ID.nl logo
Dit moet je weten over laadpassen
© SimonSkafar
Mobiliteit

Dit moet je weten over laadpassen

Het opladen van je elektrische auto is een tikje complexer dan benzine of diesel tanken bij de pomp. Je hebt bijvoorbeeld een laadpas nodig om een laadpaal te kunnen gebruiken, maar soms kan het ook zonder. Hoe het precies zit met die laadpassen, daarover lees je meer in dit artikel.

In dit artikel lees je alles wat je moet weten over laadpassen. We gaan het onder meer hebben over:

  • De verschillende soorten laadpassen die je kunt tegenkomen
  • Wat de kosten van een laadpas zijn
  • Wat je in het buitenland moet doen
  • Waar je laadpassen kunt vergelijken

Download nu GRATIS het EV Duurtest-rapport 2024!

In het EV Duurtest-rapport zijn nieuwe elektrische auto's door verschillende consumenten getest. Alle resultaten vind je terug in dit digitale rapport. Door het invullen van je naam en e-mailadres meld je je aan voor ontvangst van het Kieskeurig EV Duurtest-rapport. Tevens ben je ingeschreven voor de Kieskeurig.nl EV-nieuwsbrief.

Welke laadpas moet je kiezen?

Als je een elektrische auto hebt of wilt aanschaffen, zul je die eerst moeten opladen voordat je lekker kunt toeren. Hoe je dat aanpakt, is aan jou: ga je de auto alleen thuis opladen of ben je van plan dat ook buiten de deur te doen? In dat laatste geval moet je overwegen of een laadpas wellicht een optie is.

Laadpas zonder abonnement

De meeste aanbieders van laadpalen faciliteren een laadpas zonder abonnement. Dat kan een interessante keuze zijn als je niet zo vaak openbare laadpalen wilt gebruiken, bijvoorbeeld minder dan 10 tot 15 keer per maand. Je betaalt dan geen vast maandbedrag voor de laadpas, maar alleen het starttarief wanneer je een laadpaal gebruikt. Het starttarief varieert per aanbieder en locatie, maar ligt meestal tussen de 0,10 en 0,50 euro.

Als je niet van plan bent om geregeld openbare laadpalen te gebruiken, ben je goedkoper uit met een laadpas zonder abonnement. Er zijn immers maandelijkse kosten verbonden aan een laadpas mét abonnement. Controleer voordat je gaat laden wat de exacte kosten zijn, zodat je niet voor verrassingen komt te staan.

©1112000

Laadpas met abonnement

Gebruik je regelmatig of zelfs vaak openbare laadpalen, dan is het aan te raden om een laadpas met abonnement te nemen. Er zijn veel aanbieders waar je terechtkunt en de voorwaarden variëren afhankelijk van je keuze. Onderzoek welke aanbieder en welk abonnement het best bij jouw situatie aansluiten om de juiste oplossing te vinden. De laadtarieven kunnen onderling behoorlijk verschillen. Een laadpas met abonnement zal in veel gevallen voordeliger zijn dan een pas zonder abonnement. Hoewel je een bepaald maandtarief moet betalen voor het abonnement, is er geen starttarief en ligt het laadtarief soms ook lager.

Regionale laadpas

Er zijn ook speciale laadpassen verkrijgbaar voor bepaalde regio's of streken. Dat kan een aantrekkelijk alternatief zijn als je voornamelijk je elektrische auto oplaadt in de betreffende omgeving. Voorbeelden hiervan zijn AgriSnellaad, een aanbieder van laadpalen in Zuidwest-Nederland, of de Zuid-Holland laadpas van 50five. Met zulke laadpassen kun je extra voordelig je auto opladen.

©tampatra

Opladen zonder laadpas

Het is bij sommige laadpalen ook mogelijk om je auto op te laden zonder laadpas. Er zijn een paar manieren om dat te doen, namelijk:

  • Betalen met je bankpas, creditcard of smartphone: Sommige aanbieders bieden de mogelijkheid om met je bankpas, creditcard of smartphone (contactloos) te betalen. Dat is handig als je bijvoorbeeld een keer je laadpas bent vergeten of op een of andere manier niet met je eigen laadpas kunt betalen.

  • Betalen met een app: Veel aanbieders van laadpalen hebben een eigen app, waarmee je in sommige gevallen ook kunt betalen. Je moet dan doorgaans wel een bijbehorende laadpas hebben om de auto te kunnen opladen.

  • Betalen via Plug & Charge: Bij sommige aanbieders kun je je auto opladen via Plug & Charge. Hierbij kun je de auto direct aansluiten op de laadpaal en verloopt de betaling via een bankpas of creditcard die aan de auto is gekoppeld. Zodra je klaar bent met laden, kun je je weg vervolgen en wordt de betaling automatisch afgehandeld.

Ontdek jouw ideale elektrische auto

Vergelijk en vind de beste deals op Kieskeurig.nl!

Laadpas voor het buitenland

Kom je regelmatig met je elektrische auto in het buitenland of ben je van plan binnen Europa op vakantie te gaan, dan kan het lonen om een laadpas te kiezen die ook in andere landen werkt. Er zijn genoeg aanbieders van laadpassen waarbij deze mogelijkheid is inbegrepen, maar het is zeker niet standaard.

Het is bovendien aan te raden om meerdere laadpassen mee te nemen naar het buitenland, zodat de kans dat je niet kunt opladen zo klein mogelijk is. Natuurlijk kun je ook gebruikmaken van bovenstaande tips om je auto zonder laadpas op te laden, maar een laadpas is vrijwel altijd de snelste en handigste optie. Houd er daarnaast rekening mee dat je een laadpas voor het buitenland soms speciaal moet activeren voor dergelijk gebruik, en vergeet niet op de tarieven te letten!

©Evgeniy & Karina Gerasimovi

Wat kost een laadpas?

De kosten van een laadpas variëren per aanbieder. Neem je een laadpas met abonnement, dan betaal je meestal tussen de 3 en 7 euro per maand. De meeste abonnementen zijn maandelijks opzegbaar, wat fijn is als je bijvoorbeeld ontevreden bent met de service.

De laadkosten verschillen eveneens per aanbieder, maar ook per locatie en het soort laden dat je doet. Een reguliere openbare laadpaal is bijvoorbeeld voordeliger dan een snellader. Afhankelijk van de situatie liggen de laadkosten tussen de 0,25 en 1 euro per kWh. Daarnaast kun je te maken krijgen met aanschaf-, opstart- en/of verzendkosten bij het nemen van een laadpas. Laad je zonder abonnement, dan betaal je dus een starttarief van tussen de 0,05 en 0,35 euro.

Laadpassen vergelijken

Er zijn vandaag de dag heel veel verschillende laadpassen verkrijgbaar. Als je een laadpas wilt kiezen, is het fijn om een duidelijk overzicht te hebben van de mogelijkheden. Zo weet je waar je aan toe bent en welke laadpas aan jouw wensen en eisen voldoet. Het online platform Laadpastop10.nl is een organisatie die zich inzet voor het inzichtelijk maken van de mogelijkheden. Hier kun je onder meer zien met welke laadpassen je in het binnen- en buitenland kunt opladen, bij welke aanbieders van laadpalen je terechtkunt, wat de gemiddelde laadkosten zijn en nog veel meer.

▼ Volgende artikel
Review Amazon Kindle Paperwhite (2024) – Geen echt grote stap vooruit, maar toch de moeite waard
© Wesley Akkerman
Huis

Review Amazon Kindle Paperwhite (2024) – Geen echt grote stap vooruit, maar toch de moeite waard

Op papier (!) voegt de Amazon Kindle Paperwhite niet ontzettend veel toe. Maar de aanpassingen kunnen wel waardevol zijn voor iedereen die al jaren een (verouderde) Kindle-versie heeft. Wat brengt de 2024-variant?

Uitstekend
Conclusie

Hoewel we enthousiast zijn over de Amazon Kindle Paperwhite (2024) en de aanpassingen zeker de moeite waard vinden, betekent dat niet dat we iedereen aanraden om over te stappen vanaf het 2021-model – want daarvoor zijn de stappen te klein. Maar heb je een veel ouder model, dan kun je dat met een gerust hart wél doen. De basis is vertrouwd gebleven, en ondanks een paar kleine minpunten is dit zeker geen miskoop.

Plus- en minpunten
  • Sneller
  • Hoger contrast
  • Groter scherm
  • Geen echte grote stap vooruit
  • Bekende minpunten

We vallen meteen met de deur in huis. Mocht je de 2021-versie van de Amazon Kindle Paperwhite gekocht hebben, dan zal de stap naar de 2024-variant te klein zijn om opnieuw 180 euro uit te geven aan een (eerlijk is eerlijk: voortreffelijke) e-reader. Maar als jouw Kindle uit 2018 of eerder komt, dan is het wél tijd om de overstap te maken. De Amazon Kindle van de twaalfde generatie heeft namelijk twee belangrijke en waardevolle aanpassingen.

Ten eerste is het systeem nu tot 25 procent sneller. Amazon geeft weinig informatie vrij over de processor en andere specificaties; maar als je een oude en nieuwe Kindle naast elkaar houdt, merk je dat verschil. Het menu reageert vlotter op je aanrakingen, waardoor je minder lang hoeft te wachten. Dit is met name merkbaar wanneer je iets moet intypen, als je een boek zoekt bijvoorbeeld.

Daarnaast is het scherm ten opzichte van de 2021-editie is het scherm met een inch gegroeid. Er past nu net wat meer op het scherm: wat ons betreft betekent dat vooral meer leesplezier. Dat hij daardoor een paar gram zwaarder en wat groter is dan de voorgaande Paperwhite mag eigenlijk geen naam hebben. Met een gewicht van 211 gram en een scherm van 7 inch blijft de 2024-variant namelijk nog steeds een e-reader die niet zwaar of ontzettend groot is. Het is nog steeds een compact apparaat dat je vrijwel overal mee naartoe kunt nemen.

©Wesley Akkerman

Kleine frustratie

Het apparaat ligt lekker in de hand, maar is tevens ontzettend glad waardoor we een hoesje eigenlijk verplicht vinden. Zo voorkom je dat je de e-reader stevig vast wilt houden, waardoor je mogelijk met je duim op het e-inkt-scherm tikt.

Tikken op het scherm betekent dat je van pagina wisselt in een boek of comic. Dat wil je natuurlijk niet per ongeluk doen, want dat kan je een beetje uit het lezen halen. Het is geen groot probleem, maar wel een kleine smet op de ervaring. Verder hebben we weinig aan te merken op het ontwerp. Onderop zit de knop waarmee je hem uit de slaapstand haalt. Ook zit hier de usb-c-poort waarmee je hem oplaadt. De accu kan het tot drie maanden uithouden.

©Wesley Akkerman

(Bijna) hetzelfde, verbeterd

Net als bij andere Kindle-modellen kun je de kwaliteit van het scherm aanpassen op je eigen zicht. Zo heb je verschillende niveaus van helderheid, die er zowel in de avond als overdag prima uitzien. Daarnaast ben je in staat de warmte van het scherm te veranderen. Dan maak je de digitale pagina's in feite meer geel dan wit, maar dat vinden we geen groot probleem. Na een seconde is je zicht daaraan gewend en lees je de woorden prettig van het schermpje. Ook de contrastverhouding is nu hoger. Dat zie je voornamelijk wanneer je comics of graphic novels leest. Een verbetering waarvan we zeggen: meer dan welkom. Maar...

©Wesley Akkerman

Oude(re) Kindle vervangen of niet?

...Ondanks de verbeteringen wat betreft snelheid, schermgrootte en de hierboven beschreven contrastverhouding is de sprong tussen de variant uit 2021 en deze uit 2024 ook weer niet zó groot dat we meteen roepen dat je er nu een moet bestellen. Ja, de ervaring is beter – maar ook weer niet zó veel beter.

Daarnaast is het jammer dat Amazon de Amazon Kindle Paperwhite voorziet van slechts 16 GB aan opslagruimte. Nu zal dat voor je verzameling oude en nieuwe boeken en novels meer dan voldoende zijn, maar fans van audioboeken kunnen beter naar een model kijken met iets meer ruimte. De Paperwhite Signature Edition heeft bijvoorbeeld 32 GB aan opslagruimte, maar kost met 199 euro ook meteen twee tientjes meer.

©Wesley Akkerman

Een Kindle zoals verwacht

Het zal niemand verrassen dat de Amazon Kindle Paperwhite presteert zoals verwacht. Zoals altijd kun je heel fijn je boeken lezen op dit apparaat, zonder vermoeide ogen. De interface is toegankelijk en boeken aanschaffen is zo gepiept. Dat kan direct op de e-reader, met een Amazon-account, of via de website. Dan worden ze naar de e-reader gestuurd. Gekochte boeken worden verder netjes gepresenteerd op het thuisscherm van het apparaat. Zoals altijd is het ook mogelijk gratis epubs met een omweg naar het product te sturen.

Het apparaat biedt een aantal opties voor het aanpassen van de tekstgrootte en het lettertype, maar voelt tegelijkertijd ook een beetje beperkt. We zien graag meer opties in het menu staan. Daarnaast is het jammer dat de nieuwe Paperwhite geen koptelefoonaansluiting heeft en dat je voor luisterboeken bent aangewezen op bluetooth – zeggen we in het kader van veelzijdigheid.

©Wesley Akkerman

Amazon Kindle Paperwhite kopen?

Hoewel we enthousiast zijn over de Amazon Kindle Paperwhite (2024) en de aanpassingen zeker de moeite waard vinden, betekent dat niet dat we iedereen met een 2021-model aanraden om over te stappen – want daarvoor zijn de stappen te klein. Maar heb je een veel ouder model, dan kun je dat met een gerust hart wél doen. De basis is vertrouwd gebleven, en ondanks een paar kleine minpunten is dit zeker geen miskoop.

▼ Volgende artikel
Vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie: welk model vriezer moet ik kiezen?
© Hedgehog94
Huis

Vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie: welk model vriezer moet ik kiezen?

Of het nu gaat om pizza's, ijs of zelf ingevroren maaltijden: een goede vriezer is onmisbaar. Maar kies je voor een vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie? In dit artikel zetten we de verschillen op een rij, zodat jij de beste keuze kunt maken.

⏱ Dit artikel in het kort:

Een nieuwe vriezer kopen? Bedenk dan goed waar je het meeste aan hebt: een vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie. Een vrieskast is een staande vriezer met overzichtelijke lades, die er van buiten uitziet als een koelkast. Een vrieskist is een liggende vriezer met veel opbergruimte (tot wel 600 liter). Een koelvriescombinatie combineert een koelkast en vriezer in één apparaat en heeft vaak een relatief klein vriesgedeelte.

Lees ook: Hier moet je op letten bij de aanschaf van een nieuwe vriezer

Voordat je je zoektocht naar het juiste model vriezer start, is het belangrijk om te bepalen hoeveel vriesruimte je nodig hebt. Het zou zonde zijn als je een duur apparaat in de keuken of schuur hebt staan dat uiteindelijk te weinig opbergruimte blijkt te hebben, of juist een apparaat dat altijd maar tot de helft gevuld is en daardoor onnodig veel energie verbruikt. Of je nu een vrieskast, vrieskist of koelvriescombinatie kiest: voor alle modellen geldt dat je zo'n 50 liter vriesruimte per persoon rekent. Bestaat jouw huishouden uit vier mensen, dan heb je dus een vriezer met een inhoud van minstens 200 liter nodig. Met z'n tweeën heb je vaak genoeg aan 100 tot 150 liter.

Vrieskast

Een vrieskast lijkt door zijn verticale model veel op een koelkast, met als verschil dat de gehele kast bedoeld is om te vriezen. De binnenkant van een vrieskast bestaat dan ook uitsluitend uit lades. Het fijne daaraan is dat een vrieskast erg overzichtelijk is: als je ervoor staat, zie je in één oogopslag welke producten waar liggen. Dat is anders bij een vrieskist, waarin diepvriesproducten op elkaar gestapeld liggen in één groot vriesvak. Ook kun je in een vrieskast over het algemeen erg veel producten kwijt, in tegenstelling tot bijvoorbeeld het compacte vriesgedeelte van een koelvriescombinatie. Vrieskasten zijn er ook in tafelmodellen, die ideaal zijn voor kleinere keukens of huishoudens. Een tafelmodel plaats je bijvoorbeeld onder het keukenblad, waardoor hij geen extra ruimte in je keuken inneemt.

©carballo

Vrieskist

Iets minder populair dan de vrieskast en koelvriescombinatie is de vrieskist: een liggende vriezer met een deksel bovenop. Het voordeel van dit type vriezer is ook meteen een nadeel: een vrieskist is erg groot, waardoor hij niet in de gemiddelde keuken past. Vrieskisten scoren ook op esthetisch gebied wat minder hoog, waardoor de meeste mensen dit apparaat sowieso niet snel in de keuken zouden plaatsen. Toch kunnen vrieskisten juist vanwege hun grote formaat ontzettend handig zijn. Bijvoorbeeld als je vaak in bulk koopt, hobbykok bent, een moestuin hebt of in de zomer veel ijsjes of ijsblokjes wilt bewaren. Sommige vrieskisten hebben zelfs een netto inhoud van 600 liter! Als je ruimte overhebt in je schuur of garage en vaak voedsel invriest, is een vrieskist dus zeker het overwegen waard. Vrieskisten zijn daarnaast relatief goedkoop én energiezuinig, omdat de kou na het openen van het deksel direct weer terug in de kist 'valt'. Het apparaat hoeft na openen dus niet extra hard te werken om de vriesruimte weer op de juiste temperatuur te krijgen.

Lees ook: Een vrieskast in de schuur of garage? Een koud kunstje!

©Vinícius Bacarin

Coole tip: invriezen in diepvriesbakjes

Dan kun je lekker stapelen!

Koelvriescombinatie

Veruit de meeste huishoudens hebben een koelvriescombinatie: een koelkast en vriezer ineen. De vriezer bevindt zich meestal boven of onder het koelgedeelte. Zo'n koelvriescombinatie is natuurlijk hartstikke handig, want het bespaart een hoop ruimte in de keuken. Ook is een koelvriescombinatie over het algemeen goedkoper dan een losse koelkast en vriezer. En omdat er maar één compressor hoeft te draaien, is een koelvriescombinatie vaak ook energiezuiniger dan twee losse apparaten bij elkaar. Maar zo'n twee-in-één-apparaat heeft ook een nadeel: je kunt er veel minder diepvriesproducten in kwijt dan in een losse vrieskast of -kist. Vaak beslaat de koelruimte het grootste gedeelte van het apparaat, en blijven er drie tot vijf lades over voor het vriezen. Voor een gemiddeld gezin dat af en toe wat invriest is dat meestal wel voldoende. Heb je meer vriesruimte nodig, bijvoorbeeld omdat je vaak aanbiedingen koopt of aan mealpreppen doet? Dan heb je aan een koelvriescombinatie mogelijk niet genoeg en is een vrieskast of -kist voor jou een beter idee.

©Indofootage

Extra functies

Als je eenmaal besloten hebt voor welk type vriezer je gaat, zou je ook nog kunnen kijken welke functies je wilt dat het apparaat heeft. Veel moderne vrieskasten, -kisten en koelvriescombinaties beschikken over allerlei slimme functies die helpen om voedsel langer vers te houden en het apparaat efficiënt te laten werken. Zo hoef je met No Frost nooit meer te ontdooien, is de snelvriesfunctie handig voor het snel invriezen van nieuwe boodschappen en voorkomt een deuralarm dat warme lucht de vriezer binnendringt. Bij vrieskisten is binnenverlichting extra belangrijk, zodat je niet eindeloos hoeft te graaien als je een product zoekt. Let ook op het energielabel van je nieuwe vriezer, want vriezers vreten behoorlijk wat stroom. Wil je een zo zuinig mogelijk apparaat, ga dan voor een vriezer met energielabel C of hoger (tot A). Je kunt ook het energieverbruik in kWh/jaar gebruiken om apparaten te vergelijken; dit geeft het absolute verbruik van een vriezer aan.