ID.nl logo
Review iPhone 15 - Prima koopje naar Apple-prijzen
Huis

Review iPhone 15 - Prima koopje naar Apple-prijzen

De nieuwste iPhone – editie 15 alweer – heeft deze keer geen grootse innovaties aan boord om zich van de massa te onderscheiden. Maar door eerdere ideeën in een goedkoper jasje te stoppen en usb-c toe te voegen, is wel het de meest toegankelijke nieuwe iPhone in jaren.

Uitstekend
Conclusie

Apple valt in de herhaling met de iPhone 15. Het is een uitstekende smartphone die voortbouwt op wat het bedrijf vorig jaar introduceerde, maar dan als een goedkoper toestel dan de Pro-telefoons van toen.

Plus- en minpunten
  • Goede camera
  • Snelle chip
  • Mooi scherm
  • Usb-c-aansluiting
  • Geen grote vernieuwingen in dit nieuwe model

De nieuwe iPhone 15 is uit en komt dit jaar in twee varianten: een basismodel en een Pro-variant. Die eerste, waar we in deze review primair aandacht aan besteden, is bedoeld voor de meeste mensen. Hij heeft een ontwerp dat hevig geïnspireerd is door eerdere iPhones en ditmaal in vijf kleuren komt: zwart, blauw, groen, geel en roze. Je kunt de goedkoopste maat kopen met een 6,1 inch-scherm, of voor een duurdere Plus-telefoon gaan met 6,7 inch.

Beide toestellen gebruiken een oledscherm dat al eerder in andere iPhones zat. Geen wonder, want dit display steekt prima in elkaar: de zwartwaarden zijn goed en het contrast mooi, zonder dat kleuren vertekend raken. De ververssnelheid is beperkt tot 60 hertz, wat prima is voor iedereen behalve de meest fanatieke gamers.

Bovenaan dat scherm prijkt nu het zogeheten Dynamic Island – een klein, pilvormig zwart vlak waarop apps extra informatie kunnen tonen. Een slim designtrucje om de cameralenzen te verbergen zonder ze écht te verbergen. Op de iPhone 14 Pro al een coole toevoeging, dus fijn dat die nu ook bij de goedkopere modellen beschikbaar is.

Usb-c op een iPhone

De meest significante vernieuwing op de nieuwe iPhones is de komst van een usb-c-aansluiting onderop. Een poort die de techreus flink wat jaren later dan zijn Android-concurrenten introduceert. Logisch ook: Apple verdiende goud geld aan lightning-accessoires, omdat daar door Apple gecertificeerde onderdelen voor moesten worden gebruikt. Nu Europa het gebruik van usb-c heeft verplicht, moest ook Apple overstag.

Nieuwer betekent bij de iPhone 15 echter niet meteen sneller: data wordt nog steeds verzonden met 480 Mb/s, net als bij een lightning-snoer. De iPhone 15 gebruikt namelijk de usb2.0-standaard; voor hogere snelheden moet je de duurdere Pro-telefoon kopen. Opladen kan met praktisch circa 20 watt, wat in de praktijk even snel is als op de iPhone 14 vorig jaar.

Onderop de iPhone 15 zit nu een usb-c-poort.

Toch brengt de usb-c-poort meerdere voordelen met zich mee. Hij zorgt er bijvoorbeeld voor dat je niet langer meerdere snoeren mee hoeft te nemen - je hebt genoeg aan één type kabel voor je iPhone, iPad, tablet en nagenoeg ieder ander modern apparaat. Handig en ook milieubewust, want oude kabels van Android-telefoons gaan niet langer naar de vuilnisbelt als je overstapt naar een iPhone.

Daarnaast werkt het gros van de standaard usb-c-accessoires meteen met de iPhone. Je telefoon aansluiten op een groot scherm? Pak gewoon de dongel die je eerder al voor je laptop gebruikte. Deze apparaten zijn bovendien goedkoper dan lightning-varianten die Apple zelf verkocht.

Camera op de iPhone 15

Het aantal lenzen achterop de iPhone 15 is gelijk gebleven: één hoofdcamera en een tweede lens voor de ultra-groothoek. Bij die hoofdcamera heeft Apple nu wel een grotere sensor gebruikt, waardoor foto's met een resolutie van maar liefst 48 megapixel gemaakt kunnen worden.

Die resolutie is flink maar leidt dus ook tot grotere fotobestanden - en om die reden heeft Apple die optie tijdelijk uitgeschakeld. Maar bij het maken van foto's met een lagere resolutie wordt die grotere sensor ook gebruikt: de iPhone maakt een 48 megapixelfoto, waarna slimme software bepaalt welke pixels het beste zijn. Die worden vervolgens gebruikt om het beeld te comprimeren naar een kleiner bestand.

Het resultaat ziet er prima uit. Formeel heeft de camera een andere sensor dan bij de 48 megapixelcamera van de iPhone 14 Pro, maar bij onze tests was er geen merkbaar verschil tussen beide camera's. Feitelijk heeft de iPhone 15 eigenlijk de camera die Apple vorig jaar bewaarde voor zijn duurdere Pro-telefoons.

Wat ontbreekt ten opzichte van de Pro-toestellen is een telelens, maar Apple heeft een trucje toegepast om je toch nog een beetje te laten inzoomen in het beeld. Dat gebeurt met diezelfde, grotere 48 megapixel-sensor. Uit het midden van dat beeld wordt een kwart van de foto gesneden, die vervolgens niet wordt gecomprimeerd. Hierdoor heb je een 12 megapixel-foto. Dat ziet er prima uit, maar bij het gebruik hiervan verlies je dus de softwarematige verbeteringen die je bij de hoofdlens wel hebt. 

Automatische portretten

Al jarenlang heeft de iPhone een speciale portretstand die wordt gebruikt bij het fotograferen. Dieptesensoren scheiden het onderwerp van de achtergrond, zodat je een scherpte-effect kunt creëren. Bij de iPhone 15 krijgt die functie een langverwachte upgrade: hij werkt nu ook buiten de speciale portretstand om.

Ziet de camera dat er een mens of dier in het beeld staat, dan wordt automatisch diepte-informatie vastgelegd. Bij het nabewerken kun je dan een knop omzetten om er alsnog een portret van te maken. Bij onze tests werd de diepte-data niet altijd goed vastgelegd, maar wel als je één keer de foto met de hand scherp stelt. 

Daarnaast kun je achteraf het onderwerp bij een foto bepalen. Tap bij het bewerken op een persoon om hem of haar scherp te maken, of maak die persoon onscherp door te focussen op bijvoorbeeld een theekopje in de voorgrond. Het geeft de ruimte om te spelen met compositie op een manier die niet mogelijk is bij het nabewerken van foto's die gemaakt zijn met een traditionele camera.

©Bastiaan Vroegop

De glazen achterkant van de iPhone 15.

Snel genoeg

De iPhone 15 draait op de A16 Bionic-chip die vorig jaar in de 14 Pro-modellen van Apple werd gebruikt. Het is met zes cpu-kernen en een gpu met vijf kernen een krachtpatser, plus nog eens zestien kernen specifiek voor AI-verwerkingen. En het zal je niet verbazen: de chip die Apple vorig jaar goed genoeg achtte voor hun duurste smartphone, is nu ook nog steeds bliksemsnel.

Van echte stotters of andere problemen hadden we bij onze tests geen last. Ja, je zou een Pro-telefoon kunnen krijgen met nog betere prestaties, maar eigenlijk is dat alleen belangrijk als je zware dingen doet zoals video's renderen. Voor alledaags gebruik gaat de A16 Bionic-chip in ieder geval nog jarenlang mee.

Meer accu? Koop een Plus

De accuduur van de iPhone 15 zit prima in elkaar: Apple belooft dat je de gewone Pro een ruime dag kunt gebruiken, met nog iets meer uur in de Plus-variant. Dat komt ook overeen met onze praktijktests, waarbij vooral de Plus goed uit de verf kwam. We haalden de iPhone 's ochtends van de lader en hadden in de avond dan rond de twintig procent.

De kleinere 15 doet het ook prima, maar heeft een iets minder grote accu. Reken er daarom op dat deze telefoon wat sneller leeg is dan zijn grotere broer. Wie dagelijks alles uit zijn of haar accu haalt, doet er daarom goed aan nu een Plus te kopen.

iPhone 14 Pro voor een prikkie

We noemen de iPhone nooit een goedkope telefoon, maar op papier is de nieuwe iPhone 15 best een goede deal. Qua functionaliteit en prestaties lijkt hij erg op de iPhone 14 Pro van vorig jaar, maar dan voor een kwart minder geld. De iPhones zijn dit jaar zelfs iets goedkoper geworden: door belastingverschuivingen betalen we in Nederland nog maar 969 euro voor het goedkoopste model, terwijl prijzen bij de iPhone 14 boven de duizend euro lagen. Hierdoor is de iPhone 15 beste een goede deal.

Conclusie

Apple valt in de herhaling met de iPhone 15. Het is een uitstekende smartphone die voortbouwt op wat het bedrijf vorig jaar introduceerde, maar dan als een goedkoper toestel dan de Pro-telefoons van toen.

▼ Volgende artikel
Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!
© andrey
Huis

Zelf je elektrische kookplaat aansluiten? Zo doe je dat slim en veilig!

Hoewel koken op gas voorlopig nog mag, is duidelijk dat de toekomst elektrisch is. Veel mensen stappen nu al over op elektrisch koken – vaak in combinatie met inductie. Ben jij toe aan een nieuwe kookplaat of wil je van het gas af? Dan is het goed om te weten hoe je zo’n elektrische kookplaat aansluit, waar je op moet letten en wanneer je beter een professional kunt inschakelen.

Na het lezen van dit artikel weet je:
  • Dat er 1-, 2- en 3-fase-aansluitingen en -kookplaten zijn
  • Hoe je met de multimeter bepaalt wat voor aansluiting jij hebt
  • Hoe je de elektrische kookplaat aansluit

Dit vind je vast ook interessant: Wat voor soort kookplaten zijn er?

Eén, twee of drie fasen: wat betekent dat?

In tegenstelling tot een gaskookplaat, die je simpelweg aan een gasaansluiting koppelt, is een elektrische kookplaat net iets technischer. Zo'n kookplaat kan worden aangesloten op één, twee of drie elektrische fasen. Welke van de drie je nodig hebt, hangt af van het vermogen van je kookplaat én van de aansluiting in je keuken.

Een 1-fase kookplaat is het eenvoudigst. Die werkt op een gewone stekker met twee pinnen, precies zoals je gewend bent van andere apparaten in huis. Deze modellen hebben een beperkt vermogen – maximaal 3680 watt – maar zijn vaak krachtig genoeg voor wie niet al te fanatiek kookt. Aansluiten is simpel: stekker erin en je kunt aan de slag.

Voor een 2-fase kookplaat heb je een zogenoemde perilex-stekker nodig, met vijf pinnen. Die zie je vooral bij iets krachtigere inductiekookplaten. Meestal worden dit soort kookplaten zonder stekker geleverd, en is het slim om een elektricien in te schakelen voor de installatie. Het benodigde vermogen ligt tussen de 3681 en 7360 watt.

Een 3-fase kookplaat vraagt nog meer stroom en werkt op krachtstroom. Ook hier gebruik je een perilex-stekker met vijf pinnen, maar je moet wel eerst controleren of je meterkast daar op is voorbereid. De aansluitwaarde ligt boven de 7360 watt en het is belangrijk dat de aansluiting klopt – anders werkt de kookplaat niet of loop je zelfs risico op overbelasting. Laat dit daarom bij voorkeur aan een vakman over.

©vectorizer88 - stock.adobe.com

Een kookplaat voor 1- en 2-fase

Je kunt ook kiezen voor een kookplaat met powermanagement. Dat is een kookplaat die je op een normaal stopcontact of op een perilex-stopcontact aansluit. Deze kookplaat kun je in de toekomst uitbreiden, als je dat wilt, maar hiervoor hoef je nu nog niet meteen de aanpassingen in de meterkast en aansluiting door te voeren. Als je wel de aanpassingen in de meterkast laat doen, heb je profijt van de kracht van een 2-fase kookplaat.

Hoe weet je welke kookplaat bij je keuken past?

Wat je kunt aansluiten, hangt af van het type stopcontact in je keuken. Heb je een standaard wandcontactdoos met twee gaten? Dan past daar alleen een 1-fase kookplaat op. Die worden meestal geleverd met stekker en snoer, zodat je hem meteen kunt gebruiken.

Zie je een perilex-stopcontact (met vijf gaten)? Dan is je keuken in principe geschikt voor een 2- of 3-fase kookplaat. Alleen weet je dan nog niet of je meterkast daadwerkelijk drie fasen aankan. Dat kun je op twee manieren controleren: met een multimeter of door in je meterkast te kijken.

Zo check je de aansluiting met een multimeter

Heb je een multimeter in huis? Dan kun je precies meten hoeveel fasen je aansluiting ondersteunt. Teken op een papier het patroon van het perilex-stopcontact en noteer per gat wat je meet. Prik met één pin in het middelste gat (de aarde) en meet met de andere pin de overige vier. Krijg je twee keer 230 volt en twee keer 0? Dan heb je een 2-fase aansluiting. Meet je drie keer 230 volt en één keer 0? Dan is het een 3-fase aansluiting. Label de gaten met ‘L’ voor stroom en ‘N’ voor nul, zodat je straks precies weet wat waar hoort.

©Dmitriy

Voordat je een kookplaat aanschaft, check je eerst de nismaat van je aanrechtblad. Meet met een rolmaat eerst de nis op in het aanrechtblad. Doe dit voor de breedte, de diepte en de hoogte. Komen de afmetingen niet overeen met de kookplaat die je graag wilt? Kijk dan of je het aanrechtblad kunt aanpassen.

Geen multimeter? Kijk in de meterkast

Heb je geen meetapparatuur? Dan kun je in de meterkast zien hoeveel fasen er beschikbaar zijn. Bij een 2-fase aansluiting zie je twee gekoppelde groepen met een hendel ertussen. Zie je vier gekoppelde groepen? Dan is er krachtstroom aanwezig en kun je dus ook een 3-fase kookplaat aansluiten – mits het stopcontact daar geschikt voor is.

©auremar

Zelf een kookplaat aansluiten

Ga je zelf aan de slag? Dan is het belangrijk dat je weet wat je doet. Elektriciteit is geen speelgoed, dus bij twijfel: bel een vakman. Heb je een 1-fase kookplaat met powermanagement die je op een normaal stopcontact wilt aansluiten? Dan moet je deze eerst correct instellen.

Leg om te beginnen een stuk piepschuim onder de kookplaat, zodat je hem veilig kunt omdraaien zonder krassen of barsten. Plak daarna de afdichtband rondom het apparaat, bij voorkeur zo dicht mogelijk bij de glasrand. Begin aan de achterkant, zodat de naad niet in het zicht valt.

Open het aansluitcompartiment onder de kookplaat en controleer het aansluitschema dat daar staat. Gebruik de bijgeleverde bruggetjes om de juiste verbindingen te maken. Sluit het snoer aan: bruin op L, blauw op N en geelgroen op aarde. Zet het snoer vast met trekontlasting en sluit het klepje.

Draai nu de kookplaat weer om en steek de stekker in het stopcontact. Leg de kookplaat op z’n plek in het aanrechtblad. Houd de pauzeknop vijf seconden ingedrukt om het menu te openen. Zoek via de plusknop naar het onderdeel ‘PO’ (power) en stel het vermogen in op 3.7 in plaats van 7.4. Bevestig dit door de pauzeknop nog eens vijf seconden ingedrukt te houden. Je kookplaat is nu geschikt voor een standaard aansluiting.

Houd de stekker op de juiste positie tijdens het meten met de multimeter. Kijk hoe je de stekker in het getekende stopcontact zou steken, zodat je de juiste kleuren van de draden noteert op je tekening.

Een 2-fase kookplaat aansluiten: zo werkt het

Heb je een 2-fase kookplaat? Dan moet je eerst bepalen welke kleur draad bij welk contact hoort. Meet het snoer door met een multimeter, op de piepstand of op de Ohm-stand. Noteer welke draad bij welke stekkerpin hoort en gebruik die info bij het aansluiten.

Open vervolgens het aansluitvak onder de kookplaat en kijk welk aansluitschema je moet gebruiken. L1 en L2 koppel je aan de juiste stroomdraden, 01 en 02 aan de juiste nuldraad. Maak de trekontlasting los, sluit de draden aan zoals je eerder hebt gemeten, en zet alles weer stevig vast.

Steek daarna de stekker in het stopcontact en plaats de kookplaat netjes in het blad. Dankzij de afdichtband blijft alles goed op z'n plek. Zet vervolgens de kookplaat aan en test of alle kookzones werken. Krijg je een foutmelding? Dan is er waarschijnlijk iets misgegaan bij het aansluiten. Geen foutmelding? Dan is je kookplaat klaar voor gebruik.

©S.Engels

Het is gebruikelijk dat de pannen een licht tikkend of zoemend geluid maken tijdens het koken. Dit heeft te maken met het magnetisch veld van de kookplaat. Ruik je een vreemde geur na het installeren van de kookplaat? Dit is ook gebruikelijk en de geur trekt uiteindelijk weg.

▼ Volgende artikel
⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping
© Olga Yastremska, New Africa, Africa Studio
Huis

⛈️ Wat te doen bij onweer: thuis, buiten en op de camping

Vooral in de zomer is het vaak raak: code geel of code oranje wegens onweer. Weet jij wat je wél en juist níet moet doen als er een onweersbui nadert? Thuis kun je veel risico's beperken, maar juist buitenshuis – en zeker op de camping – is het opletten geblazen. In dit artikel lees je hoe je jezelf en anderen beschermt, of je nu binnen, buiten of aan het kamperen bent.


In het kort:

⚡ Onweer & thuis ⚡ Onweer & buiten ⚡ Onweer en kamperen: 🏕️ Tent 🚐 Caravan

Lees ook: Regen, regen en nog eens regen … zo voorkom je wateroverlast

Thuis tijdens onweer: veilig, maar niet zonder risico's

In huis ben je relatief goed beschermd tegen blikseminslag, zeker als het gebouw voorzien is van een goede bliksemafleider. Toch zijn er een paar voorzorgsmaatregelen die je serieus moet nemen. Gebruik bij onweer liever geen apparaten die verbonden zijn met het stroomnet of met leidingen. Denk aan de wasmachine, een vaste telefoon of een bedrade computer. Bliksem kiest daarbij meestal de makkelijkste route naar de grond, en dat zijn vaak metalen onderdelen in huis zoals koperdraden of waterleidingen.

Trek bij voorkeur de stekkers uit het stopcontact van kwetsbare apparatuur zoals computers, tv's of de router. Een stekkerdoos met overspanningsbeveiliging biedt wel wat bescherming, maar niet bij een directe inslag. Ga liever ook niet douchen of in bad, want waterleidingen kunnen de elektrische spanning van een blikseminslag geleiden.

Ramen kun je gewoon dicht houden, en als je wilt kijken naar het natuurgeweld, doe dat dan vanaf een veilige plek binnenshuis. Zorg dat huisdieren binnen zijn en zet het alarmsysteem even uit als dat storingsgevoelig is bij blikseminslag.

Buiten bij onweer: voorkom dat je zelf bliksemafleider bent

Ben je onderweg of buiten als het begint te donderen, dan is het zaak om snel te handelen.

Onthoud: als je de bliksem ziet en binnen 10 seconden de donder hoort, zit je binnen de gevarenzone. Zoek dan zo snel mogelijk een veilige schuilplek.

De veiligste plek is een gebouw met muren en een dak – bijvoorbeeld een winkel, huis of station. Een auto met metalen carrosserie is ook een prima optie. Die werkt als een kooi van Faraday en geleidt de stroom om je heen in plaats van door je heen.

Vermijd tijdens onweer open velden zoals weilanden of sportterreinen, want daar ben je letterlijk het hoogste punt. Ook hooggelegen plekken zoals duinen of heuveltoppen vormen een risico. Zoek geen beschutting onder een boom die in z'n eentje op een veld staat – dat is juist een bliksemmagneet. Blijf verder uit de buurt van metalen objecten zoals hekken, masten of fietsen, en houd afstand van water – of dat nu een meer, sloot of zwembad is.

Kun je nergens heen? Maak jezelf dan zo klein mogelijk: hurk neer op je voetzolen, houd je voeten tegen elkaar en wikkel je armen om je knieën. Ga niet liggen; zo vergroot je je contactoppervlak met de grond, wat het risico op aardstroom vergroot.

©ID.nl

Kamperen met onweer: extra opletten in tent of caravan

Kamperen geeft een gevoel van vrijheid, maar bij onweer ben je juist extra kwetsbaar. Een tent biedt geen enkele bescherming tegen bliksem, hoe stevig het doek ook is. Het metalen frame vergroot het risico juist, vooral als je op een open veld kampeert of vlak bij een losse boom staat.

Als er onweer op komst is, zoek dan zo snel mogelijk een veilig onderkomen. Een stenen sanitairgebouw, de receptie of je auto bieden veel meer bescherming dan een tent. Zit je in een camper of caravan met een metalen buitenkant? Dan ben je redelijk veilig, mits je ramen en deuren gesloten houdt en geen contact maakt met metalen delen. Stacaravans met een houten of kunststof omhulsel bieden die bescherming niet: het klopt dat ze geen stroom geleiden, maar ze voeren die ook niet af. Daardoor kan een blikseminslag via leidingen of metalen onderdelen binnen alsnog gevaarlijk uitpakken. Tijdens onweer blijf je dus beter uit de buurt van dat soort constructies.

Laat ook je elektronische spullen niet in de tent of aan opladers zitten. Berg ze los op, zonder kabels of contact met de grond.

Staan er bomen op de camping? Zorg dat je tent daar niet direct onder staat. Bij inslag kunnen takken afbreken of kan de bliksem via de wortels naar de grond doorslaan. Ook op campings in de bergen of aan open water is het risico op blikseminslag extra hoog – check bij aankomst wat de aanbevolen schuilplaatsen zijn.

En hoe zit het met de tentstokken?

Metalen tentstokken zijn niet per definitie gevaarlijk, maar ze kunnen wel extra risico opleveren bij onweer. Omdat tenten vrijwel altijd met metalen haringen in de grond staan, is er al snel sprake van een geleidende verbinding met de bodem. Bij een blikseminslag kan de stroom zich dan via het frame en de haringen verspreiden, met risico voor wie zich in de tent bevindt. Daarom blijft het advies: verlaat bij onweer de tent en zoek een écht veilige plek op.

Tot slot: een goede voorbereiding helpt

Kijk altijd naar de weersvoorspelling voordat je op pad gaat. Veel weerapps geven een melding bij onweerskansen, vaak met een tijdsindicatie en locatie. Op de camping is het handig om bij aankomst al te weten waar je naartoe kunt bij slecht weer.

Zorg ook dat je zaklamp, powerbank en radio of noodaccu paraat hebt als je kampeert, voor het geval de stroom uitvalt. En vooral: blijf rustig. Onweer is gevaarlijk, maar met de juiste kennis en voorzorgsmaatregelen voorkom je ongelukken.

🔦 Voor als de stroom uitvalt

Licht in de duisternis!