De grootste veiligheidsrisico's: Is IoT veilig?
Steeds meer apparaten worden 'connected'. Handig, maar er kleven ook flinke veiligheidsrisico's aan het Internet of Things. PCM zoekt uit waar de pijnpunten precies zitten.
Lees ook: Intel: 'Gebruikers moeten meer verantwoordelijkheid nemen bij IoT-aankopen'
Gedurende de afgelopen jaren ontdekten steeds meer smart-home-gebruikers dat veel verbonden apparaten helemaal niet zo zaligmakend bleken. Dergelijke apparatuur verzamelt namelijk bakken aan persoonlijke data. Wie een slimme thermostaat in huis heeft, stuurt bijvoorbeeld veel meer data naar zijn energieleverancier dan je aanvankelijk zou willen. Het gaat dan niet alleen om hoeveel energie je verbruikt, maar ook wanneer je doorgaans niet thuis bent (handige informatie voor inbrekers). Een slimme koelkast weet wat je het liefst eet, en de tandenborstel weet of je wel goed poetst - informatie die voor een zorgverzekeraar wel erg interessant is.
Die privacygevoelige gegevens zijn bovendien nauw verbonden met de beveiligingsproblemen van het IoT. Dát je energiemaatschappij die gegevens verzamelt, is tot daar aan toe. Maar het is vrijwel onmogelijk te garanderen dat ze daar veilig zijn.
"De meeste bedrijven die nu slimme apparatuur aanbieden, zijn van oudsher geen techbedrijven", vertelt de man (“een Europese programmeur”) achter het bekende Twitter-account @InternetOfShit, een account dat dagelijks belachelijk maakt hoe vergezocht én onveilig veel IoT-apparaten zijn. "Databescherming is voor hen minder vanzelfsprekend, en dat leidt tot slechte beveiliging van servers waardoor privacygevoelige gegevens eerder op straat komen te liggen."
Encryptie
De fysieke grootte van IoT-apparaten wil daarnaast ook nog problemen opleveren. Dat zit bijvoorbeeld in de encryptiestandaarden die worden gebruikt om verkeer van en naar de server en binnen de groep te versleutelen. Omdat de meeste IoT-apparaten maar een beperkte rekenkracht hebben door goedkope cpu's wordt er vaak gebruik gemaakt van een zwakkere versleuteling. Die is niet persé makkelijker te breken, maar maakt het bij bruteforce-aanvallen wel makkelijker om default-wachtwoorden zoals '1234' te kraken.
Daar komt bovendien bij dat huishoudelijke apparaten worden gebruikt voor een lange periode van meerdere jaren, en dat simpele encryptiestandaarden doorgaans niet zo'n lange levensduur hebben. Vaak blijken die na korte tijd al ingehaald door het feit dat computers steeds krachtiger worden en de versleuteling sneller kunnen kraken. Encryptie waarbij dat niet het geval is (zoals AES-256) is te log voor een doorsnee IoT-apparaat.
Daar komt bij dat veel fabrikanten de wachtwoorden van een apparaat hardcoded in de firmware zetten, en dat dat juist vaak simpele default-wachtwoorden zijn. Als het al mogelijk is die wachtwoorden te veranderen, is dat voor veel gebruikers vaak te lastig of laten ze dat liggen.
IoT-apparaten zijn ook onveilig vanwege hun connectiviteit met elkaar en met je netwerk. Omdat alle apparaten aan hetzelfde netwerk hangen, wordt het veel makkelijker om een goed beveiligde computer te infecteren via een slecht beveiligde netwerkschijf.
Encryptiestandaarden gaan niet zo lang mee als de meeste huishoudelijke apparaten
-
Updates
Een ander groot probleem is de ondersteuning die apparaten ontvangen, en de API's waarop ze draaien. Fabrikanten bieden nu witgoedapparatuur aan met een levensduur van vaak wel 20 jaar (voor bijvoorbeeld een wasmachine), maar volgens @InternetOfShit is er bij voorbaat nog niet eens nagedacht over hoe lang zulke apparatuur wordt ondersteund. Hij doelt specifiek op zaken als de API's die de apparaten gebruiken, bijvoorbeeld om verbinding te maken met externe applicaties.
Zo biedt Samsung koelkasten aan met een display waarin je je Google Calendar kunt importeren - handig in een druk huishouden. Een jaar nadat één van die koelkasten op de markt was gebracht, ontdekten beveiligingsonderzoekers dat de koelkast het wachtwoord van het bijbehorende Google-account in plaintext naar de router stuurde omdat het SSL-certificaat niet juist gevalideerd werd.
Het was daarom met een man-in-the-middle-aanval kinderlijk eenvoudig het wachtwoord te onderscheppen. Het probleem zat in het feit dat Samsung een oude API voor Google Calendar gebruikte - maar de koelkasten hebben tot op heden geen update naar de nieuwe API ontvangen.
Samsungs slimme koelkast draaide altijd op 'Family Hub 1.0', maar de nieuwe lineup die dit jaar tijdens de CES werd gepresenteerd draait al op Family Hub 2.0. Het is een legitieme vraag hoe lang versie 1.0 nog ondersteund blijft...
IoT-protocollen
Te korte ondersteuning van apparaten en slecht geïmplementeerde beveiligingsmaatregelen zijn relatief makkelijk te voorkomen. Je ziet nu al dat steeds meer smart-applicaties gebruik maken van betere opsec (operations security), door penetration testing in te zetten bij hun apparaten of door speciale privacy-experts aan te nemen. Het IoT heeft echter een groter probleem dat niet zomaar is op te lossen met meer maatregelen.
Het inherente probleem van zo veel verschillende apparaten is het gebrek aan een vaste standaard, en de wirwar van verschillende protocollen waarmee de apparaten met elkaar praten. Dat levert problemen op omdat lampen van het ene merk bijvoorbeeld niet kunnen worden gekoppeld aan thermostaten van een ander, maar het is ook inherent onveilig.
Door het gebruik van zo veel verschillende standaarden is het voor fabrikanten vaak aantrekkelijker om een 'legacy' firmware aan te houden. Die kun je heel specifiek bouwen voor juist dat ene apparaat, in plaats van dat je moet voldoen aan bepaalde eisen. Die diversiteit maakt het echter ook een stuk lastiger om uniforme updates voor bijvoorbeeld de versleuteling of de connectiviteit uit te brengen.
Een wirwar aan verschillende protocollen in plaats van een vaste standaard is een inherent probleem
-
Er zijn verschillende initiatieven om protocollen te standaardiseren. Zo is er de AllSeen Alliance, een samenwerkingsverband waar onder andere Qualcomm, Cisco, Microsoft, HTC en LG aan werken. Zij werken samen aan AllJoyn, een standaardmanier waarmee apparaten kunnen verbinden met externe diensten of cloud-applicaties. Dat gebeurt met universele manier om data over te brengen en een algemene encryptiestandaard.
Mirai-botnet
In oktober vorig jaar bleek echter dat het Internet of Things een veel groter probleem had dan enkel de slechte bescherming van persoonsgegevens, maar dat nalatige beveiliging ook grote schade aan anderen kon toebrengen.
Op 21 oktober lag een significant deel van het internet het grootste deel van de dag plat. Websites als Twitter en Reddit, én het veelgebruikte Amazon Web Services waren niet meer te bereiken door een grootschalige aanval op DynDNS, één van de grootste dns-providers van het internet. Het ging om een DDoS-aanval waarbij de servers door 650 Gb/s aan data werden bestookt.
Voor de aanval werden miljoenen IoT-apparaten van over de hele wereld gebruikt. Die werden door het botnet ingezet om de servers van DynDNS constant met data te bestoken. Mirai infecteert IoT-apparaten met malware die de data naar een centrale command & control-server sturen.
In een analyse van de broncode van Mirai komen twee belangrijke dingen naar voren. Eerst zoekt de malware naar IoT-apparaten op internet om die vervolgens over te nemen, en vervolgens worden de IP-adressen van die apparaten gebruikt om verzoeken naar een bepaalde server te sturen. Het zoeken naar apparaten gebeurt via een grootschalige scan naar IP-adressen die verbonden zijn aan apparaten die geen computers of smartphones zijn, maar bijvoorbeeld wel connected beveiligingscamera's.
Opvallend is dat Mirai niet alleen zoekt naar onbeveiligde apparaten, maar ook 'dictionary' brute-force-aanvallen inzet om simpele wachtwoorden zoals 'root', '1234', admin' of 'default' te kraken. Zoals we al eerder konden zijn veel wachtwoorden hardcoded in de firmware en worden ze door gebruikers amper vervangen. In dat geval krijg je dergelijke standaard-wachtwoorden.
Beveiligingsonderzoekers zijn dan ook van mening dat het veranderen en toepassen van default-wachtwoorden één van de beste manieren is om dergelijke botnets te stoppen.
©PXimport
Een belangrijke kanttekening is overigens wel dat het overgrote merendeel van de gebruikte apparaten in de Mirai-aanval een IP-camera was. In tegenstelling tot bijvoorbeeld slimme wasmachines zijn verbonden (beveiligings)camera's al jaren een bekend veiligheidsrisico.
Waarschuwingen over het beveiligen van zulke apparatuur gaan al terug sinds de eerste consumentenmodellen op de markt kwamen, en sinds die tijd is er maar weinig veranderd. Open videostreams van bijvoorbeeld kinder- of huiskamers zijn nog steeds eenvoudig te vinden met een paar simpele Google-zoekopdrachten.
Goede hoop
Dat wil niet zeggen dat de opkomst van nog meer slimme apparatuur geen extra risico's met zich meebrengt. Integendeel, hoe meer apparaten op internet worden aangesloten, hoe meer mogelijkheden hackers hebben om botnets te starten, computers te infecteren of persoonsgegevens te stelen.
Toch gloort er een beetje hoop aan de horizon. Steeds meer fabrikanten zien het belang van veiligheid in bij het maken van IoT-applicaties. De industrie werkt actief aan het bouwen van (open) standaarden voor domotica, en ook consumenten raken meer bewust van het nut van beveiliging.
Er zijn nog een aantal belangrijke veranderingen die in de werkwijze van fabrikanten moet komen. Die zijn grotendeels hetzelfde als bij het maken van cloudtoepassingen, websites met databases, en hardware zoals computers en smartphones. Dat draait allemaal om aandacht voor beveiliging, en om dat probleem serieus te nemen.