning automatisch gebeurt. Maar het resultaat is dan wel een begrijpelijk model dat vaak sneller getraind kan worden dan zijn tegenpool, omdat we dan geen miljoenen parameters meer moeten leren.”

Naast de medische sector zijn ook de financiële en juridische sectoren geïnteresseerd in deze aanpak, omdat experts in die domeinen een uitleg moeten kunnen geven bij hun beslissingen. “De nauwkeurigheid ligt bij deeplearning wel nog hoger. Bij de keuze tussen deeplearning- en decision support-systemen maak je altijd de afweging tussen nauwkeurigheid en begrijpelijkheid van het model.”

Ook IBM Watson is op deze aanpak gebaseerd. De DeepQA-software die het hart uitmaakt van Watson kan allerlei gestructureerde en ongestructureerde gegevens combineren en zijn beslissingen uitleggen. IBM heeft Watson dan ook al in meerdere ziekenhuizen ingezet en waagt zich met het systeem ook aan weersvoorspellingen.

Lees verder op de volgende pagina.

Vandewiele wijst ook op Kaggle, een online platform dat programmeerwedstrijden in data science-problemen organiseert. “Op Kaggle vind je heel veel state-of-the-art oplossingen voor machinelearning-problemen. Voor problemen die niet over afbeeldingen, video’s of geluid gaan, is de meest prominente tactiek om hoge classificaties te halen het trainen van heel veel verschillende modellen op basis van geëxtraheerde features en dan de voorspellingen van die modellen gebruiken als nieuwe features voor een finaal model.

Een van de meest voorkomende algoritmes daarvoor is eXtreme Gradient Boosting (XGBoost), een algoritme gebaseerd op beslissingsbomen.” In 2015 en 2016 haalden doctoraatsstudenten van de Universiteit Gent de eerste respectievelijk tweede plaats in de Data Science Bowl van Kaggle.

Bayesiaans netwerk

Nog een andere aanpak in machinelearning vormen de Bayesiaanse netwerken. Een Bayesiaans netwerk is een probabilistisch grafisch model dat de conditionele afhankelijkheden van willekeurige variabelen voorstelt. Zo kun je de relaties tussen ziektes en symptomen voorstellen. Bij het voorkomen van bepaalde symptomen, kun je dan berekenen wat de kans is op allerlei ziektes.

“Voor een Bayesiaans netwerk moet je ontzettend sterke aannames maken over de wereld,” zegt Peter Grünwald van het Amsterdamse CWI. “Je moet aangeven hoe groot de kans is op alle mogelijke toestanden van de wereld, je prior beliefs. Voor complexere problemen gaat dat al snel over een kansverdeling van miljoenen getallen. Het is conceptueel niet zo eenvoudig om je dan voor te stellen waar je nu eigenlijk mee bezig bent.”

Peter Grünwald is daarom voorstander van een informatietheoretische aanpak. “Eigenlijk is dat een veralgemening van de Bayesiaanse methode, maar de interpretatie ervan is helemaal anders, in termen van datacompressie. De kern bestaat uit het minimum description length (MDL) principle. Dit principe zegt dat de beste hypothese voor een bepaalde verzameling gegevens degene is die leidt tot de beste compressie van deze gegevens.”

Als je ruwe data zoals x- en y-coördinaten letterlijk zou opschrijven zonder enige compressie, zouden die veel ruimte innemen. Maar als er een patroon tussen x en y bestaat, bijvoorbeeld y is een functie van x, dan kun je die gegevens kleiner opschrijven. Je schrijft dan de functie op en daarna de x-coördinaten. Die tweede manier comprimeert de gegevens beter dan de eerste en is dus een betere hypothese.

Machine learning en robots

We denken bij machinelearning doorgaans aan ‘virtuele’ oplossingen zoals slimme assistenten en vertaalprogramma’s, maar we zien ook meer en meer oplossingen in robotica, die een effect in de echte wereld hebben. “Het is een hele uitdaging om robots te leren bewegen en ze zo adaptief mogelijk te maken in menselijke situaties,” zegt Francis wyffels, die hiernaar onderzoek doet aan het IDLab van de Universiteit Gent.

Vooral in kleinere bedrijven is die aanpak interessant. Terwijl grotere productiebedrijven vaak grotendeels geautomatiseerde fabrieken hebben met robots die zonder enige menselijke inbreng hun werk doen, gaat het bij mkb’s vaak anders: de robots krijgen steeds wisselende taken en voeren die in nauwe samenwerking met mensen uit. Dat vereist heel wat meer intelligentie én aanpassingsvermogen.

Het is een hele uitdaging om robots te leren bewegen en ze zo adaptief mogelijk te maken in menselijke situaties

-

Om intelligentere robots mogelijk te maken, is ook heel wat fundamenteel onderzoek nodig. Zo bekijken onderzoekers hoe ze de werking van robots meer door biologische processen kunnen laten inspireren. “In onze ruggengraat zitten de Central Pattern Generators (CPG’s), neurale netwerken die de spieren aansturen. Voor motorische controle op hoog niveau zijn de hersenen natuurlijk nog nodig, maar de CPG’s werken op een lager niveau. De controle gebeurt dus door neurale netwerken op verschillende niveaus,” legt Francis wyffels uit.

“We kunnen dan ook allerlei basisbewegingen doen zonder dat onze hersenen dat moeten aansturen. Robots werken daarentegen doorgaans met één centraal programma dat alles aanstuurt. Wat als je nu de bewegingen van een robot ook hiërarchisch laat aansturen, met onafhankelijk werkende motorneuronen zoals in onze ruggengraat? Dit onderzoek staat wel nog in zijn kinderschoenen, maar het is een veelbelovende aanpak.”

Binnen enkele jaren zouden we ons domoticasysteem volgens Francis wyffels niet meer via een aanraakscherm aan de muur of via onze tablet aansturen, maar we zouden ermee op een natuurlijke manier communiceren via een soort kunstmatige huiscoach.

“Zo’n sociale robot waarmee je spreekt kan de aversie van veel mensen voor technische systemen overwinnen. Veel mensen zijn bang voor een domoticasysteem omdat ze in de war raken door al die knopjes en instellingen. Dat is allemaal veel te abstract voor hen. We hebben alle bouwblokken om een sociale interactie met ons domoticasysteem te ontwikkelen: goede spraakherkenning, beeldverwerking, kennis over human-robot interaction enzovoort. De ontwikkelingen zullen hier dus niet zo heel lang op zich laten wachten.”

De toekomst

De vooruitgang in machinelearning zal niet alleen in ons dagelijks leven gevolgen hebben, maar ook breder in onze maatschappij. Vaak hoor je het doemscenario dat we allemaal onze banen gaan verliezen aan computers. Artsen, journalisten, juristen, ... volgens de doemdenkers is hun baan binnen afzienbare tijd bijna volledig te automatiseren. Onderzoeksbureau Forrester voorspelt dat in 2021 al zes procent van de banen in de VS door robots zijn overgenomen.

Toch is het toekomstbeeld niet zo negatief voor onze baanvooruitzichten als vaak wordt voorgesteld. In zijn rapport ‘Preparing for the Future of Artificial Intelligence’ van eind 2016 schetste de Obama-administratie in één van zijn laatste publicaties dat we onze banen kunnen behouden als we mens en machine laten samenwerken om elkaars zwakheden te compenseren.

Zo vermeldt het rapport een studie waarbij afbeeldingen van cellen van lymfeknopen door een computer of door een dokter beoordeeld werden om te bepalen of het om kanker ging. De computer maakte 7,5 procent fouten, de menselijke patholoog 3,5 procent fouten. Maar als de patholoog werd bijgestaan door een computer, werd het foutpercentage van de gecombineerde aanpak gereduceerd tot 0,5 procent.

De grootste uitdaging in het domein is volgens Francis wyffels dat we te weinig mensen hebben die onderzoek doen naar machinelearning. Dat is volgens hem ook een gevolg van het gebrek aan interesse in wetenschappen en technologie bij de jeugd, in het bijzonder de informaticawetenschappen. Het sterotypische beeld van de asociale computernerd is nog altijd niet uitgeroeid.

“Hier ligt een grote taak voor de overheden en scholen: zij moeten onze jeugd voldoende laten kennismaken met informaticawetenschappen en hen leren om met de snelle veranderingen in de toekomst om te gaan. Er zijn gelukkig heel wat scholen die al op eigen houtje initiatieven invoeren om hun leerlingen warm te maken voor informaticawetenschappen.” Om leerkrachten daarbij te helpen, richtte Francis wyffels de vzw Dwengo op en heeft hij didactisch materiaal op de website program-uurtje verzameld.

▼ Volgende artikel
Fairphone vernieuwt Fairbuds XL met focus op beter geluid en comfort
© Fairphone
Huis

Fairphone vernieuwt Fairbuds XL met focus op beter geluid en comfort

Fairphone lanceert de vernieuwde Fairbuds XL. Deze modulaire koptelefoon belooft nu ook het geluid en comfort te bieden dat je voor 249 euro mag verwachten. Met nieuwe drivers en zachtere oorkussens pakt de fabrikant de eerdere kritiekpunten aan. Handig: je kunt je oude model zelf eenvoudig upgraden.

De Nederlandse fabrikant Fairphone heeft deze week de vernieuwde versie van de Fairbuds XL gepresenteerd. Deze modulaire koptelefoon is een doorontwikkeling van het model dat in 2023 werd gelanceerd. Waar de eerste generatie vooral een statement maakte op het gebied van repareerbaarheid, belooft deze nieuwe versie ook op audiogebied en draagcomfort een inhaalslag te maken. De koptelefoon is daardoor ontworpen om jarenlang mee te gaan en is per direct verkrijgbaar.

©Fairphone

Verbeterde audiokwaliteit en materialen

De belangrijkste upgrade ten opzichte van de voorganger zit in de geluidsweergave en het fysieke ontwerp. De nieuwe Fairbuds XL beschikt over 40 mm dynamische drivers en ondersteuning voor aptX HD, wat moet zorgen voor een gedetailleerder geluidsbeeld en high-res audio via bluetooth. Fairphone heeft daarnaast gekeken naar de feedback over het draagcomfort. De nieuwe modellen zijn uitgerust met zachtere oorkussens van 'birdseye-mesh' en een ademende hoofdband, waardoor de koptelefoon ook tijdens langere luistersessies prettig moet blijven zitten. Het design is beschikbaar in de kleuren Forest Green en Horizon Black.

Modulair ontwerp voor lange levensduur

Wat de Fairbuds XL onderscheidt in de markt van consumentenelektronica is de verregaande modulariteit. De koptelefoon is opgebouwd uit negen losse modules die door de gebruiker zelf te vervangen zijn. Dit betekent dat bij een defect of slijtage niet het hele apparaat weggedaan hoeft te worden, maar dat onderdelen zoals de batterij, de oorkussens of de hoofdband eenvoudig vervangen kunnen worden. Technisch biedt het apparaat verder dual-point connectiviteit, een IP54-certificering voor spatwaterdichtheid en een accuduur tot 30 uur.

Zoals gebruikelijk bij het Amsterdamse bedrijf ligt de nadruk sterk op duurzaamheid en eerlijke materialen. De koptelefoon bestaat voor ongeveer 50 procent uit gerecyclede grondstoffen, waaronder gerecycled aluminium en zeldzame aardmaterialen in de magneten. Ook wordt er bij de assemblage gebruikgemaakt van fabrieken die draaien op zonne-energie en investeert het bedrijf in leefbare lonen voor fabrieksarbeiders.

©Fairphone

Compatibel met het vorige model

Een opvallende keuze van Fairphone is de compatibiliteit met de eerste generatie Fairbuds XL. De fabrikant benadrukt dat technologie moet meegroeien met de gebruiker. Bezitters van het 2023-model hoeven daarom geen volledig nieuwe koptelefoon aan te schaffen om te profiteren van de geluidsverbeteringen. De nieuwe drivers zijn namelijk ook als los onderdeel verkrijgbaar en kunnen eenvoudig in het oude model worden geïnstalleerd. Hiermee voegt Fairphone daadwerkelijk de daad bij het woord wat betreft het verlengen van de levensduur van elektronica.

©Fairphone

Prijs en beschikbaarheid

De vernieuwde Fairbuds XL is per direct verkrijgbaar in Nederland. De adviesprijs voor de koptelefoon bedraagt 249 euro. Hij is te koop via de webwinkel van Fairphone en bij geselecteerde retailers.

▼ Volgende artikel
Zo kies je een parfum dat écht bij je past (en dat blijft hangen)
© ID.nl
Gezond leven

Zo kies je een parfum dat écht bij je past (en dat blijft hangen)

Een parfum is meer dan een lekker luchtje; het is je onzichtbare visitekaartje. De juiste geur kan je stemming versterken, je zelfvertrouwen een boost geven en direct vertellen wie jij bent. Maar hoe vind je een geur die echt bij jouw persoonlijkheid past?

Dit artikel in het kort

💨Welke geurnoten passen bij jouw karaktertype?
💨Top-, hart- en basisnoten: hoe een parfum is opgebouwd.
💨Het verschil tussen eau de toilette en eau de parfum.
💨De gouden regel voor het testen in de winkel.

Lees ook: Waarom parfum niet bij iedereen hetzelfde ruikt

Zeg me wat je draagt, ik zeg wie je bent

Geuren zijn de snelste weg naar onze emoties. Ruik je versgebakken brood, dan sta je in gedachten direct in een warme keuken. Ruik je zonnebrandcrème, dan voel je het strand. Parfums werken precies zo: ze communiceren iets over jou, zonder dat je een woord zegt.

Door een parfum te kiezen dat aansluit bij je karakter, versterk je je uitstraling. Welk type ben jij?

Persoonlijkheidstypen en bijpassende geuren

Hieronder vind je een overzicht van veelvoorkomende persoonlijkheidstypen en welke geuren daar goed bij aansluiten.

1. De romanticus (dromerig & gevoelig)

Ben je creatief, nostalgisch en gevoelig ingesteld? Dan voel jij je waarschijnlijk het prettigst bij zachte, ronde geuren. Bloemige en poederachtige noten omhullen je als een warme deken en passen perfect bij jouw zachtaardige karakter. Zoek naar: roos, jasmijn, viooltjes, vanille en lelie.

Voor dames:

Chloé - Chloé Eau de Parfum
: de ultieme romantische geur. Ruikt naar een vers boeket rozen met een poederige, schone ondertoon.
Marc Jacobs - Daisy: Speels, zacht en dromerig. Met noten van viooltjes en aardbei is dit een lichte, vrolijke bloemengeur.

Voor heren:

Dior - Dior Homme
: een zeldzame herengeur met iris. Hierdoor is hij zacht, poederig en verfijnd (in plaats van typisch 'mannelijk' stoer).
Prada - L'Homme: schoon, luchtig en zacht. Ruikt naar luxe zeep en verse bloemen (neroli/iris), perfect voor de gevoelige man.

2. De power-persoonlijkheid (krachtig & zelfverzekerd)

Jij komt een ruimte binnen en mensen hebben het door. Je staat stevig in je schoenen en houdt niet van poespas. Houtachtige en kruidige geuren sluiten hier naadloos op aan. Ze hebben een diepe, stabiele basis die autoriteit en rust uitstraalt. Zoek naar: Sandelhout, cederhout, leer, patchouli en zwarte peper.

Voor dames:

Chanel - Coco Mademoiselle
: een moderne klassieker met karakter. De combinatie van frisse sinaasappel en krachtige patchouli straalt pure klasse en zelfvertrouwen uit.
Tom Ford - Black Orchid: niet voor muurbloempjes. Een zware, aardse geur met truffel en pure chocolade. Je vult er de kamer mee.

Voor heren:

Hermès - Terre d’Hermès
: ruikt naar aarde, hout en sinaasappel. Een hele stabiele, volwassen geur die autoriteit uitstraalt zonder te schreeuwen.
Dior - Sauvage: extreem populair vanwege zijn kracht. Peperig en fris; een geur die zegt: "Ik ben er."

3. Het mysterie (sensueel & raadselachtig)

Houd je ervan om niet direct het achterste van je tong te laten zien? Ben je gek op de avond en subtiele verleiding? Dan zijn Oriëntaalse geuren jouw match. Deze zijn vaak rijk, zwaar en gelaagd. Zoek naar: Amber, wierook, muskus, kaneel en exotische kruiden.

Voor dames:

Yves Saint Laurent - Black Opium
: een verslavende mix van zwarte koffie en vanille. Donker, zoet en perfect voor de avond.
Dior - Hypnotic Poison: de naam zegt het al. Een betoverende, zware geur met amandel, karwij en vanille. Zeer verleidelijk.

Voor heren:

Viktor&Rolf - Spicebomb
: een explosie van kruiden (peper, kaneel) en tabak. Warm en kruidig, maar met een mysterieuze diepte.
Armani - Code: een geraffineerde mix van tonkaboon en leer. Glad, donker en een tikkeltje geheimzinnig.

4. De zonnestraal (speels & spontaan)

Ben jij de optimist van de groep, altijd vrolijk en ongecompliceerd? Zware geuren passen vaak niet bij jouw energie. Jij bloeit op van frisse, fruitige noten die licht en uitnodigend zijn. Zoek naar: Perzik, appel, framboos, zwarte bes en citrusbloesem.

Voor dames:

DKNY - Be Delicious
: het bekende 'groene appeltje'. Fris, fruitig en ongecompliceerd. Echt een energieboost.
Giorgio Armani - My Way: een vrolijk boeket van witte bloemen en citrus. Heel open, zoet en uitnodigend.

Voor heren:

Versace - Eros
: een luide, vrolijke geur met munt, appel en vanille. Jong, energiek en een echte allemansvriend.
Paco Rabanne - 1 Million: bekend om de goudstaaf-flacon. Zoet, kruidig en fruitig. Een geur met een knipoog die het leven viert.

5. De avonturier (energiek & sportief)

Stilzitten is niets voor jou. Je houdt van buitenlucht, actie en nieuwe ervaringen. Daar past geen bedwelmende geur bij, maar juist iets dat energie geeft. Aquatische (water) geuren en citrus zijn jouw beste vrienden. Zoek naar: Bergamot, grapefruit, munt, zeewater en groene thee.

Voor dames:

Giorgio Armani - Acqua di Gioia
: geïnspireerd op de zee. Ruikt naar munt, citroen en water. Heerlijk fris en opwekkend.
Davidoff - Cool Water Woman: een klassieker die ruikt naar de oceaan en frisse meloen. Voor vrouwen die liever buiten zijn dan binnen.

Voor heren:

Giorgio Armani - Acqua di Giò
: waarschijnlijk de bekendste 'watergeur' ter wereld. Ruikt naar zeewater, wind en limoen.
Issey Miyake - L'Eau d'Issey Pour Homme: een unieke, scherpe frisheid dankzij de Japanse yuzu (citrusvrucht). Strak, modern en heel energiek.

©africa-studio.com (Olga Yastremska and Leonid Yastremskiy) - stock.adobe.com

Begrijp wat je koopt: de opbouw van een geur

Heb je wel eens een parfum gekocht dat in de winkel heerlijk rook, maar thuis tegenviel? Grote kans dat je alleen de topnoten hebt geroken. Een parfum is opgebouwd als een piramide:

1: Topnoten (de binnenkomer)
Dit is wat je de eerste 10 tot 15 minuten ruikt. Vaak fris en licht (citrus), bedoeld om je aandacht te trekken. Topnoten vervliegen snel.
2: Hartnoten (de kern)
Zodra de topnoten verdwijnen, komt het 'hart' naar boven. Dit is de ware geur van het parfum, vaak bloemig of kruidig. Dit blijf je enkele uren ruiken.
3: Basisnoten (de blijver)
Dit is wat er aan het einde van de dag nog op je huid zit. Zware ingrediënten zoals hout, muskus en vanille die zorgen voor diepte.

💡Tip:
Koop een parfum nooit direct na het opspuiten. Wandel de winkel uit, doe boodschappen en ruik na een uur nog eens. Pas dan weet je hoe het parfum écht ruikt.

Eau de toilette of eau de parfum?

Op de flacon staan vaak termen die iets zeggen over de sterkte (en de prijs):
Eau de Cologne:
zeer licht, vervliegt snel (3-5% geurstoffen). Lekker wanneer je je even wilt opfrissen.
Eau de Toilette (EDT): de meest verkochte variant. Fris en geschikt voor dagelijks gebruik (5-10% geurstoffen).
Eau de Parfum (EDP): sterker en blijft langer hangen (10-20% geurstoffen). Je hebt er minder van nodig, maar het is vaak duurder.
Parfum / Extrait:
Zeer geconcentreerd en kostbaar. Een paar druppels ruik je de hele dag.

Zo voorkom je een miskoop: 4 gouden tips

Tot slot: hoe hak je de knoop door in de parfumerie?
1. Test op je huid (niet op een papiertje)
Een papieren strookje heeft geen pH-waarde en geen hormonen. Jouw huid wel. Door je lichaamschemie kan een parfum bij jou heel anders ruiken dan bij je beste vriendin. Spray altijd op je pols om te weten hoe de geur op jou reageert.
2. Niet wrijven!
Een klassieke fout: sprayen op de polsen en ze dan tegen elkaar wrijven. Niet doen! Door de wrijving maak je de geurmoleculen kapot, waardoor de topnoten sneller verdwijnen en de geurbalans verstoord raakt. Gewoon laten drogen aan de lucht.
3. Maximaal drie geuren
Na drie verschillende parfums is je neus 'vermoeid' en kun je geuren niet meer goed onderscheiden. Ruik tussendoor even aan je eigen kleding (of aan koffiebonen als ze die hebben staan) om je neus te neutraliseren.
4. Kijk naar wat je al hebt
Weet je niet waar je moet beginnen? Kijk naar de flesjes die je al hebt staan of opgebruikt hebt. Google de geurnoten van je favoriet (bijvoorbeeld op een website als Fragrantica) en zoek naar nieuwe parfums die dezelfde ingrediënten bevatten. Of kijk naar geuren in huis die je fijn vindt. Houd je van lavendel in je wasmiddel of vanille in je kaarsen? Dat zijn goede uitgangspunten. 

Geur gevonden? Dan weet je nu...

...altijd wat je als cadeau kunt vragen!