ID.nl logo
Uitgelegd: wanneer kies je voor een 1-fase- of 3-fase-lader?
© GUEVEN PURTUL
Mobiliteit

Uitgelegd: wanneer kies je voor een 1-fase- of 3-fase-lader?

Je elektrische auto thuis kunnen opladen biedt natuurlijk een aantal voordelen, maar het vinden van een geschikte thuislader kan best een uitdaging zijn. Er zijn immers allerlei opties die flink van elkaar kunnen verschillen. En dan heb je ook nog laadpalen die met 1-fase of 3-fase laden. Kortom, hoog tijd om alles eens goed tegen het licht te houden!

In samenwerking met Greenchoice.

Controleer je stroomaansluiting en het laadvermogen van je auto

Het is allereerst belangrijk om te weten het aantal ‘fasen’ waarmee je thuis kunt laden niet alleen afhangt van het type laadpaal dat je koopt. Het hangt ook af van de stroomaansluiting in huis. Als je een 1-fase-aansluiting hebt, houdt dat in dat er één fasekabel door de meterkast loopt. Bij een 3-fase-aansluiting zijn dat er drie. Bij gelijkblijvende stroomsterkte kun je dus drie keer zoveel vermogen tegelijkertijd verbruiken. Controleer voordat je een thuislader aanschaft dus eerst goed welke aansluiting je hebt, want dan weet je of je überhaupt op 3 fasen kunt laden. 

Dat kun je doen door de elektriciteitsmeter in de meterkast te bekijken. Staat er 220V/230V op de meter, dan heb je een 1-fase-aansluiting. Staat er 3x 220/230V of 380/400V, dan heb je een 3-fase-aansluiting in huis. In het eerste geval is het dus niet mogelijk om op 3 fasen te laden.

Daarnaast moet ook je auto zelf geschikt zijn voor 3-fase-laden. Normaal gesproken gaat 3-fase-laden met 11 kW. Net zo snel of sneller laden met 1 fase kan wel, maar dan wordt de stroomsterkte veel hoger en dat bieden de meeste huisaansluitingen niet. Meestal zit een 1-fase-lader op een maximaal vermogen van 3,7 of 7,4 kW. Overigens kun je ook in dit geval alsnog een 3-fase-lader gebruiken, al merk je dan geen verschil in laadsnelheid ten opzichte van een 1-faselader.

Zorg dat je een aparte aansluiting voor je 3-fase-laadpaal hebt

Als je al een 3-fase-aansluiting hebt, heb je wel nog een speciale aansluiting nodig om op 3 fasen te kunnen laden. Dat kun je niet uit een normaal stopcontact halen. Apparatuur in en om het huis die veel stroom verbruikt, zoals een inductiekookplaat, een warmtepomp of een jacuzzi, wordt apart aangesloten. Dat wordt soms ook wel een krachtstroom-aansluiting genoemd. In dat geval wordt er met 400 volt gewerkt in plaats van 230 volt. Voor de meeste laadpalen is een aparte 3-fase-aansluiting met bijbehorende kabels die naar de laadpaal leiden voldoende. 

Krachtstroom kun je alleen aansluiten als je huis een 3-fase-aansluiting heeft. Beide termen worden vaak door elkaar heen gebruikt. Daarnaast heb je nog echte krachtstroom met een veel hoger vermogen voor industrieel gebruik, bijvoorbeeld om krachtige machines mee aan te sturen. Dat is echt wat anders en die moet je vaak apart aanvragen bij je netbeheerder, maar dat is niet relevant voor dit artikel.

Heb je alleen een 1-fase-aansluiting vanuit je netbeheerder, dan is het mogelijk om een 3-fase-aansluiting aan te vragen. Vaak kan dat kosteloos en krijg je ook een 3-fase-elektriciteitsmeter. Wel moet je nog je meterkast laten ombouwen naar 3-fase. Dat is een tamelijk kostbare ingreep en kost doorgaans tussen de 600 en 1500 euro. Afhankelijk van de hoeveelheid groepen en complexiteit van de meterkast kan dat nog hoger liggen.

Het aanleggen van een 3-fase- of krachtstroomaansluiting voor je laadpaal kan oplopen tot zo’n 600 euro. Hier is de afstand en complexiteit de bepalende factor voor de materiaalkosten en de manuren die voor de aanleg nodig waren. Met thuis je auto opladen kun je die kosten meestal vrij snel terugverdienen, omdat de stroomtarieven bij het thuisladen lager zijn dan de openbare laadtarieven. Bovendien heb je het comfort dat je altijd in een volledig opgeladen auto kunt wegrijden.

In vijf stappen de juiste thuislader

met de Laadpaal keuzehulp!

Let goed op welke laadpalen 3-fase-ondersteuning bieden

Als je op 3 fasen wil laden, moet je er bij het uitzoeken van een laadpaal dus goed op letten of deze daar wel ondersteuning voor biedt. Kijk hiervoor – net als bij je auto – naar het laadvermogen: bij 11 kW of hoger is er ondersteuning voor 3-fase-laden. Bij 11 kW laad je je auto volledig op in ongeveer 6 uur, terwijl dat met 3,7 kW wel 16 uur kan duren.

Greenchoice maakt het je op dit gebied overigens erg makkelijk. Het energiebedrijf heeft al een voorselectie gemaakt van de beste laadpalen voor thuis en kan je persoonlijk advies geven bij jouw zoektocht naar de best passende thuislader. Zo hoef je je niet zelf een weg door het gigantische aanbod aan laadpalen te banen om er eentje te vinden die aan jouw wensen voldoet. Vervolgens regelt Greenchoice ook de gehele installatie. Een bijkomend voordeel is dat alle stroom die Greenchoice levert 100 procent duurzaam is, zodat je ook écht groen elektrisch rijdt. Alle stroom van Greenchoice wordt namelijk duurzaam opgewekt met wind, zon en biomassa. Er wordt geen gebruik gemaakt van steenkool, aardolie of nucleaire energie.

Hoe zit het met openbare laadpalen?

Openbare laadpalen bieden vrijwel allemaal ondersteuning voor 3-fase-laden. Dus hierbij geldt: zolang je auto het ondersteunt, kun je in het openbaar eigenlijk altijd 3-fase-laden. Uitzonderingen zijn privélaadpalen die de eigenaren openbaar hebben gemaakt. Oftewel: ze staan anderen toe om via hun lader te laden. Omdat dat in principe thuisladers zijn, is het wel mogelijk dat hier een 1-fase-lader bij zit.

Op de site van Greenchoice kun je precies zien waar de locaties van oplaadpunten in de buurt zijn en met hoeveel vermogen ze kunnen laden. Laders met een aansluiting van 1x16A hebben bijvoorbeeld een laadvermogen van 3,6 kW, en laders met 3x16A een vermogen van 11 kW. Overigens biedt Greenchoice ook een laadpas aan die je niet alleen in staat stelt om in heel Europa (+250.000 laadpunten) te laden, maar die de opgewekte stroom ook nog eens vergroent. De pas zorgt er weliswaar niet voor dat alle stroom die je gebruikt bij openbare laadpalen meteen groen is, maar compenseert dit wel door inzet van Garanties van Oorsprong. Dat zijn certificaten die de overheid uitgeeft aan elektriciteitsbedrijven die duurzame energie opwekken. Greenchoice koopt dergelijke certificaten en ondersteunt daarmee financieel de productie van hernieuwbare energie.

In vijf stappen de juiste thuislader

met de Laadpaal keuzehulp
▼ Volgende artikel
Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt
© fotomek
Huis

Waarom jouw zuinige A+++-wasdroger straks zomaar een C-label krijgt

Denk je net goed bezig te zijn met een A+++-wasdroger, blijkt die vanaf juli 2025 opeens een magere C te scoren. Wat is hier aan de hand? Geen paniek: je apparaat is niet plotseling minder efficiënt geworden, het energielabel wordt een stuk strenger. In dit artikel lees je waarom de regels zijn veranderd, wat het nieuwe label precies meet en hoe je wél de juiste conclusies trekt bij je volgende aankoop.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Bemmel & Kroon

Vanaf 1 juli 2025 – morgen dus! – verandert het energielabel van wasdrogers in heel Europa. De bekende klassen als A+, A++ en A+++ verdwijnen en maken plaats voor een overzichtelijker schaal van A tot en met G. Hierdoor krijgen veel huidige A+++-drogers voortaan een label C. Niet omdat ze slechter presteren, maar omdat de normering strenger en toekomstbestendiger wordt.

Waarom een nieuw energielabel nodig was

Het oude systeem was zijn doel voorbijgeschoten. Doordat fabrikanten steeds energiezuinigere apparaten ontwikkelden, werden er voortdurend plussen aan de A-klasse toegevoegd. Daardoor ontstond een wildgroei aan energielabels die de consument eerder in verwarring bracht dan hielp. Met het nieuwe label keert de rust terug: één heldere schaal die opnieuw ruimte laat aan de top. De zuinigste klasse A blijft voorlopig zelfs leeg, zodat alleen uitzonderlijk efficiënte apparaten die plek mogen innemen.

©Bemmel & Kroon

Wat je ziet op het nieuwe label

Het nieuwe energielabel bevat veel meer informatie dan alleen een letter. Naast de energieklasse geeft het label nu ook inzicht in het verbruik per honderd droogbeurten, gemeten volgens een gestandaardiseerd Eco-programma. Ook de programmaduur, het maximale vulgewicht van de trommel, het geluidsniveau in decibel en de condensatie-efficiëntie staan erop vermeld. Via een QR-code kun je bovendien extra technische details opzoeken in de Europese EPREL-database. Deze toevoegingen zorgen ervoor dat je als consument beter kunt inschatten welk apparaat past bij jouw huishouden en gebruik. Meer informatie vind je op deze pagina.

©Bemmel & Kroon

1. QR-code met link naar de EU database
2. Energie-efficiëntieklasse
3. Energieverbruik in kWh/100 droogcycli*
4. Condensatie-efficiëntieklasse en -percentage

5. Geluidklasse en geluidemissie in dB(A)**
6. Maximale laadcapaciteit (nominale capaciteit in kg)**
7. Duur in uren en minuten**

* Waarden gelden voor een gewogen gemiddelde van halve en volle ladingen met een verhouding van 0,62 (24x volle lading, 76x halve lading).
** Droogcyclus van katoen eco-programma bij volle lading.

Het lastige van vergelijken

Oude en nieuwe energielabels kun je niet zomaar naast elkaar leggen. Een A+++-droger uit 2024 kan volgens de nieuwe testmethodes een label C krijgen, terwijl het apparaat in de praktijk nog steeds even zuinig is. Dat verschil komt puur door de aangescherpte meetnormen, en niet door een verandering in prestaties. Laat je dus niet misleiden door een ogenschijnlijke 'verslechtering' van het label, maar kijk naar de echte verbruiksgegevens en technische kenmerken van jouw wasdroger.

Wat dit voor jouw keuze betekent

Bij het kopen van een nieuwe droger is het dus belangrijk om verder te kijken dan alleen de letter op het label. De vermelding van het energieverbruik per honderd droogcycli geeft je een veel concreter beeld van de stroomkosten op jaarbasis. Ook het geluidsniveau, de capaciteit van de trommel en de duur van het droogprogramma bepalen in sterke mate hoe comfortabel en efficiënt het apparaat in de praktijk is. Dankzij de QR-code kun je bovendien snel en eenvoudig controleren of de technische gegevens aansluiten bij je verwachtingen.

©Viktoria

Slim kiezen met het nieuwe label

De vernieuwde energielabels maken het makkelijker om een slimme, bewuste keuze te maken. Niet alleen zie je in één oogopslag hoe energiezuinig een apparaat is volgens de nieuwste normen, je hebt ook toegang tot de details die er écht toe doen. Zo kun je jouw keuze afstemmen op wat je belangrijk vindt: lage kosten, weinig geluid, korte droogtijd of een groot vulgewicht. Door te letten op de werkelijke prestaties in plaats van alleen op een letter, maak je een duurzame keuze die ook op de lange termijn rendeert.

Wil je hulp bij het kiezen van een energiezuinige droger of persoonlijk advies over welk type het best bij jouw huishouden past? Laat je dan informeren door een specialist, zodat je met vertrouwen de juiste keuze maakt voor nu én de toekomst.

Op zoek naar een écht zuinige droger?

Bekijk de beste deals bij Bemmel & Kroon!
▼ Volgende artikel
Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op
© zephyr_p
Huis

Inbouwapparatuur in je keuken? Zo meet je alles precies goed op

Een nieuwe oven, koelkast of vaatwasser kiezen begint niet bij het design of de functies – het begint met een meetlint. Want hoe mooi of geavanceerd een apparaat ook is, als het nét niet past, zit je met een kostbare misser. Een paar millimeter speling kan het verschil maken tussen een perfect passende keuken en een frustrerende inbouwervaring. Met deze meetinstructies weet je zeker dat je straks niet voor verrassingen komt te staan.

Wil je je inbouwapparatuur tot op de millimeter nauwkeurig installeren, dan is precies meten onmisbaar. In dit artikel lees je over:

• Algemene meetprincipes • Waar je precies op moet letten bij een ⋄ inbouwkoelkast of -vriezer  ⋄ inbouwoven en -magnetron  ⋄ inbouwvaatwasser ⋄ inbouw-espressomachine  • Welke veelgemaakte fouten je moet zien te vermijden • Wat je altijd als laatste moet doen

Ook interessant: Een inbouwkoelkast kopen: waar moet je op letten?

Goed meten is het halve werk

Voordat je aan de slag gaat met meten, is het slim om een paar basisregels aan te houden. Gebruik altijd een betrouwbare rolmaat en eventueel een digitale schuifmaat voor extra precisie. Meet de binnenafmetingen van de nis (dus niet de buitenkant van je keukenkast) en noteer breedte, hoogte én diepte.

Houd daarnaast rekening met de ventilatieruimte: meestal is 2 tot 5 cm aan de achterkant en zijkanten nodig. En check of er ruimte is voor stopcontacten, wateraansluitingen en kabeldoorvoeren – die bepalen vaak óók of het apparaat goed kan worden geplaatst.

©Andrey Sinenkiy

Waar moet je op letten per apparaat?

Elk soort inbouwapparaat heeft zijn eigen eisen en aandachtspunten. Hieronder lees je per type waar je bij het opmeten en installeren specifiek op moet letten. Zo kom je niet voor verrassingen te staan.

Inbouwkoelkast of -vriezer

De hoogte van de nis is hier allesbepalend. Veelvoorkomende maten voor inbouwkoelkasten en -vriezers zijn 88, 140 en 178 cm, maar afwijkingen komen vaak voor. Let op het deursysteem: een sleepdeurmechanisme vraagt meestal om iets meer ruimte in de breedte. Diepte is vaak 55 cm, maar modellen met een ventilator achterop kunnen richting de 60 cm gaan.

Inbouwoven of -magnetron

Standaard? Niet helemaal. De nisbreedte is meestal 56 cm, terwijl het frontpaneel iets breder is (ca. 59,5 cm) voor een nette aansluiting. Hoogtes verschillen: compacte ovens zijn 45 cm hoog, standaardmodellen 60 cm. Magnetrons vragen soms extra ruimte aan de bovenkant voor uitstekende bedieningspanelen.

Inbouwvaatwasser

Hier draait het vooral om hoogte. Die varieert tussen 81,5 en 87 cm, met verstelbare poten voor wat speling. Meet ook de plinthoogte (van vloer tot onderkant kast), en vergeet de watertoevoer niet – reken op zo’n 5 cm extra ruimte in de diepte voor de slang.

Inbouw-espressomachine

Kleiner apparaat, maar niettemin precisiewerk. De breedte is vaak rond de 56 cm, maar de diepte varieert sterk. Let vooral op het waterreservoir (dat tot 55 cm diep kan zijn) en op kleppen of deurtjes die naar voren openen: die hebben extra werkruimte nodig.

©Cristina Villar Martin | Ladanifer

Veelgemaakte fouten die je makkelijk voorkomt

Zelfs met zorgvuldige metingen kan het misgaan, vaak doordat kleine details worden vergeten. Denk aan ventilatieruimte, uitstekende stekkers of leidingen die net in de weg zitten. Een handige tip: plak een strook tape op de vloer op de plek waar de achterkant van het apparaat komt, en markeer waar stekkers en leidingen zitten. Zo zie je snel of er iets in de weg zit.

Ook niet onbelangrijk: controleer of de nis waterpas is! Zeker bij koelkasten met uitschuiflades kan een scheve ondergrond voor problemen zorgen. Pas waar nodig je kast of ondervloer aan voordat je installeert.

Bij renovaties gelden vaak afwijkende maten. Oudere keukens hebben soms dikkere wanden of ongebruikelijke dieptes. Meet dus altijd de huidige situatie én de specificaties van je nieuwe apparaat. Twijfel je? Schakel een keukenexpert in, zeker bij combinaties zoals een oven met magnetron, waarbij elk detail telt.

En tot slot: de allerbelangrijkste stap

Het klinkt als een open deur, maar het voorkomt de meeste problemen: meet altijd twee keer! Schrijf je maten op en leg ze naast de officiële productspecificaties. Let daarbij op details als verstelbare voetjes, uitsparingen voor de deur of een uitschuifbaar bedieningspaneel. Zo weet je zeker dat jouw nieuwe inbouwapparaat niet alleen technisch past, maar ook mooi aansluit bij de rest van je keuken. Want uiteindelijk draait het om één ding: alles moet kloppen – tot op de millimeter.