ID.nl logo
Zo kies je de juiste bandenspanning voor je elektrische mountainbike
© Getty Images/iStockphoto
Mobiliteit

Zo kies je de juiste bandenspanning voor je elektrische mountainbike

Als je sportief gaat fietsen en je wilt het maximale uit je materiaal halen, dan is niet alleen de bandenkeuze van groot belang. Ook de druk die je in de banden zet, kan een wezenlijk verschil maken. E-mountainbikes hebben vanwege hun hoge gewicht sowieso al zwaardere banden en ook de druk ligt hoger dan gewoonlijk. Voor het overige geldt net als voor niet-elektrische offroad-fietsen: de optimale bandenspanning is een compromis tussen grip en stabiliteit en ook een kwestie van persoonlijke voorkeur.

🚵 Het kiezen van de juiste bandendruk voor je elektrische mountainbike is van groot belang voor een optimale rijervaring en goede prestaties op de trails. Helaas bestaat er niet zoiets als de ideale bandendruk voor iedereen en voor overal. In dit artikel lees je hoe dat zit én hoe je desondanks toch kunt bepalen wat voor jou de ideale bandendruk is.

Lees ook: Elektrische mountainbikes: welke soorten zijn er?

Hoeveel druk pomp je in je banden? Die vraag leidt bij veel fietsers tot een aarzelend antwoord, want heel precies weten ze het meestal niet. De meesten zullen de band eens met een duim indrukken en voelen of die ‘ongeveer hard genoeg’ staat. Geen probleem bij gewone stadsfietsen en bij racefietsen, maar bij offroad-fietsen zoals mountainbikes en cyclocrossfietsen is de invloed van de bandenspanning toch wat bepalender. In het veld kom je immers veel meer oneffenheden tegen dan op verharde wegen en op asfalt, en bovendien heb je er te maken met wisselende soorten terrein, van los zand tot rotsgrond en van bospaden tot grindwegen. Als contactpunten tussen je e-mtb en de trail zijn de banden dan ook een cruciale factor als het om rijplezier gaat.

Het belang van de juiste bandenspanning

Waarom is de druk in je banden eigenlijk zo belangrijk? Om te beginnen zorgt een optimale bandendruk voor optimale grip en controle op de ondergrond. Grip en controle zorgen op hun beurt voor vertrouwen in bochten, op technische secties en natuurlijk in afdalingen. Ten tweede zorgt een juiste druk voor een minimale rolweerstand van de band. Een te lage bandendruk en slappe banden zorgen voor veel rolweerstand en leveren een zwaar trapgevoel op, en dat maakt fietsen er niet plezieriger op. Het zijn juist snelrollende banden en hoge snelheid die mountainbiken zo leuk maken.

Een te lage druk moet je dus niet hebben, maar een te hoge druk evenmin. Knalharde banden doen het niet goed als eerste verdedigingslinie tegen oneffenheden op de trail, en dat is wat de brede rubberen banden van een mountainbike in feite zijn: een soort van natuurlijke vering die schokken en schokjes opvangt. Een goed uitgebalanceerde bandenspanning helpt schokken te dempen en zorgt voor rijcomfort. Ten vierde voorkomt een juiste bandendruk overmatige belasting van je velgen en banden, waardoor het risico op velgbreuk en lekke banden afneemt. Bij te weinig druk is de kans op een stootlek en beschadiging van de velg groter.

©Pucko_NS

"Ongeveer hard genoeg" is natuurlijk geen ideale bandendruk.

Ook interessant: Een e-mtb kopen: waar moet je op letten?

Wat is de ideale bandendruk?

Om meteen maar met de deur in huis te vallen: de ideale bandendruk bestaat niet. Er zijn zoveel factoren die een rol spelen dat er altijd naar een compromis zal moeten worden gezocht. Bij een lagere druk maakt de band meer contactoppervlak met de ondergrond en heb je dus meer grip. Maar wordt de druk té laag dan verdwijnt de stabiliteit van de zijwanden en ‘rolt’ de band in bochten zijdelings over de velg, waardoor je veel minder grip hebt. Bij een hoge bandendruk heb je een lage rolweerstand maar ook een laag comfort op hobbelige ondergrond. Er moet dus altijd worden gezocht naar een optimum en dat optimum wordt misschien nog wel het meest beïnvloed door de persoonlijke smaak van de rijder. De een kan zijn krachten beter kwijt op hardere banden, de ander ervaart vooral voordeel in bochten met een zachtere set-up. Voordat we uitleggen hoe je jouw ideale bandendruk bepaalt, geven we alvast drie tips om vooraf in overweging te nemen.

Tip 1: Betere banden = meer rijplezier

Besparen op gewicht door lichte banden te kiezen is bij een e-mtb niet meer zo nodig omdat je ondersteund wordt door de motor. Dus kun je opteren voor zwaardere banden met meer rubber. Die hebben sterkere en stabielere zijwanden en zijn beter bestand tegen grof gebruik en puntige stenen. En dat geeft gemoedsrust.

Tip 2: Bredere banden = beter?

Hoe breder de band, hoe meer grip. Hoe breder de band, hoe lager ook de druk kan zijn, en hoe meer comfort je hebt. Echter, hoe breder de band, hoe hoger ook de rolweerstand. De breedte van je banden is dan ook altijd een compromis tussen prestaties, rijgedrag en comfort. En persoonlijke voorkeur! Voor de meeste e-mtb-rijders zullen banden van 2.6 tot 2.8 inch breed de perfecte combinatie van grip, comfort en stuurprecisie bieden. Zelf op veldonderzoek uitgaan levert je het definitieve antwoord.

Tip 3: Tubeless = top

Heeft een tubeless set-up voordelen voor een e-mtb? Absoluut! Tubeless betekent dat je zonder binnenband rijdt. Voor een dergelijke set-up heb je zogenaamde ‘tubeless ready’ buitenbanden én –velgen nodig. Die sluiten zó goed op elkaar aan dat ze samen een luchtdicht geheel vormen, net zoals dat bij autobanden het geval is. Het voordeel ervan is een hoger comfort omdat je met minder bandendruk kunt rijden. Daarnaast is bij dit systeem de kans op een stootlek nihil omdat er geen binnenband meer is die bij een harde klap geplet kan raken tussen de buitenband en de metalen randen van de velg. De speciale latexvloeistof die je binnen in de tubeless-band toevoegt, dicht bovendien gaatjes die ontstaan vanwege scherpe voorwerpen die binnendringen, zodat je gewoon kunt blijven doorfietsen mocht je lek rijden. 

De juiste bandendruk bepalen

Ga je geen KOMmetjes* najagen en wil je gewoon eenvoudige vuistregels voor de juiste bandendruk, kijk dan in onderstaande tabel.
* Wie zijn of haar prestaties bijhoudt in Strava weet precies wat dit betekent; zo niet, kijk dan hier.

Breedte band (inch)Aanbevolen druk (bar)
Tubeless set-up2.35 - 2.51,8
2.6 - 3.01,4
Met binnenband2.35 - 2.52,0
2.6 - 3.01,6

Wil je het maximale uit je e-mtb halen en met optimale grip en snelheid door bochten knallen, bereid je dan voor op wat veldwerk om de best mogelijke balans tussen grip en stabiliteit te vinden.

  • Een hoge bandenspanning zorgt voor stabiele zijwanden en hoge snelheid op rechte stukken, maar voelt minder comfortabel op oneffen terrein. De kleinere contactoppervlakte biedt bovendien minder grip in bochten.

  • Bij een lage bandenspanning vouwt de band zich meer om obstakels en heb je meer comfort, en ook meer grip in bochten en bergop. De keerzijde is een grotere kans op lekrijden en op schade aan de velgen bij harde inslagen. Daarnaast kan de band gaan lopen ‘veren’, en lijdt de stabiliteit van de fiets eronder.

  • Het optimum zit dus ergens bij een bandendruk die laag genoeg is voor tractie en grip, maar hoog genoeg voor stabiliteit en lekbestendigheid. En daarvoor moet je de trails op, gewapend met een deugdelijke fietspomp om stap voor stap naar jouw ideale druk te kunnen toewerken! (Tip: kies voor een betrouwbare pomp met nauwkeurige manometer, zodat je de precieze meterstand duidelijk kunt aflezen.)

©Roel van Schalen

Tip: gebruik een digitale drukmeter om de druk nauwkeurig te kunnen aflezen.

Plan van aanpak

Zoek een klein testrondje van enkele minuten lengte met wat vlakke bochten erin, eventueel een snelle kombocht, een pittig klimmetje en zo mogelijk verschillende soorten ondergrond. Kies voor terrein waar je vaker zult gaan fietsen en maak het jezelf technisch niet te moeilijk, zodat je je kunt concentreren op het rijgevoel dat de verschillende bandendrukken gaan opleveren.

Begin je test met een hoge bandendruk, dat wil zeggen 0,5 bar hoger dan de aanbevolen waarde in bovenstaande tabel als je tot 80 kg weegt en 0,7 bar hoger als je meer dan 80 kg zwaar bent.

Rijd een rustig rondje en neem in je op hoeveel grip je in de bochten voelt en hoe de fiets zich houdt op stenen en wortels (comfortabel, hard?). Probeer het rondje op hogere snelheid en onthoud de verschillen. Laat nu lucht ontsnappen uit beide banden totdat de druk 0,2 bar lager is en rijd opnieuw een rondje. Ga na wat het effect ervan is in de bochten en op obstakels.

Herhaal de stappen totdat je op zeker moment begint te voelen dat de toenemende grip van een lagere bandendruk ten koste begint te gaan van de stabiliteit van de band (de band wil zijdelings van de velg af rollen). Op dit punt krijg je in wezen een afname van de grip, want in bochten lijk je weg te schuiven. Verder dan hier hoef je niet te gaan; het kan nodig zijn om opnieuw 0,1-0,2 bar bij te pompen. Wil je nog verdere fijnafstelling bereiken, probeer dan een set-up met in het voorwiel 0,2 bar minder druk dan in het achterwiel.

Belangrijk is dat jij je prettig voelt bij de gekozen waarden omdat je de controle voelt om met vertrouwen elke bocht aan te vallen.  

Conclusie

Of je nu een set-up kiest met persoonlijk getunede verschillende drukwaarden voor en achter of een standaard aanbevolen bandendruk, bij banden draait het altijd om een compromis tussen grip en comfort enerzijds en stabiliteit en lekbestendigheid anderzijds. Wat voor jou persoonlijk ideaal is, ondervind je alleen maar door het op de trails uit te proberen. Maar als je de moeite daarvoor neemt, zul je merken dat het toegenomen vertrouwen in je fiets en daarmee je rijplezier die moeite helemaal waard maakt.


👇🏻Met een goede fietsendrager kun je overal naartoe met je mtb! 🚵🏻
▼ Volgende artikel
Smartphone-abonnement kiezen: dit is het verschil tussen providers en virtuele providers
© Scanrail - stock.adobe.com
Huis

Smartphone-abonnement kiezen: dit is het verschil tussen providers en virtuele providers

Wie op zoek gaat naar een nieuw mobiel abonnement, komt al snel bekende namen tegen als KPN, Vodafone en Odido. Maar daarnaast kun je ook kiezen voor andere aanbieders op, zoals Simyo, Ben of Youfone. Die lijken misschien op gewone providers, maar dat zijn zogeheten virtuele providers. Wat is precies het verschil, en waar kies je als consument het best voor?

In dit artikel

We leggen uit wat het verschil is tussen providers en virtuele providers, en hoe dat invloed heeft op je smartphone-abonnement. Je leest welke netwerken er in Nederland actief zijn, hoe virtuele aanbieders zoals Simyo, Ben en Youfone werken en waarom ze vaak goedkoper zijn. Ook bespreken we de belangrijkste voor- en nadelen van virtuele providers, en wat dat betekent voor zaken als internetsnelheid, service en de aanschaf van een nieuwe smartphone. Tot slot komt kijken we ook nog naar eSIM, de digitale simkaart.

Waar voor je geld: 5 smartphones met eSim voor minder dan 400 euro

De drie netwerken in Nederland

In Nederland zijn er drie bedrijven met een eigen mobiel netwerk: KPN, Vodafone en Odido. Zij bezitten de zendmasten, frequenties en infrastructuur waarmee mobiele communicatie mogelijk is. Deze partijen worden de netwerkproviders genoemd. Hun netwerken dekken vrijwel het hele land en worden continu uitgebreid met nieuwe technologie, zoals 5G.

Wat virtuele providers doen

Virtuele providers, ook wel MVNO's genoemd (Mobile Virtual Network Operators), maken gebruik van het netwerk van een van deze drie aanbieders. Ze hebben dus geen eigen zendmasten, maar kopen netwerkcapaciteit in en bieden die onder hun eigen naam aan. Bekende voorbeelden zijn Simyo (op het netwerk van KPN), Ben (Odido) en hollandsnieuwe (Vodafone).

Ze regelen zelf de klantenservice, abonnementen, facturering en vaak ook extra diensten, maar het dataverkeer en bellen lopen volledig via het netwerk van de hoofdprovider.

Virtuele providerNetwerk van
Budget MobielKPN
LebaraKPN
SimyoKPN
YoufoneKPN
BenOdido
SimpelOdido
hollandsnieuweVodafone
50+ MobielVodafone

Voordelen van virtuele providers

Virtuele providers staan bekend om hun lagere prijzen. Doordat ze geen eigen netwerk hoeven te onderhouden, kunnen ze de kosten laag houden. Ook zijn ze vaak flexibel: je kunt maandelijks opzeggen, zelf je databundel aanpassen of extra opties in- en uitschakelen. Dat spreekt vooral consumenten aan die niet vast willen zitten aan een duur abonnement.

Een ander voordeel is eenvoud. Virtuele providers richten zich vaak op één duidelijk aanbod zonder allerlei combinatiedeals of ingewikkelde voorwaarden. Bovendien profiteer je als klant indirect van de netwerkverbeteringen van de hoofdprovider: als KPN zijn 5G-dekking uitbreidt, geldt dat ook voor Simyo-gebruikers.

Nadelen ten opzichte van netwerkproviders

Er zitten ook verschillen in wat je krijgt. Virtuele providers hebben meestal minder aanvullende diensten, zoals tv-pakketten, internationale bundels of toegang tot exclusieve hotspots. Ze bieden zelden nieuwe smartphones aan in combinatie met een abonnement; vaak gaat het om sim-only.

Daarnaast kan de snelheid of prioriteit op het netwerk iets lager liggen. Hoewel je technisch op hetzelfde netwerk zit, krijgen klanten van de hoofdprovider soms voorrang bij piekdrukte. Dat merk je vooral op drukke plekken of tijdens evenementen.

Tot slot zijn er verschillen in klantenservice. Virtuele aanbieders werken vaak met goedkopere, grotendeels online dienstverlening. Dat houdt de prijs laag, maar betekent ook dat persoonlijke hulp via telefoon of winkel beperkt kan zijn.

Wat past bij jou?

Wie veel reist, de nieuwste telefoon wil combineren met een abonnement of extra diensten zoals tv en internet belangrijk vindt, zit goed bij een van de drie netwerkproviders. Wie vooral een betrouwbare en betaalbare mobiele verbinding zoekt en weinig behoefte heeft aan toeters en bellen, vindt bij een virtuele provider vaak een gunstiger aanbod.

Kort samengevat: de netwerkprovider bouwt en beheert het mobiele netwerk, de virtuele provider gebruikt dat netwerk om voordeligere en flexibelere abonnementen aan te bieden. Beide werken dus samen, maar richten zich op een ander type gebruiker.

©Denys Prykhodov

Virtuele providers en eSIM

Steeds meer virtuele providers bieden tegenwoordig ook eSIM aan. Dat is de digitale variant van de traditionele simkaart, die je niet meer fysiek hoeft te plaatsen. Je activeert de eSIM via een QR-code of app en kunt zo binnen enkele minuten overstappen van provider of een tweede abonnement toevoegen, bijvoorbeeld voor werk of reizen.

Bij de grote netwerkproviders is eSIM inmiddels standaard, maar ook steeds meer virtuele aanbieders doen mee. Simyo, Youfone en Ben ondersteunen eSIM bijvoorbeeld al. 50+ Mobiel en Lebara bieden het nog niet aan, al wordt dat in de toekomst wel verwacht. Goed om te weten: de eSIM-ondersteuning bij virtuele providers wordt regelmatig uitgebreid, dus wat vandaag nog niet beschikbaar is, kan morgen al mogelijk zijn.

Nieuw abonnement, nieuwe smartphone?

Nieuw hoesje!
▼ Volgende artikel
Na storm Benjamin: zo controleer je je huis en meld je stormschade
© ronstik | Adobe Stock
Huis

Na storm Benjamin: zo controleer je je huis en meld je stormschade

Het is verstandig om na een zware storm zoals storm Benjamin je woning, tuin of bijgebouwen goed te inspecteren. Zodra de wind is gaan liggen, kun je dan tijdig ontdekken of er schade is ontstaan die hersteld moet worden. Zo voorkom je dat wat een kleine schade lijkt, alsnog uitgroeit tot een groot probleem, en kun je je verzekeraar tijdig inlichten.

In dit artikel lees je over

● Controleren op stormschade: De buitenkant van je huis | Eventuele zonnepanelen | De binnenkant van je huis |Je tuin, terras of balkon
● Stormschade voorkomen
● Stormschade melden bij de verzekering

Lees ook: Het stormt! Hoe zit het ook alweer met code rood, code oranje en code geel?


Buitenkant van het huis

Begin met een ronde om het huis en inspecteer het dak. Controleer of alle dakpannen nog heel zijn en stevig vastzitten. Kijk ook naar de dakgoten en regenpijpen. Zitten deze nog goed vast en zijn ze niet verstopt door takken, bladeren of andere rommel, zodat het regenwater goed kan weglopen? Controleer daarna alle ramen en deuren. Is er geen schade aan het glas of de kozijnen? Sluiten de deuren en ramen nog goed? Bekijk ook de muren en gevels. Zijn er scheuren of andere beschadigingen ontstaan, bijvoorbeeld door een boom die tegen de gevel is gewaaid? Zorg dat je loszittend voegwerk zo snel mogelijk herstelt of laat herstellen om verdere schade te voorkomen.

©stylefoto24

Zonnepanelen en storm

Zonnepanelen zitten gelukkig goed bevestigd, maar bij echt zware storm kunnen ze toch losgetrokken worden of anderszins beschadigd raken, bijvoorbeeld door een boom of rondvliegende dakpannen die op het dak (en de zonnepanelen) vallen. Het is altijd verstandig om nog eens nauwkeurig de voorwaarden van je woonverzekering/opstalverzekering door te lezen en om te kijken wat er qua stormschade wel en wat er niet vergoed wordt door je woonverzekering. Je zou zelfs kunnen overwegen een [speciale zonnepanelen-verzekering](https://id.nl/energie-en-klimaat/elektriciteit/zonnepanelen/zonnepanelen-verzekeren-is-het-nodig-om-een-verzekering-af-te-sluiten) af te sluiten.

Lees ook: Het regent, het regent … zo voorkom je wateroverlast

Binnenkant van het huis

Binnen werk je van boven naar beneden. Begin op de zolder. Zoek naar lekkages of vochtplekken die kunnen wijzen op dakschade. Inspecteer muren en plafonds in alle kamers, op zoek naar scheuren en andere beschadigingen. Heeft het tijdens de storm ook geonweerd en gebliksemd? Test of elektrische schakelaars en stopcontacten nog correct werken. Is er blikseminslag in de buurt geweest? Dat kan zorgen voor piekspanning, waardoor elektrische apparaten beschadigd kunnen zijn geraakt. Controleer die dus ook.

Om het huis: tuin, terras, en schutting

Loop ook een rondje om je huis en kijk of schuttingen en tuinhekken nog intact en stevig zijn. Controleer het terras en de tuinmeubels op stormschade. Kijk of losse spullen, zoals vuilcontainers en bloempotten, nog op hun plek staan en zet ze eventueel terug. Verzamel losse afgewaaide takken. Heb je bomen in of om je tuin staan? Controleer goed of ze nog stevig geworteld zijn. In januari dragen ze nauwelijks blad meer, maar zeker in de herfst of tegen het eind van de lente staan ze goed in het blad. Bij een storm kunnen ze dan instabiel worden: ze staan dan nu misschien wel overeind, maar zouden bij een volgende storm om kunnen gaan. Dreigt een boom om te vallen op de openbare weg? Bel dan de brandweer. Doe dat niet via 112 (dat nummer is echt alleen voor levensbedreigende situaties), maar via 0900-0904.

Lees ook: Schutting omvergeblazen? Zo herstel je hem

©Robertvt

Stormschade voorkomen

Er zijn gelukkig allerlei manieren om je huis beter stormbestendig te maken. Controleer dakpannen en goten regelmatig. Houd muren en schilderwerk in goede staat. Snoei bomen preventief voor het stormseizoen. Zet losse objecten in de tuin vast of berg ze tijdelijk op in de schuur of garage. Daarmee verklein je bij een volgende storm de kans op schade.

Lees ook:Zo maak je je dakgoot schoon

©Budimir Jevtic

Stappenplan stormschade melden

Heb je schade, neem dan zo snel mogelijk contact op met je verzekeraar. Dat kan meestal via de app en online, maar vaak kun je vanaf de website van je verzekeraar ook een papieren schadeformulier downloaden. Als je stormschade hebt aan je woning of bezittingen, is het voor de verzekering belangrijk om een duidelijk en gedetailleerd overzicht te hebben van de schade. Hier zijn de stappen die je moet volgen:

1. Fotografeer of film de schade

Zorg dat je foto's of video's maakt van alle schade voordat je iets opruimt of repareert. Dit geeft de verzekering een goed beeld van de impact van de storm.

2. Maak een lijst

Noteer alle beschadigde items en beschrijf de schade per item.

3. Bewaar beschadigde items

Gooi niets weg voordat de verzekering het heeft kunnen zien, tenzij het een gevaar oplevert voor de veiligheid.

4. Documenteer aankoopbewijzen

Als je deze hebt, voeg dan aankoopbewijzen of facturen toe van de beschadigde items om de waarde ervan aan te tonen.

5. Houd reparatiekosten bij

Als je noodreparaties moet uitvoeren, bewaar dan de bonnen en facturen van deze reparaties. Bel wel eerst met de verzekeraar: vaak kunnen zij zorgen dat er voor noodreparaties zo snel mogelijk iemand komt.

6. Contactinformatie van getuigen

Als buren of voorbijgangers schade hebben gezien, noteer dan hun contactgegevens. Zij kunnen eventueel je claim ondersteunen.

7. Datum, tijd en weer

Noteer de datum en de tijd (zo precies mogelijk) waarop de schade is ontstaan. Je kunt dan makkelijker aantonen dat het inderdaad tijdens een zware storm was, waardoor je claim meer kans maakt.

8. Correspondentie:

Bewaar een kopie van alle correspondentie met je verzekeraar, inclusief e-mails en brieven.

Vraag een offerte aan voor aannemers: