ID.nl logo
Review Sony Xperia 1 IV – eigenwijs toestel verandert weinig
© PXimport
Huis

Review Sony Xperia 1 IV – eigenwijs toestel verandert weinig

Met de Sony Xperia I-lijn laat het Japanse elektronicaconcern verschillende onderdelen van zijn bedrijf samenkomen: displays, audio, gaming en fotografie. De fabrikant heeft op die gebieden best wat markaandeel, maar qua smartphones wil het nog steeds niet helemaal lukken. De Sony Xperia I IV gaat daar waarschijnlijk geen verandering in brengen.

Ironisch genoeg bieden de genoemde takken van het bedrijf natuurlijk niet per sé unieke eigenschappen voor een smartphone aan. Elk model heeft een scherm, op elk model speel je audio en games af en met elk model maak je foto’s. Maar voor Sony-telefoons geldt toch dat je iets extra’s kunt verwachten. Het bedrijf dat ooit begon als audiofabrikant heeft inmiddels goed beoordeelde televisies en een succesvolle PlayStation-tak, evenals de zeer populaire Alpha-camera’s.

Je zou dus, zeker voor een vierde iteratie van een high-end smartphonelijn, mogen verwachten dat al die elementen en eigenschappen uitgekristalliseerd zijn en daardoor een perfecte smartphone vormen. Dat verhaal is slechts deels waar. Net zoals bij voorgaande modellen hebben we zeer weinig te klagen over allerlei onderdelen. Het beeldscherm is prachtig, de camera maakt ontzettend mooie foto’s en de moderne processor stelt ons in staat grafische zware games af te spelen.

©PXimport

©PXimport

Wat gaat er mis?

Maar wat gaat er dan precies mis? Is de telefoon dan té perfect (en in het verlengde van die vraag: kan een smartphone te perfect zijn)? Dat hangt er natuurlijk maar net van af wat je van een telefoon anno 2022 verwacht. De Sony Xperia I-toestellen hebben altijd een 21:9-beeldverhouding, waardoor je er heel fijn films en series op kijkt. Maar voor allerlei andere zaken is het scherm te lang (of te breed), waardoor er lege, zwarte balken in beeld verschijnen en je niet overal goed bij komt.

Het oled-scherm van dit model is in de basis identiek aan de versie van vorig jaar. Dat betekent: maximaal een 4k-resolutie en een maximale verversingssnelheid van 120 Hertz. Ook er is wederom de Crreator Mode, die de beeldinstellingen automatisch aanpast wanneer je een bepaalde film kijkt. Het scherm oogt werkelijk waar prachtig en zeer vloeiend dankzij al die onderdelen. Daarin is Sony wellicht niet ongeëvenaard, maar weinig bedrijven komen hierbij in de buurt.

Nieuw dit jaar is de verhoogde maximale helderheid. Vorig jaar bleef Sony een beetje achter met een maximaal aantal nits van nog geen 600. Dit jaar staat de teller op 1.000 nits, waardoor het toestel heel goed bruikbaar is in de felle zon. Verder treffen we stereospeakers onder en boven het scherm aan. Die klinken prima voor telefoonspeakers; maar door de plaatsing kunnen je handen in de weg zitten tijdens het gamen. Maar wanneer je een video bekijkt, vormt dat gelukkig geen probleem.

©PXimport

©PXimport

©PXimport

Strak design en fijne software

Opvallend aan het design is verder dat Sony de Google Assistent-knop weghaalde en dat de lade voor de simkaart verplaatst is naar de onderkant. De koptelefoonaansluiting zit nog altijd aan de bovenkant, de usb-c-poort aan de onderkant en de vingerafdrukscanner in de powerknop. Het toestel is vrij licht en ligt lekker in de hand, al kan het zijn dat je niet overal bijkomt met je duim. Via de software kun je de modus voor één hand activeren, maar echt een perfecte oplossing is dat niet.

Verder valt op dat Sony relatief weinig software installeert op je toestel. We komen de gebruikelijke Google-apps tegen, evenals wat software voor het maken van foto’s en video’s. Dat laatste is niet vreemd, omdat de camera het paradepaardje is van dit model en je daar goede software voor nodig hebt. Helaas komen we ook apps als Netflix, Facebook en LinkedIn tegen; die kun je wel uitzettend, maar nooit helemaal verwijderen. Dat is en blijft een smet op de gebruikerservaring.

De Android 12-software an sich is dat gelukkig niet. Los van die extra apps voegt Sony geen onnodige software(-onderdelen) toe aan het systeem. Daardoor is de Android-ervaring kaal en lekker snel en hoef je ook niet door een drek aan functies te zoeken naar wat je wil aanpassen. Het besturingssysteem reageert snel en accuraat en kan tot slot rekenen op twee jaar aan upgrades en drie jaar aan beveiligingsupdates. Voor zo’n duur toestel is dat ontzettend karig, maar het is iets.

©PXimport

©PXimport

Andere hardware-aspecten

We gaan nog even in vogelvlucht langs alle belangrijke hardware-aspecten. De Sony Xperia I IV beschikt over de meest recente high-end processor van 2022: de Qualcomm Snapdragon 8 Gen 1. Die processor is snel en energiezuinig en op vrijwel alle fronten beter dan z’n voorganger. Wat Sony er precies mee gedaan heeft is ons niet duidelijk, maar het valt wel op dat dit toestel vrij snel heel heet wordt. Hopelijk brengt het bedrijf hiervoor snel een update uit, want dit is alles behalve fijn.

Verder krijg je 12 GB aan werkgeheugen en 256 GB aan interne opslagruimte. Is dat niet genoeg of zet je je foto’s graag over via een sd-kaartje? Dan is het goed om te weten dat je een micro-sd-kaart tot 1 TB kunt gebruiken. De Sony Xperia I IV ondersteunt 5g, wifi 6e, bluetooth 5.2, nfc en verschillende gps-standaarden. Kortom: eigenlijk alles waar een moderne smartphone aan moet voldoen. Dit zijn tevens de meest recente versies van alle genoemde standaarden.

De accu heeft een vermogen van 5.000 mAh. Dat is 500 mAh meer dan de Xperia I III heeft, waardoor het toestel dus iets gemakkelijker het einde van de dag haalt. Sony levert géén usb-oplader mee, maar dat hoeft geen probleem te zijn. Met een oplaadsnelheid van 30 watt heb je ongetwijfeld zelf al een geschikte lader liggen. En anders kun je wellicht investeren in een draadloze lader van 15 watt, aangezien het toestel draadloos laden ondersteunt. Houd er rekening mee dat opladen lang duurt.

©PXimport

©PXimport

Camera als paradepaardje

Het laatste hardware-onderdeel dat we niet moeten vergeten is de camera. Dit is immers het paradepaardje. Opvallend is dat Sony geen nieuwe sensoren gebruikt in zijn high-end smartphonelijn en dat je dus te maken krijgt met de module van vorig jaar. Het gaat om drie lenzen van twaalf megapixel en een dedicated Time of Flight 3D-sensor. De verschillende sensoren bieden brandpuntafstanden van 16, 24, 70 en 105 millimeter aan; en dit keer is er een twist.

Je krijgt namelijk tot een zoomsysteem waarmee je veel fijner inzoomt dan op het vorige systeem. Je kunt nu vrij schakelen tussen 70 en 125 mm, wat ongeveer neerkomt op 3,5 tot 5 keer inzoomen. Ga je verder dan dat, dan zoom je digitaal in en cropt het toestel dus het beeld automatisch. Geen enkele andere smartphone op de markt is hiertoe in staat. Daarnaast is de selfiecamera erop vooruitgegaan en maak je dit keer ook aan de voorkant foto’s met een sensor van twaalf megapixel.

Net als bij de voorgaande modellen zijn we zeer te spreken over de kwaliteit van de foto’s en video’s. De beelden ogen strak, scherp en kleurrijk, maar maken de content niet mooier dan de echte wereld. De camera-app blaast geen kleuren op als je dat niet wil en biedt allerlei Alpha-actige opties aan waar je flink en lekker mee kunt experimenteren. Natuurlijk is een echte camera aanschaffen een beter idee wanneer je mooie foto’s wil maken, maar onderschat de Sony Xperia I IV niet.

De software-omgeving kan aanvankelijk een beetje imponeren. Want er staan wel héél veel knopjes en metertjes in beeld wanneer je de app handmatig bedient. Echter, gelukkig biedt de Sony Xperia I IV tevens een automatische stand aan, die allerlei zaken voor je bepaalt. De modus werkt niet perfect, maar levert wel in zeer korte tijd prachtige plaatjes op. Zeggen dat die “prima zijn voor social media” is een understatement, dus dat doen we ook niet. Dit systeem werkt daar té goed voor.

©PXimport

©PXimport

Sony Xperia I IV – conclusie

Dan komen we eigenlijk weer aan bij de vraag uit het begin van het artikel: wat gaat er dan mis? Ondanks het feit dat Sony op allerlei vlakken excelleert, slaat het bedrijf tevens de plank volledig mis als je kijkt naar waar consumenten om geven. Natuurlijk zijn er mensen die het fijn vinden om met de Alpha-software aan de slag te gaan of films te kijken op dat brede scherm. Maar voor het gros van de consumenten is de Sony Xperia I-lijn nog steeds een beetje een vreemde eend in de bijt.

Op het camerasysteem na – en zelfs dat kun je nog betwisten – biedt Sony eigenlijk niet echt een aantrekkelijk pakket aan veel soorten smartphonegebruikers. Daarvoor heeft de smartphone een te eigenwijs design en is de camera- en videosoftware te uitgebreid en ontoegankelijk. Daarnaast speelt er nu ook een nieuw probleem: de processor die snel te warm wordt. Koppel dat aan het hoge scherm, het gebrek aan snelladen en de hoge prijs en je ziet meteen waar het fout gaat.

Maar eerlijk is eerlijk: de Sony Xperia I IV is simpelweg geen slechte smartphone. Als Sony de problemen met de hitte-afvoer oplost, en we heel even de hoge prijs opzijschuiven, dan houden we aspecten over waar we best aan kunnen wennen. Wil je dat niet dan doe je er goed aan voor veel minder een high-end toestel van Samsung of Apple in huis te halen, zeker wanneer je fotografie belangrijk vindt. Maar wil je echt iets eigenwijs in huis halen, overweeg dan de Xperia I IV.

Goed
Conclusie

**Adviesprijs** € 1369,- **Kleuren** Zwart, grijs en paars **OS** Android 12 **Scherm** 6,5 inch oled (3.840 bij 1.644, 60 Hz of 2560 x 1.096, 120 Hz) **Processor** Qualcomm Snapdragon 8 Gen 1 **RAM** 12 GB **Opslag** 256 GB (uitbreidbaar) **Batterij** 4.500 mAh **Camera** 12, 12 en 12 megapixel (achter), 12 megapixel (voor) **Connectiviteit** 5G, 4G (LTE), Bluetooth 5.2, wifi 6e, gps, nfc **Formaat** 165 x 71 x 8.2 mm **Gewicht** 185 gram **Overig** IP68-certificering **Website** [www.sony.nl](https://www.sony.nl/electronics/smartphones/xperia-1m4)

Plus- en minpunten
  • Weergaloos oled-scherm
  • Zeer uitgebreid camerasysteem
  • Strak en stoer design
  • Kale Android-software
  • Updatebeleid karig
  • Wordt snel warm
  • Geen beter camerasysteem
  • Hoge prijs
▼ Volgende artikel
Van speelgazon tot schaduwtuin: zo kies je de juiste grassoort
© africaimages.com (Olga Yastremska, Africa Images)
Huis

Van speelgazon tot schaduwtuin: zo kies je de juiste grassoort

Een gazon is meer dan een stukje groen. Het kan een speelplek zijn voor kinderen of juist vooral de blikvanger zijn in een strak aangelegde tuin. Soms ligt het vol in de zon, soms grotendeels in de schaduw. Voor elke situatie is er een passend graszaadmengsel. Wat past het best bij jouw tuin?

Graszaad is altijd een mengsel Graszaad bestaat uit een mix van verschillende grassoorten. Elke soort heeft zijn eigen eigenschappen: de ene soort groeit snel, de andere is fijn van structuur, weer een andere herstelt snel en goed. Door deze eigenschappen te combineren, ontstaat een mengsel dat goed is afgestemd op de specifieke omstandigheden in de tuin.

Lees ook: Groener gras? Maaien en onderhouden doe je zo

Wat voor graszaad je nodig hebt, hangt helemaal af van het soort grasveld dat je wilt. Voor een veldje waarop je kinderen lekker kunnen ravotten en een balletje trappen heb je ander gras nodig dan voor een gazon dat vooral bedoeld is voor de sier. Hieronder lees je per toepassing welke grassoorten het meest geschikt zijn.

Speelveld: stevig en snel herstellend

Een gazon waarop gespeeld, gelopen of gevoetbald wordt, moet vooral sterk zijn. Het gras moet tegen een stootje kunnen én zich snel herstellen. Daarvoor heb je een mengsel nodig met veel Engels raaigras (Lolium perenne). Dit gras kiemt snel en vormt stevige sprieten. Het is goed bestand tegen intensief gebruik en groeit snel terug als het beschadigd raakt. Vaak wordt het aangevuld met veldbeemdgras (Poa pratensis), dat ondergronds uitlopers vormt en zo kale plekken opvult. Samen zorgen deze soorten voor een duurzaam speelgazon dat veel belasting aankan.

Siergazon: fijn, traag groeiend en egaal

Voor een siergazon gelden weer andere zaken. Het moet vooral fijn van structuur zijn, gelijkmatig groeien en een egaal, verzorgd beeld geven. Voor dit type gazon zijn roodzwenkgras (Festuca rubra) en struisgras (Agrostis capillaris) geschikt. Deze grassoorten groeien langzaam en blijven laag, waardoor je minder vaak hoeft te maaien. Ze vormen een dichte mat van fijne sprietjes die er netjes uitziet, vooral bij regelmatig onderhoud. Een siergazon vergt wel iets meer zorg, want het is minder sterk en herstelt trager bij schade.

Schaduwgazon: licht nodig, maar minder zon

In tuinen met veel schaduw, bijvoorbeeld door bomen, heeft gras het moeilijk. De meeste grassoorten groeien slecht zonder zon, wat ruimte geeft aan mos. Een schaduwgazon moet daarom vooral weinig licht nodig hebben en toch stevig genoeg zijn om een dichte mat te vormen. Mengsels voor schaduw bevatten vaak fijne vormen van roodzwenkgras en soms bosgras (Festuca heterophylla), een soort die beter groeit bij weinig licht. Een kleine hoeveelheid Engels raaigras zorgt voor stevigheid, maar alleen als er dagelijks toch wat zonlicht aanwezig is. Let op: ook schaduwgazon heeft minimaal 2 tot 4 uur daglicht nodig om goed te blijven groeien.

Droge (zand)grond: diep wortelend en hittebestendig

Op lichte zandgrond of op plekken waar je weinig sproeit, heb je gras nodig dat tegen droogte kan. Dit soort gras moet diep kunnen wortelen en niet te snel verdrogen. Mengsels voor droge omstandigheden bevatten vaak een aangepaste selectie van veldbeemdgras en speciaal geselecteerde varianten van Engels raaigras die minder water nodig hebben. Soms wordt er ook hard zwenkgras aan toegevoegd, dat goed bestand is tegen droogte en hitte. Deze soorten wortelen dieper dan gemiddeld, waardoor ze vocht uit lagere lagen kunnen opnemen. Zo blijft je gazon ook bij warme zomers langer groen.

©Elena Elisseeva | Elenathewise

Wanneer en hoe zaai je gras?

De ideale periode om gras te zaaien is in het voorjaar (maart tot mei) of het najaar (september tot half oktober). Dan is de bodem warm genoeg en valt er meestal voldoende regen. Ook tussentijds bijzaaien is mogelijk – bijvoorbeeld als je last hebt van kale plekken of na het verwijderen van mos – zolang de bodemtemperatuur boven de 10 °C ligt en de grond vochtig blijft.

Begin altijd met een goede voorbereiding. Maai het bestaande gras kort, en verwijder mos en dood materiaal door het gazon te verticuteren. Dat kan met een verticuteerhark of een verticuteermachine.

Bij het herstellen van kale plekken hark je de grond los, zodat het zaad goed contact maakt met de aarde. Zaai vervolgens het juiste graszaadmengsel voor jouw situatie. Druk het zaad licht aan, bijvoorbeeld met een plank of de achterkant van een hark. Belangrijk: houd de bodem vochtig tot het gras begint te kiemen. Dat duurt gemiddeld 7 tot 14 dagen, afhankelijk van de soort en temperatuur. Wil je extra bescherming bieden? Strooi dan een dun laagje potgrond of compost over het zaad. Dat helpt tegen uitdroging en beschermt tegen vogels.

Wacht met maaien tot het gras minstens 8 cm hoog is, en gebruik dan een hoge maaihoogte bij de eerste maaibeurt. Zo geef je jonge sprietjes de kans om zich goed te wortelen.

Lees ook: Gras vol mos? Dit wil je weten over het verticuteren van je gazon

Tabel: deze grassoorten heb je nodig

Type gazonEigenschappen grasGeschikte grassoorten
SpeelgazonSterk, snelgroeiend, herstellendEngels raaigras, veldbeemdgras
SiergazonFijn, traaggroeiend, egaalRoodzwenkgras, struisgras, veldbeemdgras
SchaduwgazonGroeiend bij weinig lichtFijn roodzwenkgras, bosgras, beetje raaigras
DroogtebestendigDiep wortelend, hittebestendigVeldbeemdgras, hard zwenkgras, raaigrasvariant

Liever meteen resultaat? Kies voor graszoden Wil je niet wachten tot graszaad kiemt en opkomt? Kies dan voor graszoden. Dat zijn kant-en-klare rollen gras, opgekweekt op een kwekerij en direct klaar voor gebruik. Ideaal als je snel een groen gazon wilt, bijvoorbeeld bij een verhuizing of als je tuin in korte tijd helemaal wordt opgeknapt. Graszoden bestaan meestal uit een stevige combinatie van Engels raaigras en veldbeemdgras. Daardoor zijn ze geschikt voor intensief gebruik én vormen ze snel een dicht tapijt.

Het leggen van graszoden kan van maart tot en met oktober, zolang het niet vriest. Zorg dat de ondergrond egaal, losgemaakt en licht vochtig is. Rol de zoden strak tegen elkaar uit, druk ze goed aan en geef royaal water – zeker in de eerste weken. Na 10 tot 14 dagen zijn ze voldoende vastgegroeid om voor het eerst te maaien.

▼ Volgende artikel
Review Ninja Café Luxe - Barista-ervaring, mits je de tijd neemt
© Ninja
Huis

Review Ninja Café Luxe - Barista-ervaring, mits je de tijd neemt

De markt voor koffiemachines is breed en beweegt snel. Veel apparaten bieden steeds meer functies, van eenvoudige espresso’s tot uitgebreide melk- en cold brew-specialiteiten. De Ninja Café Luxe-serie belooft precies dat: barista-kwaliteit, eindeloze mogelijkheden en gebruiksgemak in één apparaat. Maar maakt dit model die belofte waar in de praktijk?

Uitstekend
Conclusie

De Ninja Café Luxe is vooral geschikt voor koffieliefhebbers die graag zelf de controle houden over het volledige zetproces, bereid zijn om het apparaat goed te leren kennen en de ruimte hebben voor een grotere machine. Wie dat ziet als een leuke uitdaging, haalt met de Ninja Café Luxe een complete koffie-oplossing in huis.

Plus- en minpunten
  • Veelzijdig gebruik
  • Volledig instelbaar
  • Goede bouwkwaliteit
  • Handige accessoires en opbergmogelijkheden
  • Automatisch melkopschuim- en reinigingsprogramma
  • Niet direct intuïtief in gebruik
  • Uitgebreid stappenplan voor eerste gebruik
  • Groot en zwaar apparaat
  • Prijzig

De Ninja Café Luxe combineert een espressomachine, filterkoffiezetter en cold brew-maker in één apparaat. Met de geïntegreerde koffiemolen (25 maalstanden) en tamper stel je de koffie volledig naar wens af.

De machine biedt vijf espresso-opties, vier koffiestijlen en vier melkopschuimstanden – geschikt voor zowel dierlijke als plantaardige melk. Je kiest uit zeven drankformaten, van espresso tot cold brew-specialiteiten zoals iced latte of espresso martini.

Er zijn twee uitvoeringen:

  • De Essential (ES501EU) met 14 instellingen voor gemak en variatie.

  • De Premier (ES601EU) met extra temperatuur- en melkopties voor meer controle.

De Essential kost 449,99 euro, de Premier 549,99 euro. De machine is groot en zwaar (34,4 x 33,6 x 37,2 cm) en weegt 16,65 kilo.

©Ninja

Eerste indruk: wat veel!

Wat fijn is aan huishoudelijke apparaten van Ninja, is dat ze doorgaans gebruiksvriendelijk en intuïtief te bedienen zijn, zo bleek uit eerdere ervaringen. Gebruiksvriendelijk blijkt – na enige tijd – zeker waar, maar intuïtief kunnen we dit apparaat zeker niet noemen direct na het uitpakken. De uitgebreide handleiding, verkorte snelstartgids en een inspiratiegids met allerlei recepten voor de verschillende koffievarianten komen dan ook direct van pas.

©Saskia van Weert

Uit de doos oogt de Ninja Café Luxe direct stevig en professioneel. De afwerking is netjes en het apparaat maakt een solide indruk op het aanrecht. Bij het uitpakken valt op hoeveel accessoires en onderdelen erbij zitten: van filterhouders en melkopschuimer tot een geïntegreerde molen.

Voordat er überhaupt koffie kan worden gezet, dient er een stapsgewijze kalibratie en watermeting te worden gedaan om te bepalen hoe hard het kraanwater is in de eigen regio. De stappen staan duidelijk beschreven in de gids, alle benodigdheden (behalve koffiebonen) zitten bijgesloten in de doos. Dat alles neemt een halfuurtje in beslag, daarna is de machine klaar voor het eerste gebruik.

©Ninja

Espresso drink je natuurlijk niet uit een mok

Een elegant kopje verhoogt de smaakbeleving!

De functies op een rij

De koffiemachine heeft allerlei onderdelen die een eigen plekje hebben in of op de machine. Er zitten drie filterbakjes bij om de gemalen koffie in te doen: eentje voor een enkele hoeveelheid, een wat grotere voor een dubbele hoeveelheid drank en een grote mand voor filterkoffie.

Dan is er het portafilter, oftewel het gedeelte waarin de gemalen koffie plus het gewenste filterbakje gaan, en dat je vastklikt onder de wateruitlaat.

Er is een losse trechter die je gebruikt tijdens het malen van de koffie, en een stamper om de koffie in het bakje samen te drukken. Tot slot is er nog het melkkannetje.

©Saskia van Weert

Links van de machine kun je de trechter en de stamper bewaren, het portafilter kan onder de koffiemaler en het kannetje heeft een vaste plek rechts onder het melktuitje.

Het bedieningspaneel verdient ook wat aandacht. Aan de linkerzijde zit een draaischijf waarmee je de maalgraad van de koffiebonen instelt. Dan is er nog het display met allerlei opties en een draai-/drukknop, en een gedeelte om het soort melkschuim in te stellen. Het bedieningspaneel is duidelijk vormgegeven, maar door het grote aantal opties is het niet direct intuïtief.

Boven op het apparaat is er een warmhoudplaat voor koffiebekers. Aan de achterzijde zit het waterreservoir, bovenin zit een dekseltje om toegang te krijgen tot het bonenreservoir, en geheel rechts zit een klein deurtje waar je de metalen filterbakjes in kunt opbergen.

Kortom: een hoop opties en een hoop uitzoekwerk!

©Saskia van Weert

In gebruik: goed resultaat (na even oefenen)

Bij het apparaat zit een dikke zwart-witte gebruikshandleiding. Het is aan te raden die goed door te nemen en bij de hand te hebben tijdens het leren kennen van het apparaat en de mogelijkheden. Na enige keren wat proberen wordt duidelijk dat de basishandelingen vrij overzichtelijk zijn. Een doorgewinterde thuisbarista zal deze machine vermoedelijk sneller weten te doorgronden.

Allereerst moet het gewenste filterbakje in het portafilter. Je zet de trechter op het filterbakje en zet de machine aan. Je kiest het gewenste programma, bijvoorbeeld espresso. De standaardinstelling is een dubbele shot; dat is eventueel aan te passen in het menu.

Vervolgens hang je het portafilter onder de koffiemaler. Er verschijnen twee getallen in beeld: de ideale maalgraad en de huidige instelling. Via de draaischijf links aan de machine zorg je dat de twee getallen identiek zijn. Je start de maler en neemt het portafilter met gemalen koffie uit de machine. Je stampt de boel aan met de stamper, verwijdert de trechter en bevestigt het portafilter onder de wateruitlaat. Dat doe je door de oranje stip op het filter gelijk te houden met de stip op de machine en het filter stevig naar rechts te bewegen om het te vergrendelen. Dat gaat vrij zwaar.

©Ninja

Dan is het tijd om het koffiezetten te starten met een druk op de draai-/drukknop. Vergeet niet om een passende kop of mok onder het filter te zetten. Er komt een beetje geconcentreerde koffie uit de machine, die wordt aangevuld met heet water om de gewenste sterkte te verkrijgen. Deze stappen zijn gelijk voor vrijwel alle koffiebereidingen – alleen filterkoffie gaat iets anders.

Melkschuim maken

Mocht je cappuccino willen maken, dan doe je dierlijke of plantaardige melk in de melkkan tot aan de streep, kies je de gewenste dikte en laat je de melk warm worden en opschuimen tot een pieptoon aangeeft dat de melk klaar is. Je hoort het kleine mixertje onder in de kan flink tekeergaan en dat levert een prima resultaat op. Na het leeggieten van de kan start een automatisch schoonmaakprogramma.

De smaak van de geteste koffievarianten is prima. De exacte uitkomst hangt uiteraard af van de gebruikte bonen.

©Saskia van Weert

Schoonmaken en onderhoud

Een deel van de accessoires en onderdelen mag gewoon in de vaatwasser. Zoals wel vaker is het vaak beter voor de duurzaamheid om alles op de hand af te wassen. Metalen onderdelen blijven daardoor langer glanzend. De melkopschuimer heeft een eigen reinigingsprogramma voor het binnenwerk en het tuitje, al moet het kannetje natuurlijk wel goed afgewassen worden.

Ninja Café Luxe kopen?

De Ninja Café Luxe is een krachtige en veelzijdige koffiemachine die de serieuze thuisbarista veel te bieden heeft. Met uitgebreide instellingen voor koffie, melk en formaat, en de mogelijkheid om zowel espresso als filterkoffie en cold brews te zetten, is dit apparaat een echte allrounder. De bouwkwaliteit is stevig en professioneel, en het apparaat wordt geleverd met handige accessoires en een eigen reinigingsprogramma voor de melkopschuimer.

Tegelijk vraagt de machine om tijd en aandacht. Het is geen instapmodel voor wie snel en zonder nadenken een kopje koffie wil zetten. De bediening is uitgebreid en vergt oefening, vooral in het begin. Ook neemt het apparaat de nodige ruimte in beslag en zijn er veel onderdelen om mee te werken.

De Ninja Café Luxe is vooral geschikt voor koffieliefhebbers die graag zelf de controle houden over het volledige zetproces, bereid zijn om het apparaat goed te leren kennen en de ruimte hebben voor een grotere machine. Wie dat ziet als een leuke uitdaging, haalt met de Ninja Café Luxe een complete koffie-oplossing in huis.

Watch on YouTube