ID.nl logo
Laden met 800 volt: Hyundai maakt het mogelijk
Mobiliteit

Laden met 800 volt: Hyundai maakt het mogelijk

Hyundai heeft met het e-GMP-platform een nieuwe standaard voor elektrische auto's neergezet. Deze gepatenteerde hoogvoltage-technologie biedt allerlei voordelen, zoals sneller laden, een grotere actieradius en een langere levensduur van de accu. In dit artikel lees je hoe deze innovatie van Hyundai – en binnenkort ook andere merken – de toekomst van e-mobiliteit vormt.

In dit artikel gaan we onder meer dieper in op:

📌 Het innovatieve 800 volt e-GMP-platform van Hyundai 📌 Hoe 800V-technologie sneller laden en een betere actieradius mogelijk maakt 📌 De voordelen van 800 volt voor efficiëntie, warmtehuishouding en levensduur van de accu 📌 Praktijkervaring: 3000 km roadtrip in een Hyundai IONIQ 5 met 800 volt 📌 De toekomst van 800V-EV's en wat andere merken hiermee doen

Ook lezen: XPENG G9 - Chinese super-SUV combineert luxe en betaalbaarheid

Download nu GRATIS het EV Duurtest-rapport 2024!

In het EV Duurtest-rapport zijn nieuwe elektrische auto's door verschillende consumenten getest. Alle resultaten vind je terug in dit digitale rapport. Door het invullen van je naam en e-mailadres meld je je aan voor ontvangst van het Kieskeurig EV Duurtest-rapport. Tevens ben je ingeschreven voor de Kieskeurig.nl EV-nieuwsbrief.

Je hebt ‘m misschien voorbij zien komen, mijn eerste rijtest met Hyundais krachtigste productie-auto ooit: de IONIQ 5 N. Een 650 pk sterke EV die er niet alleen tof en onderscheidend uitziet, maar dankzij slimme technologie een compleet andere kant van elektrisch rijden heeft laten zien. Gadgets waarmee het merk een kunstmatige doch zeer overtuigende ziel heeft gecreëerd. En dat alles met een basis die al bekendstond om zijn vooruitstrevende aard: het 800 volt e-GMP-platform. In dit artikel vertelt Irwin Versteegh van InstaAutoVlog aan de hand van 3000 km (in drie dagen!) wat die technologie zo bijzonder en doeltreffend maakt.

©Irwin Versteegh - Duijnstee

Terug naar 2016

Acht jaar geleden lanceerde Hyundai de IONIQ, een auto die als hybride, plug-in hybride of als volledig elektrische auto op de markt kwam. Met name de Electric was bijzonder. Let wel, destijds was de EV nog niet zo ingeburgerd als nu en was de keuze verder beperkt tot een Nissan Leaf, BMW i3, Kia Soul of een Tesla Model S.

Het bijzondere was dat de Hyundai IONIQ uit een relatief compact accupakket van 28 kWh een range van 280 km wist te persen. Gemeten volgens de inmiddels verouderde NEDC-methode, dat wel, maar we hebben het hier desondanks over een riante middenklasser met een grote kofferruimte. Het meeste bijzondere? Je kon deze auto in zo'n 25 minuten van 10 naar 80 procent bijladen.

©Hyundai

Net even anders

Dat zorgt ervoor dat de IONIQ Electric zelfs vandaag de dag nog een auto is die qua snelladen, energieverbruik en de standaard aanwezigheid van een warmtepompinstallatie nog steeds een prima keus is. Het merk was er dan ook vroeg bij, en met name dat stukje snelladen leek naar meer te smaken.

Eind 2020 verscheen er een persbericht: "Hyundai onthult uniek BEV-platform genaamd e-GMP: het Electric Global Modular Platform." Op zich niet heel spannend, een modulair EV-platform; Volkswagen toonde een paar jaar eerder al het MEB-platform voor onder meer de complete iD-serie, zij het dat Hyundai en daarmee ook Kia en diens luxemerk Genesis het net even anders aanpakte.

Het persbericht vertelde namelijk dat de innovatieve basis standaard is voorzien van een 'multi-oplaadsysteem'. Klinkt wellicht wat wazig, maar deze gepatenteerde technologie maakt het mogelijk dat EV's op deze basis met zowel 400 als 800 volt kunnen worden bijgeladen. En dan hebben we het niet over 'traag' opladen aan een oplaadstation thuis of in de straat, maar aan snelladers van bijvoorbeeld Fastned of Ionity. Hoe dat werkt? Een ingenieuze omvormer verhoogt de eventuele 400V-input naar 800V met een stabiele hoogvoltage-snellaadsessie tot gevolg.

©Hyundai

De Koreanen waren hun tijd vooruit

Maar de Porsche Taycan heeft toch ook 800 volt? Klopt, net als de Audi eTron GT bijvoorbeeld, zij het dat die auto’s – zeker in het begin – optioneel met een DC-DC-omvormer waren uitgerust die tot 150 kW snelladen mogelijk maakte aan een 400V-laadinstallatie. Had je deze omvormer niet, dan kwam je niet verder dan 50 kW. In beide gevallen in elk geval een stuk trager dan de potentiële 270 kW die de Taycan of eTron GT moet kúnnen hebben. De Koreanen waren dus behoorlijk inventief, en dat voor letterlijk de helft van het geld.

Als we naar het laadproces kijken, dan draait het in de basis om volt en ampère. Volt (A) x ampère (A) = (kilo)watt (kW). Voorbeeld: 400V x 500A = 200.000 W, oftewel 200 kW. Met deze rekensom zouden we een 400V-auto zoals een Tesla Model 3 met maximaal 200 kW snel kunnen opladen. Het nadeel? Hoe meer ampère, hoe hoger de warmteontwikkeling. En te veel warmte vinden accu's niet fijn. Dat is bijvoorbeeld waarom Fastned van die dikke, met olie gevulde laadkabels gebruikt. En die hitte, inclusief het onvermijdelijke energieverlies, ontstaat dus ook in de accu van je auto, waardoor extra vloeistofkoeling nodig is.

En als we hetzelfde vermogen van 200 kW willen bewerkstelligen met 800 volt? Dan verandert de rekensom en zien we een halvering van het aantal ampères: 800V x 250A = 200 kW! Iets meer ampères? 800V x 350A = 280 kW. Het gevolg? Een hoger voltage betekent een lager ampèrage, en dus minder warmteontwikkeling, minder energieverlies en per definitie een betere efficiëntie. Omdat er minder hitte ontstaat, is dat bovendien gunstiger voor de levensduur van je batterij. Maar wees gerust, moderne EV’s zijn voorzien van actieve – vloeistofgekoelde – accu’s waardoor je je ook daar geen zorgen over hoeft te maken.

Sneller laden, meer range

Toch biedt deze nog steeds wat prijzige technologie nog meer voordelen. Zo geniet je niet alleen van sneller laden, maar ook van (in theorie) een lager energieverbruik. Ook de elektromotor werkt namelijk op 800V-hoogspanning, die daardoor meeprofiteert van het lagere ampèrage. Er is sprake van minder weerstand en minder hitteverlies, en daardoor een lager energieverbruik van de elektromotor.

Effect? Een in potentie betere range! Daarnaast zorgt 800 volt ervoor dat snelladers kunnen worden uitgerust met dunnere kabels, waardoor er dus minder zeldzame en prijzige materialen als koper nodig zijn. Dit geldt namelijk ook voor het complete netwerk aan boord van je auto.

Op naar Barcelona

Terug naar het begin: de 3000 km in de IONIQ 5. Het allereerste model van Hyundai dat debuteerde op die innovatieve e-GMP-basis. Die 3000 kilometer reed ik trouwens niet zomaar, maar was het directe gevolg van mijn aanwezigheid bij de internationale persintroductie van de IONIQ 5 N. Niet in Appelscha of Tiel, maar het altijd fijne Barcelona. In navolging van mijn reis per Volvo XC40 naar de Spaanse metropool, eind 2023, vertrok ik een paar weken geleden opnieuw richting het zuiden. In stijl uiteraard, want per IONIQ in AWD Lounge-uitvoering.

Met de Volvo XC40 Single Motor Extended Range reed ik destijds onder vergelijkbare omstandigheden: 1380 kilometer met 's nachts temperaturen van net boven het vriespunt en overdag tussen de 15 à 20 graden. Totale reistijd: 17 uur, inclusief 5 laadstops. Dat was het uiteindelijke resultaat met een beschaafde rijstijl en snelheden die nauwelijks de 120 km/u passeerden. De XC40 bleek bovendien een fijne reisauto en presteerde wat betreft het snelladen keurig met een 10-80%-vulling in circa 31 minuten.

Verschil moet er zijn

Hoe de reis met de IONIQ 5 is verlopen? Om te beginnen was de afstand op 3 km na hetzelfde: die bedroeg nu 1383 kilometer. En ook nu was er sprake van vijf laadstops. Niettemin heb ik volop kunnen profiteren van de 800 volt aan laadpower, want na vijf snellaadsessies arriveerden we al na 15 uur reistijd op onze bestemming. Inderdaad, twee uur sneller dan met de Volvo.

Het was het directe gevolg van het aan kunnen houden van een hogere gemiddelde snelheid (minimaal 130 km/u op de Franse Péage met soms geregeld 140 op de teller), maar vooral het snellere opladen van de batterij. Met name de mogelijkheid om langer een hoger snellaadvermogen te handhaven bleek nuttig. Zo heeft de IONIQ 5 slechts 18 minuten nodig om van 10 naar 80 procent te worden bijgeladen, en een paar minuten extra om door te trekken naar 90 procent.

800 volt zal steeds belangrijker worden

De meerwaarde van 800 volt zul je in ons kleine landje dan misschien niet op dagelijkse basis ervaren of opmerken, maar op een dergelijke rit maakt het echt een verschil. Je bent in staat om een gemiddelde reistijd van 100 km/u te realiseren, zeker met een nóg efficiënter model als bijvoorbeeld de IONIQ 6.

Zijn Hyundai, Kia en Porsche de enige? Nee, ook XPENG heeft met de G9 momenteel een 800V-auto in huis, en met de op handen zijnde G6 lanceert het merk binnenkort een tweede 800V-model. Eén ding mag hoe dan ook duidelijk zijn: zeker in combinatie met de solid state-accu zal de 800V-techniek in de toekomst een steeds prominentere rol gaan spelen. Maar voordat het zover is, maken de genoemde merken deze toekomst alvast realiteit.

Vraag een offerte aan voor laadpalen:

▼ Volgende artikel
Privacygevoelige gegevens verwijderen uit foto's en bestanden
© ID.nl
Huis

Privacygevoelige gegevens verwijderen uit foto's en bestanden

Mediabestanden, zoals foto’s, audio en diverse documenten, bevatten vaak extra informatie over het bestand zelf, de zogeheten metadata. Niet al die gegevens hoeven natuurlijk voor iedereen leesbaar te zijn. Hoe pas je die gegevens aan, en kun je ze ook helemaal verwijderen?

Wat gaan we doen?

We laten je zien hoeveel informatie er in je foto’s, muziek en documenten verstopt zit. Je ontdekt hoe je die metadata zelf kunt bekijken, wissen of juist aanvullen – met slimme tools en praktische ingrepen.

Metadata betekent letterlijk gegevens over gegevens. Het gaat namelijk om informatie die iets over het bestand zelf zegt, maar geen deel uitmaakt van de hoofdinhoud. Bij foto’s kan dit bijvoorbeeld de opnamedatum zijn, maar ook de locatie, cameramodel en instellingen. Muziekbestanden bevatten dan weer gegevens zoals titel, artiest, album, jaartal, albumhoes en songteksten. In video’s vind je informatie terug zoals gebruikte software, resolutie en lengte. Ook in pdf’s en Office-documenten als pdf zitten vaak extra data, zoals auteursnaam, aanmaakdatum en revisies.

Metadata zijn vaak erg handig. Je kunt je vakantiefoto’s bijvoorbeeld automatisch sorteren op locatie of datum, en als fotoliefhebber kun je instellingen zoals iso of sluitertijd analyseren. In muziekbestanden toont je mediaspeler alle informatie in de afspeellijst (inclusief gesynchroniseerde lyrics) en kun je snel tracks per genre of jaar terugvinden. Bij documenten zie je naast de auteur onder meer ook wanneer het bestand is aangemaakt en welke revisies zijn doorgevoerd.

Metadata bevatten vaak interessante informatie over een bestand.

Waarom bewerken?

Metadata zijn dus zeker handig, maar soms bevatten ze informatie die je liever niet deelt of die simpelweg niet klopt. Denk aan foto’s die je online plaatst: je wilt dan meestal geen locatiegegevens meegeven zoals je thuisadres. En misschien ook liever niet welk toestel je gebruikt of dat je bewerkingen hebt uitgevoerd. Anderzijds wil je voor archiveringsdoelen misschien nog trefwoorden toevoegen of locatiegegevens invoeren bij foto’s die je binnenshuis nam.

In veel muziekbestanden zitten onjuiste tags, zoals verkeerd gespelde album- of artiestnamen. Of je wilt ontbrekende albumhoezen of lyrics aanvullen, of extra tags toevoegen om je collectie beter te structureren per jaar, genre of tracknummer.Bij documenten kan het juist gaan om het verbergen van de auteur of doorgevoerde aanpassingen, of om het wissen van revisies met gevoelige inhoud. Soms wil je ook bepaalde metadata eenduidiger gebruiken in meerdere bestanden, bijvoorbeeld voor professionele doeleinden.

De meeste smartphones en camera’s leggen standaard ook de gps-coördinaten van je foto’s vast.

Locatiegegevens in foto's

Laten we starten met foto’s en in het bijzonder met locatiegegevens, want deze kunnen voor veel gebruikers belangrijk zijn. De kans is groot dat je smartphone deze informatie standaard bewaart bij elke foto. Je kunt dit controleren en aanpassen. Op Android open je de camera-app, tik je op het tandwielpictogram voor Instellingen, zoek je naar Locatie opslaan, GPS-tags of Geotagging en schakel je de functie uit. Op sommige toestellen kun je ook instellen dat telkens eerst om je toestemming wordt gevraagd.

Op een iPhone open je Instellingen en ga je naar Privacy en beveiliging. Tik op Locatievoorzieningen, scrol naar Camera en kies Nooit of Vraag volgende keer of wanneer ik deel, om telkens zelf te beslissen.

Bij de meeste digitale fotocamera’s werkt het net zo. Ze gebruiken een gps-module of bluetooth met je smartphone om locatiegegevens toe te voegen. Via het menu kun je deze functie ook hier uitschakelen.

Je kunt in Android via de camera-app aangeven dat je de locatie (niet) wilt opslaan.

Metadata foto’s

Om de vaak talrijke metadata van foto’s gestructureerd te bewaren en weer te geven, zijn er in de loop der jaren verschillende metadata-frameworks ontstaan. Het eerste dat echt als standaard doorbrak, was EXIF (EXchangeable Image File format). Vrijwel alle digitale camera’s en smartphones voegen dit automatisch toe, met informatie zoals datum, tijd, gps-coördinaten, cameramerk en diafragma. Om gebruikers ook zelf metadata te laten toevoegen, werd eind vorige eeuw het IPTC-IIM-formaat ontwikkeld (International Press Telecommunications Council - Information Interchange Model), voor gegevens zoals copyright en beschrijvende tags. Hierop volgden nog diverse uitbreidingen.

Begin deze eeuw lanceerde Adobe XMP (eXtensible Metadata Platform), vooral bedoeld voor metadata tijdens fotobewerking. Deze worden ook opgeslagen in het fotobestand zelf of in een apart xmp-bestand (een sidecar genoemd). Alles bij elkaar is dit dus behoorlijk complex, vooral omdat er in één foto metadata van deze drie frameworks tegelijk kunnen voorkomen.

Locatie aanpassen

Sommige apps en diensten verwijderen locatiegegevens automatisch uit foto’s. WhatsApp bijvoorbeeld stript standaard alle metadata. Toch is het veiliger om gevoelige informatie vooraf zelf te wissen. Op een iPhone doe je dat vanuit de Foto’s-app: selecteer de foto, tik op het info-icoon of veeg omhoog. Je ziet een kaart met locatie, en via Pas aan kun je de locatie wijzigen of instellen op Geen locatie. Met Voeg een locatie toe kun je ook zelf gegevens toevoegen. Op Android is dit wat lastiger. Google Foto’s biedt geen optie om locatiegegevens te verwijderen of aan te passen als die al in de EXIF-metadata zitten. Zelf locatiegegevens toevoegen kan wel, maar slechts beperkt. Externe apps bieden dan meer mogelijkheden.

Photo Metadata Remover geeft je de mogelijkheid om een of meerdere foto’s tegelijk te strippen van locatie en andere metadata. Je kiest de bronmap en de doellocatie voor de opgeschoonde bestanden. Wil je metadata wijzigen in plaats van verwijderen, dan gebruik je een gratis app als Photo EXIF Editor - Metadata. Open een fotomap, selecteer een foto en je ziet een reeks EXIF-tags, zoals Geolocation, Captured time, Aperture en Exposure time. Tik op een tag om deze aan te passen. Bij Geolocation krijg je een kaart te zien waarop je een nieuwe locatie aanduidt, die je bevestigt met het vinkje en het diskette-icoontje.

Losse bestanden in XnView

Het is prettiger om de metadata van je foto’s op je pc te bewerken. In beperkte mate kan dat via Verkenner: klik met rechts op een foto, kies Eigenschappen, open het tabblad Details en beweeg je muis over de kolom Waarde om te zien welke items je kunt aanpassen. Voor meer mogelijkheden zijn er gratis externe tools beschikbaar. We denken bijvoorbeeld aan de uitgebreide opdrachtregeltool ExifTool, de flexibele fotobeheerder XnView MP of het Adobe Lightroom-alternatief darktable.Hier focussen we op de handigste functies binnen XnView MP. Start de tool (ook als portable versie beschikbaar) en open een foto via het menu Bestand of de ingebouwde bestandsbrowser. Icoontjes op de miniatuur tonen welke metadata aanwezig zijn (xmp, ipct-iim en exif). Helemaal onderaan vind je het tabblad Info met de metadata op aparte tabbladen. Op het tabblad Kaart bekijk je de locatie. Controleer in het menu Beeld of alle gewenste opties bij Info panelen zijn aangevinkt.

In het menu Metagegevens kies je bij Opschonen welke soorten metadata je wilt verwijderen. Andere opties, die geen verdere toelichting behoeven, zijn GPS-gegevens bewerken en Tijdstempel wijzigen. Met IPTC bewerken en XMP bewerken pas je metadata aan via meerdere tabbladen. Klik hier op Schrijven om je wijzigingen toe te passen. In het Info-paneel zul je merken dat veel aanpassingen tegelijk op zowel ITPC-IIM- als XMP-niveau doorgevoerd worden.

Je kunt metadata verwijderen, maar ook zelf bewerken in XnView MP.

Batch-aanpassingen in XnView

Met XnView MP kun je metadata ook in meerdere foto’s tegelijk aanpassen of verwijderen. Open Hulpmiddelen / Reeks converteren (Ctrl+U) en voeg bestanden of een hele map toe met Bestanden toevoegen of Map toevoegen. Ga daarna naar het tabblad Acties, klik op Actie toevoegen, kies Metagegevens en selecteer een optie als IPTC-IMM/XMP, Metagegevens wissen of XMP. We gaan even uit van deze laatste. Vul de tagvelden die verschijnen naar wens in.

Op het tabblad Uitvoer bepaal je waar de gewijzigde bestanden terechtkomen (dit hoeft zeker niet de bronmap te zijn). Bevestig met Converteren om de aangepaste metadata op te slaan in de geselecteerde foto’s. Je controleert dit via het Info-paneel op het tabblad XMP (onder meer bij het onderdeel dc). Op vergelijkbare manier kun je ook IPTC-IIM-metadata aan meerdere foto’s toevoegen of aanpassen.

Je kunt metadata in één keer ook in meerdere fotobestanden toevoegen.

Metadata in audio

Net als bij foto’s kunnen ook audiobestanden metadata opslaan, in verschillende headers en op uiteenlopende manieren. Het bekendste formaat is ID3 (voornamelijk bij mp3), met informatie als titel, artiest, album, genre en jaar. De latere versie, ID3v2, ondersteunt ook songteksten, albumhoezen en eigen velden. Andere populaire formaten zijn APE en Vorbis Comments, onder meer gebruikt bij FLAC- en OGG-bestanden.

Zoals eerder genoemd zijn er verschillende praktische redenen om metadata in audiobestanden aan te passen of toe te voegen. Twee uitstekende en gratis tools hiervoor zijn TagScanner en Mp3tag. We nemen deze laatste als voorbeeld. Laat je niet afschrikken door de naam: de tool ondersteunt verschillende audio- en metadataformaten, waaronder de drie hierboven genoemde.

De metadata van een mp3-bestand kan onder andere de albumhoes bevatten die getoond wordt als je het bestand afspeelt.

Losse bestanden in Mp3tag

Download en installeer Mp3tag onder Windows (eventueel als portable versie) en start de app. Sleep een audiobestand naar het hoofdvenster en selecteer het. In het linkerdeelvenster zie je de metadata zoals Titel, Artiest, Album en Jaar. In de kolom Tag verneem je het type metadata, bijvoorbeeld Vorbis Comment, ID3v2.4 of APE. Je past de metadata aan door in een tagveld te klikken en de inhoud te wijzigen of aan te vullen. Klik met rechts op het veld met het cd-icoon, kies Cover toevoegen en verwijs naar een geschikte afbeelding. Gebruik Bestand / Tag opslaan (Ctrl+S) om je wijzigingen te bewaren.

Je kunt ook metadata ophalen via online databases. Mp3tag ondersteunt standaard drie bronnen: freedb (of beter: opvolger gnudb, aangezien freedb niet langer operationeel is), Discogs en MusicBrainz. Deze opties vind je in het menu Tagbronnen. Bij het eerste gebruik van Discogs meld je je aan met een gratis account en autoriseer je Mp3tag met een code. Voor MusicBrainz en freedb is dat niet nodig, al vul je voor freedb wel bij voorkeur een (willekeurig) e-mailadres in via Bestand / Opties bij Tagbronnen / Freedb (de overige gegevens kun je ongewijzigd laten). Je kunt nu allerlei metadata, inclusief coverart, opvragen via deze bronnen.

Je kunt metadata handmatig aanpassen, maar ook online bronnen ter hulp roepen.

Batch-aanpassingen in Mp3tag

Soms wil je metadata van meerdere muziekbestanden tegelijk aanpassen of toevoegen, bijvoorbeeld nummers van dezelfde cd. Dat kan ook in Mp3tag: sleep een map met nummers naar het hoofdvenster of open die via Bestand / Map toevoegen. Selecteer de bestanden die je tegelijk wilt aanpassen; met Ctrl+A selecteer je alles. In het linkerdeelvenster verschijnt dan standaard <houden> bij tagvelden die al ingevuld zijn. Laat je <houden> staan, dan wijzigt Mp3tag dat veld niet. Klik je op het pijlknopje, dan kun je <wissen> kiezen om het veld te legen, een bestaande tag selecteren of zelf iets invoeren. Bevestig ook hier met Ctrl+S om je wijzigingen op te slaan.

Je kunt metadata ook automatisch laten invullen op basis van bestandsnamen. Die bevatten soms bruikbare informatie terwijl de metatags zelf leeg zijn. Selecteer de juiste bestanden en kies Converteren / Bestandsnaam - Tag. Pas het veld Formattering aan zodat het overeenkomt met de structuur van je bestandsnamen, bijvoorbeeld %track% - %artist% - %title%. Onderaan zie je de overeenkomende tags. Klik op Voorbeeld en bevestig met OK. Het omgekeerde kan trouwens ook, via Tag - Bestandsnaam.

Stel je metadata samen op basis van de bestandsnamen (of omgekeerd).

Metadata in documenten

Niet alleen mediabestanden bevatten metadata, dit geldt net zo goed voor ‘gewone’ documenten. Deze informatie kan bijvoorbeeld handig zijn bij het ordenen, zoals op auteur of trefwoorden, en bij het archiveren en zoeken. We beperken ons hier tot twee populaire formaten: pdf en docx. Om de metadata van een pdf te bekijken, open je die in een gratis applicatie als Adobe Acrobat Reader. Klik met rechts op het document en kies Document properties (Ctrl+D). Op het tabblad Description kun je tags invullen zoals Title, Author, Subject en Keywords.

Voor docx-bestanden kun je Verkenner gebruiken: klik met rechts op het bestand, kies Eigenschappen en blader op het tabblad Details door de metadata. Je kunt dit uiteraard ook rechtstreeks in Microsoft Word doen: open het document, ga naar Bestand, kies Info en klik op Alle eigenschappen weergeven.

Ook vanuit Verkenner kun je allerlei metadata van (bijvoorbeeld) docx-bestanden bekijken.

Documenten bewerken

Bij docx-bestanden kun je metadata niet alleen bekijken, maar vaak ook aanpassen, zowel via Verkenner als in Word. Beweeg je muiscursor over een veld en verschijnt er een kader, dan kun je de inhoud wijzigen of wissen. Wil je meerdere metadata tegelijk verwijderen, dan kies je beter een andere aanpak. Dit kan via het tabblad

Details in het eigenschappenvenster van het bestand. Klik onderaan op Eigenschappen en persoonlijke gegevens verwijderen. In het dialoogvenster staat standaard ingesteld dat er een kopie wordt gemaakt zonder eigenschappen, maar je kunt ook de optie De volgende eigenschappen uit dit bestand verwijderen kiezen. Vink dan de gewenste metadata aan of klik op Alles selecteren, en bevestig met OK.

Je kunt ook bewerken vanuit Word: ga naar Bestand, kies Info en klik op Controleren op problemen / Document controleren. Laat alle onderdelen aangevinkt en klik op Controleren. Vervolgens kies je Alles verwijderen bij de onderdelen die je uit het document wilt halen. Rond af met Sluiten.

Vanuit Word kun je aangeven welke extra elementen, waaronder metadata, je uit het document wilt verwijderen.

PDF-bestanden bewerken

Voor het gratis bewerken van metadata in een pdf-bestand gebruik je bijvoorbeeld PDF24 Creator. Start de tool na installatie. In de toolbox onderaan zie je onder meer de knoppen Remove PDFMetadata en Edit PDF metadata. Sleep een of meerdere pdf’s naar het venster. Met de eerste knop verwijder je alle metadata in één keer, met de tweede pas je velden aan zoals Title, Author, Subject en Keywords. Je kunt hiermee helaas geen eigen metadata toevoegen.

Dat kan wel met een zeldzame gratis (online-)tool zoals Sejda. Klik op Change metadata (ook Remove all metadata is hier beschikbaar), vul de gewenste velden in of klik op + Add new field, en geef een naam en waarde op. Bevestig met Add Field en Update PDF Metadata, en download de aangepaste pdf. Je kunt deze eigen velden bekijken met Acrobat Reader, via Document properties op het tabblad Custom.

PDF24 bevat een indrukwekkende toolbox voor pdf-bewerkingen, waaronder verwijderen en aanpassen van metadata.

▼ Volgende artikel
Review Philips Hue Bridge Pro: dé bridge voor de toekomst
© Rens Blom
Zekerheid & gemak

Review Philips Hue Bridge Pro: dé bridge voor de toekomst

De Philips Hue Bridge Pro volgt de tien jaar oude Bridge op en doet dat met verve. Het apparaat biedt nieuwe functies en is toekomstbestendig, wat hem boeiend maakt voor bestaande én nieuwe Philips Hue-gebruikers. In deze review leggen we je uit waarom.

Fantastisch
Conclusie

De Philips Hue Bridge Pro is naar onze mening dé bridge om te kopen als je start met Philips Hue. Heb je nu de normale Bridge, dan biedt de Pro-versie zo veel verbeteringen dat wij het (op termijn) upgraden de eenmalige investering waard vinden.

Plus- en minpunten
  • Werkt via wifi en ethernet
  • Veel krachtiger en dus toekomstbestendiger
  • Kan veel meer lampen, accessoires en lampen aansturen
  • Migreren vanaf reguliere Bridge is zo gepiept
  • Eenmalige meerprijs t.o.v. normale Bridge

Als je thuis slimme verlichting van Philips Hue hebt, is de kans groot dat je gebruikmaakt van de witte Hue Bridge. Dit kleine kastje verbindt met je lampen en bijbehorende accessoires en stelt je in staat om de verlichting ook te bedienen als het internet even is uitgevallen. Na een decennium is er nu een Bridge Pro, goed te herkennen aan zijn zwarte ontwerp. De Bridge Pro kost 90 euro, waar de reguliere Bridge (versie 2.1) circa 50 euro kost. Ja, dat is een relatief forse meerprijs, maar als je het systeem tien jaar wilt gebruiken juist weer een kleine extra investering.

©Rens Blom

De oude, witte bridge naast de nieuwe Bridge Pro.

Veel meer lampen

De Bridge Pro biedt belangrijke voordelen ten opzichte van de normale Bridge, zowel voor bestaande als nieuwe gebruikers. Zo kun je hem nog steeds via ethernet gebruiken, maar is dat niet verplicht. Er is namelijk ook - nieuw - wifi-ondersteuning. De voeding is bovendien geen specifieke stroomkabel meer, maar een usb-c-kabel. Die kun je eenvoudiger vervangen.

©Rens Blom

De belangrijkste vernieuwing? Een compleet nieuwe processor, meer werkgeheugen en meer opslagcapaciteit, waardoor de Hue Bridge Pro veel krachtiger is dan zijn voorganger. Dat is geen mooie marketingpraat, maar goed zichtbaar aan het totaal aantal gadgets dat de bridge kan aansturen. Bij de reguliere Bridge zijn dat 50 lampen en 12 accessoires (zoals draadloze afstandsbedieningen), waar de Bridge Pro 150 lampen en 50 accessoires ondersteunt. Heb je een huis (en misschien ook tuin) vol Hue-producten, dan loop je bij de normale Bridge waarschijnlijk (snel) tegen de limieten aan. Bij de Bridge Pro moet je daar echt je best voor doen.

Je kunt met de Bridge Pro ook veel meer scènes (500) opslaan in de Hue-app dan met de normale Bridge (200), wat voor sommigen handig zal zijn. De Bridge Pro biedt ook nieuwe optionele foefjes, zoals je lampen inzetten als bewegingssensoren om je te attenderen bij beweging in bepaalde kamers. Ook is de Bridge Pro standaard geschikt voor Matter, het nieuwe smarthomeprotocol waar veel merken ondersteuning voor bieden.

©Rens Blom

Overzetten is zo gebeurd

Van oude technologie naar nieuwe technologie overstappen kan soms frustrerend zijn, maar dat geldt zeker niet wanneer je de Bridge verruilt voor de Bridge Pro. De stappen in de Philips Hue-app zijn duidelijk en wij waren binnen tien minuten klaar, waarna de app op de achtergrond veertig minuten nodig had voor de echte migratie.

Al onze instellingen zijn behouden, de accessoires en lampen zijn overgezet en de reguliere Bridge mag na tien jaar met pensioen. Begin je pas met Philips Hue, dan stel je de Bridge Pro vanzelfsprekend in als je eerste bridge. Ook dat is een fluitje van een cent.

©Rens Blom

Conclusie: Philips Hue Bridge Pro kopen?

De Philips Hue Bridge Pro is naar onze mening dé bridge om te kopen als je start met Philips Hue. Heb je nu de normale Bridge, dan biedt de Pro-versie zo veel verbeteringen dat wij het (op termijn) upgraden de eenmalige investering waard vinden.