ID.nl logo
Review Sony Xperia 1 V - Niet voor de gewone consument
Huis

Review Sony Xperia 1 V - Niet voor de gewone consument

De Sony Xperia 1 V is de nieuwste telg in de premium Xperia 1-lijn. Hoewel Sony met deze serie al jaren goede en solide smartphones uitbrengt, hebben ze veelal last van dezelfde problemen. Vooral het design speelt veelal parten, waardoor de massa het toestel niet omarmt.

Goed
Conclusie

Al met al kunnen we de Sony Xperia 1 V moeilijk aanbevelen aan mensen die ‘gewoon een goede smartphone’ willen en bereid zijn daarvoor te betalen. Google laat met de Google Pixel 7 Pro zien dat je niet diep in de buidel hoeft te tasten voor een premium (fotografie-)ervaring, terwijl Samsung en Apple furore maken qua comfort, beeldkwaliteit en camerakwaliteit. Toegegeven, daar betaal je dan ook flink voor, maar in de meeste gevallen krijg je niet te maken met de nadelen van de Sony Xperia 1 V. Voor het feit dat de camera geen mooie foto’s in het donker maakt is een pijnpunt. Verder heeft het toestel een aantal minpunten waar we best aan kunnen wennen, zoals dat langwerpige scherm (met soms zwarte balken), het langzame opladen en de hoeveelheid opties voor foto’s en video’s. Maar het karige updatebeleid en het gedateerde design gooien ook weer flink wat roet in het eten. En dat terwijl het toestel veel dingen heeft waar we van houden. Denk dan aan de sleuf voor de (gemakkelijk te bereiken) micro-sd-kaart, het weergaloze oled-scherm, de koptelefoonaansluiting en de prestaties.

Plus- en minpunten
  • Razendsnelle processor
  • Ongeëvenaard oled-scherm
  • Camerasysteem (met voldoende licht)
  • Koptelefoonaansluiting
  • Sleuf voor micro-sd-kaart
  • Schone software
  • Camerasysteem (in het donker)
  • Karig updatebeleid
  • Camera-apps
  • Langzaam laden
  • Beeldverhouding
  • Gedateerd design

Omdat Sony zich met de Sony Xperia 1-lijn richt op vooral zakelijke gebruikers, slaat ‘de gewone consument’ het toestel vaak over. En dat is niet zonder reden. Het strakke en stoere design spreekt niet iedereen aan en de beschikbare kleuren fleuren nou niet echt je (binnen)zak of handtas op. Voor 2023 verandert er weinig. De Japanse elektronicafabrikant kiest wederom voor hetzelfde langwerpige design en wat fantasieloze kleuren. Vooral dat laatste is zonde, omdat Sony vorig jaar nog de populaire paarse kleur aanbod. Dit keer moet je het doen met gitzwart, zilver en groen(achtig).

Net als vorig jaar heeft de Sony Xperia 1 een behoorlijk hoge prijs. Je betaalt 1.399 euro voor het toestel, maar je kunt de klap enigszins verzachten. Wanneer je het toestel vooruitbestelt, via een pre-order, dan krijg je er namelijk een Sony WH-1000XM5-koptelefoon bij, ter waarde van 349 euro. Mocht je nog in de markt zijn voor één van de beste koptelefoons van dit moment, dan kun je dus 350 euro van de adviesprijs afhalen. Maar goed, dat is een prima oefening in het kader van mentale gymnastiek – iets dat we onszelf wijs kunnen maken om een dure grap te verantwoorden.

Precies hetzelfde design op de Sony Xperia 1 V

Wanneer je de verschillende Sony Xperia 1-modellen naast elkaar zou leggen, dan moet je echt moeite doen om ze uit elkaar te houden. Los van de kleuren zien de toestellen er namelijk precies hetzelfde uit – van het scherm tot aan de plaatsing van het camera-eiland. Dit keer heeft Sony wel de achterkant aangepast. Hoewel die nog steeds van glas is, voelt die aan als mat plastic met een specifieke, licht kriebelende structuur. Hij glijdt daardoor iets minder gemakkelijk uit je hand. Verder oogt en is het toestel vrij stevig dankzij de metalen frame. Dit is toch echt een premium smartphone.

Het nog altijd kleurrijke en prachtige oled-scherm is 6,5 inch groot en beschikt alleen over de 4k-resolutie. Op smartphones vinden we dat nog altijd een beetje overkill, omdat niet veel apps die resolutie ondersteunen. Bovendien is de kans klein dat je een verschil opmerkt tussen dit toestel en toestellen die bijvoorbeeld 1.440p als resolutie aanbieden. Maar goed, het kan prettig zijn voor wanneer je vaak series en films kijkt op je smartphone, dan komen die pixels goed tot hun recht. Dat geldt voornamelijk voor 21:9-content, anders krijg je zwarte balken te zien aan de zijkanten.

Dit gebeurt bij gestreamde videocontent, games en videobellen. Ook is er beeldverversing tot 120 Hertz. Die schakel je in of uit; het scherm kan niet automatisch wisselen op basis van de content. Dat is jammer, want daardoor kan het batterijgebruik niet geoptimaliseerd worden. Het toestel is gelukkig breed genoeg om er comfortabel op te kunnen typen en met 1.000 nits aan maximale helderheid zie je ook op dagen met felle zon wat er allemaal op je scherm gebeurt. Verder vallen de twee balken op aan de boven- en onderkant van het scherm. Daardoor oogt de Sony Xperia 1 V gedateerd.

Razendsnelle Qualcomm-processor

Onder de motorkap zit een razendsnelle Qualcomm Snapdragon 8 Gen 2-processor. Dit is dé mobiele processor van dit moment en als premium smartphone-aanbieder kun je niet zonder. Daarnaast is er 12 GB aan werkgeheugen aanwezig en krijg je minimaal 256 GB aan opslagruimte tot je beschikking. Die ruimte kun je uitbreiden met een microSD-kaart. Dat is fijn om te zien. Niet alleen omdat je meer ruimte hebt of omdat je sneller content verplaatst (zoals foto’s of video’s), maar ook omdat Sony hierin redelijk uniek is als aanbieder van een dure, premium smartphone.

Het mooie aan het gebruik van de micro-sd-kaart is dat de lade waarin die zit, waar ook ruimte is voor één simkaart, zonder verwijdertool bereikbaar is. Daardoor hoef je dus nooit op zoek te gaan naar dat smalle pennetje wanneer je je sd-kaart nodig hebt. Qua prestaties doet de Sony Xperia 1 V niet onder voor de concurrentie met dezelfde processor. Hij is razendsnel, reageert supervloeiend en is meer dan geschikt voor dagelijkse en zakelijke taken. Ook kun je hier heel prettig op gamen, al moet je er dan wel rekening mee houden dat het toestel opwarmt. Heet wordt het gelukkig niet.

Andere opvallende hardware-aspecten zijn de koptelefoonaansluiting aan de bovenkant en de vingerafdrukscanner aan de zijkant. Die audiopoort zien we de laatste jaren verdwijnen op menig toestel, maar Sony houdt er stevig aan vast. Dat is niet gek, gezien de focus op audio. Veel muziekliefhebbers prefereren een bedrade aansluiting boven een draadloze, vanwege het behoud van kwaliteit. En met dit toestel krijg je dus niet met kwaliteitsverlies te maken. De vingerafdrukscanner is overigens ondermaats – soms registreert die een vinger niet goed.

Normale lens, 1x zoom.

Normale lens, 3,5x zoom.

Normale lens, 5,2x zoom.

Tot slot valt ook de accu op. Aan boord zit een batterij met een vermogen van 5.000 mAh, die er net iets meer dan anderhalf uur over doet om vol te raken. Hij wordt via de kabel met 30 watt opgeladen. Ga je voor draadloos, dan blijft de teller steken op 15 watt. De accuduur wordt flink beperkt door de hoge resolutie, eventueel de hoge beeldverversing en het feit dat er geen variabele refreshrate is. Gelukkig is de processor wel redelijk zuinig, maar desondanks moet je er rekening mee houden dat je hem elke dag moet opladen. En met maximaal 30 watt aan laadsnelheid, gaat dat niet snel, dus.

Houd er daarnaast rekening mee dat Sony (met als argument duurzaamheid) geen oplader of oplaadkabel in de doos gestopt heeft. Die je moet je dus zelf voorzien.

Kale software, karig beleid

Eén van de fijnere aspecten van Sony-smartphones is de software. Sony brengt vaak snel Android-updates uit en je hoeft niet lang na te denken waarom: het bedrijf verandert namelijk weinig aan Android. De softwareschil van het Japanse bedrijf is ontzettend schoon en bevat bijna geen overbodige onderdelen (op Side Sense na, aangezien dat onderdeel al jaren niet goed reageert op je input). Er zijn ook bijna geen apps die je niet kunt verwijderen (op Facebook en LinkedIn na) of als nutteloos kunt zien. Vooral de camera- en video-apps scoren goed onder gebruikers.

Een groot nadeel van die software-ervaring is altijd het feit dat Sony weinig ondersteuning aanbiedt. Op moment van schrijven staat Android 13 erop, samen met een beveiligingspatch uit april 2023. We verwachten dat Sony snel een nieuwe patch uitbrengt, dus dat zit wel snor. Maar de algemene ondersteuning geldt slechts voor drie jaar. Daarin krijg je maar twee Android-upgrades en drie jaar aan beveiligingsupdates. Dat is alles behalve duurzaam en ontzettend zonde, want dit maakt de premium smartphonelijn minder aantrekkelijk. Apple, Google en Samsung doen dit veel beter.

Groothoeklens.

Normale lens, 1x zoom.

Normale lens, 5,2x zoom.

De camerabeleving loopt een klap op

Over het camerasysteem van de Sony Xperia 1-lijn is altijd een hoop te doen. Niet alleen vanwege de hoge kwaliteit foto’s en video’s die van de band komen rollen. Maar ook vanwege het feit dat Sony soms niet de meest prominente camerasensor gebruikt die wel in andere smartphones zitten – die het bedrijf zelf produceert. Desondanks kan dit positief uitpakken, juist omdat de camerasensor anders is. Daardoor breng je een alternatieve optie op de markt, die misschien nog wel eens kan verrassen. In dit geval gaat het om een 52 megapixelsensor, die foto’s van 48 megapixels maakt.

Over het algemeen kunnen we stellen dat de camera van de Sony Xperia I V prachtige, ongeëvenaarde foto’s maakt. De voorwaarde is wel dat er voldoende (dag)licht aanwezig is, maar dat geldt in principe voor vrijwel elke andere smartphonecamera. Wanneer het schemert, of je een foto wil maken van je gezelschap bij kaarslicht, dan is er ook nog niets aan de hand. Maar als het dan echt donker is, dan valt Sony door de mand. Zelfs de toegewijde nachtmodus – die Sony nota bene pas voor het eerst aanbiedt – helpt de kwaliteit niet vooruit. En dat is even jammer als onbegrijpelijk.

Foto’s die je in het donker maakt, zijn vaak korrelig en ontdaan van detail. En wanneer je een lichtbron in beeld brengt, dan legt de Sony Xperia 1 V hem te verzadigd vast. Verder is het zo dat de overige twee sensoren (telelens en ultragroothoeklens) gelijk zijn aan het model van vorig jaar. Dit zijn twaalf megapixelsensoren. De telelens kan 3,5 tot 5,2 keer optisch inzoomen. Hoewel de kwaliteit van de foto’s echt heel goed is (overdag dan), is het verschil tussen beide zoomopties verwaarloosbaar. Zoom je verder in, dan loopt de kwaliteit een flinke klap op, helaas.

Portretmodus.

Normale lens, 1x zoom.

Groothoeklens.

Wat de ervaring verder wat compliceert is het feit dat Sony drie camera-apps aanbiedt: één waarmee je foto’s maakt en twee waarmee je video’s maakt. Hoewel de apps mettertijd zijn versimpeld, bieden ze nog steeds een drempel aan voor iedereen die gewoon snel een foto wil maken met zijn of haar smartphone. We weten zeker dat wanneer je de tijd neemt om de apps te leren kennen, dat je prachtige shots kunt maken. Maar voor de eerdergenoemde ‘gewone consument’ is het wellicht teveel van het goede. Die kunnen beter bij Google of Samsung terecht voor hun foto’s.

Sony Xperia 1 V kopen?

Al met al kunnen we de Sony Xperia 1 V moeilijk aanbevelen aan mensen die ‘gewoon een goede smartphone’ willen en bereid zijn daarvoor te betalen. Google laat met de Google Pixel 7 Pro zien dat je niet diep in de buidel hoeft te tasten voor een premium (fotografie-)ervaring, terwijl Samsung en Apple furore maken qua comfort, beeldkwaliteit en camerakwaliteit. Toegegeven, daar betaal je dan ook flink voor, maar in de meeste gevallen krijg je niet te maken met de nadelen van de Sony Xperia 1 V. Voor het feit dat de camera geen mooie foto’s in het donker maakt is een pijnpunt.

Verder heeft het toestel een aantal minpunten waar we best aan kunnen wennen, zoals dat langwerpige scherm (met soms zwarte balken), het langzame opladen en de hoeveelheid opties voor foto’s en video’s. Maar het karige updatebeleid en het gedateerde design gooien ook weer flink wat roet in het eten. En dat terwijl het toestel veel dingen heeft waar we van houden. Denk dan aan de sleuf voor de (gemakkelijk te bereiken) micro-sd-kaart, het weergaloze oled-scherm, de koptelefoonaansluiting en de prestaties. Maar daar heeft de ‘gewone consument’ geen boodschap aan.

▼ Volgende artikel
Review Eufy Omni E25 – Soms net uit koers
© Wesley Akkerman
Huis

Review Eufy Omni E25 – Soms net uit koers

Met de Omni E25 wil het Chinese merk Eufy een krachtige midrange robotstofzuiger op de markt brengen, die de concurrentie aangaat met de Roomba's en Dreames van deze wereld. De adviesprijs bedraag 899 euro. Hoe vergaat het de Eufy Omni E25 in de praktijk?

Goed
Conclusie

De Eufy Omni E25 is een ambitieuze middenklasser met een krachtige zuigkracht van 20.000 Pa en een basisstation dat legen, bijvullen en schoonmaken grotendeels automatiseert. Functies als een CornerRover-arm en AI-objectherkenning zorgen voor een premium ervaring, op budget. Helaas heeft het apparaat wel te kampen met wat navigatieproblemen. Vooral langs muren vertoont de E25 een soort ‘dronken’ rijgedrag, waarbij hij kleine bochtjes maakt en smalle stroken soms overslaat. De dweilfunctie is degelijk, maar mist standaard een smalle rand door de beperkt draaiende dweilrol. Ook rijdt het systeem soms zó voorzichtig dat delen van de vloer worden gemist. Bovendien ben je gebonden aan Eufy’s eigen zeepsysteem. Maar eerlijk is eerlijk: dit systeem kost wel minder dan veel concurrenten, terwijl het toch zeer scherpe specificaties biedt. Wie iets meer wil investeren, zou de iets duurdere Dreame L50 Pro kunnen overwegen.

Plus- en minpunten
  • Verfijnd ontwerp
  • Uitschuifbare zijborstel
  • Krachtige dweilprestaties
  • Zuigkracht van hoog niveau
  • Basisstation neemt veel werk uit handen
  • Antihaarborstel onderop
  • Midrange prijs voor premium functies
  • Rijdt soms te voorzichtig
  • Komt niet overal met de dweil
  • Af en toe wat navigatieproblemen
  • Verplicht gebruik Eufy's zeepsysteem

Naast de Eufy Omni E25 heeft de fabrikant ook een duurdere variant op de markt gebracht, namelijk de E28. Nog geen jaar eerder lanceerde het merk de S1 Pro, een model dat vooral inzet op dweilprestaties. De drie robotstofzuigers delen bepaalde eigenschappen, maar verschillen op andere punten juist flink. Het is dus de moeite waard om die verschillen en overeenkomsten naast elkaar te zetten. Zeker als je overweegt een van deze autonome, dweilende modellen in huis te halen. Een interessante concurrent is bovendien Dreame L50 Pro Ultra.

Eufy Omni E25 vs. Eufy Omni E28

De Eufy Omni E25 beschikt over een indrukwekkende zuigkracht van 20.000 Pa. Het HydroJet-dweilsysteem reinigt actief met neerwaartse druk en reinigt zichzelf tussendoor. De DuoSpiral-borstels voorkomen dat haren vastdraaien, terwijl de uitschuifbare CornerRover-arm randen en hoeken beter meepakt. Dankzij het AI See-systeem met RGB-camera herkent de robot honderden objecten en rijdt hij daar netjes omheen. Het Omni-basisstation neemt het meeste werk uit handen: het leegt, reinigt, vult en droogt de robot automatisch en voegt schoonmaakmiddel toe. Zo blijft de E25 wekenlang zonder omkijken schoonmaken.

De Eufy Omni E28 is technisch vrijwel identiek aan de E25. Je krijgt dezelfde krachtige zuigfunctie, hetzelfde dweilsysteem, dezelfde slimme arm en obstakelherkenning. Het verschil zit in de toevoeging van een afneembare, draagbare dieptereiniger. Daarmee kun je ook handmatig moeilijk bereikbare plekken reinigen, zoals traptreden of bankkussens. Ook bij de E28 zorgt het uitgebreide Omni-basisstation voor een grotendeels onderhoudsvrij gebruik.

©Wesley Akkerman

©Wesley Akkerman

Eufy Omni E25 vs. Eufy Omni S1 Pro

Daartegenover staat de Eufy Omni S1 Pro, die zich juist richt op een geavanceerde dweilervaring. Het Always Clean Mop-systeem maakt gebruik van een continu roterende dweilrol die zichzelf schoonhoudt (net als bij de E25 en E28) en die met één kilo neerwaartse druk stevig over de vloer gaat. De zuigkracht ligt met 8.000 Pa wel een stuk lager dan bij die twee modellen. Door het slanke, lage ontwerp komt de S1 Pro makkelijker onder meubels. Dat is mede te danken aan de geïntegreerde 3D MatrixEye--obstakelvermijding, die binoculair infrarood en een camera combineert voor nauwkeurige navigatie zonder LiDAR-toren (zoals op een Dreame).

Alle drie modellen maken gebruik van het Omni-basisstation, dat automatisch leegt, reinigt, vult en droogt. Welke je kiest, hangt af van je prioriteiten: de E25 biedt maximale zuigkracht en pakt randen en hoeken goed mee, de E28 voegt daar een draagbare dieptereiniger aan toe, en de S1 Pro blinkt uit in dweilen en wendbaarheid. Extra hygiëne krijg je bij de S1 Pro bovendien via Eco-Clean: een ozonreinigingssysteem in het basisstation dat het water zuivert.

©Wesley Akkerman

©Wesley Akkerman

Praktisch ontwerp

Het ontwerp van de Eufy Omni E25 is niet alleen gestroomlijnd, maar ook. Bovenop zitten twee knoppen waarmee je de robotstofzuiger activeert of naar de basis stuurt. Haal je de glanzende plastic kap eraf, dan krijg je toegang tot de uitneembare stofbak en afneembare watercontainer. Aangezien het basisstation deze zelf respectievelijk leegt en vult, heb je er weinig omkijken naar. Maar mocht er iets misgaan, of wil je de bakken even schoonmaken omdat je dat prettig vindt, dan kun je er dus moeiteloos bij.

Voorop zitten de camera en een led-lamp, zodat de robot ook in donker ziet waar hij heen moet. Onderop zit de uitschuifbare robotarm, samen met een antihaarborstel en de dweilrol. Die draait 180 keer per minuut en is 29 centimeter lang. Ook is daar een schraper gepositioneerd die het vuil van de rol haalt. Na controle van de waterbak zien we inderdaad dat er wat vuil in zit, dat helaas niet helemaal door het basisstation opgezogen wordt. Daarom is het handig om die bak zo nu en dan zelf even grondig schoon te maken, om nare geurtjes te voorkomen.

Installeren en go

De installatie van de Eufy Omni E25 is zo gebeurd. Je bent even bezig met uitpakken en alles een plek geven, maar het koppelen aan de – hier en daar wat knullig vertaalde – app verloopt snel. Na de eerste schoonmaakronde verschijnt er een gedetailleerde kaart van je woning. Je kunt meerdere kaarten maken voor verschillende verdiepingen, en wisselen tussen een 2D- en 3D-weergave. Binnen de app stel je no-go-zones in, markeer je zones zoals een vloerkleed, en geef je per kamer of ruimte nauwkeurige instructies.

Zodra de E25 aan het werk gaat, valt één ding op: hij lijkt soms wel dronken. Dit valt vooral op wanneer hij langs een muur rijdt. In plaats van een rechte lijn aan te houden maakt hij constant schijnbewegingen. De robot neemt een korte bocht richting de muur, wil niet botsen, rijdt terug en herhaalt dit gedrag totdat hij de hele muur heeft afgerond met datzelfde wiebelige patroon. Waarom hij dit doet, is onduidelijk. Opvallend is dat dit gedrag alleen optreedt bij muren en meubels. In open ruimtes rijdt de E25 namelijk wél strak in rechte lijnen.

Stofzuigprestaties en navigatie

Met een zuigkracht van 20.000 Pa – gelijk aan die van de veel duurdere Dreame X50 Pro – laat de Eufy Omni E25 nauwelijks iets liggen. Het maakt daarbij niet uit of het een tapijt of harde vloer betreft. Toch merkten we dat hij op een vloerkleed af en toe wat haren mist, maar daar hebben duurdere modellen ook last van. Qua geluidsniveau is de E25 niet storend aanwezig. Je hoort hem duidelijk werken, maar het is prima uit te houden als je thuis bent terwijl hij z'n ronde doet.

Omdat de Eufy Omni E25 geen LiDAR heeft, mist hij wat precisie in het inschatten van zijn omgeving. De camera geeft voldoende overzicht om botsingen grotendeels te voorkomen, maar het navigeren verloopt soms iets te voorzichtig. Daardoor stuurt hij nét te vroeg bij of laat hij een klein randje liggen. Het resultaat is dat je soms ziet waar hij wel geweest is en waar niet – bijvoorbeeld doordat er nog wat vuil ligt of de vloer op een plek droog is gebleven.

Dweilt goed, maar…

Vooral dat laatste is opvallend. Hoewel de Eufy Omni E25 de vloer netjes achterlaat, zie je altijd precies waar hij wel en niet geweest is. Dat komt door de dweilrol onderop. Die doet zijn werk goed, schraapt zichzelf schoon en drukt stevig op de vloer om ook hardnekkigere vlekken aan te pakken. Maar omdat hij niet naar buiten kan draaien – iets wat de Dreame L50 Pro wél kan – mis je altijd een deel van de vloer. We hebben dat met een foto vastgelegd ter illustratie. Het is iets om rekening mee te houden.

Tot slot het basisstation. Dat is compact en oogt modern, maar vraagt wel om een plek die een beetje centraal ligt in huis. De transparante waterbakken geven het station een eigen uitstraling, al zie je daardoor ook duidelijk het verdampte water op de bovenkant zitten. Dat maakt het geheel soms wat rommelig. Jammer is ook dat Eufy een eigen zeepsysteem gebruikt, waardoor je niet je eigen schoonmaakmiddel kunt toevoegen. Verder valt op dat het station zelf snel vies wordt op de plek waar het de stofopvangbak voor je leegt.

©Wesley Akkerman

©Wesley Akkerman

Eufy Omni E25 kopen?

De Eufy Omni E25 is een ambitieuze middenklasser met opvallende specificaties: een zuigkracht van 20.000 Pa en een basisstation dat het legen, bijvullen en schoonmaken grotendeels uit handen neemt. Functies als een CornerRover-arm en AI-objectherkenning zorgen voor een premium ervaring, op budget.

Helaas heeft het apparaat wel te kampen met wat navigatieproblemen. Vooral langs muren maakt de E25 rare schijnbewegingen, alsof hij constant kleine bochtjes maakt om niet te dicht bij de rand te komen. Dit 'dronken' patroon vertraagt niet alleen het schoonmaken, maar zorgt er ook voor dat smalle stroken langs de wanden soms worden overgeslagen. In open ruimtes rijdt hij wél strak in rechte banen, wat het verschil nog opvallender maakt.

De dweilfunctie is degelijk, maar weet de randen vaak niet goed mee te nemen. Dat heeft alles te maken met de dweilrol onderop: die kan niet naar buiten draaien, waardoor hij standaard een smalle strook langs de rand mist. Ook rijdt het systeem op sommige plekken zó voorzichtig, dat delen van de vloer simpelweg worden overgeslagen. Een ander nadeel is dat je vastzit aan Eufy's eigen zeepsysteem.

Hoewel het basisstation veel onderhoud uit handen neemt, spelen dergelijke minpunten wel mee. Maar eerlijk is eerlijk: dit systeem kost minder dan veel concurrenten, terwijl het toch zeer scherpe specificaties biedt. De Dreame L50 Pro is iets duurder, maar zou zomaar de meerprijs waard kunnen zijn.

▼ Volgende artikel
Je muur als canvas: slimme lichteffecten met de Philips Hue Play wall washer
© Philips
Zekerheid & gemak

Je muur als canvas: slimme lichteffecten met de Philips Hue Play wall washer

Op zoek naar slimme verlichting die méér doet dan alleen een kamer verlichten? De nieuwe Philips Hue Play wall washer projecteert kleurrijke lichteffecten op je muur en tilt sfeer naar een hoger niveau, ideaal voor films, muziek en ontspannen avondjes.

Een lege muur is vaak gewoon… nou ja, leeg. Praktisch misschien, maar niet echt spannend. Daar wil Philips Hue met de nieuwe Play wall washer iets aan veranderen. Deze compacte designlamp projecteert een kleurrijk lichtspel op je wand, waarmee je in één beweging sfeer aan je kamer toevoegt. Van subtiele achtergrondverlichting tot passende effecten tijdens een film of game, de wall washer is verrassend veelzijdig.

©Philips

Lavalamp 2.0: licht dat meer doet dan verlichten

De Philips Play wall washer is ontworpen om je muren tot leven te brengen. Dankzij een nieuwe techniek, ColorCast genaamd, ontstaan vloeiende kleurverlopen die echt iets doen met de ruimte. Het licht voelt rijk en dynamisch aan, alsof je muur zelf begint te ademen. Sluit je de lamp aan op je Hue-entertainmentsysteem, dan reageert het licht bovendien op wat je kijkt of luistert – of dat nu een film is, een game of je favoriete playlist.

Ook lezen: Review Philips Hue Play Gradient Lightstrip - duur, maar wel leuk

Je bepaalt zelf hoe groot het projectiegebied moet zijn: zet je de lamp dichter bij de muur, dan krijg je een strakke lichtbundel; plaats je hem verder weg, dan spreidt het effect zich breder uit. Via de Hue-app stel je alles eenvoudig in, inclusief richting, helderheid en de snelheid waarmee de kleuren worden afgewisseld.

©Philips

Designlamp met een slimme binnenkant

Wat meteen opvalt, is dat de lamp zelf geen aandacht opeist. De behuizing is strak, mat en gemaakt van aluminium – geen plastic spul dus. In zwart of wit past hij moeiteloos in een modern interieur. Het projectievenster is transparant en subtiel, zodat het vooral het licht is dat de show steelt. Daardoor ervaar je de wall washer meer als een designobject dan als tech-gadget.

De lamp werkt naadloos samen met het Hue-ecosysteem. Of je nu gebruikmaakt van een afstandsbediening, je smartphone of je stem via Siri, Alexa of Google Assistant, alles werkt zoals je mag verwachten van Hue. De wall washer is bovendien volledig compatibel met accessoires zoals de Hue HDMI Sync Box en de desktop-apps voor pc en tv.

Een vleugje AI in je verlichting

Tegelijk met de lamp lanceert Philips Hue ook zijn eerste AI-assistent. Die denkt bijvoorbeeld met je mee over de juiste sfeer. Je zegt of typt bijvoorbeeld 'gezellige avond' of 'ochtendenergie' en de assistent kiest automatisch een bijpassende lichtscène, of stelt er zelf eentje samen als er nog geen goede match is.

De AI werkt voorlopig alleen als je de Hue-app op Engels hebt staan en is beschikbaar in Nederland, België en Luxemburg. Andere landen volgen later dit jaar.

Niet goedkoop, wel doordacht

Met een prijs van 199,99 euro (en 349 euro voor een 2-pack) voor een enkele lamp is de wall washer duidelijk bedoeld als luxe toevoeging, niet als basisverlichting. Maar als je van sfeer, detail en controle houdt én je hebt al wat spullen van Philips Hue hangen, dan is dit een opvallend compleet pakket. De combinatie van slim licht, subtiel design en – nou ja, laten we het creatieve vrijheid noemen, maakt deze lamp interessant voor iedereen die meer uit z'n lege muren wil halen.

Meer informatie is te vinden op de site van Philips Hue.