ID.nl logo
Huis

Zo wordt locatietracking op smartphones tegen je gebruikt

Als consument ben je voor het gebruik van applicaties met navigatie of het terugvinden van een verloren toestel aangewezen op gps, maar ‘celltracking’ via zendmasten is vooral voorbehouden aan providers – en in het verlengde daarvan de opsporingsdiensten die de gegevens willen achterhalen. Zo werkt locatietracking op smartphones.

Lees eerst: GPS en GNSS: Alles over locatietracking

Er is een aantal manieren om een telefoon op een netwerk te vinden, maar de belangrijkste heeft te maken met de sterkte van het telefoonsignaal tegenover de zendmast. Ook daarbij komt triangulatie om de hoek kijken. Is het je weleens opgevallen dat een zendmast aan de bovenkant vaak driehoekig is? Een telefoonzendmast zendt signalen uit in drie richtingen (of kwadranten).

Als een telefoon in de buurt is, maakt die verbinding met een van die drie kwadranten. De sterkte van het signaal is een indicatie van hoe ver een telefoon van de zendmast verwijderd is. Met een signaal in één zo’n kwadrant kun je niet zoveel, maar als drie (of zelfs meer) van die kwadranten met elkaar overlappen, kun je die informatie trianguleren en accuraat achterhalen waar een toestel zich bevindt.

Daarvoor is het overigens wel nodig dat de telefoon contact legt met meerdere zendmasten. In drukbevolkte gebieden zoals steden is dat makkelijk, maar in buitengebieden is dat vaak niet het geval. De methode is daarom lang niet altijd even betrouwbaar en geniet zodoende niet vaak de voorkeur.

Aan de andere kant heeft deze methode wel één duidelijk voordeel: de gebruiker hoeft niet actief een telefoongesprek te voeren of zijn of haar locatiedata in te schakelen. Als de telefoon gewoon aan staat (en als de vliegtuigmodus niet is ingeschakeld), wordt een constante verbinding gelegd met zendmasten in de buurt, en dat is al genoeg om de locatie te kunnen achterhalen.

Locatie doorgeven

De enige andere manier om locatiegegevens van een toestel te achterhalen, is door de daadwerkelijke locatie via GNSS op te zoeken. Dat levert een probleem op als de gebruiker die heeft uitgeschakeld in het besturingssysteem van de telefoon. Een provider zou dat probleem in theorie stiekem kunnen verhelpen door een soort achterdeurtje in het besturingssysteem in te bouwen, maar daar lopen fabrikanten vanzelfsprekend niet voor warm.

Het feit dat fabrikanten dat niet willen, leidde eerder dit jaar nog tot problemen bij de meldkamer van het alarmnummer. Die was, volgens onderzoek van RTL Nieuws, slecht voorbereid op ongevallen omdat gebruikers zelf hun locatie nog moesten doorgeven bij een ongeval. Een ideale oplossing zou de implementatie van AML (Advanced Mobile Location) zijn, waarbij de telefoon automatisch de locatiegegevens van de beller doorstuurt zodra die 112 belt.

Zo’n oplossing moet echter op Europees niveau worden geregeld, in overleg met veel providers en fabrikanten, en dat gaat nog niet zo gemakkelijk. Voorlopig hebben instanties als 112 dus niets aan GNSS op je telefoon, en moeten zij het doen met onnauwkeurige triangulatie via de telefoonmast.

Wifi-tracking en mac-adres

Op lokaal niveau kan je locatie ook worden bepaald (én gevolgd) door het gebruik van wifi, al is dat bereik vanzelfsprekend veel beperkter. Een telefoon met de wifi-functie ingeschakeld zendt een constant signaal uit met het unieke mac-adres van de telefoon. Op die manier kan het toestel relatief eenvoudig via een unieke ‘fingerprint’ worden gevolgd.

Wifi kan in combinatie met andere signalen zoals gps of lte ook worden gebruikt om de locatie van je telefoon te verbeteren en het apparaat accurater te volgen. Dat is handig als je binnenshuis bent, waar gps-signalen niet sterk zijn of zelfs helemaal niet doordringen.

Als je telefoon actief naar wifi-signalen zoekt, vangt hij alle ssid’s op die zich in de buurt bevinden.

-

Als je telefoon actief naar wifi-signalen zoekt, vangt hij alle ssid’s op die zich in de buurt bevinden. Zeker in drukke steden zijn dat er vaak tientallen. Al die apparaten hebben hun eigen unieke mac-adres, die vervolgens met een kruisverwijzing met een grote internationale database worden gecontroleerd door Android of iOS.

Die database is onder meer opgezet door Google, toen het bedrijf zijn Streetview-beelden maakte. De auto’s die vooral bedoeld waren om camerabeelden van straten vast te leggen, waren ook uitgerust met scanners die wifi-signalen opspoorden. Het resultaat is een enorme database van wifinetwerken en hun locaties.

Op dezelfde manier gebruiken telefoons de signaalsterkte om te bepalen hoe ver of dichtbij de telefoon van een bepaald netwerk verwijderd is. Zo kan de locatie in combinatie met GNSS-gegevens vooral binnenshuis nóg preciezer worden bepaald.

Tracking via bluetooth

Bluetooth kan op een vergelijkbare manier worden ingezet. Bluetooth-beacons worden nu al regelmatig gebruikt om mensenstromen te volgen. Net als een wifi-signaal zendt bluetooth ook het mac-adres van een telefoon uit, dat met genoeg beacons in een omgeving kan worden gebruikt om na te gaan waar een specifieke telefoon zich bevindt.

Eén lichtpuntje is er in elk geval voor iPhone-gebruikers: iOS maakt sinds versie 8 namelijk standaard gebruik van dynamische mac-adressen, zodat je een telefoon nooit meer kunt identificeren aan de hand van een uniek nummer. Google heeft die feature ook beschikbaar gemaakt voor Android sinds versie 5, maar er zijn nog maar weinig fabrikanten die dat ook daadwerkelijk hebben geïmplementeerd in het OS. Wil je er zeker van zijn dat dat wel zo is, dan kun je kijken naar welke telefoons die functie ondersteunen, of je downloadt een custom rom die dat doet. Ook staan er apps in de Play Store die de feature mogelijk maken, al moet je daar vaak wel root-toegang voor hebben.

Tracking in winkels

De bovenstaande methodes om wifi en bluetooth voor locatietracking te gebruiken worden steeds vaker ingezet door bedrijven, die scanning-methodes toepassen om mensenstromen binnen hun panden te volgen. Een paar jaar geleden ontdekte Tweakers dat dat gebeurde in winkels van Dixons en MyCom, wat toen nog leidde tot veel ophef.

Inmiddels is het meer dan normaal om in een drukke winkelstraat door tientallen tracking-beacons te worden bijgehouden. Onlangs nog bleek uit onderzoek van RTL Nieuws dat in de binnensteden van tientallen Nederlandse gemeentes gebruik werd gemaakt van dergelijke technologie, maar de verantwoordelijke partijen zagen geen probleem in het volgen van telefoons.

©PXimport

Dat is overigens lang niet de enige controverse rondom locatietracking. Het feit dat de smartphone gebouwd lijkt om uitgerekend de locatie van gebruikers zo accuraat mogelijk te volgen, wordt ook door fabrikanten steeds fanatieker ingezet. Google kan bijvoorbeeld van iedere Android-gebruiker zien waar die zich bevindt – zelfs als die de locatiegegevens in Android heeft uitgeschakeld.

Gebruikers kunnen de optie dat Google die informatie vervolgens koppelt aan het profiel van een gebruiker weliswaar uitschakelen, maar dan nog verzamelt het bedrijf die gegevens. Eens in de zoveel tijd steekt op sociale media de link maps.google.com/locationhistory dan ook de kop op, waarmee gebruikers plotseling onaangenaam worden verrast met welke gegevens Google over hen opslaat.

Beschermen tegen smartphone-tracking

Het is lastig om ervoor te zorgen dat je helemáál niet meer wordt gevolgd via locatietracking, omdat er veel verschillende manieren zijn om dat te doen. Belangrijk is daarbij wel dat er verschillende threat models zijn waar verschillende oplossingen voor bestaan, die vaak verschillen in complexiteit. Wil je bijvoorbeeld dat applicaties en advertentienetwerken in bepaalde apps je niet kunnen volgen, dan is het vaak al voldoende om de toegangspermissies in je besturingssysteem aan te passen.

Krijg je echter te maken met opsporingsdiensten, dan wordt het al lastiger om je locatie af te schermen. In dat geval is het namelijk relatief eenvoudig om via de provider jouw locatiegegevens via zendmasten op te vragen – al zal zo’n maatregel niet voor elk wissewasje worden ingezet. De enige manier om dat te voorkomen, is door een telefoon simpelweg niet te gebruiken in de buurt van een bepaalde zendmast. Niet bepaald een realistische optie ...

GNSS-gegevens zijn door de politie niet zomaar op te vragen, tenzij die bij een app als Facebook bekend zijn. De beste preventiemaatregel in dit geval is eveneens simpel: geef zulke apps geen toegang tot je locatiegegevens. Of beter nog: installeer ze überhaupt niet op je telefoon.

GNSS-gegevens zijn door de politie niet zomaar op te vragen, tenzij die bij een app als Facebook bekend zijn.

-

Het is in theorie ook mogelijk om navigatiegegevens te achterhalen door een malafide app op een telefoon te installeren, en dat kan zelfs zonder medeweten van de gebruiker. Bij iOS is dat lastig, maar Android-gebruikers moeten die methode specifiek blokkeren (door ‘installeren uit onbekende bron’ in de instellingen uit te schakelen).

Als je niet wilt worden gevolgd door winkeliers in een stadscentrum of door andere commerciële databoeren die locatietracking inzetten om mensenstromen in de gaten te houden, dan doe je er goed aan om wifi en bluetooth uit te schakelen als je ergens naartoe gaat. Het scannen naar netwerken is al genoeg om je daarmee te kunnen achterhalen, dus schakel die features sowieso uit – ook als je niet daadwerkelijk met een netwerk of apparaat verbindt. Er zijn applicaties (zoals Tasker voor Android) die deze klus kunnen voor je automatiseren. Zo hoef je er niet telkens aan te denken als je de deur uit loopt.

En als je écht niet wilt dat je telefoon wordt gevolgd, zijn er speciale privacy-hoesjes te koop (zoals de PrivacyCase), waarmee uitgaande signalen worden geblokkeerd als een soort mini-Faraday-kooi voor je telefoon. Dat houdt uiteraard ook in dat je je telefoon niet meer kunt gebruiken, behalve misschien wat games – inkomende signalen worden immers ook tegengehouden. Maar is het in dat geval wel de moeite om überhaupt een telefoon te gebruiken?

▼ Volgende artikel
Review Dyson V16 Piston Animal: zuigt beter dan dat hij dweilt
© Rens Blom
Huis

Review Dyson V16 Piston Animal: zuigt beter dan dat hij dweilt

Met de Dyson V16 Piston Animal kun je draadloos stofzuigen én dweilen, mits je het dweilopzetstuk er ook bij koopt. Dyson mikt met deze steelstofzuiger op huishoudens met dieren, maar de antiklitborstels blijken ook handig om lange menselijke haren op te zuigen. Een review van deze twee-in-één-gadget.

Uitstekend
Conclusie

De Dyson V16 Piston Animal is een krachtige en complete steelstofzuiger voor mensen met huisdieren en/of lange haren. De stevige prijs is begrijpelijk, maar niet mals. Dat kan wachten op een aanbieding de moeite waard kan maken. De optionele dweilmond à 149 euro weet ons niet helemaal te overtuigen.

Plus- en minpunten
  • Compleet en licht verbeterd ontwerp
  • Accuduur van 1 uur
  • Zuigt ook (lange) haren effectief op
  • Optionele dweil niet fantastisch
  • Stevige adviesprijs

Dyson staat bekend om zijn premium apparatuur met stevige prijzen, en dat is bij de V16 Piston Animal niet anders. De stofzuiger heeft een adviesprijs van 849 euro. Wil je daar ook de Submarine-dweilborstel bij, dan ben je in totaal bijna 1000 euro kwijt. Dyson kennende zullen deze prijzen binnen een jaar wel enigszins dalen, waardoor de V16 Piston Animal een betere prijs-kwaliteitverhouding krijgt.

Verbeterd ontwerp

Het ontwerp van de stofzuiger steekt goed in elkaar. De kunststof behuizing voelt degelijk aan en heeft een matzwarte afwerking, wat wij persoonlijk mooier vinden dan het grijs van voorgaande Dyson-stofzuigers. De verwijderbare batterij aan de onderkant blijft een goede zet, net als het lcd-schermpje in je gezichtsveld. Op dit scherm zie je hoelang je nog kunt stofzuigen (of dweilen) en via grafieken welk soort vuil je opzuigt.

©Rens Blom

Op het display zie je wat voor soort vuil je opzuigt en hoelang de accu nog meegaat.

Het is fijn dat je het HEPA-filter aan de achterzijde van de stofzuiger kunt losdraaien om hem te wassen. Zo blijft de stofzuiger op de lange termijn zelf zo schoon mogelijk.

©Rens Blom

Het HEPA-filter kan in de wasmachine, zodat je niet steeds nieuwe hoeft te kopen.

Een prettige verbetering in de V16 Piston Animal ten opzichte van vorige geteste Dyson-modellen is het stofreservoir. De draadloze steelstofzuiger heeft een opvangbak van 1,3 liter. Door een hendeltje te gebruiken, pers je het opgezogen vuil samen en raakt het stofreservoir minder snel vol. Wanneer je het stofreservoir boven je vuilnisbak leegt, valt de inhoud netjes naar beneden. Bij andere geteste Dyson-stofzuigers wil het vuil door de kracht van het geopende stofreservoir nog weleens in een cirkel omlaag dwarrelen, waardoor een deel buiten je vuilnisbak belandt. Het is goed om te zien dat Dyson hiervan heeft geleerd.

©Rens Blom

Je kunt de stofzuiger zonder van opzetstuk te wisselen op vloeren en kleden gebruiken.

Haren opzuigen

Effectieve stofzuigers bouwen doet Dyson al jaren, en daar vormt de V16 Piston Animal geen uitzondering op. De ster van de show is een nieuwe brede zuigmond met een speciale structuur om lange haren op te zuigen zonder dat ze vastklitten in de bewegende onderdelen van het mondstuk. Dat mondstuk werkt als een trein, hebben we de afgelopen vier weken gemerkt in een huishouden met twee verharende katten, een nog erger verharende oppashond én een vriendin met lang haar. De V16 Piston Animal zuigt de complete vloer schoon, waarbij delen van kattenbakkorrels, broodkruimels, ander vuil en dus al die haren soepel de stofzuiger in verdwijnen. Dat is best een prettig aanzicht, zeker dankzij het ingebouwde laserlicht dat een deel van je vloer groen laat oplichten om beter te zien wat je opzuigt.

©Rens Blom

De ingebouwde verlichting laat extra goed zien wat je opzuigt.

Slim aan die vernieuwde brede zuigmond is dat hij werkt op harde vloeren én tapijt of een kleed. De stofzuiger past zijn manier van zuigen aan als hij een andere ondergrond detecteert. Je kunt in één moeite dus je hele kamer stofzuigen, wat een fijne manier van werken is die past bij de hoge prijs van de stofzuiger.

Dyson levert de V16 Piston Animal met drie extra opzetstukken. Een langere, smallere zuigmond tovert de stofzuiger om tot een flinke kruimeldief, terwijl de twee-in-één-zuigmond bedoeld is voor tafels, traptreden en andere kleine oppervlakken. Het meest interessant vinden we een kleine zuigmond met dezelfde antiklitconstructie als de grote zuigmond. Deze kleine zuigmond leent zich goed om de bank, stoelen en je matras te stofzuigen.

©Rens Blom

De inhoud van de verpakking, inclusief de prijzige Submarine 2.0-dweilborstel.

De Dyson V16 Piston Animal heeft drie zuigmodi: de zuinige ecostand, de automatische stand en de boost-modus voor maximale zuigkracht. De automatische stand is het nuttigst, want die schakelt automatisch naar boost zodra hij veel vuil tegenkomt. Wij konden de stofzuiger zo'n 60 minuten gebruiken op de automatische stand. De accu opladen duurt grofweg vierenhalf uur.

Dweilen vraagt om versie 3

Voor 149 euro extra koop je de V16 Piston Animal met een dweilmond, door Dyson de Submarine 2.0 genoemd. Dat komt omdat er al een dweil met Submarine 1.0-techniek is, die overigens niet werkt met de V16 Piston Animal. Andersom kun je de 2.0-dweil niet gebruiken met vorige Dyson-apparaten. Makkelijk upgraden of uitwisselen zit er dus niet in.

©Rens Blom

De 2.0-dweilborstel vervangt de Submarine 1.0-versie.

Over de 1.0-dweil waren we niet heel enthousiast, en hoewel de 2.0-versie beter is, blijft het dweilen wat wiebelig en krijgen we snel strepen. De waterbak legen is wel eenvoudiger. Al met al een prima gadget om de vloer even op te frissen, maar een serieuze dweil biedt nog steeds beter resultaat.

©Rens Blom

De dweil reinigt de vloer, maar doet dat nogal wiebelig

Conclusie: Dyson V16 Piston Animal kopen?

De Dyson V16 Piston Animal is een krachtige en complete steelstofzuiger voor mensen met huisdieren en/of lange haren. De stevige prijs is begrijpelijk, maar niet mals. Dat kan wachten op een aanbieding de moeite waard kan maken. De optionele dweilmond à 149 euro weet ons niet helemaal te overtuigen.

▼ Volgende artikel
Nieuw van JBL: open-ear koptelefoon voor kinderen
© JBL | Ali Harper | Stocksy.com
Huis

Nieuw van JBL: open-ear koptelefoon voor kinderen

JBL breidt zijn Junior-serie uit met de JBL Junior FREE, de eerste open-ear koptelefoon van het merk die speciaal is ontworpen voor kinderen. Het model combineert een open ontwerp met ouderlijk toezicht via een app en een maximale geluidssterkte van 85 decibel, zodat kinderen veilig kunnen luisteren zonder volledig afgesloten te zijn van hun omgeving.

De Junior FREE maakt gebruik van JBL's OpenSound-technologie, waarbij geluid via luchttrillingen naar het oor wordt geleid zonder de gehoorgang af te sluiten. Daardoor horen kinderen nog wat er om hen heen gebeurt, wat handig is tijdens huiswerk of onderweg. Tegelijkertijd beperkt de ingebouwde JBL Safe Sound-functie het volume tot 85 decibel, een niveau dat als veilig wordt beschouwd voor jonge oren. Ouders kunnen via de JBL Headphones-app het volume en de luistertijd in real-time volgen, en krijgen dagelijkse of wekelijkse rapporten over gebruik en geluidsblootstelling.

Het ontwerp is afgestemd op kinderen: lichtgewicht, flexibel en gemaakt van zacht siliconenmateriaal. De open-ear constructie rust op het oor in plaats van erin, wat volgens JBL extra comfort biedt bij langdurig gebruik. De grotere knoppen maken de bediening eenvoudig, en de spatwaterdichte behuizing (IPX4) moet de koptelefoon bestand maken tegen dagelijkse ongelukjes. De batterij houdt het tot tien uur vol, en met tien minuten opladen komt daar nog eens drie uur bij.

JBL heeft ook gedacht aan speelse details. De verpakking kan worden omgevormd tot een telefoonstandaard en in de doos zitten stickers waarmee kinderen hun koptelefoon kunnen versieren.

©JBL

De JBL Junior FREE is vanaf november verkrijgbaar in paars, turquoise en perzik. De adviesprijs is 69,99 euro.