ID.nl logo
Huis

GPS en GNSS: Alles over locatietracking

Locatietracking biedt een hoop voordelen. We navigeren ermee, kunnen verloren telefoons op afstand terugvinden, et cetera. De technieken die daarvan aan de basis staan, zijn GPS en GNSS. Hoe werken ze precies?

Als je anno 2018 rijles volgt, is ‘rijden met gps’ een vast onderdeel van je lesprogramma. Je leert dan niet alleen de auto besturen, maar ook hoe je middels navigatie van A naar B moet rijden. Hoewel navigatie een paar jaar geleden nog een luxeproduct was aan boord van auto’s, is die tegenwoordig ook in de goedkoopste klasse regelmatig standaard aanwezig. Niet voor niets hebben bedrijven als TomTom het steeds zwaarder om hun apparatuur aan de man te brengen, en al helemaal nu iedereen ook nog een smartphone op zak heeft.

Smartphones hebben het landschap van locatietracking dan ook definitief veranderd. Het gebruik van locatiegegevens was vroeger een leuk extraatje, maar de technologie wordt inmiddels ook dankbaar gebruikt om gebruikers agressief te volgen. Locatietracking op smartphones heeft echter zowel voor- als nadelen, en er zijn verschillende manieren om gebruikers via locatiegegevens te volgen.

Het verschil tussen gps en GNSS

Een vorm van locatietracking is GNSS (Global Navigation Satellite System), waarvan het Amerikaanse gps (Global Positioning System) de bekendste is. Gps is daarmee een van die termen geworden waarvan de merknaam nagenoeg synoniem staat aan het soort product, zoals bijna elk navigatiesysteem vroeger ‘TomTom’ werd genoemd – zelfs als het ging om een goedkoop B-merk.

Gps is een netwerk van 32 satellieten die worden beheerd door het Amerikaanse ministerie van Defensie, en het is meteen ook het meest gebruikte navigatiesysteem ter wereld. Praktisch elke smartphone maakt voor locatietracking gebruik van gps, net als vrijwel alle Europese en Amerikaanse navigatiesystemen in auto’s.

Inmiddels is gps lang en breed ingeburgerd, maar dat was niet altijd het geval. De geschiedenis van navigatiesatellieten gaat al zo ver terug als de Spoetnik, het eerste voorwerp dat in een baan rond de aarde werd gebracht. Spoetnik deed niet veel meer dan het uitzenden van radiosignalen, maar wetenschappers merkten dat de frequentie van die signalen veranderde naarmate de satelliet dichterbij kwam of juist verder weg vloog – het zogeheten Doppler-effect.

Het idee om de signalen van meerdere satellieten te gebruiken om zo exact te zien waar een ontvanger zich bevond, was de eerste voorzichtige stap naar een functioneel GNSS-systeem.

Triangulatie en trilateratie

Amerika begon in 1973 met gps als navigatiesysteem, bestaande uit inmiddels 30 satellieten (inclusief een stel back-ups voor het geval er één plotseling uitvalt). Satellietnavigatie maakt gebruik van een eeuwenoude padvinderstruc die lezers die vroeger bij de scouting zaten zich vast nog wel herinneren: triangulatie. Dat betekent dat je twee verschillende referentiepunten vindt en de afstand tot die punten berekent.

Het punt waar die twee berekende afstanden samenkomen is de locatie waar je je op dat moment bevindt. GNSS-satellieten doen daar nog een schepje bovenop, omdat triangulatie alleen werkt op tweedimensionale oppervlaktes. Door nog een derde of zelfs vierde satelliet te gebruiken, kunnen de kunstmanen berekenen waar een gebruiker zich op een bol bevindt (in dit geval de aarde), een proces dat in de geometrie trilateratie wordt genoemd.

De 24 actieve gps-satellieten bevinden zich precies op de juiste aardbanen, zodat er overal waar je je bevindt minstens drie in de buurt zijn – althans, op een hoogte van 20.000 kilometer.

©PXimport

Verschillende navigatiesystemen

De afgelopen jaren zijn navigatiesatellieten steeds nauwkeuriger geworden. Aanvankelijk hadden satellieten een levensduur van zo’n zeven jaar, maar inmiddels is het mogelijk wel tien tot twaalf jaar met een satelliet te doen. Niettemin worden gps-satellieten regelmatig vervangen door nauwkeuriger kunstmanen met betere klokken die nog scherper kunnen timen hoeveel tijd er zit tussen het uitzenden en het ontvangen van het signaal. Daardoor kunnen zij nóg accurater berekenen waar een ontvanger zich precies bevindt.

Er zijn op dit moment meerdere navigatiesatellietnetwerken in omloop. Hoewel gps het meest wordt gebruikt en het bekendst is, is het nog steeds eigendom van Amerika en kan het in theorie nog steeds worden afgesloten van de buitenwereld. Andere grootmachten hebben daarom hun eigen GNSS-systemen ontwikkeld. Rusland heeft GLONASS, China heeft Beidou, India en Japan hebben kleinere eigen systemen, en zelfs Europa werkt aan een eigen systeem (Galileo) om in de toekomst minder afhankelijk te zijn van het Amerikaanse gps.

De meeste van die systemen bevatten (nog) niet zoveel satellieten als gps en leveren vooral dekking in de landen of regio’s waar ze zijn gelanceerd. Gelukkig werken veel van die GNSS-systemen wel goed met elkaar samen. Dankzij diplomatieke coöperatie is het mogelijk om via één gps- en twee Galileo-satellieten een goede locatie te vinden – vrijwel alle smartphones ondersteunen ook meerdere van die systemen tegelijk.

Van militaire doeleinden naar consument

Inmiddels zijn gps en GNSS gemeengoed in smartphones en auto’s, maar dat was lang niet altijd het geval. Aanvankelijk werd gps alleen voor militaire toepassingen gebruikt, maar in 1983 werd het systeem commercieel beschikbaar gemaakt voor andere partijen.

In 1998 werd besloten gps-satellieten op meerdere kanalen te laten uitzenden, zodat er één kanaal voor militaire en één kanaal voor civiele toepassingen ontstond. Het gevolg was een compleet nieuwe industrie van commerciële bedrijven die hard- en software rondom navigatie bouwden. Bedrijven als TomTom boden steeds kleinere en goedkopere systemen aan voor in de auto, en gps werd interessanter voor mobiele telefoons. Zo was het relatief eenvoudig (maar ook prijzig) om gps-trackers te kopen die je via bluetooth aan je mobiele telefoon of PDA kon koppelen.

©PXimport

Ook kwamen er bedrijven op die navigatiesoftware goedkoop beschikbaar maakten voor de gemiddelde gebruiker. MapQuest was een van de eerste grootschalige applicaties die locatiegegevens wist te integreren in een dienst waarmee je gemakkelijk kon navigeren, maar er volgden al snel veel andere start-ups en bedrijven.

De evolutie van navigatiesystemen liep synchroon met die van kaarttechnologie. Betere kaarten met meer poi’s (points of interest) en steeds betere spraaktechnologie maakten de bestaande systemen interessanter voor consumenten. En toen kwam Google Maps … Dat bleek de nagel aan de doodskist voor veel navigatiefabrikanten. Een gratis app, gecombineerd met de opkomst van smartphones die steeds krachtiger werden én 3G-internet dat steeds goedkoper werd? Dat leek voor de meeste mensen genoeg om aan hun navigatiebehoeften te voldoen.

Maar er was ook een keerzijde: door de opkomst van verbeterde techniek werd het namelijk ook voor andere partijen (opsporingsdiensten, internetbedrijven en adverteerders) steeds eenvoudiger om de locatie van gebruikers bij te houden. Daar kijken we in een volgend artikel naar.

▼ Volgende artikel
Je slimme huis? Dat is misschien minder veilig dan je denkt, waarschuwt Bitdefender
© ImageFlow - stock.adobe.com
Huis

Je slimme huis? Dat is misschien minder veilig dan je denkt, waarschuwt Bitdefender

Je huis is slimmer dan je misschien denkt. Van smart-tv's tot beveiligingscamera's, van streamingapparaten tot slimme speakers: een gemiddeld huishouden telt inmiddels 22 verbonden apparaten. Maar die verbondenheid maakt het huis ook kwetsbaarder voor digitale aanvallen, waarschuwt cybersecuritybedrijf Bitdefender in het nieuwe 2025 IoT Security Landscape Report, opgesteld met Netgear.

Volgens het onderzoek krijgt een gemiddeld huishouden te maken met 29 aanvallen per dag, bijna drie keer zoveel als in 2024, toen Bitdefender nog ongeveer tien aanvallen per dag registreerde. De cijfers zijn gebaseerd op gegevens van 58 miljoen apparaten in 6,1 miljoen huishoudens verspreid over de VS, Europa en Australië. In totaal werden 13,6 miljard IoT-aanvallen en 4,6 miljard pogingen tot kwetsbaarheidsmisbruik geanalyseerd.

Bitdefender zegt wereldwijd meer dan twaalf miljoen digitale bedreigingen per dag te blokkeren via zijn slimme thuisbeveiliging, waaronder Netgear Armor. Volgens het bedrijf komt 93 procent van alle netwerkverkeer dat wordt onderschept van geautomatiseerde portscans – bots die voortdurend zoeken naar open verbindingen. Daarmee is het internet volgens de onderzoekers een constante bron van achtergrondactiviteit waarin elk apparaat vroeg of laat wordt geraakt.

©Production Perig

Bijna driekwart van de gevonden kwetsbaarheden (74 procent) valt in de categorie hoog risico met een CVSS-score tussen 7,0 en 7,8. Nog eens 8 procent wordt als kritiek beoordeeld, wat betekent dat aanvallers volledige controle over een apparaat kunnen krijgen. Vooral streamingapparaten, smart-tv's en IP-camera's vormen een risico: samen zijn ze goed voor meer dan de helft van alle kwetsbare IoT-apparaten.

Wat is een CVSS-score?

De CVSS-score (Common Vulnerability Scoring System) is een internationale standaard die aangeeft hoe ernstig een beveiligingslek is. De schaal loopt van 0 tot 10: hoe hoger de score, hoe groter het risico.
Kwetsbaarheden met een score tussen 7,0 en 8,0 worden als hoog risico gezien en kunnen bijvoorbeeld leiden tot dataverlies of uitval van apparaten. Scores boven 9,0 gelden als kritiek en maken het mogelijk dat aanvallers op afstand volledige controle krijgen over een systeem.

Bitdefender noemt daarnaast slimme stekkers en netwerkopslag (NAS) als steeds vaker aangevallen apparaten. Ze zijn vaak altijd online, maar krijgen zelden updates. Daardoor kunnen ze eenvoudig worden misbruikt als toegangspunt tot het thuisnetwerk of als onderdeel van botnets die worden ingezet voor grootschalige DDoS-aanvallen.

Volgens Bitdefender maakt de groei van het aantal verbonden apparaten huishoudens kwetsbaarder dan ooit. Beveiliging zou daarom niet pas op apparaatniveau moeten beginnen, maar al bij de router.

Zorg dat de software op je slimme apparaten up-to-date is.

Wat kun je zelf doen?

Er is veel dat je zelf kunt doen om je slimme huis beter te beveiligen. Bitdefender noemt onder meer de volgende maatregelen:

  • Weet wat er verbonden is. Houd bij welke apparaten aan je wifi hangen en schakel apparaten uit die je niet meer gebruikt.

  • Vervang oude hardware. Apparaten die geen beveiligingsupdates meer krijgen, blijven kwetsbaar.

  • Installeer updates direct. Nieuwe firmwareversies dichten vaak bekende lekken waar aanvallers op mikken.

  • Splits je netwerk. Maak een apart wifi-netwerk voor slimme apparaten, zoals beveiligingscamera's en stekkers. Gebruik je hoofdnetwerk alleen voor persoonlijke apparaten, zoals je laptop en smartphone..

  • Gebruik een router met ingebouwde beveiliging. Routers met functies zoals Netgear Armor blokkeren verdachte verbindingen automatisch.

  • Laat apparaten niet onnodig openstaan voor het internet. Beperk externe toegang tot alleen wat echt nodig is.

▼ Volgende artikel
Review Dreame H15 Pro Foamwash – Schuim maakt het verschil
© Wesley Akkerman
Huis

Review Dreame H15 Pro Foamwash – Schuim maakt het verschil

Met de Dreame H15 Pro Foamwash gaat het Chinese merk net een stapje verder als het om dweilen gaat, terwijl het de stofzuigprestaties niet laat overschaduwen. Ondanks dat pakt het merk niet elk probleem aan van het 699 euro kostende apparaat.

Uitstekend
Conclusie

De H15 Pro Foamwash is niet zwaar, ligt lekker in de hand en rijdt gemakkelijk met je mee. Hij haalt hardnekkig en aangekoekt vuil veel sneller en beter weg dan de concurrentie, dankzij het gebruik van schuim (dat je zelf kunt doseren). Ja, de prijs is fors, maar met een beetje korting is de nat-droogcombinatie de aanschaf waard als je bijvoorbeeld huisdieren hebt en af wilt van nare geurtjes.

Plus- en minpunten
  • Soepel en behendig
  • Gaat ook onder de bank
  • Bijna geen omkijken naar
  • Koppeling met app
  • Muren worden niet nat
  • Robotarm en wisser
  • Plat en rechtop
  • Schuim voor hardnekkige vlekken
  • Prijs
  • Oppassen met draden op de vloer
  • Eén opvangbak voor stof en vies water
  • Geen tapijtherkenning
  • Waterbak op de kop

2025 is het jaar van de Dreame H15 Pro-serie, waarvan de Dreame H15 Pro Foamwash de meest recente versie is. Het is ook een van de duurdere modellen binnen deze reeks (waartoe onder meer ook de H15 Pro en H15 Mix behoren). Dit model richt zich vooral op de dweilfunctie en introduceert daarvoor een speciale foamkop. Deze kop spuit schuim op de vloer, waardoor hardnekkig vuil en uitwerpselen van huisdieren beter loskomen.

In de basis is dit nog steeds de vertrouwde H15 Pro, maar dan met een paar opvallende extra's. De Foamwash heeft net als het standaardmodel een robotarm die voorkomt dat muren nat worden en een ingebouwde wisser die de dweilborstel schoonhoudt. Je kunt het apparaat zowel rechtop als plat gebruiken, waardoor je ook moeiteloos onder banken en stoelen dweilt. Instellen en bedienen doe je eenvoudig via de Dreame-app.

©Wesley Akkerman

Dezelfde basis

Ook heb je er qua onderhoud bijna geen omkijken naar. Je plaats hem op de meegeleverde oplaadbasis, drukt op de knop voor zelfreiniging en vervolgens doet het apparaat de rest. Het maakt schoon met heet water en neemt de tijd voor het drogen, waardoor er geen nare geurtjes ontstaan. Je kunt alles zó instellen dat er om de zoveel tijd een extra schoonmaakbeurt wordt uitgevoerd, zodat je huis fris blijft en nare geurtjes geen kans krijgen.

Hoewel we over het algemeen positief zijn over de Dreame H15-serie, blijven er ook aandachtspunten. Net als bij het Pro-model zonder toevoeging, herkent dit model geen kabels en kan het die dus per ongeluk opzuigen. Tapijtherkenning ontbreekt eveneens, en water en vuil belanden samen in één opvangbak in plaats van apart. Bovendien zit de schoonwaterbak ondersteboven – en dat levert geregeld een kliederboel op.

©Wesley Akkerman

Unieke eigenschappen

In vergelijking met de H15 Pro en H15 Pro Heat biedt de Foamwash net wat meer zuigkracht, met 23.000 Pa. Ook heeft deze variant, net als de robotstofzuigers, een speciale borstel die korte metten maakt met (dieren)haren, zodat ze niet vast blijven zitten of zich ophopen tijdens het schoonmaken. Dat maakt dit apparaat een uitstekende optie voor mensen met huisdieren of lang haar (of allebei), vooral op harde vloeren.

Net zoals veel andere H15-versies biedt de Foamwash dus een unieke functie aan. Zoals gezegd kun je tijdens het schoonmaken een laagje schuim op de grond spuiten. Dit gaat heel soepel met een klein hendeltje dat onder je duim rust. Als je dat naar beneden duwt en kort ingedrukt houdt, spuit de stofzuigermond wat foam op de grond. Vervolgens ga je hier met de nat-droogstofzuiger overheen en maak je schoon zoals je dat ook zonder schuim zou doen.

©Wesley Akkerman

Met of zonder schuim

Maar waarom zou je dat doen? Nou, die extra schuimlaag kan twee dingen doen. Ten eerste helpt het schuim om nare geurtjes te verdoezelen en een frisse geur te verspreiden, waardoor je bijvoorbeeld geen last meer hebt van de geurtjes afkomstig van huisdierongelukjes. Daarnaast maakt het schuim grondiger schoon. Door wat extra schuim op een hardnekkige vlek te spuiten, verdwijnt die vaak sneller dan zonder foam.

Over het algemeen is de Dreame H15 Pro Foamwash al capabel genoeg om na één duw flink wat soorten vuil weg te halen. Denk dan aan sauzen, stof, brokjes, pap, appelmoes, noem maar op. In een enkel geval moet je er misschien een tweede keer overheen, maar dat is standaard voor dit soort machines. De grootste uitdaging blijft het aanpakken van aangekoekte vlekken. Vetvlekken op de grond naast het fornuis krijgt hij nog niet helemaal weg, maar vrijwel al het andere verdwijnt zonder moeite.

©Wesley Akkerman

Dreame H15 Pro Foamwash kopen?

Tijdens het gebruik merkten we dat de Dreame H15 Pro Foamwash dankzij de extra schuimfunctie goed presteert bij hardnekkige of opgedroogde vlekken. Je moet er soms wel een paar keer overheen gaan en bij elke beweging wat schuim laten vrijkomen, maar dat is precies waarom je dit apparaat in huis haalt. Het schuim weekt het vuil los, waardoor het na een paar bewegingen moeiteloos verdwijnt.

Tel daarbij op dat de Foamwash niet heel zwaar in de hand ligt, gemakkelijk over de vloer rijdt en redelijk flexibel is en je houdt een betrouwbare nat-droogcombinatie over die vuil sneller en beter weghaalt dan menig ander dweilstofzuiger. De prijs is vrij fors, maar met een goede aanbieding haal je een sterke allrounder in huis. Dat laagje schuim maakt echt verschil. Bovendien is de basis op orde, aangezien de H15 Pro het fundament vormt.