ID.nl logo
Review Samsung Galaxy S23 Plus - Een grotere S23-smartphone
Huis

Review Samsung Galaxy S23 Plus - Een grotere S23-smartphone

De Samsung Galaxy S23 Plus kun je zien als een grotere en duurdere versie van de S23, zonder hele spannende extra’s. Daarom is de Plus-versie ook goedkoper dan de S23 Ultra, het topmodel van dit jaar. In deze Samsung Galaxy S23 Plus review lees je of het toestel tussen wal en schip valt of juist een slimme keuze is.

Uitstekend
Conclusie

De conclusie van deze Samsung Galaxy S23 Plus review is eenvoudig én lastig tegelijk. Deze smartphone is immers ‘gewoon’ een grotere versie van de S23, met alle plus- en minpunten die bij zijn kleinere broer horen. De S23 Plus is daarom een goede keuze als je de S23 te klein vindt of een grotere, premium Android-smartphone zoekt.

Plus- en minpunten
  • Functies en gebruikservaring
  • Betrouwbare kwaliteit
  • Vijf jaar softwareupdates
  • Grotere kopie van de S23
  • Qua prijs tussen wal en schip
  • Zelf (de juiste) oplaadadapter regelen

Goed om vooraf te weten is dat de Galaxy S23 de S22 Plus uit 2022 opvolgt en een adviesprijs draagt van 1199 euro. Hiermee is hij flink duurder dan de instapversie van de S23, die 949 euro kost maar 128 GB opslaggeheugen heeft. In de S23 Plus zit 256 GB geheugen. Het is daarom eerlijker om de smartphone te vergelijken met de S23-variant van 256 GB, die 1009 euro kost. Zo kom je uit op een prijsverschil van 190 euro. Het prijsverschil met de goedkoopste versie van de S23 Ultra (256 GB) is met 200 euro bijna even groot. Zo belandt de S23 Plus precies in het midden, als een grotere versie van de S23 die functies mist van de S23 Ultra.

Lees meer: onze Samsung Galaxy S23 review en Samsung Galaxy S23 Ultra review

Herkenbaar ontwerp

Leg je de Samsung Galaxy S23 Plus naast de Samsung Galaxy S23 en Samsung Galaxy S23 Ultra dan vallen er twee dingen op. Een: de S23 Plus verschilt van de grotere en meer rechthoekige Ultra-versie en twee: de S23 Plus is letterlijk een grotere versie van de S23. Onderstaande foto’s tonen de S23 en S23 Plus naast en op elkaar. De S23 heeft een 6,1inch-scherm, de S23 Plus een 6,6inch-scherm. In de praktijk betekent dit dat de S23 aardig met één hand te gebruiken is, waar je de Plus-variant beter met twee handen kunt gebruiken. Twijfel je welk formaat het beste bij jou past, dan raad ik je aan beide toestellen in een winkel te proberen.

Links de S23 Plus, rechts de S23

Het herkenbare ontwerp is dus iets groter, en daarom is de S23 Plus ook wat zwaarder. De telefoon weegt 196 gram, tegenover 168 voor de S23. Het extra gewicht komt ook door de grotere accucapaciteit, die weer nodig is om het grotere scherm van stroom te voorzien. Daarover zo meteen meer.

De S23 Plus is in de praktijk iets groter dan de S23 (bovenop).

Goed om te weten is dat de S23 Plus van glas gemaakt is en erg stevig en luxe aanvoelt. De smartphone is bovendien water- en stofdicht en heeft drie cameralenzen op de achterkant. Die steken een heel klein beetje uit. De telefoon mist een 3,5mm-poort om je bedrade oordopjes aan te sluiten. Je kunt wel een adapter aansluiten op de usb-c-poort, maar die adapter moet je zelf kopen. Dit geldt ook voor de andere S23-modellen.

Groter en heel goed scherm

Dan het scherm van de S23 Ultra. Als gezegd is het scherm 6,6 inch groot en vooral bedoeld voor gebruik met twee handen. Typen gaat dan ook lekker vlot op dit scherm. En je kijkt prettiger naar video’s, simpelweg omdat je alles wat groter ziet. Het beeldscherm zelf is van uitstekende kwaliteit. Het gaat om een oled-display dat met maximaal 120 keer per seconde ververst (120 Hz) voor soepel beeld en heel fel kan. Zo zie je het scherm ook buiten, op een zonnige dag, goed. Het scherm toont een scherpe Ful-HD-resolutie, net als concurrerende smartphones. Onder het scherm zit een snelle en accurate vingerafdrukscanner die alleen dienst weigert als je vinger nat is.

Ten opzichte van de S23 Ultra ontbreekt de ingebouwde stylus om (aan)tekeningen mee te maken. De S23 mist deze S Pen ook. Wat mij betreft geen ramp, maar er zijn mensen die graag iets meer betalen voor de stylus. En dat is ergens logisch, want de S23 Ultra is één van de weinige smartphones die met zo’n geavanceerd, ingebouwd pennetje komt.

De S23 Plus is vanwege zijn formaat moeilijk met één hand te gebruiken

Dezelfde, uitstekende specificaties

Over naar de technische specificaties van de Samsung Galaxy S23 Plus. En ook die lijken verdacht veel op de S23. Zo hebben de smartphones dezelfde processor, allebei 8 GB werkgeheugen en – als je het juiste model kiest – 256 GB opslagruimte. In de praktijk verschilt de gebruikservaring daarom niet. Net als de S23 is de S23 Plus razendsnel en wisselt hij zonder problemen tussen recent gebruikte apps en games. De telefoon blijft relatief koel tijdens intensief gebruik. Dat geldt niet voor sommige concurrerende smartphones.

Zoals je mag verwachten van een premium toestel, ondersteunt de S23 Plus alle functies die je (misschien) wil gebruiken. Denk aan e-sim – een digitale simkaart -, 5G-internet, NFC en opladen via de usb-c-poort en draadloze oplader. De accu gaat, ook bij intensief gebruik, langer dan een dag mee. Daar hoef je je geen zorgen om te maken.

Let op met opladen

Dat opladen vergt wel even aandacht, want in de doos van de S23 Plus zit alleen een usb-c-kabel. Samsung verwacht dat je al een usb-adapter hebt om aan de kabel te koppelen. Dat klopt vast en zeker, maar je dient wel de juiste adapter te hebben om de S23 Plus snel op te laden. En de kans is redelijk groot dat je die adapter niet hebt of niet weet dát je ‘m hebt. Om de S23 Plus met de maximale snelheid van 45 watt op te laden, heb je namelijk een adapter van minimaal 45 watt met Power Delivery (PD) 3.0-ondersteuning nodig. De minuscule lettertjes op je adapter geven aan of dit het geval is. Heb je niet de juiste oplader, dan laadt de S23 Plus een stuk langzamer op.

Een alternatief is het kopen van een geschikte adapter of kiezen voor een draadloze oplader. Draadloos opladen is praktisch, maar duurt met de maximale laadsnelheid van 15 watt veel langer dan bekabeld opladen. Een handige functie is dat de S23 Plus zijn stroom ook kan gebruiken om een ander apparaat draadloos op te laden door het op de achterkant van de telefoon te leggen. Zo kun je bijvoorbeeld je draadloze oordopjes of elektrische tandenborstel van (nood)stroom voorzien.  

Een ingetogen ontwerp

Camera's zijn uitstekend

Het wordt bijna saai, maar ook de camera’s van de S23 en S23 Plus zijn identiek. Wat betekent dat er een prima selfiecamera in een klein gaatje in het scherm zit, en er op de achterkant drie cameralenzen geplaatst zijn. Die horen bij een hoofdcamera, een groothoekcamera (voor extra brede foto’s en video’s) en een zoomcamera om het beeld een paar keer dichterbij te halen met beperkt kwaliteitsverlies. Handige functies dus, die je wellicht kent van de S22-serie. Na een week met de S23 Plus rondgelopen te hebben, ben ik erg tevreden over de camera’s. Zoals ik dat ook was na mijn testperiode met de S23. De foto’s en video’s van de S23 Plus zijn scherp, kleurrijk en ook in het donker lekker duidelijk. Hieronder vind je wat foto’s met de hoofdcamera.

En hieronder vind je drie series van foto’s gemaakt met van links naar rechts respectievelijk de hoofdcamera, groothoekcamera en zoomcamera. Zo zie je het verschil in wat de S23 Plus vastlegt in de verschillende cameramodi en natuurlijk de kwaliteit van de foto’s.

Wil je betere camera’s, dan kom je – inderdaad – uit bij de S23 Ultra. Die heeft een geavanceerde hoofdcamera en twee zoomcamera’s om veel verder en met betere kwaliteit in te zoomen.

View post on TikTok

Vijf jaar updates

En ja, ook de software van de S23 Plus is identiek aan de S23. En overigens ook aan de S23 Ultra. Logisch ook, want Samsung kiest op alle drie de smartphones voor de nieuwste Android-versie (Android 13) en legt hier zijn eigen OneUI-softwareschil overheen. Met die schil probeert Samsung je erg in zijn ecosysteem te betrekken. Bepaalde functies van andere Samsung-gadgets, zoals oordopjes, smartwatches en laptops, werken alleen in combinatie met een Samsung-telefoon als de S23-model. Een slimme manier om de verkopen aan te jagen, al kan Samsungs werkwijze opdringerig aanvoelen als je behalve de S23 Plus geen Samsung-apparatuur gebruikt.

De Samsung OneUI-software komt ook wat druk over, maar werkt prettig. En belangrijker: Samsung stelt vijf jaar lang beveiligingsupdates beschikbaar die je smartphone beschermen tegen (opgeloste) lekken in de Android-software. Google doet dat bijvoorbeeld ook vijf jaar voor Pixel-telefoons, Apple rolt zo’n zes jaar updates uit voor zijn iPhones. Je kunt de S23 Plus in de praktijk veilig gebruiken tot februari 2028. Dat is een fijn gedachte. Versie-updates, die nieuwe functies toevoegen en dus wat minder belangrijk zijn maar wel meer opvallen, krijg je vier jaar lang. Ook dat is netjes van Samsung.

Conclusie: Samsung Galaxy S23 Plus kopen?

De conclusie van deze Samsung Galaxy S23 Plus review is eenvoudig én lastig tegelijk. Deze smartphone is immers ‘gewoon’ een grotere versie van de S23, met alle plus- en minpunten die bij zijn kleinere broer horen. De S23 Plus is daarom een goede keuze als je de S23 te klein vindt of een grotere, premium Android-smartphone zoekt. Anderzijds is het prijsverschil tussen de S23 en S23 Plus best fors. Je betaalt 190 euro meer voor de Plus-versie en krijgt hier eigenlijk alleen een groter scherm voor terug. Wie die meerprijs niet wil betalen, is net zo goed en dus goedkoper af met de S23. Blijft over: de S23 Ultra. Met zijn prijs van 1399 euro een (prijs)klasse apart, en daarom ook voorzien van betere specificaties dan de S23 Plus. Liefhebbers zullen doorsparen voor de S23 Ultra, maar voor het grote publiek is de S23 of S23 Plus een betere keuze. Gelet op het onderlinge prijsverschil raad ik de meeste mensen dan toch de kleinere S23 aan, en belandt de S23 Plus dus toch wat tussen wal en schip. Wat niet wegneemt dat het een hele goede smartphone is waar je jaren mee vooruit kunt.

▼ Volgende artikel
Gamers, opgelet: de ROG Xbox Ally en Ally X komen in oktober!
© ASUS
Huis

Gamers, opgelet: de ROG Xbox Ally en Ally X komen in oktober!

ASUS Republic of Gamers (ROG) heeft op Gamescom 2025 in Keulen de ROG Xbox Ally en de krachtiger ROG Xbox Ally X onthuld. Beide handhelds liggen vanaf 16 oktober 2025 wereldwijd in de winkels. Bezoekers van de gamingbeurs kregen deze week de primeur om de nieuwe apparaten zelf uit te proberen.

Laten we beginnen met wat specs: de standaard ROG Xbox Ally draait op een AMD Ryzen Z2 A-processor met vier Zen 2-cores en acht RDNA 2-GPU-cores. In combinatie met 16 GB LPDDR5X-6400 RAM, een 512 GB SSD en een 60 Wh-batterij mikt dit model op solide prestaties voor onderweg. De Ally X gaat echter nog een stapje verder: deze versie krijgt de nieuwe AMD Ryzen AI Z2 Extreme met acht cores, zestien threads, 16 RDNA 3.5-GPU-cores en een geïntegreerde NPU. Daarbij hoort 24 GB sneller LPDDR5X-8000 werkgeheugen, een 1 TB SSD en een grotere 80 Wh-batterij voor langere speeltijd.

Xbox-ervaring in handheld-vorm

Bij het inschakelen start de Ally direct in een fullscreen Xbox-omgeving. Daarmee voelt het apparaat aan als een natuurlijke uitbreiding van de console, terwijl Windows 11 onderliggend toegang biedt tot je volledige pc-bibliotheek. Spelen kan via Game Pass, Steam en andere pc-stores, maar ook via cloudgaming of remote play vanaf een Xbox-console. Xbox heeft bovendien met gamestudio's samengewerkt om duizenden titels beter geschikt te maken voor handhelds. In de bibliotheek verschijnen nieuwe aanduidingen als Handheld Optimized en Mostly Compatible, zodat je meteen weet welke games vlekkeloos draaien.

©ASUS

Scherm, geluid en comfort

Zowel de Ally als de Ally X hebben een 7-inch Full-HD-scherm met 120 Hz verversingssnelheid, 500 nits helderheid en FreeSync Premium voor vloeiende beelden. Het scherm is beschermd met Gorilla Glass. De Ally X onderscheidt zich met dual Smart-Amp speakers, vibrerende triggers en subtiele RGB-verlichting rond de sticks voor extra feedback. Ook ergonomie kreeg de nodige aandacht: de vorm van de grepen is geïnspireerd op de Xbox-controller, met een gebalanceerd gewicht zodat langere speelsessies comfortabel blijven.

Prestaties en uitbreidbaarheid

Om te zorgen dat de hardware ook bij intensief gebruik koel blijft, introduceert de Ally X een zogenoemd Zero Gravity-koelsysteem dat in elke houding stabiel presteert. Beide modellen zijn bovendien eenvoudig uit te breiden dankzij een M.2-slot voor extra opslag. De connectiviteit verschilt wel enigszins: waar de standaard Ally beschikt over usb-c (3.2 Gen 2), microSD en wifi 6E, voegt de Ally X daar usb 4 met Thunderbolt-ondersteuning aan toe.

©ASUS

Slimme software en AI-functies

Nieuwe softwarefuncties moeten het gebruik verder stroomlijnen. Shaders worden al tijdens het downloaden voorgeladen, waardoor games sneller starten en minder energie verbruiken. Voor de Ally X zijn vanaf 2026 bovendien extra AI-mogelijkheden gepland, zoals Automatic Super Resolution voor hogere beeldkwaliteit en het automatisch vastleggen van hoogtepunten in korte videoclips.

▼ Volgende artikel
Inductie, keramisch of gas: welke pan past bij jouw kookplaat?
© Malkov Konstantin
Huis

Inductie, keramisch of gas: welke pan past bij jouw kookplaat?

Of je nu op gas, inductie of een keramische plaat kookt, het type kookplaat in je keuken bepaalt in grote mate welke pannen je kunt gebruiken. Daarbij draait het vooral om het materiaal van de pan. In dit artikel lees je wat je nodig hebt om zorgeloos en efficiënt te kunnen koken, wat er op jouw fornuis ook staat. Smakelijk alvast!

👨🏼‍🍳 In het kort:

• Gas, inductie of keramisch: zo werken deze kookplaten • Van koper tot roestvrijstaal: welke pan past bij welke kookplaat? • Onderhoudstips voor je kookplaat • Misvattingen ontkracht

Lees ook: Overstappen van gasfornuis naar inductieplaat: de voor- en nadelen

Hoe werkt jouw kookplaat eigenlijk?

Om te begrijpen welke pannen het best op jouw kookplaat werken, is het handig om eerst te weten hoe die kookplaten precies hun werk doen. Een gaskookplaat verwarmt je pan direct via een open vlam: simpel, doeltreffend en visueel controleerbaar. Bij inductie gebeurt dat heel anders: een spoel onder het kookoppervlak wekt een magnetisch veld op, waardoor alleen pannen met een magnetiseerbare bodem zelf warm worden. De plaat zelf blijft koel. Keramische kookplaten zitten daar qua techniek tussenin. Onder een glad glasoppervlak zit een elektrisch verwarmingselement dat de plaat en vervolgens de pan verwarmt.

Van koper tot RVS: welke pan werkt waarbij?

Pannen zijn er in allerlei materialen, en elk daarvan gedraagt zich anders op een kookplaat. Hieronder lees je wat je van de bekendste soorten kunt verwachten.

Roestvrijstaal (RVS)

RVS is een echte alleskunner. Deze pannen doen het goed op alle soorten kookplaten, zolang ze voor inductie wel een magnetische bodem hebben. RVS geleidt warmte iets minder goed dan bijvoorbeeld koper of gietijzer, maar met een goede, dikke bodem kun je er uitstekend mee uit de voeten, ook op inductie.

©tsarenko | Fototocam

Gietijzer

Gietijzeren pannen zijn zwaar, maar daar krijg je gelijkmatige warmteverdeling voor terug. Ze zijn prima geschikt voor gas en keramisch, en door hun magnetische eigenschappen ook voor inductie. Let wel op bij glas-keramische kookplaten: de wat ruwe of ongelijke bodem van gietijzer kan krassen veroorzaken en minder efficiënt verwarmen. Ook het onderhoud vraagt aandacht – afwassen doe je met warm water en keukenpapier, niet in de vaatwasser.

©kseyale

Check: geschikt voor inductie? Bij inductiekookplaten is het belangrijk dat de pan magnetisch is, anders zal deze niet werken. Dit kun je eenvoudig controleren door een magneet aan de onderkant van de pan te houden - als deze wordt aangetrokken, is de pan compatibel.

Lees ook: Zo kook je extra zuinig op een inductiekookplaat

Koper

Met koperen pannen kook je snel en nauwkeurig: koper geleidt warmte als de beste. Tegelijk zijn ze kwetsbaarder voor krassen en deuken, en ze vergen wat meer onderhoud om mooi te blijven. Niet geschikt voor de vaatwasser dus. Op gas en keramisch doen ze het prima, maar voor inductie heb je een speciale bodem nodig. Zonder die aanpassing werkt het simpelweg niet.

©fotofabrika

Aluminium

Aluminium is licht, betaalbaar en geleidt warmte goed. Het doet zijn werk uitstekend op gas en keramisch. Voor inductie moet aluminium speciaal bewerkt zijn – alleen dan werkt het magnetische veld. Aluminium krast en deukt snel, dus voorzichtigheid is geboden bij gebruik én schoonmaak.

Check: geschikt voor keramisch? Voor keramische kookplaten moet de bodem van de pan vlak en glad zijn om een goede warmteoverdracht te garanderen en krassen op de plaat te voorkomen.

Pannen met een dikke, goed geleidende bodem leveren doorgaans het beste resultaat, ongeacht het fornuis. Koper en gietijzer scoren hoog op warmteverdeling en -behoud, terwijl roestvrij staat en aluminium het juist moeten hebben van slimme combinaties en coatings. Denk bijvoorbeeld aan een antiaanbaklaag of een gelaagde bodem, die verschillende eigenschappen combineren voor betere prestaties.

Welke pan op welke kookplaat?

MateriaalGasInductieKeramisch
RVSJaJa*Ja
GietijzerJaJaJa
AluminiumJaNee**Ja
KoperJaNee**Ja

*= Mits voorzien van een ferromagnetische bodem ** = Alleen als ze een speciale inductie-geschikte bodem hebben

Nog even in het kort:

⚪ RVS pannen werken goed op alle kookplaten, maar kunnen door inductie sneller en gelijkmatiger verhit worden. ⚫ Gietijzer is minder geschikt voor inductie vanwege de oneffen bodem, maar werkt prima op gas en keramisch. 🟠 ⚪ Koper en aluminium geleiden goed, maar zijn gevoelig voor krassen en deuken.

Zo houd je je kookplaat en pannen in topvorm

Met een beetje aandacht gaan je kookplaat én pannen langer mee. Voor inductie is het cruciaal dat de bodem van je pan vlak en onbeschadigd is, anders kunnen er krassen op de plaat ontstaan. Keramische platen vragen om een zachte aanpak: gebruik geen schurende middelen of scherpe voorwerpen. Hardnekkige resten? Leg er wat vochtig keukenpapier op en laat het twintig minuten weken. Daarna kun je het vuil meestal met een nat doekje verwijderen. Voor echt aangekoekte plekken is een speciale keramische schraper een veilig alternatief.

Lees ook: Inductiekookplaat schoonmaken? Dit moet je wel doen en dit niet

©Maryna Pleshkun | zest_marina

Misverstanden de wereld uit: vier hardnekkige kookmythes

Er doen nogal wat verhalen de ronde over pannen en kookplaten. Tijd om de vier hardnekkigste misverstanden recht te zetten.

1. Overstappen betekent al je pannen vervangen

Niet per se. Veel pannen kun je gewoon blijven gebruiken, ook als je overstapt naar een andere kookplaat. Kijk goed naar het materiaal, de staat van de pan en of de bodem geschikt is voor je nieuwe kooktype. Je hoeft dus zeker niet halsoverkop een nieuwe pannenset te kopen.

2. Inductie is gevaarlijk

Sommige mensen maken zich zorgen over het magnetisme van inductieplaten. Dat is nergens voor nodig: het magnetische veld is zwak en werkt alleen als er een geschikte pan op staat. Voor de gebruiker is het volkomen veilig.

3. Keramische platen zijn breekbaar

Zolang je ze met zorg gebruikt en pannen met een gladde bodem kiest, gaan keramische kookplaten jarenlang mee zonder noemenswaardige schade. Het glas is stevig, maar vraagt wel om voorzichtig gebruik.

4. Elke pan werkt op elke kookplaat

Helaas, zo eenvoudig is het niet. Niet elk materiaal is compatibel met elk type kookplaat. De juiste pan kiezen begint bij weten wat voor kookplaat je hebt en wat voor bodem die pan nodig heeft.

Tot slot

Je weet nu waar je op moet letten als je een pan kiest voor jouw kookplaat. Niet ieder materiaal werkt overal even goed, maar met de juiste match zit je altijd goed. Tijd om de keuken in te duiken en je kookkunsten de vrije loop te laten. Veel plezier aan het fornuis!