ID.nl logo
Bidirectioneel laden: je elektrische auto als stroombron voor thuis
© Coolblue
Mobiliteit

Bidirectioneel laden: je elektrische auto als stroombron voor thuis

Je autobatterij gebruiken om tv te kijken, wasjes te draaien en het huis te verlichten: klinkt als sciencefiction, is het (binnenkort*) niet meer. Steeds meer laadpalen en elektrische voertuigen worden uitgerust met deze slimme technologie. Heb je zonnepanelen op het dak liggen? Dan is bidirectioneel laden nog eens extra aantrekkelijk.

Partnerbijdrage - In samenwerking met Coolblue Energie

Nederlanders leven door klimaatverandering steeds milieubewuster. Daardoor groeit ook de populariteit van duurzame alternatieven, zoals zonnepanelen, warmtepompen en elektrische auto’s. De overheid stimuleert duurzaam gedrag alleen maar; zo wil het kabinet dat in 2035 alleen nog elektrische auto’s worden verkocht. Al die auto’s moeten straks wel worden opgeladen, en vaak kiezen we hiervoor ook nog hetzelfde moment, namelijk in de avond. Een grote uitdaging voor het stroomnetwerk dat nú al overbelast is.

De komst van bidirectioneel laden is om die reden goed nieuws. Bidirectioneel laden wordt ook wel V2X genoemd, wat staat voor 'Vehicle to Everything'. De naam zegt het al: met deze vorm van slim laden levert je elektrische auto stroom voor allerlei doeleinden. Zo kun je je auto gebruiken als ‘oplader op wielen’ voor grotere elektronische apparaten, zoals je elektrische fiets. Interessanter nog is dat je voertuig dankzij bidirectioneel laden een goedkope stroombron wordt voor in huis. Elektriciteit die de auto opslaat tijdens daluren, kan tijdens piekuren worden ingezet om huishoudelijke apparaten mee aan te drijven. Dat gaat je aardig wat geld schelen.

Hoe werkt bidirectioneel laden?

Normaal gesproken loopt stroom alleen van het elektriciteitsnetwerk naar je elektrische auto. Het stroomnet in je huis (en van de laadpalen op straat) levert wisselspanning, dat door de lader in de auto wordt omgezet in gelijkspanning. Daar werken alle accu's mee. Bij bidirectioneel laden gaat stroom ook de andere kant op: van het voertuig naar het elektriciteitsnet in huis. Daarvoor moet gelijkspanning weer worden omgezet naar wisselspanning, waar het stroomnet van je huis weer wat mee kan.

Voor bidirectioneel laden is dus een speciale laadpaal nodig, eentje die in staat is om stroom beide kanten op te laten lopen. De laadpaal moet dus kunnen communiceren met het stroomnet, bijvoorbeeld of er wel geleverd kán worden en wanneer er moet worden afgeschakeld om problemen te voorkomen. Op dit moment zijn die laders er nog nauwelijks, maar veel fabrikanten werken er hard aan. Zo beschikt de BlueBuilt-laadpaal van Coolblue Energie al over de benodigde hardware voor bidirectioneel laden; alleen de software ontbreekt nog. Overigens moet niet alleen de lader zijn uitgerust met V2X-technologie, ook het voertuig moet bidirectioneel laden ondersteunen. Tot nu toe is slechts een beperkt aantal modellen daartoe in staat. Naar verwachting gaat dat wel snel veranderen.

©Coolblue Energie

Drie vormen van bidirectioneel laden

Bidirectioneel laden kan op drie manieren worden toegepast. Deze vormen heten ook wel V2L (Vehicle to Load), V2H (Vehicle to Home) en V2G (Vehicle to Grid). De laatste twee worden overigens vaak door elkaar gebruikt, maar men bedoelt er vaak hetzelfde mee.

Vehicle to Load maakt het mogelijk om elektrische apparaten op te laden met de stroom van je auto. Denk hierbij aan alle apparaten waarvoor je normaal gesproken een stopcontact nodig hebt. Dat kunnen kleine verbruikers zijn, zoals elektrische fietsen, laptops en koelboxen. Maar ook grotere verbruikers, zoals espressomachines en waterkokers kunnen vaak prima. Handig als je op vakantie bent! Voor deze manier van opladen is vaak een speciale adapter nodig. Sommige elektrische modellen, onder meer van de merken Hyundai, Kia en Volvo, beschikken al over deze functie.

Met Vehicle To Home gebruik je de stroom uit je elektrische auto om het huis van energie te voorzien. Hiervoor laad je je auto op in de daluren, waarin energie het goedkoopst is. Tijdens de dure avonduren profiteer je hier vervolgens weer van. Combineer je V2H met zonnepanelen, dan ben je helemaal voordelig uit. Je hoeft dan immers minder energie af te nemen bij je energieleverancier. En omdat er via deze weg minder uit schadelijke energiebronnen wordt geput, help je ook het milieu een handje.

Bij Vehicle To Grid levert de auto stroom aan het elektriciteitsnetwerk: ideaal wanneer het stroomnetwerk overbelast is. Tijdens zulke piekmomenten, bijvoorbeeld 's avonds, verkoop je overtollige elektriciteit uit de batterij van je auto aan het net. Helaas is dat een erg ingewikkeld proces wat in de nabije toekomst waarschijnlijk nog niet mogelijk is. Andersom werkt het al wel: als het stroomnet met een energieoverschot te maken heeft, bijvoorbeeld omdat er door harde wind veel windenergie wordt opgewekt, kun je voor weinig geld je auto opladen.

©Southworks

Gevolgen voor de batterij

Nu vraag je je misschien af: is bidirectioneel laden wel zo goed voor de accu van mijn elektrische auto? Dat is nog niet helemaal duidelijk, maar de eerste bevindingen lijken positief. Hoewel de accu door de extra laadbeurten vaker wordt aangesproken, zouden slimme laadmethoden de batterij dankzij het meergebruik juist in betere conditie houden. In veel landen wordt hier inmiddels onderzoek naar gedaan.

Vraag een offerte aan

Nieuwsgierig geworden naar bidirectioneel laden? Dan moet je helaas nog even geduld hebben. Omdat bidirectioneel laden wettelijk nog niet is toegestaan, ontbreekt tot dusver de juiste software voor deze manier van laden. Wel kun je bij sommige fabrikanten van slimme laadpalen vast een offerte aanvragen, bijvoorbeeld bij Coolblue Energie. Op deze pagina lees je meer over bidirectioneel laden.

*De overheid speelt een belangrijke rol in het besluit om bidirectioneel laden in de toekomst toe te staan. Wanneer hier een besluit over gaat komen, is nog niet bekend.

▼ Volgende artikel
Hardware wallets: de veiligste manier om je crypto te bewaren
© Lukasz Stefanski
Huis

Hardware wallets: de veiligste manier om je crypto te bewaren

Bitcoin heeft deze week opnieuw zijn hoogste koers ooit bereikt. De verleiding is groot om mee te doen, zeker als je bekenden hoort over hun winst. Maar wie nu overweegt om in crypto te stappen, moet ook stilstaan bij de risico's én de beveiliging van zijn investering. Want hoe zorg je dat je je digitale munten veilig bewaart? Veel ervaren beleggers kiezen voor een hardware wallet: een klein apparaatje dat je crypto offline beschermt tegen hackers en fouten. In dit artikel lees je hoe het werkt, wat de voor- en nadelen zijn, en hoe je veilig begint.

Partnerbijdrage - in samenwerking met Bitcoinmagazine.nl

Wat is een hardware wallet?

Een hardware wallet is een fysiek apparaatje (vaak een soort USB-stick) dat je private keys offline bewaart. Die private keys zijn nodig om toegang te krijgen tot je cryptomunten. In tegenstelling tot een software wallet op je computer of telefoon, is een hardware wallet niet constant verbonden met het internet. Daardoor is je crypto beter beschermd tegen hackers en malware.

Bekende merken zijn Ledger en Trezor. Bij transacties sluit je de wallet kort aan op je computer of telefoon. De transactie wordt daar voorbereid, maar pas op de hardware wallet zelf goedgekeurd. Je private key verlaat het apparaat nooit.

Waarom is dit veiliger dan een software wallet?

• Offline opslag: hackers kunnen niet zomaar bij je sleutels, omdat die fysiek op het apparaat staan.
• Geen afhankelijkheid van apps of browsers
: een phishing-link of malware op je pc krijgt geen toegang tot je wallet.
• Bevestiging op apparaat zelf
: elke transactie moet je fysiek goedkeuren op het apparaat, bijvoorbeeld via een knop of touchscreen.

Let op: veilig gebruik vereist wel discipline. Wie zijn pincode of herstelzin (seed phrase) kwijtraakt, kan zijn crypto definitief verliezen. Schrijf deze dus op en bewaar hem veilig, bijvoorbeeld in een kluis.

©rawcaptured

Wanneer kies je voor een hardware wallet?

Een hardware wallet is vooral slim als:

• je voor langere tijd crypto wilt bewaren (hodlen);
• je meer dan een paar honderd euro aan crypto bezit;
• je waarde hecht aan maximale controle en veiligheid.

Voor wie af en toe wat koopt en verkoopt via een app als Bitvavo of Binance is een software wallet of custodial wallet voldoende. Maar als je serieus bezig bent met investeren in crypto, is een hardware wallet een logische stap.

Zijn er ook nadelen?

Zeker. Een paar punten om rekening mee te houden:

• Je moet het apparaat kopen: reken op 50 tot 200 euro.
• Je moet de seed phrase handmatig opslaan en beveiligen.
• Een hardware wallet is minder snel toegankelijk dan een mobiele app.
• Als je hem kwijtraakt zonder back-up, ben je alles kwijt.

Tips voor veilig gebruik
  • Koop je wallet alleen bij de fabrikant of een erkende dealer (i.v.m. risico op gemanipuleerde apparaten).
  • Stel altijd een pincode in.
  • Schrijf je herstelzin op, liefst op papier (geen foto of notitie in je telefoon).
  • Deel je seed phrase met niemand.
  • Overweeg een tweede wallet als back-up.

En hoe zit het met regulering?

Cryptovaluta blijven risicovol. De Autoriteit Financiële Markten (AFM) adviseert particuliere beleggers om zich goed in te lezen voordat ze beginnen met beleggen in crypto. Op hun website vind je een praktische checklist waarmee je snel kunt zien of beleggen — in crypto of andere producten — iets voor jou is.

Ook handig: voor wie meer wil weten over actuele trends in crypto en blockchain, biedt Bitcoinmagazine.nl dagelijks nieuws, koersinformatie en uitleg. Dit soort bronnen helpen je op de hoogte te blijven zonder dat je blind ergens instapt.

Tot slot: hoe houd je overzicht?

Een hardware wallet gebruik je vaak in combinatie met desktopsoftware of een app. Daarmee kun je transacties voorbereiden, je saldo bekijken en notificaties instellen. Voor mobiel gebruik blijft een bankapp natuurlijk onmisbaar. Denk aan betalen, alerts en koppeling met je beleggingsrekening. De Consumentenbond heeft een overzicht gemaakt van wat je veilig mag verwachten van mobiel bankieren.

Een slimme strategie? Gebruik een hardware wallet voor opslag, je mobiel voor notificaties, en je desktop voor analyse. Zo heb je snelheid, overzicht én veiligheid in één.

▼ Volgende artikel
Zo stel je jouw ideale keuken samen
© Andy Dean Photography
Huis

Zo stel je jouw ideale keuken samen

Natuurlijk is het belangrijk hoe een keuken eruitziet, maar het draait vooral om hoe je hem gebruikt. Een goede keuken sluit aan op jouw manier van koken en leven, met een logische indeling en keuzes die het dagelijks gebruik makkelijker maken. In dit artikel laten we zien hoe je stap voor stap tot een ontwerp komt dat echt bij je past – van de eerste schetsen tot het kiezen van werkbladen, apparatuur en grepen.

Zelf je keuken samenstellen? Dit is belangrijk:
  • Beschikbare ruimte
  • Je keukengewoontes
  • Werkhoogte
  • Opbergruimte
  • Materialen
  • Stijl
  • Apparatuur

Begin bij de ruimte en je gewoontes

Voordat je nadenkt over frontjes en kleuren voor je nieuwe keuken, kijk je naar de ruimte die je hebt. Is het een dichte keuken of is hij open en loopt hij naadloos door in je woonkamer? Hoeveel wandlengte is beschikbaar? Waar zitten de ramen, deuren en aansluitpunten? Het helpt om de plattegrond van je keuken op schaal te tekenen. Nog beter: gebruik een digitale tool waarmee je je ontwerp meteen in 3D ziet (zie kader verderop).

Daarna kijk je naar je eigen kookgedrag. Sta je vaak uitgebreid te koken of wil je vooral snel en makkelijk eten kunnen maken? Heb je veel spullen die opgeborgen moeten worden of houd je het graag minimalistisch? De antwoorden op die vragen bepalen welke indeling het best werkt: een rechte wandopstelling, een hoek, een U-vorm of juist een kookeiland.

Let bij het indelen op de zogeheten werkdriehoek. Daarmee bedoelen we de afstand tussen kookplaat, spoelbak en koelkast. Die drie punten vormen samen het hart van je keuken. Hoe dichter deze drie bij elkaar liggen, hoe makkelijker en sneller je werkt. Je hoeft minder heen en weer te lopen en hebt alles onder handbereik.

De ideale werkhoogte

De ideale hoogte van een aanrecht hangt af van je lichaamslengte. Werk je te laag, dan moet je steeds voorover buigen. Werk je te hoog, dan gaan je schouders omhoog. Beide zijn vermoeiend. Daarom loont het om bij het samenstellen van je keuken stil te staan bij de juiste werkhoogte. Een handig uitgangspunt: als je rechtop staat met je armen gebogen in een hoek van 90 graden, dan ligt het werkblad ongeveer 10 tot 15 cm onder je ellebogen. Hieronder zie je een indicatie op basis van je lengte.

LichaamslengteAanbevolen werkbladhoogte
Tot 1,70 meter85 tot 90 cm
1,70 tot 1,90 meter90 tot 95 cm
Langer dan 1,90 meter95 tot 100 cm

Let op: dit zijn richtlijnen. De beste hoogte bepaal je uiteindelijk door zelf even te testen wat prettig voelt – bijvoorbeeld op een instelbaar werkblad of in een showroom met verschillende hoogtes.

Hoeveel opbergruimte heb je nodig?

Gebruik je vaak pannen of bakvormen, dan heb je meer aan een paar brede lades dan aan een kast met planken. Je ziet in één oogopslag wat waar ligt, en je hoeft niet op je knieën om achter in het kastje iets te zoeken. Dat werkt net wat makkelijker – zeker als je dagelijks kookt. Zorg ook dat je je spullen straks logisch kunt verdelen. Het is handig om keukengerei bij de kookplaat op te bergen, schoonmaakspullen onder de spoelbak, en om je voorraad in een hoge kast of ladeblok te bewaren.

Nog iets om bij je ontwerp rekening mee te houden: laat voldoende ruimte over om kastdeuren te openen zonder dat ze elkaar raken. Ook is het prettig om rond het fornuis en de spoelbak minstens 90 centimeter loopruimte te hebben.

©Phurichai

Materialen en stijl: meer dan alleen smaak

Frontjes bepalen in grote mate de uitstraling van je keuken, maar het materiaal zegt ook iets over onderhoud en levensduur. Een gelakte keuken ziet er strak uit, maar is gevoeliger voor krassen en vingerafdrukken. Hout voelt warm aan, maar vraagt meer onderhoud. Kunststof of melamine is onderhoudsvriendelijk en budgetvriendelijk, maar minder duurzaam op de lange termijn.

Voor het werkblad is het goed om verder te kijken dan alleen uiterlijk. Composiet is sterk en makkelijk schoon te houden. Keramiek kan tegen hitte, maar is gevoelig voor harde klappen. Marmer en graniet hebben een unieke uitstraling, maar vereisen regelmatig onderhoud. Houd bij je keuze rekening met hoe je de keuken gebruikt en hoeveel tijd je aan schoonmaak en onderhoud wilt besteden.

Ook de grepen spelen een rol. Een greeploze keuken oogt strak, maar kan onpraktisch zijn als je snel iets wilt pakken. Met zichtbare grepen maak je het jezelf makkelijker – en kies je meteen een detail dat stijl en karakter toevoegt.

©Анастасия Купавц

Apparaten kiezen die bij je passen

Een keuken zonder apparatuur bestaat niet, maar de vraag is welke apparaten je nodig hebt – en hoe je ze slim plaatst. Veel mensen kiezen tegenwoordig voor een inductiekookplaat. Die werkt snel, is energiezuinig en makkelijk schoon te maken. Let wel op de aansluiting: sommige modellen werken op een gewoon stopcontact, maar krachtigere platen hebben een aparte 3-fasengroep nodig in de meterkast.

Belangrijker dan het type is de vraag hoeveel kookzones je nodig hebt. Kook je vaak met meerdere pannen tegelijk? Dan is een brede plaat met vijf of zelfs zes zones handig. Sta je meestal alleen eenpansgerechten te maken, dan volstaat een compactere uitvoering.

Bedenk of je een losse oven wilt, een combi-oven of een stoomoven. Denk na over het formaat en de plaatsing van je koelkast: vrijstaand of inbouw, met vriesvak of zonder. En vergeet de afzuiging niet. In een open keuken werkt een plafondunit of geïntegreerde afzuiging in het kookplaatblad vaak beter dan een klassieke afzuigkap aan de muur.

Bij de plaatsing geldt: apparaten die je vaak gebruikt, moeten makkelijk bereikbaar zijn. Een oven op ooghoogte voorkomt bukken. De vaatwasser naast de spoelbak scheelt heen en weer lopen. Kies je voor een Quooker of een losse kokendwaterkraan? Denk dan ook aan de benodigde ruimte voor het reservoir.

In beeld: ontwerp je keuken met een 3D-planner

Wil je al je ideeën meteen tot leven brengen? Gebruik dan een 3D-keukenplanner, zoals die van Bemmel & Kroon. Je tekent je eigen ruimte in, plaatst ramen en deuren en sleept vervolgens keukenelementen op hun plek. Frontjes, kleuren, apparaten en opstellingen kun je eindeloos combineren. Zo krijg je direct een realistisch beeld van je toekomstige keuken. Het fijne: je hoeft niet meteen naar de winkel, maar kunt thuis op je gemak proberen, aanpassen en verfijnen.

Van ontwerp naar uitvoering

Ben je tevreden met je ontwerp? Neem dan de tijd om alles nog één keer kritisch door te lopen. Kloppen de looproutes? Heb je voldoende werkruimte tussen kookplaat en spoelbak? Zit de oven op een prettige hoogte? Zijn alle opbergruimtes logisch ingedeeld? Kijk ook naar de plaats van je aansluitpunten: water, stroom en afzuiging moeten aansluiten op wat je hebt gepland.

Heb je je keuken in een 3D-tool ontworpen? Dan kun je die visualisatie gebruiken om een afspraak te maken met een adviseur of keukenwinkel. Samen kijk je dan of je ontwerp technisch haalbaar is en welke materialen en apparaten beschikbaar zijn. Pas als alles klopt – van de maatvoering tot de afwerking – is het tijd om je keuken echt te gaan bestellen.