ID.nl logo
Uitgelegd: wanneer kies je voor een 1-fase- of 3-fase-lader?
© Kara - stock.adobe.com
Mobiliteit

Uitgelegd: wanneer kies je voor een 1-fase- of 3-fase-lader?

Je elektrische auto thuis kunnen opladen biedt natuurlijk een aantal voordelen, maar het vinden van een geschikte thuislader kan best een uitdaging zijn. Er zijn immers allerlei opties die flink van elkaar kunnen verschillen. En dan heb je ook nog laadpalen die met 1-fase of 3-fase laden. Kortom, hoog tijd om alles eens goed tegen het licht te houden!

In samenwerking met Greenchoice.

Controleer je stroomaansluiting en het laadvermogen van je auto

Het is allereerst belangrijk om te weten het aantal ‘fasen’ waarmee je thuis kunt laden niet alleen afhangt van het type laadpaal dat je koopt. Het hangt ook af van de stroomaansluiting in huis. Als je een 1-fase-aansluiting hebt, houdt dat in dat er één fasekabel door de meterkast loopt. Bij een 3-fase-aansluiting zijn dat er drie. Bij gelijkblijvende stroomsterkte kun je dus drie keer zoveel vermogen tegelijkertijd verbruiken. Controleer voordat je een thuislader aanschaft dus eerst goed welke aansluiting je hebt, want dan weet je of je überhaupt op 3 fasen kunt laden. 

Dat kun je doen door de elektriciteitsmeter in de meterkast te bekijken. Staat er 220V/230V op de meter, dan heb je een 1-fase-aansluiting. Staat er 3x 220/230V of 380/400V, dan heb je een 3-fase-aansluiting in huis. In het eerste geval is het dus niet mogelijk om op 3 fasen te laden.

Daarnaast moet ook je auto zelf geschikt zijn voor 3-fase-laden. Normaal gesproken gaat 3-fase-laden met 11 kW. Net zo snel of sneller laden met 1 fase kan wel, maar dan wordt de stroomsterkte veel hoger en dat bieden de meeste huisaansluitingen niet. Meestal zit een 1-fase-lader op een maximaal vermogen van 3,7 of 7,4 kW. Overigens kun je ook in dit geval alsnog een 3-fase-lader gebruiken, al merk je dan geen verschil in laadsnelheid ten opzichte van een 1-faselader.

©Proxima Studio - stock.adobe.com

Zorg dat je een aparte aansluiting voor je 3-fase-laadpaal hebt

Als je al een 3-fase-aansluiting hebt, heb je wel nog een speciale aansluiting nodig om op 3 fasen te kunnen laden. Dat kun je niet uit een normaal stopcontact halen. Apparatuur in en om het huis die veel stroom verbruikt, zoals een inductiekookplaat, een warmtepomp of een jacuzzi, wordt apart aangesloten. Dat wordt soms ook wel een krachtstroom-aansluiting genoemd. In dat geval wordt er met 400 volt gewerkt in plaats van 230 volt. Voor de meeste laadpalen is een aparte 3-fase-aansluiting met bijbehorende kabels die naar de laadpaal leiden voldoende. 

Krachtstroom kun je alleen aansluiten als je huis een 3-fase-aansluiting heeft. Beide termen worden vaak door elkaar heen gebruikt. Daarnaast heb je nog echte krachtstroom met een veel hoger vermogen voor industrieel gebruik, bijvoorbeeld om krachtige machines mee aan te sturen. Dat is echt wat anders en die moet je vaak apart aanvragen bij je netbeheerder, maar dat is niet relevant voor dit artikel.

Heb je alleen een 1-fase-aansluiting vanuit je netbeheerder, dan is het mogelijk om een 3-fase-aansluiting aan te vragen. Vaak kan dat kosteloos en krijg je ook een 3-fase-elektriciteitsmeter. Wel moet je nog je meterkast laten ombouwen naar 3-fase. Dat is een tamelijk kostbare ingreep en kost doorgaans tussen de 600 en 1500 euro. Afhankelijk van de hoeveelheid groepen en complexiteit van de meterkast kan dat nog hoger liggen.

Het aanleggen van een 3-fase- of krachtstroomaansluiting voor je laadpaal kan oplopen tot zo’n 600 euro. Hier is de afstand en complexiteit de bepalende factor voor de materiaalkosten en de manuren die voor de aanleg nodig waren. Met thuis je auto opladen kun je die kosten meestal vrij snel terugverdienen, omdat de stroomtarieven bij het thuisladen lager zijn dan de openbare laadtarieven. Bovendien heb je het comfort dat je altijd in een volledig opgeladen auto kunt wegrijden.

In vijf stappen de juiste thuislader

met de Laadpaal keuzehulp!

Let goed op welke laadpalen 3-fase-ondersteuning bieden

Als je op 3 fasen wil laden, moet je er bij het uitzoeken van een laadpaal dus goed op letten of deze daar wel ondersteuning voor biedt. Kijk hiervoor – net als bij je auto – naar het laadvermogen: bij 11 kW of hoger is er ondersteuning voor 3-fase-laden. Bij 11 kW laad je je auto volledig op in ongeveer 6 uur, terwijl dat met 3,7 kW wel 16 uur kan duren.

Greenchoice maakt het je op dit gebied overigens erg makkelijk. Het energiebedrijf heeft al een voorselectie gemaakt van de beste laadpalen voor thuis en kan je persoonlijk advies geven bij jouw zoektocht naar de best passende thuislader. Zo hoef je je niet zelf een weg door het gigantische aanbod aan laadpalen te banen om er eentje te vinden die aan jouw wensen voldoet. Vervolgens regelt Greenchoice ook de gehele installatie. Een bijkomend voordeel is dat alle stroom die Greenchoice levert 100 procent duurzaam is, zodat je ook écht groen elektrisch rijdt. Alle stroom van Greenchoice wordt namelijk duurzaam opgewekt met wind, zon en biomassa. Er wordt geen gebruik gemaakt van steenkool, aardolie of nucleaire energie.

Hoe zit het met openbare laadpalen?

Openbare laadpalen bieden vrijwel allemaal ondersteuning voor 3-fase-laden. Dus hierbij geldt: zolang je auto het ondersteunt, kun je in het openbaar eigenlijk altijd 3-fase-laden. Uitzonderingen zijn privélaadpalen die de eigenaren openbaar hebben gemaakt. Oftewel: ze staan anderen toe om via hun lader te laden. Omdat dat in principe thuisladers zijn, is het wel mogelijk dat hier een 1-fase-lader bij zit.

Op de site van Greenchoice kun je precies zien waar de locaties van oplaadpunten in de buurt zijn en met hoeveel vermogen ze kunnen laden. Laders met een aansluiting van 1x16A hebben bijvoorbeeld een laadvermogen van 3,6 kW, en laders met 3x16A een vermogen van 11 kW. Overigens biedt Greenchoice ook een laadpas aan die je niet alleen in staat stelt om in heel Europa (+250.000 laadpunten) te laden, maar die de opgewekte stroom ook nog eens vergroent. De pas zorgt er weliswaar niet voor dat alle stroom die je gebruikt bij openbare laadpalen meteen groen is, maar compenseert dit wel door inzet van Garanties van Oorsprong. Dat zijn certificaten die de overheid uitgeeft aan elektriciteitsbedrijven die duurzame energie opwekken. Greenchoice koopt dergelijke certificaten en ondersteunt daarmee financieel de productie van hernieuwbare energie.

In vijf stappen de juiste thuislader

met de Laadpaal keuzehulp
▼ Volgende artikel
Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?
© ER | ID.nl
Huis

Wat is local dimming en waarom is het belangrijk?

Het gebrek aan een rijk contrast is een van de grootste ergernissen bij lcd- en ledtelevisies. Fabrikanten hebben daarom een slimme techniek bedacht die het contrast aanzienlijk verbetert: local dimming. In dit artikel leggen we uit hoe deze techniek van jouw grijze nachtlucht weer een inktzwarte sterrenhemel maakt.

Het contrast van je televisie is misschien wel de belangrijkste eigenschap voor mooi beeld. We willen dat wit verblindend wit is en zwart echt inktzwart. Bij oledtelevisies is dat makkelijk, want daar geeft elke pixel zelf licht. Maar de meeste televisies in de Nederlandse huiskamers zijn nog steeds lcd- of ledschermen (inclusief QLED). Die werken met een lamp achter het scherm, de zogeheten backlight. Local dimming is de techniek die probeert de nadelen van die achtergrondverlichting op te lossen.

Om te begrijpen waarom local dimming nodig is, moet je eerst weten hoe een standaard led-tv werkt. Simpel gezegd is het een groot paneel met pixels die zelf geen licht geven, maar alleen van kleur veranderen. Achter die pixels brandt een grote lichtbak. Als het beeld zwart moet zijn, sluiten de pixels zich om het licht tegen te houden. Helaas lukt dat nooit voor de volle honderd procent; er lekt altijd wat licht langs de randjes. Hierdoor zien donkere scènes er vaak wat flets en grijzig uit. De achtergrondverlichting staat immers vol aan, ook als het beeld donker moet zijn.

Nooit meer te veel betalen? Check Kieskeurig.nl/prijsdalers!

De lampen dimmen waar het donker is

Local dimming pakt dit probleem bij de bron aan. In plaats van één grote lichtbak die altijd aan staat, verdeelt deze techniek de achtergrondverlichting in honderden (en bij duurdere tv's soms duizenden) kleine zones. De televisie analyseert de beelden die je kijkt continu. Ziet de processor dat er linksboven in beeld een donkere schaduw is, terwijl rechtsonder een felle explosie te zien is? Dan worden de lampjes in de zone linksboven gedimd of zelfs helemaal uitgeschakeld, terwijl de lampjes rechtsonder juist fel gaan branden.

Het resultaat is direct zichtbaar. Zwart wordt weer echt zwart, simpelweg omdat er geen licht meer achter dat deel van het scherm brandt. Tegelijkertijd blijven de lichte delen van het scherm helder. Dat zorgt voor een veel groter contrast en geeft het beeld meer diepte. Vooral bij het kijken van HDR-films en -series is dat van belang. Zonder local dimming kan een led-tv eigenlijk geen goed HDR-beeld weergeven, omdat het verschil tussen licht en donker dan te klein blijft.

©ER | ID.nl

Niet alle local dimming is hetzelfde

Het klinkt als een wonderoplossing, maar de uitvoering verschilt enorm per televisie. Het grote toverwoord hierbij is het aantal zones. Hoe meer zones de tv onafhankelijk van elkaar kan aansturen, hoe preciezer het licht kan worden geregeld. Goedkopere televisies gebruiken vaak edge lit local dimming. Hierbij zitten de lampjes alleen in de rand van de tv. Dat werkt redelijk, maar is niet heel nauwkeurig. Je ziet dan soms dat een hele verticale strook van het beeld lichter wordt, terwijl er eigenlijk maar één klein object moest worden verlicht.

De betere variant heet full array local dimming. Hierbij zitten de lampjes over de hele achterkant van het scherm verspreid. De allernieuwste en beste vorm hiervan is miniLED. Daarbij zijn de lampjes zo klein geworden dat er duizenden in een scherm passen, wat de precisie van oled begint te benaderen. Als er te weinig zones zijn, kun je last krijgen van zogenaamde 'blooming'. Dat zie je bijvoorbeeld bij witte ondertiteling op een zwarte achtergrond: er ontstaat dan een soort wazige lichtwolk rondom de letters, omdat de zone groter is dan de tekst zelf.

Welke merken gebruiken local dimming?

Bijna elke grote televisiefabrikant past deze techniek inmiddels toe, maar ze doen dat voornamelijk in hun middenklasse en topmodellen. Samsung is een van de voorlopers, zeker met hun QLED- en Neo QLED-televisies, waarbij ze in de duurdere series gebruikmaken van geavanceerde miniLED-techniek voor zeer precieze dimming. Ook Sony staat bekend om een uitstekende implementatie van full array local dimming, die vaak geprezen wordt om de natuurlijke weergave zonder overdreven effecten. Philips past het eveneens toe in hun (mini)ledmodellen, vaak in combinatie met hun bekende Ambilight-systeem voor een extra contrastrijk effect.

Ga voor de full monty!

Local dimming is dus geen loze marketingkreet, maar een dankbare techniek voor iedereen die graag films of series kijkt op een led- of QLED-televisie. Het maakt het verschil tussen een flets, grijs plaatje en een beeld dat van het scherm spat met diepe zwartwaarden. Ben je in de markt voor een nieuwe tv? Vraag dan niet alleen óf er local dimming op zit, maar vooral of het gaat om full array dimming. Je ogen zullen je dankbaar zijn tijdens de volgende filmavond!

Vijf fijne televisies die full array local dimming ondersteunen

▼ Volgende artikel
Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer
© ID.nl
Huis

Waar voor je geld: 5 robotstofzuigers voor een extra schone vloer

Bij ID.nl zijn we gek op producten waar je niet de hoofdprijs voor betaalt of die zijn voorzien van bijzondere eigenschappen. Met een robotstofzuiger wordt de vloer schoongehouden, terwijl je er niet bij hoeft te zijn. En stofzuigen is dan wel het minste dat ze kunnen, want ook dweilen is voor veel modellen geen proleem. We vonden vijf geavanceerde exemplaren.

Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01

De Philips HomeRun 7000 Series XU7100/01 is ontworpen om grote ruimtes aan te kunnen. Het apparaat heeft een stofzak van 3 liter en een werktijd tot 180 minuten in de laagste stand. In tegenstelling tot veel kleinere robots is deze HomeRun uitgerust met een stille motor; de opgave van 66 dB maakt hem relatief stil.

Er zit een dweilfunctie in zodat je de robot na het stofzuigen ook direct kunt laten dweilen. Via de app kies je voor een van de modi of plan je een schoonmaakprogramma in. De robot kan zichzelf navigeren, obstakels omzeilen en keert na gebruik terug naar het laadstation. Omdat de opvangbak groot is hoef je niet vaak te legen en dankzij de Li‑ion‑accu is hij geschikt voor grotere woningen. Het apparaat is van recente datum en daarom nog volop verkrijgbaar.

Dreame L10s Pro Ultra Heat

Deze robot combineert een groot stofreservoir van 3,2 liter met een lange werktijd van ongeveer 220 minuten. Dankzij de geïntegreerde dweilfunctie verwijdert hij niet alleen stof maar kan hij ook nat reinigen. De L10s Pro Ultra Heat gebruikt een zak in het basisstation, waardoor je het reservoir minder vaak hoeft te legen.

De Dreame is voorzien van een Li‑ion‑batterij aanwezig en de robot keert automatisch terug naar het station voor opladen en legen. De sensortechnologie helpt bij het vermijden van obstakels en het nauwkeurig schoonmaken van zowel harde vloeren als tapijt. Dankzij de meegeleverde app stuur je de schoonmaak aan, stel je no‑go‑zones in of plan je een dweilrondje.

Philips HomeRun 3000 Series Aqua XU3100/01

Deze Philips‑robot is bedoeld voor wie minder vaak handmatig wil schoonmaken. Hij beschikt over een gecombineerde stofzuig‑ en dweilfunctie en kan zichzelf legen via het automatische station. Met een gebruiksduur tot 200 minuten in de laagste stand en een geluidsniveau van 66 dB kan hij urenlang zijn werk doen zonder al te veel herrie. De stofcontainer van 35 cl is kleiner dan bij de HomeRun 7000, maar door het automatische leegmechanisme is dat geen probleem.

Je bedient het apparaat via de app en kunt daar zowel een schema programmeren als zones instellen. De Aqua XU3100/01 is een model uit de recente 3000‑serie en doordat hij een mop‑pad heeft kan hij zowel droog als nat reinigen, wat handig is voor harde vloeren zoals tegels en laminaat.

iRobot Roomba Combo j9+

De Roomba Combo j9+ is een model dat je vloeren zowel kan stofzuigen als dweilen. De Combo j9 beschikt over een opvangbak van 31 cl en hij kan zelf zijn inhoud legen in het automatische basisstation dat bij de set hoort. De Li‑ion‑accu zorgt voor een lange gebruiksduur en de robot maakt een routeplanning zodat elke ruimte efficiënt wordt schoongemaakt.

Via de app kun je zones instellen waar de robot niet mag komen en het dweilelement in‑ of uitschakelen. In de basis maakt de Combo j9+ zelfstandig een kaart van je woning en keert terug naar het station wanneer de accu moet opladen of de stofcontainer vol is. De robot is bedoeld voor huishoudens die gemak belangrijk vinden en biedt naast stofzuigen ook een dweilfunctie voor hardere vloeren.

MOVA Tech P50 Ultra

De MOVA Tech P50 Ultra is een forse robotstofzuiger met een basisstation. Het apparaat heeft een stofreservoir van 30 cl en wordt geleverd met een basisstation waarin je het stof eenvoudig kunt verwijderen. De robot produceert een geluidsniveau van 74 dB, iets hoger dan de Philips‑modellen, en weegt inclusief station ruim 13 kg.

Hij kan uiteraard ook automatisch terugkeren naar het station om op te laden of te legen. In de specificaties staat dat de MOVA is voorzien van een Li‑ion‑batterij en dat hij zowel kan stofzuigen als dweilen. De meegeleverde app maakt het mogelijk om routes in te stellen en zones te blokkeren. Met een vermogen van 700 W is hij krachtig genoeg voor tapijten en harde vloeren. Het is geschikt voor mensen die een uitgebreid station met automatische functies willen.